NL2024149B1 - Container with pouring spout - Google Patents

Claims (7)

Conclusies

1. Houder met een lichaam uit polymeer materiaal voor het opslaan van fluide producten en een schenktuit met een koppelgedeelte en een schenkbuis uitstekend van het koppelgedeelte, een schenkkanaal dat zich door het koppelgedeelte en de schenkbuis heen uitstrekt, waarbij het houderlichaam een hals heeft die een doorlaat naar een binnenruimte van het houderlichaam begrenst en een fluidumopslaggedeelte heeft dat onder de hals is gelegen wanneer de houder in een rechtopstaande positie verkeert, waarbij de hals ten minste een uitsteeksel of uitsparing voor aangrijping op een afsluiting en, wanneer het schenkkanaal in stromingsverbinding met de doorlaat van de hals is, op het koppelgedeelte van de schenktuit, waarbij het fluidumopslaggedeelte een ten opzichte van de hals buitenwaarts gelegen wandgedeelte en een zich van de hals tot het wandgedeelte uitstrekkend schoudergedeelte heeft, waarbij een wtsparing is gevormd in het schoudergedeelte en, nabij het schoudergedeelte, in het wandgedeelte, welke uitsparing open is In een horizontale buitenwaartse richting, en, waarbij de schenktuit in een opslagpositie is gedeeltelijk in de uitsparing is geplaatst met de schenkbuis ten minste gedeeltelijk verzonken in het wandgedeelte en het koppelgedeelte ten minste gedeeltelijk boven het schoudergedeelte.

2. Houder volgens conclusie 1, waarbij de schenktuit in de opslagpositie is geplaatst met het koppelgedeelte ten minste gedeeltelijk verzonken in het schoudergedeelte.

3. Houder volgens conclusie 1 of 2, waarbij het lichaam blaasgevormd is uit een spuitgegoten voorvorm uit een Polyethyleenterephthalaat (PET) polymeer materiaal.

4. Houder volgens conclusie 3, waarbij ten minste een substantieel gedeelte van het fluidumopslaggedeelte is gevormd uit door verstrekking gehard wandmateriaal.

5. Houder volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de uitsteeksels en/of de uitsparingen van de hals form een buitenschroefdraad voor aangrijping op een binnenschroefdraad van het koppelgedeelte van de schenktuit vormen.

6. Houder volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het koppelgedeelte een cilindrische wand met een centrale as heeft, waarbij de schenkbuis zich van het koppelgedeelte uitstrekt in een richting onder een hoek divergerend ten opzichte van de centrale as van het koppelgedeelte en waarbij, wanneer de schenktuit in de opslagpositie is, de schenkbuis van de centrale as in een buitenwaartse richting divergeert van het koppelgedeelte.

7. Houder volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de opening van de uitsparing in het schoudergedeelte en in het wandgedeelte in buitenwaartse horizontale richting ten minste gedeeltelijk een breedte heeft die kleiner is dan een buitenste breedte van een nabijgelegen gedeelte van de schenkbuis in de opslagpositie.