NL2029970B1 - Silo en afdekking daarvoor - Google Patents

Abstract

De uitvinding heeft betrekking op een silo voor het opslaan van bijvoorbeeld mest, waarbij de silo aan een bovenzijde daarvan is afgedekt met een flexibel dak, waarbij het dak van een flexibel materiaal is vervaardigd, of anderszins vervormbaar is, waarbij op het dak ten minste een flexibele fotovoltaïsche inrichting is aangebracht, waarbij de ten minste ene flexibele fotovoltaïsche inrichting aan het flexibele dak is bevestigd door middel van eerste bevestigingsmiddelen, die permanent op het dak zijn gefixeerd, en tweede bevestigingsmiddelen aan de ten minste ene flexibele fotovoltaïsche inrichting zijn 10 gefixeerd, waarbij de eerste bevestigingsmiddelen en de tweede bevestigingsmiddelen van elkaar losneembaar zijn en opnieuw met elkaar verbindbaar zijn, om zo de ten minste ene flexibele fotovoltaïsche inrichting losmaakbaar op het dak te bevestigen. De uitvinding heeft ook betrekking op een afdekking voor een dergelijke silo. 15

Description

SILO EN AFDEKKING DAARVOOR

De uitvinding heeft betrekking op een silo voor het opslaan van bijvoorbeeld mest, waarbij de silo aan een bovenzijde daarvan is afgedekt met een flexibel dak, waarbij het dak van een flexibel materiaal is vervaardigd, dat eventueel gedragen wordt door een middenkolom, of anderszins vervormbaar is.

Een dergelijke silo is op zichzelf bekend, en wordt bij bijvoorbeeld agrarische bedrijven gebruikt voor het opslaan en/of vergisten van onder andere mest. Hoewel het mogelijk is om de silo open te laten, wordt doorgaans een afdekking voorzien, enerzijds om te voorkomen dat hemelwater in de silo gehouden mest verdund, en anderzijds om emissies uit de silo te voorkomen of beperken.

Silo’s nemen een relatief grote ruimte in, waardoor die ruimte niet gebruikt kan worden voor bijvoorbeeld begrazing, begroeiing of het opwekken van energie. Er bestaat daarom een verlangen om de door de silo’s gebruikte ruimte effectiever te gebruiken.

Volgens de uitvinding wordt aan dit verlangen tegemoet gekomen, wanneer bij een silo volgens de aanhef op het dak ten minste één flexibele fotovoltaïsche inrichting is aangebracht, waarbij de ten minste ene flexibele fotovoltaïsche inrichting aan het flexibele dak is bevestigd door middel van eerste bevestigingsmiddelen, die permanent op het dak zijn gefixeerd, en tweede bevestigingsmiddelen die al dan niet permanent aan de ten minste ene flexibele fotovoltaïsche inrichting zijn gefixeerd. waarbij de eerste bevestigingsmiddelen en de tweede bevestigingsmiddelen van elkaar losneembaar zijn en opnieuw met elkaar verbindbaar zijn, om zo de ten minste ene flexibele fotovoltaïsche inrichting losmaakbaar op het dak te bevestigen.

Opgemerkt wordt dat de losmaakbare verbinding het mogelijk maakt de fotovoltaïsche inrichtingen voor onderhoud van de silo of het dak te verwijderen. Omdat dergelijk onderhoud noodzakelijk is, is het doorgaans niet mogelijk permanent bevestigde fotovoltaïsche inrichtingen te gebruiken. Tevens kunnen de fotovoltaïsche mrichtingen door de losmaakbare verbinding verwisseld worden met andere exemplaren, bijvoorbeeld wanneer zij beschadigd zijn.

Opgemerkt wordt dat het flexibele dak een enkel-laagsdak kan zijn, dat bijvoorbeeld van een kunststof vel is vervaardigd. Een dergelijk dak kan in hoofdzaak van polyester zijn vervaardigd, en bijvoorbeeld gecoat zijn met een eventueel synthetische coating, bij voorkeur aan weerszijden van het materiaal. Desalniettemin kan de uitvinding ook worden toegepast op dubbele membraandaken voor bijvoorbeeld silo's.

