NL2028165B1 - Gelaatbeschermer - Google Patents

Abstract

Een gelaatbeschermer 1 heeft een gebogen gelaatsscherm dat uit een bovenscherm 3 en een onderscherm 5 bestaat. Het gelaatsscherm is via klittenband 7 verbonden met de klep van een pet 9 die door een gebruiker 10 gedragen wordt. Het onderscherm 5 is handmatig naar boven verschuifbaar en schuift daarbij achter het bovenscherm 3. Om te kunnen eten of drinken hoeft enkel het onderscherm naar boven geschoven te worden waarbij de mond vrij toegankelijk is. Na het nuttigen van voedsel of drank dient het onderscherm weer naar beneden geschoven te worden. Dit is vrij eenvoudig en vergt nauwelijks tijd, zodat de perioden dat het gelaat onbeschermd is kort zijn en het gebruik van de gelaatbeschermer dus veilig is.

Description

Gelaatbeschermer BESCHRIJVING:

Gebied van de uitvinding De uitvinding heeft betrekking op een gelaatbeschermer omvattende cen gebogen gelaatsscherm voorzien van verbindingsmiddelen voor het verbinden van het gelaatsscherm met draagmiddelen die op het hoofd van een gebruiker kunnen worden aangebracht, Bij draagmiddelen kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een hoofdband of een pet.

De verbindingsmiddelen kan bijvoorbeeld gedacht worden aan klittenband, dubbelzijdige plakband of drukkers, i5 Stand van de techniek Een dergelijke gelaatbeschermer is algemeen bekend.

De bekende gelaatbeschermer heeft een in horizontale richting gebogen en in verticale richting recht gelaatsscherm en is voorzien van een hoofdband die aan de bovenzijde van het gelaatsscherm is bevestigd.

Het gelaatsscherm strekt zich tijdens gebruik uit vanaf het voorhoofd tot aan of voorbij de kin van de gebruiker en is dus voor de ogen, neus en mond van de gebruiker aanwezig.

Voor het eten of drinken dient het gelaatsscherm afgenomen te worden en daarna weer op het hoofd aangebracht te worden.

Dit is tamelijk omslachtig en tijdrovend.

Bovendien is tijdens het eten en drinken het gehele gelaat van de gebruiker onbeschermd.

Samenvatting van de uitvinding Een doel van de uitvinding is het verschaffen van een gelaatbeschermer van de in de aanhef omschreven soort waarmee gemakkelijker gegeten en gedronken kan worden.

Hiertoe is de gelaatbeschermer volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat het gelaatsscherm een bovenscherm omvat, alsmede een onderscherm dat verschuifbaar is verbonden met het bovenscherm en handmatig voor of achter het bovenscherm geschoven kan worden. Om te kunnen eten of drinken hoeft enkel het onderscherm naar boven geschoven te worden waarbij de yoond vrij toegankelijk is. Na bet nutijgen van voedsel of drank dient het onderscherm weer naar beneden geschoven te worden, Dit is vrij eenvoudig en vergt nauwelijks tijd, zodat de perioden dat het gelaat onbeschermd is korter zijn en het gebruik van de gelaatbeschermer volgens de uitvinding dus ook veiliger is dan het gebruik van de bekende gelaatbeschermer. Bovendien is tijdens het eten en drinken nog steeds de ogen en neus afgeschermd hetgeen de veiligheid vergroot, In een eenvoudige uitvoeringsvorm van de gelaatbeschermer volgens de uitvinding zijn aan de verticale randen van het bovenscherm omgebogen lippen aanwezig die parallel aan en op afstand van het bovenscherm aanwezig zijn, waarbij een deel van het onderscherm tussen het bovenscherm en de omgebogen lippen aanwezig en daartussen door verschuifbaar is.

Bij voorkeur zijn het onderscherm en bovenscherm voorzien van aanslagen om te voorkomen dat bij het uit elkaar schuiven van de boven- en onderschermen deze los van elkaar kunnen raken. Deze aanslagen zijn bij voorkeur gevormd door lippen waarbij het bovenscherm aan een onderrand is voorzien van een, van een van de hoofdvlakken, uit stekende eerste lip en het onderscherm aan een bovenrand is voorzien van een naar het van de eerste lip voorzien hoofdvlak van het bovenscherm, uit stekende tweede lip, die in een onderste positie van het onderscherm in contact is met de eerste lip.

Om het onderscherm in de bovenste positie te houden is het onderscherm nabij de onderrand voorzien van een uitsteeksel dat in een bovenste positie van het onderscherm achter de eerste lip is geklikt.

