NL2028437B1 - Inrichting en werkwijze voor het op lengte scheiden van langwerpige magnetiseerbare objecten - Google Patents

Abstract

De uitvinding betreft een inrichting voor het op lengte scheiden van langwerpige magnetiseerbare objecten uit 5 een materiaalstroom, welke inrichting omvat: — een magnetisch veld, welk magnetisch veld in een veldzone homogeen is; — een transportinrichting met een transportvlak voor het in een transportrichting door de veldzone voeren van de 10 materiaalstroom, waarbij de veldrichting in de veldzone haaks op de transportrichting georienteerd is; — een scheidingsinrichting voor het in een scheidingsrichting uit de veldzone voeren van de op lengte gescheiden langwerpige magnetiseerbare objecten, welke 15 scheidingsinrichting ten minste een opneemelement omvat dat een traject doorloopt dat ten minste deels door de veldzone voert, waarbij in het traject in de veldzone de minimale afstand tussen het ten minste een opneemelement en het transportvlak een eerste afstand is welke kleiner dan of 20 gelijk is aan de grootste hoofdafmeting van een doorsnede van de veldzone evenwijdig aan het transportvlak. De uitvinding betreft tevens een werkwijze voor het op lengte scheiden van langwerpige magnetiseerbare objecten uit een materiaalstroom.

Description

Inrichting en werkwijze voor het op lengte scheiden van langwerpige magnetiseerbare objecten De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het op lengte scheiden van langwerpige magnetiseerbare objecten uit een materiaalstroom. De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het op lengte scheiden van langwerpige magnetiseerbare objecten uit een materiaalstroom.

Bij het recyclen van bijvoorbeeld autobanden, bestaat een van de resulterende monostromen uit staal dat afkomstig is uit het karkas van de autoband. Door het recyclingsproces waarin de autoband geshred en/of gegranuleerd wordt, is er dan van sprake van langwerpige snippers of draden met uiteenlopende lengtes en diameters. Door classificering worden de vezels waardevollere grondstoffen. De langere snippers zijn waardevolle grondstoffen voor andere fabricageprocessen, bijvoorbeeld als wapening. De kleine snippers worden omgesmolten voordat ze hergebruikt kunnen worden. Om de langere snippers van de korte snippers te scheiden, is het bekend om gebruik te maken van een zeefinrichting. Een nadeel van een bestaande zeefinrichting is dat, omdat de langwerpige snippers een verhoudingsgewijs kleine omvang hebben, een groot deel van de langwerpige snippers alsnog en ongewenst door de mazen van de zeef gaan.

Hierdoor kan de monostroom niet goed opgewerkt worden tot een hoogwaardige monostroom van snippers met een bepaalde lengte.

Het is nu een doel van de uitvinding om bovengenoemd nadeel te verminderen of zelfs te voorkomen. In het bijzonder is het een doel van de uitvinding om een inrichting te verschaffen waarmee langwerpige magnetiseerbare objecten uit een materiaalstroom gescheiden kunnen worden.

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt met een inrichting voor het op lengte scheiden van langwerpige magnetiseerbare objecten uit een materiaalstroom, welke inrichting omvat: — een magnetisch veld, welk magnetisch veld in een veldzone homogeen is; — een transportinrichting met een transportvlak voor het in een transportrichting door de veldzone voeren van de materiaalstroom, waarbij de veldrichting in de veldzone haaks op de transportrichting georiënteerd is; - een scheidingsinrichting voor het in een scheidingsrichting uit de veldzone voeren van de op lengte gescheiden langwerpige magnetiseerbare objecten, welke scheidingsinrichting ten minste één opneemelement omvat dat een traject doorloopt dat ten minste deels door de veldzone voert, waarbij in het traject in de veldzone de minimale afstand tussen het ten minste één opneemelement en het transportvlak een eerste afstand is welke kleiner dan of gelijk is aan de grootste hoofdafmeting van een doorsnede van de veldzone evenwijdig aan het transportvlak.

De inrichting volgens de uitvinding maakt gebruik van een magnetisch veld met een veldzone waarin het magnetisch veld homogeen is. In een homogeen magnetisch veld is de sterkte van het veld overal gelijk en heeft het overal dezelfde richting. Voor de uitvinding is het van belang dat het magnetisch veld in de veldzone in hoofdzaak homogeen is.

