NL2023185B1 - Compressiekous met instelbare compressiedruk - Google Patents

Compressiekous met instelbare compressiedruk Download PDF

Info

Publication number
NL2023185B1
NL2023185B1 NL2023185A NL2023185A NL2023185B1 NL 2023185 B1 NL2023185 B1 NL 2023185B1 NL 2023185 A NL2023185 A NL 2023185A NL 2023185 A NL2023185 A NL 2023185A NL 2023185 B1 NL2023185 B1 NL 2023185B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
valve
stocking
pressure
compression
compression stocking
Prior art date
Application number
NL2023185A
Other languages
English (en)
Inventor
Johannes Cornelis Stokbroekx Antonius
Original Assignee
Tobrox Holding B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Tobrox Holding B V filed Critical Tobrox Holding B V
Priority to NL2023185A priority Critical patent/NL2023185B1/nl
Priority to PL20730764.6T priority patent/PL3975956T3/pl
Priority to EP20730764.6A priority patent/EP3975956B1/en
Priority to ES20730764T priority patent/ES2954975T3/es
Priority to US17/614,032 priority patent/US20220226184A1/en
Priority to PCT/NL2020/050331 priority patent/WO2020242297A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2023185B1 publication Critical patent/NL2023185B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61FFILTERS IMPLANTABLE INTO BLOOD VESSELS; PROSTHESES; DEVICES PROVIDING PATENCY TO, OR PREVENTING COLLAPSING OF, TUBULAR STRUCTURES OF THE BODY, e.g. STENTS; ORTHOPAEDIC, NURSING OR CONTRACEPTIVE DEVICES; FOMENTATION; TREATMENT OR PROTECTION OF EYES OR EARS; BANDAGES, DRESSINGS OR ABSORBENT PADS; FIRST-AID KITS
    • A61F13/00Bandages or dressings; Absorbent pads
    • A61F13/06Bandages or dressings; Absorbent pads specially adapted for feet or legs; Corn-pads; Corn-rings
    • A61F13/08Elastic stockings; for contracting aneurisms
    • A61F13/085Openable readjustable
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61HPHYSICAL THERAPY APPARATUS, e.g. DEVICES FOR LOCATING OR STIMULATING REFLEX POINTS IN THE BODY; ARTIFICIAL RESPIRATION; MASSAGE; BATHING DEVICES FOR SPECIAL THERAPEUTIC OR HYGIENIC PURPOSES OR SPECIFIC PARTS OF THE BODY
    • A61H9/00Pneumatic or hydraulic massage
    • A61H9/005Pneumatic massage
    • A61H9/0078Pneumatic massage with intermittent or alternately inflated bladders or cuffs
    • A61H9/0092Cuffs therefor
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61HPHYSICAL THERAPY APPARATUS, e.g. DEVICES FOR LOCATING OR STIMULATING REFLEX POINTS IN THE BODY; ARTIFICIAL RESPIRATION; MASSAGE; BATHING DEVICES FOR SPECIAL THERAPEUTIC OR HYGIENIC PURPOSES OR SPECIFIC PARTS OF THE BODY
    • A61H2201/00Characteristics of apparatus not provided for in the preceding codes
    • A61H2201/12Driving means
    • A61H2201/1238Driving means with hydraulic or pneumatic drive
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61HPHYSICAL THERAPY APPARATUS, e.g. DEVICES FOR LOCATING OR STIMULATING REFLEX POINTS IN THE BODY; ARTIFICIAL RESPIRATION; MASSAGE; BATHING DEVICES FOR SPECIAL THERAPEUTIC OR HYGIENIC PURPOSES OR SPECIFIC PARTS OF THE BODY
    • A61H2201/00Characteristics of apparatus not provided for in the preceding codes
    • A61H2201/14Special force transmission means, i.e. between the driving means and the interface with the user
    • A61H2201/1409Hydraulic or pneumatic means
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61HPHYSICAL THERAPY APPARATUS, e.g. DEVICES FOR LOCATING OR STIMULATING REFLEX POINTS IN THE BODY; ARTIFICIAL RESPIRATION; MASSAGE; BATHING DEVICES FOR SPECIAL THERAPEUTIC OR HYGIENIC PURPOSES OR SPECIFIC PARTS OF THE BODY
    • A61H2201/00Characteristics of apparatus not provided for in the preceding codes
    • A61H2201/16Physical interface with patient
    • A61H2201/1602Physical interface with patient kind of interface, e.g. head rest, knee support or lumbar support
    • A61H2201/164Feet or leg, e.g. pedal
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61HPHYSICAL THERAPY APPARATUS, e.g. DEVICES FOR LOCATING OR STIMULATING REFLEX POINTS IN THE BODY; ARTIFICIAL RESPIRATION; MASSAGE; BATHING DEVICES FOR SPECIAL THERAPEUTIC OR HYGIENIC PURPOSES OR SPECIFIC PARTS OF THE BODY
    • A61H2201/00Characteristics of apparatus not provided for in the preceding codes
    • A61H2201/16Physical interface with patient
    • A61H2201/1602Physical interface with patient kind of interface, e.g. head rest, knee support or lumbar support
    • A61H2201/165Wearable interfaces
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61HPHYSICAL THERAPY APPARATUS, e.g. DEVICES FOR LOCATING OR STIMULATING REFLEX POINTS IN THE BODY; ARTIFICIAL RESPIRATION; MASSAGE; BATHING DEVICES FOR SPECIAL THERAPEUTIC OR HYGIENIC PURPOSES OR SPECIFIC PARTS OF THE BODY
    • A61H2201/00Characteristics of apparatus not provided for in the preceding codes
    • A61H2201/50Control means thereof
    • A61H2201/5056Control means thereof pneumatically controlled
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61HPHYSICAL THERAPY APPARATUS, e.g. DEVICES FOR LOCATING OR STIMULATING REFLEX POINTS IN THE BODY; ARTIFICIAL RESPIRATION; MASSAGE; BATHING DEVICES FOR SPECIAL THERAPEUTIC OR HYGIENIC PURPOSES OR SPECIFIC PARTS OF THE BODY
    • A61H2201/00Characteristics of apparatus not provided for in the preceding codes
    • A61H2201/50Control means thereof
    • A61H2201/5058Sensors or detectors
    • A61H2201/5071Pressure sensors
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61HPHYSICAL THERAPY APPARATUS, e.g. DEVICES FOR LOCATING OR STIMULATING REFLEX POINTS IN THE BODY; ARTIFICIAL RESPIRATION; MASSAGE; BATHING DEVICES FOR SPECIAL THERAPEUTIC OR HYGIENIC PURPOSES OR SPECIFIC PARTS OF THE BODY
    • A61H2201/00Characteristics of apparatus not provided for in the preceding codes
    • A61H2201/50Control means thereof
    • A61H2201/5097Control means thereof wireless
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61HPHYSICAL THERAPY APPARATUS, e.g. DEVICES FOR LOCATING OR STIMULATING REFLEX POINTS IN THE BODY; ARTIFICIAL RESPIRATION; MASSAGE; BATHING DEVICES FOR SPECIAL THERAPEUTIC OR HYGIENIC PURPOSES OR SPECIFIC PARTS OF THE BODY
    • A61H2205/00Devices for specific parts of the body
    • A61H2205/10Leg
    • A61H2205/106Leg for the lower legs

