NL2013398B1 - Toegangsdeur. - Google Patents

Abstract

Een toegangsdeur (1) voor toepassing in een koelmeubel omvat een meerwandige kunststof deurconstructie van een plaatvormige eerste wand (10) en een planparallelle tweede wand (20). De wanden omvatten ieder rondom een randdeel (12,22) waarmee de wanden zijn verbonden. Eén van beide wanden heeft een centraal deel (21) dat ten opzichte van het randdeel (22) versprongen ligt, en waarbij het centrale deel en het randdeel zijn verbonden door een brugdeel (23a,23b). De deurconstructie heeft een bevestigingsgedeelte (25) voor bevestiging van een verstelorgaan daaraan om de deurconstructie in het koelmeubel te kunnen verstellen tussen een het koelmeubel afsluitende stand en een open stand. Het brugdeel (23a,23b) omvat een primaire brugdeelsectie (23a) die grenst aan het bevestigingsgedeelte (25) en die onder een eerste hoek van het randdeel uitgaat en een secundaire brugdeelsectie (23b) die onder een tweede hoek van het randdeel uitgaat waarbij de tweede hoek kleiner is dan de eerste hoek.

Description

Toegangsdeur

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een toegangsdeur voor een koelmeubel, omvattende een meerwandige kunststof deurconstructie van een althans in hoofdzaak plaatvormige eerste wand en een althans in hoofdzaak planparallelle tweede wand, welke wanden ieder althans in hoofdzaak rondom een randdeel omvatten waarmee beide wanden onderling zijn verbonden, waarbij ten minste één van beide wanden een centraal deel omvat dat ten opzichte van het randdeel versprongen ligt, en waarbij het centrale deel en het randdeel zijn verbonden door een brugdeel dat rondom een spouw tussen beide wanden begrensd, waarbij de deurconstructie aan ten minste één van zijn zijden een bevestigingsgedeelte heeft voor bevestiging van een verstelorgaan daaraan om de deurconstructie in het koelmeubel daarmee te kunnen verstellen tussen een het koelmeubel afsluitende gesloten stand en een het koelmeubel vrijlatende open stand.

Een dergelijke toegangsdeur vindt veelal toepassing in koelmeubelen van winkels zoals supermarkten, warenhuizen, zelfbedieningsrestaurants, tankstations en buurtwinkels. In de koelmeubelen worden producten zoals voedingswaren en drinkwaren in gekoelde toestand bewaard en uitgestald. Dit bijvoorbeeld om de betreffende producten langer vers te houden. De koelmeubelen zijn vaak verticale kasten waarin koelmiddelen zijn voorzien om een door de kast bepaalde koelruimte te koelen tot en te handhaven op een vooraf bepaalde temperatuur. De kast omvat daarbij een vrij toegankelijke zijde waarlangs een persoon uit winkelend publiek tot in de koelruimte kan reiken om één of meer gewenste producten daaruit te kunnen nemen. Om tegen te gaan dat veel van de gekoelde lucht uit de productruimte ontsnapt wordt meestal een verstelbare toegangsdeur aan de vrij toegankelijke zijde van het koelmeubel voorzien. De toegangsdeur vormt een afscheiding die een vrije uitwisseling van lucht tussen de productruimte en een omgevingslucht tegengaat. Een energieverbruik van het koelmeubel wordt hierdoor gereduceerd.

Hoewel de toegangsdeur uit glas kan worden vervaardigd, is gebleken dat een uitvoering uit kunststof veel voordelen biedt, met name qua gewicht, transparantie en duurzaamheid. Voor een bijzondere gewichtsbesparing heeft aanvraagster een dubbelwandige kunststof toegangsdeur van de in de aanhef vermelde soort ontwikkeld, welke met minder materiaal een overeenkomende of zelfs grotere sterkte en stijfheid biedt ten opzichte van enkelwandige uitvoeringen. Deze toegangsdeur is bekend uit de internationale octrooiaanvrage PCT/NL2013/050145.

