NL2027103B1 - Method for determining climate stress in an animal. - Google Patents

Method for determining climate stress in an animal. Download PDF

Info

Publication number
NL2027103B1
NL2027103B1 NL2027103A NL2027103A NL2027103B1 NL 2027103 B1 NL2027103 B1 NL 2027103B1 NL 2027103 A NL2027103 A NL 2027103A NL 2027103 A NL2027103 A NL 2027103A NL 2027103 B1 NL2027103 B1 NL 2027103B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
animal
determining
time
parameter
value
Prior art date
Application number
NL2027103A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
Anne Kuipers Jan
Jan Hendrik Lammers Rudie
Gerardus Franciscus Harbers Arnoldus
Teresa Francisca Pauline De Pont Eva
Original Assignee
Nedap Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Nedap Nv filed Critical Nedap Nv
Priority to NL2027103A priority Critical patent/NL2027103B1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2027103B1 publication Critical patent/NL2027103B1/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K29/00Other apparatus for animal husbandry
    • A01K29/005Monitoring or measuring activity, e.g. detecting heat or mating

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Biophysics (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Measuring And Recording Apparatus For Diagnosis (AREA)

Abstract

UITTREKSEL Dit document heeft betrekking op een werkwijze en systeem voor het bepalen van klimaatstress bij een dier, zoals een rund, waarbij het dier is voorzien van een meetinstrument voorzien van één of meer sensoren. De werkwijze omvat het bepalen van een temperatuur en het voortbrengen van een eerste meetwaarde indicatief voor de bepaalde temperatuur. Voorts omvat de werkwijze het, met het meetinstrument, een controller of een externe bewakingsinrichting, bepalen van een dierparameter, waarbij de dierparameter een lichaams- of gedragsparameter van het dier is, en het voortbrengen van een tweede meetwaarde indicatief voor de bepaalde dierparameter. Op basis van de eerste en tweede meetwaarden wordt een klimaatstresstoestand bij het dier vastgesteld. Het document beschrijft voorts een systeem dat geschikt is voor het bepalen van klimaatstress.EXTRACT This document relates to a method and system for determining climatic stress in an animal, such as a bovine, wherein the animal is provided with a measuring instrument provided with one or more sensors. The method includes determining a temperature and generating a first measurement value indicative of the determined temperature. The method further comprises determining, with the measuring instrument, a controller or an external monitoring device, an animal parameter, wherein the animal parameter is a body or behavioral parameter of the animal, and generating a second measured value indicative of the determined animal parameter. On the basis of the first and second measured values, a climatic stress state in the animal is determined. The document also describes a system that is suitable for determining climate stress.

Description

P126185NL00 Titel: Werkwijze voor het bepalen van klimaatstress bij een dier.P126185EN00 Title: Method for determining climate stress in an animal.

Gebied van de uitvinding De onderhavige uivinding heeft betrekking op een werkwijze voor het bepalen van klimaatstress bij ten minste één dier, waarbij het ten minste ene dier een rund is en waarbij het dier is voorzien van een meetinstrument dat is bevestigd aan het dier of is ingebracht in het dier, en waarbij het meetinstrument is voorzien van één of meer sensoren. De utvinding heeft voorts betrekking op een systeem voor het bepalen van klimaatstress bij ten minste één dier.Field of the Invention The present invention relates to a method for determining climatic stress in at least one animal, wherein the at least one animal is a bovine and wherein the animal is provided with a measuring instrument attached to or inserted into the animal. in the animal, and wherein the measuring instrument is provided with one or more sensors. The invention further relates to a system for determining climatic stress in at least one animal.

Klimaatstress is de toestand waarin het lichaam van een dier te veel moet compenseren als gevolg van een te sterk van het gemiddelde afwijkende externe temperatuur. Onder klimaatstress worden verstaan hittestress en koudestress. Bij hittestress is een rund onvoldoende in staat warmte af te geven aan de omgeving. Hittestress treedt op wanneer de omgevingstemperatuur te hoog is in combinatie met de luchtvochtigheid, en het lichaam de warmte niet goed kwijt kan en daardoor de lichaamstemperatuur niet meer op peil kan houden. Omgekeerd treedt koudestress op wanneer de omgevingstemperatuur te laag is geworden zodat het lichaam te veel warmte verliest aan de omgeving. Ook bij koudestress kan het lichaam de lichaamstemperatuur niet op peil houden, zodat het dier onderkoelt dreigt te raken.Climate stress is the condition in which an animal's body has to compensate too much as a result of an external temperature that deviates too much from the average. Climate stress includes heat stress and cold stress. In case of heat stress, a cow is insufficiently able to give off heat to the environment. Heat stress occurs when the ambient temperature is too high in combination with the humidity, and the body cannot lose the heat properly and can therefore no longer maintain the body temperature. Conversely, cold stress occurs when the ambient temperature has become too low so that the body loses too much heat to the environment. Even with cold stress, the body is unable to maintain its body temperature, so that the animal threatens to become hypothermic.

Bij hittestress vermindert de melkproductie van een rund, en kan ook de vruchtbaarheid afnemen. Ook de voeropname neemt af en daarmee het welzijn van het dier. Ook bij koudestress neemt de melkproductie af, zij het in dat geval omdat voeropname door het lichaam wordt gebruikt voor andere processen dan voor de melkproductie, bijvoorbeeld voor het op peil houden van de temperatuur van vitale organen zoals hersenen, hart, lever, longen. Neemt de temperatuur nog verder of, dan kunnen onderkoelings- en bevriezingsverschijnselen ontstaan. Wanneer de toestand hittestress of koudestress te lang aanhoudt, kunnen ernstige gezondheidsklachten ontstaan waardoor dieren zelfs kunnen overlijden.In case of heat stress, the milk production of a cow decreases, and fertility can also decrease. The feed intake also decreases and with it the welfare of the animal. Milk production also decreases during cold stress, albeit in that case because feed intake by the body is used for processes other than milk production, for example to maintain the temperature of vital organs such as the brain, heart, liver and lungs. If the temperature rises even further, hypothermia and frostbite can occur. When the condition of heat stress or cold stress persists for too long, serious health problems can arise, which can even kill animals.

Het vaststellen en bewaken van klimaatstress 1s om die reden, zeker op heel warme of juist heel koude dagen, een belangrijk aandachtspunt voor een veehouder. Zo kan op grond van de buitentemperatuur en een weersvoorspelling bijvoorbeeld worden besloten om dieren tijdelijk binnen te houden. Bij frequente grote externe temperatuurschommelingen kan zelfs gedacht worden aan verbeteringen met betrekking tot klimaathuishouding in stallen, teneinde binnen optimaal klimaat te creeren.For that reason, determining and monitoring climate stress 1s, certainly on very hot or very cold days, is an important point of attention for a livestock farmer. For example, based on the outside temperature and a weather forecast, it can be decided to temporarily keep animals indoors. In the case of frequent large external temperature fluctuations, one can even think of improvements with regard to climate management in stables, in order to create an optimal indoor climate.

Nadelig blijft echter dat het meten van de externe temperatuur slechts een indirecte aanname van het optreden van klimaatstress verschaft. De methodiek is nogal algemeen en houdt geen rekening met individuele verschillen per dier. Bovendien zijn er vele situaties denkbaar waarbij ondanks het optreden van een te hoge of te lage externe temperatuur, er toch geen sprake hoeft te zijn van klimaatstress — bijvoorbeeld wanneer de koeien toegang hebben tot een schaduwrijke plaats in de buurt van stromend water. Ook het omgekeerde is mogelijk, bijvoorbeeld dat er dieren zijn die ondanks een gematigde temperatuur toch last kunnen hebben van klimaatstress, bijvoorbeeld omdat deze individuele dieren zelf slechter dan gemiddeld tegen warmte of koude kunnen.However, it remains a disadvantage that measuring the external temperature only provides an indirect assumption of the occurrence of climate stress. The methodology is rather general and does not take into account individual differences per animal. In addition, many situations are conceivable where, despite the occurrence of an external temperature that is too high or too low, there need not be climatic stress — for example, when the cows have access to a shady place near running water. The reverse is also possible, for example that there are animals that can still suffer from climatic stress despite a moderate temperature, for example because these individual animals can cope with heat or cold worse than average.

Samenvatting van de uitvinding Het is daarom een doel van de onderhavige uitvinding om een werkwijze voor het bepalen van klimaatstress bij ten minste één dier te verschaffen dat de bovengenoemde nadelen weg neemt, en dat de bewaking van het optreden van klimaatstress bij individuele dieren en op elke gewenste schaal mogelijk maakt.Summary of the Invention It is therefore an object of the present invention to provide a method for determining climatic stress in at least one animal which obviates the above drawbacks, and which facilitates the monitoring of the occurrence of climatic stress in individual animals and on each desired scale.

Hiertoe verschaft de uitvinding overeenkomstig een eerste aspect daarvan een werkwijze zoals hierboven omschreven, waarbij de werkwijze omvat: het, met de één of meer sensoren, bepalen van een temperatuur en het voortbrengen van een eerste meetwaarde indicatief voor de bepaalde temperatuur; het, met ten minste één van het meetinstrument, een controller of een externe bewakingsinrichting, bepalen van ten minste één dierparameter, waarbij de dierparameter een lichaams- of gedragsparameter van het dier 1s, en het voortbrengen van een tweede meetwaarde indicatief voor de bepaalde dierparameter; en het op basis van de eerste en tweede meetwaarden vaststellen van een klimaatstresstoestand bij het dier. Overeenkomstig de onderhavige uitvinding worden met behulp van het meetinstrument een aantal parameters gemeten, waaronder in ieder geval de temperatuur en ten minste één additionele dierparameter. In de veehouderij wordt veelvuldig gewerkt met labels, zoals onder andere bijvoorbeeld oorlabels of halslabels, welke zijn voorzien van één of meer sensoren. Dergelijke labels kunnen bijvoorbeeld zijn voorzien van temperatuursensoren voor het meten van een lichaamstemperatuur van het dier. Het meetsignaal van deze sensor kan worden gebruikt om vast te kunnen stellen of er sprake zou kunnen zijn van koudestress of hittestress. Echter, het gebeurt nogal eens dat deze temperatuurmeting wordt beïnvloed door de buitentemperatuur. Overeenkomstig de uitvinding wordt de temperatuurmeting daardoor gecombineerd met een additionele sensorwaarde, indicatief voor een andere aan het dier gerelateerde parameter, om uit de combinatie daarvan veel nauwkeuriger te kunnen vaststellen of er sprake is van klimaatstress. De klimaatstresstoestand geeft vervolgens aan of, en in sommige uitvoeringsvormen in welke mate, er sprake 1s van klimaatstress. Hierop kan actie worden ondernomen.To this end, according to a first aspect thereof, the invention provides a method as described above, the method comprising: determining, with the one or more sensors, a temperature and generating a first measured value indicative of the determined temperature; determining, with at least one of the measuring instrument, a controller or an external monitoring device, at least one animal parameter, the animal parameter being a body or behavioral parameter of the animal, and generating a second measured value indicative of the determined animal parameter; and determining a climate stress state in the animal on the basis of the first and second measured values. According to the present invention, a number of parameters are measured using the measuring instrument, including in any case the temperature and at least one additional animal parameter. In livestock farming, labels are frequently used, such as for instance ear labels or neck labels, which are provided with one or more sensors. Such labels can for instance be provided with temperature sensors for measuring a body temperature of the animal. The measurement signal from this sensor can be used to determine whether there could be cold stress or heat stress. However, it often happens that this temperature measurement is influenced by the outside temperature. According to the invention, the temperature measurement is thereby combined with an additional sensor value, indicative of another parameter related to the animal, in order to be able to determine from the combination thereof much more accurately whether there is a question of climate stress. The climatic stress state then indicates whether, and in some embodiments to what extent, climatic stress is present. Action can be taken on this.

De uitvinding verschaft daarmee een betrouwbare methode om de actuele klimaatstresstoestand van elk individuele dier te kunnen bepalen. Omdat dit gebeurt op basis van dierparameters, gecombineerd met de temperatuurmeting, levert dit een actuele klimaatstresstoestand voor elk individueel dier op. Dieren die dus sneller last hebben van bijvoorbeeld koude of hitte worden daardoor eerder opgemerkt, terwijl dieren die wat beter tegen extreme temperaturen juist langer met rust gelaten kunnen worden. Naast het beter kunnen inspringen op de actuele individuele klimaatstresstoestand van elk dier, levert de werkwijze als additioneel resultaat daarmee kennis op over hoe goed of slecht een dier tegen bepaalde weersomstandigheden kan. Dit is op zichzelf nuttige informatie die kan worden gebruikt in een dierbeheersysteem.The invention thus provides a reliable method for determining the current climate stress state of each individual animal. Because this is done on the basis of animal parameters, combined with the temperature measurement, this provides an actual climate stress state for each individual animal. As a result, animals that suffer more quickly from cold or heat, for example, are noticed earlier, while animals that are better able to withstand extreme temperatures can be left alone for longer. In addition to being able to respond better to the current individual climate stress situation of each animal, the method also provides knowledge about how well or badly an animal can withstand certain weather conditions. This in itself is useful information that can be used in an animal management system.