Er hoeft geen sprake te zijn van een perfect homogeen veld en enige afbuiging nabij de randen van de veldzone verhindert de werking van de inrichting niet. Een adequate dimensionering en bijbehorend volume van de veldzone kan voor een bepaalde scheidingslengte eenvoudig door de vakman bepaald worden.

Door de inrichting te voorzien van een transportinrichting, kan de materiaalstroom waarin de langwerpige magnetiseerbare objecten zich bevinden door de veldzone gevoerd worden. Het transportvlak kan bijvoorbeeld door een transportband gevormd worden. De transportinrichting kan eventueel voorzien zijn van apparatuur voor het verkrijgen van een homogene verdeling van de magnetiseerbare objecten op het transportvlak, zodat er zo weinig mogelijk gelaagdheid in de materiaalstroom aanwezig is. Als er sprake is van gelaagdheid, en de langwerpige magnetiseerbare objecten dus (deels) overlappen, bestaat de kans dat bij het oprichten van de langwerpige magnetiseerbare objecten uit de materiaalstroom ongewenst twee overlappende objecten in elkaars verlengde opgericht worden door het magnetische veld, waardoor de scheiding op basis van lengte minder nauwkeurig wordt.

Om overlappende objecten te voorkomen, kan de materiaalstroom ook in de veldzone op het transportvlak aangebracht worden, waarbij de materiaalstroom zich naar de veldrichting kunnen richten voordat ze op het transportvlak neerkomen.

De materiaalstroom kan tevens gedemagnetiseerd worden voordat het in de veldzone gevoerd wordt om te garanderen dat de materiaalstroom vrij is van gemagnetiseerde materialen die een ongewenste verstoring van het magneetveld in de veldzone kunnen veroorzaken.

Door een scheidingsinrichting te voorzien, kunnen de op lengte te scheiden langwerpige magnetiseerbare objecten uit de materiaalstroom weggevoerd worden. De scheidingsinrichting voert hiervoor de afgescheiden langwerpige magnetiseerbare objecten in een scheidingsrichting.

De inrichting volgens de uitvinding maakt effectief gebruik van het effect dat langwerpige magnetiseerbare objecten zich in een magneetveld in de lengterichting naar dat veld richten door het koppel dat door het magneetveld op de objecten werkt. Doordat de veldrichting in de veldzone haaks op het transportvlak georiënteerd is en in de velzone tevens homogeen is, zullen de langwerpige magnetiseerbare objecten in de materiaalstroom in de veldzone dan ook in hoofdzaak haaks ten opzichte van het transportvlak komen te staan. Dit geldt in het bijzonder voor langwerpige magnetiseerbare objecten waarvan de lengte kleiner dan of gelijk is aan de kleinste hoofdafmeting van een doorsnede van de veldzone evenwijdig aan het transportvlak. Wanneer het langwerpige magnetiseerbare object wezenlijk langer is dan de genoemde grootste hoofdafmeting, zal het object niet door het magneetveld opgericht worden.

Doordat de scheidingsinrichting ten minste één opneemelement door de veldzone voert waar de langwerpige magnetiseerbare objecten uitgelijnd zijn met de veldrichting, kunnen de langste objecten eenvoudig opgepakt worden door middel van het ten minste één opneemelement. Eenmaal opgepakt kan het object dan in de scheidingsrichting afgevoerd worden. Bij voorkeur wordt een veelvoud aan opneemelementen aangebracht, bijvoorbeeld op een doorgaande transportband. Het ten minste één opneemelement kan bijvoorbeeld de af te scheiden objecten mechanisch opnemen.

Doordat de minimale afstand tot het transportvlak, en daarmee ook tot de zich daarop bevindende materiaalstroom, kleiner is dan de grootste hoofdafmeting van een doorsnede van de veldzone evenwijdig aan het transportvlak, kunnen de door dat veld opgerichte objecten eenvoudig opgenomen worden voor afvoer richting de scheidingsrichting. Objecten die wezenlijk langer zijn dan de grootste hoofdafmeting van de veldzone worden niet effectief of zelfs geheel niet opgericht door het magnetische veld in de veldzone. De minimale ofwel eerste afstand wordt bij voorkeur evenwijdig aan de veldrichting gemeten. De veldzone strekt zich bij voorkeur ten minste uit van het transportvlak tot de eerste afstand van het transportoppervlak.

De grootste hoofdafmeting van een doorsnede van de veldzone evenwijdig aan het transportvlak wordt bij voorkeur haaks op de transportrichting geplaatst.

