NL2023290B1 - Scheersysteem van het nat scheer type met specifieke vorm - Google Patents

Abstract

Een scheersysteem 1 heeft een handgreep 5 en een gebogen tussendeel 7 dat onder een hoek staat met de handgreep. Aan het gebogen tussendeel is een houder 9 bevestigd met daarin een scheermesunit 12. De handgreep en de houder zijn gevormd door een T—vormig spuitgietdeel waarvan een zich langs de hartlijn van de T—vorm uitstrekkend deel de handgreep 5 vormt waarbij het gebogen tussendeel 7 direct op de handgreep aansluit. Een haaks op de hartlijn staand dwars deel van de T—vorm vormt de houder 9 en sluit direct aan op het gebogen tussendeel 7. Hierbij sluit de voorzijde 9A van de houder vloeiend aan op de voorzijde 7A van het gebogen tussendeel dat weer vloeiend aansluit op de voorzijde 5A van de handgreep. Deze vorm van het scheersysteem is in ergonomisch opzicht erg goed waardoor het scheersysteem tijdens gebruik gemakkelijk in de voor het scheren optimale stand gehouden kan worden.

Description

Scheersysteem van het nat scheer type met specifieke vorm BESCHRIJVING: Gebied van de uitvinding De uitvinding heeft betrekking op een scheersysteem van het nat scheer type omvattende: - een langwerpige handgreep, - een scheermesunit voorzien van: - een behuizing, die is voorzien van een tijdens gebruik naar de huid toegekeerde open voorzijde en een daar tegenover aanwezige open achterzijde, - een nabij de voorzijde van de behuizing aanwezige scheermesdrager met daarop ten minste één scheermes, - een houder voor de scheermesunit, welke houder is verbonden met een uiteinde van de handgreep en is voorzien van een tijdens gebruik naar de huid toegekeerde open voorzijde en een daar tegenover aanwezige open achterzijde.

Stand van de techniek Een dergelijk scheersysteem is bekend uit WO2009/153598A. Bij het bekende scheersysteem is de behuizing een afzonderlijke deel dat op het gebogen tussendeel is geklikt en dat uitsteekt vanaf de naar de huid van de gebruiker toegekeerde zijde van de handgreep.

Samenvatting van de uitvinding Een doel van de uitvinding is het verschaffen van een scheersysteem van de in de aanhef omschreven soort dat eenvoudig van opbouw en daardoor goedkoop te fabriceren is en waarbij gemakkelijk de scheermessen kunnen worden vervangen.

Hiertoe is het scheersysteem volgens de aitvindmmg gekenmerkt, doordat de scheermesunit in de houder aanwezig is waarbij de buitenzijde van de wanden van behuizing in contact zijn met de binnenzijde van de wanden van de houder. Hierdoor kunnen de wanden van de behuizing van de scheermesunit dunner (slapper) uitgevoerd worden, hetgeen materiaal en dus kosten bespaard.

Bij voorkeur is de opening in de voorzijde van de houder groter dan de opening in de achterzijde van de houder, zodanig dat de scheermesunit via de opening in de voorzijde in de houder gebracht kan worden en niet via de opening in de achterzijde. Hierdoor kan de houder over een liggende scheermesunit geplaatst worden en hoeft de scheermesunit niet vastgepakt te worden.

Bij voorkeur lopen de binnenzijde van twee tegenover elkaar aanwezige zijwanden van de houder en de buitenzijde van twee tegenover elkaar aanwezige zijwanden van de behuizing vanaf de voorzijde naar de achterzijde taps toe en zijn zij met elkaar in contact.

De scheermesunit kan uit de houder genomen worden door tegen de achterzijde van de behuizing te drukken. Hierbij is er geen gevaar dat men zich snijdt aan het scheermes omdat het scheermes aan de voorzijde van de behuizing aanwezig is. Voorts kan de houder over een met de voorzijde op een ondergrond liggende scheermesunit gebracht worden en daarbij met de scheermesunit gekoppeld worden zonder dat de scheermesunit vastgepakt hoeft te worden. Doordat men de scheermesunit tijdens het inbrengen niet hoeft vast te houden is er geen gevaar dat men zich zou kunnen snijden aan het scheermes.

Bij voorkeur heeft de scheermesunit een raamwerk dat aan de voorzijde losneembaar op de behuizing aanwezig is om de scheermesdrager tussen de voorzijde van de behuizing en het raamwerk op te kunnen sluiten. Hierdoor kan het scheermes niet met het oppervlak waarop het scheersysteem of de scheermesunit na gebruik gelegd wordt in contact komen waardoor het scheermes minder snel bot zal worden.