Overeenkomstig sommige uitvoeringsvormen is de ten minste ene dierparameter gekozen uit een groep omvattende: vreettijd waarbij de vreettijd indicatief is voor een hoeveelheid tijd die door het dier wordt besteed aan vreten; ligtijd waarbij de ligtijd indicatief is voor een hoeveelheid tijd die door het dier wordt besteed aan liggen; sta-tijd waarbij de sta-tijd indicatief is voor een hoeveelheid tijd die door het dier wordt besteed aan staan; hijgtijd, waarbij de hijgtijd indicatief is voor een hoeveelheid tijd die door het dier wordt besteed aan hijgen; hartslag; hartslagvariabiliteit; ademhaling; ademhalingsfrequentie; herkauwtijd waarbij de herkauw-tijd indicatief is voor een hoeveelheid tijd die door het dier wordt besteed aan herkauwen; aantal herkauwboli; bewegingsparameters van het ten minste ene meetinstrument, zoals positie, snelheid en of versnelling; aantal stappen; inactiviteit, waarbij de inactiviteit indicatief is voor een hoeveelheid tijd waarin het dier inactief is; wateropname van het dier; aanwezigheid van het dier in één of meer interessegebieden, aantal keren dat het dier ten minste één van de interessegebieden bezoekt, hoeveelheid tijd dat het dier zich bevind in ten minste één van de interessegebieden; voorkomen of frequentie van verplaatsingen tussen vooraf bepaalde interessegebieden. Elk van deze parameters levert informatie op die met voordeel kan worden toegepast voor het bepalen van een klimaatstresstoestand.According to some embodiments, the at least one animal parameter is selected from a group comprising: feeding time wherein the feeding time is indicative of an amount of time spent by the animal feeding; lying time wherein the lying time is indicative of an amount of time spent by the animal lying down; standing time wherein the standing time is indicative of an amount of time spent by the animal standing; panting time, the panting time being indicative of an amount of time spent panting by the animal; heartbeat; heart rate variability; breathing; respiratory rate; rumination time wherein the rumination time is indicative of an amount of time spent by the animal ruminating; number of ruminant boli; movement parameters of the at least one measuring instrument, such as position, velocity and/or acceleration; number of steps; inactivity, wherein the inactivity is indicative of an amount of time the animal is inactive; water intake of the animal; presence of the animal in one or more regions of interest, number of times the animal visits at least one of the regions of interest, amount of time the animal is in at least one of the regions of interest; occurrence or frequency of movements between predetermined areas of interest. Each of these parameters provides information that can be advantageously used for determining a climatic stress state.

In sommige uitvoeringsvormen, omvat het vaststellen van de klimaatstresstoestand het vaststellen van hittestress. Wanneer de werkwijze wordt toegepast voor het vaststellen van hittestress, kan in sommige uitvoeringsvormen de werkwijze voor het vaststellen van de klimaatstresstoestand de stappen omvatten van: het vergelijken van de eerste meetwaarde met een eerste vergelijkingswaarde, waarbij de eerste vergelijkingswaarde ofwel een eerdere waarde van de eerste meetwaarde is 5 om vast te stellen of de temperatuur is gestegen, of waarbij de eerste vergelijkingswaarde een grenswaarde is om vast te stellen of de temperatuur de grenswaarde heeft overschreden. Het overschrijden van de grenswaarde kan daarbij een eerste indicator zijn voor het optreden van hittestress.In some embodiments, determining the climatic stress state includes determining heat stress. When the method is used for determining heat stress, in some embodiments, the method for determining the climatic stress state may comprise the steps of: comparing the first measurement value with a first comparison value, wherein the first comparison value or a previous value of the first measurement value is 5 to determine whether the temperature has risen, or where the first comparison value is a limit value to determine whether the temperature has exceeded the limit value. Exceeding the limit value can be a first indicator of the occurrence of heat stress.

In sommige uitvoeringsvormen, wanneer de werkwijze wordt toegepast voor het vaststellen van hittestress, 1s de dierparameter er ten minste één van: lgtijd, vreettijd, herkauwtijd, aantal herkauwbol, snelheid, versnelling of aantal stappen; en omvat de werkwijze voor het vaststellen van de klimaatstresstoestand: het vergelijken van de tweede meetwaarde met een tweede vergelijkingswaarde, waarbij de tweede vergelijkingswaarde ofwel een eerdere waarde van de tweede meetwaarde is om vast te stellen of de dierparameter is afgenomen, of waarbij de tweede vergelijkingswaarde een tweede grenswaarde is om vast te stellen of de dierparameter de tweede grenswaarde heeft onderschreden.In some embodiments, when the method is used to determine heat stress, the animal parameter is at least one of: lying time, eating time, rumination time, number of rumination bulb, speed, acceleration or number of steps; and the method for determining the climatic stress state comprises: comparing the second measurement value with a second comparison value, wherein the second comparison value is either a previous value of the second measurement value to determine whether the animal parameter has decreased, or wherein the second comparison value a second limit value is to determine whether the animal parameter has fallen below the second limit value.

In bepaalde van deze of sommige andere uitvoeringsvormen is de dierparameter er ten minste één is van: sta-tijd, hijgtijd, hartslag; ademhaling; ademhalings-frequentie, inactiviteit; en waarbij de werkwijze voor het vaststellen van de klimaatstresstoestand omvat: het vergelijken van de tweede meetwaarde met een tweede vergelijkingswaarde, waarbij de tweede vergelijkingswaarde ofwel een eerdere waarde van de tweede meetwaarde 1s om vast te stellen of de dierparameter is toegenomen, of waarbij de tweede vergelijkingswaarde een tweede grenswaarde is om vast te stellen of de dierparameter de tweede grenswaarde heeft overschreden.In certain of these or some other embodiments, the animal parameter is at least one of: standing time, panting time, heart rate; breathing; respiratory rate, inactivity; and wherein the method of determining the climatic stress state comprises: comparing the second measurement value with a second comparison value, wherein the second comparison value is either a previous value of the second measurement value 1s to determine whether the animal parameter has increased, or wherein the second comparison value is a second limit value to determine whether the animal parameter has exceeded the second limit value.

Het optreden van hittestress kan gepaard gaan met veranderingen in de bovengenoemde dierparameters, waarbij sommige van deze veranderingen veelvuldig optreden en andere veranderingen slechts af en toe of bij een bepaalde mate van hittestress.The occurrence of heat stress may be accompanied by changes in the above animal parameters, with some of these changes occurring frequently and others occurring only occasionally or with a certain degree of heat stress.

Een combinatie van de temperatuurmeting met het vaststellen van veranderingen in de parameters zoals hierboven beschreven, zoals een afname van ligtijd of een afname van activiteit, of juist een toename van sta-tijd, verschaft een betrouwbare bepaling van de hittestresstoestand.A combination of the temperature measurement with determining changes in the parameters as described above, such as a decrease in lying time or a decrease in activity, or conversely an increase in standing time, provides a reliable determination of the heat stress state.

Door te letten op specifieke veranderingen is in sommige uitvoeringsvormen ook een bepaling van de mate van hittestress mogelijk.By paying attention to specific changes, a determination of the degree of heat stress is also possible in some embodiments.

In sommige uitvoeringsvormen van de uitvinding, omvat het vaststellen van de klimaatstresstoestand het vaststellen van koudestress.In some embodiments of the invention, determining the climatic stress state includes determining cold stress.

In deze uitvoeringsvormen, omvat de werkwijze voor het vaststellen van de koudestresstoestand: het vergelijken van de eerste meetwaarde met een eerste vergelijkingswaarde, waarbij de eerste vergelijkingswaarde ofwel een eerdere waarde van de eerste meetwaarde is om vast te stellen of de temperatuur is gedaald, of waarbij de eerste vergelijkingswaarde een eerste grenswaarde is om vast te stellen of de temperatuur de grenswaarde heeft onderschreden.In these embodiments, the method of determining the cold stress condition comprises: comparing the first measurement value with a first comparison value, the first comparison value being either a previous value of the first measurement value to determine whether the temperature has dropped, or wherein the first comparison value is a first limit value to determine whether the temperature has fallen below the limit value.

Het onderschrijden van de grenswaarde kan daarbij een eerste indicator zijn voor het optreden van koudestress.Falling below the limit value can be a first indicator of the occurrence of cold stress.

In sommige uitvoeringsvormen, wanneer de werkwijze wordt toegepast voor het vaststellen van koudestress, is de dierparameter er ten minste één is van: ligtijd, vreettijd, herkauwtijd, aantal herkauwboli; en waarbij de werkwijze voor het vaststellen van de klimaatstresstoestand omvat: het vergelijken van de tweede meetwaarde met een tweede vergelijkingswaarde, waarbij de tweede vergelijkingswaarde ofwel een eerdere waarde van de tweede meetwaarde is om vast te stellen of de dierparameter is toegenomen, of waarbij de tweede vergelijkingswaarde een tweede grenswaarde is om vast te stellen of de dierparameter de tweede grenswaarde heeft overschreden.In some embodiments, when the method is used for assessing cold stress, the animal parameter is at least one of: lying time, eating time, ruminating time, number of ruminating boli; and wherein the method of determining the climatic stress state comprises: comparing the second measurement value with a second comparison value, wherein the second comparison value is either a previous value of the second measurement value to determine whether the animal parameter has increased, or wherein the second comparison value is a second limit value to determine whether the animal parameter has exceeded the second limit value.

In bepaalde van deze of sommige andere uitvoeringsvormen is de dierparameter er ten minste één is van: sta-tijd, ademhalingsfrequentie, inactiviteit; en waarbij de werkwijze voor het vaststellen van de klimaatstresstoestand omvat: het vergelijken van de tweede meetwaarde met een tweede vergelijkingswaarde, waarbij de tweede vergelijkingswaarde ofwel een eerdere waarde van de tweede meetwaarde is om vast te stellen of de dierparameter is afgenomen, of waarbij de tweede vergelijkngswaarde een tweede grenswaarde is om vast te stellen of de dierparameter de tweede grenswaarde heeft onderschreden.In certain of these or some other embodiments, the animal parameter is at least one of: standing time, respiratory rate, inactivity; and wherein the method for determining the climatic stress state comprises: comparing the second measurement value with a second comparison value, wherein the second comparison value is either a previous value of the second measurement value to determine whether the animal parameter has decreased, or wherein the second comparison value is a second limit value to determine whether the animal parameter has fallen below the second limit value.

Ook het optreden van koudestress gaat, net als bij hittestress, gepaard met veranderingen in bepaalde dierparameters. De bovengenoemde dierparameters zijn daar voorbeelden van, waarbij sommige van deze veranderingen veelvuldig optreden en andere veranderingen slechts af en toe of bij een bepaalde mate van koudestress. Een combinatie van de temperatuurmeting met het vaststellen van veranderingen in de parameters zoals hierboven beschreven, zoals een toename van ligtijd of herkauwtijd, of een afname van activiteit, verschaft een betrouwbare bepaling van de koudestresstoestand. Door te letten op specifieke veranderingen is in sommige uitvoeringsvormen ook een bepaling van de mate van koudestress mogelijk.As with heat stress, the occurrence of cold stress is also accompanied by changes in certain animal parameters. The above animal parameters are examples of this, with some of these changes occurring frequently and others occurring only occasionally or with a certain degree of cold stress. A combination of the temperature measurement with determining changes in the parameters as described above, such as an increase in lying time or rumination time, or a decrease in activity, provides a reliable determination of the cold stress state. By considering specific changes, a determination of the degree of cold stress is also possible in some embodiments.

In sommige uitvoeringsvormen van de uitvinding omvat de werkwijze verder het met het meetinstrument of de externe bewakingsinrichting bepalen van een locatie van het ten minste ene dier voor het bepalen van de dierparameter. De locatie-informatie verschaft bijzondere additionele informatie die met voordeel te gebruiken is voor een betrouwbare bepaling van klimaatstress, en verschaft bovendien additionele informatie die zowel voor individuele dieren kan worden gebruikt als voor groepen dieren. Dit zal hieronder verder worden toegelicht.In some embodiments of the invention, the method further comprises determining with the measuring instrument or external monitoring device a location of the at least one animal for determining the animal parameter. The location information provides special additional information that can be used advantageously for a reliable determination of climatic stress, and moreover provides additional information that can be used for individual animals as well as for groups of animals. This will be further explained below.