De daarin beschreven dubbelwandige kunststof toegangsdeur zoals toegepast in een koelmeubel omvat een plaatvormige eerste wand en een daaraan gehechte hoofdzakelijk planparallelle tweede wand, welke wanden ieder althans in hoofdzaak rondom een randdeel omvatten waarmee beide wanden onderling zijn verbonden. De tweede wand omvat een centraal deel dat ten opzichte van het randdeel versprongen ligt om een spouwruimte tot de eerste wand te laten. Het centrale deel en het randdeel zijn daarbij verbonden door een brugdeel dat rondom de spouw tussen beide wanden begrensd. Om de toegangsdeur te kunnen verstellen tussen een de productruimte afsluitende dichte stand en een de productruimte vrijgevende open stand, heeft de toegangsdeur aan een bovenzijde en tegenoverliggende onderzijde een bevestigingsgedeelte waaraan een scharnier is bevestigd. De toegangsdeur is met de scharnieren bevestigd aan het koelmeubel om een scharnieren van de toegangsdeur tussen de dichte stand en open stand te realiseren.

De bekende toegangsdeur biedt uitstekende eigenschappen met betrekking tot een gewenste isolatiewerking, totaalgewicht, transparantie, en vormvastheid of stijfheid, en is aldus zeer geschikt voor toepassing in een koelmeubel. Echter is in de praktijk gebleken dat onder bepaalde onverhoopte omstandigheden er een risico is op breukvorming in de toegangsdeur met name in het wandmateriaal nabij het bevestigingsgedeelte waar de scharnieren aangrijpen op de toegangsdeur.

Met de onderhavige uitvinding wordt beoogd een verbetering in de toegangsdeur te verschaffen waarmee een risico op aantasting en in het bijzonder breuk in de toegangsdeur wordt gereduceerd.

Om het beoogde doel te realiseren is een toegangsdeur van de in de aanhef beschreven soort volgens de onderhavige uitvinding gekenmerkt doordat het brugdeel een primaire brugdeelsectie omvat die grenst aan het bevestigingsgedeelte en die onder een eerste hoek van het randdeel uitgaat en dat het brugdeel een secundaire brugdeelsectie omvat die onder een tweede hoek van het randdeel uitgaat waarbij de tweede hoek kleiner is dan de eerste hoek.

De uitvinding berust daarbij op het inzicht dat een hoek van het brugdeel ten opzichte van het randdeel van invloed is op de eigenschappen van de betreffende wand met betrekking tot een stijfheid en sterkte daarvan. Een brugdeel dat althans nagenoeg loodrecht, dus onder een hoek van 90 graden, van het randdeel uitgaat biedt daarbij een zo groot mogelijke ondersteuning, zodat de toegangsdeur een hoge stijfheid heeft en aldus niet snel vervormt. Een dergelijke relatief scherpe hoek leidt echter tot zekere spanningen in het materiaal van de betreffende wand. Bij een te grote externe belasting op de betreffende wand, kan deze spanning toenemen en het materiaal aantasten en in een uiterste geval leiden tot een breuk. Bij een hoek groter dan 90 graden neemt de spanning in de wand af, maar biedt de resulterende wand ook minder stijfheid aan de toegangsdeur.

