NL2031554B1 - Een werkwijze voor het op een bouwwerk aanbrengen van een prefab gevelelement, een bouwwerk en een gevelelement - Google Patents
Een werkwijze voor het op een bouwwerk aanbrengen van een prefab gevelelement, een bouwwerk en een gevelelement Download PDFInfo
- Publication number
- NL2031554B1 NL2031554B1 NL2031554A NL2031554A NL2031554B1 NL 2031554 B1 NL2031554 B1 NL 2031554B1 NL 2031554 A NL2031554 A NL 2031554A NL 2031554 A NL2031554 A NL 2031554A NL 2031554 B1 NL2031554 B1 NL 2031554B1
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- facade
- facade element
- construction floor
- building
- ratchet mechanism
- Prior art date
Links
- 238000000034 method Methods 0.000 title claims abstract description 43
- 238000010276 construction Methods 0.000 claims abstract description 85
- 230000007246 mechanism Effects 0.000 claims abstract description 67
- 230000008878 coupling Effects 0.000 claims description 24
- 238000010168 coupling process Methods 0.000 claims description 24
- 238000005859 coupling reaction Methods 0.000 claims description 24
- 238000004873 anchoring Methods 0.000 description 6
- 238000009434 installation Methods 0.000 description 3
- 239000000853 adhesive Substances 0.000 description 2
- 230000001070 adhesive effect Effects 0.000 description 2
- 238000003780 insertion Methods 0.000 description 1
- 230000037431 insertion Effects 0.000 description 1
- 230000002787 reinforcement Effects 0.000 description 1
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E04—BUILDING
- E04B—GENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
- E04B2/00—Walls, e.g. partitions, for buildings; Wall construction with regard to insulation; Connections specially adapted to walls
- E04B2/88—Curtain walls
- E04B2/90—Curtain walls comprising panels directly attached to the structure
- E04B2/92—Sandwich-type panels
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Architecture (AREA)
- Physics & Mathematics (AREA)
- Electromagnetism (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Joining Of Building Structures In Genera (AREA)
Abstract
De uitvinding betreft een werkwijze voor het op een bouwwerk aanbrengen van een prefab gevelelement, welk bouwwerk een eerste constructievloer en een tweede constructievloer omvat, welke tweede constructievloer evenwijdig aan en boven de eerste constructievloer gelegen is en waarbij ten minste een opstaand element zoals bijvoorbeeld een wand of kolom zich uitstrekt tussen de constructievloeren, welke werkwijze de stappen omvat van: — het aan een gevelzijde van de tweede constructievloer en/of een gevelzijde van ten minste een opstaande element aanbrengen van ten minste een eerste deel van een ratelmechanisme; — het verschaffen van het prefab gevelelement, welk gevelelement aan de binnenzijde een binnenblad en aan de gevelzijde een buitenblad evenwijdig aan het binnenblad omvat, waarbij tussen het buitenblad en binnenblad aan een eerste uiteinde van het gevelelement een onderrand zich uitstrekt en een aan een tegenover het eerste uiteinde gelegen tweede uiteinde van het gevelelement een bovenrand zich uitstrekt, waarbij aan de binnenzijde ten minste een tweede deel van het ratelmechanisme is aangebracht, bij voorkeur nabij het tweede uiteinde van het gevelelement aangebracht is; — het uitlijnen van het ten minste een tweede deel van het ratelmechanisme van het gevelelement met het respectieve ten minste een eerste deel van het ratelmechanisme; — het vormen van een constructieve verbinding tussen het gevelelement en het bouwwerk door het verbinden van het ten minste een tweede deel van het ratelmechanisme met het respectieve ten minste een eerste deel van het ratelmechanisme. De uitvinding betreft tevens een bouwwerk en gevelelement.
Description
Een werkwijze voor het op een bouwwerk aanbrengen van een prefab gevelelement, een bouwwerk en een gevelelement
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het op een bouwwerk aanbrengen van een prefab gevelelement, welk bouwwerk een eerste constructievloer en een tweede constructievloer omvat, welke tweede constructievloer evenwijdig aan en boven de eerste constructievloer gelegen is en waarbij ten minste één opstaand element zoals bijvoorbeeld een wand of kolom zich uitstrekt tussen de constructievloeren.
Er wordt in de bouw veelvuldig gebruikgemaakt van prefab gevelelementen, Deze elementen kunnen dan geprefabriceerd worden en hoeven in het werk slechts aan het geraamte van het bouwwerk, zoals bijvoorbeeld een tunnelgeraamte, bevestigd te worden. Hiervoor dient het gevelelement op zijn plek gehesen te worden en dan moet het gevelelement gepositioneerd en dan constructief met het bouwwerk verbonden worden. Het is een nadeel dat hiervoor op hoogte aan de buitenzijde van het bouwwerk werkzaamheden verricht moeten worden. Zowel voor het positioneren als voor het fixeren is personeel op hoogte benodigd. Hiervoor moeten steigers beschikbaar zijn. Ook is het precies positioneren van het gevelelement erg bewerkelijk.
