NL2024653B1 - System for generating electrical energy from a water flow in a water reservoir, and civil construction. - Google Patents

System for generating electrical energy from a water flow in a water reservoir, and civil construction. Download PDF

Info

Publication number
NL2024653B1
NL2024653B1 NL2024653A NL2024653A NL2024653B1 NL 2024653 B1 NL2024653 B1 NL 2024653B1 NL 2024653 A NL2024653 A NL 2024653A NL 2024653 A NL2024653 A NL 2024653A NL 2024653 B1 NL2024653 B1 NL 2024653B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
guide
combinations
water
flow
rotor body
Prior art date
Application number
NL2024653A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
Henricus Laurens Antonius Van Den Eijnden Eric
Original Assignee
Ephebe B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Ephebe B V filed Critical Ephebe B V
Priority to NL2024653A priority Critical patent/NL2024653B1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2024653B1 publication Critical patent/NL2024653B1/en

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F03MACHINES OR ENGINES FOR LIQUIDS; WIND, SPRING, OR WEIGHT MOTORS; PRODUCING MECHANICAL POWER OR A REACTIVE PROPULSIVE THRUST, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • F03BMACHINES OR ENGINES FOR LIQUIDS
    • F03B13/00Adaptations of machines or engines for special use; Combinations of machines or engines with driving or driven apparatus; Power stations or aggregates
    • F03B13/12Adaptations of machines or engines for special use; Combinations of machines or engines with driving or driven apparatus; Power stations or aggregates characterised by using wave or tide energy
    • F03B13/26Adaptations of machines or engines for special use; Combinations of machines or engines with driving or driven apparatus; Power stations or aggregates characterised by using wave or tide energy using tide energy
    • F03B13/264Adaptations of machines or engines for special use; Combinations of machines or engines with driving or driven apparatus; Power stations or aggregates characterised by using wave or tide energy using tide energy using the horizontal flow of water resulting from tide movement
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F03MACHINES OR ENGINES FOR LIQUIDS; WIND, SPRING, OR WEIGHT MOTORS; PRODUCING MECHANICAL POWER OR A REACTIVE PROPULSIVE THRUST, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • F03BMACHINES OR ENGINES FOR LIQUIDS
    • F03B13/00Adaptations of machines or engines for special use; Combinations of machines or engines with driving or driven apparatus; Power stations or aggregates
    • F03B13/10Submerged units incorporating electric generators or motors
    • F03B13/105Bulb groups
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F03MACHINES OR ENGINES FOR LIQUIDS; WIND, SPRING, OR WEIGHT MOTORS; PRODUCING MECHANICAL POWER OR A REACTIVE PROPULSIVE THRUST, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • F03BMACHINES OR ENGINES FOR LIQUIDS
    • F03B17/00Other machines or engines
    • F03B17/06Other machines or engines using liquid flow with predominantly kinetic energy conversion, e.g. of swinging-flap type, "run-of-river", "ultra-low head"
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F05INDEXING SCHEMES RELATING TO ENGINES OR PUMPS IN VARIOUS SUBCLASSES OF CLASSES F01-F04
    • F05BINDEXING SCHEME RELATING TO WIND, SPRING, WEIGHT, INERTIA OR LIKE MOTORS, TO MACHINES OR ENGINES FOR LIQUIDS COVERED BY SUBCLASSES F03B, F03D AND F03G
    • F05B2210/00Working fluid
    • F05B2210/40Flow geometry or direction
    • F05B2210/404Flow geometry or direction bidirectional, i.e. in opposite, alternating directions
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F05INDEXING SCHEMES RELATING TO ENGINES OR PUMPS IN VARIOUS SUBCLASSES OF CLASSES F01-F04
    • F05BINDEXING SCHEME RELATING TO WIND, SPRING, WEIGHT, INERTIA OR LIKE MOTORS, TO MACHINES OR ENGINES FOR LIQUIDS COVERED BY SUBCLASSES F03B, F03D AND F03G
    • F05B2240/00Components
    • F05B2240/10Stators
    • F05B2240/13Stators to collect or cause flow towards or away from turbines
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F05INDEXING SCHEMES RELATING TO ENGINES OR PUMPS IN VARIOUS SUBCLASSES OF CLASSES F01-F04
    • F05BINDEXING SCHEME RELATING TO WIND, SPRING, WEIGHT, INERTIA OR LIKE MOTORS, TO MACHINES OR ENGINES FOR LIQUIDS COVERED BY SUBCLASSES F03B, F03D AND F03G
    • F05B2240/00Components
    • F05B2240/40Use of a multiplicity of similar components
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02EREDUCTION OF GREENHOUSE GAS [GHG] EMISSIONS, RELATED TO ENERGY GENERATION, TRANSMISSION OR DISTRIBUTION
    • Y02E10/00Energy generation through renewable energy sources
    • Y02E10/20Hydro energy

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • General Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Oceanography (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Other Liquid Machine Or Engine Such As Wave Power Use (AREA)
  • Hydraulic Turbines (AREA)

Abstract

De uitvinding heeft betrekking op een systeem voor het opwekken van elektrische energie uit een waterstroming in een waterreservoir, omvattende meerdere, naast elkaar voorziene, onderling verbonden combinaties van een turbine- orgaan en een geleidingseenheid, waarbij ieder turbine-orgaan is uitgevoerd met een rotorlichaam dat onder invloed van de waterstroming roteert, en waarbij iedere geleidingseenheid een buisvormig eerste geleidingsdeel omvat dat het rotorlichaam coaxiaal omgeeft, en een trechtervormig tweede geleidingsdeel omvat aan een stroomopwaartse zijde van het eerste geleidingsdeel. Het rotorlichaam heeft een frontaal oppervlak dat minimaal 75% is van een inwendig dwarsdoorsnede—oppervlak van het eerste geleidingsdeel. De tweede geleidingsdelen zijn zodanig naast elkaar voorzien dat waterstroming tussen naburige geleidingseenheden door is verhinderd. De uitvinding heeft tevens betrekking op een civiele constructie.The invention relates to a system for generating electrical energy from a water flow in a water reservoir, comprising a plurality of juxtaposed, interconnected combinations of a turbine member and a guide unit, each turbine member being formed with a rotor body which rotates under the influence of the water flow, and wherein each guide unit comprises a tubular first guide member coaxially surrounding the rotor body, and includes a funnel-shaped second guide member on an upstream side of the first guide member. The rotor body has a frontal area which is at least 75% of an internal cross-sectional area of the first guide member. The second guide parts are arranged side by side in such a way that water flow between adjacent guide units is prevented. The invention also relates to a civil construction.

Description

Korte aanduiding: Systeem voor het opwekken van elektrische energie uit een waterstroming in een waterreservoir, en civiele constructie.Short designation: System for generating electrical energy from a water flow in a water reservoir, and civil construction.

Beschrijving De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een systeem voor het opwekken van elektrische energie uit een waterstroming in een waterreservoir, zoals uit een getijdestroming in een zee of oceaan of uit een waterstroming in een rivier. De onderhavige uitvinding heeft tevens betrekking op een civiele constructie, zoals een brug of pier, omvattende een dergelijk systeem, en op een gebruik van een dergelijk systeem.Description The present invention relates to a system for generating electrical energy from a water current in a water reservoir, such as from a tidal current in a sea or ocean or from a water current in a river. The present invention also relates to a civil construction, such as a bridge or pier, comprising such a system, and to a use of such a system.

WO 2016/122319 openbaart een dergelijk systeem.WO 2016/122319 discloses such a system.

WO 2013/116899 A1 heeft betrekking op een apparaat voor het opwekken van elektriciteit uit een waterstroming zoals een getijdestroming.WO 2013/116899 A1 relates to an apparatus for generating electricity from a water flow such as a tidal current.

WO 2014/122731 A1 heeft betrekking op een systeem voor het genereren van elektrisch vermogen uit een waterstroming.WO 2014/122731 A1 relates to a system for generating electrical power from a water flow.

WO 2013/183994 A1 heeft betrekking op een turbineschroef.WO 2013/183994 A1 relates to a turbine screw.

Een doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een verbeterd dergelijk systeem. Een verder doel is het verschaffen van een dergelijk systeem waarmee een hoger rendement van het opwekken van elektrische energie kan worden gerealiseerd.An object of the present invention is to provide an improved such system. A further object is to provide such a system with which a higher efficiency of the generation of electrical energy can be realized.

Een of meer van de genoemde doelen is/ zijn bereikt met het systeem volgens de onderhavige uitvinding. Het systeem omvat meerdere, naast elkaar voorziene, onderling verbonden combinaties van een turbine-orgaan en een geleidingseenheid, waarbij ieder turbine-orgaan is uitgevoerd met een om een rotatie- as roteerbaar rotorlichaam dat in bedrijf volledig onder het wateroppervlak is gelegen en onder invloed van de waterstroming in een stromingsrichting van een stroomopwaartse zijde van het ten minste ene rotorlichaam naar een stroomafwaartse zijde van het ten minste ene rotorlichaam roteert. Zodoende kan met de turbine- organen elektrische energie worden opgewekt. Verder omvat iedere geleidingseenheid een buisvormig eerste geleidingsdeel dat het rotorlichaam coaxiaal, ten opzichte van de rotatie-as van het rotorlichaam, omgeeft. De rotatie-as van het rotorlichaam van het turbine-orgaan strekt zich dus in de stromingsrichting uit, waarbij water in de stromingsrichting door het buisvormig eerste geleidingsdeel stroomt. De geleidingseenheid omvat verder een tweede geleidingsdeel aan een stroomopwaartse zijde van het eerste geleidingsdeel, dat op het eerste geleidingsdeel aansluit en dat trechtervormig is met in de stromingsrichting gezien een afnemend doorstroomoppervlak voor de waterstroming. Het ten minste ene rotorlichaam is zodanig uitgevoerd dat het, gezien in de stromingsrichting, een frontaal oppervlak heeft waarvan de grootte ten minste 75 % is van de grootte van het inwendig dwarsdoorsnede-oppervlak van het buisvormig eerste geleidingsdeel. De respectievelijke tweede geleidingsdelen van de meerdere combinaties zijn zodanig, bij voorkeur onderling parallel of althans ten minste in hoge mate parallel, naast elkaar voorzien dat stroming van water in de stromingsrichting tussen naburige tweede geleidingsdelen, en daarmee tussen naburige geleidingseenheden, door is verhinderd.One or more of the stated objects has/have been achieved with the system according to the present invention. The system comprises a plurality of adjacent, interconnected combinations of a turbine member and a guide unit, each turbine member being provided with a rotor body rotatable about an axis of rotation which, in operation, is located completely below the water surface and under the influence of the water flow rotates in a flow direction from an upstream side of the at least one rotor body to a downstream side of the at least one rotor body. Thus, electrical energy can be generated with the turbine members. Furthermore, each guide unit comprises a tubular first guide member which surrounds the rotor body coaxially with respect to the rotational axis of the rotor body. Thus, the axis of rotation of the rotor body of the turbine member extends in the direction of flow, with water flowing in the direction of flow through the tubular first guide member. The guide unit further comprises a second guide part on an upstream side of the first guide part, which adjoins the first guide part and which is funnel-shaped with a decreasing flow area for the water flow, viewed in the direction of flow. The at least one rotor body is designed such that, viewed in the direction of flow, it has a frontal area whose size is at least 75% of the size of the internal cross-sectional area of the tubular first guide member. The respective second guide parts of the plurality of combinations are arranged side by side, preferably mutually parallel or at least to a large extent parallel, such that the flow of water in the direction of flow is prevented between adjacent second guide parts, and thus between adjacent guide units.

