NL2028733B1

NL2028733B1 - Bicycle carrier

Info

Publication number: NL2028733B1
Application number: NL2028733A
Authority: NL
Inventors: Heinrich Andres Koehorst Bart
Original assignee: Indes Holding Bv
Priority date: 2021-07-15
Filing date: 2021-07-15
Publication date: 2023-01-20
Also published as: WO2023287288A1; EP4370380A1

Abstract

Fietsdrager ingericht voor het dragen van ten minste een eerste fiets en een tweede ﬁets en ingericht om te worden bevestigd aan een achterzijde van een voertuig. De ﬁetsdrager heeft een fietsdragerbasissamenstel met eerste fietsdraagplaats en een tweede fietsdraagplaats. Nabij de voorzijde van het fietsdragerbasissamenstel is een kolom met het fietsdragerbasissamenstel verbonden. Een zwenkarm is met een eerste uiteinde zwenkbaar met de kolom verbonden en heeft een eerste zwenkstand heeft waarin de zwenkarm is weggezwenkt zodat de eerste ﬁetsdraagplaats en een zich daarboven bevindende denkbeeldige eerste frameopneemruimte vrij toegankelijk zijn voor het plaatsen van de eerste ﬁets, en waarbij de zwenkarm een tweede zwenkstand heeft waarin de zwenkarm over de eerste frameopneemruimte en daarmee over het frame van de eerste fiets heen reikt. [Fig. 7]Bicycle carrier adapted to carry at least a first bicycle and a second bicycle and adapted to be attached to a rear of a vehicle. The bicycle carrier has a bicycle carrier base assembly with a first bicycle carrier and a second bicycle carrier. Near the front of the bicycle carrier base assembly, a column is connected to the bicycle carrier base assembly. A pivot arm is pivotally connected to the column with a first end and has a first pivot position in which the pivot arm is pivoted away so that the first bicycle carrying location and an imaginary first frame receiving space located above it are freely accessible for placing the first bicycle, and wherein the pivot arm has a second swivel position in which the swivel arm extends over the first frame receiving space and thus over the frame of the first bicycle. [Fig. 7]

Description

P130505NL00 Titel: FietsdragerP130505NL00 Title: Bicycle carrier

VELD De uitvinding heeft betrekking op een fietsdrager volgens de aanhef van conclusie 1. Meer in het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een fietsdrager die is ingericht voor het dragen van ten minste een eerste fiets en een tweede fiets en daartoe is voorzien van ten minste een eerste fietsdraagplaats en een tweede fietsdraagplaats. Verticaal boven de eerste fietsdraagplaats strekt zich een denkbeeldige eerste, in hoofdzaak blokvormige frameopneemruimte uit waarin zich, in gebruik, een frame bevindt van een eerste fiets die op de eerste fietsdraagplaats is opgesteld. Verticaal boven de tweede fietsdraagplaats strekt zich een denkbeeldige tweede, in hoofdzaak blokvormige frameopneemruimte wt waarin zich, in gebruik, een frame bevindt van een tweede fiets die op de tweede fietsdraagplaats is opgesteld. Het fietsdragerbasissamenstel heeft een voorzijde die, in gebruik, 1s gericht naar het voertuig, en een achterzijde die, in gebruik, van het voertuig is afgekeerd. Dergelijke fietsdragers worden in het algemeen op de trekhaak van een voertuig, zoals een auto, bevestigd.VELD The invention relates to a bicycle carrier according to the preamble of claim 1. More in particular, the invention relates to a bicycle carrier which is adapted to carry at least a first bicycle and a second bicycle and for this purpose is provided with at least a first bicycle carrier and a second bicycle carrier. An imaginary first, substantially block-shaped frame accommodation space extends vertically above the first bicycle carrier, in which, in use, a frame of a first bicycle, which is arranged on the first bicycle carrier, is located. An imaginary second, substantially block-shaped frame receiving space wt extends vertically above the second bicycle carrier, in which, in use, a frame of a second bicycle is located, which is arranged on the second bicycle carrier. The bicycle carrier base assembly has a front which, in use, faces the vehicle, and a rear which, in use, faces away from the vehicle. Such bicycle carriers are generally mounted on the towing hook of a vehicle, such as a car.

ACHTERGROND Figuur 12 uit de onderhavige aanvraag toont figuur 1 uit EP 1 095 820 die betrekking heeft op een bekende fietsdrager. In de betreffende figuur is duidelijk zichtbaar dat met het fietsdragerbasissamenstel een vaste beugel 13 is verbonden die zich, gezien in de rijrichting, bevindt voor de fietsdraagplaatsen, hier uitgevoerd als twee parallelle goten. Aan deze beugel 13 zijn twee armen 14, 15 verzwenkbaar bevestigd die elk zijn voorzien van een framebuisklem. De eerste arm 14 is kort en is bestemd voor bevestiging van een eerste fiets die zich op de voorste fietsdraagplaats bevindt. De tweede arm 15 is langer en is bestemd voor bevestiging van een tweede fiets die zich op de achterste fietsdraagplaats bevindt. De tweede, langere arm 15 moet tijdens montage van de tweede fiets op de fietsdrager door het frame van de eerste fiets worden gevoerd.BACKGROUND Figure 12 of the present application shows Figure 1 of EP 1 095 820 which relates to a known bicycle carrier. In the figure in question it is clearly visible that a fixed bracket 13 is connected to the bicycle carrier base assembly, which bracket, seen in the direction of travel, is located in front of the bicycle carriers, here designed as two parallel gutters. Two arms 14, 15 are pivotally attached to this bracket 13, each of which is provided with a frame tube clamp. The first arm 14 is short and is intended for attachment of a first bicycle located on the front bicycle carrier. The second arm 15 is longer and is intended for attachment of a second bicycle located on the rear bicycle carrier. The second, longer arm 15 must be passed through the frame of the first bicycle when the second bicycle is mounted on the bicycle carrier.

Dit is in de praktijk lastig en kan tot beschadiging van de lak van de eerste fiets leiden.This is difficult in practice and can lead to damage to the paint of the first bicycle.

Bovendien kan de eerste fiets pas goed worden vastgezet met de eerste arm 14 nadat de tweede arm 15 door het frame van de eerste fiets is gevoerd.Moreover, the first bicycle can only be properly secured with the first arm 14 after the second arm 15 has passed through the frame of the first bicycle.

Zeker bij elektrische fietsen kunnen deze handelingen lastig zijn omdat deze vaak beschikken over relatief dikke framebuizen in vergelijking met conventionele fietsen, bijvoorbeeld omdat daarin een motor en/of accu kan zijn weggewerkt.Especially with electric bicycles, these actions can be difficult because they often have relatively thick frame tubes compared to conventional bicycles, for example because a motor and/or battery can be concealed in them.

Hierdoor belemmert een elektrische fiets op de eerste fietsdraagplaats het doorvoeren van de tweede arm 15 door het frame van de eerste fiets meer.As a result, an electric bicycle at the first bicycle carrying location impedes the passage of the second arm 15 through the frame of the first bicycle more.

Bovendien zijn elektrische fietsen relatief zwaar en daardoor lastiger te plaatsen en na het plaatsen lastiger te manipuleren in vergelijking met conventionele fietsen.Moreover, electric bicycles are relatively heavy and therefore more difficult to install and more difficult to manipulate after installation compared to conventional bicycles.

Het vereist een aanzienlijke vaardigheid en leercurve van de gebruiker om het plaatsen van twee fietsen op deze bekende drager vlot te kunnen uit voeren.It requires considerable skill and learning curve on the part of the user to smoothly place two bicycles on this known carrier.