Het is nu een doel van de uitvinding om een werkwijze voor het op een bouwwerk aanbrengen van een prefab gevelelement te verschaffen, waarmee bovengenoemde nadelen verminderd of zelfs voorkomen kunnen worden.
Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt met een werkwijze volgens de aanhef, daarin gekenmerkt dat de werkwijze de stappen omvat van: — het aan een gevelzijde van de tweede constructievloer en/of een gevelzijde van ten minste één opstaande element aanbrengen van ten minste één eerste deel van een ratelmechanisme; — het verschaffen van het prefab gevelelement, welk gevelelement aan de binnenzijde een binnenblad en aan de gevelzijde een buitenblad evenwijdig aan het binnenblad omvat, waarbij tussen het buitenblad en binnenblad aan een eerste uiteinde van het gevelelement een onderrand zich uitstrekt en een aan een tegenover het eerste uiteinde gelegen tweede uiteinde van het gevelelement een bovenrand zich uitstrekt, waarbij aan de binnenzijde ten minste één tweede deel van het ratelmechanisme is aangebracht, bij voorkeur nabij het tweede uiteinde van het gevelelement aangebracht is; — het uitlijnen van het ten minste één tweede deel van het ratelmechanisme van het gevelelement met het respectieve ten minste één eerste deel van het ratelmechanisme; — het vormen van een constructieve verbinding tussen het gevelelement en het bouwwerk door het verbinden van het ten minste één tweede deel van het ratelmechanisme met het respectieve ten minste één eerste deel van het ratelmechanisme.
Door het gevelelement constructief te verbinden met het bouwwerk door middel van een ratelmechanisme, kan het gevelelement eenvoudig van buitenaf aangebracht worden. Op het geraamte van het bouwwerk dat gevormd wordt door de constructievloeren en de opstaande elementen zoals bijvoorbeeld wanden en/of kolommen wordt aan een gevelzijde, zoals bijvoorbeeld de kopse kanten van de respectieve constructievloer of wand, een deel van een ratelmechanisme aangebracht. Een ratelmechanisme kan bijvoorbeeld een snelbouwelement zijn zoals in de markt bekend is onder de naam
Stexon® of Hilti* HCW. Een dergelijk ratelmechanisme, zoals dat onder andere beschreven wordt in EP 2 738 401 Bl, bestaat uit twee delen. Het eerste deel wordt gevormd door een bevestigingselement zoals een anker in de vorm van een draadstang. Het ratelmechanisme heeft tevens een tweede deel dat gevormd wordt door een huls voorzien van een klemmechanisme dat gevormd wordt door meerdere klembekken die in de huls zijn aangebracht. De klembekken worden binnen de huls vastgehouden door een blijvend elastische lijmverbinding, zodat de klembekken elastisch binnen de huls kunnen zwenken.
Het bevestigingselement van het eerste deel kan in een insteekzijde, die bij voorkeur conisch is voor het verkrijgen van een betrouwbare toevoer en nauwkeurige positionering van het bevestigingselement, in de huls ingebracht worden.
Hierdoor worden de klembekken door het bevestigingselement in radiale richting uit elkaar gespreid, waardoor een snelle verbinding verkregen kan worden. Nadat de montage is voltooid, zorgt de blijvend elastische lijm ervoor dat de klembekken terug zwenken en zo de klembekken op de het bevestigingselement aan laten grijpen. Hierdoor wordt voorkomen dat het bevestigingselement uit het de huls wordt getrokken en ontstaat er een blijvende verbinding. Het eerste en tweede deel kunnen afhankelijk van de gekozen constructie ook eenvoudig omgekeerd worden zonder verlies van functie.
Door het tweede deel van het ratelmechanisme aan de binnenzijde van het gevelelement aan te brengen, kan een constructieve verbinding, zoals hierboven beschreven, tussen het gevelelement en het bouwwerk eenvoudig tot stand gebracht worden door het gevelelement op het corresponderende eerste deel aan te brengen. Dit kan volledig van buitenaf gedaan worden. Door het ratelmechanisme wordt bij juiste positionering direct een blijvende verbinding verkregen.
Doordat de positie van het gevelelement ten opzichte van het bouwwerk vastligt door de relatieve locaties van met elkaar corresponderende delen van het ten minste één ratelmechanisme, wordt wanneer de betreffende delen uitgelijnd zijn automatisch een correcte positionering van het gevelelement ten opzichte van het bouwwerk verkregen. Hierdoor vervalt het gebruikelijke stellen van het gevelelement. Door het gevelelement naar het bouwwerk toe te bewegen wordt dan de verbinding tussen het ten minste één tweede deel van het ratelmechanisme met het respectieve ten minste één eerste deel van het ratelmechanisme verkregen, waardoor het gevelelement constructief met het bouwwerk verbonden is. Er kunnen meerdere ratelmechanismen rondom aangebracht worden voor het verkrijgen van een voldoende belastbare mechanische koppeling.