Een effect van het systeem volgens de onderhavige uitvinding is dat door het verschaffen van de bovenbeschreven geleidingseenheden voor de turbine- organen, water met verhoogde snelheid door de geleidingseenheden heen, langs de respectievelijke rotorlichaam wordt geleid, hetgeen leidt tot een verhoogd rendement van het turbine-orgaan en daarmee van het opwekken van elektrische energie. Bovendien draagt in het systeem volgens de uitvinding een groter deel van het passerende water bij aan het opwekken van de elektrische energie, waarbij een effect van de meerdere naast elkaar voorziene, onderling verbonden genoemde combinaties die een barrière met een althans nagenoeg gesloten front vormen is dat er hierdoor een verhoogd drukverschil over de rotorlichamen ontstaat. Dit komt omdat aanstromend water binnen dat front enkel door de geleidingseenheden heen en daardoor dus langs de rotorlichamen van de turbine-organen kan passeren waarbij direct achter, dat wil zeggen stroomafwaarts van het systeem het waterniveau lager is door de aldus door het systeem gevormde barrière voor waterstroming. Dit verhoogt het rendement van het met het systeem opwekken van energie verder.An effect of the system according to the present invention is that by providing the above-described guide units for the turbine members, water is directed at increased velocity through the guide units, past the respective rotor body, leading to an increased efficiency of the turbine body. organ and thus of the generation of electrical energy. Moreover, in the system according to the invention, a larger part of the passing water contributes to the generation of the electrical energy, an effect of the plurality of juxtaposed, interconnected said combinations forming a barrier with a substantially closed front that is this creates an increased pressure difference across the rotor bodies. This is because oncoming water within that front can only pass through the guide units and thus along the rotor bodies of the turbine members, while directly behind, i.e. downstream of the system, the water level is lower due to the barrier thus formed by the system for water flow. This further increases the efficiency of generating energy with the system.

In een uitvoeringsvorm is het eerste geleidingsdeel cilindrisch met een constante inwendige diameter, of althans met een kleinste inwendige diameter die bepalend is voor de grootte van het inwendig dwarsdoorsnede-oppervlak.In one embodiment, the first guide part is cylindrical with a constant internal diameter, or at least with a smallest internal diameter which determines the size of the internal cross-sectional area.

Het turbine-orgaan omvat, op voor de vakman bekende wijze, een, gangbaar, elektrische generator die in bedrijf roterend wordt aangedreven door het rotorlichaam.The turbine member comprises, in a manner known to those skilled in the art, a conventional electric generator which, in operation, is rotatably driven by the rotor body.

In een uitvoeringsvorm is het ten minste ene rotorlichaam zodanig uitgevoerd dat het, gezien in de stromingsrichting, een frontaal oppervlak heeft waarvan de grootte minimaal 80%, bij verdere voorkeur minimaal 980% is van de grootte van het inwendig dwarsdoorsnede-oppervlak van het buisvormig eerste geleidingsdeel, waardoor het frontaal oppervlak is gevormd dat althans nagenoeg even groot is als het inwendig dwarsdoorsnede-oppervlak van het buisvormig eerste geleidingsdeel.In one embodiment, the at least one rotor body is designed such that, viewed in the direction of flow, it has a frontal surface whose size is at least 80%, more preferably at least 980% of the size of the internal cross-sectional area of the tubular first guide member, thereby forming the frontal surface which is substantially equal in size to the internal cross-sectional area of the tubular first guide member.

Het frontaal oppervlak is ten hoogste naderend aan 100%, zoals maximaal 99% of maximaal 98%, van het genoemd inwendig dwarsdoorsnede- oppervlak, aangezien uit praktisch oogpunt een buitenomtrek van het rotorlichaam iets kleiner is dan een inwendige diameter van het eerste geleidingsdeel om, ook bij een eventuele geringe buiging dan wel vervorming van het turbine-orgaan onder belasting van een rotoras, waarvan de rotatie-as de hartlijn vormt, van het rotorlichaam, aanlopen van het rotorlichaam tegen een binnenwand van het eerste geleidingsdeel te voorkomen.The frontal area is at most approaching 100%, such as up to 99% or up to 98%, of said inner cross-sectional area, since from a practical point of view an outer circumference of the rotor body is slightly smaller than an inner diameter of the first guide member to, to prevent the rotor body from hitting an inner wall of the first guide part even in the event of a slight bending or deformation of the turbine member under load from a rotor shaft, of which the axis of rotation forms the axis of the rotor body.

Het is gunstig indien het ten minste ene rotorlichaam zodanig is uitgevoerd dat een gedeelte van het inwendig dwarsdoorsnede-oppervlak van het buisvormig eerste geleidingsdeel dat niet samenvalt met het frontaal oppervlak van het ten minste ene rotorlichaam in hoofdzaak in de nabijheid van een rotoras van het rotorlichaam, waarvan de rotatie-as de hartlijn vormt, is gelegen.Advantageously, the at least one rotor body is designed such that a portion of the inner cross-sectional area of the tubular first guide member which does not coincide with the frontal surface of the at least one rotor body is substantially in the vicinity of a rotor axis of the rotor body , whose axis of rotation forms the axis.

In een Uitvoeringsvorm hebben de respectievelijke tweede geleidingsdelen van de meerdere combinaties aan een, stroomopwaarts gelegen, voorzijde ervan een ten minste in hoofdzaak rechthoekige dwarsdoorsnede-vorm.In an Embodiment, the respective second guide parts of the plurality of combinations have an at least substantially rectangular cross-sectional shape on an upstream front thereof.

Een effect hiervan is dat de combinaties effectief een gesloten front vormend naast elkaar kunnen worden verschaft.An effect of this is that the combinations can effectively be provided next to each other forming a closed front.

In een uitvoeringsvorm hebben een hoogte en een breedte van de rechthoekige, zoals bijvoorbeeld een vierkante, dwarsdoorsnede een waarde in het bereik van 2 tot 20 meter, zoals bijvoorbeeld ongeveer 5 respectievelijk 15 meter of ongeveer 10 respectievelijk 10 meter.In one embodiment, a height and a width of the rectangular, such as for example a square, cross-section have a value in the range of 2 to 20 meters, such as for example about 5 and 15 meters or about 10 and 10 meters respectively.

In het laatstgenoemde voorbeeld kan een binnendiameter van het eerste geleidingsdeel, die bij voorkeur is aangepast op de omgeschreven cirkel oftewel buitenomtrek van het rotorlichaam, bijvoorbeeld een waarde tussen ongeveer 8 en 9 meter hebben.In the last-mentioned example, an inner diameter of the first guide part, which is preferably adapted to the circumscribed circle or outer circumference of the rotor body, can for instance have a value between approximately 8 and 9 metres.

De buitenomtrek van het rotorlichaam kan hierbij iets kleiner zijn, zoals enkele centimeters kleiner.The outer circumference of the rotor body can hereby be slightly smaller, such as a few centimeters smaller.

In het laatstgenoemde voorbeeld kan het bovenomschreven verschil in waterniveau stroomafwaarts van het systeem versus stroomopwaarts van het systeem tot 2 meter bedragen, afhankelijk van de snelheid van de waterstroming door en langs het systeem.In the latter example, the above-described difference in water level downstream of the system versus upstream of the system can be up to 2 meters, depending on the speed of water flow through and along the system.

In een uitvoeringsvorm omvat het systeem tussen combinaties voorziene drijflichamen, waarbij naburige combinaties via een daartussen voorzien drijflichaam op elkaar aansluiten.In one embodiment, the system comprises floating bodies provided between combinations, wherein adjacent combinations connect to each other via a floating body provided therebetween.

Het is hierbij gunstig indien de meerdere combinaties zodanig zijn voorzien dat telkens ten minste één en ten hoogste vier, bij voorkeur twee, onderling direct op elkaar aansluitende combinaties tussen twee naburige drijflichamen zijn voorzien. Hierbij sluit het ten minste ene tweede geleidingsdeel behorende bij de ten minste ene combinatie die tussen naburige drijflichamen is voorzien dus aan op de drijfichamen ter verhindering dat water daar waar er sprake is van voornoemde aansluiting in de stromingsrichting tussen een drijflichaam en het ten minste ene tweede geleidingsdeel kan stromen.It is favorable here if the multiple combinations are provided in such a way that in each case at least one and at most four, preferably two, mutually directly connecting combinations are provided between two adjacent floating bodies. In this case, the at least one second guide part associated with the at least one combination provided between adjacent floating bodies thus connects to the floating bodies in order to prevent water from leaking where there is a connection in the flow direction between a floating body and the at least one second. conductive part can flow.

Het is verder gunstig indien het tweede geleidingsdeel aan de voorzijde ervan een, zich horizontaal uitstrekkende, en zich dus ook en dus ook dwars op de rotatie-as uitstrekkende, geleidingsrand heeft die in bedrijf van het systeem boven het wateroppervlak is gelegen. Met deze dus aan een bovenzijde van het tweede geleidingsdeel voorziene geleidingsrand wordt effectief voorkomen dat water over de geleidingseenheid heen stroomt. Hierdoor neemt de effectiviteit van de genoemde door het systeem gevormde barrière, die een waterniveauverschil over het systeem teweeg brengt, verder toe. Het is hierbij verder gunstig indien de genoemde geleidingsrand tussen 0.25 en 2 meter, bij verdere voorkeur tussen 0.5 en 1.5 meter, zoals in een gunstige uitvoeringsvorm ongeveer 1 meter, boven het wateroppervlak uitsteekt, om zodoende ook bij verhoogde golfslag een effectieve barrière te vormen. Bij voorkeur steekt de genoemde geleidingsrand boven het wateroppervlak uit over een hoogte in het bereik van 2.5 tot 20 procent, bij voorkeur 5 tot 15 procent, van de hoogte van het tweede geleidingsdeel.It is furthermore favorable if the second guide part has a horizontally extending and thus also and thus also transversely extending transversely to the axis of rotation guide edge which, during operation of the system, is situated above the water surface. With this guide edge, thus provided on a top side of the second guide part, water is effectively prevented from flowing over the guide unit. This further increases the effectiveness of the said barrier formed by the system, which causes a water level difference across the system. It is further favorable here if the said guiding edge protrudes above the water surface between 0.25 and 2 metres, more preferably between 0.5 and 1.5 metres, such as approximately 1 metre, in order to thus form an effective barrier even with increased wave action. Preferably, said guide edge projects above the water surface by a height in the range of 2.5 to 20 percent, preferably 5 to 15 percent, of the height of the second guide portion.

Hierbij vormt in een uitvoeringsvorm de geleidingsrand een vrij uiteinde van een vooruitspringend, en dus tegen de stromingsrichting in gericht, opwaarts hellend, geleidingsvlakdeel van het tweede geleidingsdeel. Hierdoor is als het ware een spoiler gevormd, hetgeen bijdraagt aan het verlagen van de weerstand van het tweede geleidingsdeel in het aanstromende water. Bij voorkeur is het opwaarts hellend geleidingsvlakdeel aangepast aan de trechtervorm van het tweede geleidingsdeel. Een dergelijke geleidingsrand zou, aan de voorzijde van het tweede geleidingsdeel, tevens aan een onderzijde ervan voorzien kunnen zijn, bijvoorbeeld in de vorm van een vooruitspringend, en dus tegen de stromingsrichting in gericht, neerwaarts hellend, geleidingsvlakdeel van het tweede geleidingsdeel.In one embodiment, the guide edge here forms a free end of a protruding, and thus directed against the flow direction, upwardly inclined guide surface part of the second guide part. As a result, a spoiler is formed, as it were, which contributes to lowering the resistance of the second guide part in the oncoming water. Preferably, the upwardly inclined guide surface portion is adapted to the funnel shape of the second guide portion. On the front side of the second guide part, such a guide edge could also be provided on an underside thereof, for instance in the form of a protruding, and thus against the flow direction, downwardly inclined guide surface part of the second guide part.