Een uitvoeringsvorm van het scheersysteem volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat de handgreep althans in hoofdzaak recht is en via een gebogen tussendeel is verbonden met de houder, welke handgreep is voorzien van een in hoofdzaak rechte voorzijde die tijdens het scheren naar de huid van de gebruiker is toegekeerd, welk gebogen tussendeel is voorzien van een naar de huid van de gebruiker toegekeerde gebogen voorzijde die vloeiend aansluit op de voorzijde van de handgreep, waarbij de houder aan het gebogen tussendeel is bevestigd, en waarbij de voorzijde van de houder onder een hoek staat ten opzichte van de voorzijde van de handgreep, welke hoek tussen de 30 en 60 graden ligt. Deze vorm van het scheersysteem is in ergonomisch opzicht erg goed waardoor het scheersysteem tijdens gebruik gemakkelijk in de voor het scheren gewenste stand gehouden kan worden en het scheren goed en gemakkelijk uitgevoerd kan worden.

Een verdere uitvoeringsvorm van het scheersysteem volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat de handgreep en de houder zijn gevormd door één T- vormig spuitgietdeel waarvan een zich langs de hartlijn van de T-vorm uitstrekkend deel de handgreep vormt en het gebogen tussendeel direct op de houder aansluit en een haaks op de hartlijn staand dwars deel van de T-vorm de houder vormt en direct op het gebogen tussendeel aansluit, waarbij de voorzijde van de houder vloeiend aansluit op de voorzijde van het gebogen tussendeel.

Het door de voorzijde van de behuizing gevormde contactvlak met de huid van de gebruiker steekt hierdoor niet uit en kan vloeiend over de huid van de gebruiker glijden.

De behuizing is bij voorkeur via een klikverbinding vastgezet in de houder zodat het gemakkelijk handmatig zonder gereedschap in en uit de houder genomen kan worden.

Bij voorkeur is de klikverbinding gevormd door een in een boring in de houder aanwezige kogel en een tussen de bodem van de boring en de kogel aanwezige veer die de kogel uit de boring naar buiten drukt tot in een in de binnenzijde van de behuizing aanwezige uitsparing.

Bij voorkeur is het ten minste ene scheermes voorzien van een langwerpig scheerblad dat gezien in dwarsdoorsnede onder een hoek staat ten opzichte van de voorzijde van de behuizing en voorzien is van een snijrand die zich langs de lengte van het scheerblad uitstrekt en aan de voorzijde van de behuizing aanwezig is, welk scheerblad met de snijrand naar de handgreep is toegekeerd.

Beknopte omschrijving van de tekeningen Hieronder zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een in de tekeningen weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van het scheersysteem volgens de uitvinding.

Hierbij toont: Figuur 1 het scheersysteem in perspectief gezien van voren; Figuur 2 het scheersysteem in perspectief gezien van achteren; Figuur 3 het scheersysteem met uitgenomen scheermesunit in perspectief; Figuur 4 de handgreep met houder zonder scheermesunit in perspectief;

Figuur 5 een doorsnede van het scheersysteem in de in figuur 2 weergegeven stand; Figuur 6 de in figuur 5 weergegeven doorsnede in zijaanzicht; Figuur 7 de scheermesunit van het scheersysteem in perspectief; Figuur 8 de scheermesunit in onderdelen uiteengenomen in perspectief; Figuur 9 de scheermesdrager van het scheersysteem in perspectief; en Figuur 10 de in figuur 9 weergegeven scheermesdrager in zijaanzicht. Gedetailleerde omschrijving van de tekeningen In de figuren 1 en 2 is een uitvoeringsvorm van het scheersysteem volgens de witvinding van voren respectievelijk van achteren weergegeven. Het scheersysteem 1 heeft een handgreep 5 en een onder een hoek A ten opzichte daarvan staand recht tussendeel 7. De handgreep is voorzien van een voorzijde 5A die tijdens het scheren naar de huid van de gebruiker is toegekeerd. Aan het tussendeel 7 is een houder 9 voor een scheermesunit 3 bevestigd. Deze houder 9 vormt een geheel met het tussendeel 7 en de handgreep 5. Als alternatief kan het scheersysteem ook zijn uitgevoerd met een houder die losneembaar is verbonden met de handgreep.

De houder 9 heeft een voorzijde 9A die is voorzien van een contactvlak dat tijdens het scheren in contact is met de huid van de gebruiker. De handgreep 5 met het ongebogen tussendeel 7 en de houder 9 zijn gevormd uit één spuitgietdeel en zijn van een stug, niet flexibel materiaal. De scheermesunit 3 heeft een behuizing 19 waarop een raamwerk 21 is geklemd of geklikt. Tussen het raamwerk en de behuizing is een scheermesdrager 12 voorzien van scheerbladen 15 opgesloten. De houder 9 heeft voorts een open achterzijde 9B via welke de afgeschoren baarharen weg kunnen.