In sommige uitvoeringsvormen is de dierparameter bijvoorbeeld gekozen uit een groep omvattende: aanwezigheid van het dier in één of meer interessegebieden; aantal keren dat het dier ten minste één van de interessegebieden bezoekt, hoeveelheid tijd dat het dier zich bevindt in ten minste één van de interessegebieden; voorkomen of frequentie van verplaatsingen tussen voorafbepaalde interessegebieden; en wordt de dierparameter bepaald op basis van de bepaalde locatie van het ten minste ene dier. Wanneer de locatie van bepaalde functies bekend is, kan deze extra informatie geven over het gedrag van het dier welke informatie indicatief kan zijn voor het optreden van een klimaatstresstoestand zoals koudestress of hittestress. Dergelijke functies kunnen bijvoorbeeld een drinkbak, een wateruitgiftepunt, een voerbak, een overkapping of een stal omvatten, of andere functies waaruit een bepaald gedrag van een dier kan worden afgeleid. De mate van behoefte aan verkoeling bij hittestress, JO gecombineerd met andere veranderingen in de dierparameters, kan een belangrijke aanwijzing geven ten aanzien van de mate van hittestress. Zo gezegd kunnen overeenkomstig sommige uitvoeringsvormen de één of meer interessegebieden derhalve een interessegebied omvatten dat indicatief is voor een klimaatstresstoestand die past bij hittestress of koudestress; zoals een nabijheid van het dier bij een drinkbak, een aanwezigheid van het dier nabij schaduw of beschutting, of een aanwezigheid van het dier in een liggebied terwijl het dier blijft staan.For example, in some embodiments, the animal parameter is selected from a group comprising: presence of the animal in one or more regions of interest; number of times the animal visits at least one of the regions of interest, amount of time the animal resides in at least one of the regions of interest; occurrence or frequency of movements between predetermined regions of interest; and the animal parameter is determined based on the determined location of the at least one animal. When the location of certain functions is known, this can provide additional information about the behavior of the animal, which information can be indicative of the occurrence of a climatic stress state such as cold stress or heat stress. Such functions can for instance comprise a drinking trough, a water dispensing point, a feeding trough, a roof or a stable, or other functions from which a specific behavior of an animal can be derived. The degree of cooling requirement during heat stress, JO combined with other changes in animal parameters, can provide an important indication of the degree of heat stress. Thus, in accordance with some embodiments, the one or more regions of interest may comprise a region of interest indicative of a climatic stress state consistent with heat stress or cold stress; such as a proximity of the animal to a drinking trough, a presence of the animal near shade or shelter, or a presence of the animal in a lying area while the animal remains standing.

In sommige uitvoeringsvormen wordt de werkwijze uitgevoerd voor het bepalen van klimaatstress bij een veelheid dieren, en wordt de stap van het vaststellen van de klimaatstresstoestand voor elk van de dieren uitgevoerd. In bepaalde uitvoermgsvormen, omvat de stap van het op basis van de eerste en tweede meetwaarden vaststellen van de klimaatstress- toestand bij het dier voorts: het vergelijken van ten minste één van de eerste en tweede meetwaarden met overeenkomstige meetwaarden van een ander dier voor het op basis daarvan vaststellen van de klimaatstresstoestand bij het dier. In deze gevallen worden de waarden onderling vergeleken om de betrouwbaarheid van een vaststelling voor de groep te vergroten.In some embodiments, the method is performed for determining climatic stress in a plurality of animals, and the step of determining the climatic stress state is performed for each of the animals. In certain embodiments, the step of determining the climatic stress state in the animal based on the first and second readings further comprises: comparing at least one of the first and second readings with corresponding readings from another animal to determine to determine the climate stress state in the animal on the basis thereof. In these cases the values are compared to each other to increase the reliability of a determination for the group.

Een dergelijke groepsbepaling kan, volgens sommige uitvoeringsvormen, bijvoorbeeld daaruit bestaan dat het ten minste ene dier deel uit maakt van een veelheid dieren, waarbij voor elk dier van de veelheid dieren ten minste de eerste en de tweede meetwaarden wordt bepaald, en waarbij het optreden van een klimaatstresstoestand voor de veelheid dieren wordt vastgesteld op basis van de eerste en tweede meetwaarden van elk van de veelheid dieren.Such a group determination may, according to some embodiments, consist, for example, in that the at least one animal is part of a plurality of animals, wherein for each animal of the plurality of animals at least the first and the second measurement values are determined, and wherein the occurrence of a climatic stress state for the plurality of animals is established based on the first and second measured values of each of the plurality of animals.

Hierboven zijn reeds de voordelen besproken van het doen van klimaatstresstoestandsbepalingen bij individuele dieren.The advantages of doing climate stress state determinations in individual animals have already been discussed above.

Echter ook voor een groep runderen zitten er voordelen aan het doen van klimaatstresstoestandsbepalingen voor de gehele groep.However, there are also advantages for a group of cattle in making climate stress state determinations for the entire group.

Wanneer de groep dieren bijvoorbeeld uit enkele tientallen runderen bestaat die zich gezamenlijk op een bepaald perceel bevinden, dan levert het bepalen van de klimaatstresstoestand voor de groep belangrijke informatie op voor de veehouder met betrekking tot veebeheer op bijvoorbeeld warme of koude dagen.If the group of animals consists, for example, of a few tens of cattle that are jointly located on a certain plot, then determining the climatic stress state for the group provides important information for the livestock farmer with regard to livestock management on, for example, hot or cold days.

Zo kan op basis van deze informatie een betere keuze voor verblijf van de dieren in een bepaald weiland worden gemaakt, wanneer de weersvoorspelling een hete zomerdag of juist een koude winterdag voorspelt.For example, based on this information, a better choice can be made for where the animals stay in a particular pasture, if the weather forecast predicts a hot summer day or a cold winter day.

Voorts kan de veehouder vroegtijdig inspelen op plotselinge veranderingen die ervoor zorgen dat de hele groep last van klimaatstress dreigt te krijgen.In addition, the livestock farmer can respond early to sudden changes that cause the entire group to suffer from climate stress.

Bovendien, en niet in de laatste plaats, verschaft het combineren van groepsinformatie en individuele informatie additionele informatie aan de veehouder, en kan het de betrouwbaarheid van de klimaatstresstoestands- bepalingen vergroten.Moreover, and last but not least, combining group information and individual information provides additional information to the farmer, and can increase the reliability of the climatic stress state determinations.

Wanneer een enkel dier bijvoorbeeld klimaatstress ondervindt maar de overige dieren in de groep niet, kan er wellicht iets met het betreffende dier aan de hand zijn, of is er mogelijk sprake van een defect aan het label.For example, if a single animal experiences climate stress but the other animals in the group do not, there may be something wrong with the animal in question, or there may be a defect in the label.

Tevens verschaft de combinatie van gegevens informatie over de mate van klimaatstress: de groepsinformatie kan daarbij als referentie worden gebruikt, en de individuele mate geven aan in hoeverre het dier zelf last heeft van klimaatstress, bijvoorbeeld of het dier meer of minder dan gemiddeld last heeft van koudestress.The combination of data also provides information about the degree of climate stress: the group information can be used as a reference, and the individual degree indicates to what extent the animal itself is affected by climate stress, for example whether the animal suffers more or less than average from cold stress.

Volgens sommige uitvoeringsvormen omvat de werkwijze verder een stap van het voor elk van de dieren registreren van de klimaatstress- toestand en de locatie van het dier; en het op basis van de registraties van de dieren voortbrengen van locatie-afhankelijke klimaatstresstoestands- gegevens.According to some embodiments, the method further comprises a step of recording the climatic stress state and the location of the animal for each of the animals; and generating location-dependent climatic stress state data based on the records of the animals.

Hiermee kunnen locaties worden geidentificeerd die bijvoorbeeld op heel koude of juist op heel warme dagen beter vermeden kunnen worden.This allows locations to be identified that are better avoided, for example on very cold or very hot days.

In sommige uitvoeringsvormen worden de locaties van een veelheid dieren bepaald, en omvat de stap van het vaststellen van de klimaatstresstoestand van het ten minste ene dier het bepalen van de locatie van het ten minste ene dier ten opzichte van de locaties van één of meer andere dieren van de veelheid dieren, en het vaststellen of er groepsvorming of isolatie plaatsvindt van het ten minste ene dier met of ten opzichte van de één of meer andere dieren.In some embodiments, the locations of a plurality of animals are determined, and the step of determining the climatic stress state of the at least one animal comprises determining the location of the at least one animal relative to the locations of one or more other animals of the plurality of animals, and determining whether there is clustering or isolation of the at least one animal with or relative to the one or more other animals.

Het ontstaan van groepsvorming verschaft een belangrijke indicatie van het optreden van bijvoorbeeld koudestress of hittestress.The development of group formation provides an important indication of the occurrence of, for example, cold stress or heat stress.

Wanneer verscheidene dieren binnen de groep hinder van de kou ondervinden, zullen ze toenadering tot andere dieren in de groep zoeken.When several animals within the group are bothered by the cold, they will approach other animals in the group.

Door dicht bij elkaar te gaan staan kan de lichaamswarmte beter vastgehouden worden.By standing close to each other, the body heat can be retained better.

Bij hittestress kan het gebeuren dat dieren die veel last van de hitte hebben zich verzamelen op een plaats waar het waait, of in de buurt van een waterbak blijven.In case of heat stress, it can happen that animals that suffer a lot from the heat gather in a place where it is windy, or stay near a water trough.

Het optreden van groepsvorming kan op verschillende manieren worden vastgesteld.The occurrence of group formation can be determined in various ways.

Bijvoorbeeld, volgens sommige uitvoeringsvormen omvat voor het vaststellen of er groepsvorming plaatsvindt de werkwijze een stap van: het bepalen van ten minste één onderlinge afstand van het ten minste ene dier ten opzichte van de één of meer andere dieren, en het vergelijken van de ten minste ene onderlinge afstand met een derde vergelijkingswaarde, waarbij de derde vergelijkingswaarde ofwel een eerdere waarde van de onderlinge afstand is om vast te stellen of de onderlinge afstand is gedaald, of waarbij de derde vergelijkingswaarde een derde grenswaarde is om vast te stellen of de onderlinge afstand de derde grenswaarde heeft onderschreden.For example, according to some embodiments, to determine if clustering is occurring, the method includes a step of: determining at least one spacing of the at least one animal from the one or more other animals, and comparing the at least a spacing with a third comparison value, wherein the third comparison value is either a previous value of the spacing to determine whether the spacing has decreased, or wherein the third comparison value is a third limit value to determine whether the spacing is the has fallen below the third limit value.

In de werkwijze overeenkomstig de uitvinding kan gebruik worden gemaakt van labels en meetinrichtingen voorzien van, of communicerend verbonden met, sensoren voor het meten van de dierparameter. Echter, in andere uitvoeringsvormen kan additioneel ook gebruik worden gemaakt van andere meetmethoden voor het bepalen van de ten minste enen dierparameter. Bijvoorbeeld, in sommige uitvoeringsvormen is de dierparameter is gekozen uit een groep omvattende: de vreettijd, de herkauwtijd, het aantal herkauwboli, de ligtijd, de sta-tijd, de tijd besteed aan inactiviteit, of de tijd besteed aan hijgen, en omvat de werkwijze voor het bepalen van de dierparameter een stap van: het bepalen van een gedrag van het dier, waarbij het bepalen van het gedrag omvat: het, met de bewakingsinrichting waarnemen van een beeldsignaal of geluidssignaal, het middels beeldherkenning of geluidsherkenning vaststellen van het gedrag van het dier, en het op basis daarvan bepalen van de dierparameter. Zo kan bijvoorbeeld middels beeldanalyse goed worden vastgesteld of een koe een groot deel van haar tijd staand doorbrengt, of kan met een microfoon of sensordata worden vastgesteld of een dier hijgt. De camera of microfoon kunnen deel uitmaken van de door het dier gedragen meetinstrumenten, of kunnen bijvoorbeeld zijn geplaatst in of nabij een verblijf van de dieren.In the method according to the invention, use can be made of labels and measuring devices provided with, or communicating with, sensors for measuring the animal parameter. However, in other embodiments, additional measuring methods can also be used for determining the at least one animal parameter. For example, in some embodiments, the animal parameter is selected from a group comprising: the eating time, the ruminating time, the number of ruminating boli, the lying time, the standing time, the time spent inactivity, or the time spent panting, and includes the method for determining the animal parameter a step of: determining a behavior of the animal, wherein determining the behavior comprises: observing an image signal or sound signal with the monitoring device, determining the behavior of the animal by means of image recognition or sound recognition animal, and determining the animal parameter based thereon. For example, image analysis can be used to determine whether a cow spends a large part of her time standing, or whether an animal is panting using a microphone or sensor data. The camera or microphone may form part of the measuring instruments worn by the animal, or may for instance be placed in or near an animal enclosure.

In sommige utvoeringsvormen is de eerste meetwaarde indicatief voor een omgevingstemperatuur van het dier. Hoewel in veel gevallen de gemeten temperatuur de lichaamstemperatuur is, kan additioneel of alternatief ook de omgevingstemperatuur worden gebruikt om in te schatten of er sprake is van klimaatstress. Verder kan ook de luchvochtigheid desgewenst nog gemeten worden, additioneel aan de omgevings temperatuur of als alternatieve additionele meetwaarde. Alternatief, conform sommige uitvoeringsvormen, is ten minste één van de sensoren een temperatuurssensor, en omvat de werkwijze verder een stap van het analyseren van de bepaalde temperatuur voor het daaruit onderscheiden van de omgevingstemperatuur van het dier. De locatie van een temperatuursensor kan zodanig zijn dat zowel de lichaamstemperatuur als de omgevingstemperatuur meetbaar is. Bijvoorbeeld, in sommige uitvoeringsvormen omvat de stap van het analyseren van de bepaalde temperatuur het invoeren van de bepaalde temperatuur in een algoritme voor het vaststellen van de omgevingstemperatuur.In some embodiments, the first measurement value is indicative of an ambient temperature of the animal. Although in many cases the measured temperature is the body temperature, additionally or alternatively the ambient temperature can also be used to estimate whether there is a question of climate stress. Furthermore, the air humidity can also be measured, if desired, in addition to the ambient temperature or as an alternative additional measured value. Alternatively, according to some embodiments, at least one of the sensors is a temperature sensor, and the method further comprises a step of analyzing the determined temperature to distinguish therefrom the environmental temperature of the animal. The location of a temperature sensor can be such that both the body temperature and the ambient temperature can be measured. For example, in some embodiments, the step of analyzing the determined temperature includes entering the determined temperature into an algorithm for determining the ambient temperature.