Wanneer een hoofdafmeting van een doorsnede van de veldzone in de 5 transportrichting en evenwijdig aan het transportvlak kleiner is dan de eerste afstand, is het oprichtende effect dat door de afbuigende veldlijnen aan de rand van de veldzone op de materiaalstroom inwerkt belangrijk, om te kunnen garanderen dat de langwerpige magnetiseerbare objecten volledig opgericht zijn wanneer deze in de veldzone ter plaatse van het traject komen waar het ten minste één opneemelement zich op de minimale afstand tot het transportvlak bevindt.

De veldsterkte en de transportsnelheid moeten voor toepassing van de inrichting volgens de uitvinding afgestemd worden in afhankelijkheid van het materiaal en de vorm van de af te scheiden langwerpige magnetiseerbare objecten.

Deze parameters kunnen zonder verdere inventieve arbeid eenvoudig door de vakman bepaald worden.

In een andere uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding, is de eerste afstand kleiner dan of gelijk aan de kleinste hoofdafmeting van een doorsnede van de veldzone evenwijdig aan het transportvlak.

Door de eerste afstand niet alleen kleiner dan de grootste hoofdafmeting van een doorsnede van de veldzone evenwijdig aan het transportvlak te kiezen, maar ook kleiner dan de kleinste hoofdafmeting van die doorsnede, zal een af te scheiden langwerpig magnetiseerbaar object door het koppel dat in de veldzone op het object werkt opgericht kunnen worden in onafhankelijkheid van een eventueel effect van de afbuigende veldlijnen die in de transportrichting gezien voor het ingaan van de veldzone op het object gewerkt hebben.

Ook een uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding, is een inrichting waarbij de scheidingsrichting divergeert van de transportrichting.

De scheiding tussen de materiaalstroom en de op lengte geselecteerde langwerpige magnetiseerbare objecten kan plaatsvinden op basis van een evenwijdig lopende transport- en scheidingsrichting, waarbij het transportvlak buiten de veldzone eindigt voordat de scheidingsinrichting eindigt. In gevallen waarin het transportvlak voor eventuele verdere bewerkingsstappen bij voorkeur doorloopt, is het wenselijk de scheidingsrichting ten opzichte van de transportrichting te laten divergeren.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding, is het ten minste één opneemelement magnetisch of magnetiseerbaar.

Door het ten minste één opneemelement magnetisch of magnetiseerbaar te maken, wordt een mechanisch zeer eenvoudig en robuuste scheidingsinrichting verkregen. Het opneemelement hoeft niet voorzien te worden van een mechanische grijper of soortgelijke mechanische constructie. Het ten minste één opneemelement veroorzaakt in de veldzone een verstoring van het magnetische veld, waardoor een opgericht langwerpig magnetiseerbaar object met een lengte in de ordegrootte van de eerste afstand, magnetisch aan het ten minste één opneemelement gekoppeld wordt om uit de veldzone gevoerd te kunnen worden. Wanneer een opneemelement in de buurt komt van een opgericht langwerpig magnetiseerbaar object, verschuift door de door het opneemelement veroorzaakte verstoring van het magnetische veld het kracht-evenwicht. Hierdoor gaat het opneemelement het object aantrekken. Dit effect kan ook optreden op enige afstand, waardoor het object van het transportvlak los kan komen om magnetisch te koppelen met het opneemelement.

: Voor de scheiding van magnetiseerbare objecten met een hoge magnetische permeabiliteit kan doeltreffend gebruikgemaakt worden van een magnetiseerbaar opneemelement. Voor objecten met een lage magnetische permeabiliteit wordt bij voorkeur een magnetisch opneemelement toegepast voor het verkrijgen van een magnetische koppeling waarmee het object afgescheiden kan worden van de materiaalstroom.

Er kan gebruikgemaakt worden van permanente magneten, maar ook van elektromagneten. Bij gebruik van magnetiseerbare opneemelementen kunnen deze eventueel, voordat deze in de veldzone ingebracht worden, gedemagnetiseerd worden, zodat een eventuele remanente magnetisering van het ten minste één opneemelement een voorspelbare verstoring van het magneetveld in de veldzone veroorzaakt.

Ook een uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding, is een inrichting waarbij het ten minste één opneemelement langwerpig is.

