NL2024899B1 - Koelmeubel en bedieningsinrichting daarvoor - Google Patents

Abstract

Koelmeubel en bedieningsinrichting daarvoor Een koelmeubel omvat een geconditioneerde ruimte (10) met een toegangsdeur (30). De toegangsdeur omvat een eerste, vrijwel vlak plaatlichaam (310 alsmede een in hoofdzaak planparallel tweede plaatlichaam (32), welke tweede plaatlichaam een centraal deel (35) omvat dat over een hoogte (5) versprongen ligt ten opzichte van een perifeer randdeel (34). De toegangsdeur is van een bedieningsinrichting (60) voorzien waarmee de toegangsdeur handmatig tussen een gesloten toestand en een geopende toestand manipuleerbaar is. De bedieningsinrichting omvat een basiselement (61) dat duurzaam met een vrij oppervlak van het eerste plaatlichaam (31) is verbonden, alsmede een handvatdeel (62) dat met het basiselement (61) verbindbaar is. Het basiselement (61) steekt maximaal over een hoogte (h) boven het oppervlak van het eerste plaatdeel (31) uit, welke hoogte (h) kleiner is dan de sprong (s) van het centrale deel (35) van het tweede plaatlichaam (32) ten opzichte van het randdeel (34).

Description

Koelmeubel en bedieningsinrichting daarvoor De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een koelmeubel, omvattende een geconditioneerde ruimte met een toegangsdeur, welke toegangsdeur een eerste, vrijwel vlak plaatlichaam omvat alsmede een in hoofdzaak planparalle! tweede plaatlichaam, welke tweede plaatlichaam een centraal deel omvat dat over een sprong versprongen ligt ten opzichte van een perifeer randdeel en met het eerste plaatlichaam een spouw insluit, waarbij de toegangsdeur van een bedieningsinrichting is voorzien waarmee de toegangsdeur handmatig tussen een gesloten toestand en een geopende toestand manipuleerbaar is.

Een dergelijk koelmeubel omvat in het algemeen een geklimatiseerde, gekoelde binnenruimte die door middel van één of meer toegangsdeuren afsluitbaar is om zo een thermodynamische barrière op te werpen tussen het koele interne klimaat in de ruimte en het buitenklimaat van de omgeving. Een belangrijke toepassing daarbij is die van een koelvitrine in een winkel en andere uitgiftepunten voor te koelen levensmiddelen en dranken. Daarbij worden bij voorkeur transparante toegangsdeuren toegepast opdat de uit te stallen waar van buitenaf goed zichtbaar zal zijn. Uit een eerdere octrooiaanvrage van aanvraagster is een althans vrijwel volledig transparante toegangsdeur voor een dergelijke koelvitrine bekend. Deze bekende toegangsdeur omvat in wezen een stel planparallelle plaatlichamen van een transparante kunststof die aan hun omtrek onderling zijn verlijmd onder insluiting van een thermisch isolerende spouw. Een buitenste van beide plaatlichamen is volledig vlak, terwijl het andere plaatlichaam een centraal deel omvat dat ten opzichte van een perifeer randdeel over een hoogte versprongen ligt en dat via een overgangsdeel in het randdeel overgaat. Het aldus verkregen deurpaneel voor een toegangsdeur is in wezen frameloos en over een volledig oppervlak transparant. In de praktijk blijkt het wenselijk om een toegangsdeur voor een koelmeubel uit te rusten met een bedieningsinrichting in de vorm van een handgreep. Deze wordt dan tegen de vlakke buitenplaat gemonteerd en staat een gebruiker toe het deurpaneel tussen een gesloten toestand en een geopende toestand te manipuleren. Een bezwaar van de toepassing van de bekende handgreep op de vlakke buitenplaat is evenwel dat daardoor de pakkingsdichtheid van de deurpanelen althans ten dele verloren gaat doordat tussen opeenvolgende panelen in een stapeling vanwege de uitstekende handgreep extra tussenruimte dient te worden bewaard. Dit is zowel vanuit oogpunt van opslag als transport onwenselijk.

-2- Met de onderhavige uitvinding wordt daarom onder meer beoogd te voorzien in een toegangsdeur voor een koelmeube! die met behoud van pakkingsdichtheid met een doeltreffende bedieningsinrichting kan zijn uitgerust.