De werkwijze kan met behulp van velerlei meetinstrumenten, die in 1ieder geval voor een deel door het dier gedragen worden, worden geimplementeerd. Hierboven zijn reeds enkele voorbeelden van dergelijke meetinstrumenten gegeven. Volgens sommige uitvoeringsvormen, is het meetinstrument bijvoorbeeld gekozen uit een groep omvattende: een oorlabel; een halslabel; een pootlabel; een staartlabel; een op een huid van het dier gedragen meetinstrument; of een maagbolus.The method can be implemented with the aid of many measuring instruments, which are at least partly carried by the animal. A few examples of such measuring instruments have already been given above. For example, according to some embodiments, the measuring instrument is selected from a group comprising: an ear tag; a neck tag; a paw tag; a tail tag; a measuring instrument worn on a skin of the animal; or a stomach bolus.

In sommige uitvoeringsvormen, waarbij het dier deel uit maakt van een veelheid dieren en waarbij het meetinstrument een maagbolus is, is elk dier van de veelheid dieren voorzien van een maagbolus, en wordt de temperatuur bepaald voor elk van de veelheid dieren, waarbij een klimaatstresstoestand wordt vastgesteld wanneer voor een aantal dieren van de veelheid dieren gelijktijdig een lichaamstemperatuur wordt gemeten met een afwijking ten opzichte van een gemiddeld gezonde lichaams- temperatuur van de dieren, waarbij de afwijking groter is dan een grenswaarde.In some embodiments, where the animal is part of a plurality of animals and where the measuring instrument is a gastric bolus, each animal of the plurality of animals is provided with a gastric bolus, and the temperature is determined for each of the plurality of animals, whereby a climatic stress state is determined. determined when for a number of animals of the plurality of animals a body temperature is measured simultaneously with a deviation from an average healthy body temperature of the animals, the deviation being greater than a limit value.

Overeenkomstig een tweede aspect daarvan verschaft de uitvinding een systeem voor het bepalen van klimaatstress bij ten minste één dier, waarbij het ten minste ene dier een rund is, het systeem omvattende ten minste één meetinstrument dat is ingericht om te worden bevestigd aan het ten minste ene dier, waarbij het meetinstrument is voorzien van één of meer sensoren voor het meten van lichaams- of gedragsparameters van het dier, het systeem verder omvattende een controller, waarbij de één of meer sensoren van het meetinstrument zijn ingericht voor het bepalen van een temperatuur en het voortbrengen van een eerste meetwaarde indicatief voor de bepaalde temperatuur; waarbij, ten minste één van het meetinstrument, de controller of een externe bewakingsinrichting, verder is ingericht voor bepalen van een dierparameter, waarbij de dierparameter een lichaams- of gedrags- parameter van het dier is, en het voortbrengen van een tweede meetwaarde indicatief voor de bepaalde dierparameter; waarbij de controller is ingericht het verkrijgen van de eerste en tweede meetwaarden, en voor het op basis van de eerste en tweede meetwaarden vaststellen van een klimaatstresstoestand bij het dier.According to a second aspect, the invention provides a system for determining climatic stress in at least one animal, wherein the at least one animal is a bovine, the system comprising at least one measuring instrument adapted to be attached to the at least one animal, wherein the measuring instrument is provided with one or more sensors for measuring body or behavioral parameters of the animal, the system further comprising a controller, wherein the one or more sensors of the measuring instrument are arranged for determining a temperature and generating a first measurement value indicative of the determined temperature; wherein, at least one of the measuring instrument, the controller or an external monitoring device is further adapted to determine an animal parameter, the animal parameter being a body or behavioral parameter of the animal, and generating a second measurement value indicative of the certain animal parameter; wherein the controller is arranged for obtaining the first and second measurement values, and for determining a climate stress condition in the animal on the basis of the first and second measurement values.

Korte omschrijving van de figuren Uitvinding zal hieronder worden besproken aan de hand van niet als beperkend bedoelde specifieke uitvoeringsvormen daarvan, onder verwijzing naar de bijgevoegde figuren, waarin: Figuur 1 een uitvoeringsvorm toont van een meetinstrument voor gebruik in een werkwijze overeenkomstig de onderhavige uitvinding; Figuur 2 het gebruik van meetinstrumenten toont in een werkwijze overeenkomstig een uitvoeringsvorm van de uitvinding; Figuren 3a-3f metingen en bepalingen van dierparameters tonen in een werkwijze volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige witvinding; Figuur 4 een werkwijze overeenkomstig een uitvoeringsvorm van de uitvinding toont; en Figuur 5 het vaststellen van groepsgedrag en groepsparameters toont in een uitvoeringsvorm van de uitvinding.Brief description of the figures The invention will be discussed below with reference to specific embodiments thereof, not intended to be limiting, with reference to the accompanying figures, in which: Figure 1 shows an embodiment of a measuring instrument for use in a method according to the present invention; Figure 2 shows the use of measuring instruments in a method according to an embodiment of the invention; Figures 3a-3f show measurements and determinations of animal parameters in a method according to an embodiment of the present invention; Figure 4 shows a method according to an embodiment of the invention; and Figure 5 shows the determination of group behavior and group parameters in an embodiment of the invention.

Gedetailleerde beschrijving In de onderhavige tekst wordt frequent verwezen naar tijd, tijdsaanduidingen, tijdseenheden, en/of perioden zoals uren dagen of etmalen.Detailed Description In the present text, frequent reference is made to time, time indications, time units, and/or periods such as hours, days or days.

De vakman dient te begrijpen dat een verwijzing naar een totale tijd per ‘dag’, niet dient te worden begrepen als zijnde beperkt tot expliciet één dag of etmaal.The skilled person should understand that a reference to a total time per 'day' should not be understood as being limited to explicitly one day or 24 hours.

In lijn met de uitvinding wordt met een ‘dag’ een periode bedoeld die niet noodzakelijk 24 uur hoeft te duren, maar die elke gewenste tijdsduur kan hebben.In line with the invention, a "day" is understood to mean a period which does not necessarily have to last 24 hours, but which can have any desired length of time.

De uitvinding kan ook worden toegepast op andere aaneengesloten perioden, zoals bijvoorbeeld perioden van 10 minuten, een half uur, een uur, enekele uren, een dagdeel, meerdere dagdelen, meerdere dagen, een week, of desgewenst een maand.The invention can also be applied to other consecutive periods, such as, for example, periods of 10 minutes, half an hour, an hour, a few hours, a half-day, several half-days, several days, a week or, if desired, a month.

Verder, een dergelijke verwijzing naar ‘totale tijd’ per dag (of andere verwijzing naar tijd), dient evenmin te worden begrepen als zijnde beperkt tot een totale aaneengesloten tijd.Further, such reference to "total time" per day (or other reference to time) should also not be construed as being limited to a total continuous time.

Het kan hier verschillende tijdsperioden betreffen die totaal over de te beschouwen periode optellen tot de totale tijd.This may concern different time periods that add up to the total time over the period to be considered.

De vakman dient uit te gaan van een ruime interpretatie met betrekking tot tijd, tijdsaanduidingen, tijdseenheden, en/of perioden zoals hierboven genoemd.The skilled person should start from a broad interpretation with regard to time, time indications, time units, and/or periods as mentioned above.

Figuur 1 toont een meetinstrument 1 voor gebruk in een werkwijze overeenkomstig een uitvoeringsvorm van de onderhavige utvinding.Figure 1 shows a measuring instrument 1 for use in a method according to an embodiment of the present invention.

Het meetinstrument of label 1 kan bijvoorbeeld zijn verwerkt in een halsband, pootlabel, staartlabel, maagbolus of oorlabel welke door een koe of stier gedragen kan worden.The measuring instrument or tag 1 can for instance be incorporated into a collar, paw tag, tail tag, stomach bolus or ear tag which can be worn by a cow or bull.

Het label 1 is voorzien van een microprocessor 3 welke wordt gevoedt vanut spanningsbron 9. Deze spanningsbron kan een batterij of andere spanningsbron zijn die voldoende elektrische energie kan verschaffen aan de schakeling voor een voldoende lange tijd.The label 1 is provided with a microprocessor 3 which is powered from voltage source 9. This voltage source may be a battery or other voltage source which can provide sufficient electrical energy to the circuit for a sufficient time.

Een klokeenheid 8 verschaft een kloksignaal aan de processor 3, onder andere voor tijdsregistratie en het in de tijd kunnen registreren van veranderingen van waarden van dierparameters.A clock unit 8 provides a clock signal to the processor 3, inter alia for time registration and for being able to register changes in values of animal parameters in time.

Een dergelijke klokeenheid kan integraal onderdeel zijn van de processor 3, in afwijking van het in figuur 1 weergegeven voorbeeld.Such a clock unit can be an integral part of the processor 3, in contrast to the example shown in FIG.

Het label 1 is voorts voorzien van een zendontvanger 5 voor het ontvangen en versturen van elektromagnetische datasignalen.The label 1 is further provided with a transceiver 5 for receiving and transmitting electromagnetic data signals.

In principe kan het label 1 werkzaam zijn op basis van elk gewenst draadloos communicatieprotocol, mits dit geschikt is voor toepassingen met een laag energieverbruik.In principle, the label 1 can operate on the basis of any desired wireless communication protocol, provided it is suitable for applications with a low energy consumption.

Met voordeel kan het label 1 bijvoorbeeld werkzaam zijn op basis van het hoogfrequente identificatieprotocol (radiofrequency identification — RFID), of een datacommunicatieprotocol dat geschikt kan worden gebruikt over kleine of middelgrote afstanden.Advantageously, the tag 1 can be operable, for example, on the basis of the radiofrequency identification (RFID) protocol, or a data communication protocol which can be suitably used over small or medium distances.

Voorts is de processor 3 van label 1 communicatief verbonden met één of meer sensoren 10. De sensoren 10 brengen meetsignalen voort die indicatief zijn voor parameterwaarden van dierparameters, of die kunnen worden gebruikt voor het daaruit afleiden van gedragingen van het dier.Furthermore, the processor 3 of label 1 is communicatively connected to one or more sensors 10. The sensors 10 generate measurement signals which are indicative of parameter values of animal parameters, or which can be used to derive behavior of the animal therefrom.

De sensoren 10 zijn in figuur 1 weergegeven alsof ze deel uitmaken van de eenheid 1, maar kunnen even goed op enige afstand van het label 1 gelegen zijn en communiceren met de processor 3. De uitvinding 1s 1n dit opzicht niet beperkt tot een bepaalde implementatie van de sensoren 10 of een bepaalde manier van communiceren met de processor.The sensors 10 are shown in Figure 1 as if they were part of the unit 1, but could equally well be located some distance from the tag 1 and communicate with the processor 3. The invention is not limited in this regard to a particular implementation of the sensors 10 or some way of communicating with the processor.

De sensoren 10 kunnen er één of meer zijn uit een groep omvattende: een temperatuurssensor 10-1 welke ofwel een lichaamstemperatuurssensor of een omgevingstemperatuurs- sensor of beide kan zijn, een accelleratiesensor of bewegingssensor 10-2 waarmee dierbewegingen kunnen worden vastgesteld, een hartslagsensor 10-3, een microfoon 10-4, of een andere sensor 10-1. De bovengenoemde lijst is niet uitsluitend, maar verschft de vakman slechts enkele voorbeelden van sensoren die toepasbaar kunnen zijn in een werkwijze overeenkomstig de uitvinding.The sensors 10 may be one or more of a group comprising: a temperature sensor 10-1 which may be either a body temperature sensor or an ambient temperature sensor or both, an acceleration sensor or motion sensor 10-2 capable of detecting animal movements, a heart rate sensor 10 3, a microphone 10-4, or another sensor 10-1. The above list is not exclusive, but only provides the skilled person with a few examples of sensors that can be used in a method according to the invention.

De bewegingssensor 10-2 kan zijn ingericht om grote bewegingen, zoals een verplaatsing of grote beweging van het dier, waar te nemen, of kan geschikt zijn om ook kleinere bewegingen waar te nemen zoals het kleine lichaamshewegingen waaruit gedrag zoals het bewegen van de kop van het dier of hijgen of herkauwen kan worden waargenomen.The motion sensor 10-2 may be adapted to detect large movements, such as a displacement or large movement of the animal, or may be suitable for also detecting smaller movements, such as the small body movements that indicate behavior such as moving the head of the animal. the animal or panting or ruminating can be observed.

Ook kunnen er meerdere bewegingsensoren 10-2 zijn toegepast, of een bewegingssensor 10-2 die voor beide doeleinden inzetbaar is.Several motion sensors 10-2 can also be used, or a motion sensor 10-2 that can be used for both purposes.