In een meer uitgebreide uitvoeringsvorm van de gelaatbeschermer volgens de uitvinding is tussen het onderscherm en het bovenscherm ten minste één veer aanwezig welke in de bovenste positie van het onderscherm gespannen is en in onderste positie van het onderscherm ten minste deels ontspannen is, waarbij het onderscherm bij het naar boven schuiven tegen een veerkracht in naar boven geschoven dient te worden. Deze veer duwt het onderscherm naar beneden zodat bij in de bovenste positie verkerend onderscherm, voor het afschermen van de mond, enkel het onderscherm los gelaten hoeft te worden en het niet nodig is het onderscherm handmatig te verschuiven. Hierdoor kan indien nodig de mond snel afgeschermd worden.

Bij voorkeur zijn de verticale randen van het bovenscherm omgebogen en vormt elke omgebogen verticale rand een koker met een C-vormige dwarsdoorsnede waarin een als schroefveer uitgevoerde veer aanwezig is, en bij voorkeur zijn de verticale randen van het onderscherm voorzien van een in de koker verschuifbare verdikking.

Om bij gespannen veren het onderscherm in de bovnste positie te kunnen houden, zijn het onder- en bovenscherm in naar elkaar toe gekeerde hoofdvlakken bij voorkeur voorzien van een uitsparing en een daarin passend uiteinde van een tegen een veer in beweegbare haak, welke uitsparing en haak samen een vergrendeling vormen, waarbij in een bovenste positie van het onderscherm de haak met het uiteinde in de uitsparing aanwezig is. De haak is bij voorkeur veerbelast zodanig dat deze door een veer met het uiteinde in de uitsparing wordt gedrukt. Door de haak tegen de veerkracht in te verdraaien komt deze uit de uitsparing en wordt het onderscherm vrijgegeven.

Beknopte omschrijving van de tekeningen Hieronder zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een in de tekeningen weergegeven uitvoeringsvoorbeelden van de gslaatbeschermer volgens de uitvinding. Hierbij toont: Figuur | een eenvoudige eerste uitvoeringsvorm van de gelaatbeschermer volgens de uitvinding tijdens gebruik; Figuur 2 een meer geavanceerde tweede uitvoeringsvorm van gelaatbeschermer volgens de uitvinding 1n bovenaanzicht; Figuur 3 de in figuur 2 weergegeven gelaatbeschermer in zijaanzicht met het onderscherm in de onderste positie; en Figuur 4 de in figuur 2 weergegeven gelaatbeschermer in zijaanzicht met het onderscherm in de bovenste positie. Gedetailleerde omschrijving van de tekeningen In figuur 1 is een eenvoudige eerste uitvoeringsvorm van de gelaatbeschermer volgens de uitvinding tijdens gebruik weergegeven. De gelaatbeschermer 1 heeft een gebogen gelaatsscherm dat uit cen bovenscherm 3 en een onderscherm 5 bestaat. Het gelaatsscherm is via klittenband 7 verbonden met de klep van een pet 9 die door een gebruiker 10 gedragen wordt Bet onderscherm 5 is handmatig naar boven verschuifbaar en schuift daarbij achter het bovenscherm 3. Aan de verticale randen 3a van het bovenscherm 3 zijn omgebogen lippen 11 aanwezig. Deze lippen zijn op geringe afstand van het bovenscherm 3 aanwezig, zodat het onderscherm 5 tussen het bovenscherm 3 en de omgebogen lippen 11 kan verschuiven.

In het onderscherm 5 zijn uitsparingen 13 aanwezig en op de naar het onderscherm toegekeerde zijde van het bovenscherm 3 is een uitsteeksel 15 aanwezig dat in de uitsparingen Klikt in de bovenste en onderste positie van het onderscherm 5 om in deze posities het onderscherm te fixeren.

In de figuren 2 en 3 is een meer geavanceerde tweede uitvoeringsvorm van gelaatbeschermer volgens de uitvinding weergegeven in bovenaanzicht respectievelijk in zijaanzicht met het onderscherm in de onderste positie. Het bovenscherm 103 en onderscherm 105 van deze gelaatbeschermer 101 zijn voorzien van lippen 111 en 113 om te voorkomen dat bij het uit elkaar schuiven van de boven- en onderschermen deze los van elkaar kunnen raken. Een van de lippen 111 is bevestigd aan een onderrand 103b van het bovenscherm 103 en steekt uit van het achterste hoofdvlak. De andere lip 113 is aanwezig aan de bovenrand 105b van het onderscherm 105 en steekt uit in de richting van het bovenscherm 103. In de onderste positie van het onderscherm 105 zijn de lippen 111 en 113 in contact met elkaar en voorkomen zij dat de schermen uit elkaar kunnen schuiven.

De verticale randen 1034 van het bovenscherm 103 zijn omgebogen en vormen kokers met een C-vormige dwarsdoorsnede. De verticale randen 1054 van het onderscherm 105 zijn voorzien van verdikkingen en zijn in de kokers verschuifbaar. Boven deze verdikkingen zijn schroefveren 115 aanwezig, die in de bovenste positie van het onderscherm 105 gespannen zijn en in onderste positie van het onderscherm 105 ten minste deels ontspannen zijn.