In een Uitvoeringsvorm omvat de geleidingseenheid een derde geleidingsdeel aan de stroomafwaartse zijde van het eerste geleidingsdeel, dat op het 5 eerste geleidingsdeel aansluit en dat trechtervormig is met in de stromingsrichting gezien een toenemend doorstroomoppervlak voor de waterstroming.In an Embodiment, the guide unit comprises a third guide part on the downstream side of the first guide part, which adjoins the first guide part and which is funnel-shaped with an increasing flow area for the water flow viewed in the direction of flow.

In een uitvoeringsvorm is de geleidingseenheid, althans ten minste in hoofdzaak, spiegelsymmetrisch ten opzichte van een verticaal symmetrievlak dat zich dwars op de rotatie-as uitstrekt. Hierdoor wordt een hieronder nader omschreven tweezijdige werking van het systeem in verhoogde mate mogelijk gemaakt. In een dergelijke uitvoering heeft de geleidingseenheid bij voorkeur een genoemde geleidingsrand die in bedrijf boven het wateroppervlak is gelegen, en daarmee tevens een zich horizontaal uitstrekkende, en zich dwars op de rotatie-as uitstrekkende, verdere geleidingsrand aan het derde geleidingsdeel, die in bedrijf van het systeem tevens boven het wateroppervlak is gelegen.In one embodiment, the guide unit is, at least at least substantially, mirror symmetrical with respect to a vertical plane of symmetry extending transversely to the axis of rotation. As a result, a two-sided operation of the system, described in more detail below, is hereby made possible to an increased extent. In such an embodiment, the guide unit preferably has a said guide edge which, in operation, is situated above the water surface, and therewith also a further guide edge extending horizontally and extending transversely to the axis of rotation on the third guide part, which, in operation, extends from the system is also located above the water surface.

In een uitvoeringsvorm zijn de respectievelijke rotorlichamen zodanig ontworpen en in de meerdere combinaties van het systeem gepositioneerd dat in bedrijf van het systeem elektrische energie kan worden opgewekt onafhankelijk van de waterstroomrichting door het eerste geleidingsdeel heen, dat wil zeggen met de genoemde, in het kader van de beschrijving van het systeem volgens de uitvinding gedefinieerde stromingsrichting mee of tegen de genoemde stromingsrichting in. Het systeem is dan dus zeer effectief, dus tweezijdig werkend, als getijdecentrale inzetbaar en kan elektrische energie opwekken zowel bij eb als bij vloed. Hierbij kan de stromingsrichting van het water bij vloed worden beschouwd als de in het kader van de beschrijving van het systeem telkens genoemde stromingsrichting. De hierboven genoemde uitvoeringsvormen omvattende het derde geleidingsdeel en/of de spiegelsymmetrische geleidingseenheid zijn hierbij bijzonder gunstig.In one embodiment, the respective rotor bodies are designed and positioned in the multiple combinations of the system such that, in operation of the system, electrical energy can be generated independently of the water flow direction through the first guide member, i.e. with the said, within the scope of the description of the system according to the invention defined flow direction along or against said flow direction. The system is therefore very effective, i.e. double-sided, can be used as a tidal power station and can generate electrical energy at both low and high tide. The flow direction of the water at high tide can herein be regarded as the flow direction mentioned in each case in the context of the description of the system. The above-mentioned embodiments comprising the third guide part and/or the mirror-symmetrical guide unit are particularly favorable here.

Het is verder gunstig indien het ten minste ene rotorlichaam schroefvormig is. Een degelijk rotorlichaam wordt ook wel als spiraalschroef aangeduid. Een effect van toepassing van een dergelijk rotorlichaam is het voor vissen mogelijk maken om langs/door de schroefvorm van het rotorlichaam te passeren. In een uitvoeringsvorm heeft het turbine-orgaan ten minste twee, bij verdere voorkeur drie schroefvormige rotorlichamen die in omtreksrichting gelijkmatig verdeeld aan een rotoras van het turbine-orgaan zijn voorzien en die bij voorkeur in elkaar verstrengeld zijn. Twee of bij voorkeur drie schroefvormige rotorlichamen zijn in het bijzonder van voordeel bij toepassing van het systeem in relatief sneller stromend water.It is further advantageous if the at least one rotor body is helical. A solid rotor body is also referred to as a spiral screw. An effect of using such a rotor body is to allow fish to pass along/through the helical shape of the rotor body. In one embodiment, the turbine member has at least two, more preferably three, helical rotor bodies which are provided uniformly distributed in the circumferential direction on a rotor shaft of the turbine member and which are preferably entangled in one another. Two or preferably three helical rotor bodies are particularly advantageous when the system is used in relatively faster flowing water.

Het is verder gunstig indien de respectievelijke geleidingseenheden zodanig zijn gevormd dat deze in bedrijf drijvend vermogen hebben. Hiertoe is het gunstig indien de geleidingseenheid ten minste ten dele hol is uitgevoerd met een waterdicht afsluitbare binnenruimte.It is further advantageous if the respective guide units are formed such that they have buoyancy in operation. To this end it is favorable if the guide unit is at least partly hollow with a watertight closable inner space.

In een uitvoeringsvorm is hierbij de binnenruimte in de stromingsrichting gezien onderverdeeld in meerdere onderling gescheiden compartimenten die elk onafhankelijk met een ballastmiddel zoals met water vulbaar zijn, bij voorkeur geautomatiseerd vulbaar en leegbaar zoals middels een waterpomp.In one embodiment, viewed in the direction of flow, the interior space is subdivided into several mutually separated compartments, each of which can be filled independently with a ballast medium, such as water, preferably can be filled automatically and emptied, such as by means of a water pump.

In een uitvoeringsvorm heeft het systeem verder een gestel waaraan de meerdere combinaties zijn verbonden, waarbij het gestel met voorkeur boven de combinaties is gelegen. De combinaties kunnen via het gestel onderling zijn verbonden. Het is verder denkbaar dat de drijflichamen via het gestel met elkaar en/of met de combinaties zijn verbonden.In one embodiment, the system further has a frame to which the plurality of combinations are connected, wherein the frame is preferably located above the combinations. The combinations can be interconnected via the frame. It is further conceivable that the floating bodies are connected to each other and/or to the combinations via the frame.

In een uitvoeringsvorm heeft het systeem een rijdek dat is ondersteund door het gestel. Hierdoor wordt het toepassingsgebied van het systeem sterk vergroot.In one embodiment, the system has a driving deck supported by the frame. This greatly expands the system's field of application.

In een uitvoeringsvorm zijn de onderzijde van het drijflichaam en de onderzijde van de geleidingseenheid aan de stroomopwaartse zijde daarvan op hetzelfde verticale niveau gelegen of is de onderzijde van het drijflichaam lager gelegen dan de onderzijde van de geleidingseenheid aan de stroomopwaartse zijde daarvan.In one embodiment, the underside of the floating body and the underside of the guide unit on the upstream side thereof are situated at the same vertical level or the underside of the floating body is situated lower than the underside of the guide unit on the upstream side thereof.

In een uitvoeringsvorm omvat het systeem verder een positioneringsinrichting voor het in bedrijf in verticale richting kunnen instellen van de positie dan wel oriëntatie van de meerdere combinaties ten opzichte van het wateroppervlak. Een dergelijke positioneringsinrichting kan een waterpompsysteem omvatten waarmee water, dat dan ballast vormt, in en uit een of meer reservoirs in het systeem kan worden gepompt voor het zodoende in verticale richting, oftewel in hoogterichting kunnen instellen dan wel stabiliseren oftewel balanceren van het systeem. In dit kader is de genoemde ten minste ten dele holle uitvoering van de geleidingseenheden, waarbij de binnenruimte dan het genoemd reservoir vormt of daar deel van uitmaakt, met voordeel toepasbaar. Indien de binnenruimte is onderverdeeld in meerdere onderling gescheiden en onafhankelijk van elkaar met water vulbare compartimenten, dan vormt elk compartiment een dergelijk reservoir, waarbij de positioneringsinrichting bij voorkeur is ingericht voor het geautomatiseerd onafhankelijk van elkaar kunnen vullen van ten minste enige, bij voorkeur alle, van de compartimenten, bijvoorbeeld ten minste de buitenste compartimenten gezien in stromingsrichting, oftewel het meest stroomopwaarts en stroomafwaarts gelegen compartiment. Een effect hiervan is dat het systeem ook in de stromingsrichting gezien in hoge mate kan worden gestabiliseerd, zoals om te compenseren voor drukverschillen aan de stroomopwaartse zijde ten opzichte van aan de stroomafwaartse zijde van het systeem, in het bijzonder bij tijdens gebruik fluctuerende dergelijke drukverschillen zoals in het geval van eb en vloed. Het is tevens gunstig om de genoemde drijfichamen als met water vulbaar reservoir te gebruiken, optioneel tevens onderverdeeld in compartimenten.In one embodiment, the system further comprises a positioning device for being able to adjust the position or orientation of the plurality of combinations in vertical direction during operation with respect to the water surface. Such a positioning device can comprise a water pump system with which water, which then forms ballast, can be pumped into and out of one or more reservoirs in the system for the purpose of adjusting or stabilizing or balancing the system in vertical direction, i.e. in height direction. In this context, the said at least partially hollow design of the guide units, wherein the inner space then forms or forms part of the said reservoir, can be used with advantage. If the inner space is subdivided into several mutually separated and independently of each other fillable compartments that can be filled with water, each compartment forms such a reservoir, wherein the positioning device is preferably designed for automated, independent filling of at least some, preferably all, of the compartments, for instance at least the outermost compartments viewed in flow direction, i.e. the most upstream and downstream compartment. An effect of this is that the system can also be stabilized to a great extent in the direction of flow, such as to compensate for pressure differences on the upstream side compared to the downstream side of the system, especially when such pressure differences fluctuate during use as in the case of ebb and flow. It is also favorable to use said floats as a reservoir that can be filled with water, optionally also subdivided into compartments.

In een uitvoeringsvorm bedraagt de afmeting van het systeem in een richting loodrecht op de respectievelijke rotatie-assen, en daarmee dus in bedrijf op de stromingsrichting, ten minste 100 meter en/of omvat het systeem ten minste 8, bij verdere voorkeur ten minste 10 naast elkaar voorziene combinaties. Een systeem met een dergelijke omvang, waarbij de respectievelijke tweede geleidingsdelen van de meerdere combinaties zodanig naast elkaar zijn voorzien dat stroming van water in de stromingsrichting tussen naburige tweede geleidingsdelen en daarmee tussen naburige geleidingseenheden door is verhinderd, vormt in bedrijf een substantiële barrière voor water waardoor er een waterdrukverschil ontstaat over de geleidingseenheid, gezien in de stromingsrichting van het water door de geleidingseenheid. Hierdoor neemt de effectiviteit van het turbine-orgaan verder toe. Het systeem kan rechtlijnig langwerpig zijn, of een lichte kromming hebben waarbij tegenovergelegen uiteinden van het systeem dan meer stroomopwaarts zijn gelegen dan een in uitstrekkingsrichting van het systeem centraal gedeelte van het systeem. Een dergelijke configuratie kan bijvoorbeeld met voordeel in een waterreservoir waarbij de stromingsrichting niet omkeert, zoals in een rivier, worden toegepast. In een uitvoeringsvorm omvat het systeem verder een verbindingsinrichting voor het met een bodem dan wel oever van het waterreservoir of met een star met de bodem verbonden constructie zoals een brugpilaar verbinden van het systeem. De verbindingsinrichting kan meerdere flexibele trekorganen, zoals kabels zoals staalkabels, omvatten die zich ieder tussen een verbindingspunt aan het systeem en een vast verbindingspunt aan de bodem dan wel oever of genoemde constructie uitstrekken. Bij voorkeur omvat de verbindingsinrichting meerdere pijlers die aan een onderste uiteinde zwenkbaar aan een vast verbindingspunt aan de bodem en aan een bovenste uiteinde zwenkbaar aan een verbindingspunt aan het systeem zijn verbonden. Zodoende kan het systeem meebewegen met een wisselende waterhoogte zoals onder invloed van eb en vloed. Bij voorkeur strekken de pijlers zich schuin opwaarts uit, bij voorkeur schuin opwaarts met de stromingsrichting mee, en zijn de pijlers bij verdere voorkeur elk aan een verbindingspunt dat op een meer stroomafwaartse positie aan een onderzijde van het systeem aanwezig is bevestigd.In one embodiment, the size of the system in a direction perpendicular to the respective rotation axes, and thus in operation on the flow direction, is at least 100 meters and/or the system comprises at least 8, more preferably at least 10 in addition to provided combinations. A system of such magnitude, wherein the respective second guide parts of the plurality of combinations are arranged side by side in such a way that the flow of water in the flow direction between adjacent second guide members and thus between adjacent guide units is prevented, forms a substantial barrier to water in operation, as a result of which a water pressure difference arises across the guide unit, viewed in the direction of flow of the water through the guide unit. This further increases the effectiveness of the turbine member. The system may be rectilinearly elongated, or have a slight curvature with opposite ends of the system then located more upstream than a central portion of the system extending direction of the system. Such a configuration can be advantageously used, for example, in a water reservoir where the direction of flow does not reverse, such as in a river. In one embodiment, the system further comprises a connecting device for connecting the system to a bottom or bank of the water reservoir or to a construction rigidly connected to the bottom, such as a bridge pillar. The connecting device can comprise several flexible tension members, such as cables such as steel cables, which each extend between a connection point on the system and a fixed connection point on the bottom or bank or said construction. Preferably, the connecting device comprises a plurality of pillars which are pivotally connected at a lower end to a fixed connection point at the bottom and pivotally connected at an upper end to a connection point on the system. In this way the system can move with a fluctuating water level, such as under the influence of ebb and flow. Preferably, the piers extend obliquely upwards, preferably obliquely upwards with the flow direction, and the piers are more preferably each attached to a connection point present at a more downstream position on an underside of the system.