Andere fietsdragers met soortgelijke vaste U-vormige beugels waaraan bevestigingsarmen waarvan de langste door het frame van de eerste fiets heen moeten reiken zijn bekend ut EP2664497A1 en EP2703224A1. Bij deze bekende fietsdragers is het fietsdragerbasissamenstel voorzien van twee opklapbare vleugels, zodat de fietsdrager tot een compact geheel kan worden samengeklapt.Other bicycle carriers with similar fixed U-shaped brackets on which mounting arms, the longest of which must extend through the frame of the first bicycle, are known from EP2664497A1 and EP2703224A1. In these known bicycle carriers, the bicycle carrier base assembly is provided with two folding wings, so that the bicycle carrier can be folded together into a compact whole.

Figuur 13 wit de onderhavige aanvraag toont figuur 1 uit EP 2 210 779 Al.Figure 13 in the present application shows Figure 1 from EP 2 210 779 A1.

Bij deze bekende fietsdrager bevinden zich twee standaarden 20 tussen de twee fietsdraagplaatsen.In this known bicycle carrier, two stands 20 are located between the two bicycle carriers.

Elke standaard 20 is aan een bovenste vrij uiteinde voorzien van een framebuisgrijper.Each stand 20 is provided with a frame tube gripper at an upper free end.

Om een fiets op de voorste fietsdraagplaats te kunnen opstellen, moeten de beide standaarden 20 eerst van het fietsdragerbasissamenstel worden gedemonteerd omdat, wanneer dit niet zou gebeuren, de eerste fiets over de beide standaarden 20 heen zou moeten worden getild, hetgeen in praktische zin ondoenlijk is.In order to set up a bicycle on the front bicycle carrier, both standards 20 must first be disassembled from the bicycle carrier base assembly, because if this were not done, the first bicycle would have to be lifted over both standards 20, which is impracticable in a practical sense .

Na plaatsing van de eerste fiets moeten, terwijl de eerste flets nog niet is gestabiliseerd, de beide standaarden 20 worden bevestigd aan het fietsdragerbasissamenstel. Vervolgens kan aan één van de standaarden 20 de eerste fiets worden bevestigd. Daarna kan een tweede fiets op de tweede fietsdragerplaats worden geplaatst en met een framebuisgrijper van de tweede staander 20 worden gefixeerd. Ook voor deze bekende fietsdrager is een behoorlijke handigheid van de gebruiker vereist, waarbij feitelijk twee personen nodig zijn voor veilige plaatsing en fixatie van de twee fietsen op de fietsdrager.After placement of the first bicycle, while the first bicycle has not yet stabilized, both standards 20 must be attached to the bicycle carrier base assembly. The first bicycle can then be attached to one of the stands 20. A second bicycle can then be placed on the second bicycle carrier location and fixed with a frame tube gripper of the second upright 20 . This known bicycle carrier also requires considerable dexterity from the user, whereby two persons are actually required for safe placement and fixation of the two bicycles on the bicycle carrier.

SAMENVATTING Er bestaat derhalve een behoefte aan een verbeterde fietsdrager die de beschreven nadelen, althans ten dele, opheft. Meer in het bijzonder wordt een fietsdrager beoogd waarbij de plaatsing en fixatie van zowel de eerste fiets als de tweede fiets eenvoudiger zijn dan bij de bekende fietsdragers en door één persoon kunnen worden uitgevoerd.SUMMARY There is therefore a need for an improved bicycle carrier which, at least in part, obviates the described drawbacks. More specifically, a bicycle carrier is envisaged in which the placement and fixation of both the first bicycle and the second bicycle are simpler than with the known bicycle carriers and can be carried out by one person.

De uitvinding verschaft daartoe een fietsdrager volgens conclusie 1. Meer in het bijzonder verschaft de uitvinding een fietsdrager van het in de aanhef van conclusie 1 en hierboven beschreven type, die wordt gekenmerkt door een kolom die nabij een voorzijde van het fietsdragerbasissamenstel met het fietsdragerbasissamenstel is verbonden en die in hoofdzaak verticaal is georiënteerd. De eerste en de tweede fietsdraagplaatsen bevinden zich beide aan een naar achteren gerichte zijde van de kolom. Verder wordt de fietsdrager gekenmerkt door een zwenkarm die met een eerste uiteinde rond een rotatiehartlijn zwenkbaar met de kolom is verbonden. De zwenkarm heeft een eerste zwenkstand, waarin de zwenkarm is weg gezwenkt van de eerste frameopneemruimte zodat de eerste fietsdraagplaats en de zich daarboven bevindende denkbeeldige eerste frameopneemruimte vrij toegankelijk zijn voor het plaatsen van de eerste fiets. De zwenkarm heeft een tweede zwenkstand, waarin de zwenkarm over de eerste frameopneemruimte heen reikt.To this end, the invention provides a bicycle carrier according to claim 1. More particularly, the invention provides a bicycle carrier of the type described in the preamble of claim 1 and above, which is characterized by a column that is connected to the bicycle carrier base assembly near a front side of the bicycle carrier base assembly. and which is oriented substantially vertically. The first and second bicycle carriers are both located on a rearward facing side of the column. The bicycle carrier is further characterized by a pivot arm which is pivotally connected to the column with a first end about a rotation axis. The pivot arm has a first pivot position, in which the pivot arm is pivoted away from the first frame receiving space, so that the first bicycle carrying location and the imaginary first frame receiving space located above it are freely accessible for placing the first bicycle. The swivel arm has a second swivel position, in which the swivel arm extends over the first frame receiving space.

Het fietsdragerbasissamenstel kan bijvoorbeeld worden vastgemaakt aan een trekhaak van het voertuig. Andere mogelijkheden van bevestiging zijn bijvoorbeeld de in Amerika gebruikelijke trailer hitch.For example, the bicycle carrier base assembly can be attached to a towing hitch of the vehicle. Other mounting options are, for example, the trailer hitch that is customary in America.

Omdat de kolom met het fietsdragerbasissamenstel is verbonden nabij de voorzijde daarvan, dat wil zeggen de zijde die in gebruik naar het voertuig is gericht, belemmert de kolom niet het plaatsen van een fiets op de eerste en tweede fietsdraagplaatsen. Doordat de zwenkarm een eerste zwenkstand heeft waarin de zwenkarm is weg gezwenkt van de eerste frameopneemruimte, vormt ook de zwenkarm geen belemmering bij het plaatsen van de eerste fiets op de eerste fietsdraagplaats. Tevens is het mogelijk een op de eerste fietsdraagplaats geplaatste fiets eenvoudig aan de kolom vast te maken. Dit dan bijvoorbeeld door middel van een grijper of een flexibele vertande strip die in een ratelvergrendeling aangrijpt. De fiets kan hiermee goed worden gefixeerd, hetgeen in gebruik belangrijk is.Because the post is connected to the bicycle carrier base assembly near the front thereof, i.e. the side facing the vehicle in use, the post does not interfere with placing a bicycle on the first and second bicycle carriers. Because the pivot arm has a first pivot position in which the pivot arm is pivoted away from the first frame receiving space, the pivot arm also forms no obstacle when the first bicycle is placed on the first bicycle carrier. It is also possible to simply attach a bicycle placed on the first bicycle carrier to the column. This can be done, for example, by means of a gripper or a flexible toothed strip that engages in a ratchet lock. This allows the bicycle to be properly fixed, which is important during use.