In figuur 3 het scheersysteem met uitgenomen scheermesunit in perspectief weergegeven en in figuur 4 is de handgreep met houder zonder scheermesunit weergegeven in perspectief. De binnenzijde 9C van twee tegenover elkaar aanwezige zijwanden van de houder 9 en de buitenzijde 19C van twee tegenover elkaar aanwezige zijwanden van de behuizing 19 lopen vanaf de voorzijde 9A, 19A naar de achterzijde 9B, 19B taps toe. Door deze taps toelopende vormen kan de scheermesunit 3 alleen via de voorzijde 9A van de houder in de houder 9 gebracht en uit de houder genomen worden.

In de figuren 5 en 6 is het scheersysteem in langsdoorsnede weergegeven in respectievelijk de in figuur 2 weergegeven stand en in zijaanzicht. Hierin is duidelijk te zien dat het contactvlak van de voorzijde 9A van de houder 9 onder een hoek A van 45 graden staat ten opzicht van een denkbeeldig vlak F waarin de voorzijde 5A van de 5 handgreep 5 zich bevindt. Het contactvlak en de voorzijde 9A van het rechte tussendeel 7 bevinden zich in eenzelfde vlak. De scheerbladen 15 van de scheermesunit 12 zijn ter plaatse van een opening 11 in de voorzijde van de houder 9 aanwezig. Voorts is hierin te zien dat de behuizing 19 van de scheermesunit 3 via een klikverbinding23-29 is vastgezet in de houder 9. Deze klikverbinding is gevormd door een in een boring 23 in de behuizing 19 aanwezige kogel 25 en een tussen de bodem van de boring en de kogel aanwezige veer 27. De veer 27 drukt de kogel 25 uit de boring naar buiten tot in een in de binnenzijde van de behuizing 19 aanwezige uitsparing 29.

In figuur 6 is duidelijk te zien dat de raaklijn 8A aan de gebogen voorzijde 7A van het tussendeel 7 ter plaatse van de aansluiting 10A van de voorzijde van het tussendeel 7 op de voorzijde 9A van de houder 9, in het vlak door de voorzijde van de houder ligt, en dat de raaklijn 8B aan de gebogen voorzijde 7A van het gebogen tussendeel 7 ter plaatse van de aansluiting 10B van de voorzijde van het gebogen tussendeel op de voorzijde SA van de handgreep 5, in het vlak door de voorzijde van de handgreep ligt.

In figuur 7 is de scheermesunit 3 in perspectief weergegeven en in figuur 8 is de scheermesunit in onderdelen uiteengenomen weergegeven. In deze figuren is te zien dat de buitenzijde van de tegenover elkaar aanwezige zijwanden 19C van de behuizing vanaf de voorzijde 19A naar de achterzijde 19B licht taps toelopen. In figuur 8 is goed te zien dat de scheermesdrager 12 tussen de voorzijde 19A van de behuizing 19 en het raamwerk 21 is opgesloten.

In figuur 9 is de scheermesdrager 12 van het scheersysteem in perspectief weergegeven. De scheermesdrager 12 heeft een langwerpig, stripvormig frame 13 met een zaagtandvormige dwarsdoorsnede, zie ook figuur 10, voorzien van licht oplopende flanken 13A en steil afvallende verdere flanken 13B. Op de licht oplopende flanken zijn scheerbladen 15 bevestigd die met snijranden 15A boven de toppen van de zaagtanden uitsteken. Het frame is voorzien van langwerpige uitsparingen 17 die zich langs en onder de snijranden 15A uitstrekken. De scheerbladen 15 staan, gezien in dwarsdoorsnede, onder een hoek B ten opzichte van het contactvlak.

Nadat het frame met de scheerbladen in de behuizing 1s opgesloten staan de scheerbladen 15 staan onder een hoek B ten opzichte van het contactvlak van de voorzijde 9A van de houder 9 (zie figuur 10). De open voor- en achterzijde 19A en 19B van de behuizing 19 (zie figuur 8) zorgen er samen met de openingen 17 in het frame 13 van de scheermesdrager 12 voor, dat afgeschoren haardeeltjes gemakkelijk afgevoerd kunnen worden en het scheersysteem makkelijk en goed schoongespoeld kan worden.

Hoewel in het voorgaande de uitvinding is toegelicht aan de hand van de tekeningen, dient te worden vastgesteld dat de uitvinding geenszins tot de in de tekeningen getoonde uitvoeringsvorm is beperkt.