Doordat het ten minste één ratelmechanisme aan de binnenzijde van het gevelelement is aangebracht en daarbij de verbinding verkregen kan worden door het in elkaar steken van het ratelmechanisme, kan de bevestiging volledig verdekt zijn in de uiteindelijke constructie.
In alle uitvoeringsvormen kan de werkwijze eenvoudig herhaald worden voor bovenliggende gevelelementen.
In een andere uitvoeringsvorm van een werkwijze volgens de uitvinding, is het gevelelement nabij het eerste uiteinde, bij voorkeur aan de onderrand, voorzien van een koppeldeel zoals bijvoorbeeld een veer of groef, welk koppeldeel is geconfigureerd voor het constructief verbinden van het eerste uiteinde van het gevelelement met een aangrenzend constructief element zoals bijvoorbeeld een gevelelement, constructievloer of opstaand element zoals bijvoorbeeld een wand of kolom.
Door de aan het eerste uiteinde van het gevelelement een koppeldeel aan te brengen waarmee een constructieve verbinding met een aangrenzend constructief element verkregen kan worden, kan het aanbrengen van het gevelelement nog verder vereenvoudigd worden. Het eerste uiteinde van het gevelelement wordt daarmee bij voorkeur verbonden met bijvoorbeeld een ondergelegen gevelelement, constructievloer of opstaand element zoals bijvoorbeeld een wand of kolom. Het koppeldeel kan bijvoorbeeld een randuitsparing of randversteviging zijn voor het op een constructievloer afsteunen van het gevelelement. 5 Bij voorkeur is het koppeldeel hol of bol en laat het een rotatie om een in het vlak van het gevelelement gelegen as toe. Hierdoor kan het gevelelement gekanteld op het aangrenzende constructieve element aangebracht worden en daarna gekanteld worden.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van een werkwijze volgens de uitvinding, omvat de stap van het uitlijnen van het ten minste één ratelmechanisme de stappen van: — het met het koppeldeel op het aangrenzende constructieve element positioneren van het gevelelement; — het om het koppeldeel kantelen van het gevelelement voor het uitlijnen en achtereenvolgens constructief verbinden van het gevelelement met het bouwwerk.
Om het uitlijnen van het tenminste één ratelmechanisme verder te vereenvoudigen, kan het gevelelement eerst gepositioneerd worden door het met het koppeldeel op het aangrenzende constructieve element te positioneren. Hiermee kan dan tenminste de hoogte en bij voorkeur ook de zijdelingse positie bepaald worden. Het tweede uiteinde wordt daarbij op eerst op een grotere afstand van het bouwwerk gehouden dan het eerste uiteinde. Wanneer de positie van het eerste uiteinde bepaald is doordat het koppeldeel op het aangrenzende constructieve element afsteunt, kan daarna het gevelelement gekanteld worden voor het verbinden van het ratelmechanisme.
Ook een uitvoeringsvorm van een werkwijze volgens de uitvinding, is een werkwijze waarbij het aangrenzende constructieve element een eerste ankerprofiel is, welk eerste ankerprofiel is aangebracht aan, bij voorkeur op de eerste constructievloer.
Door een ankerprofiel toe te passen voor het verzorgen van de constructieve verbinding tussen het eerste uiteinde en het bouwwerk kan de verankering eenvoudig van binnenuit plaatsvinden. Een ankerprofiel kan dan van binnenuit bevestigd worden op of aan de constructievloer of een wand.
Ook een voorkeursuitvoeringsvorm van een werkwijze volgens de uitvinding, is een werkwijze waarbij het bouwwerk tevens een derde constructievloer omvat, welke derde constructievloer evenwijdig aan en boven de tweede constructievloer gelegen is, waarbij na de stap van het vormen van een constructieve verbinding tussen het gevelelement en het bouwwerk een tweede ankerprofiel aangebracht wordt aan, bij voorkeur op de tweede constructievloer, welk tweede ankerprofiel constructief verbonden is met het tweede uiteinde van het gevelelement, bij voorkeur met de bovenrand van het gevelelement en waarna een verder gevelelement op overeenkomstige wijze aangebracht wordt als het gevelelement, waarbij het tweede ankerprofiel tevens als aangrenzend constructief element voor het verdere gevelelement fungeert, welk verdere gevelelement conform de werkwijze constructief met het bouwwerk verbonden wordt.
De werkwijze leent zich uitzonderlijk goed voor het na elkaar aanbrengen van in hoogte aangrenzende gevelelementen. Hierbij wordt eerst een onderste gevelelement aangebracht volgens de werkwijze. Dit gevelelement kan dan vanaf de tweede constructievloer met een tweede ankerprofiel aan het tweede uiteinde verankerd worden. Het tweede ankerprofiel functioneert daarbij tevens als aangrenzend constructief element voor het verdere gevelelement dat er boven geplaatst wordt. Bij voorkeur is het tweede ankerprofiel dus zowel een aanvullende verankering van het tweede uiteinde van het lagergelegen gevelelement en een verankering en positioneerhulp als aangrenzend constructief element voor het eerste uiteinde van het verdere, bovengelegen gevelelement.