Na het plaatsen van de eerste fiets op de eerste fietsdraagplaats, kan de tweede fiets op de tweede fietsdraagplaats en in de tweede frameopneemruimte worden geplaatst. Alvorens hiertoe over te gaan, dient de gebruiker de zwenkarm van de eerste zwenkstand naar de tweede zwenkstand te verzwenken. Dat kan eenvoudig worden uitgevoerd omdat de zwenkarm over de eerste frameopneemruimte heen reikt. Bij het verzwenken van de zwenkarm naar de tweede zwenkstand zit de eerste fiets dus niet in de weg en behoeft deze ook niet te worden gemanipuleerd. Het van de eerste zwenkstand naar de tweede zwenkstand verzwenken van de zwenkarm kan plaatsvinden nadat de eerste fiets is gefixeerd aan de kolom en de gebruiker zijn handen dus vrij heeft. Omdat de tweede frameopneemruimte zich ten opzichte van de eerste frameopneemruimte meer richting de achterzijde van het fietsdragerbasissamenstel bevindt, zijn de tweede fietsdraagplaats en de denkbeeldige, tweede frameopneemruimte die zich verticaal boven de tweede fietsdraagplaats bevindt vrij toegankelijk voor het op de tweede fietsdraagplaats plaatsen van een tweede fiets.After placing the first bicycle on the first bicycle carrier, the second bicycle can be placed on the second bicycle carrier and in the second frame receiving space. Before doing so, the user must pivot the swivel arm from the first swivel position to the second swivel position. This can be done simply because the swivel arm extends over the first frame receiving space. When the pivoting arm is pivoted to the second pivoting position, the first bicycle is therefore not in the way and does not need to be manipulated. The pivoting of the pivoting arm from the first pivoting position to the second pivoting position can take place after the first bicycle has been fixed to the column and the user's hands are therefore free. Because the second frame-receiving space is located more towards the rear of the bicycle carrier base assembly relative to the first frame-receiving space, the second bicycle carrier and the imaginary, second frame-receiving space that is located vertically above the second bicycle carrier are freely accessible for placing a second bicycle carrier on the second bicycle carrier. bicycle.

Daarbij kan een deel van de zwenkarm dat over de eerste frameopneemruimte heen reikt grenzen aan de tweede frameopneemruimte. De tweede fiets op de tweede fietsdraagplaats kan dan eenvoudig aan dat deel van de zwenkarm worden vastgemaakt zonder dat de eerste fiets het 5 fixeren van de tweede fiets aan het betreffende deel van de zwenkarm op enigerlei wijze belemmert. Net als bij de eerste fiets kan ook de tweede fiets bijvoorbeeld door middel van een grijper of een flexibele vertande strip die in een ratelvergrendeling aangrijpt aan de zwenkarm worden vastgemaakt. Ook de tweede fiets is hiermee goed gefixeerd.A part of the swivel arm which extends over the first frame-receiving space can herein adjoin the second frame-receiving space. The second bicycle on the second bicycle carrying location can then simply be attached to that part of the swivel arm without the first bicycle impeding in any way the fixing of the second bicycle to the relevant part of the swivel arm. As with the first bicycle, the second bicycle can also be attached to the swivel arm, for example by means of a gripper or a flexible toothed strip that engages in a ratchet lock. The second bicycle is also well fixed in this way.

Hoewel de fietsdrager geschikt is voor elk type fiets, is deze in het bijzonder geschikt voor elektrische fietsen, waaronder ook elektrische mountainbikes. Immers, er behoeven bij de fietsdrager volgens de uitvinding geen armen door het frame te worden gestoken waarvoor bij elektrische fietsen als gevolg van de dikke framebuizen waarin accu's of een motor is opgenomen minder ruimte voor beschikbaar is.Although the bicycle carrier is suitable for any type of bicycle, it is particularly suitable for electric bicycles, including electric mountain bikes. After all, with the bicycle carrier according to the invention it is not necessary to extend arms through the frame, for which less space is available for electric bicycles due to the thick frame tubes in which batteries or a motor are accommodated.

Nadere uitwerkingen van de uitvinding zijn beschreven in de volgconclusies en zullen hierna aan de hand van een voorbeeld, onder verwijzing naar de figuren, nader worden verduidelijkt.Further elaborations of the invention are described in the subclaims and will be further elucidated below on the basis of an example, with reference to the figures.

KORTE FIGUURBESCHRIJVING Figuur 1 toont een perspectivisch aanzicht van een voorbeeld van de fietsdrager volgens de uitvinding, met ingeklapte vleugels; Figuur 2 toont het voorbeeld van figuur 1 met uitgeklapte vleugels; Figuur 3 toont een zijaanzicht van de voorbeelden van figuur 1 en 2; Figuur 4 toont een zijaanzicht van een voorbeeld van de fietsdrager volgens de uitvinding, met de zwenkarm in de eerste zwenkstand; Figuur 5 toont een achteraanzicht van het voorbeeld van figuur 4; Figuur 6 toont een perspectivisch aanzicht van de voorbeelden van figuur 4 en 5, met een fiets opgesteld op de eerste fietsdraagplaats;BRIEF DESCRIPTION OF THE FIGURE Figure 1 shows a perspective view of an example of the bicycle carrier according to the invention, with folded wings; Figure 2 shows the example of figure 1 with unfolded wings; Figure 3 shows a side view of the examples of Figures 1 and 2; Figure 4 shows a side view of an example of the bicycle carrier according to the invention, with the pivot arm in the first pivot position; Figure 5 shows a rear view of the example of Figure 4; Figure 6 shows a perspective view of the examples of Figures 4 and 5, with a bicycle arranged on the first bicycle carrier;

Figuur 7 toont het voorbeeld van figuur 6, met de zwenkarm in de tweede zwenkstand; Figuur 8 toont het voorbeeld van figuur 6 en 7 met tevens een fiets opgesteld op de tweede fietsdraagplaats; Figuur 9 toont een zijaanzicht van een voorbeeld van de fietsdrager volgens de uitvinding, waarbij de vleugels zijn opgeklapt en waarbij de zwenkarm zich in de derde zwenkstand bevindt en het telescopische tweede zwenkarmdeel zich in een ingeschoven stand bevindt; Figuur 10 toont het voorbeeld van figuur 9, met het telescopische tweede zwenkarmdeel in uitgeschoven stand en de steun geroteerd; Figuur 11 toont een perspectivisch aanzicht van het voorbeeld van figuur 9 en 10, waarbij een fiets aan de steun is opgehangen; Figuur 12 een eerste voorbeeld van een fietsdrager volgens de stand der techniek; en Figuur 13.een tweede voorbeeld van een fietsdrager volgens de stand der techniek.Figure 7 shows the example of figure 6, with the swivel arm in the second swivel position; Figure 8 shows the example of Figures 6 and 7 with a bicycle also arranged on the second bicycle carrier; Figure 9 shows a side view of an example of the bicycle carrier according to the invention, in which the wings are folded up and in which the pivoting arm is in the third pivoting position and the telescopic second pivoting arm part is in a retracted position; Figure 10 shows the example of figure 9, with the telescopic second swing arm part in extended position and the support rotated; Figure 11 shows a perspective view of the example of Figures 9 and 10, with a bicycle suspended from the support; Figure 12 shows a first example of a prior art bicycle carrier; and Figure 13 shows a second example of a bicycle carrier according to the prior art.