In een alternatieve uitvoeringsvorm is het systeem niet ingericht om op water te drijven en kan het systeem derhalve vrij zijn van, dat wil zeggen uitgevoerd zijn zonder bijvoorbeeld genoemde drijflichamen, reservoirs en geleidingseenheden met drijvend vermogen. Het is op zich denkbaar om in plaats van drijflichamen ballastlichamen toe te passen of althans om de drijflichamen als ballastlichamen toe te passen, bijvoorbeeld voor het afzinken van het systeem op een gewenste positie in het waterreservoir. Daartoe kunnen de ballastlichamen zijn of worden gevuld met een ballast zoals bijvoorbeeld zand of dergelijke en/of met water. Het analoge geldt voor de geleidingseenheden die, indien hol uitgevoerd, ook met een ballast kunnen zijn of worden gevuld.In an alternative embodiment, the system is not designed to float on water and can therefore be free from, i.e. designed without, for example, said floating bodies, reservoirs and buoyancy guide units. It is conceivable per se to use ballast bodies instead of floating bodies or at least to use the floating bodies as ballast bodies, for instance for sinking the system at a desired position in the water reservoir. To this end, the ballast bodies can be or be filled with a ballast such as for instance sand or the like and/or with water. The analogy applies to the guide units which, if they are hollow, can also be or be filled with a ballast.

In een dergelijke uitvoeringsvorm kan de verbindingsinrichting zijn ingericht voor het star met een bodem dan wel oever van het waterreservoir of met een star met de bodem verbonden constructie zoals een brugpilaar verbinden van het systeem. Het systeem kan een star met de bodem verbonden constructie omvatten, welke een fundering vormt, waaraan het gestel kan zijn bevestigd. Het is ook in deze niet-drijvende uitvoeringsvorm mogelijk om een positioneringsinrichting toe te passen voor het in hoogterichting, zoals bijvoorbeeld ten opzichte van het wateroppervlak, kunnen positioneren van het systeem.In such an embodiment, the connecting device can be designed for rigidly connecting the system to a bottom or bank of the water reservoir or to a construction rigidly connected to the bottom, such as a bridge pillar. The system may comprise a construction rigidly connected to the ground, which forms a foundation to which the frame may be attached. It is also possible in this non-floating embodiment to use a positioning device for positioning the system in height direction, such as for instance relative to the water surface.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een, bij voorkeur drijvende, civiele constructie zoals een brug of een pier, ingericht voor verbinding aan een landdeel of voor het met elkaar verbinden van twee door het waterreservoir gescheiden landdelen, de constructie omvattende - een bovenomschreven systeem volgens de uitvinding, omvattende een rijdek, voor het over de constructie kunnen voortbewegen van voertuigen zoals personenwagens en bedrijfswagens,The invention also relates to a, preferably floating, civil construction such as a bridge or a pier, adapted for connection to a part of land or for connecting two parts of land separated by the water reservoir, the construction comprising - an above-described system according to the invention, comprising a driving deck, for being able to move vehicles such as passenger cars and commercial vehicles over the structure,

- ten minste een landverbindingselement dat een uiteinde van het systeem met een landdeel verbindt, - optioneel, in geval van een brug, ten minste twee landverbindingselementen dat tegenover gelegen uiteinden van het systeem met een eerste respectievelijk tweede landdeel verbindt, waarbij het rijdek zich over het systeem, ten minste aansluitend op het ten minste ene landverbindingselement, uitstrekt. In geval van de brug strekt het rijdek zich over het systeem, ten minste tussen de ten minste twee landverbindingselementen, uit.- at least one terrestrial connecting element connecting one end of the system to a part of the land, - optionally, in the case of a bridge, at least two connecting terrestrial elements connecting opposite ends of the system to a first and second part of the land, with the driving deck extending over the system extends at least contiguous to the at least one land connection element. In the case of the bridge, the driving deck extends over the system, at least between the at least two land connecting elements.

In een uitvoeringsvorm heeft de civiele constructie drijvend vermogen, en heeft daartoe bijvoorbeeld drijflichamen tussen combinaties waarbij naburige combinaties via een daartussen voorzien drijflichaam op elkaar aansluiten, en/of waarbij de geleidingseenheden zodanig zijn gevormd dat deze in bedrijf drijvend vermogen hebben. In geval van uitvoering van de civiele constructie als brug met een rijdek is het gunstig indien het systeem zowel drijflichamen heeft alsook geleidingseenheden met drijvend vermogen.In one embodiment, the civil construction has buoyancy, and to this end has for instance floating bodies between combinations, wherein adjacent combinations connect to each other via a floating body provided therebetween, and/or wherein the guide units are designed in such a way that they have buoyancy during operation. In the case of construction of the civil construction as a bridge with a driving deck, it is advantageous if the system has both floating bodies and guiding units with buoyancy.

Voordelen en effecten van de civiele constructie zijn analoog aan de bovenomschreven voordelen en effecten van het systeem volgens de uitvinding.Advantages and effects of the civil construction are analogous to the above-described advantages and effects of the system according to the invention.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een gebruik van een bovenomschreven systeem volgens de uitvinding, waarbij de meerdere, naast elkaar voorziene, onderling verbonden combinaties van een turbine-orgaan en een geleidingseenheid elk zodanig drijvend in het waterreservoir zijn voorzien dat ten minste het rotorlichaam van het turbine-orgaan onder het wateroppervlak is gelegen terwijl het tweede geleidingsdeel van de geleidingseenheid ten dele boven het wateroppervlak is gelegen.The invention also relates to a use of an above-described system according to the invention, wherein the plurality of adjacently connected interconnected combinations of a turbine member and a guide unit are each provided floating in the water reservoir such that at least the rotor body of the turbine member is located below the water surface, while the second guide part of the guide unit is partially located above the water surface.

Hierbij heeft in een uitvoeringsvorm het tweede geleidingsdeel van elke van de meerdere combinaties aan de voorzijde ervan een, zich horizontaal uitstrekkende, geleidingsrand, waarbij de meerdere, naast elkaar voorziene, onderling verbonden combinaties van een turbine-orgaan en een geleidingseenheid elk zodanig drijvend in het waterreservoir zijn voorzien dat de geleidingsrand van het tweede geleidingsdeel boven het wateroppervlak is gelegen.In one embodiment, the second guide part of each of the plurality of combinations has a horizontally extending guide edge at the front thereof, the plurality of adjacently connected combinations of a turbine member and a guide unit each floating in such a manner in the water reservoir, it is provided that the guiding edge of the second guiding part is situated above the water surface.

In de bovenomschreven uitvoeringsvorm van het systeem waarbij sprake is van respectievelijke rotorlichamen die zodanig zijn ontworpen en in de meerdere combinaties van het systeem zijn gepositioneerd dat in bedrijf van het systeem elektrische energie kan worden opgewekt onafhankelijk van de waterstroomrichting door het eerste geleidingsdeel heen, dat wil zeggen met de genoemde stromingsrichting mee of tegen de genoemde stromingsrichting in, is het gunstig indien het systeem wordt gebruikt in een waterreservoir dat aan getijdestroming onderhevig is.In the above-described embodiment of the system involving respective rotor bodies designed and positioned in the plurality of combinations of the system such that, in operation of the system, electrical energy can be generated independently of the water flow direction through the first guide member, i.e. say with or against said flow direction, it is advantageous if the system is used in a water reservoir that is subject to tidal flow.

Voordelen en effecten van het gebruik van het gebruik van het systeem zijn analoog aan de bovenomschreven voordelen en effecten van het systeem en de civiele constructie volgens de uitvinding. In het kader van de beschrijving van het systeem en civiele constructie hierboven beschreven uitvoeringsvormen zijn analoog toepasbaar op het gebruik van het systeem volgens de uitvinding.Advantages and effects of the use of the use of the system are analogous to the above-described advantages and effects of the system and civil construction according to the invention. In the context of the description of the system and civil construction, the embodiments described above are analogously applicable to the use of the system according to the invention.

De onderhavige uitvinding zal navolgend worden toegelicht aan de hand van de beschrijving van mogelijke uitvoeringsvormen van systemen volgens de uitvinding, onder verwijzing naar de navolgende schematische figuren, waarin: Figuur 1 in driedimensionale weergave schuin van boven een gedeelte van een voorkeursuitvoeringsvoorbeeld van een systeem volgens de uitvinding toont; Figuur 2 in driedimensionale weergave schuin van onder het in figuur 1 getoonde gedeelte van het systeem volgens de uitvinding toont; Figuur 3 doorsnede llI-Ill volgens figuur 2 toont; Figuur 4 in onderaanzicht het in figuur 1 getoonde gedeelte van het systeem volgens de uitvinding toont; Figuur 5a in driedimensionale weergave schuin van boven een gedeelte van het voorkeursuitvoeringsvoorbeeld van het systeem volgens de uitvinding toont, met een afzonderlijk van het overige van het systeem getoonde combinatie van een turbine-orgaan en een geleidingseenheid; Figuur 5b doorsnede III-I volgens figuur 2 toont, met daarin aanvullend getoond een voorkeursuitvoeringsvoorbeeld van een verbindingsinrichting; Figuur 6 in driedimensionale weergave schuin van boven een gedeelte van een verder voorkeursuitvoeringsvoorbeeld van een systeem volgens de uitvinding toont; en Figuur 7 een vooraanzicht van een voorkeursuitvoeringsvoorbeeld van een combinatie volgens de uitvinding toont.The present invention will be elucidated below on the basis of the description of possible embodiments of systems according to the invention, with reference to the following schematic figures, in which: invention shows; Figure 2 shows in a three-dimensional view obliquely from below the part of the system according to the invention shown in Figure 1; Figure 3 shows section III-III according to Figure 2; Figure 4 shows a bottom view of the part of the system according to the invention shown in Figure 1; Figure 5a shows in three-dimensional view obliquely from above a part of the preferred exemplary embodiment of the system according to the invention, with a combination of a turbine element and a guide unit shown separately from the rest of the system; Figure 5b shows section III-I according to Figure 2, with additionally shown therein a preferred exemplary embodiment of a connecting device; Figure 6 shows in three-dimensional view obliquely from above a part of a further preferred embodiment of a system according to the invention; and Figure 7 shows a front view of a preferred exemplary embodiment of a combination according to the invention.