Door de werkwijze is het mogelijk de bevestiging van de gevelelementen op een enkel knooppunt plaats te laten vinden, op vloerniveau van de betreffende constructievloer.
Dit maakt de definitieve bevestiging van de gevelelementen zeer eenvoudig. In het bijzonder in vergelijking met traditionelere bouwwijzen.
In weer een andere uitvoeringsvorm van een werkwijze volgens de uitvinding, vormt de constructieve verbinding door middel van het ratelmechanisme een eerste verbindingsstadium en omvat de werkwijze tevens een verdere stap waarbij in een tweede verbindingsstadium het gevelelement aan het bouwwerk verankerd wordt.
Bijvoorbeeld in afhankelijkheid van de uiteindelijk voor de constructie vereiste verbinding tussen het gevelelement en het bouwwerk, kan de werkwijze zodanig toegepast worden dat het ratelmechanisme een tijdelijke bevestiging verschaft. In het eerste verbindingsstadium kan dan door middel van het ratelmechanisme het gevelelement in positie gebracht en gehouden worden. In het tweede verbindingsstadium kan dan aanvullende verankering aangebracht worden.
Bij voorkeur vindt daarbij het tweede verbindingsstadium uitsluitend vanaf de binnenzijde van het gevelelement plaats.
Door het tweede verbindingsstadium uitsluitend vanaf de binnenzijde uit te voeren, hoeven er buiten de gevel geen werkers op hoogte te werken. Er hoeven dan ook geen steigers opgebouwd te worden.
In weer een andere uitvoeringsvorm van een werkwijze volgens de uitvinding, zijn een veelvoud van tweede delen van ratelmechanismen aangebracht nabij het tweede uiteinde van het gevelelement en zijn corresponderende eerste delen van ratelmechanismen aangebracht aan een gevelzijde van de tweede constructievloer en/of een gevelzijde van ten minste één opstaand element.
In het bijzonder wanneer het gevelelement gekanteld wordt en daarmee constructief verbonden wordt met het bouwwerk, is vooral nabij het tweede uiteinde het ratelmechanisme van voordeel. Het gevelelement kan dan in gekantelde stand nog gepositioneerd en uitgelijnd worden en komt pas bij het rechtop kantelen de verbinding van het ratelmechanisme tot stand.
De uitvinding betreft tevens een bouwwerk voorzien van een prefab gevelelement, welk bouwwerk een eerste constructievloer en een tweede constructievloer omvat, welke tweede constructievloer evenwijdig aan en boven de eerste constructievloer gelegen is en waarbij ten minste één opstaand element zoals bijvoorbeeld een wand of kolom zich uitstrekt tussen de constructievloeren en welk gevelelement aan de binnenzijde een binnenblad en aan de gevelzijde een buitenblad evenwijdig aan het binnenblad omvat, waarbij tussen het buitenblad en binnenblad aan een eerste uiteinde van het gevelelement een onderrand zich uitstrekt en een aan een tegenover het eerste uiteinde gelegen tweede uiteinde van het gevelelement een bovenrand zich uitstrekt, waarbij het eerste uiteinde constructief verbonden is met een aangrenzend constructief element zoals bijvoorbeeld een gevelelement, constructievloer of opstaand element zoals bijvoorbeeld een wand of kolom, waarbij aan een gevelzijde van de tweede constructievloer en/of een gevelzijde van ten minste één opstaand element ten minste één eerste deel van een ratelmechanisme aangebracht is, welk ten minste één eerste deel een constructieve verbinding vormt met een corresponderend ten minste één tweede deel van het ratelmechanisme, welk ten minste één tweede deel van het ratelmechanisme aangebracht is aan de binnenzijde van het gevelelement.
Doordat voor de constructieve verbinding tussen het bouwwerk en het gevelelement één of meerdere ratelmechanismen gebruikt worden, kan het bouwwerk volgens de uitvinding veiliger en goedkoper gebouwd worden. Ook staat het toe de verbinding blind uit te voeren, doordat het ratelmechanisme niet toegankelijk hoeft te zijn voor het vormen van de constructieve verbinding.
Een bouwwerk volgens de uitvinding kan onder andere volgens de werkwijze volgens de uitvinding verkregen worden.
Ook volgens de uitvinding, is een uitvoeringsvorm van een bouwwerk waarbij het gevelelement nabij het eerste uiteinde, bij voorkeur aan de onderrand is voorzien van een koppeldeel zoals bijvoorbeeld een veer of groef, waarbij het gevelelement door middel van het koppeldeel constructief verbonden is met een aangrenzend constructief element zoals bijvoorbeeld een gevelelement, constructievloer of opstaand element zoals bijvoorbeeld een wand of kolom.