Een langwerpig opneemelement kan in de veldzone op de minimale afstand eenvoudig uitgelijnd worden met de veldrichting, zodat het opneemelement in het verlengde van de opgerichte langwerpige magnetiseerbare objecten komt te liggen.

In een uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding, liggen de veldrichting, transportrichting en sSscheidingsrichting in één vlak.

Door de veld-, transport- en scheidingsrichting in één vlak uit te lijnen, zullen de op lengte opgenomen langwerpige magnetiseerbare objecten weinig tot geen zijwaartse beweging ten opzichte van de transportrichting ondergaan. Hierdoor wordt de kans verkleind dat een opgenomen object in het doorlopen traject interfereert of collideert met een ander op het transportvlak opgericht langwerpig magnetiseerbaar object.

Ook volgens de uitvinding, is een uitvoeringvorm van een inrichting waarbij het magnetisch veld in de veldzone opgewekt wordt door een onder het transportvlak aangebrachte magneet, bij voorkeur uitsluitend door een onder het transportvlak aangebrachte magneet.

Een voor de werking volgens de uitvinding geschikt homogeen magnetisch veld kan goed opgewekt worden door een pool van magneet onder het transportvlak aan te brengen. Een dergelijke magneet kan een permanente magneet zijn, maar ook een elektromagneet is uitermate geschikt. Voor een sterker en homogener veld kan eventueel ook een magneet boven het transportvlak aangebracht worden. Eventueel kan ook van een juk gebruikgemaakt worden, bijvoorbeeld in een C-opstelling.

omdat op enige afstand van de randen van het oppervlak van een magneetpool het veld ook bij benadering homogeen is, wordt bij voorkeur slechts een pool onder het transportvlak aangebracht. Een tegengestelde pool hoeft voor het verkrijgen van een voor de werking volgens de uitvinding geschikt homogeen magneetveld dan ook niet boven het transportvlak aangebracht te worden. Hierdoor kan de constructie zeer eenvoudig gehouden worden.

In weer een andere uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding, correspondeert in de veldzone de snelheid van het transportvlak met de snelheidscomponent in de transportrichting van het ten minste één opneemelement.

Door de component in de transportrichting van de snelheid van het ten minste één opneemelement te laten corresponderen met de snelheid van het transportvlak, vindt er voor de opgenomen objecten geen gezien vanuit het transportvlak geen relatieve verplaatsing van het object op. Hierdoor wordt de kans dat het opgenomen object interfereert of collideert met een ander op het transportvlak opgericht langwerpig magnetiseerbaar object geminimaliseerd.

Ook volgens de uitvinding, is een uitvoeringsvorm van een inrichting waarbij de scheidingsinrichting tevens een uitwerpmagneetveld omvat voor het van het ten minste éen opneemelement lossen van de op lengte gescheiden langwerpige magnetiseerbare objecten, waarbij de veldrichting van het uitwerpmagneetveld afwijkend georiënteerd is ten opzichte van de veldrichting van het magneetveld in de veldzone, bij voorkeur tegengesteld is aan de veldrichting van het magneetveld in de veldzone.

De op lengte gescheiden langwerpige magnetiseerbare objecten kunnen op verschillende manieren van het ten minste één opneemelement gelost worden, zoals bijvoorbeeld mechanisch of pneumatisch. Bij voorkeur wordt een afwijkend georiënteerd en eventueel alternerend magneetveld aangebracht in de scheidingsinrichting, waardoor de op lengte gescheiden langwerpige magnetiseerbare objecten eenvoudig van het ten minste één opneemelement gelost worden door de inwerking van de tegengestelde pool van het uitwerpmagneetveld.

Wanneer het ten minste één opneemelement magnetisch is en het betreffende magneetveld elektromagnetisch opgewekt wordt, kan het magneetveld van het ten minste één opneemelement ook omgedraaid worden voor het opwekken van het uitwerpmagneetveld. Alternatief kan het magneetveld ook alternerend en afzwakkend aangebracht worden, zodat het opgenomen object gedemagnetiseerd wordt en daardoor loskomt van het opneemelement.