GEDETAILLEERDER FIGUURBESCHRIJVING In de volgende gedetailleerde figuurbeschrijving wordt met behulp van verwijzingscijfers verwezen naar het voorbeeld dat is weergegeven in de figuren. De uitvoeringsvormen die in de gedetailleerde beschrijving worden beschreven zijn echter niet beperkt tot het voorbeeld dat is getoond in de figuren maar kunnen ook op andere wijze zijn uitgevoerd dan getoond in het voorbeeld. De in de gedetailleerde beschrijving beschreven uitvoermgsvormen dienen derhalve ook zonder de verwijzingscijfers te worden gelezen en begrepen. De diverse, hierna te beschrijven uitvoeringsvormen kunnen in combinatie met elkaar of onafhankelijk van elkaar worden toegepast. In meest algemene zin verschaft de uitvinding een fietsdrager 10 die is ingericht voor het dragen van ten minste een eerste fiets 90 en een tweede fiets 90. De fietsdrager 10 omvat een fietsdragerbasissamenstel 12 dat is ingericht om te worden bevestigd aan een achterzijde van een voertuig. Het fietsdragerbasissamenstel 12 is voorzien van ten minste een eerste fietsdraagplaats 14 en een tweede fietsdraagplaats 18. Verticaal boven de eerste fietsdraagplaats 14 strekt zich een denkbeeldige eerste, in hoofdzaak blokvormige frameopneemruimte 16 (zie Fig. 4) uit waarin zich een frame bevindt van een eerste fiets 90 die op de eerste fietsdraagplaats 14 is opgesteld. Verticaal boven de tweede fietsdraagplaats 18 strekt zich een denkbeeldige tweede, in hoofdzaak blokvormige frameopneemruimte 20 uit waarin zich een frame bevindt van een tweede fiets 90’ die op de tweede fietsdraagplaats 18 is opgesteld. Het fietsdragerbasissamenstel 12 heeft een voorzijde 28 die, in gebruik, 1s gericht naar het voertuig. Het fietsdragerbasissamenstel 12 heeft een achterzijde 48 die, in gebruik, van het voertuig is afgekeerd.MORE DETAILED DESCRIPTION OF THE FIGURE In the following detailed description of the figures, reference is made to the example shown in the figures. However, the embodiments described in the detailed description are not limited to the example shown in the figures, but may also be designed differently than shown in the example. The embodiments described in the detailed description should therefore also be read and understood without the reference numerals. The various embodiments to be described below can be used in combination with each other or independently of each other. In a most general sense, the invention provides a bicycle carrier 10 adapted to carry at least a first bicycle 90 and a second bicycle 90. The bicycle carrier 10 includes a bicycle carrier base assembly 12 adapted to be attached to a rear of a vehicle. The bicycle carrier base assembly 12 is provided with at least a first bicycle carrier 14 and a second bicycle carrier 18. Extending vertically above the first bicycle carrier 14 is an imaginary first, substantially block-shaped frame receiving space 16 (see Fig. 4) in which a frame of a first bicycle 90 arranged on the first bicycle carrier 14 . An imaginary second, substantially block-shaped frame receiving space 20 extends vertically above the second bicycle carrier 18, in which a frame of a second bicycle 90' is located, which is arranged on the second bicycle carrier 18. The bicycle carrier base assembly 12 has a front 28 which, in use, faces the vehicle. The bicycle carrier base assembly 12 has a rear 48 which, in use, faces away from the vehicle.

De denkbeeldige blokvormige frameopneemruimtes 16, 18 zijn zodanig gedimensioneerd dat daardoor het gehele frame van een fiets 90, 90° wordt omvat. De bovenzijden van de denkbeeldige blokvormige frameopneemruimtes 16, 18 bevinden zich direct boven het hoogste deel van het frame van de betreffende fiets 90, 90’.The imaginary block-shaped frame receiving spaces 16, 18 are dimensioned in such a way that they encompass the entire frame of a bicycle at 90, 90°. The top sides of the imaginary block-shaped frame receiving spaces 16, 18 are located directly above the highest part of the frame of the relevant bicycle 90, 90'.

Zoals duidelijk zichtbaar is in de figuren zijn de eerste en de tweede fietsdraagplaatsen 14, 18, gezien in rijrichting van het voertuig waarop de fietsdrager 10 is gemonteerd, achter elkaar gepositioneerd.As is clearly visible in the figures, the first and the second bicycle carriers 14, 18 are positioned one behind the other, viewed in the direction of travel of the vehicle on which the bicycle carrier 10 is mounted.

De fietsdrager 10 is verder voorzien van een kolom 26 die nabij de voorzijde 28 van het fietsdragerbasissamenstel 12 is verbonden met het fietsdragerbasissamenstel 12 en die in hoofdzaak verticaal is georiënteerd. De eerste 14 en de tweede 18 fietsdraagplaatsen bevinden zich een naar achteren gerichte zijde van de kolom 26.The bicycle carrier 10 further includes a column 26 which is connected to the bicycle carrier base assembly 12 near the front 28 of the bicycle carrier base assembly 12 and which is oriented substantially vertically. The first 14 and second 18 bicycle racks are located on a rearward facing side of column 26.

De fietsdrager 10 omvat tevens een zwenkarm 30 die met een eerste uiteinde 56 rond een rotatiehartlijn 36 zwenkbaar met de kolom 26 is verbonden. De zwenkarm 30 heeft een eerste zwenkstand waarin de zwenkarm 30 is weg gezwenkt van de eerste frameopneemruimte 16 zodat de eerste fietsdraagplaats 18 en de zich daarboven bevindende denkbeeldige eerste frameopneemruimte 16 vrij toegankelijk zijn voor het plaatsen van de eerste fiets 90 op de eerste fietsdraagplaats 18. De zwenkarm 30 heeft een tweede zwenkstand, waarin de zwenkarm 30 over de eerste frameopneemruimte 16 heen reikt.The bicycle carrier 10 also comprises a pivot arm 30 which is pivotally connected to the column 26 with a first end 56 about an axis of rotation 36 . The pivot arm 30 has a first pivot position in which the pivot arm 30 is pivoted away from the first frame receiving space 16 so that the first bicycle carrier 18 and the imaginary first frame receiving space 16 located above it are freely accessible for placing the first bicycle 90 on the first bicycle carrier 18. The pivot arm 30 has a second pivot position, in which the pivot arm 30 extends over the first frame receiving space 16.

Een voorbeeld van de fietsdrager 10 wordt getoond in de figuren. Hierin komt de voorzijde 28 van het fietsdragerbasissamenstel 12 overeen met een voorzijde 22 van de fietsdrager 10 en komt de achterzijde 48 van het fietsdragerbasissamenstel 12 overeen met een achterzijde 24 van de fietsdrager 10.An example of the bicycle carrier 10 is shown in the figures. Here, the front side 28 of the bicycle carrier base assembly 12 corresponds to a front side 22 of the bicycle carrier 10 and the rear side 48 of the bicycle carrier base assembly 12 corresponds to a rear side 24 of the bicycle carrier 10.

De zwenkarm 30 kan zijn voorzien van een vergrendeling waarmee de zwenkarm 30 in een zwenkstand ten opzichte van de kolom 26 kan worden vastgezet. De vergrendeling kan bijvoorbeeld de zwenkarm 30 in de eerste zwenkstand en in de tweede zwenkstand vastzetten.The pivot arm 30 may be provided with a lock with which the pivot arm 30 can be fixed in a pivot position relative to the column 26. The lock can, for example, fix the pivot arm 30 in the first pivot position and in the second pivot position.

De overige effecten en voordelen van de fietsdrager 10 zijn reeds in de samenvatting beschreven en deze effecten en voordelen worden hier door aanhaling geacht te zijn ingevoegd.The other effects and advantages of the bicycle carrier 10 have already been described in the summary and these effects and advantages are herein incorporated by reference.