Figuren 1 — 5b tonen een voorkeursuitvoeringsvoorbeeld van een systeem volgens de uitvinding een systeem 1 voor het opwekken van elektrische energie uit een waterstroming in een waterreservoir 3 zoals uit een getijdestroming in een zee of oceaan of uit een waterstroming in een rivier. Het systeem heeft meerdere, naast elkaar voorziene, onderling verbonden combinaties 2 van een turbine-orgaan en een geleidingseenheid. Het systeem 1 heeft verder een gestel 4 waaraan de meerdere combinaties 2 zijn verbonden, meer specifiek aan de onderzijde van het gestel 4. Het systeem 1 heeft althans in het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld tevens een rijdek 6 dat is ondersteund door het gestel 4. Het rijdek 6 kan zijn ontworpen voor het over het rijdek 6 kunnen laten bewegen van voertuigen zoals motorvoertuigen waaronder personenwagens en bedrijfswagens, en/of voor voetgangers. Het systeem 1 maakt deel uit van een drijvende brug, voor het met elkaar verbinden van twee door het waterreservoir gescheiden landdelen 45, 47. Hiertoe omvat de brug het systeem 1 en verder een eerste landverbindingselement 44 (enkel zeer schematisch in figuur 5a getoond) dat een eerste uiteinde van het systeem 1 met een eerste landdeel 45 verbindt, en een tweede landverbindingselement 46 (enkel zeer schematisch in figuur ba getoond} dat een tweede, tegenover het eerste uiteinde gelegen tweede uiteinde van het systeem 1 met een tweede landdeel 47 verbindt. In figuur 5a is de verbinding van onder meer het rijdek 8 met de beide landverbindingsdelen met streeplijnen getoond, daarmee aangevende dat een systeem volgens de uitvinding in de praktijk veelal aanzienlijk langer zal zijn dan het in figuur 4 getoonde deel. Hierbij strekt het rijdek 6 zich over het systeem 1, tussen het eerste en het tweede landverbindingselement 44; 46 uit. Uitvoering van het systeem 1 met één landverbindingselement, of vrij van een of meer landverbindingselementen, is binnen het kader van de uitvinding eveneens mogelijk. Zoals de figuren tonen is het systeem 1 langwerpig met een lengterichting 8. In deze lengterichting kan een afmeting, meer specifiek een lengte van het systeem 1, meer dan 100 meter bedragen. Een lengte van het in figuur 4 getoonde gedeelte van het systeem 1 kan bijvoorbeeld ongeveer 55 meter bedragen.Figures 1-5b show a preferred exemplary embodiment of a system according to the invention, a system 1 for generating electrical energy from a water flow in a water reservoir 3, such as from a tidal flow in a sea or ocean or from a water flow in a river. The system has several, side by side, interconnected combinations 2 of a turbine member and a guide unit. The system 1 furthermore has a frame 4 to which the multiple combinations 2 are connected, more specifically to the underside of the frame 4. At least in the present exemplary embodiment, the system 1 also has a driving deck 6 which is supported by the frame 4. The driving deck 6 may be designed for allowing vehicles such as motor vehicles including passenger cars and commercial vehicles to move over the driving deck 6, and/or for pedestrians. The system 1 forms part of a floating bridge for connecting two land parts 45, 47 separated by the water reservoir. To this end, the bridge comprises the system 1 and further a first land connecting element 44 (only shown very schematically in figure 5a) which connects a first end of the system 1 to a first land part 45, and a second land connection element 46 (shown only very schematically in figure ba} which connects a second second end of the system 1 opposite the first end to a second land part 47. Figure 5a shows the connection of, inter alia, the driving deck 8 with the two land connecting parts with broken lines, indicating that in practice a system according to the invention will usually be considerably longer than the part shown in figure 4. The driving deck 6 extends here. across the system 1, between the first and the second land connection element 44; 46. Embodiment of the system 1 with one land connection element graft, or free of one or more land connection elements, is also possible within the scope of the invention. As the figures show, the system 1 is elongate with a longitudinal direction 8. In this longitudinal direction, a dimension, more specifically a length of the system 1, can be more than 100 meters. A length of the part of the system 1 shown in figure 4 can for instance be approximately 55 meters.

Het systeem heeft ook een verbindingsinrichting (enkel in figuur 5a en 5b getoond) voor het met een bodem 12 (zie figuur 3) en/of een of meer oevers van het waterreservoir, en/of met een star met de bodem 12 en/of oever verbonden constructie zoals een brugpilaar verbinden van het systeem 1. De verbindingsinrichting 10 heeft hiertoe in het voorbeeld volgens figuur 5a meerdere flexibele trekorganen 11, bijvoorbeeld één per 50 meter gezien in de lengterichting 8, die zich ieder tussen een verbindingspunt aan het systeem 1 en een vast verbindingspunt aan de bodem 12 dan wel oever of genoemde constructie uitstrekken. Bij voorkeur is de verbindingsinrichting echter uitgevoerd als verbindingsinrichting 10° zoals getoond in figuur 5b en heeft deze meerdere pijlers 11’, bijvoorbeeld één per 50 meter gezien in de lengterichting 8, die zwenkbaar aan een verbindingspunt 11a aan het systeem 1 en zwenkbaar aan een vast verbindingspunt 11b aan de bodem 12 dan wel oever of genoemde constructie zijn verbonden. Zoals getoond strekken de pijlers zich schuin opwaarts met de stromingsrichting 24 mee uit.The system also has a connecting device (shown only in Figures 5a and 5b) for connecting to a bottom 12 (see Figure 3) and/or one or more banks of the water reservoir, and/or having a rigid connection to the bottom 12 and/or bank-connected construction such as a bridge pillar connecting the system 1. In the example according to figure 5a, the connecting device 10 has for this purpose several flexible tension members 11, for instance one per 50 meters viewed in the longitudinal direction 8, which are each located between a connection point on the system 1 and extending a fixed connection point to the bottom 12 or bank or said construction. Preferably, however, the connecting device is designed as a connecting device 10° as shown in figure 5b and has several pillars 11', for example one per 50 meters viewed in the longitudinal direction 8, which are pivotable at a connecting point 11a on the system 1 and pivotable on a fixed connection point 11b to the bottom 12 or bank or said construction. As shown, the piers extend obliquely upwards with the direction of flow 24 .

Het systeem 1 omvat de genoemde meerdere, naast elkaar voorziene, dus opeenvolgend in de lengterichting 8 van het systeem 1, onderling verbonden combinaties 2 van een turbine-orgaan 14 en een geleidingseenheid 16. leder turbine-orgaan 14 is uitgevoerd met drie in omtreksrichting gelijkmatig aan een rotoras 19 van het turbine-orgaan, waarvan de hartlijn de rotatie-as 18 bepaalt, gezamenlijk met de centrale as roteerbare rotorlichamen 20a, 20b, 20c (gezamenlijk aangeduid als het rotorlichaam 20). Zie ook figuur 7. In bedrijf is het turbine-orgaan 14 volledig onder het wateroppervlak 22 is gelegen en onder invloed van de waterstroming in een stromingsrichting 24 van een stroomopwaartse zijde van het ten minste ene rotorlichaam 20 naar een stroomafwaartse zijde van het ten minste ene rotorlichaam 20 roteert. De rotatie-as 18 strekt zich evenwijdig aan de stromingsrichting 24 uit. Het turbine-orgaan 14 heeft verder een niet in de figuren getoonde elektrische generator of kan daar althans werkzaam mee worden verbonden, die in bedrijf roterend wordt aangedreven door het rotorlichaam 20. Op deze wijze kan met het turbine-orgaan 14 elektrische energie worden opgewekt.The system 1 comprises said plurality of adjacent, i.e. sequential in the longitudinal direction 8 of the system 1, interconnected combinations 2 of a turbine member 14 and a guide unit 16. Each turbine member 14 is formed with three circumferentially uniform on a rotor shaft 19 of the turbine member, the axis of which defines the rotation shaft 18, together with the central shaft rotatable rotor bodies 20a, 20b, 20c (collectively referred to as the rotor body 20). See also figure 7. In operation, the turbine member 14 is located completely below the water surface 22 and under the influence of the water flow in a flow direction 24 from an upstream side of the at least one rotor body 20 to a downstream side of the at least one rotor body 20 rotates. The axis of rotation 18 extends parallel to the direction of flow 24 . The turbine member 14 further has an electrical generator not shown in the figures or can at least be operatively connected thereto, which in operation is rotationally driven by the rotor body 20. In this way electrical energy can be generated with the turbine member 14.

ledere geleidingseenheid 16 heeft een buisvormig, dat wil zeggen cirkelringvormig, eerste geleidingsdeel 26 dat het rotorlichaam 20 coaxiaal ten opzichte van de rotatie-as 18 van het rotorlichaam 20 omgeeft. In figuur 7 is een binnenwand 26a van het eerste geleidingsdeel, die een inwendig dwarsdoorsnede- oppervlak van het eerste geleidingsdeel 26 bepaalt, aangegeven. De drie rotorlichamen 20a, 20b, 20c van het turbine-orgaan vormen gezamenlijk een frontaal oppervlak dat zoals figuur 7 toont althans nagenoeg even groot is als het inwendig dwarsdoorsnede-oppervlak van het buisvormig eerste geleidingsdeel 26. In het voorbeeld volgens figuur 7 sluiten de rotorlichamen 20a, 20b, 20c aan een buitenomtrek ervan aan op de binnenwand 28a, met een radiale speling van ten hoogste enkele centimeters. De rotorlichamen 20a-c zijn verder zodanig uitgevoerd dat een gedeelte van het inwendig dwarsdoorsnede-oppervlak van het buisvormig eerste geleidingsdeel 28 dat niet samenvalt met het frontaal oppervlak van de drie rotorlichamen 20a-c in hoofdzaak in de nabijheid van de centrale as 19 is gelegen. Dit genoemde niet-samenvallend gedeelte is in figuur 7 aangeduid met verwijzingscijfersEach guide unit 16 has a tubular, i.e., circular annular, first guide portion 26 which surrounds the rotor body 20 coaxially with the axis of rotation 18 of the rotor body 20 . In Fig. 7, an inner wall 26a of the first guide member defining an inner cross-sectional area of the first guide member 26 is shown. The three rotor bodies 20a, 20b, 20c of the turbine member jointly form a frontal surface which, as shown in figure 7, is at least substantially as large as the internal cross-sectional area of the tubular first guide part 26. In the example according to figure 7, the rotor bodies close. 20a, 20b, 20c at an outer periphery thereof to the inner wall 28a, with a radial clearance of at most a few centimeters. The rotor bodies 20a-c are further configured such that a portion of the inner cross-sectional area of the tubular first guide member 28 which does not coincide with the frontal surface of the three rotor bodies 20a-c is substantially in the vicinity of the central axis 19 . This mentioned non-coincident part is indicated in figure 7 by reference numerals