Door de onderrand van het gevelelement constructief te verbinden met een aangrenzend constructief element met behulp van een koppeldeel voorzien aan de onderrand, of althans nabij het het eerste uiteinde, wordt een bouwkundig wenselijke verbinding verkregen. Het gewicht van het gevelelement kan dan voor een groot deel afgeleid worden door het aangrenzende constructieve element. Bij voorkeur wordt hiervoor een constructievloer aangewend, al dan niet direct.
Bij voorkeur is het aangrenzend constructief element een eerste ankerprofiel is, welk eerste ankerprofiel is aangebracht aan, bij voorkeur op de eerste constructievloer.
Hierdoor wordt indirect de constructievloer aangewend voor het afleiden van het gewicht van het gevelelement.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van een bouwwerk volgens de uitvinding, omvat het bouwwerk tevens een derde constructievloer, welke derde constructievloer evenwijdig aan en boven de tweede constructievloer gelegen is, waarbij een tweede ankerprofiel aangebracht is aan, bij voorkeur op de tweede constructievloer, welk tweede ankerprofiel constructief verbonden is met het tweede uiteinde van het gevelelement, bij voorkeur met de bovenrand van het gevelelement en waarbij het bouwwerk tevens een verder gevelelement omvat, waarbij het koppeldeel van het verdere gevelelement constructief verbonden is met het tweede ankerprofiel.
De constructie volgens het bouwwerk leent zich zeer goed voor het boven elkaar aanbrengen van gevelelementen, zoals ook voordelig beschreven is bij de behandeling van de werkwijze volgens de uitvinding.
De uitvinding betreft ook een gevelelement volgens één van de beschreven uitvoeringsvormen of zoals gebruikt in de werkwijze volgens de uitvinding.
Deze en andere kenmerken van de uitvinding worden nader toegelicht aan de hand van de bijgaande tekeningen.
Figuur 1 toont een stroomschema van een uitvoeringsvorm van een werkwijze volgens de uitvinding.
Figuren Za en 2b tonen in een schematisch zijaanzicht de twee stadia van het aanbrengen van een prefab gevelelement op een bouwwerk volgens de werkwijze.
Figuur 3 toont een schematisch vooraanzicht van een bouwwerk voor toepassing volgens de werkwijze.
Figuur 4 toont een schematisch knooppunt van een bouwwerk volgens de uitvinding.
Figuur 1 toont een stroomschema 1 van een uitvoeringsvorm van een werkwijze volgens de uitvinding. In een eerste stap 2 wordt een eerste deel van een ratelmechanisme aangebracht aan een gevelzijde van een deel van het raamwerk van het bouwwerk. In een daaropvolgende stap 3 wordt een prefab gevelelement verschaft, waarbij aan de binnenzijde een tweede deel van het ratelmechanisme is aangebracht. Het ratelmechanisme wordt daarna uitgelijnd in een volgende stap 4. Hiertoe wordt het gevelelement bij voorkeur ter plekke gehesen. Daarna wordt in een stap 5 een constructieve verbinding tussen het gevelelement en het bouwwerk verkregen door het verbinden van delen van het ratelmechanisme. Optioneel wordt in een verdere stap 6 aanvullende verankering van het gevelelement aangebracht.
Stap 4 kan tevens uitgevoerd worden door allereerst in een stap 7 het gevelelement met het koppeldeel op het aangrenzende constructieve element te positioneren. Het gevelelement wordt daarbij gekanteld aangebracht op het aangrenzende constructieve element. Vervolgens wordt in een volgende stap 8 het gevelelement om het koppeldeel gekanteld. Hierdoor wordt de constructieve verbinding van het gevelelement met het bouwwerk verkregen volgens stap 5.
Figuur 2a toont in een schematisch zijaanzicht een eerste stadium van het aanbrengen van een prefab gevelelement 10 op een bouwwerk 11, 12 volgens de werkwijze.
Een eerste constructievloer 11 en een tweede constructievloer 12 zijn evenwijdig aan elkaar en maken deel uit van een raamwerk van een bouwwerk 11, 12 welke verder niet getoond wordt. Aan de gevelzijde 13 van de tweede constructievloer 12 is een eerste deel 14 van een ratelmechanisme aangebracht. Aan het eerste uiteinde 15 van het gevelelement 10 is in de onderrand een holle groef 16 aangebracht. De groef 16 kan aangebracht worden op het aangrenzende constructieve element in de vorm van een ankerprofiel 17. Het ankerprofiel 17 is aangebracht op de eerste constructievloer 11. Alternatief kan een ankerprofiel rechtstreeks aan de onderrand van het gevelelement aangebracht worden. Het ankerprofiel kan dan optioneel tevens als koppeldeel dienstdoen, bijvoorbeeld door het vormen van een veer of groef in het ankerprofiel. Nabij het tweede uiteinde 18 van het gevelelement 10 is een tweede deel 19 van een ratelmechanisme aangebracht. Door het gevelelement 10 in de richting van de pijl 20 te kantelen, wordt een verbinding van het uitgelijnde ratelmechanisme 14, 19 verkregen zoals getoond in figuur 2b.