In een uitvoermgsvorm, zoals goed te zien is in de figuren 4-7, kan de zwenkarm 30 zijn voorzien van een eerste zwenkarmdeel 32 en een tweede zwenkarmdeel 34. In de tweede zwenkstand, waarvan een voorbeeld is getoond in figuur 7, strekt het eerste zwenkarmdeel 32 zich boven de eerste frameopneemruimte 16 uit en strekt het tweede zwenkarmdeel 34 zich in hoofdzaak verticaal tussen de eerste 16 en de tweede 20 frameopneemruimtes uit.In an embodiment, as can be clearly seen in figures 4-7, the swivel arm 30 can be provided with a first swivel arm part 32 and a second swivel arm part 34. In the second swivel position, an example of which is shown in figure 7, the first swivel arm extends swing arm part 32 extends above the first frame receiving space 16 and the second swing arm part 34 extends substantially vertically between the first 16 and the second 20 frame receiving spaces.

De kolom 26 en de zwenkarm 30 hebben hiermee een U-vorm die over de eerste frameopneemruimte 16 heen reikt, waarbij de kolom 26 en het tweede zwenkarmdeel 34 zich aan tegenovergestelde zijdes van de eerste frameopneemruimte 16 bevinden. Alhoewel in de figuren het eerste zwenkarmdeel 32 en het tweede zwenkarmdeel 34 duidelijk als twee van elkaar te onderscheiden delen zijn uitgevoerd, kunnen de delen ook continu in elkaar overlopen, via een gebogen overgang.The column 26 and the swivel arm 30 hereby have a U-shape which extends over the first frame receiving space 16, the column 26 and the second swivel arm part 34 being located on opposite sides of the first frame receiving space 16. Although in the figures the first pivoting arm part 32 and the second pivoting arm part 34 are clearly designed as two parts that can be distinguished from each other, the parts can also run continuously into each other, via a curved transition.

Aldus kan een echte U-vorm worden verkregen.Thus, a true U-shape can be obtained.

Van belang is met name dat het eerste zwenkarmdeel 32 van de zwenkarm 30 zich boven de eerste frameopneemruimte 16 uitstrekt en dat het tweede zwenkarmdeel 34 zich in hoofdzaak verticaal tussen de eerste en de tweede frameopneemruimtes 16, resp 20 uitstrekt.It is particularly important that the first pivot arm part 32 of the pivot arm 30 extends above the first frame accommodation space 16 and that the second pivot arm part 34 extends substantially vertically between the first and the second frame accommodation spaces 16 and 20, respectively.

Wanneer de zwenkarm 30 zich in de eerste zwenkstand (Fign. 4-6) bevindt, kan de eerste fiets 90 op de eerste fietsdraagplaats 14 eenvoudig aan de kolom 26 worden vastgemaakt om zo gefixeerd te zijn voor transport.When the pivot arm 30 is in the first pivot position (Figs. 4-6), the first bicycle 90 on the first bicycle carrier 14 can simply be attached to the column 26 so as to be fixed for transport.

Na het neerklappen van de zwenkarm 30 in de tweede zwenkstand (Fign. 7 en 8) kan de tweede fiets 90’ op de tweede fietsdraagplaats 18 worden geplaatst en eenvoudig aan het tweede zwenkarmdeel 34 worden vastgemaakt om zo gefixeerd te zijn voor transport.After the swivel arm 30 has been folded down into the second swivel position (Figs. 7 and 8), the second bicycle can be placed 90' on the second bicycle carrier 18 and simply be attached to the second swivel arm part 34 so as to be fixed for transport.

Bij het fixeren van de eerste en de tweede fiets 90 en 90’ aan respectievelijk de kolom 26 en het tweede zwenkarmdeel 34 behoeft de gebruiker geen ingewikkelde handelingen te verrichten om bijvoorbeeld armen van de fietsdrager door het frame van de eerste fiets 90 te voeren, hetgeen het gebruiksgemak en ook de veiligheid ten goede komt.When fixing the first and the second bicycle 90 and 90' to the column 26 and the second pivoting arm part 34, respectively, the user does not have to perform any complicated actions, for instance to pass the arms of the bicycle carrier through the frame of the first bicycle 90, which ease of use as well as safety.

In een wtvoermgsvorm, kan, in een gemonteerde toestand van de fietsdrager 10, de rotatiehartlijn 36 van de zwenkarm 30 zich in hoofdzaak horizontaal uitstrekken in een vlak dat loodrecht is gericht op de rijrichting van het voertuig.In one embodiment, in a mounted condition of the bicycle carrier 10, the axis of rotation 36 of the pivot arm 30 may extend substantially horizontally in a plane directed perpendicular to the direction of travel of the vehicle.

De verzwenking van de zwenkarm 30 vindt hierdoor plaats in een verticaal vlak dat zich in de rijrichting uitstrekt.As a result, the pivoting arm 30 takes place in a vertical plane extending in the direction of travel.

Echter, in alternatieve uitvoeringen kan de rotatiehartlijn 36 zich ook niet horizontaal uitstrekken, zodat de zwenkarm 30 in een schuin vlak kan worden weggezwenkt.However, in alternative embodiments, the axis of rotation 36 cannot extend horizontally either, so that the swivel arm 30 can be swung away in an oblique plane.

In een uitvoeringsvorm, zoals goed te zien is in de figuren 4 en 5, is de kolom 26 wtgevoerd als een telescopische kolom, waarbij een eerste deel 40 van de telescopische kolom 26 is verbonden met het fietsdragerbasissamenstel 12. Een tweede deel 42 van de telescopische kolom 26 is uitschuifbaar ten opzichte van het eerste deel 40 en het fietsdragerbasissamenstel 12. De zwenkarm 30 is verbonden met het tweede deel 42 van de telescopische kolom 26. Doordat het tweede deel 42 van de telescopische kolom 26 uitschuifbaar is ten opzichte van het eerste deel 40, is de kolom 26 in lengte instelbaar.In one embodiment, as can be seen clearly in Figures 4 and 5, the column 26 is constructed as a telescopic column, with a first portion 40 of the telescopic column 26 connected to the bicycle carrier base assembly 12. A second portion 42 of the telescopic column 26 is extendable relative to the first part 40 and the bicycle carrier base assembly 12. The pivot arm 30 is connected to the second part 42 of the telescopic column 26. Because the second part 42 of the telescopic column 26 is extendable relative to the first part 40, the column 26 is adjustable in length.

De hoogte van de eerste frameopneemruimte 16 wordt bepaald door de hoogte van het frame van de eerste fiets 90 ter plaatse van de telescopische kolom 26. Omdat de zwenkarm 30 is verbonden met het tweede deel 42 van de telescopische kolom 26 is deze in hoogte verstelbaar, zodat de zwenkarm 30 over de frameopneemruimtes 16 van verschillende hoogtes kan reiken.The height of the first frame receiving space 16 is determined by the height of the frame of the first bicycle 90 at the location of the telescopic column 26. Because the swivel arm 30 is connected to the second part 42 of the telescopic column 26, it is adjustable in height, so that the swing arm 30 can reach over the frame receiving spaces 16 of different heights.

Met andere woorden, de positie van de rotatiehartlijn 36 van de zwenkarm 30 kan worden afgestemd op framehoogte van de eerste fiets 90 die op de eerste fietsdraagplaats 18 wordt opgesteld.In other words, the position of the axis of rotation 36 of the swing arm 30 can be matched to the frame height of the first bicycle 90 that is set up on the first bicycle carrier 18 .

De telescopische kolom 26 kan zijn voorzien van een vergrendeling waarmee het tweede deel 42 kan worden vastgezet ten opzichte van het eerste deel 40 van de telescopische kolom 26. De hoogte kan bijvoorbeeld in een aantal discrete stappen worden ingesteld.The telescopic column 26 can be provided with a lock with which the second part 42 can be fixed relative to the first part 40 of the telescopic column 26. The height can for instance be adjusted in a number of discrete steps.