21. Elke van de drie aangeduide delen 21 van het niet-samenvallend gedeelte is bepaald door de geometrie van twee van de drie rotorlichamen 20a-c. ledere geleidingseenheid 16 heeft verder een tweede geleidingsdeel 28 aan een stroomopwaartse zijde van het eerste geleidingsdeel 26, dat op het eerste geleidingsdeel 26 aansluit en dat trechtervormig is met in de stromingsrichting gezien een afnemend doorstroomoppervlak voor de waterstroming. In het systeem 1 zijn de respectievelijke tweede geleidingsdelen 28 van de meerdere combinaties 2 zodanig naast elkaar voorzien dat stroming van water in de stromingsrichting tussen naburige geleidingseenheden door is verhinderd. Om dit te bewerkstelligen sluiten naburige tweede geleidingsdelen 28 op elkaar aan. Dit is in het systeem 1 effectief en eenvoudig gerealiseerd doordat de respectievelijke tweede geleidingsdelen 28 van de meerdere combinaties 2 aan een, stroomopwaarts gelegen, voorzijde 30 ervan een rechthoekige dwarsdoorsnede-vorm hebben. Deze rechthoekige dwarsdoorsnede, met een lengte- en breedte-afmeting van ieder enkele meters tot meer dan 10 meter, bijvoorbeeld beide ongeveer 10 meter, gaat in stromingsrichting over in de cirkelvormige dwars- doorsnedevorm van het eerste geleidingsdeel 26, zoals figuur 2 toont. Hierbij heeft de cirkelvormige dwars-doorsnedevorm een binnendiameter van ongeveer 8 meter althans in het onderhavige voorbeeld waarbij de rechthoekige dwarsdoorsnede aan de voorzijde ongeveer 10 x 10 meter bedraagt.21. Each of the three designated portions 21 of the non-coincident portion is defined by the geometry of two of the three rotor bodies 20a-c. Each guide unit 16 further has a second guide portion 28 on an upstream side of the first guide portion 26, which adjoins the first guide portion 26 and which is funnel-shaped with a decreasing flow area for the water flow viewed in the direction of flow. In the system 1, the respective second guide parts 28 of the plurality of combinations 2 are arranged side by side in such a way that the flow of water in the flow direction between adjacent guide units is prevented. In order to achieve this, adjacent second guide parts 28 adjoin each other. This is effectively and simply realized in the system 1 in that the respective second guide parts 28 of the plurality of combinations 2 have a rectangular cross-sectional shape on an upstream front side 30 thereof. This rectangular cross-section, with a length and width dimension of each a few meters to more than 10 meters, for example both about 10 meters, merges in the flow direction into the circular cross-sectional shape of the first guide part 26, as shown in Fig. 2 . In this case, the circular cross-sectional shape has an inner diameter of approximately 8 meters, at least in the present example, wherein the rectangular cross-section at the front is approximately 10 x 10 meters.

Doordat de tweede geleidingsdelen 28 van de meerdere combinaties 2 zodanig naast elkaar zijn voorzien dat stroming van water in de stromingsrichting tussen naburige geleidingseenheden 16 door is verhinderd, wordt dwars op de stromingsrichting 24 door de tweede geleidingsdelen 28 een barrière, of front gevormd waarbij water, aanstromend binnen dat front, enkel door de geleidingseenheden 16 heen en daardoor dus langs de rotorlichamen 20 van de turbine-organen 14 kan passeren (en uiteraard tevens buiten het systeem 1 langs, zoals mogelijk onder het systeem door - zie figuur 3 waarin is getoond dat het systeem zich op een afstand van de bodem 12 bevindt - en mogelijk aan weerszijden van het systeem zijdelings langs, kan passeren, afhankelijk van de uitvoering! dimensionering van het systeem).Because the second guide parts 28 of the plurality of combinations 2 are provided next to each other in such a way that the flow of water in the flow direction between adjacent guide units 16 is prevented, transversely to the flow direction 24 through the second guide parts 28 a barrier, or front, is formed in which water, flowing within that front, only through the guide units 16 and can therefore pass along the rotor bodies 20 of the turbine members 14 (and of course also outside the system 1, as possible underneath the system - see figure 3 in which it is shown that the system is spaced from the bottom 12 - and may pass laterally on either side of the system, depending on the configuration of the system).

Doordat de lengte van het systeem 1 zoals boven vermeld meer dan 100 meter bedraagt vormt het systeem 1 in bedrijf een substantiële barrière voor water waardoor er een waterdrukverschil ontstaat over de geleidingseenheden 16, gezien in de stromingsrichting 24 van het water door de geleidingseenheden 16. Dit is in figuur 3 sterk schematisch aangeduid door het hogere niveau van het wateroppervlak 22 stroomopwaarts, links in figuur 3, en het lagere niveau stroomafwaarts, rechts in figuur 3, met een bijbehorend hoogteverschil Ah.Because the length of the system 1 as stated above is more than 100 metres, the system 1 in operation forms a substantial barrier to water, causing a water pressure difference across the guide units 16, viewed in the direction of flow 24 of the water through the guide units 16. This is strongly schematically indicated in figure 3 by the higher level of the water surface 22 upstream, on the left in figure 3, and the lower level downstream, on the right in figure 3, with a corresponding height difference Ah.

Aan de genoemde voorzijde 30 heeft ieder tweede geleidingsdeel 28 een, zich horizontaal, dat wil zeggen parallel aan het wateroppervlak 22, uitstrekkende, geleidingsrand 32 die in bedrijf van het systeem 1, een weinig, bijvoorbeeld 5 of 10 of minder dan 30 cm, boven het wateroppervlak 22 is gelegen. De geleidingsrand 32 vormt hierbij een vrij uiteinde van een vooruitspringend, opwaarts hellend, geleidingsvlakdeel 34 van het tweede geleidingsdeel 28. Het geleidingsvlakdeel 34 met de geleidingsrand 32 vormen daarmee als het ware een spoiler, zoals met name figuur 1 en 2 tonen.On said front side 30, each second guide portion 28 has a guide edge 32 extending horizontally, i.e. parallel to the water surface 22, which, in operation of the system 1, is slightly, for example 5 or 10 or less than 30 cm, above the water surface 22 is located. The guide edge 32 here forms a free end of a protruding, upwardly inclined guide surface part 34 of the second guide part 28. The guide surface part 34 with the guide edge 32 thus form a spoiler, as it were, as shown in particular in Figures 1 and 2 .

De geleidingseenheid 18 omvat ook een derde geleidingsdeel 36 aan de stroomafwaartse zijde van het eerste geleidingsdeel 26, dat op het eerste geleidingsdeel 26 aansluit en dat trechtervormig is met in de stromingsrichting gezien een toenemend doorstroomoppervlak voor de waterstroming. Het derde geleidingsdeel 36 is qua ontwerp gelijk aan het tweede geleidingsdeel 28, maar in spiegelbeeld voorzien. Het derde geleidingsdeel 28 heeft dus ook de bovenomschreven spoiler. Dus is de geleidingseenheid 16 spiegelsymmetrisch ten opzichte van een verticaal symmetrievlak dat zich centraal en dwars op de rotatie-as 18 uitstrekt. Zie in het bijzonder figuur 3.The guide unit 18 also includes a third guide portion 36 on the downstream side of the first guide portion 26, which adjoins the first guide portion 26 and which is funnel-shaped with an increasing flow area for the water flow viewed in the direction of flow. The third guide portion 36 is similar in design to the second guide portion 28, but provided in a mirror image. Thus, the third guide portion 28 also has the above-described spoiler. Thus, the guide unit 16 is mirror symmetrical with respect to a vertical plane of symmetry extending centrally and transversely to the axis of rotation 18 . See in particular Figure 3.

De respectievelijke rotorlichamen 20 zijn zodanig ontworpen en in de meerdere combinaties 2 van het systeem 1 gepositioneerd dat in bedrijf van het systeem 1 elektrische energie kan worden opgewekt onafhankelijk van de waterstroomrichting door het eerste geleidingsdeel 26 heen. Het rotorlichaam 20 is (spiraal)schroefvormig. Het systeem 1 is dan dus zeer effectief als getijdecentrale inzetbaar en kan elektrische energie opwekken zowel bij de overgang eb-vloed alsook bij de overgang vloed-eb.The respective rotor bodies 20 are designed and positioned in the multiple combinations 2 of the system 1 such that in operation of the system 1 electrical energy can be generated independently of the water flow direction through the first guide part 26 . The rotor body 20 is (spiral) helical. The system 1 can then be used very effectively as a tidal power station and can generate electrical energy at both the ebb-flood transition and the high-ebb transition.

Verder heeft het systeem 1 tussen combinaties 2 voorziene drijffichamen 40. Telkens twee, onderling direct op elkaar aansluitende combinaties 2 zijn hierbij tussen twee naburige drijflichamen 4 voorzien en dergelijke paren van combinaties 2 sluiten dus telkens via een daartussen voorzien drijflichaam 40 op elkaar aan.Furthermore, the system 1 has floating bodies 40 provided between combinations 2. In each case, two mutually directly connecting combinations 2 are provided here between two adjacent floating bodies 4, and such pairs of combinations 2 thus connect to each other via a floating body 40 provided therebetween.

Dergelijke paren van combinaties 2 kunnen in een uitvoeringsvorm als één geheel zijn vervaardigd, in het bijzonder kunnen de geleidingseenheden 18 integraal zijn vervaardigd.Such pairs of combinations 2 can be manufactured integrally in one embodiment, in particular the guide units 18 can be integrally manufactured.

Het systeem 1 kan zodanig zijn ontworpen dat dergelijke paren van combinaties 2 uitwisselbaar onder het gestel 4, tussen twee drijflichamen 40, kunnen worden aangebracht.The system 1 can be designed such that such pairs of combinations 2 can be arranged interchangeably under the frame 4, between two floating bodies 40.

Zie figuur 5. De drijflichamen 40 hebben, vanzelfsprekend, drijfvermogen.See Figure 5. The buoyancy bodies 40 are, of course, buoyant.

Dit is mogelijk bijvoorbeeld door de drijflichamen 40 hol, gevuld met een gas zoals lucht, uit te voeren.This is possible, for example, by making the floating bodies 40 hollow, filled with a gas such as air.

Het is aanvullend of alternatief mogelijk om de respectievelijke geleidingseenheden 16 zodanig te vormen dat deze in bedrijf drijvend vermogen hebben.It is additionally or alternatively possible to form the respective guide units 16 to have buoyancy in operation.

Dit is mogelijk bijvoorbeeld door ze ten minste ten dele hol uit te voeren met een waterdicht afsluitbare binnenruimte 42, die optioneel in compartimenten is verdeeld, bijvoorbeeld een aantal in het bereik van drie tot acht compartimenten in een rij van het stroomopwaarts einde naar het stroomafwaarts einde van de geleidingseenheden.This is possible, for example, by making them at least partly hollow with a watertight closable inner space 42, which is optionally divided into compartments, for example a number in the range of three to eight compartments in a row from the upstream end to the downstream end. of the guiding units.

Het is hierbij eveneens mogelijk dat het systeem 1 een, positioneringsinrichting 50 omvat (enkel zeer schematisch in figuur 3 getoond) voor het in bedrijf in verticale richting, oftewel loodrecht op het wateroppervlak, kunnen instellen van de positie van de meerdere combinaties 2 ten opzichte van het wateroppervlak 22. Een dergelijke positioneringsinrichting kan zoals boven aangegeven bijvoorbeeld een waterpompsysteem omvatten, optioneel per combinatie,It is also possible here that the system 1 comprises a positioning device 50 (only shown very schematically in figure 3) for being able to adjust the position of the multiple combinations 2 relative to the water surface 22. As indicated above, such a positioning device can for instance comprise a water pump system, optionally per combination,

waarmee water, dat dan ballast vormt, in en uit een of meer reservoirs, waaronder bijvoorbeeld de genoemde binnenruimte 42 en/of een al dan niet in compartimenten verdeelde binnenruimte van de holle drijflichamen 40. in en uit het systeem kan worden gepompt.with which water, which then forms ballast, can be pumped into and out of one or more reservoirs, including for instance said inner space 42 and/or an inner space of the hollow floating bodies 40, which may or may not be divided into compartments.

Op deze wijze kan enerzijds het systeem tijdens de installatie op de gewenste hoogte ten opzichte van het wateroppervlak worden gebracht.In this way, on the one hand, the system can be brought to the desired height relative to the water surface during installation.