De bevestigingsmiddelen kunnen gevormd worden door de twee onderdelen van een klittebandverbinding. Een dergelijke verbinding is zeer geschikt omdat door zijn flexibele karakter cen uiterst goede aansluiting met het dak en de fotovoltaïsche inrichting kan worden verkregen.

Daardoor kan een betrouwbare verbinding worden verkregen die mogelijkerwijs tot minder blootstelling aan weersinvloeden tot gevolg heeft door de betere aansluiting.

Opgemerkt wordt dat de bevestigingsmiddelen vervangen zouden kunnen worden door bijvoorbeeld lijm. Een dergelijke permanente bevestiging kan, bijvoorbeeld in combinatie met hieronder nader omschreven kenmerken worden toegepast. Opgemerkt wordt dat voor het verwijderen van de fotovoltaïsche inrichtingen voor bijvoorbeeld onderhoud dan alternatieve en/of additionele maatregelen genomen kunnen worden. Ook andere bevestigingstechnieken zijn niet uitgesloten.

De eerste bevestigingsmiddelen kunnen bijvoorbeeld aan het dak zijn gelast. Hierdoor ontstaat een permanente verbinding tussen de eerste bevestigingsmiddelen, zodat de fotovoltaïsche inrichtingen eenvoudig op de juiste plek aangebracht kunnen worden.

Een alternatieve mogelijkheid om de eerste bevestigingsmiddelen aan het dak te bevestigen is naaien. Eventueel kan lassen en naaien worden gecombineerd.

De tweede bevestigingsmiddelen kunnen aan de achterzijde van de ten minste ene fotovoltaïsche inrichting zijn aangebracht. Hierdoor kan de achterzijde. die het contactvlak vormt met het silodak, gebruikt worden om de fotovoltaïsche inrichtingen te bevestigen. Opgemerkt wordt dat deze vorm van bevestigen met name voordelig is bij het gebruik van flexibele fotovoltaïsche inrichtingen, omdat bekende methoden, zoals het inklemmen van de inrichtingen. niet altijd tot een voldoende veilige bevestiging leidt.

De tweede bevestigingsmiddelen kunnen doormiddel van een plakkende substantie, zoals een lijm of kit, zijn aangebracht. Bij voorkeur wordt gekozen voor een lijm of kit die voldoende flexibel blijft om te accommoderen voor de flexibiliteit van het dak en de fotovoltaïsche inrichtingen.

Zowel de eerste als de tweede bevestigingsmiddelen kunnen meerdere, van elkaar separate onderdelen omvatten. Op die manier kan op verschillende locaties een bevestigingspunt worden verwezenlijkt, zonder daar een groot oppervlak aan bevestigmgsmiddelen voor te gebruiken. De bevestiging kan zodoende worden verstevigd zonder een relatief sterke verhoging van de hoeveelheid benodigd materiaal en/of andere extra kosten.

Elk van de eerste bevestigingsmiddelen en de tweede bevestigingsmiddelen kunnen meerdere stroken omvatten. Door middel van de stroken kan op elegante wijze een relatief betrouwbare verbinding worden verkregen.

In een uitvoeringsvorm van de silo, is de ten minste ene fotovoltaïsche inrichting in hoofdzaak langwerpig en definieert deze twee tegenover elkaar gelegen emdzones, waarbij in elke eindzone tweede bevestigingsmiddelen zijn aangebracht.

Door de langwerpige inrichtingen aan beide eindzones te bevestigen, ontstaat een betrouwbare verbinding voor flexibele fotovoltaïsche mrichtingen, die tot op heden nog niet werd gebruikt. In het bijzonder kunnen de in elke eindzone aangebrachte tweede bevestigingsmiddelen op cen afstand van elkaar zijn aangebracht.