Om het onderscherm 105 in de bovenste positie te kunnen houden, zijn het onder- en bovenscherm 103, 105 in naar elkaar toe gekeerde hoofdvlakken voorzien van een uitsparing 117 en een daarm passend uiteinde van een tegen een veer in beweegbare haak 119. Deze uitsparing en haak vormen samen een vergrendeling. Ter verduidelijking is in figuur 4 de gelaatbeschermer 101 met het onderscherm 105 in de bovenste positie weergegeven, waarbij de haak 119 met het uiteinde in de uitsparing 117 aanwezig is.

Hoewel in het voorgaande de uitvinding is toegelicht aan de hand van de tekeningen, dient te worden vastgesteld dat de uitvinding geenszins tot de in de 5 tekeningen getoonde uitvoeringsvormen is beperkt.

De uitvinding strekt zich mede uit tot alle van de in de tekeningen getoonde uitvoeringsvormen afwijkende uitvoeringsvormen binnen het door de conclusies gedefinieerde kader.

Zo kan het onderscherm in plaats van een haak voorzien zijn van een uitsteeksel dat in een bovenste positie van het onderscherm achter de eerste lip is geklikt om het onderscherm in de bovenste positie te houden.

Claims (8)

1. CONCLUSIES: i. Gelaatbeschermer (1; 101) omvatiende cen gebogen gelaatsscherm (3, 5; 103, 103) voorzien van verbindingsmiddelen (7; 107) voor het verbinden van het gelaatsscherm met draagmiddelen (9) die op het hoofd van een gebruiker kunnen worden aangebracht, met het kenmerk, dat het gelaatsscherm gen bovenscherm (3; 103) omvat, alsmede een onderscherm (5; 105) dat verschuifbaar is verbonden met het bovenscherm en handmatig voor of achter het bovenscherm geschoven kan worden.
2. 2. Gelaatbeschermer (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat aan de verticale randen (3a) van het bovenscherm {3) omgebogen lippen (11) aanwezig zijn die parallel aan en op afstand van het bovenscherm (3) aanwezig zijn, waarbij een deel van het onderscherm (5) tussen het bovenscherm (3) en de omgebogen lippen (11) aanwezig en daartussen door verschuifbaar is.
3. 3. Gelaatbeschermer (101) volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het bovenscherm (103) en onderscherm (105) zijn voorzien van aanslagen (111, 113) om te voorkomen dat bij het uit elkaar schuiven van de boven- en onderschermen deze los van elkaar kunnen raken.
4. 4. Gelaatbeschermer (101) volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het bovenscherm (103) aan een onderrand (103b) is voorzien van een, van een van de hoofdvlakken, uit stekende eerste lip (111) en het onderscherm (105) aan een bovenrand (105b) is voorzien van een naar het van de eerste lip voorzien hoofdvlak van het bovenscherm, uit stekende tweede lip (113), die in een onderste positie van het onderscherm in contact is met de eerste lip. welke lippen de genoemde aanslagen vormen.
5. 5. Gelaatbeschermer (101) volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het onderscherm (105) nabij een onderrand is voorzien van een uitsteeksel dat in een bovenste positie van het onderscherm (105) achter de eerste lip (111) is geklikt om het onderscherm in de bovenste positie te houden.
6. 6. Gelaatbeschermer (101) volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat tussen het onderscherm (103) en het bovenscherm (105) ten minste één veer (115) aanwezig is welke in de bovenste positie van het onderscherm (103) gespannen is en in onderste positie van het onderscherm (105) ten minste deels ontspannen is, waarbij het onderscherm bij het naar boven schuiven tegen een veerkracht in naar boven geschoven dient te worden.
7. 7. Gelaatbeschermer (101) volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de verticale randen (103a) van het bovenscherm (103) zijn omgebogen en elke omgebogen verticale rand {103a) een koker met een C-vormige dwarsdoorsnede vormt waarin een als schroefveer uitgevoerde veer (115) aanwezig is, en dat de verticale randen (1052) van het onderscherm (105) zijn voorzien van een in de koker verschuifbare verdikking.
8. 8. Gelaatbeschermer (101) volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat het onder- en bovenscherm (103, 105) in naar elkaar toe gekeerde hoofdvlakken zijn voorzien van een uitsparing (117) en een daarin passend uiteinde van een tegen een veer in beweegbare haak (119), welke uitsparing en haak samen een vergrendeling vormen, waarbij in een bovenste positie van het onderscherm (105) de haak (119) met het uiteinde in de uitsparing (117) aanwezig is.