Anderzijds kan tijdens gebruik van het systeem, het systeem in stromingsrichting gezien gestabiliseerd worden, in het bijzonder bij toepassing van de genoemde meerdere compartimenten verdeelde binnenruimte.On the other hand, during use of the system, the system can be stabilized viewed in the flow direction, in particular when the said interior space divided into several compartments is used.

Op basis van bijvoorbeeld een hellingsensor kan dan geautomatiseerd water in of uit een compartiment worden gepompt, in het bijzonder in of uit een meest stroomopwaarts of een meest stroomafwaarts compartiment van een combinatie of van meerdere combinaties tegelijk.On the basis of, for instance, a slope sensor, water can then be pumped into or out of a compartment in an automated manner, in particular into or out of a most upstream or a most downstream compartment of a combination or of several combinations simultaneously.

Een dergelijke hellingsensor kan bijvoorbeeld worden gebruikt voor het bij een meer dan een vooraf bepaalde drempelwaarde hellen van het systeem een pomp die in verbinding staat met een stroomopwaarts of een stroomafwaarts compartiment in of uit te schakelen, afhankelijk van de richting van hellen in de stromingsrichting, voor het in of uit dat compartiment pompen van water ten behoeve van het tot onder de drempelwaarde terugbrengen van het hellen van het systeem. Zodoende kan op effectieve wijze de helling-stabiliteit van het systeem worden gewaarborgd onder in de praktijk wisselende omgevingsomstandigheden zoals de invloed van eb en vloed.For example, such a tilt sensor can be used to tilt the system more than a predetermined threshold value to turn on or off a pump in communication with an upstream or a downstream compartment, depending on the direction of tilt in the flow direction, for pumping water into or out of that compartment for the purpose of reducing the inclination of the system to below the threshold value. Thus, the slope stability of the system can be effectively assured under varying environmental conditions such as the influence of ebb and flow in practice.

Figuur 6 toont een verder voorkeursuitvoeringsvoorbeeld van een systeem volgens de uitvinding in de vorm van een systeem 100. Het systeem is in hoofdzaak gelijk aan het systeem 1. Gelijke of gelijkwerkende onderdelen zijn gemakshalve met de zelfde verwijzingscijfers aangeduid. Het systeem 100 wijkt van systeem 1 af ten aanzien van het ontwerp van het gestel 104. Dit is bij systeem 100 niet van een rijdek 6 voorzien, hoewel het zeer wel denkbaar is om dit wel te doen en dus het systeem 100 van een gestel 4 te voorzien. Andersom is het ook denkbaar om het systeem 1 van een gestel 104 te voorzien. Ook anders dan bij systeem 1 heeft het systeem 100 geen drijflichamen. Alle combinaties 2 zijn, bij wijze van voorbeeld paarsgewijs, direct op elkaar aansluitend voorzien onder het gestel 104. Indien het systeem 100 drijvend zou worden uitgevoerd, wordt het drijvend vermogen van het systeem 100 dus bepaald door het drijvend vermogen van de geleidingseenheden 16 van de combinaties 2, zoals boven reeds toegelicht.Figure 6 shows a further preferred exemplary embodiment of a system according to the invention in the form of a system 100. The system is substantially identical to the system 1. For the sake of convenience, identical or identically acting parts are designated with the same reference numerals. The system 100 differs from system 1 with regard to the design of the frame 104. In system 100 this is not provided with a driving deck 6, although it is quite conceivable to do so and thus the system 100 with a frame 4 to provide. Conversely, it is also conceivable to provide the system 1 with a frame 104. Also unlike system 1, system 100 has no floating bodies. All combinations 2 are provided, for example in pairs, directly adjacent to each other under the frame 104. If the system 100 were to be designed to be floating, the buoyancy of the system 100 is thus determined by the buoyancy of the guide units 16 of the combinations 2, as already explained above.

Lijst van verwijzingscijfers systeem 1; 100 combinatie 2 waterreservoir 3 gestel 4; 104 rijdek 6 eerste landverbindingselement 44 eerste landdeel 45 tweede landverbindingselement 46 tweede landdeel 47 lengterichting 8 verbindingsinrichting 10 bodem 12 turbine-orgaan 14 geleidingseenheid 16 rotatie-as 18 as 19 rotorlichaam 20 (20a, 20b, 200) deel van niet-samenvallend oppervlak 21 wateroppervlak 22 stromingsrichting 24 eerste geleidingsdeel 26 binnenwand van eerste geleidingsdeel 28a tweede geleidingsdeel 28 voorzijde (van tweede geleidingsdeel) 30 geleidingsrand 32 geleidingsvlakdeel 34 derde geleidingsdeel 36 drijflichaam 40 binnenruimte 42 positioneringsinrichting 50 hoogteverschil AhList of numerals system 1; 100 combination 2 water tank 3 frame 4; 104 driving deck 6 first land connecting element 44 first land part 45 second land connecting element 46 second land part 47 longitudinal direction 8 connecting device 10 bottom 12 turbine member 14 guide unit 16 axis of rotation 18 shaft 19 rotor body 20 (20a, 20b, 200) part of non-coincident surface 21 water surface 22 flow direction 24 first guide part 26 inner wall of first guide part 28a second guide part 28 front side (of second guide part) 30 guide edge 32 guide surface part 34 third guide part 36 floating body 40 inner space 42 positioning device 50 height difference Ah

Claims (27)