In een uitvoeringsvorm van de silo, is het dak in hoofdzaak cirkelvormig in bovenaanzicht.

Het dak kan bijvoorbeeld (frusto)conisch zijn.

De ten minste ene fotovoltaïsche inrichting kan zich 1n dat geval radiaal over het dak uitstrekken, bij voorkeur tussen het midden en de rand. In die richting heeft een (frusto)conisch dak een relatief kleine buiging. waardoor de flexibele mrichting eveneens minder hoeft te buigen.

Alternatief en/of additioneel kunnen meerdere fotovoltaïsche inrichtingen op verschillende hoekposities over het dak zijn verdeeld. Door meerdere inrichtingen over de hoekposities te verdelen, kan een groter hoekdeel van het dak worden bedekt zonder dat de flexibele inrichtingen de volledige buiging van het dak over het gehele hoekdeel te overspannen. Hierdoor is minder buiging van de flexibele fotovoltaïsche inrichting nodig.

Tevens kunnen de meerdere fotovoltaïsche inrichtingen op verschillende radiale posities over het dak zijn verdeeld. Op deze wijze kan een relatef groot deel van het dak worden bedekt met fotovoltaïsche inrichtingen van een vaste vorm, in het bijzonder van een rechthoekige vorm.

In het bijzonder kunnen meerdere fotovoltaïsche inrichtingen zodanig over het dak zijn verdeeld, dat het aantal fotovoltaïsche inrichtingen per oppervlakte-eenheid van het dak lokaal varieert.

Door de dichtheid lokaal te variëren, kan met een relatief klein oppervlak aan inrichtingen een relatief grote hoeveelheid zonlicht worden opgevangen, door rekening te houden met de invalsrichting van het licht. In het bijzonder kan een deel van het dak dat doorgaans gericht is naar een invalsrichting van zonlicht van een relatief hoge dichtheid inrichtingen zijn voorzien.

Vanzelfsprekend zou de oppervlakte van de inrichting(en) lokaal vergroot kunnen worden om hetzelfde effect te bereiken.

De ten minste ene fotovoltaïsche inrichting kan elektrisch met een omvormer zijn verbonden door middel van een verbreekbare, en opnieuw verbindbare, koppeling. Door middel van cen dergelijke koppeling is het verwijderen, herplaatsen en/of vervangen en/of uitwisselen van de inrichting relatief eenvoudig.

Het is ook mogelijk meerdere fotovoltaïsche inrichtingen met dezelfde omvormer te verbinden, bijvoorbeeld voornoemde omvormer, al dan niet met voornoemde koppeling.

Bij het vervangen van de flexibele inrichtingen, bijvoorbeeld wanneer daaraan schade is ontstaan, hoeft op die manier de omvormer niet vervangen te worden. Dat kan aanzienlijk schelen in vervangingskosten. maar ook in installatickosten.

De uitvinding heeft ook betrekking op een afdekking voor het vormen van een dak voor een silo, met de kenmerken omschreven met betrekking tot het dak van een silo zoals hierboven, in eenieder welke geschikte combinatie.

De uitvinding zal nader worden toegelicht met verwijzing naar de figuren, waarin:

Figuur 1 schematisch een silo met een dak in zijaanzicht toont:

Figuren 2A en 2B verschillende manieren tonen om het dak van figuur 1 met fotovoltaïsche inrichtingen te bedekken, in een bovenaanzicht;

Figuren 3A — 3C de achterzijdes van fotovoltaïsche inrichtmgen toont, met daarop tweede bevestigingsmiddelen; en

Figuur 4 een silodak toont, met daarop eerste bevestigingsmiddelen.

In de figuren zijn gelijke elementen in verschillende figuren met hetzelfde verwijzingscijfer, maar dan met 100 (honderd) verhoogd aangeduid.