Figuur 2b toont in een schematisch zijaanzicht een gevelelement 10 aangebracht op het bouwwerk 11, 12. De verbinding tussen het gevelelement 10 en het bouwwerk 11, 12 is tot stand gekomen door het ratelmechanisme 14, 18. Het gevelelement is aan het eerste uiteinde 15 constructief verbonden met de eerste constructievloer 11 door middel van het ankerprofiel 17. Het tweede uiteinde 18 van het gevelelement 10 is constructief verbonden met de tweede verdiepingsvloer 12 door middel van het ratelmechanisme 14, 189.
Figuur 3 toont een schematisch vooraanzicht van een bouwwerk 20 in de vorm van een tunnelraamwerk voor toepassing volgens de werkwijze. Voor iedere laag is een eerste constructievloer 21 en een tweede constructievloer 22 aangeduid. Alternatief hadden de opeenvolgende constructievloeren 21, 22 ook doorgenummerd kunnen worden, maar voor iedere nieuwe laag gelden weer dezelfde principes.
De eerste delen 23 van de ratelmechanismen zijn langs de bovenrand van de gevormde tunnels 24 op de gevelzijde 25 van de tweede constructievloeren 22 aangebracht. Aanvullend kunnen eventueel ook op de opstaande wanden 26 verdere eerste delen 27 van een ratelmechanisme aangebracht worden. Bij een aantal tunnelsegmenten 24 zijn ook ankerprofielen 28 getoond.
In figuur 4 is een schematisch knooppunt 30 van een bouwwerk volgens de uitvinding getoond. Een eerste gevelelement 31 en een verder gevelelement 32 zijn aangebracht op een bouwwerk en constructief verbonden met een constructievloer 32 daarvan. De gevelelementen 31, 32 hebben elk een buitenblad 34 aan de gevelzijde en een binnenblad 35 aan de binnenzijde. Aan de binnenzijde 36 van het eerste gevelelement 31 is een tweede deel 37 van een ratelmechanisme aangebracht in de vorm van een huls 37 van een Stexon® snelverbinder. Deze 37 is constructief verbonden met een anker 38 dat aangebracht is aan de gevelzijde 39 van de constructievloer 33. Het ratelmechanisme 37, 39 is daarmee volledig blind gemonteerd. Een ankerprofiel 40 is aan de onderrand van het verdere gevelelement 32 bevestigd door middel van schroeven 41. Aan een vrij uiteinde van het ankerprofiel 40 is deze aan de constructievloer 33 bevestigd.
Het ankerprofiel 41 vormt een vormgesloten verbinding met een in de bovenrand 42 van het eerste gevelelement 31 aangebrachte groef 43 en een aan de onderrand 44 van het verdere gevelelement 32 gevormde veer 45. De veer 45 wordt gevormd door het ankerprofiel 40 dat aan de onderrand 44 bevestigd is.
De veer kan eventueel ook, eventueel mede, gevormd worden door een veer de onderrand. Het verdere gevelelement 32 kan met aangehecht ankerprofiel 40 gepositioneerd en op de plaats gekanteld worden. Op deze wijze wordt de verankering van de gevelelementen 31, 32 in een enkel knooppunt 30 gerealiseerd.
De gevelelementen 31, 32 kunnen ook zonder op de constructievloer af te steunen aangebracht worden.
Claims (13)
1. Een werkwijze voor het op een bouwwerk aanbrengen van een prefab gevelelement, welk bouwwerk een eerste constructievloer en een tweede constructievloer omvat, welke tweede constructievloer evenwijdig aan en boven de eerste constructievloer gelegen is en waarbij ten minste één opstaand element zoals bijvoorbeeld een wand of kolom zich uitstrekt tussen de constructievloeren, welke werkwijze gekenmerkt wordt doordat het de stappen omvat van: — het aan een gevelzijde van de tweede constructievloer en/of een gevelzijde van ten minste één opstaand element aanbrengen van ten minste één eerste deel van een ratelmechanisme; — het verschaffen van het prefab gevelelement, welk gevelelement aan de binnenzijde een binnenblad en aan de gevelzijde een buitenblad evenwijdig aan het binnenblad omvat, waarbij tussen het buitenblad en binnenblad aan een eerste uiteinde van het gevelelement een onderrand zich uitstrekt en een aan een tegenover het eerste uiteinde gelegen tweede uiteinde van het gevelelement een bovenrand zich uitstrekt, waarbij aan de binnenzijde ten minste één tweede deel van het ratelmechanisme is aangebracht, bij voorkeur nabij het tweede uiteinde van het gevelelement aangebracht is; — het uitlijnen van het ten minste één tweede deel van het ratelmechanisme van het gevelelement met het respectieve ten minste één eerste deel van het ratelmechanisme; — het vormen van een constructieve verbinding tussen het gevelelement en het bouwwerk door het verbinden van het ten minste één tweede deel van het ratelmechanisme met het respectieve ten minste één eerste deel van het ratelmechanisme.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij het gevelelement nabij het eerste uiteinde, bij voorkeur aan de onderrand, is voorzien van een koppeldeel zoals bijvoorbeeld een veer of groef, welk koppeldeel is geconfigureerd voor het constructief verbinden van het eerste uiteinde van het gevelelement met een aangrenzend constructief element zoals bijvoorbeeld een gevelelement, constructievloer of opstaand element zoals bijvoorbeeld een wand of kolom.