Onder de overige sensoren 10-i kunnen zich bijvoorbeeld ademhalingssensoren, luchtvochtigheidssensoren, uitscheidings- of ontlastingssensoren (bijvoorbeeld in een staartlabel), nabijheidssensoren (ultrasoon of elektromagnetische veldsterkte), lichtsensoren (bijvoorbeeld voor het meten van direct zonlicht), of geschikt geachte andere sensoren bevinden.Other sensors 10-i may include, for example, respiratory sensors, humidity sensors, excretion or defecation sensors (e.g. in a tail tag), proximity sensors (ultrasonic or electromagnetic field strength), light sensors (e.g. for measuring direct sunlight), or other sensors deemed suitable .

Figuur 2 toont mogelijkheden voor het gebruik van meetinstrumenten in een werkwijze overeenkomstig een uitvoeringsvorm van de uitvinding. De figuur laat zien dat een label 1 zoals is getoond in figuur 1, kan zijn geintegreerd in verschillende typen door een dier te dragen labels. In figuur 2 is een koe 12 getoond welke verschillende type labels draagt, zoals een halsband 15, pootlabel 19, staartlabel 21, maagbolus 23 en een oorlabel 17. In principe volstaat het voor implementatie van de uitvinding om slechts één van dergelijke typen labels toe te passen. Zo kunnen de koeien 12 zijn voorzien van een halslabel 15 met daarin geïntegreerd één of meer van de hierboven genoemde sensoren, of waarbij dergelijke sensoren op afstand zijn gelegen en draadloos of draadgebonden kunnen worden uitgelezen. Ook toont figuur 2 een camera 16 waarmee de koe 12 of een gebied waarin zich een groep koeien 12 bevinden, kan worden bewaakt. Beelden afkomstig van de camera 16 kunnen bijvoorbeeld via een netwerk 11 worden verstuurd aan een dierbeheerserver 13, welke is ingericht om de beelden te analyseren en daaruit bijvoorbeeld bepaalde dierparameters vast te stellen of gedragingen te herkennen. De dierbeheerserver 13 kan tevens gegevens met betrekking tot dierparameters ontvangen van de labels 1 (die zich bevinden in de labels 15, 17, 19, 21 en 23) via basis stations 25 en netwerk 11. Voor de verzorging of het beheer relevante diergegevens kunnen worden opgeslagen in databank 14. In figuur 2 is databank 14 getekend naast server 13, echter deze kan in de server 13 zijn geïntegreerd of kan via een datanetwerk zoals netwerk 11 voor de server op afstand toegankelijk zijn.Figure 2 shows possibilities for using measuring instruments in a method according to an embodiment of the invention. The figure shows that a label 1 as shown in figure 1 can be integrated into different types of labels to be worn by an animal. Figure 2 shows a cow 12 which carries different types of labels, such as a collar 15, leg label 19, tail label 21, stomach bolus 23 and an ear label 17. In principle, for implementation of the invention, it suffices to apply only one of such types of labels. to suit. For example, the cows 12 can be provided with a neck label 15 with one or more of the sensors mentioned above integrated therein, or wherein such sensors are located at a distance and can be read wirelessly or by wire. Figure 2 also shows a camera 16 with which the cow 12 or an area in which a group of cows 12 are located can be monitored. Images originating from the camera 16 can, for instance, be sent via a network 11 to an animal management server 13, which is arranged to analyze the images and to determine from them, for instance, certain animal parameters or to recognize behaviour. The animal management server 13 can also receive data relating to animal parameters from the tags 1 (located in the tags 15, 17, 19, 21 and 23) via base stations 25 and network 11. Animal data relevant to the care or management can be obtained. stored in database 14. In Figure 2, database 14 is drawn next to server 13, however it may be integrated into the server 13 or may be accessed remotely by the server via a data network such as network 11.

Via de zendontvanger 5 kan het label 1 communiceren met basisstations 25, welke via netwerk 11 kunnen communiceren met serverVia the transceiver 5, the tag 1 can communicate with base stations 25, which can communicate with server via network 11

13. Voorts kan bijvoorbeeld via veldsterkte-analyse van een bakenveld, ontvangststerkte-analyse van een bakensignaal, of time-of-flight analyse van een bakensignaal de locatie van een label 1 worden vastgesteld, door bijvoorbeeld te trianguleren. Stel dat de koeien 12 enkel zijn voorzien van een oorlabel 17 waarin zich het label 1 bevind, dan kan de locatie van het oorlabel worden bepaald op basis van de signalen ten opzichte van basisstations 25. In alternatieve uitvoeringsvormen kunnen de labels 1 onderling elkaars uitgezonden signalen ontvangen, en daarvan de signaalsterkten bepalen. Deze informatie kan op een zelfde wijze worden gebruikt voor het voor plaatsbepaling van een label 1.13. Furthermore, via field strength analysis of a beacon field, reception strength analysis of a beacon signal, or time-of-flight analysis of a beacon signal, the location of a label 1 can be determined, for example by triangulating. Suppose the cows 12 are only provided with an ear tag 17 in which the tag 1 is located, then the location of the ear tag can be determined on the basis of the signals relative to base stations 25. In alternative embodiments, the tags 1 can transmit each other's signals. received, and determine its signal strengths. This information can be used in the same way for locating a label 1.

Figuren 3a tot en met 3f tonen de tijdsafhankelijkheid van de temperatuur en van een aantal potentiele dierparameters gedurende een etmaal, ten behoeve van een uitleg van de werkwijze overeenkomstig een uitvoeringsvorm van de uitvinding. De figuren 3a tot en met 3f horen bij een voorbeeld voor het vaststellen van hittestress, echter een dewrgelijk voorbeeld kan worden gegeven voor het optreden van koudestress. Bij koudestress zijn de dierparameters die veranderen en de gedragingen vasn de dieren, iets anders dan bij hittestress.Figures 3a to 3f show the time dependence of the temperature and of a number of potential animal parameters during 24 hours, for the purpose of an explanation of the method according to an embodiment of the invention. Figures 3a to 3f are an example for the determination of heat stress, however a serious example can be given for the occurrence of cold stress. In cold stress, the animal parameters that change and the behavior of the animals are slightly different than in heat stress.

In grafiek 30 van figuur 3a wordt de buitentemperatuur 31 getoond in een weiland gedurende een etmaal, op een erg warme dag. Deze temperatuur kan zijn gemeten met sensor 10-1, of uit de meetwaarden daarvan zijn afgeleid, of kan met een andere sensor zijn gemeten. De horizontale as toont het tijdstip van de dag, onderverdeeld in voormiddag 28 ofwel ante meridiem (AM) en namiddag 29 ofwel post meridiem (PM). De temperatuur gedurende de nacht vanaf 0:00 AM en ongeveer 5:00 PM is dalend, waarbij de begintemperatuur (14°C in dit voorbeeld) aan het begin van de nacht om 0:00 AM min of meer is bepaald door de temperatuur van de voorgaande dag en eventuele specifieke weersinvloeden voorafgaand aan dat tijdstip. Omdat de aarde in de nacht langzaam afkoelt wordt het koudste moment van het etmaal bereikt rond 5:00 AM, vlak voordat de zon opkomt. Vanaf 5:00 uur stijgt de temperatuur onder invloed van het zonlicht, en deze stijging kan aanhouden totdat er minder energie door het zonlicht wordt toegevoerd dan dat er energie van het aardoppervlak verdwijnt. Dit tijdstip is volledig afhankelijk van de omstandigheden en het weer, maar gedurende het weergegeven etmaal 1s dit rond 3:30 PM. De temperatuur daalt daarna eerst geleidelijk, en als de zon onder 1s gegaan sneller.In graph 30 of figure 3a the outside temperature 31 is shown in a meadow during 24 hours, on a very hot day. This temperature may have been measured with sensor 10-1, or derived from the measured values thereof, or may have been measured with another sensor. The horizontal axis shows the time of day, divided into morning 28 or ante meridim (AM) and afternoon 29 or post meridiem (PM). The temperature during the night from 0:00 AM and about 5:00 PM is decreasing, with the starting temperature (14°C in this example) at the beginning of the night at 0:00 AM being more or less determined by the temperature of the previous day and any specific weather influences prior to that time. Because the earth cools slowly at night, the coldest moment of the day is reached around 5:00 AM, just before the sun rises. From 5:00 a.m., the temperature rises under the influence of sunlight, and this rise can continue until less energy is supplied by the sunlight than energy is lost from the Earth's surface. This time is completely dependent on conditions and weather, but during the displayed 24 hours it will be around 3:30 PM. The temperature then drops gradually at first, and as the sun goes down 1s has gone faster.

In grafiek 30 is tevens met twee stippellijnen 33 en 34 weergegeven by welke temperaturen, bij de gegeven luchtvochtigheid, een rund gemiddeld gezien last krijgt van milde hittestress (stippellijn 33, hier bij 24°C) en matige hittestress (stippellijn 34, hier bij 29°C). De momenten waarop de temperatuur is gelegen binnen de grenswaarden voor milde en matige hittestress is aangeduidt met respectievelijk verwijzingscijfers 27 enGraph 30 also shows with two dotted lines 33 and 34 at which temperatures, at the given humidity, a cow will suffer on average from mild heat stress (dotted line 33, here at 24°C) and moderate heat stress (dotted line 34, here at 29 °C). The moments at which the temperature is within the limit values for mild and moderate heat stress are indicated by reference numerals 27 and

32. Gedurende deze perioden dient er extra waakzaamheid te zijn met betrekking tot het optreden van hittestress. Optioneel kan een gebruiker middels een attentiesignaal of bericht hier desgewenst opmerkzaam op worden gemaakt, binnen een werkwijze volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding.32. During these periods there should be extra vigilance with regard to the occurrence of heat stress. Optionally, a user can be made aware of this by means of an attention signal or message, within a method according to an embodiment of the invention.

De grafiek 35 van figuur 3b toont de ichaamstemperatuur 36 van een koe 12 welke is voorzien van een label 1 zoals bijvoorbeeld geintegreerd in een halslabel 15. Deze temperatuur is bijvoorbeeld gemeten met sensor 10-1. De temperatuur ligt normaliter, voor een gezonde koe, rond de 37°C. Deze lichaamstemperatuur is met een stippellijn 37 aangeduid in figuur 3b.The graph 35 of figure 3b shows the body temperature 36 of a cow 12, which is provided with a label 1 such as, for instance, integrated in a neck label 15. This temperature has for instance been measured with sensor 10-1. The temperature is normally around 37°C for a healthy cow. This body temperature is indicated by a dotted line 37 in figure 3b.

Gedurende de nacht, als het dier 12 in rust 1s, zal de lichaamstemperatuur vrij constant blijven. Wanneer aan het eind van de nacht, rond 5:00 uur, de koe 12 actief wordt, zal de temperatuur enigzins kunnen varieren, maar deze blijft daarbij ongeveer 37°C. Uit de grafiek 35 blijkt duidelijk dat de temperatuur van koe 12 reeds vanaf ongeveer 11:00 AM een stijging laat zien. Dit moment valt in gebied 27 van de grafiek 30, het moment waarop milde hittestress te verwachten is. De temperatuur 36 van de koe 12 blijft stijgen zolang het erg warm blijft, en er onvoldoende gedaan wordt om de koe 12 te verkoelen. In dit voorbeeld stijgt de temperatuur tot ongeveer 6:00 PM (dit is slechts in het voorbeeld, in de praktijk zal een veehouder dan al ingegrepen moeten hebben). Daarna is het lichaam van koe 12 weer langzaam in staat de tem,peratuur terug te brengen tot een gemiddelde van 37°C.During the night, when the animal is at rest for 1s, the body temperature will remain fairly constant. When at the end of the night, around 5:00 am, the cow 12 becomes active, the temperature will vary slightly, but it will remain around 37°C. From the graph 35 it is clear that the temperature of cow 12 already shows an increase from about 11:00 AM. This moment falls in area 27 of graph 30, the moment when mild heat stress can be expected. The temperature 36 of the cow 12 continues to rise as long as it remains very warm, and not enough is done to cool the cow 12. In this example, the temperature rises to about 6:00 PM (this is only in the example, in practice a farmer will have to intervene already). After that, the body of cow 12 is again slowly able to bring the temperature back to an average of 37°C.

In figuur 3c wordt de hartslag 41 getoond van koe 12, zoals gemeten met de hartslagsensor 10-3. Deze hartslag, die voor dit dier 12 gemiddeld rond de 50 slagen per minuut ligt zoals weergegeven met stippellijn 42, 1s ’s nachts wat lager als de koe in rust 1s.Figure 3c shows the heart rate 41 of cow 12, as measured with the heart rate sensor 10-3. This heart rate, which for this animal 12 averages around 50 beats per minute as shown by the dotted line 42, is slightly lower at night than when the cow is at rest 1s.

In de ochtend, wanneer de koe 12 actief wordt, stijgt deze tot ongeveer 50 slagen per minuut.In the morning, when the cow becomes active, it rises to about 50 beats per minute.

Als de koe 12 op enig moment erg actief wordt, loopt de hartslag op als gevolg van inspanning.If the cow 12 becomes very active at any time, the heart rate increases as a result of exercise.

Dit is mogelijk het geval vanaf 9:00 AM.This may be the case from 9:00 AM.