Figuur 1 toont een silo 1 met een dak 2. De silo 1 is in cilindervormig, en wordt bijvoorbeeld gebruikt voor het opslaan van mest. Op de silo 1 is een flexibel dak 2 aangebracht, van een polyester materiaal dat aan weerszijden is gecoat, met in dit specifieke geval een synthetische coating. Het flexibele dak 2 is daardoor waterdicht en weersbestendig. Tevens wordt uitstoot door het dak 2 heen beperkt. Het dak 2 is conisch van vorm, en wordt opgehangen aan een dragende structuur in het midden van het dak 2, en aan de wanden van de silo J.

Figuren 2A en 2B tonen daken 102, 202 in bovenaanzicht. De dragende structuur is deels zichtbaar in de vorm van cen drager 103, 203 in het midden van het dak 102, 202. Op het dak 102, 202 zijn fotovoltaïsche inrichtingen 104, 105, 204, 205 aangebracht. Meerdere inrichtingen 104, 105, 204, 205 zijn in de omtreksrichting O verdeeld, en bevinden zich op een verschillende afstand in de radiale richting R. Zo ontstaat een binnenste ring fotovoltaïsche mrichtingen 105, 205, en een buitenste ring 104, 204. In het geval van figuur 2A is slechts een deel van het dak 102 bedekt, waardoor de lokale dichtheid van fotovoltaïsche mrichtingen aan de in de figuur rechterzijde hoger is dan aan de linkerzijde. In figuur 2B is nagenoeg het hele dak 202 bedekt met fotovoltaïsche inrichtingen 204, 205.

Elke fotovoltaïsche inrichting 104, 105, 204, 205 is in hoofdzaak rechthoekig van vorm, en is flexibel. De fotovoltaïsche inrichtingen 104, 105, 204, 205 zijn losmaakbaar verbonden met het dak 102, 202, door middel van geschikte bevestigingsmiddelen die hieronder nader worden toegelicht.

Figuren 3A — 3C tonen elk de achterzijde van een fotovoltaïsche inrichting 304, 404, 504, die kunnen worden toegepast op de daken 102, 202 van figuren 2A en 2B. Elke inrichting 304,

404, 504 is voorzien van tweede bevestigingsmiddelen 306, 406, 506. De tweede bevestigingsmiddelen van figuur 3A worden gevormd door twee stroken 306. die aan de langseinden van de fotovoltaïsche inrichting zijn aangebracht. In figuur 3B is gebruik gemaakt van meerdere separate stroken 406 nabij elk langseinde. Ten slotte geeft figuur 3C een aantal andere 5 posities en vormen voor de tweede bevestigingsmiddelen 507, die ook toegepast kunnen worden.

De tweede bevestigingsmiddelen 306, 406, 506 zijn in deze voorbeelden met een lijm op de achterzijde van de fotovoltaïsche inrichtingen 304, 404, 504 aangebracht.

Hoewel niet noodzakelijk, worden de tweede bevestigingsmiddelen in dit geval gevormd door één onderdeel van een klitteband verbinding. De eerste bevestigingsmiddelen vormen het corresponderende deel.

Vanzelfsprekend kunnen eerste bevestigingsmiddelen op het dak 2, 102, 202 worden aangebracht met overeenkomstige vormen en/of posities aan die van de tweede bevestigingsmiddelen 306, 406, 506.

In figuur 4 is getoond opnieuw een bovenaanzicht van een silodak 602 getoond, dit maal zonder fotovoltaïsche inrichtingen. Daardoor zijn eerste bevestigingsmiddelen 607 zichtbaar, die in dit geval als twee separate cirkelbanen rondom het dak 602 zijn aangebracht. De stroken 306 van bijvoorbeeld fotovoltaïsche inrichtingen 304 uit figuur 3A zouden hierop aangebracht kunnen worden. Vanzelfsprekend kunnen meerdere cirkelbanen worden voorzien. Onafhankelijk van de hoeveelheid of vorm van de eerste bevestigingsmiddelen 607, kunnen zijn net als in het getoonde voorbeeld vast gelast zijn aan het dak 602, waardoor zij dus permanent met het dak zijn verbonden.