Gebleken is dat een relatief hoge externe belasting op de toegangsdeur in de praktijk in de meeste gevallen door het scharnier of de scharnieren die aan de toegangsdeur zijn voorzien blijkt te worden uitgeoefend, bijvoorbeeld door een niet correcte aanbrenging van de deur tegen het koelmeubel. Door volgens de onderhavige uitvinding uit te gaan van een brugdeel dat een primaire sectie heeft dat grenst aan het bevestigingsdeel waaraan het scharnier wordt bevestigd en een secundaire sectie heeft, kan een spanning in het materiaal specifiek nabij het bevestigingsdeel worden gereduceerd door het brugdeel in de primaire sectie onder een relatief grote hoek groter dan 90 graden van het randdeel uit te laten gaan, terwijl een stijfheid van de wand zo groot mogelijk kan worden gehouden door het brugdeel in de secundaire sectie onder een relatief kleine hoek, op of in de buurt van ongeveer 90 graden van het randdeel uit te laten gaan. Aldus behoudt de toegangsdeur een meer dan acceptabele stijfheid, terwijl een kans op aantasting nabij het scharnier of de scharnieren aanzienlijk wordt verminderd.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is de toegangsdeur volgens de onderhavige uitvinding gekenmerkt doordat de randdelen van de wanden een eerste lengtezijde, een tegenoverliggende tweede lengtezijde, een eerste breedtezijde en een tegenoverliggende tweede breedtezijde van de deurconstructie vormen, dat ten minste één van de eerste en tweede breedtezijde van de deurconstructie het bevestigingsgedeelte omvat en dat de primaire brugdeelsectie van het brugdeel zich uitstrekt langs althans nagenoeg de volledige breedtezijde van de deurconstructie. Hoewel een primaire brugdeelsectie die zich uitsluitend bevindt grenzend aan het bevestigingsdeel voor het verstelorgaan ook prima werkt, is de wand met een dergelijke primaire brugdeelsectie die zich over een volledige breedte van de wand uitstrekt een stuk eenvoudiger en tegen lagere kostprijs te vervaardigen.

Als de toegangsdeur aan twee tegenoverliggende zijden een bevestigingsgedeelte heeft om twee verstelorganen daaraan te ontvangen, dan is een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de toegangsdeur volgens de onderhavige uitvinding gekenmerkt doordat de primaire brugdeelsectie van het brugdeel zich althans nagenoeg volledig uitstrekt langs iedere zijde van de deurconstructie die een bevestigingsgedeelte voor een verstelorgaan heeft.

Een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de toegangsdeur volgens de onderhavige uitvinding heeft als kenmerk dat de secundaire brugdeelsectie van het brugdeel zich uitstrekt langs althans nagenoeg de volledige lengtezijde van de deurconstructie. De lengtezijde van de toegangsdeur is in de meeste gevallen de langste zijde van de toegangsdeur, zodat de secundaire brugdeelsectie die een stijfheid en sterkte aan de deurconstructie biedt een grootste deel van het brugdeel vormt.

In een bijzondere uitvoeringsvorm is de toegangsdeur volgens de onderhavige uitvinding gekenmerkt doordat de eerste hoek tussen 110 en 165 graden ligt en dat de tweede hoek tussen 100 en 125 graden ligt. De uitvinding berust weliswaar met name op het feit dat een verschil in hoek van de primaire brugdeelsectie gelegen bij het bevestigingsgedeelte voor een verstelorgaan ten opzichte van de secundaire brugdeelsectie leidt tot een deurconstructie die minder snel breekt, echter bieden deze specifieke uitvoeringen zeer goede resultaten met betrekking tot zowel een stijfheid en sterkte van de toegangsdeur als een bestendigheid tegen aantasting of breuk in of nabij de bevestigingsgedeelten voor bevestiging van een verstelorgaan zoals een scharnier.

De hoek die de brugdeelsecties maken ten opzichte van het basisdeel van de tweede wand is minder essentieel dan de hoek tussen de brugdeelsecties en het randdeel van de tweede wand aangezien dit verder af ligt van het bevestigingsgedeelte waaraan het verstelorgaan wordt bevestigd en dus een externe belasting hier minder op zal inwerken. Desalniettemin kan deze hoek in sommige gevallen, zeker in uitvoeringen waarbij de hoek tussen de primaire brugdeelsectie en het randdeel relatief groot is, een zwakste punt in de deurconstructie gaan vormen. De toegangsdeur heeft dan ook in een verdere voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding als kenmerk dat de primaire brugdeelsectie uitgaat van het basisdeel onder een eerste verdere hoek en dat de secundaire brugdeelsectie uitgaat van het basisdeel onder een tweede verdere hoek waarbij de eerste verdere hoek groter is dan de tweede verdere hoek. Hierdoor wordt een eventuele spanning in de tweede wand in een overgangsgebied tussen het basisdeel en de primaire brugdeelsectie verminderd.