Echter vanaf ongeveer 11:00 uur is er opnieuw een stijging van de hartslag waar te nemen.However, from about 11:00 a.m. an increase in the heart rate can be observed again.

Deze stijging in het gebied 44 is het gevolg van hittestress, omdat het lichaam het bloed harder rondpompt om bepaalde lichaamsdelen (bijvoorbeeld de kop) beter te kunnen koelen.This increase in the area 44 is the result of heat stress, because the body pumps the blood around harder to better cool certain parts of the body (for example the head).

Hoewel in het onderhavige voorbeeld de hartslag besproken wordt, kan alternatief of additoneel ook de hartslagvariabiliteit van het dier 12 in aanmerking genomen worden.Although the heart rate is discussed in the present example, alternatively or additionally, the heart rate variability of the animal 12 may also be taken into account.

Hartslagvariabiliteit (ofwel R-R interval) en de mate waarin deze fluctueert, zijn verhoogd bij hittestress (ten opzichte van gebruikelijke waarden in afwezigheid van koude of hittestress). Figuur 3d laat de sta-tijd 51 van de koe 12 zien, zoals gemeten met de bewegingssensor 10-2 bijvoorbeeld.Heart rate variability (or R-R interval) and the extent to which it fluctuates are increased with heat stress (relative to usual values in the absence of cold or heat stress). Figure 3d shows the standing time 51 of the cow 12, as measured with the motion sensor 10-2, for example.

Zodra de koe 12 actief wordt is in de grafiek 50 te zien dat er sta-tijd geregistreerd is.As soon as the cow 12 becomes active, the graph 50 shows that standing time has been registered.

Vanaf echter ongeveer 11:00 AM zijn er in de grafiek 12 langere periodes 53 te zien waarin de koe staat.However, from about 11:00 AM, there are 12 longer periods 53 in which the cow is standing in the graph.

Dit gedrag vertoont de koe onder andere bij hittestress.The cow exhibits this behavior under heat stress, among other things.

Grafiek 58 van figuur 3e laat het activiteitsniveau 59 van de koe zien, eveneens meetbaar met de bewegingssensor 10-2. Gedurende de ochtend, in periode 60, is de koe 12 aanvankelijk redelijk actief.Graph 58 of figure 3e shows the activity level 59 of the cow, also measurable with the motion sensor 10-2. During the morning, in period 60, the cow 12 is initially quite active.

Echter vanaf ongeveer 11:00 AM wordt de koe 12 duidelijk steeds minder actief totdat het activiteitsniveau aan het eind van de middag bij 64 tot een minimum is gedaald.However, from about 11:00 AM the cow 12 becomes noticeably less and less active until the activity level has fallen to a minimum at 64 at the end of the afternoon.

De koe 12 blijft inactief zolang zij het te warm heeft, en wordt dan pas weer actiever aan het eind van de avond bij 65.Cow 12 remains inactive as long as she is too hot, and then becomes more active again at the end of the evening at 65.

Voorts, laat figuur 3f de locatie van de koe zien op verschillende tijdstippen van de dag. De locatie is te bepalen op basis van het RFID signaal met behulp van de basisstations 25, zoals hierboven 1s beschreven. Rond 9:00 uur (klok 70-1) in de ochtend bevind de koe 12 zich buiten de stal in een weiland. In de figuur 3f is een schaduwgebied 72 met drinkbak 73 getoond. Rond 12:00 uur (klok 70-2) bevindt koe 12 — hier aangeduid met 12’ — zich in het schaduwgebied 72 bij drinkbak 73. Om 3:00 uur (klok 70-3) bevindt de koe 12 (hier 12”) zich in de stal 74 welke 1s voorzien van klimaatbeheersing.Furthermore, Figure 3f shows the location of the cow at different times of the day. The location can be determined on the basis of the RFID signal using the base stations 25, as described above 1s. Around 9:00 am (clock 70-1) in the morning cow 12 is outside the barn in a meadow. In figure 3f a shadow area 72 with drinking trough 73 is shown. Around 12:00 (clock 70-2) cow 12 — here indicated by 12' — is in shaded area 72 at drinking trough 73. At 3:00 (clock 70-3) cow 12 (here 12”) is located in barn 74 which 1s is equipped with climate control.

In een werkwijze volgens de uitvinding, zoals weergegeven in figuur 4, worden enkele van de bovenbeschreven parameters (of andere geschikte, niet in het bovenstaande voorbeeld besproken dierparameters) verwerkt om betrouwbaar een klimaatstresstoestand vast te stellen bij een dier. In een meest basale uitvoeringsvorm kan al volstaan worden met een temperatuursmeting en een meting van ten minste één andere dierparameter. De tempratuursmeting kan een meting zijn van de lichaamstemperatuur 36, maar kan ook een meting betreffen van de omgevingstemperatuur van omgeving van de koe 12. Bij meting van de lichaamstemperatuur 36 wordt deze gecombineerd met één van de andere beschreven dierparameters die voor hittestress of koudestress van belang zijn, om zonder kennis van de buitentemperatuur de toestand klimaatstress al te kunnen herkennen. Toevoeging of gebruik van de buitentemperatuur 31 is direct indicatief voor het risico van klimaatstress, maar zegt zonder lichaamstemperatuur 36 iets minder over het optreden van daadwerkelijke hittestress bij de koe 12. Een combinatie van beide temperaturen 36 en 31, en één (of meer) van de dierparameters (bijvoorbeeld hartslag 41, sta-tijd 51, activiteitsniveau 59, of de locatie van de koe 12, of één van de andere beschreven parameters) geeft een betrouwbaardere vaststelling van de klimaatstresstoestand.In a method according to the invention, as shown in Figure 4, some of the above-described parameters (or other suitable animal parameters not discussed in the above example) are processed to reliably determine a climatic stress state in an animal. In a most basic embodiment, a temperature measurement and a measurement of at least one other animal parameter will suffice. The temperature measurement can be a measurement of the body temperature 36, but can also be a measurement of the ambient temperature of the environment of the cow 12. When measuring the body temperature 36, this is combined with one of the other described animal parameters that are important for heat stress or cold stress. to be able to recognize the state of climatic stress without knowing the outside temperature. The addition or use of the outside temperature 31 is directly indicative of the risk of climate stress, but without body temperature 36 says a little less about the occurrence of actual heat stress in the cow 12. A combination of both temperatures 36 and 31, and one (or more) of the animal parameters (e.g. heart rate 41, standing time 51, activity level 59, or the location of the cow 12, or one of the other parameters described) provides a more reliable determination of the climatic stress state.

In stappen 80, 84, 88 en 92 worden de temperatuur (31, 36 of beide) en verschillende andere parameters bijvoorbeeld gemeten met de sensorenFor example, in steps 80, 84, 88 and 92, the temperature (31, 36 or both) and various other parameters are measured with the sensors

10. Zoals besproken zijn dit er ten minste twee, waarvan één een temperatuurswaarde betreft, zodat in de meest eenvoudige uitvoering van de uitvinding bijvoorbeeld slechts stappen 80 en 88 aanwezig zouden kunnen zijn. In respectievelijk stappen 82, 86, 84, en 94 worden deze parameterwaarden als datasignaal doorgestuurd aan bijvoorbeeld de centrale veebeheerserver 13. In stap 98 worden alle sensorwaarden als invoer gebrukt om vast te stellen of er sprake is van klimaatstress.10. As discussed, there are at least two, one of which is a temperature value, so that in the simplest embodiment of the invention, for example, only steps 80 and 88 could be present. In steps 82, 86, 84, and 94, respectively, these parameter values are forwarded as a data signal to, for example, the central livestock management server 13. In step 98 all sensor values are used as input to determine whether climate stress is involved.

Vervolgens wordt in stap 100, aan de hand van de uitkomst van een algoritme of eventueel een kunstmatig intelligent dataverwerkingsmodel gebruikt in stap 98, bepaald of er sprake is van klimaatstress. Als dat zo is, wordt er in stap 102 een alarmsignaal gegenereerd. Dit kan een indicatorlicht zijn op het label 1 of een geluidssignaal. Met voordeel is dit een bericht of een alarmsignaal dat direct bij de veehouder terecht komt, bijvoorbeeld op zijn telefoon. De veehouder kan dan meteen actie ondernemer. Wanneer er geen sprake is van klimaatstress zal in stap 108 terug gegaan worden naar de stappen 80, 84, 88 en 92.Subsequently, in step 100, it is determined on the basis of the outcome of an algorithm or possibly an artificially intelligent data processing model used in step 98 whether there is a question of climate stress. If so, an alarm signal is generated in step 102. This can be an indicator light on the label 1 or a sound signal. Advantageously, this is a message or an alarm signal that is sent directly to the livestock farmer, for example on his telephone. The livestock farmer can then immediately take action. If there is no climate stress, step 108 will return to steps 80, 84, 88 and 92.

In figuur 5 wordt voorts nog een groepsgedragsparameter beschreven, zoals deze eveneens met voordeel kan worden toegepast in een werkwijze overeenkomstig de uitvinding. In de figuur is te zien dat een aantal koeien 12 elkaar veel dichter genaderd is dan gebruikelijk. Een dergelijke situatie kan bijvoorbeeld optreden bij koudestress, waarbij de koeien 12 wanneer ze last hebben van de kou, elkaar opzoeken om zo minder warmte kwijt te raken. Sommige van de koeien 112 en 112’ bevinden zich buiten de groep. Deze koeien hebben mogelijk nog geen last van koudestress, omdat zij bijvoorbeeld beter tegen de kou kunnen.Figure 5 furthermore describes a group behavior parameter, such as can also be advantageously used in a method according to the invention. The figure shows that a number of cows 12 have approached each other much closer than usual. Such a situation can for instance occur in the event of cold stress, in which case the cows 12 visit each other when they are bothered by the cold in order to lose less heat in this way. Some of the cows 112 and 112' are outside the group. These cows may not yet suffer from cold stress, for example because they can cope better with the cold.

In een werkwijze overeenkomstig de uivinding kan gebruik worden gemaakt van dit groepsgedrag om de toestand koudestress betrouwbaar te kunnen vaststellen. Dit kan zowel op grond van de posities van de koeien 12 zoals meetbaar via de labels 1, maar is ook vast te stellen met een cameraIn a method according to the invention, this group behavior can be used to reliably determine the cold stress condition. This is possible on the basis of the positions of the cows 12 as measurable via the labels 1, but can also be determined with a camera.

16. De keuze voor verschillende dierparameters binnen de werkwijze, teneinde vast te stellen of er sprake is van klimaatstress, is enigszins afhankelijk van of er dient te worden bepaald of er hittestress optreedt of koudestress. In de onderstaande tabel is de waar te nemen verandering van de parameter weergegeven afhankelijk van de klimaatstresstoestand hittestress of koudestress.16. The choice of different animal parameters within the method, in order to determine whether there is climate stress, is somewhat dependent on whether it is necessary to determine whether heat stress or cold stress occurs. The table below shows the observable change of the parameter depending on the climatic stress state, heat stress or cold stress.

Parameter Hittestress Koudestress Ligtijd omlaag omhoog Statijd omhoog omlaag Stappen omlaag Vreettijd omlaag omhoog Herkauwtijd omlaag omhoog Herkauwboli omlaag omhoog Inactieftijd omhoog omlaag Hartslag omhoog omlaag Ademhaling omhoog Omlaag Snelheid omlaag Versnelling omlaag Hijgtijd omhoog ademhalingsfrequentie omhoog omlaag De hierboven beschreven parameters zijn slechts als voorbeeld gegeven, en verschaffen geen volledig beeld van de parameters die kunnen veranderen en veranderingen zelf. De vakman zal begrijpen dat er andere meetbare dierparameters kunnen worden gehanteerd in een werkwijze overeenkomstig de uitvinding.Parameter Heat Stress Cold Stress Lying Time Down Up Standing Time Up Down Stepping Down Eating Time Down Up Rumination Time Down Up Rumination Down Up Idle Time Up Down Heart Rate Up Down Breathing Up Down Speed Down Acceleration Down Panting Time Up Respiratory Rate Up Down The parameters described above are given as an example only, and provide not a complete picture of the parameters that can change and changes themselves. The skilled person will appreciate that other measurable animal parameters can be handled in a method according to the invention.

De hierboven beschreven specifieke uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn bedoeld ter illustratie van het uitvindingsprincipe.The specific embodiments of the invention described above are intended to illustrate the inventive principle.

De uitvinding wordt slechts beperkt door de navolgende conclusies.The invention is limited only by the following claims.