De uitvinding betreft tevens een werkwijze voor het op lengte scheiden van langwerpige magnetiseerbare objecten uit een materiaalstroom, omvattende de stappen van het: — aanbrengen van een magnetisch veld, welk magnetisch veld in een veldzone homogeen is;

— het in een transportrichting door de veldzone voeren van de materiaalstroom, waarbij de veldrichting in de veldzone haaks op de transportrichting georiënteerd is; — het in de veldzone op een eerste afstand tot de materiaalstroom aanbrengen van ten minste één opneemelement, welke eerste afstand kleiner is dan de kleinste hoofdafmeting van een doorsnede van de veldzone evenwijdig aan de transportrichting en de materiaalstroom; -— het in een scheidingsrichting uit de veldzone voeren van de op lengte gescheiden langwerpige magnetiseerbare objecten.

Een kenmerkend voordeel van de werkwijze volgens de uitvinding, is dat de werkwijze effectief gebruikmaakt van het effect dat langwerpige magnetiseerbare objecten zich in een homogeen magneetveld in de lengterichting richten naar dat veld, zoals reeds beschreven is bij een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding, wordt de werkwijze uitgevoerd met een inrichting volgens de uitvinding.

Bij voorkeur is daarbij het ten minste één opneemelement magnetisch of magnetiseerbaar waarbij de op lengte gescheiden langwerpige magnetiseerbare objecten magnetisch opgenomen worden, zodat geen complex mechanisch opneemelement voorzien hoeft te worden. De op lengte gescheiden langwerpige magnetiseerbare objecten worden dan volgens de werkwijze niet met bijvoorbeeld een mechanische grijpactie opgenomen, maar op basis van een magnetische koppeling tussen het opneemelement en het object.

Ook volgens de uitvinding, is een uitvoeringsvorm van een werkwijze die tevens de stap omvat van het door middel van een uitwerpmagneetveld van het ten minste éen opneemelement lossen van de op lengte gescheiden langwerpige magnetiseerbare objecten, waarbij de veldrichting van het uitwerpmagneetveld afwijkend georiënteerd is ten opzichte van de veldrichting van het magneetveld in de veldzone.

Door een uitwerpmagneetveld te gebruiken voor het van het ten minste één opneemelement lossen van het opgenomen object, wordt een zeer eenvoudig en robuuste scheidingsinrichting verkregen, omdat er geen mechanische of pneumatische losinrichting voorzien hoeft te worden.

Deze en andere kenmerken van de uitvinding worden nader toegelicht aan de hand van de bijgaande tekeningen.

Figuur 1 toont een schematische weergave van een inrichting volgens de uitvinding.

Figuur 2 toont een detail van de weergave van figuur 1.

Figuur 3 toont een schematische weergave van een homogene veldzone nabij de pool van een magneet.

In figuur 1 wordt een schematische weergave van een inrichting 1 volgens de uitvinding getoond. Op het transportvlak 2 van de transportinrichting is een materiaalstroom 3 aangebracht van langwerpige magnetiseerbare objecten 4. De objecten 4 worden in de transportrichting 5 in de veldzone 6 gevoerd, waar een homogeen magnetisch veld aangebracht is. Het magnetische veld wordt opgewekt door een onder het transportvlak 2 aangebrachte magneetpool 7 van een magneet 8. In de veldzone 6 is de veldrichting van het homogene magnetische veld haaks op het transportvlak 2 georiënteerd. De scheidingsinrichting 9 voert op lengte gescheiden langwerpige magnetische objecten 10 uit de veldzone 6. De op lengte gescheiden objecten 10 worden door middel van langwerpige opneemelementen 11 in de veldzone van het transportvlak 2 opgenomen en in de scheidingsrichting 12 afgevoerd. Een uitwerpmagneet 13 wekt een tegengesteld veld op voor het lossen van de objecten 10 van de opneemelementen 11 in de opvangbak 14. De resterende kortere objecten 4 worden van het transportvlak 2 gelost aan het einde van de transportinrichting en verzameld in een tweede opvangbak 15. De kleinste hoofdafmeting 16 van een doorsnede van de veldzone 6 evenwijdig aan het transportvlak 2, is groter dan de lengte van de af te scheiden objecten 10.

In figuur 2 wordt een detail getoond van de weergave van figuur 1. De kleinste hoofdafmeting 16 van een doorsnede van de veldzone 6 evenwijdig aan het transportvlak 2, is groter dan de lengte van de af te scheiden objecten 10. In het traject van de opneemelementen 11, dat deels door de veldzone 6 voert, is de eerste afstand 17 de minimale afstand tussen de opneemelementen 11 en het transportvlak 2. Deze eerste afstand 17 is kleiner dan de kleinste hoofdafmeting 16 van een doorsnede van de veldzone 6 evenwijdig aan het transportvlak 2.