Ook een continu variabele hoogte- instelling behoort tot de mogelijkheden.A continuously variable height adjustment is also possible.

In een uitvoeringsvorm is de kolom 26 voorzien van een grijper 44 ingericht voor het aangrijpen van het frame van de eerste fiets 90. De grijper 44 kan verschuifbaar met de kolom 26 zijn verbonden.In one embodiment, the column 26 is provided with a gripper 44 adapted to engage the frame of the first bicycle 90. The gripper 44 can be slidably connected to the column 26.

In combinatie met de hiervoor beschreven uitvoeringsvorm, kan de grijper 44 verschuifbaar met het tweede deel 42 van de telescopische kolom 26 zijn verbonden.In combination with the embodiment described above, the gripper 44 may be slidably connected to the second part 42 of the telescopic column 26 .

Bij het aangrijpen van het frame van de eerste fiets 90 kan de grijper 44 om een framebuis van de eerste fiets 90 klemmen.When engaging the frame of the first bicycle 90, the gripper 44 can clamp around a frame tube of the first bicycle 90 .

Een voorbeeld hiervan is getoond in figuur 6. Het frame, en daarmee de eerste fiets 90 is aldus gefixeerd, en de eerste fiets 90 is voor vervoer gezekerd.An example of this is shown in figure 6. The frame, and with it the first bicycle 90, is thus fixed, and the first bicycle 90 is secured for transport.

In aanvulling op verschuifbaar, kan de grijper 44 ook roteerbaar met de kolom 26 zijn verbonden.In addition to being slidably connected, the gripper 44 may also be rotatably connected to the post 26 .

De grijper 44 kan zo in een positie worden gebracht waarop het frame van de eerste fiets 90 is aan te grijpen.The gripper 44 can thus be brought into a position on which the frame of the first bicycle 90 can be engaged.

Doordat de grijper 44 in hoogte verstelbaar is, kan een hoogte van de grijper 44 worden afgesteld op een hoogte van het frame, meer in het bijzonder op een hoogte van de framebuis. Doordat de grijper 44 roteerbaar is, kan de grijper 44 worden afgesteld op een hoek die wordt ingesloten door de framebuis en de kolomBecause the gripper 44 is adjustable in height, a height of the gripper 44 can be adjusted to a height of the frame, more particularly to a height of the frame tube. Because the gripper 44 is rotatable, the gripper 44 can be adjusted to an angle subtended by the frame tube and column

26. Op deze wijze is de grijper in staat het frame van elke fiets 90 die op de eerste fietsdraagplaats 14 wordt geplaatst aan te grijpen. In een wtvoermgsvorm, waarvan een voorbeeld is getoond in de figuren 7 en 8, kan ook de zwenkarm 30 zijn voorzien van een grijper 44’ ingericht voor het aangrijpen van een frame van de tweede fiets 90’ die op de tweede fietsdraagplaats 18 is geplaatst. Deze grijper 44’ kan van hetzelfde type zijn als de grijper 44 die is verbonden met de kolom 26. De daar beschreven effecten en voordelen zijn ook van toepassing op de grijper 44’ die is voorzien op de zwenkarm 30. In een uitvoeringsvorm, waarvan een voorbeeld is getoond in de figuren 9-11, is de zwenkarm 30 aan een tweede uiteinde 58, tegenover het eerste uiteinde 56, voorzien van een steun 46 die is ingericht voor het dragen van een fiets 90. De zwenkarm 30 heeft een derde zwenkstand waarbij de steun 46, in gebruik, naar achteren uitsteekt tot voorbij een achterzijde 48 van het fietsdragerbasissamenstel 12. De steun 46 kan zijn uitgevoerd als een haak zoals weergegeven in de figuren. Echter, ook een grijper, bijvoorbeeld van het type dat 1s verbonden met de kolom 26 en de zwenkarm 30, zou als steun 46 dienst kunnen doen. Door het toevoegen van de steun 46, kan de fietsdrager 10 worden gebruikt als een werkstandaard. Hiermee kan de fiets 90, 90° worden opgehangen en kunnen er werkzaamheden aan de fiets 90, 90° worden uitgevoerd. De steun 46 kan op een framebuis van de fiets 90 aangrijpen. Doordat de steun 46 naar achter uitsteekt tot voorbij de achterzijde 48 van het fietsdragerbasissamenstel 12, is er ruimte voor de fiets 90 om te hangen en de werkzaamheden aan de fiets 90 uit te voeren.26. In this way, the gripper is able to grip the frame of any bicycle 90 placed on the first bicycle carrier 14 . In one embodiment, an example of which is shown in Figures 7 and 8, the pivot arm 30 may also be provided with a gripper 44' adapted to engage a frame of the second bicycle 90' placed on the second bicycle carrier 18. This gripper 44' can be of the same type as the gripper 44 connected to the column 26. The effects and advantages described there also apply to the gripper 44' provided on the pivoting arm 30. In an embodiment of which a example is shown in Figs. 9-11, the pivot arm 30 is provided at a second end 58, opposite the first end 56, with a support 46 adapted to carry a bicycle 90. The pivot arm 30 has a third pivot position in which the bracket 46, in use, extends rearwardly beyond a rear 48 of the bicycle carrier base assembly 12. The bracket 46 may be formed as a hook as shown in the figures. However, a gripper, for example of the type which is connected to the column 26 and the pivoting arm 30, could also serve as support 46. By adding the bracket 46, the bicycle carrier 10 can be used as a work stand. This allows the bicycle to be hung 90, 90° and work can be carried out on the bicycle 90, 90°. The support 46 can engage a frame tube of the bicycle 90 . Because the bracket 46 extends rearwardly beyond the rear 48 of the bicycle carrier base assembly 12, there is room for the bicycle 90 to hang and work on the bicycle 90 to be performed.

Doordat de fietsdrager 10 als werkstandaard is te gebruiken, is het niet nodig gebruik te maken van een aparte werkstandaard om werkzaamheden aan de fiets 90 uit te voeren.Because the bicycle carrier 10 can be used as a work stand, it is not necessary to use a separate work stand to carry out work on the bicycle 90 .

Dit is met name handig wanneer een gebruiker onderweg een reparatie wil of moet uitvoeren.This is particularly useful when a user wants or needs to make a repair while on the move.

De fiets 90, 90’ kan dan onder gebruikmaking van de fietsdrager 10 worden gerepareerd.The bicycle 90, 90' can then be repaired using the bicycle carrier 10.

In een uitvoeringsvorm kan het tweede zwenkarmdeel 34 telescopisch zijn wtgevoerd en derhalve twee telescopische delen 52, 54 omvatten.In one embodiment, the second swivel arm part 34 can be telescopically guided and therefore comprise two telescopic parts 52, 54.

De steun 46 kan zijn verbonden met een vrij uiteinde van het telescopische tweede zwenkarmdeel 34 teneinde een horizontale afstand tussen de steun 46 en het fietsdragerbasissamenstel 12 te kunnen instellen.The bracket 46 may be connected to a free end of the telescoping second pivot arm portion 34 to allow for adjustment of a horizontal distance between the bracket 46 and the bicycle carrier base assembly 12 .

Door het tweede zwenkarmdeel 34 telescopisch uit te voeren, is een lengte van telescopische tweede zwenkarmdeel 34 instelbaar.By making the second swivel arm part 34 telescopic, a length of the telescopic second swivel arm part 34 can be adjusted.

De horizontale afstand tussen de steun 46 en het fietsdragerbasissamenstel 12 is daarmee ook instelbaar.The horizontal distance between the support 46 and the bicycle carrier base assembly 12 is thus also adjustable.