Om het beoogde doel te bereiken heeft een koelmeubel van de in de aanhef beschreven soort volgens de uitvinding als kenmerk dat de bedieningsinrichting een basiselement omvat dat duurzaam met een vrij oppervlak van het eerste plaatlichaam is verbonden, dat de bedieningsinrichting een handvatdeel omvat dat met het basiselement verbindbaar is, en dat het basiselement maximaal over een hoogte boven het oppervlak van het eerste plaatdeel uitsteekt, welke hoogte kleiner is dan de sprong van het centrale deel van het tweede plaatlichaam ten opzichte van het randdeel.

Het basiselement van de bedieningsinrichting is hierbij duurzaam met het deurpaneel verbonden en biedt aldus een betrouwbare bevestigingsbasis voor het daarop te bevestigen handvatdeel. Doordat het basiselement relatief vlak is uitgevoerd, dat wil zeggen dat een hoogte daarvan kleiner is dan de sprong van het centrale deel ten opzichte van het randdeel, kan het basiselement zich in een stapeling van panelen tussen opeenvolgende panelen nestelen. Het basiselement kan aldus reeds vooraf worden aangebracht zonder een pakkingsdichtheid van een dergelijke stapeling nadelig te beïnvloeden. Door uiteindelijk het handvatdeel met het basiselement te koppelen, wordt een volledige bedieningsinrichting samengesteld. De daarvoor bestemde greepdelen kunnen separaat worden {mee)geleverd en daarbij desgewenst worden afgestemd op een toepassingsveld van de toegangsdeur en/of gewenste huisstijl.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is het koelmeubel volgens de uitvinding gekenmerkt doordat het eerste plaatlichaam en het tweede plaatlichaam volledig uit een transparante kunststof zijn gevormd, in het bijzonder uit polymethylmethacrylaat, en aan het randdeel onderling zijn verlijmd. Dit materiaal voor beide plaatlichamen is niet alleen vanuit oogpunt van grondstof-kostprijs en verwerkbaarheid een uitermate geschikte kandidaat voor het koelmeubel, maar levert bovendien deurpanelen die veelal frameloos zullen zijn uitgevoerd en relatief licht van gewicht zijn. Dit maakt het product uitermate geschikt voor een deurafsluiting van een koelvitrine.

-3- Op zichtzelf lenen verschillende verbindingstechnieken zich voor een mechanische verbinding tussen het basiselement en het handvatdeel van de bedieningsinrichting.

Zo kunnen beide delen bijvoorbeeld op elkaar worden geschroefd.

Een voorkeursuitvoeringsvorm van het koelmeube! heeft echter als kenmerk dat beide delen van de bedieningsinrichting gereedschaploos handmatig duurzaam met elkaar kunnen worden gekoppeld.

Daartoe is een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding gekenmerkt doordat het basiselement en het handvatdeel onder tussenkomst van een zwaluwstaartverbinding in hoofdzaak parallel aan het oppervlak in elkaar schuifbaar zijn.

Dankzij een dergelijke zwaluwstaartverbinding kunnen beide delen eenvoudig in elkaar worden geschoven om een onderlinge verbinding aan te gaan.

Deze verbinding verzet zich tegen een onderlinge separatie bij een dwars op het oppervlak gerichte krachtuitoefening zoals die bij het gebruik van een bedieningsinrichting hoofdzakelijk is te verwachten.

Een verdere uitvoeringsvorm van het koelmeubel is daarbij gekenmerkt doordat tussen het basiselement en het handvatdeel snapmiddelen zijn voorzien die in staat en ingericht zijn om beide delen onderling te verbinden en althans nagenoeg spelingvrij tot de bedieningsinrichting te verenigen.

Een dergelijke onderlinge snapverbinding zorgt niet louter voor een spelingvrije sluiting van beide delen in of op elkaar, maar biedt bovendien een borging die belet dat beide delen vervolgens onbedoeld van elkaar worden gescheiden.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm heeft het koelmeubel daarbij als kenmerk dat de snapmiddelen ten minste een snaporgaan en een complementaire snapholte omvatten, waarbij het snaporgaan in een onderlinge verbonden toestand achter een wand van de snapholte grijpt, en dat een ruimte is voorzien waarlangs het snaporgaan toegankelijk is om uit de snapholte te worden geforceerd.

Aldus kan de snapverbinding, die een scheiding van beide delen van de bedieningsinrichting belet, desgewenst worden opgeheven door het snaporgaan uit de snapholte te forceren zodat beide delen vervolgens uiteen kunnen worden genomen.