3. Werkwijze volgens conclusie 2, waarbij de stap van het uitlijnen van het ten minste één ratelmechanisme de stappen omvat van: — het met het koppeldeel op het aangrenzende constructieve element positioneren van het gevelelement; — het om het koppeldeel kantelen van het gevelelement voor het uitlijnen en achtereenvolgens constructief verbinden van het gevelelement met het bouwwerk.
4. Werkwijze volgens conclusie 2 of 3, waarbij het aangrenzende constructieve element een eerste ankerprofiel is, welk eerste ankerprofiel is aangebracht aan, bij voorkeur op de eerste constructievloer.
5. Werkwijze volgens conclusie 4, waarbij het bouwwerk tevens een derde constructievloer omvat, welke derde constructievloer evenwijdig aan en boven de tweede constructievloer gelegen is, waarbij na de stap van het vormen van een constructieve verbinding tussen het gevelelement en het bouwwerk een tweede ankerprofiel aangebracht wordt aan, bij voorkeur op de tweede constructievloer, welk tweede ankerprofiel constructief verbonden is met het tweede uiteinde van het gevelelement, bij voorkeur met de bovenrand van het gevelelement en waarna een verder gevelelement op overeenkomstige wijze aangebracht wordt als het gevelelement, waarbij het tweede ankerprofiel tevens als aangrenzend constructief element voor het verdere gevelelement fungeert,
welk verdere gevelelement conform de werkwijze constructief met het bouwwerk verbonden wordt.
6. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies waarbij de constructieve verbinding door middel van het ratelmechanisme een eerste verbindingsstadium vormt en waarbij de werkwijze tevens een verdere stap omvat waarbij in een tweede verbindingsstadium het gevelelement aan het bouwwerk verankerd wordt.
7. Werkwijze volgens conclusie 6, waarbij het tweede verbindingsstadium uitsluitend vanaf de binnenzijde van het gevelelement plaatsvindt.
8. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij een veelvoud van tweede delen van ratelmechanismen aangebracht zijn nabij het tweede uiteinde van het gevelelement en corresponderende eerste delen van ratelmechanismen aangebracht zijn aan een gevelzijde van de tweede constructievloer en/of een gevelzijde van ten minste éen opstaand element zoals bijvoorbeeld een wand of kolom.
9. Een bouwwerk voorzien van een prefab gevelelement, welk bouwwerk een eerste constructievloer en een tweede constructievloer omvat, welke tweede constructievloer evenwijdig aan en boven de eerste constructievloer gelegen is en waarbij ten minste één opstaand element zoals bijvoorbeeld een wand of kolom zich uitstrekt tussen de constructievloeren en welk gevelelement aan de binnenzijde een binnenblad en aan de gevelzijde een buitenblad evenwijdig aan het binnenblad omvat, waarbij tussen het buitenblad en binnenblad aan een eerste uiteinde van het gevelelement een onderrand zich uitstrekt en een aan een tegenover het eerste uiteinde gelegen tweede uiteinde van het gevelelement een bovenrand zich uitstrekt, waarbij het eerste uiteinde constructief verbonden is met een aangrenzend constructief element zoals bijvoorbeeld een gevelelement, constructievloer of opstaand element zoals bijvoorbeeld een wand of kolom, met het kenmerk dat aan een gevelzijde van de tweede constructievloer en/of een gevelzijde van ten minste één opstaande element ten minste één eerste deel van een ratelmechanisme aangebracht is, welk ten minste één eerste deel een constructieve verbinding vormt met een corresponderend ten minste één tweede deel van het ratelmechanisme, welk ten minste één tweede deel van het ratelmechanisme aangebracht is aan de binnenzijde van het gevelelement.
10. Het bouwwerk volgens conclusie 9, waarbij het gevelelement nabij het eerste uiteinde, bij voorkeur aan de onderrand is voorzien van een koppeldeel zoals bijvoorbeeld een veer of groef, waarbij het gevelelement door middel van het koppeldeel constructief verbonden is met een aangrenzend constructief element zoals bijvoorbeeld een gevelelement, constructievloer of opstaand element zoals bijvoorbeeld een wand of kolom.
11. Het bouwwerk volgens conclusie 10, waarbij het aangrenzend constructief element een eerste ankerprofiel is, welk eerste ankerprofiel is aangebracht aan, bij voorkeur op de eerste constructievloer.