Door deze afstand in te kunnen stellen, is het mogelijk uitstekende delen van een fiets, zoals bijvoorbeeld een trapper op afstand van de achterzijde 48 van het fietsdragerbasissamenstel 12 te positioneren.By being able to adjust this distance, it is possible to position protruding parts of a bicycle, such as for instance a pedal, at a distance from the rear 48 of the bicycle carrier base assembly 12 .

Het telescopische tweede zwenkarmdeel 34 kan zijn voorzien van een vergrendeling waarmee de telescopische delen 52, 54 kunnen worden vastgezet en de lengte van het telescopische tweede zwenkarmdeel 34 kan worden ingesteld.The telescopic second swing arm part 34 can be provided with a lock with which the telescopic parts 52, 54 can be fixed and the length of the telescopic second swing arm part 34 can be adjusted.

De lengte kan bijvoorbeeld in een aantal discrete stappen worden ingesteld of over een bepaald instelbereik continu worden gevarieerd.For example, the length can be set in a number of discrete steps or be varied continuously over a certain setting range.

De steun 46 kan rond een steunrotatiehartlijn 62 roteerbaar met de zwenkarm 30 zijn verbonden.The support 46 may be connected to the swing arm 30 rotatably about a support rotation axis 62 .

Daarbij kan de steunrotatiehartlijn 62 zich bijvoorbeeld evenwijdig uitstrekken aan een langshartlijn 64 van het tweede zwenkarmdeel 34. Door de steun 46 roteerbaar met de zwenkarm 30 te verbinden, kan de steun 46 worden afgesteld op een hoek die wordt ingesloten een framebuis van de fiets 90, en de horizontaal.In addition, the support rotation axis 62 can extend, for example, parallel to a longitudinal axis 64 of the second swing arm part 34. By rotatably connecting the support 46 to the swing arm 30, the support 46 can be adjusted to an angle that is enclosed by a frame tube of the bicycle 90, and the horizontal.

Op deze wijze is de steun 46 in staat de fiets 90 in een positie te ondersteunen die geschikt is om er werkzaamheden aan te verrichten.In this way, the support 46 is able to support the bicycle 90 in a position suitable for performing work on it.

In een uitvoeringsvorm kan het fietsdragerbasissamenstel 12 zijn voorzien van een brug 66, een eerste uitklapbare vleugel 68, en een tweede uitklapbare vleugel 74. De eerste uitklapbare vleugel 68 kan daarbij zwenkbaar met de brug 66 zijn verbonden en kan zijn voorzien van een eerste 70 en een tweede 72 wielsteun 72. De tweede uitklapbare vleugel 74 kan ook zwenkbaar met de brug 66 zijn verbonden en kan zijn voorzien van een derde 76 een vierde 78 wielsteun 72. De eerste 70 en de derde 76 wielsteunen bepalen tezamen de eerste fietsdraagplaats 14 en de tweede 72 en de vierde 78 wielsteunen bepalen tezamen de tweede fietsdraagplaats 18. In gebruik kunnen de eerste 68 en tweede 74 uitklapbare vleugel zijn uitgeklapt (zie Fign. 2-6), waarbij zij in hoofdzaak in elkaars verlengde zijn gelegen.In one embodiment, the bicycle carrier base assembly 12 may include a bridge 66, a first fold-out wing 68, and a second fold-out wing 74. The first fold-out wing 68 may be pivotally connected to the bridge 66 and may include a first 70 and a second 72 wheel support 72. The second deployable wing 74 may also be pivotally connected to the bridge 66 and may include a third 76 and a fourth 78 wheel support 72. The first 70 and third 76 wheel supports together define the first bicycle carrier 14 and the the second 72 and the fourth 78 wheel supports together define the second bicycle carrier 18. In use, the first 68 and second 74 fold-out wing can be folded out (see Figs. 2-6), being substantially in line with each other.

Hierbij vormen de wielsteunen 70, 72, 76, 78 de fietsdraagplaatsen 14, 18. De wielsteunen 70, 72, 76, 78 kunnen zijn voorzien van een spanband voor het zekeren van wielen van de op de fietsdraagplaats 14, 18 geplaatste fiets 90. De spanbanden kunnen bijvoorbeeld zijn uitgevoerd als flexibele vertande strips die in een ratelmechanisme kunnen worden gefixeerd en in lengte worden versteld voor het aanspannen daarvan.The wheel supports 70, 72, 76, 78 herein form the bicycle carriers 14, 18. The wheel supports 70, 72, 76, 78 can be provided with a tensioning strap for securing wheels of the bicycle 90 placed on the bicycle carrier 14, 18. The Tensioning straps can, for example, be designed as flexible toothed strips that can be fixed in a ratchet mechanism and adjusted in length for tensioning thereof.

Wanneer de fietssteun 10 niet wordt gebruikt voor het vervoeren van fietsen 90, 90’, kunnen de uitklapbare vleugels 68, 74 worden ingeklapt (zie Fign. 1, 9, 10, 11). De eerste 68 en tweede 74 vleugel kunnen in een inklappositie naast elkaar zijn gelegen en zich in hoofdzaak evenwijdig uitstrekken.When the bicycle support 10 is not used for transporting bicycles 90, 90', the folding wings 68, 74 can be folded (see Figs. 1, 9, 10, 11). The first 68 and second 74 wings may be adjacent to each other in a collapsed position and extend substantially parallel.

De fietsdrager 10 heeft dan een compacte vorm, en zal bij opslag minder ruimte innemen dan in uitgeklapte toestand.The bicycle carrier 10 then has a compact shape and will take up less space when stored than when unfolded.

In combinatie met de hierboven beschreven steun 46, kunnen in de inklappositie een vrij uiteinde van de eerste vleugel 68 en een vrij uitende van de tweede vleugel 74 de zwenkarm 30 ondersteunen, indien de zwenkarm 30 zich in de derde zwenkpositie bevindt.In combination with the support 46 described above, in the collapsed position, a free end of the first wing 68 and a free end of the second wing 74 can support the pivot arm 30 when the pivot arm 30 is in the third pivot position.

Deze ondersteuning vangt een kracht die wordt uitgeoefend door het gewicht van een door de steun 46 gedragen fiets 90 althans ten dele.This support absorbs a force exerted by the weight of a bicycle 90 carried by the support 46, at least in part.

In een uitvoeringsvorm 1s het fietsdragerbasissamenstel 12 voorzien van een koppeling die 1s ingericht om te worden bevestigd aan een trekhaak van het voertuig.In one embodiment, the bicycle carrier base assembly 12 is provided with a coupling adapted to be attached to a tow hitch of the vehicle.

Het fietsdragerbasissamenstel kan daarbij worden vastgemaakt aan een trekhaakkogel van het voertuig.The bicycle carrier base assembly can herein be attached to a towing ball of the vehicle.

Andere mogelijkheden van bevestiging zijn bijvoorbeeld de in Amerika gebruikelijke trailer hitch.Other mounting options are, for example, the trailer hitch that is customary in America.

De uitvinding is niet beperkt tot de in de figuren getoonde voorbeelden.The invention is not limited to the examples shown in the figures.

De hierboven beschreven uitvoeringsvormen kunnen, zoals reeds aangegeven ook anders zijn uitgevoerd dan getoond in de voorbeelden van de figuren.As already indicated, the embodiments described above can also be designed differently from those shown in the examples of the figures.

De beschermingsomvang wordt bepaald door de hierna volgende conclusies waarin de verwijzingscijfers geen beperkende werking hebben.The scope of protection is determined by the following claims, in which the reference numerals have no limiting effect.