Een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de toegangsdeur volgens de onderhavige uitvinding heeft als kenmerk dat de eerste hoek en eerste verdere hoek althans nagenoeg gelijk zijn en dat de tweede hoek en tweede verdere hoek althans nagenoeg gelijk zijn. Hierdoor is een mogelijke spanning in de tweede wand in een overgangsgebied tussen het randdeel en het brugdeel en een overgangsgebied tussen het basisdeel en het brugdeel bij benadering gelijk, zodat een op de deurconstructie uitgeoefende kracht gelijkmatig over vrijwel de gehele tweede wand wordt verdeeld.

In een bijzondere uitvoeringsvorm is de toegangsdeur volgens de onderhavige uitvinding gekenmerkt doordat het brugdeel zich althans nagenoeg lineair tussen het randdeel en het basisdeel strekt. Doordat het brugdeel aldus lineair of recht is, zijn er in het brugdeel zelf geen vervormingen en aldus geen zwakke plekken.

Hoewel een overgang van de primaire brugdeelsectie naar de secundaire brugdeelsectie ineens kan zijn, is de toegangsdeur volgens de onderhavige uitvinding in een verdere voorkeursuitvoeringsvorm gekenmerkt doordat het brugdeel tussen de primaire brugdeelsectie en de secundaire brugdeelsectie een intermediaire brugdeelsectie omvat waarvan een hoek ten opzichte van het randdeel over de lengte van de intermediaire brugdeelsectie geleidelijk veranderd van de eerste hoek aan een zijde grenzend aan de primaire brugdeelsectie tot in de tweede hoek aan een zijde grenzend aan de secundaire brugdeelsectie. Een dergelijk geleidelijk verloop in het brugdeel voorkomt een abrupte hoekverandering tussen de verschillende brugdeelsecties wat tot een zwak punt in de tweede wand zou kunnen leiden.

Een verdere bijzondere uitvoeringvorm van de toegangsdeur volgens de onderhavige uitvinding heeft als kenmerk dat ten minste één van de wanden althans hoofdzakelijk is vervaardigd uit kunststof, in het bijzonder een kunststof gekozen uit een groep van polymethylmethacrylaat (PMMA), polycarbonaat (PC), en polyethyleentereftalaatglycol (PETG). Deze kunststoffen hebben een hoge transparantie, zodat een daaruit vervaardigde toegangsdeur een vrijwel onbelemmerd en duidelijk zicht op daarachter aangeboden producten biedt.

De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld en een bijbehorende tekening. In de tekening toont: figuur IA een zijaanzicht van een uitvoeringsvoorbeeld van een toegangsdeur volgens de onderhavige uitvinding; figuur 1B een vooraanzicht van het uitvoeringsvoorbeeld van een toegangsdeur volgens de onderhavige uitvinding; figuur 2A een detailaanzicht van een lengtedoorsnede van de toegangsdeur getoond in figuur 1B volgens lijn A-A; figuur 2B een detailaanzicht van een lengtedoorsnede van de toegangsdeur getoond in figuur 1B volgens lijn B-B; figuur 2C een detailaanzicht van het omcirkelde deel D van de toegangsdeur getoond in figuur 1B; en figuur 2D een detailaanzicht van een dwarsdoorsnede van de toegangsdeur getoond in figuur IB volgens lijn B-B.

De figuren zijn daarbij zuiver schematisch en niet op schaal getekend. Met name zijn sommige delen en dimensies in meer of mindere mate omwille van de duidelijkheid mogelijk overdreven weergegeven.