In een eerste bijzondere uitvoeringsvorm heeft het koelmeubel volgens de uitvinding als kenmerk dat de toegangsdeur een schuifpaneel omvat dat glijdend in een geleiding van het koelmeubel wordt ontvangen en dat het handvatdeel een opstand omvat die zich dwars op het eerste plaatlichaam uitstrekt.

De dwars op het oppervlak geplaatste opstand biedt aldus een aangrijpingsvlak waarmee zijdelings, parallel aan het oppervlak, een kracht op het paneel kan worden uitgeoefend om het paneel in de geleiding te verplaatsen.

4- In een tweede bijzondere uitvoeringsvorm is het koelmeubel volgens de uitvinding gekenmerkt doordat de toegangsdeur een zwaaipaneel omvat dat zwenkend om een scharnieras van het koelmeubel uitgaat, en dat het handvatdeel een handgreep omvat die een vingerruimte tot het eerste plaatlichaam bewaart. Aldus kan de handgreep ergonomisch worden gegrepen om dwars op het oppervlak een kracht uit te oefenen waarmee aan het paneel een rotatie om de zwenkas kan worden opgelegd. De uitvinding heeft tevens betrekking op een bedieningsinrichting voor een deurpaneel in het hiervoor beschreven koelmeubel, omvattende een basiselement dat bestemd en ingericht is om duurzaam met een oppervlak van een deurpaneel te worden verbonden en een daarmee gereedschaploos mechanisch verbindbaar handvatdeel.

Navolgend zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld en een bijbehorende tekening. In de tekening toont: Figuur 1 in perspectief een deel van een uitvoeringsvoorbeeld van een koelmeubel volgens uitvinding; Figuur 2 een dwarsdoorsnede door een deel van een stel deurpanelen voor toepassing in het koelmeubel van figuur 1; Figuur 3 in perspectief een bedieningsinrichting zoals toegepast in het koelmeubel van figuur 1; Figuur 4 een explosietekening van de bedieningsinrichting van figuur 3 vanuit een bovenaanzicht; en Figuur 5 een explosietekening van de bedieningsinrichting van figuur 3 vanuit een onderaanzicht.

Overigens zij daarbij opgemerkt dat de figuren zuiver schematisch en niet steeds op (eenzelfde) schaal zijn getekend. Met name kunnen terwille van de duidelijkheid sommige dimensies in meer of mindere mate overdreven zijn weergegeven. Overeenkomstige delen zijn in de figuren met eenzelfde verwijzingscijfer aangeduid.

In figuur 1 is schematisch in perspectief een koelmeubel volgens de onderhavige uitvinding weergegeven. Van het koelmeubel is in de figuur louter een stel montagelijsten 10 getekend, doch de overige constructie wordt voor een gemiddelde vakman genoegzaam bekend verondersteld zodat die hier geen nadere toelichting behoeft. In dit geval omvat het

-5- koelmeubel een deursysteem van vier opeenvolgende deurpanelen 30, doch in de praktijk is het koelmeubel uitvoerbaar met vanaf een enkel deurpaneel tot zelfs meer dan de hier getoonde vier deurpanelen 30. De deurpanelen 30 zijn dankzij daartoe aan overstaande zijden voorziene scharnieren 40,50 zwenkbaar om een verticale zwenkas opgehangen. Hiertoe zijn deze scharnierinrichtingen 40,50 elk in een montageprofiel 20 gemonteerd, dat op zijn beurt duurzaam aan het frame 10 van het koelmeubel is bevestigd. Het montageprofiel 20 biedt bovendien plaats voor een deurstopperinrichting waartegen een vrije zijde 70 van het deurpaneel 30 bij sluiting onder veerkracht stoot om zo een gedefinieerde, onderling gelijke, gesloten toestand aan de deurpanelen 30 op te leggen.