12. Het bouwwerk volgens conclusie 11, waarbij het bouwwerk tevens een derde constructievloer omvat, welke derde constructievloer evenwijdig aan en boven de tweede constructievloer gelegen is, waarbij een tweede ankerprofiel aangebracht is aan, bij voorkeur op de tweede constructievloer, welk tweede ankerprofiel constructief verbonden is met het tweede uiteinde van het gevelelement, bij voorkeur met de bovenrand van het gevelelement en waarbij het bouwwerk tevens een verder gevelelement omvat, waarbij het koppeldeel van het verdere gevelelement constructief verbonden is met het tweede ankerprofiel.
13. Het gevelelement volgens één van de conclusies 9 — 12.
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2031554A NL2031554B1 (nl) | 2022-04-12 | 2022-04-12 | Een werkwijze voor het op een bouwwerk aanbrengen van een prefab gevelelement, een bouwwerk en een gevelelement |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2031554A NL2031554B1 (nl) | 2022-04-12 | 2022-04-12 | Een werkwijze voor het op een bouwwerk aanbrengen van een prefab gevelelement, een bouwwerk en een gevelelement |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL2031554B1 true NL2031554B1 (nl) | 2023-11-03 |
Family
ID=81927411
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL2031554A NL2031554B1 (nl) | 2022-04-12 | 2022-04-12 | Een werkwijze voor het op een bouwwerk aanbrengen van een prefab gevelelement, een bouwwerk en een gevelelement |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL2031554B1 (nl) |
Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3315426A (en) * | 1963-04-09 | 1967-04-25 | Robert C Rolland | Prefabricated wall structure |
FR2355134A1 (fr) * | 1976-06-17 | 1978-01-13 | Farnier & Penin | Dispositif pour la pose et la fixation de panneaux de facade dans les batiments |
EP0285465A1 (fr) * | 1987-03-31 | 1988-10-05 | Societe Anonyme De Recherche Et D'etudes Techniques S.A.R.E.T | Panneau de construction, notamment panneau de bardage, à isolation thermique intégrée |
EP2738401B1 (de) | 2012-11-29 | 2016-08-10 | Hubert Fritz | Schnellmontageelement |
-
2022
- 2022-04-12 NL NL2031554A patent/NL2031554B1/nl active
Patent Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3315426A (en) * | 1963-04-09 | 1967-04-25 | Robert C Rolland | Prefabricated wall structure |
FR2355134A1 (fr) * | 1976-06-17 | 1978-01-13 | Farnier & Penin | Dispositif pour la pose et la fixation de panneaux de facade dans les batiments |
EP0285465A1 (fr) * | 1987-03-31 | 1988-10-05 | Societe Anonyme De Recherche Et D'etudes Techniques S.A.R.E.T | Panneau de construction, notamment panneau de bardage, à isolation thermique intégrée |
EP2738401B1 (de) | 2012-11-29 | 2016-08-10 | Hubert Fritz | Schnellmontageelement |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
RU2184823C2 (ru) | Модульная каркасная система | |
CA2771040C (en) | Adjustable stair stringer and railing | |
RU2358078C2 (ru) | Покрывающее устройство для настила полов и способ изготовления покрывающего профиля и выравнивающей планки | |
EP2486195B1 (fr) | Ossature pour fixation de panneaux formant paroi murale ou cloison | |
JP2002519552A (ja) | モジュラ階段システム、階段を組み立てる方法および階段キット | |
NL2031554B1 (nl) | Een werkwijze voor het op een bouwwerk aanbrengen van een prefab gevelelement, een bouwwerk en een gevelelement | |
CA2882541C (en) | Modular hyperbolic trapezoid fabric structure | |
US6354403B1 (en) | Adjustable stair stringer and railing | |
LT6822B (lt) | Segmentinės tvoros konstrukcija ir surinkimo būdas | |
US8863444B2 (en) | Assembly system for modular building units | |
CZ16197A3 (en) | Controllable staircase | |
WO2007004013A2 (en) | Multi elements support for facework of ventilated walls | |
US4908999A (en) | Staging | |
KR102429974B1 (ko) | 망형벽체가 구비된 조립식 전시용 부스 | |
KR102295840B1 (ko) | 커튼월 프레임 | |
US20220372750A1 (en) | Modular wall system | |
FR2533959A1 (fr) | Dispositif de bardage rapporte | |
JP2022177426A (ja) | 仮設手摺及びその設置方法 | |
KR20210017575A (ko) | 가변형 보충 거푸집 | |
EA046748B1 (ru) | Лестница | |
CN118639744A (zh) | 一种便于搭建的钢结构网架及安装方法 | |
WO2024184822A1 (en) | Modular panel walls for exhibition stand construction | |
JP2022177780A5 (nl) | ||
FR2874638A1 (fr) | Piscine enterree | |
NL1000960C1 (nl) | Montage-stelsel ter bevestiging van een zonnescherm aan de gevel van een gebouw. |