Opgemerkt wordt dat, ondanks dat de uitvinding hierboven is omschreven aan de hand van specifieke voorbeelden en/of uitvoeringen, de uitvinding daartoe niet beperkt is. Integendeel, de uitvinding wordt ook bepaald door de aangehechte conclusies.

Claims (15)

Conclusies

1. Silo voor het opslaan van bijvoorbeeld mest. waarbij de silo aan een bovenzijde daarvan is afgedekt met een flexibel dak, waarbij het dak van een flexibel materiaal is vervaardigd. dat eventueel gedragen wordt door een middenkolom, of anderszins vervormbaar is, waarbij op het dak ten minste één flexibele fotovoltaïsche inrichting is aangebracht, waarbij de ten minste ene flexibele fotovoltaïsche inrichting aan het flexibele dak is bevestigd door middel van eerste bevestigmgsmiddelen, die permanent op het dak zijn gefixeerd, en tweede bevestigingsmiddelen die al dan niet permanent aan de ten minste ene flexibele fotovoltaïsche inrichting zijn gefixeerd, waarbij de eerste bevestigingsmiddelen en de tweede bevestigingsmiddelen van elkaar losneembaar zijn en opnieuw met elkaar verbindbaar zijn, om zo de ten minste ene flexibele fotovoltaïsche inrichting losmaakbaar op het dak te bevestigen.

2. Silo volgens de vorige conclusie, waarbij de eerste bevestigingsmiddelen aan het dak zijn gelast.

3. Silo volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de tweede bevestigingsmiddelen aan de achterzijde van de ten minste ene fotovoltaïsche inrichting zijn aangebracht.

4. Silo volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de eerste bevestigingsmiddelen en de tweede bevestigingsmiddelen elk respectieve van elkaar separate onderdelen omvatten.

5. Silo volgens de vorige conclusie, waarbij de eerste bevestigingsmiddelen en de tweede bevestigingsmiddelen elk meerdere stroken omvatten.

6. Silo volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de ten minste ene fotovoltaïsche inrichting in hoofdzaak langwerpig is en twee tegenover elkaar gelegen eindzones definieert, waarbij in elke eindzone tweede bevestigingsmiddelen zijn aangebracht.

7. Silo volgens de vorige conclusie, waarbij de in elke eindzone aangebrachte tweede bevestigingsmiddelen op een afstand van elkaar zijn aangebracht.

8. Silo volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de eerste en tweede bevestigingsmiddelen worden gevormd door respectieve onderdelen van een klittebandverbinding.

9. Silo volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het dak in hoofdzaak cirkelvormig in bovenaanzicht is, waarbij de ten minste ene fotovoltaïsche inrichting zich radiaal over het dak uitstrekt.

10. Silo volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het dak in hoofdzaak cirkelvormig in bovenaanzicht is, en waarbij meerdere fotovoltaïsche inrichtingen op verschillende hoekposities over het dak zijn verdeeld.

11. Silo volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het dak in hoofdzaak cirkelvorming in bovenaanzicht is, en waarbij meerdere fotovoltaïsche inrichtingen op verschillende radiale posities over het dak zijn verdeeld.

12. Silo volgens een der voorgaande conclusies, waarbij meerdere fotovoltaïsche inrichtingen zodanig over het dak zijn verdeeld, dat het aantal fotovoltaïsche inrichtingen per oppervlakte-eenheid van het dak lokaal varieert.

13. Silo volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de ten minste ene fotovoltaïsche inrichting elektrisch met een omvormer is verbonden door middel van een verbreekbare. en opnieuw verbindbare, koppeling.

14. Silo volgens de vorige conclusie, met meerdere fotovoltaïsche inrichtingen, die met dezelfde omvormer zijn verbonden.

15. Afdekking voor het vormen van een dak voor een silo, met de kenmerken omschreven met betrekking tot het dak van een silo volgens een der voorgaande conclusies.