Een dergelijk koelmeubel is vooral inzetbaar als verticale koelvitrine, zoals die in veel supermarkten en andere winkels worden toegepast. Dankzij de afsluiting door het deursysteem wordt energie bespaard doordat de gekoelde inwendige ruimte van het geklimatiseerde koelmeubel alsdan niet langer in open communicatie met de omgeving verkeert. Het koelmeubel omvat een binnenruimte waarover gewoonlijk een aantal naast en boven elkaar geplaatste schappen zijn verdeeld, waarbij de gehele ruimte dankzij de naar buiten uitzwaaiende deuren 30 toegankelijk is. In het voorbeeld is uitgegaan van dubbelwandige deurpanelen 30, zie figuur 2, die elk uit een eerste plaatlichaam 31 en een tweede plaatlichaam 32 zijn gevormd onder insluiting van een thermisch isolerende spouw 33. Beide plaatlichamen 31,32 zijn uit een transparante kunststof gevormd, waarvoor in dit voorbeeld van polymethylmethacrylaat (PMMA) of polycarbonaat is uitgegaan. Een eerste van beide plaatlichamen 32 is volledig vlak terwijl het andere van beide plaatlichamen 31 thermisch is vervormd zodat dit in hoofdzaak een centraal deel 35 omvat dat rondom overgaat in een dieper gelegen randdeel 34. Het centrale deel 35 ligt aldus over een sprong s ten opzichte het randdeel 34 versprongen, waarbij beide delen 35,34 via een tussengebied 36 geleidelijk in elkaar overgaan. Het randdee! 34 is over een volledige omtrek van het deurpaneel 30 aan een overeenkomstig randdeel van het eerste plaatlichaam 32 gehecht door het daarmee onder uitoefening van een gepaste aandrukkracht te verlijmen.

Aldus ontstaat in volledig transparant frameloos deurpaneel dat dankzij de isolerende werking van de spouw condensvorming tegengaat en een onbelemmerd zicht biedt op de in het koelmeubel uitgestalde waar.

-6- Het randdeel 34 van het deurpaneel 30 biedt bovendien een stabiele bevestigingsbasis voor bevestiging van een bedieningsinrichting 60, die een gebruiker in staat stelt het betreffende deurpaneel te openen en te sluiten. De bedieningsinrichting omvat volgens de uitvinding een basiselement 61 dat duurzaam met het deurpaneel 30 is verbonden in combinatie met een handvatdeel 62 dat met het basiselement 61 verbindbaar is. In figuur 2 is hiervan een uitvoeringsvorm in detail weergegeven, waarbij een stapeling van twee deurpanelen 30 is getoond. Een nog naakt basiselement 61 is genesteld in een tussenruimte tussen beide panelen

30. Het andere basiselement 61 is in de tekening, ter illustratie, met een handvatdeel 62 uitgerust. Dit handvatdeel 62 voorziet in een handgreep 65.

Van belang is daarbij dat een hoogte h van het basiselement 61 kleiner is dan de sprong s tussen het centrale deel 35 van het gevormde tweede plaatlichaam 32 en het randdeel 34. Deze sprong s creëert in de stapeling, zie figuur 2, een tussenruimte die in dat geval aan dit basiselement plaats biedt zonder de pakkingsdichtheid van de panelen 30 onderling nadelig te beïnvloeden. De handvatdelen 62 kunnen los worden meegeleverd en worden uiteindelijk pas in het werk op een basiselement gemonteerd. Hiertoe voorzien beide delen 61,62 in een onderlinge zwaluwstaartverbinding die eenvoudig met de hand zonder additioneel gereedschap kan worden bewerkstelligd. In figuur 3 tot en met 5 is dit in perspectief in nader detail weergegeven. Figuur 3 toont daarbij de bedieningsinrichting in samengestelde vorm, waarbij het handvatdeel 61 met de handgreep 65 op het basiselement 61 is geschoven, Het handvatdeel 62 en basiselement 61 zijn in figuur 4 separaat weergegeven, waarbij het basiselement met een stel zwaluwstaartvingers 63 naar het handvatdeel 62 is gewend. Het handvatdeel 62 omvat op zijn beurt aan zijn naar het basiselement 61 gewende zijde complementaire zwaluwstaartholten 64 waarin de zwaluwstaartvingers 63 van het basiselement 61 axiaal opneembaar zijn en daarin aangrijpen wanneer beide delen 61,62 in elkaar worden geschoven. De beide delen 61,62 van de handvatinrichting zijn over en weer ook voorzien van snapmiddelen in de vorm van een stel verende snapvingers 67 aan het basiselement en een stel snapholtes 68 in het handvatdeel 62. Indien beide delen 61,62 volledig in elkaar zijn geschoven snappen de vingers 67 met hun uiteinde achter een rand van de corresponderende snapholte 68 om aldus de hiervoor beschreven zwaluwstaartverbinding te vergrendelen. Via een stel

-7- openingen 66 in het dek van het handvatdeel blijven de vingers 67 toegankelijk zodat deze snapverbinding desgewenst kan worden opgeheven door via de opening met een daartoe voorzien gereedschap, zoals een pin, het uiteinde van de desbetreffende vinger 67 uit de holte 68 te bevrijden. Beide delen 61,62 van de inrichting kunnen aldus desgewenst eventueel uiteen worden genomen.