Claims (28)

CONCLUSIESCONCLUSIONS 1. Werkwijze voor het bepalen van klimaatstress bij ten minste één dier, waarbij het ten minste ene dier een rund is en waarbij het dier is voorzien van een meetinstrument dat is bevestigd aan het dier of is ingebracht in het dier, en waarbij het meetinstrument is voorzien van één of meer sensoren, waarbij de werkwijze omvat: het, met de één of meer sensoren, bepalen van een temperatuur en het voortbrengen van een eerste meetwaarde indicatief voor de bepaalde temperatuur; het, met ten minste één van het meetinstrument, een controller of een externe bewakingsinrichting, bepalen van ten minste één dierparameter, waarbij de dierparameter een lichaams- of gedragsparameter van het dier is, en het voortbrengen van een tweede meetwaarde indicatief voor de bepaalde dierparameter; en het op basis van de eerste en tweede meetwaarden vaststellen van een klimaatstresstoestand bij het dier.A method for determining climatic stress in at least one animal, wherein the at least one animal is a bovine and wherein the animal is provided with a measuring instrument attached to the animal or inserted into the animal, and wherein the measuring instrument is provided with one or more sensors, the method comprising: determining a temperature with the one or more sensors and producing a first measurement value indicative of the determined temperature; determining, with at least one of the measuring instrument, a controller or an external monitoring device, at least one animal parameter, the animal parameter being a body or behavioral parameter of the animal, and generating a second measured value indicative of the determined animal parameter; and determining a climate stress state in the animal on the basis of the first and second measured values. 2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij de ten minste ene dierparameter is gekozen uit een groep omvattende: vreettijd waarbij de vreettijd indicatief is voor een hoeveelheid tijd die door het dier wordt besteed aan vreten; ligtijd waarbij de ligtijd indicatief is voor een hoeveelheid tijd die door het dier wordt besteed aan liggen; sta-tijd waarbij de sta-tijd indicatief is voor een hoeveelheid tijd die door het dier wordt besteed aan staan; hijgtijd, waarbij de hijgtijd indicatief is voor een hoeveelheid tijd die door het dier wordt besteed aan hijgen; hartslag; hartslagvariabiliteit; ademhaling; ademhalingsfrequentie; herkauwtijd; aantal herkauwboli; bewegingsparameters van het ten minste ene meetinstrument, zoals positie, snelheid en of versnelling; aantal stappen;The method of claim 1, wherein the at least one animal parameter is selected from a group comprising: feeding time wherein the feeding time is indicative of an amount of time spent by the animal feeding; lying time wherein the lying time is indicative of an amount of time spent by the animal lying down; standing time wherein the standing time is indicative of an amount of time spent by the animal standing; panting time, the panting time being indicative of an amount of time spent panting by the animal; heartbeat; heart rate variability; breathing; respiratory rate; rumination time; number of ruminant boli; movement parameters of the at least one measuring instrument, such as position, velocity and/or acceleration; number of steps; inactiviteit, waarbij de inactiviteit indicatief is voor een hoeveelheid tijd waarin het dier inactief is; wateropname van het dier; aanwezigheid van het dier in één of meer interessegebieden; aantal keren dat het dier ten minste één van de interessegebieden bezoekt, hoeveelheid tijd dat het dier zich bevind in ten minste één van de interessegebieden; voorkomen of frequentie van verplaatsingen tussen vooraf bepaalde interessegebieden.inactivity, wherein the inactivity is indicative of an amount of time the animal is inactive; water intake of the animal; presence of the animal in one or more areas of interest; number of times the animal visits at least one of the areas of interest, amount of time the animal is in at least one of the areas of interest; occurrence or frequency of movements between predetermined areas of interest. 3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij het vaststellen van de klimaatstresstoestand het vaststellen van hittestress omvat.Method according to claim 1 or 2, wherein determining the climatic stress state comprises determining heat stress. 4. Werkwijze volgens conclusie 3, waarbij de werkwijze voor het vaststellen van de klimaatstresstoestand omvat: het vergelijken van de eerste meetwaarde met een eerste vergelijkingswaarde, waarbij de eerste vergelijkingswaarde ofwel een eerdere waarde van de eerste meetwaarde is om vast te stellen of de temperatuur is gestegen, of waarbij de eerste vergelijkingswaarde een grenswaarde is om vast te stellen of de temperatuur de grenswaarde heeft overschreden.The method of claim 3, wherein the method of determining the climatic stress condition comprises: comparing the first measurement value with a first comparison value, the first comparison value being either a previous value of the first measurement value to determine whether the temperature is increased, or where the first comparison value is a limit value to determine whether the temperature has exceeded the limit value. 5. Werkwijze volgens conclusie 3 of 4, waarbij de dierparameter er ten minste één is van: ligtijd, vreettijd, herkauwtijd, aantal herkauwboli, snelheid, versnelling of aantal stappen; en waarbij de werkwijze voor het vaststellen van de klimaatstresstoestand omvat: het vergelijken van de tweede meetwaarde met een tweede vergelijkingswaarde, waarbij de tweede vergelijkingswaarde ofwel een eerdere waarde van de tweede meetwaarde is om vast te stellen of de dierparameter is afgenomen, of waarbij de tweede vergelijkingswaarde een tweede grenswaarde is om vast te stellen of de dierparameter de tweede grenswaarde heeft onderschreden.A method according to claim 3 or 4, wherein the animal parameter is at least one of: lying time, eating time, rumination time, number of rumination boli, speed, acceleration or number of steps; and wherein the method for determining the climatic stress state comprises: comparing the second measurement value with a second comparison value, wherein the second comparison value is either a previous value of the second measurement value to determine whether the animal parameter has decreased, or wherein the second comparison value is a second limit value to determine whether the animal parameter has fallen below the second limit value. 6. Werkwijze volgens één of meer der conclusies 3-4, waarbij de dierparameter er ten minste één is van: sta-tijd, hijgtijd, hartslag; ademhaling; ademhalingsfrequentie, inactiviteit; en waarbij de werkwijze voor het vaststellen van de klimaatstresstoestand omvat: het vergelijken van de tweede meetwaarde met een tweede vergelijkingswaarde, waarbij de tweede vergelijkingswaarde ofwel een eerdere waarde van de tweede meetwaarde is om vast te stellen of de dierparameter is toegenomen, of waarbij de tweede vergelijkingswaarde een tweede grenswaarde is om vast te stellen of de dierparameter de tweede grenswaarde heeft overschreden.A method according to any one of claims 3-4, wherein the animal parameter is at least one of: standing time, panting time, heart rate; breathing; respiratory rate, inactivity; and wherein the method of determining the climatic stress state comprises: comparing the second measurement value with a second comparison value, wherein the second comparison value is either a previous value of the second measurement value to determine whether the animal parameter has increased, or wherein the second comparison value is a second limit value to determine whether the animal parameter has exceeded the second limit value. 7. Werkwijze volgens één of meer der voorgaande conclusies, waarbij het vaststellen van de klimaatstresstoestand het vaststellen van koudestress omvat.Method according to one or more of the preceding claims, wherein determining the climate stress condition comprises determining cold stress. 8. Werkwijze volgens conclusie 7, waarbij de werkwijze voor het vaststellen van de klimaatstresstoestand omvat: het vergelijken van de eerste meetwaarde met een eerste vergelijkingswaarde, waarbij de eerste vergelijkingswaarde ofwel een eerdere waarde van de eerste meetwaarde is om vast te stellen of de temperatuur is gedaald, of waarbij de eerste vergelijkingswaarde een eerste grenswaarde is om vast te stellen of de temperatuur de grenswaarde heeft onderschreden.The method of claim 7, wherein the method of determining the climatic stress condition comprises: comparing the first measurement value with a first comparison value, the first comparison value being either a previous value of the first measurement value to determine whether the temperature is decreased, or wherein the first comparison value is a first limit value to determine whether the temperature has fallen below the limit value. 9. Werkwijze volgens conclusie 7 of 8, waarbij de dierparameter er ten minste één is van: ligtijd, vreettijd, herkauwtijd, aantal herkauwboli; en waarbij de werkwijze voor het vaststellen van de klimaatstresstoestand omvat: het vergelijken van de tweede meetwaarde met een tweede vergelijkingswaarde, waarbij de tweede vergelijkingswaarde ofwel een eerdere waarde van de tweede meetwaarde is om vast te stellen of de dierparameter is toegenomen, of waarbij de tweede vergelijkingswaarde een tweede grenswaarde is om vast te stellen of de dierparameter de tweede grenswaarde heeft overschreden.A method according to claim 7 or 8, wherein the animal parameter is at least one of: lying time, eating time, ruminating time, number of ruminating boli; and wherein the method of determining the climatic stress state comprises: comparing the second measurement value with a second comparison value, wherein the second comparison value is either a previous value of the second measurement value to determine whether the animal parameter has increased, or wherein the second comparison value is a second limit value to determine whether the animal parameter has exceeded the second limit value. 10. Werkwijze volgens één of meer der conclusies 7-9, waarbij de dierparameter er ten minste één is van: sta-tijd, ademhalingsfrequentie, inactiviteit; en waarbij de werkwijze voor het vaststellen van de klimaatstresstoestand omvat: het vergelijken van de tweede meetwaarde met een tweede vergelijkingswaarde, waarbij de tweede vergelijkingswaarde ofwel een eerdere waarde van de tweede meetwaarde is om vast te stellen of de dierparameter is afgenomen, of waarbij de tweede vergelijkingswaarde een tweede grenswaarde is om vast te stellen of de dierparameter de tweede grenswaarde heeft onderschreden.The method of any one of claims 7-9, wherein the animal parameter is at least one of: standing time, respiratory rate, inactivity; and wherein the method for determining the climatic stress state comprises: comparing the second measurement value with a second comparison value, wherein the second comparison value is either a previous value of the second measurement value to determine whether the animal parameter has decreased, or wherein the second comparison value is a second limit value to determine whether the animal parameter has fallen below the second limit value. 11. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, verder omvattende het, met het meetinstrument of de externe bewakingsinrichting, bepalen van een locatie van het ten minste ene dier voor het bepalen van de dierparameter.A method according to any one of the preceding claims, further comprising determining, with the measuring instrument or the external monitoring device, a location of the at least one animal for determining the animal parameter. 12. Werkwijze volgens conclusie 11, waarbij de dierparameter is gekozen uit een groep omvattende: aanwezigheid van het dier in één of meer interessegebieden, aantal keren dat het dier ten minste één van de interessegebieden bezoekt, hoeveelheid tijd dat het dier zich bevindt in ten minste één van de interessegebieden; voorkomen of frequentie van verplaatsingen tussen voorafbepaalde interessegebieden; en waarbij de dierparameter wordt bepaald op basis van de bepaalde locatie van het ten minste ene dier.The method of claim 11, wherein the animal parameter is selected from a group comprising: presence of the animal in one or more regions of interest, number of times the animal visits at least one of the regions of interest, amount of time the animal is in at least one of the areas of interest; occurrence or frequency of movements between predetermined regions of interest; and wherein the animal parameter is determined based on the determined location of the at least one animal. 13. Werkwijze volgens conclusie 12, de één of meer interessegebieden omvattende een interessegebied dat indicatief is voor een klimaatstresstoestand die past bij hittestress of koudestress; zoals een nabijheid van het dier bij een drinkbak, een aanwezigheid van het dier nabi] schaduw of beschutting, of een aanwezigheid van het dier in een liggebied terwijl het dier blijft staan.The method of claim 12, the one or more regions of interest comprising a region of interest indicative of a climatic stress state consistent with heat stress or cold stress; such as a proximity of the animal to a drinking trough, a presence of the animal near shade or shelter, or a presence of the animal in a lying area while the animal remains standing. 14. Werkwijze volgens één of meer der voorgaande conclusies, waarbij] de werkwijze wordt uitgevoerd voor het bepalen van klimaatstress bij een veelheid dieren, en waarbij de stap van het vaststellen van de klimaatstresstoestand voor elk van de dieren wordt uitgevoerd.A method according to any one of the preceding claims, wherein the method is performed for determining climatic stress in a plurality of animals, and wherein the step of determining the climatic stress state is performed for each of the animals. 15. Werkwijze volgens conclusie 14, waarbij de stap van het op basis van de eerste en tweede meetwaarden vaststellen van de klimaatstresstoestand bij het dier voorts omvat: het vergelijken van ten minste één van de eerste en tweede meetwaarden met overeenkomstige meetwaarden van een ander dier voor het op basis daarvan vaststellen van de klimaatstresstoestand bij het dier.A method according to claim 14, wherein the step of determining the climatic stress state in the animal on the basis of the first and second measured values further comprises: comparing at least one of the first and second measured values with corresponding measured values of another animal for determining the climate stress state in the animal on the basis thereof. 16. Werkwijze volgens conclusie 15, waarbij het ten minste ene dier deel uit maakt van een veelheid dieren, en waarbij voor elk dier van de veelheid dier ten minste de eerste en de tweede meetwaarden wordt bepaald, en waarbij het optreden van een klimaatstresstoestand voor de veelheid dieren wordt vastgesteld op basis van de eerste en tweede meetwaarden van elk van de veelheid dieren.A method according to claim 15, wherein the at least one animal is part of a plurality of animals, and wherein at least the first and the second measured values are determined for each animal of the plurality of animals, and wherein the occurrence of a climatic stress condition for the plurality of animals is determined based on the first and second readings of each of the plurality of animals. 17. Werkwijze volgens conclusie 11 en ten minste één der conclusies 14-16, verder omvattende een stap van het, voor elk van de dieren, registreren van de klimaatstresstoestand en de locatie van het dier; en het op basis van de registraties van de dieren voortbrengen van locatie- afhankelijke klimaatstresstoestandsgegevens.A method according to claim 11 and at least one of claims 14-16, further comprising a step of recording, for each of the animals, the climatic stress state and the location of the animal; and generating location-dependent climatic stress state data based on the records of the animals. 18. Werkwijze volgens conclusie 11 en ten minste één der conclusies 14-17, waarbij de locaties van een veelheid dieren wordt bepaald, en waarbij de stap van het vaststellen van de klimaatstresstoestand van het ten minste ene dier omvat: het bepalen van de locatie van het ten minste ene dier ten opzichte van de locaties van één of meer andere dieren van de veelheid dieren, en het vaststellen of er groepsvorming of isolatie plaatsvindt van het ten minste ene dier met of ten opzichte van de één of meer andere dieren.A method according to claim 11 and at least one of claims 14-17, wherein the locations of a plurality of animals are determined, and wherein the step of determining the climatic stress state of the at least one animal comprises: determining the location of the at least one animal relative to the locations of one or more other animals of the plurality of animals, and determining whether there is clustering or isolation of the at least one animal with or relative to the one or more other animals. 19. Werkwijze volgens conclusie 18, waarbij voor het vaststellen of er groepsvorming plaatsvindt de werkwijze een stap omvat van: het bepalen van ten minste één onderlinge afstand van het ten minste ene dier ten opzichte van de één of meer andere dieren, en het vergelijken van de ten minste ene onderlinge afstand met een derde vergelijkingswaarde, waarbij de derde vergelijkingswaarde ofwel een eerdere waarde van de onderlinge afstand is om vast te stellen of de onderlinge afstand is gedaald, of waarbij de derde vergelijkingswaarde een derde grenswaarde is om vast te stellen of de onderlinge afstand de derde grenswaarde heeft onderschreden.A method according to claim 18, wherein for determining whether group formation takes place, the method comprises a step of: determining at least one mutual distance of the at least one animal relative to the one or more other animals, and comparing the at least one spacing with a third comparison value, wherein the third comparison value is either a previous value of the spacing to determine whether the spacing has decreased, or wherein the third comparison value is a third limit value to determine whether the mutual distance has fallen below the third limit value. 20. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies voorzover afhankelijk van conclusie 2, waarbij de dierparameter is gekozen uit een groep omvattende: de vreettijd, de herkauwtijd, het aantal herkauwbol, de ligtijd, de sta-tijd, de tijd besteed aan inactiviteit, of de tijd besteed aan hijgen, en waarbij voor het bepalen van de dierparameter de werkwijze een stap omvat van: het bepalen van een gedrag van het dier, waarbij het bepalen van het gedrag omvat: het, met de bewakingsinrichting waarnemen van een beeldsignaal of geluidssignaal, het middels beeldherkenning of geluidsherkenning vaststellen van het gedrag van het dier, en het op basis daarvan bepalen van de dierparameter.A method according to any one of the preceding claims when dependent on claim 2, wherein the animal parameter is selected from a group comprising: the eating time, the rumination time, the number of rumination bulb, the lying time, the standing time, the time spent inactivity, or the time spent panting, and wherein for determining the animal parameter the method comprises a step of: determining a behavior of the animal, wherein determining the behavior comprises: observing an image signal or sound signal with the monitoring device, determining the animal's behavior by means of image recognition or sound recognition, and determining the animal parameter on the basis thereof. 21. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarin de eerste meetwaarde indicatief is voor een omgevingstemperatuur van het dier.A method according to any one of the preceding claims, wherein the first measured value is indicative of an ambient temperature of the animal. 22. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij ten minste één van de sensoren een temperatuurssensor is, en waarbij de werkwijze verder een stap omvat van het analyseren van de bepaalde temperatuur voor het daaruit onderscheiden van de omgevingstemperatuur van het dier.A method according to any one of the preceding claims, wherein at least one of the sensors is a temperature sensor, and wherein the method further comprises a step of analyzing the determined temperature to distinguish therefrom the environmental temperature of the animal. 23. Werkwijze volgens conclusie 22, waarin de stap van het analyseren van de bepaalde temperatuur omvat het invoeren van de bepaalde temperatuur in een algoritme voor het vaststellen van de omgevingstemperatuur.The method of claim 22, wherein the step of analyzing the determined temperature comprises entering the determined temperature into an algorithm for determining the ambient temperature. 24. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het meetinstrument is gekozen uit een groep omvattende: een oorlabel; een halslabel; een pootlabel; een staartlabel; een op een huid van het dier gedragen meetinstrument; of een maagbolus.The method of any preceding claim, wherein the measuring instrument is selected from a group comprising: an ear tag; a neck tag; a paw tag; a tail tag; a measuring instrument worn on a skin of the animal; or a stomach bolus. 25. Werkwijze volgens conclusie 24, waarbij het dier deel uit maakt van een veelheid dieren, waarbij het meetinstrument een maagbolus is, en waarbij elk dier van de veelheid dieren is voorzien van een maagbolus, en waarin de temperatuur wordt bepaald voor elk van de veelheid dieren, waarbij een klimaatstresstoestand wordt vastgesteld wanneer voor een aantal dieren van de veelheid dieren gelijktijdig een lichaamstemperatuur wordt gemeten met een afwijking ten opzichte van een gemiddeld gezonde lichaamstemperatuur van de dieren, waarbij de afwijking groter is dan een grenswaarde.The method of claim 24, wherein the animal is part of a plurality of animals, wherein the measuring instrument is a gastric bolus, and wherein each animal of the plurality of animals is provided with a gastric bolus, and wherein the temperature is determined for each of the plurality animals, wherein a climatic stress state is established when a body temperature is measured simultaneously for a number of animals of the plurality of animals, with a deviation from an average healthy body temperature of the animals, the deviation being greater than a limit value. 26. Systeem voor het bepalen van klimaatstress bij ten minste één dier, waarbij het ten minste ene dier een rund is, het systeem omvattende ten minste één meetinstrument dat is ingericht om te worden bevestigd aan het ten minste ene dier, waarbij het meetinstrument is voorzien van één of meer sensoren voor het meten van lichaams- of gedragsparameters van het dier, het systeem verder omvattende een controller, waarbij de één of meer sensoren van het meetinstrument zijn ingericht voor het bepalen van een temperatuur en het voortbrengen van een eerste meetwaarde indicatief voor de bepaalde temperatuur; waarbij, ten minste één van het meetinstrument, de controller of een externe bewakingsinrichting, verder is ingericht voor bepalen van een dierparameter, waarbij de dierparameter een lichaams- of gedragsparameter van het dier is, en het voortbrengen van een tweede meetwaarde indicatief voor de bepaalde dierparameter; waarbij de controller is ingericht het verkrijgen van de eerste en tweede meetwaarden, en voor het op basis van de eerste en tweede meetwaarden vaststellen van een klimaatstresstoestand bij het dier.26. System for determining climatic stress in at least one animal, wherein the at least one animal is a bovine, the system comprising at least one measuring instrument adapted to be attached to the at least one animal, the measuring instrument being provided of one or more sensors for measuring body or behavioral parameters of the animal, the system further comprising a controller, wherein the one or more sensors of the measuring instrument are arranged for determining a temperature and generating a first measured value indicative of the determined temperature; wherein at least one of the measuring instrument, the controller or an external monitoring device is further adapted to determine an animal parameter, the animal parameter being a body or behavioral parameter of the animal, and generating a second measurement value indicative of the determined animal parameter ; wherein the controller is arranged for obtaining the first and second measured values, and for determining a climate stress condition in the animal on the basis of the first and second measured values. 27. Systeem volgens conclusie 26, waarbij de dierparameter is gekozen uit een groep omvattende: vreettijd waarbij de vreettijd indicatief is voor een hoeveelheid tijd die door het dier wordt besteed aan vreten; lgtijd waarbij de ligtijd indicatief is voor een hoeveelheid tijd die door het dier wordt besteed aan liggen; sta-tijd waarbij de sta-tijd indicatief 1s voor een hoeveelheid tijd die door het dier wordt besteed aan staan; hijgtijd, waarbij de hijgtijd indicatief is voor een hoeveelheid tijd die door het dier wordt besteed aan hijgen; hartslag; ademhaling; ademhalingsfrequentie; herkauwtijd; aantal herkauwboli; bewegingsparameters van het ten minste ene meetinstrument, zoals positie, snelheid en of versnelling; aantal stappen; inactiviteit, waarbij de inactiviteit indicatief is voor een hoeveelheid tijd waarin het dier inactief is; wateropname van het dier; aanwezigheid van het dier in één of meer interessegebieden; aantal keren dat het dier ten minste één van de interessegebieden bezoekt, hoeveelheid tijd dat het dier zich bevind in ten minste één van de interessegebieden; voorkomen of frequentie van verplaatsingen tussen voorafbepaalde interessegebieden.The system of claim 26, wherein the animal parameter is selected from a group comprising: feeding time wherein the feeding time is indicative of an amount of time spent by the animal feeding; lying time wherein the lying time is indicative of an amount of time spent by the animal lying down; standing time wherein the standing time is indicative 1s of an amount of time spent by the animal standing; panting time, the panting time being indicative of an amount of time spent panting by the animal; heartbeat; breathing; respiratory rate; rumination time; number of ruminant boli; movement parameters of the at least one measuring instrument, such as position, velocity and/or acceleration; number of steps; inactivity, wherein the inactivity is indicative of an amount of time the animal is inactive; water intake of the animal; presence of the animal in one or more areas of interest; number of times the animal visits at least one of the areas of interest, amount of time the animal is in at least one of the areas of interest; occurrence or frequency of movements between predetermined regions of interest. 28. Systeem volgens één der conclusies 26-27, waarin de controller, voor het vaststellen van de klimaatstresstoestand, is ingericht voor het vaststellen van hittestress of koudestress.A system according to any one of claims 26-27, wherein the controller, for determining the climate stress condition, is arranged for determining heat stress or cold stress.
NL2027103A 2020-12-14 2020-12-14 Method for determining climate stress in an animal. NL2027103B1 (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2027103A NL2027103B1 (en) 2020-12-14 2020-12-14 Method for determining climate stress in an animal.