In figuur 3 wordt een schematische weergave van een homogene veldzone 20 nabij de pool 21 van een magneet 22 getoond. Hoewel de veldlijnen 23 nabij de randen van de magneet 22 een sterke buiging vertonen, zijn de veldlijnen 24 die verder van de randen verwijderd zijn en de veldzone 20 doorkruisen bij benadering evenwijdig, waardoor er sprake is van een homogeen veld in de veldzone 20, zoals benodigd voor toepassing van de uitvinding.

Claims (13)

Conclusies

1. Een inrichting voor het op lengte scheiden van langwerpige magnetiseerbare objecten uit een materiaalstroom, welke inrichting omvat: —- een magnetisch veld, welk magnetisch veld in een veldzone homogeen is; — een transportinrichting met een transportvlak voor het in een transportrichting door de veldzone voeren van de materiaalstroom, waarbij de veldrichting in de veldzone haaks op de transportrichting georiënteerd is; - een scheidingsinrichting voor het in een scheidingsrichting uit de veldzone voeren van de op lengte gescheiden langwerpige magnetiseerbare objecten, welke scheidingsinrichting ten minste één opneemelement omvat dat een traject doorloopt dat ten minste deels door de veldzone voert, waarbij in het traject in de veldzone de minimale afstand tussen het ten minste één opneemelement en het transportvlak een eerste afstand is welke kleiner dan of gelijk is aan de grootste hoofdafmeting van een doorsnede van de veldzone evenwijdig aan het transportvlak.

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de eerste afstand kleiner dan of gelijk is aan de kleinste hoofdafmeting van een doorsnede van de veldzone evenwijdig aan het transportvlak.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij de scheidingsrichting divergeert van de transportrichting.

4. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het ten minste één opneemelement magnetisch of magnetiseerbaar is.

5. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het ten minste één opneemelement langwerpig is.

6. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de veldrichting, transportrichting en scheidingsrichting in één vlak liggen.

7. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het magnetisch veld in de veldzone opgewekt wordt door een onder het transportvlak aangebrachte magneet, bij voorkeur uitsluitend door een onder het transportvlak aangebrachte magneet.

8. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij in de veldzone de snelheid van het transportvlak met de snelheidscomponent in de transportrichting van het ten minste één opneemelement correspondeert.

9. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de scheidingsinrichting tevens een uitwerpmagneetveld omvat voor het van het ten minste één opneemelement lossen van de op lengte gescheiden langwerpige magnetiseerbare objecten, waarbij de veldrichting van het uitwerpmagneetveld afwijkend georiënteerd is ten opzichte van de veldrichting van het magneetveld in de veldzone, bij voorkeur tegengesteld is aan de veldrichting van het magneetveld in de veldzone.

10. Een werkwijze voor het op lengte scheiden van langwerpige magnetiseerbare objecten uit een materiaalstroom, omvattende de stappen van het: — aanbrengen van een magnetisch veld, welk magnetisch veld in een veldzone homogeen is; — het in een transportrichting door de veldzone voeren van de materiaalstroom, waarbij de veldrichting in de veldzone haaks op de transportrichting georiënteerd is; — het in de veldzone op een eerste afstand tot de materiaalstroom aanbrengen van ten minste één opneemelement, welke eerste afstand kleiner is dan de kleinste hoofdafmeting van een doorsnede van de veldzone evenwijdig aan de transportrichting en de materiaalstroom; — het in een scheidingsrichting uit de veldzone voeren van de op lengte gescheiden langwerpige magnetiseerbare objecten.

11. Werkwijze volgens conclusie 10 met een inrichting volgens één van de conclusies 1-9

12. Werkwijze volgens conclusie 10 of 11, waarbij het ten minste één opneemelement magnetisch of magnetiseerbaar is, waarbij de op lengte gescheiden langwerpige magnetiseerbare objecten magnetisch opgenomen worden.

13. Werkwijze volgens één van de conclusies 10-12, welke tevens de stap omvat van het door middel van een uitwerpmagneetveld van het ten minste één opneemelement lossen van de op lengte gescheiden langwerpige magnetiseerbare objecten, waarbij de veldrichting van het uitwerpmagneetveld afwijkend georiënteerd is ten opzichte van de veldrichting van het magneetveld in de veldzone.