CONCLUSIESCONCLUSIONS 1. Systeem voor het opwekken van elektrische energie uit een waterstroming in een waterreservoir, het systeem omvattende meerdere, naast elkaar voorziene, onderling verbonden combinaties van een turbine-orgaan en een geleidingseenheid, waarbij ieder turbine-orgaan is uitgevoerd met een om een rotatie- as roteerbaar rotorlichaam dat in bedrijf volledig onder het wateroppervlak is gelegen en onder invloed van de waterstroming in een stromingsrichting van een stroomopwaartse zijde van het ten minste ene rotorlichaam naar een stroomafwaartse zijde van het ten minste ene rotorlichaam om de rotatie-as ervan roteert, en waarbij iedere geleidingseenheid een buisvormig eerste geleidingsdeel omvat dat het rotorlichaam coaxiaal, ten opzichte van de rotatie-as van het rotorlichaam, omgeeft, en een tweede geleidingsdeel omvat aan een stroomopwaartse zijde van het eerste geleidingsdeel, dat op het eerste geleidingsdeel aansluit en dat trechtervormig is met in de stromingsrichting gezien een afnemend doorstroomoppervlak voor de waterstroming, waarbij het ten minste ene rotorlichaam zodanig is uitgevoerd dat het, gezien in de stromingsrichting, een frontaal oppervlak heeft waarvan de grootte ten minste 75 % is van de grootte van het inwendig dwarsdoorsnede-oppervlak van het buisvormig eerste geleidingsdeel, en waarbij de respectievelijke tweede geleidingsdelen van de meerdere combinaties zodanig naast elkaar zijn voorzien dat stroming van water in de stromingsrichting tussen naburige geleidingseenheden door is verhinderd.A system for generating electrical energy from a flow of water in a water reservoir, the system comprising a plurality of juxtaposed, interconnected combinations of a turbine member and a guide unit, each turbine member being configured with a rotational rotation shaft-rotatable rotor body which in operation is located completely below the water surface and under the influence of the water flow rotates in a flow direction from an upstream side of the at least one rotor body to a downstream side of the at least one rotor body about its rotational axis, and wherein each guide unit comprises a tubular first guide member which surrounds the rotor body coaxially with respect to the rotational axis of the rotor body, and comprises a second guide member on an upstream side of the first guide member which adjoins the first guide member and which is funnel-shaped with a decreasing seen in the flow direction flow-through area for the water flow, wherein the at least one rotor body is configured to have a frontal area, viewed in the direction of flow, the size of which is at least 75% of the size of the internal cross-sectional area of the tubular first guide member, and wherein the respective second guide parts of the plurality of combinations are arranged side by side in such a way that the flow of water in the flow direction between adjacent guide units is prevented. 2. Systeem volgens conclusie 1, waarbij het ten minste ene rotorlichaam zodanig is uitgevoerd dat het, gezien in de stromingsrichting, een frontaal oppervlak heeft waarvan de grootte minimaal 80%, bij voorkeur minimaal 90% is van de grootte van het inwendig dwarsdoorsnede-oppervlak van het buisvormig eerste geleidingsdeel.System according to claim 1, wherein the at least one rotor body is designed such that, viewed in the direction of flow, it has a frontal surface whose size is at least 80%, preferably at least 90% of the size of the internal cross-sectional area. of the tubular first guide member. 3. Systeem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het ten minste ene rotorlichaam zodanig is uitgevoerd dat een gedeelte van het inwendig dwarsdoorsnede-oppervlak van het buisvormig eerste geleidingsdeel dat niet samenvalt met het frontaal oppervlak van het ten minste ene rotorlichaam in hoofdzaak in de nabijheid van de rotatie-as van het rotorlichaam is gelegen.A system according to any one of the preceding claims, wherein the at least one rotor body is configured such that a portion of the inner cross-sectional area of the tubular first guide member that does not coincide with the frontal surface of the at least one rotor body is substantially in the proximity to the axis of rotation of the rotor body. 4. Systeem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de respectievelijke tweede geleidingsdelen van de meerdere combinaties aan een, stroomopwaarts gelegen, voorzijde ervan een ten minste in hoofdzaak rechthoekige dwarsdoorsnede-vorm hebben.A system according to any one of the preceding claims, wherein the respective second guide parts of the plurality of combinations have an at least substantially rectangular cross-sectional shape on an upstream front thereof. 5. Systeem volgens een van de voorgaande conclusies, verder omvattende tussen combinaties voorziene drijflichamen, waarbij naburige combinaties via een daartussen voorzien drijflichaam op elkaar aansluiten.System as claimed in any of the foregoing claims, further comprising floating bodies provided between combinations, wherein adjacent combinations connect to each other via a floating body provided therebetween. 6. Systeem volgens conclusie 5, waarbij de meerdere combinaties zodanig zijn voorzien dat telkens ten minste één en ten hoogste vier, bij voorkeur twee, onderling direct op elkaar aansluitende combinaties tussen twee naburige drijflichamen zijn voorzien.System according to claim 5, wherein the multiple combinations are provided such that in each case at least one and at most four, preferably two, mutually directly connecting combinations are provided between two adjacent floating bodies. 7. Systeem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het tweede geleidingsdeel aan de voorzijde ervan een, zich horizontaal uitstrekkende, geleidingsrand heeft die in bedrijf van het systeem boven het wateroppervlak is gelegen.System as claimed in any of the foregoing claims, wherein the second guide part has a horizontally extending guide edge on its front side which, in operation of the system, is situated above the water surface. 8. Systeem volgens conclusie 7, waarbij de geleidingsrand een vrij uiteinde vormt van een vooruitspringend, opwaarts hellend, geleidingsvlakdeel van het tweede geleidingsdeel.A system according to claim 7, wherein the guide edge forms a free end of a projecting upwardly inclined guide surface portion of the second guide member. 9. Systeem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de geleidingseenheid een derde geleidingsdeel omvat aan de stroomafwaartse zijde van het eerste geleidingsdeel, dat op het eerste geleidingsdeel aansluit en dat trechtervormig is met in de stromingsrichting gezien een toenemend doorstroomoppervlak voor de waterstroming.9. System according to one of the preceding claims, wherein the guide unit comprises a third guide part on the downstream side of the first guide part, which adjoins the first guide part and which is funnel-shaped with an increasing flow area for the water flow, viewed in the direction of flow. 10. Systeem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de geleidingseenheid althans ten minste in hoofdzaak spiegelsymmetrisch is ten opzichte van een verticaal symmetrievlak dat zich dwars op de rotatie-as uitstrekt.10. A system according to any one of the preceding claims, wherein the guide unit is at least substantially mirror-symmetrical with respect to a vertical plane of symmetry extending transversely to the axis of rotation. 11. Systeem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de respectievelijke rotorlichamen zodanig zijn ontworpen en in de meerdere combinaties van het systeem zijn gepositioneerd dat in bedrijf van het systeem elektrische energie kan worden opgewekt onafhankelijk van de waterstroomrichting door het eerste geleidingsdeel heen.A system according to any one of the preceding claims, wherein the respective rotor bodies are designed and positioned in the multiple combinations of the system such that, in operation of the system, electrical energy can be generated independently of the water flow direction through the first guide member. 12. Systeem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het ten minste ene rotorlichaam schroefvormig is.A system according to any one of the preceding claims, wherein the at least one rotor body is helical. 13. Systeem volgens conclusie 12, waarbij het turbine-orgaan drie schroefvormige rotorlichamen heeft die in omtreksrichting gelijkmatig verdeeld aan een rotoras van het turbine-orgaan zijn voorzien.13. System according to claim 12, wherein the turbine member has three helical rotor bodies which are arranged evenly distributed in the circumferential direction on a rotor axis of the turbine member. 14. Systeem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de respectievelijke geleidingseenheden zodanig zijn gevormd dat deze in bedrijf drijvend vermogen hebben.A system according to any one of the preceding claims, wherein the respective guide units are formed to have buoyancy in operation. 15. Systeem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de geleidingseenheid ten minste ten dele hol is uitgevoerd met een waterdicht afsluitbare binnenruimte.15. A system according to any one of the preceding claims, wherein the guide unit is at least partially hollow with a watertight closable inner space. 16. Systeem volgens een van de voorgaande conclusies, verder omvattende een gestel waaraan de meerdere combinaties zijn verbonden.A system according to any one of the preceding claims, further comprising a frame to which the plurality of combinations are connected. 17. Systeem volgens conclusie 18, waarbij het systeem een rijdek omvat dat is ondersteund door het gestel.The system of claim 18, wherein the system comprises a driving deck supported by the frame. 18. Systeem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het systeem verder een positioneringsinrichting omvat voor het in bedrijf in verticale richting kunnen instellen en/of stabiliseren van de positie van de meerdere combinaties ten opzichte van het wateroppervlak.18. A system according to any one of the preceding claims, wherein the system further comprises a positioning device for being able to adjust and/or stabilize the position of the plurality of combinations in vertical direction during operation with respect to the water surface. 19. Systeem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de afmeting van het systeem in een richting loodrecht op de respectievelijke rotatie-assen ten minste 100 meter bedraagt.A system according to any one of the preceding claims, wherein the dimension of the system in a direction perpendicular to the respective rotation axes is at least 100 meters. 20. Systeem volgens een van de voorgaande conclusies, verder omvattende een verbindingsinrichting voor het met een bodem dan wel oever van het waterreservoir of met een star met de bodem dan wel oever verbonden constructie zoals een brugpilaar verbinden van het systeem.A system according to any one of the preceding claims, further comprising a connecting device for connecting the system to a bottom or bank of the water reservoir or to a construction rigidly connected to the bottom or bank, such as a bridge pillar. 21. Systeem volgens conclusie 20, waarbij de verbindingsinrichting meerdere pijlers omvat die zich ieder zwenkbaar tussen een verbindingspunt aan het systeem en een vast verbindingspunt aan de bodem dan wel oever of genoemde constructie uitstrekken.21. A system according to claim 20, wherein the connecting device comprises a plurality of pillars, each of which pivotally extends between a connection point on the system and a fixed connection point on the bottom or bank or on said construction. 22. Systeem volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende ballastlichamen voor het kunnen afzinken van het systeem.22. System as claimed in any of the foregoing claims, comprising ballast bodies for being able to sink the system. 23. Civiele constructie zoals een brug of een pier, ingericht voor verbinding aan een landdeel of voor het met elkaar verbinden van twee door het waterreservoir gescheiden landdelen, de constructie omvattende - een systeem volgens conclusie 17 of een daarvan afhankelijke conclusie, - ten minste een landverbindingselement dat een uiteinde van het systeem met een landdeel verbindt, waarbij het rijdek zich over het systeem, ten minste aansluitend op het ten minste ene landverbindingselement, uitstrekt.23. Civil construction such as a bridge or a pier, designed for connection to a part of land or for connecting two parts of land separated by the water reservoir, the construction comprising - a system according to claim 17 or a claim dependent thereon, - at least one land connecting element connecting an end of the system to a land section, wherein the driving deck extends across the system at least contiguous to the at least one land connecting element. 24. Civiele constructie volgens conclusie 23, waarbij de constructie drijvend vermogen heeft, en daartoe bijvoorbeeld drijflichamen heeft tussen combinaties waarbij naburige combinaties via een daartussen voorzien drijflichaam op elkaar aansluiten, en/of waarbij de geleidingseenheden zodanig zijn gevormd dat deze in bedrijf drijvend vermogen hebben.24. Civil construction according to claim 23, wherein the construction has buoyancy, and to this end has for instance floating bodies between combinations, wherein adjacent combinations connect to each other via a floating body provided therebetween, and/or wherein the guide units are designed in such a way that they have buoyancy during operation. . 25. Gebruik van een systeem volgens een van de voorgaande conclusies 1-22, waarbij de meerdere, naast elkaar voorziene, onderling verbonden combinaties van een turbine-orgaan en een geleidingseenheid elk zodanig drijvend in het waterreservoir zijn voorzien dat ten minste het rotorlichaam van het turbine-orgaan onder het wateroppervlak is gelegen terwijl het tweede geleidingsdeel van de geleidingseenheid ten dele boven het wateroppervlak is gelegen.Use of a system according to any one of the preceding claims 1 to 22, wherein the plurality of side by side interconnected combinations of a turbine member and a guide unit are each provided floating in the water reservoir such that at least the rotor body of the turbine member is located below the water surface, while the second guide part of the guide unit is partially located above the water surface. 26. Gebruik volgens conclusie 25, waarbij het tweede geleidingsdeel van elke van de meerdere combinaties aan de voorzijde ervan een, zich horizontaal uitstrekkende, geleidingsrand heeft, waarbij de meerdere, naast elkaar voorziene, onderling verbonden combinaties van een turbine-orgaan en een geleidingseenheid elk zodanig drijvend in het waterreservoir zijn voorzien dat de geleidingsrand van het tweede geleidingsdeel boven het wateroppervlak is gelegen.Use according to claim 25, wherein the second guide portion of each of the plurality of combinations has a horizontally extending guide edge at the front thereof, the plurality of juxtaposed interconnected combinations of a turbine member and a guide unit each Floating in the water reservoir are provided such that the guiding edge of the second guiding part is situated above the water surface. 27. Gebruik van een systeem volgens conclusie 11 of een daarvan afhankelijke conclusie, waarbij het gebruik bij voorkeur volgens conclusie 25 of 26 is, waarbij het waterreservoir aan getijdestroming onderhevig is.Use of a system according to claim 11 or any claim dependent thereon, wherein the use is preferably according to claim 25 or 26, wherein the water reservoir is subject to tidal currents.
NL2024653A 2020-01-13 2020-01-13 System for generating electrical energy from a water flow in a water reservoir, and civil construction. NL2024653B1 (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2024653A NL2024653B1 (en) 2020-01-13 2020-01-13 System for generating electrical energy from a water flow in a water reservoir, and civil construction.

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2024653A NL2024653B1 (en) 2020-01-13 2020-01-13 System for generating electrical energy from a water flow in a water reservoir, and civil construction.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2024653B1 true NL2024653B1 (en) 2021-09-07

Family

ID=70228740

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2024653A NL2024653B1 (en) 2020-01-13 2020-01-13 System for generating electrical energy from a water flow in a water reservoir, and civil construction.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2024653B1 (en)

Citations (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2013116899A1 (en) 2012-02-06 2013-08-15 Hermatika Pty Ltd Electricity generating apparatus
WO2013183994A1 (en) 2012-06-06 2013-12-12 G.A.M. Manshanden Management B.V. Ship screw, pump screw or turbine screw
US20140017065A1 (en) * 2011-01-20 2014-01-16 Sea-Lix As Rotor apparatus
WO2014122731A1 (en) 2013-02-05 2014-08-14 株式会社音力発電 Power generation system
WO2016122319A1 (en) 2015-01-27 2016-08-04 Strukton International B.V. System for generating electrical energy from water currents
WO2017196183A1 (en) * 2016-05-10 2017-11-16 Norwegian Tidal Solutions As Underwater electrical power plant, a system and a method
US20180003144A1 (en) * 2015-09-18 2018-01-04 Charles B. Culpepper Turbine Including Helical Longitudinal Blades
FR3073905A1 (en) * 2017-11-20 2019-05-24 Gerard Issartel TURBO ALTERNATOR MOBILE IN A FLUID ENVIRONMENT

Patent Citations (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20140017065A1 (en) * 2011-01-20 2014-01-16 Sea-Lix As Rotor apparatus
WO2013116899A1 (en) 2012-02-06 2013-08-15 Hermatika Pty Ltd Electricity generating apparatus
WO2013183994A1 (en) 2012-06-06 2013-12-12 G.A.M. Manshanden Management B.V. Ship screw, pump screw or turbine screw
WO2014122731A1 (en) 2013-02-05 2014-08-14 株式会社音力発電 Power generation system
WO2016122319A1 (en) 2015-01-27 2016-08-04 Strukton International B.V. System for generating electrical energy from water currents
US20180003144A1 (en) * 2015-09-18 2018-01-04 Charles B. Culpepper Turbine Including Helical Longitudinal Blades
WO2017196183A1 (en) * 2016-05-10 2017-11-16 Norwegian Tidal Solutions As Underwater electrical power plant, a system and a method
FR3073905A1 (en) * 2017-11-20 2019-05-24 Gerard Issartel TURBO ALTERNATOR MOBILE IN A FLUID ENVIRONMENT

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1021091B1 (en) DEVICE FOR GENERATING HYDRO-ELECTRIC ENERGY
US8350396B2 (en) Water-current paddlewheel-based energy-generating unit having a tapered partial covering structure
JP6547753B2 (en) Coast protection and wave energy generation system
KR101575155B1 (en) Floating type photovoltaic power generation system
AU2014351065B2 (en) Power platform
US4622471A (en) Ocean wave hydro-electric generator facility
US20200248669A1 (en) Method and apparatus for generating electricity
CN113518858A (en) Hydro-power generation system and method
WO2007072513A1 (en) Hydroelectric floating device and hydroelectric power station comprising such a device
US20100221106A1 (en) Apparatus for receiving and transferring kinetic energy from water flow
NL2024653B1 (en) System for generating electrical energy from a water flow in a water reservoir, and civil construction.
JP6754752B2 (en) Floating body for tidal current power generation and power generation method using this
KR101334600B1 (en) Solar generation float
GB2487448A (en) Hydro-kinetic Water Turbine Duct
US20180202414A1 (en) Dynamic wave power energy converter
Joensen et al. Economic feasibility study for wave energy conversion device deployment in Faroese waters
GB2448669A (en) Wave power generator using hinged barrier
GB2454167A (en) Tidal flow energy generator using hydraulic ram pumps
RU2703877C2 (en) Floating wave power station
KR102039214B1 (en) Apparatus for collecting a floating object on water
US20230074233A1 (en) Dynamic artificial wave facility for surfing practice
JP6914573B1 (en) Tidal power generation equipment and tidal power generation system
FR3073905A1 (en) TURBO ALTERNATOR MOBILE IN A FLUID ENVIRONMENT
KR102375024B1 (en) Sea water pumped hydro power system with wave pump
KR101958615B1 (en) Wave power generation system