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2027103A NL2027103B1 (en) 2020-12-14 2020-12-14 Method for determining climate stress in an animal.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2027103B1 true NL2027103B1 (en) 2022-07-08

Family

ID=74125649

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2027103A NL2027103B1 (en) 2020-12-14 2020-12-14 Method for determining climate stress in an animal.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2027103B1 (en)

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2020031050A1 (en) * 2018-08-04 2020-02-13 Kaur Kamalpavit A system and a device for health and fertility management of one or more milch animals
WO2020127467A1 (en) * 2018-12-18 2020-06-25 Soundtalks Nv Method for intelligent monitoring of one or more commercial sites for livestock animals
US20200229391A1 (en) * 2017-07-31 2020-07-23 Lely Patent N.V. Dairy animal-monitoring system comprising heat stress-reducing means

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20200229391A1 (en) * 2017-07-31 2020-07-23 Lely Patent N.V. Dairy animal-monitoring system comprising heat stress-reducing means
WO2020031050A1 (en) * 2018-08-04 2020-02-13 Kaur Kamalpavit A system and a device for health and fertility management of one or more milch animals
WO2020127467A1 (en) * 2018-12-18 2020-06-25 Soundtalks Nv Method for intelligent monitoring of one or more commercial sites for livestock animals

Similar Documents

Publication Publication Date Title
Sharma et al. Cattle health monitoring system using wireless sensor network: a survey from innovation perspective
Benaissa et al. Calving and estrus detection in dairy cattle using a combination of indoor localization and accelerometer sensors
US20200214266A1 (en) Domestic animal information management system, domestic animal barn, domestic animal information management program, and domestic animal information management method
AU2011218640B2 (en) Detection apparatus
US4503808A (en) Animal herd management system
BR112019024269B1 (en) ANIMAL LABEL SYSTEM
US20090187392A1 (en) System and method for monitoring a health condition of an animal
US20040233971A1 (en) Temperature recording system
JP5514721B2 (en) Method for detecting estrus behavior in milking animals
Chung et al. Using implantable biosensors and wearable scanners to monitor dairy cattle's core body temperature in real-time
KR102040276B1 (en) Livestock specification management system based on livestock knowledge information
US20220192152A1 (en) Livestock Management System
US20190289821A1 (en) System and method for managing livestock using radio frequency device
CN115885348A (en) System and method for determining calorie requirements of an animal based on a plurality of duration parameters
JP2023543570A (en) Systems and methods for animal behavior monitoring
Achour et al. High-accuracy and energy-efficient wearable device for dairy cows’ localization and activity detection using low-cost IMU/RFID sensors
US10278675B2 (en) Implantable estrus detection devices, systems, and methods
NL2027103B1 (en) Method for determining climate stress in an animal.
JP2023544352A (en) Systems and methods for correlating traces of animal movement and activity
Göncü et al. The sensor technologies for more efficient cow reproduction systems
NL2020076B1 (en) Dairy animal monitoring system with stress reducing agents
Cuttance et al. Suckling behavior of calves in seasonally calving pasture-based dairy systems, and possible environmental and management factors affecting suckling behaviors
NL2019762B1 (en) Method and system for determining a state of at least one pig in a cage.
Vicentini et al. Predictive potential of activity and reticulo-rumen temperature variation for calving in Gyr heifers (Bos taurus indicus)
Vigneswari et al. Smart livestock management using cloud IoT