Het basisdeel 61 kan op diverse wijzen met de vlakke wand 31 van het deurpaneel worden verbonden. Zo kan het basiselement 61 door middel van schroeven worden gemonteerd of met het oppervlak van het paneel 31 worden verlijmd. Bijzonder praktisch is in dit opzicht de toepassing van een dubbelzijdig klevende tape 80, waarvan in dit voorbeeld is uitgegaan. Hoewel de uitvinding hiervoor aan de hand van louter een enkele uitvoeringsvoorbeeld nader werd toegelicht, moge het duidelijk zijn dat de uitvinding daartoe geenszins is beperkt. Integendeel zijn binnen het kader van de uitvinding voor een gemiddelde vakman nog vele variaties en verschijningsvormen mogelijk.

Claims (8)

-8- Conclusies:

1. Koelmeubel omvattende een geconditioneerde ruimte met een toegangsdeur, welke toegangsdeur een eerste, vrijwel vlak plaatlichaam omvat alsmede een in hoofdzaak planparallel tweede plaatlichaam, welke tweede plaatlichaam een centraal deel omvat dat over een sprong versprongen ligt ten opzichte van een perifeer randdeel en met het eerste plaatlichaam een spouw insluit, waarbij de toegangsdeur van een bedieningsinrichting is voorzien waarmee de toegangsdeur handmatig tussen een gesloten toestand en een geopende toestand manipuleerbaar is, met het kenmerk dat de bedieningsinrichting een basiselement omvat dat duurzaam met een vrij oppervlak van het eerste plaatlichaam is verbonden, dat de bedieningsinrichting een handvatdeel omvat dat met het basiselement verbindbaar is, en dat het basiselement maximaal over een hoogte boven het oppervlak van het eerste plaatdeel uitsteekt, welke hoogte kleiner is dan de sprong van het centrale deel van het tweede plaatlichaam ten opzichte van het randdeel.

2. Koeimeubel volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het eerste plaatlichaam en het tweede plaatlichaam volledig uit een transparante kunststof zijn gevormd, in het bijzonder uit polymethylmethacrylaat, en aan het randdeel onderling zijn verlijmd.

3. Koelmeubel volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het basiselement en het handvatdeel onder tussenkomst van een zwaluwstaartverbinding in hoofdzaak parallel aan het oppervlak in elkaar schuifbaar zijn.

4. Koelmeubel volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat tussen het basiselement en het handvatdeel snapmiddelen zijn voorzien die in staat en ingericht zijn om beide delen onderling te verbinden en althans nagenoeg spelingvrij tot de bedieningsinrichting te verenigen.

5. Koelmeubel volgens conclusie 4, met het kenmerk dat de snapmiddelen ten minste een snaporgaan en een complementaire snapholte omvatten, waarbij het snaporgaan in een onderlinge verbonden toestand achter een wand van de snapholte grijpt, en dat een ruimte is voorzien waarlangs het snaporgaan toegankelijk is om uit de snapholte te worden geforceerd.

-9-

6. Koelmeubel volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de toegangsdeur een schuifpaneel omvat dat glijdend in een geleiding van het koelmeubel wordt ontvangen en dat het handvatdeel een opstand omvat die zich dwars op het eerste plaatlichaam uitstrekt.

7. Koelmeubel volgens één of meer der conclusies 1 tot en met 5, met het kenmerk dat de toegangsdeur een zwaaipaneel omvat dat zwenkend om een scharnieras van het koelmeubel uitgaat, en dat het handvatdeel een handgreep omvat die een vingerruimte tot het eerste plaatlichaam bewaart.

8. Bedieningsinrichting voor een deurpaneel zoals toegepast in het koelmeubel volgens één of meer der voorgaande conclusies, omvattende een basiselement dat bestemd en ingericht is om duurzaam met een oppervlak van het deurpaneel te worden verbonden en een daarmee gereedschaploos mechanisch verbindbaar handvatdeel.