Legenda 10 — fietsdrager 12 — fietsdragerbasissamenstel 14 — eerste fietsdraagplaats 16 — eerste frameopneemruimte 18 — tweede fietsdraagplaats 20 — tweede frameopneemruimte 22 — voorzijde (van fietsdrager) 24 — achterzijde (van fietsdrager) 26 — kolom 28 — voorzijde (van fietsdragerbasissamenstel) 30 — zwenkarm 32 — eerste zwenkarmdeel 34 — tweede zwenkarmdeel 36 — rotatiehartlijn 40 — eerste deel (van telescopische kolom) 42 — tweede deel (van telescopische kolom) 44 — grijper aan kolom 44 — grijper aan zwenkarm 46 — steun 48 — achterzijde (van fietsdragerbasissamenstel) 52 — eerste deel (van telescopische tweede zwenkarmdeel) 54 — tweede deel (van telescopische tweede zwenkarmdeel) 56 — eerste uiteinde (van zwenkarm) 58 — tweede uiteinde (van zwenkarm) 60 — langshartlijn (van eerste fietsdraagplaats) 62 — steunrotatiehartlijn 64 — langshartlijn (van tweede zwenkarmdeel) 66 — brugLegend 10 — bicycle carrier 12 — bicycle carrier base assembly 14 — first bicycle carrier 16 — first frame receptacle 18 — second bicycle carrier 20 — second frame receptacle 22 — front (of bicycle carrier) 24 — rear (of bicycle carrier) 26 — column 28 — front (of bicycle carrier base assembly) 30 — swing arm 32 — first swing arm part 34 — second swing arm part 36 — axis of rotation 40 — first part (of telescopic column) 42 — second part (of telescopic column) 44 — gripper on column 44 — gripper on swing arm 46 — bracket 48 — rear (of bicycle carrier base assembly) 52 — first part (of telescopic second swing arm part) 54 — second part (of telescopic second swing arm part) 56 — first end (of swing arm) 58 — second end (of swing arm) 60 — longitudinal center line (of first bicycle carrier) 62 — support rotation center line 64 — longitudinal center line ( of second swing arm part) 66 — bridge

68 — eerste vleugel 70 — eerste wielsteun 72 — tweede wielsteun 74 — tweede vleugel68 — first wing 70 — first wheel support 72 — second wheel support 74 — second wing

76 — derde wielsteun 78 — vierde wielsteun 90 — eerste fiets 90’ — tweede fiets76 — third wheel support 78 — fourth wheel support 90 — first bicycle 90' — second bicycle

Claims

CONCLUSIONS

A bicycle carrier (10) adapted to carry at least a first bicycle (90) and a second bicycle (90), the bicycle carrier (10) comprising: - a bicycle carrier base assembly (12) adapted to be attached to a rear of a vehicle and provided with at least a first bicycle carrier (14) and a second bicycle carrier (18), wherein an imaginary first, substantially block-shaped frame receiving space (16) extends vertically above the first bicycle carrier (14), in which a frame is located of a first bicycle (90) arranged on the first bicycle carrier (14), and wherein extends vertically above the second bicycle carrier (18) an imaginary second, substantially block-shaped frame receiving space (20) in which a frame of a second bicycle is located (90°) mounted on the second bicycle carrier (18), the bicycle carrier base assembly (12) having a front (28) which, in use, faces the vehicle, with the bicycle brush base assembly (12) has a rear (48) which, in use, faces away from the vehicle; characterized by - a column (26) connected to the bicycle carrier base assembly (12) near the front (28) of the bicycle carrier base assembly (12) and oriented substantially vertically, and wherein the first (14) and the second (18) bicycle carriers are both on a rearward facing side of the column (26); and - a swivel arm (30) which is pivotally connected to the column (26) with a first end (56) about an axis of rotation (36), wherein the swivel arm (30) has a first swivel position into which the swivel arm (30) is swiveled away of the first frame receiving space (16) so that the first bicycle carrying location (18) and the imaginary first frame receiving space (16) located above it are freely accessible for placing the first bicycle (90), and wherein the pivoting arm (30) has a second pivoting position wherein the swing arm (30) extends over the first frame receiving space (16).

The bicycle carrier according to claim 1, wherein the pivot arm (30) is provided with a first pivot arm portion (32) and a second pivot arm portion (34), wherein in the second pivot position the first pivot arm portion (32) is located substantially above the first frame receiving space ( 16) and wherein the second swing arm portion (34) extends substantially vertically between the first (16) and the second (20) frame receiving spaces.

The bicycle carrier according to claim 1 or 2, wherein in mounted condition of the bicycle carrier (10) the axis of rotation (36) of the swivel arm (30) extends substantially horizontally in a plane directed perpendicular to the direction of travel of the vehicle.

The bicycle carrier according to any of the preceding claims, wherein the column (26) is configured as a telescopic column, wherein a first portion (40) of the telescopic column (26) is connected to the bicycle carrier base assembly (12), and wherein a second portion (42) of the telescopic column (26) is extendable relative to the first portion (40) and the bicycle carrier base assembly (12), and wherein the pivot arm (30) is connected to the second portion (42) of the telescopic column (26).

The bicycle carrier according to any of the preceding claims, wherein the post (26) is provided with a gripper (44) adapted to engage the frame of the first bicycle (90).

The bicycle carrier of claim 5, wherein the gripper (44) is slidably connected to the post (26).

The bicycle carrier according to claim 4 and 6, wherein the gripper (44) is slidably connected to the second part (42) of the telescopic column (26).

The bicycle carrier according to any of the preceding claims, wherein the pivot arm (30) is provided with a gripper (44°) adapted to engage a frame of a second bicycle (90°) mounted on the second bicycle carrier (18). placed.

The bicycle carrier according to any one of the preceding claims, wherein the pivoting arm (30) is provided at a second end (58) opposite the first end (56) with a support (46) arranged for carrying a bicycle (90). ), wherein the pivot arm (30) has a third pivot position wherein the bracket (46), in use, extends rearwardly beyond a rear (48) of the bicycle carrier base assembly (12).

The bicycle carrier according to the combination of claims 2 and 9, wherein the second swing arm part (34) is telescopic, the bracket (46) being connected to a free end of the second, telescopic swing arm part (34) to provide a horizontal distance between adjust the bracket (46) and the bicycle carrier base assembly (12).

The bicycle carrier according to claim 9 or 10, in any case dependent on claim 2, wherein the bracket (46) is rotatably connected to the second end (58) of the swing arm (30) about a bracket rotation axis (62).

The bicycle carrier according to any one of the preceding claims, wherein the bicycle carrier base assembly (12) comprises: - a bridge (66);

- a first fold-out wing (68) pivotally connected to the bridge (66) and provided with a first (70) and a second (72) wheel support (72); and - a second folding wing (74) pivotally connected to the bridge (66) and provided with a third (76) and a fourth (78) wheel support (72), the first (70) and the third (76) wheel brackets together define the first bicycle carrier (14) and wherein the second (72) and fourth (78) wheel brackets together define the second bicycle carrier (18).

The bicycle carrier according to claim 12, in combination with any of claims 9 - 11, wherein the first (68) and second (74) wings have a collapsed position in which the first (68) and second (74) fold-out wings are side by side located and extending substantially parallel, wherein in the collapsed position a free end of the first wing (68) and a free end of the second wing (74) support the pivot arm (30) when the pivot arm (30) is in the third swing position.

The bicycle carrier according to any of the preceding claims, wherein the bicycle carrier base assembly (12) includes a coupling adapted to be attached to a towing hook of the vehicle.