De uitvinding strekt zich mede uit tot alle van de in de tekeningen getoonde uitvoeringsvorm afwijkende uitvoeringsvormen binnen het door de conclusies gedefinieerde kader.

Claims (9)

CONCLUSIES:

1. Scheersysteem (1) van het nat scheer type omvattende: - een langwerpige handgreep (5), - een scheermesunit (3) voorzien van: - een behuizing (19), die is voorzien van een tijdens gebruik naar de huid toegekeerde open voorzijde (19A) en een daar tegenover aanwezige open achterzijde (19B), - een nabij tegen de voorzijde (19A) van de behuizing (19) aanwezige scheermesdrager (12) met daarop ten minste één scheermes (15, 15A), - een houder (9) voor de scheermesunit (3), welke houder (9) is verbonden met een uiteinde van de handgreep (5) en is voorzien van een tijdens gebruik naar de huid toegekeerde open voorzijde (9A) en een daar tegenover aanwezige open achterzijde (9B), met het kenmerk, dat de scheermesunit in de houder aanwezig is, waarbij de buitenzijde van de wanden van de behuizing (19) in contact zijn met de binnenzijde van de wanden van de houder (9).

2. Scheersysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de opening in de voorzijde (9A) van de houder (9) groter is dan de opening in de achterzijde (9B) van de houder, zodanig dat de scheermesunit (3) via de opening in de voorzijde in de houder gebracht kan worden en niet via de opening in de achterzijde.

3. Scheersysteem volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de binnenzijde (9C) van twee tegenover elkaar aanwezige zijwanden van de houder (9) en de buitenzijde (19C) van twee tegenover elkaar aanwezige zijwanden van de behuizing (19) vanaf de voorzijde (9A, 19A) naar de achterzijde (9B, 19B) taps toelopen en met elkaar in contact zijn, zodat de scheermesunit (3) alleen via de voorzijde (9A) van de houder uit de houder (9) genomen kan worden.

4. Scheersysteem volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de scheermesunit (3) een raamwerk (21) omvat dat aan de voorzijde (19A) van de behuizing losneembaar op de behuizing (19) aanwezig is, waarbij de scheermesdrager (12) tussen de voorzijde (19A) van de behuizing en het raamwerk (21) is opgesloten.

5. Scheersysteem volgens conclusie 1, 2, 3 of 4, met het kenmerk, dat de handgreep (5) althans in hoofdzaak recht is en via een gebogen tussendeel (7) is verbonden met de houder (9), welke handgreep (5) is voorzien van een in hoofdzaak rechte voorzijde (SA) die tijdens het scheren naar de huid van de gebruiker is toegekeerd, welk gebogen tussendeel (7) is voorzien van een naar de huid van de gebruiker toegekeerde gebogen voorzijde (7A) die vloeiend aansluit op de voorzijde (SA) van de handgreep, waarbij de houder (9) aan het gebogen tussendeel (7) is bevestigd, en waarbij de voorzijde (9A) van de houder (9) onder een hoek (A) staat ten opzichte van de voorzijde (5A) van de handgreep, welke hoek (A) tussen de 30 en 60 graden ligt.

6. Scheersysteem volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de handgreep (5) en de houder (9) zijn gevormd door één T-vormig spuitgietdeel waarvan een zich langs de hartlijn van de T-vorm uitstrekkend deel de handgreep (5) vormt en het gebogen tussendeel (7) direct op de houder (9) aansluit en een haaks op de hartlijn staand dwars deel van de T-vorm de houder (9) vormt en direct op het gebogen tussendeel (7) aansluit, waarbij de voorzijde (9A) van de houder (9) vloeiend aansluit op de voorzijde (7A) van het gebogen tussendeel (7).

7, Scheersysteem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de behuizing (19) via een klikverbinding (23-29) is vastgezet in de houder (9).

8. Scheersysteem volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de klikverbinding is gevormd door een in een boring (23) in de houder (9) aanwezige kogel (25) en een tussen de bodem van de boring (23) en de kogel (25) aanwezige veer (27) die de kogel uit de boring naar buiten drukt tot in een in de binnenzijde van de behuizing (19) aanwezige uitsparing (29).

9. Scheersysteem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het ten minste ene scheermes is voorzien van een langwerpig scheerblad (15) dat gezien in dwarsdoorsnede onder een hoek (B) staat ten opzichte van de voorzijde (19A) van de behuizing (19) en voorzien is van een snijrand (15A) die zich langs de lengte van het scheerblad uitstrekt en aan de voorzijde (19A) van de behuizing (19) aanwezig is, welk scheerblad (15) met de snijrand (15A) naar de handgreep (5) is toegekeerd.