Zoals in figuur 1 A,1B wordt getoond omvat de toegangsdeur (1) volgens de onderhavige uitvinding een deurconstructie met een plaatvormige eerste wand (10) en een althans in hoofdzaak planparallelle tweede wand (20). De wanden (10,20) zijn daarbij allebei vervaardigd uit gegoten polymethylmethacrylaat zodat de resulterende deurconstructie een hoge transparantie heeft. De eerste wand (10) is vrijwel volledig een vlakke plaat, terwijl de tweede wand (20) uit een vlakke plaat is vervaardigd door middel van een matrijs. De tweede wand (20) omvat daarbij een basisdeel (21) dat versprongen ligt ten opzichte van een randdeel (22) waarmee de tweede wand (20) tegen een randdeel (12) van de eerste wand (10) wordt gehecht om de meerwandige deurconstructie te vormen. De hechting tussen de randdelen van de wanden (10, 20) wordt gerealiseerd door een geschikte transparante acrylaatlijm daartussen toe te passen.

Het basisdeel (21) en het randdeel (22) van de tweede wand (20) zijn verbonden door een althans nagenoeg lineair brugdeel (23), waardoor de tweede wand (20) een zekere ondiepe kuipvorm heeft. Een dergelijke kuipvorm geeft stijfheid en stevigheid aan de deurconstructie, zodat deze bij toepassing in een koelmeubel niet zal vervormen, terwijl deze tevens ten opzichte van de eerste wand in de deurconstructie een spouwruimte (30) laat voor een goede isolerende werking van de toegangsdeur.

De toegangsdeur heeft twee tegenover elkaar gelegen lengtezijden die een hoogte van de toegangsdeur bepalen, en twee tegenover elkaar gelegen breedtezijden die respectievelijk een bovenkant en onderkant van de toegangsdeur vormen. Een achterzijde van de toegangsdeur gericht naar de productruimte kan zowel de eerste wand omvatten als in een alternatieve uitvoeringsvorm de tweede wand omvatten. Aan één van de lengtezijden is een greepvoorziening voor de toegangsdeur voorzien. In dit uitvoeringsvoorbeeld omvat de greepvoorziening een tweetal uitsparingen (24) waarin een greeporgaan zoals een deurkruk kan worden aangebracht en met de toegangsdeur kan worden bevestigd om een gemakkelijk handmatig openen en dichten van de toegangsdeur ten opzichte van het koelmeubel waarin het is toegepast mogelijk te maken.

Nabij de tegenoverliggende lengtezijde heeft de toegangsdeur aan beide breedtezijden een bevestigingsgedeelte (25) voor bevestiging van een verstelorgaan zoals een scharnier. De vormgeving van de tweede plaat is hierop aangepast in de zin dat het brugdeel en basisdeel hiervoor ruimte bieden.

Zoals in figuur 2A tot en met 2D in meer detail is getoond heeft het brugdeel (23) in de tweede wand 20 ten minste een primaire brugdeelsectie (23a) en een secundaire brugdeelsectie (23b). De primaire brugdeelsectie (23a) grenst aan de bevestigingsgedeelten (25) en strekt zich langs de volledige breedtezijden van de toegangsdeur. De secundaire brugdeelsectie (23b) strekt zich langs de lengtezijden van de toegangsdeur. De primaire brugdeelsectie (23 a) gaat van het randdeel (22) uit onder een eerste hoek van tussen 110 en 165 graden terwijl de secundaire brugdeelsectie (23b) van het randdeel (22) uitgaat onder een tweede hoek van tussen 100 en 125 graden, waarbij de tweede hoek kleiner is dan de eerste hoek. De secundaire brugdeelsectie die aan de lengtezijden een grootste deel van het brugdeel vormt biedt een goede stijfheid en sterkte aan de deurconstructie door de relatief kleine hoek die het ten opzichte van het randdeel beschrijft. De primaire brugdeelsectie die grenst aan het bevestigingsgedeelte dat in de praktijk behoorlijk kan worden belast door een daaraan voorzien verstelorgaan, heeft door de relatief grotere hoek ten opzichte van het randdeel een betere bestendigheid tegen een dergelijke belasting, waardoor de toegangsdeur nabij het verstelorgaan minder snel zal worden aangetast of zal breken.

Hoewel de uitvinding aan de hand van louter een enkel uitvoeringsvoorbeeld nader werd toegelicht, moge het duidelijk zijn dat de uitvinding daartoe geenszins is beperkt. Integendeel zijn binnen het kader van de uitvinding voor een gemiddelde vakman nog vele variaties en verschijningsvormen mogelijk.

Claims (7)

1. Toegangsdeur voor een koelmeubel, omvattende een meerwandige kunststof deurconstructie van een althans in hoofdzaak plaatvormige eerste wand en een althans in hoofdzaak planparallelle tweede wand, welke wanden ieder althans in hoofdzaak rondom een randdeel omvatten waarmee beide wanden onderling zijn verbonden, waarbij ten minste één van beide wanden een centraal deel omvat dat ten opzichte van het randdeel versprongen ligt, en waarbij het centrale deel en het randdeel zijn verbonden door een brugdeel dat rondom een spouw tussen beide wanden begrensd, waarbij de deurconstructie aan ten minste één van zijn zijden een bevestigingsgedeelte heeft voor bevestiging van een verstelorgaan daaraan om de deurconstructie in het koelmeubel daarmee te kunnen verstellen tussen een het koelmeubel afsluitende stand en een open stand, met het kenmerk dat het brugdeel een primaire brugdeelsectie omvat die grenst aan het bevestigingsgedeelte en die onder een eerste hoek van het randdeel uitgaat en dat het brugdeel een secundaire brugdeelsectie omvat die onder een tweede hoek van het randdeel uitgaat waarbij de tweede hoek kleiner is dan de eerste hoek.

2. Toegangsdeur volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de randdelen van de wanden een eerste lengtezijde, een tegenoverliggende tweede lengtezijde, een eerste breedtezijde en een tegenoverliggende tweede breedtezijde van de deurconstructie vormen, dat ten minste één van de eerste en tweede breedtezijde van de deurconstructie het bevestigingsgedeelte omvat en dat de primaire brugdeelsectie van het brugdeel zich uitstrekt langs althans nagenoeg de volledige breedtezijde van de deurconstructie.

3. Toegangsdeur volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de secundaire brugdeelsectie van het brugdeel zich uitstrekt langs althans nagenoeg de volledige lengtezijde van de deurconstructie.

4. Toegangsdeur volgens één of meer der voorgaande conclusie, met het kenmerk dat de eerste hoek tussen 110 en 165 graden ligt en dat de tweede hoek tussen 100 en 125 graden ligt.

5. Toegangsdeur volgens één of meer der voorgaande conclusie, met het kenmerk dat de primaire brugdeelsectie uitgaat van het basisdeel onder een eerste verdere hoek en dat de secundaire brugdeelsectie uitgaat van het basisdeel onder een tweede verdere hoek waarbij de eerste verdere hoek groter is dan de tweede verdere hoek.

6. Toegangsdeur volgens één of meer der voorgaande conclusie, met het kenmerk dat het brugdeel zich althans nagenoeg lineair tussen het randdeel en het basisdeel strekt.

7. Toegangsdeur volgens één of meer der voorgaande conclusie, met het kenmerk dat ten minste een van de wanden althans hoofdzakelijk is vervaardigd uit kunststof, in het bijzonder een kunststof gekozen uit een groep van polymethylmethacrylaat (PMMA), polycarbonaat (PC), en polyethyleentereftalaatglycol (PETG).