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Animal Behavior & Ethology (AREA)
  • Veterinary Medicine (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Rehabilitation Therapy (AREA)
  • Physical Education & Sports Medicine (AREA)
  • Pain & Pain Management (AREA)
  • Epidemiology (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Biomedical Technology (AREA)
  • Heart & Thoracic Surgery (AREA)
  • Vascular Medicine (AREA)
  • Orthopedics, Nursing, And Contraception (AREA)
  • Massaging Devices (AREA)

Abstract

De uitvinding heeft betrekking op een compressiekous met instelbare compressiedruk voor therapeutische compressie van een ledemaat, omvattende een kouselement met een drukcompartiment en een klepmechanisme, het klepmechanisme omvattende: - een aan het kouselement bevestigde klepzitting; - een aan de klepzitting bevestigd of daaraan gevormd klepdeksel, waarbij de doorgang zich door de klepzitting en het klepdeksel uitstrekt; - een in de doorgang voorziene klep die is uitgevoerd om beweegbaar te zijn tussen een afsluitpositie waarin de klep de doorgang luchtdicht afsluit en een doorlaatpositie waarin de klep de doorgang ten minste gedeeltelijk open laat; en - ten minste een verbindingsdeel tussen de klep en de klepzitting en/of het klepdeksel voor een flexibele bevestiging van de klep aan de klepzitting en/of het klepdeksel, waarbij het ten minste ene verbindingsdeel is uitgevoerd om de klep onder voorspanning richting de afsluitpositie te dwingen.

Description

COMPRESSIEKOUS MET INSTELBARE COMPRESSIEDRUK De uitvinding heeft betrekking op een compressiekous met instelbare compressiedruk voor therapeutische compressie van een ledemaat, in het bijzonder een been.
Chronische veneuze insufficiëntie (CVI) is een aandoening van de (onderste) ledematen. De aandoening houdt verband met een insufficiënte (dat wil zeggen een functionele of fysieke afwijking) van één of meer aders in de ledematen. De insufficiëntie wordt meestal veroorzaakt door het falen van of het onvoldoende werken van de kleppen in de aderen, De meest extreme vorm van klachten bij CVI is een ulcus (open been). Voor de behandeling van dergelijk een CVI IO wordt vaak teruggegrepen op compressietherapie. Hierbij wordt rondom de klachten veroorzakende ledemaat een elastische kous aangebracht of wordt de ledemaat met zwachtels omwikkeld. De elastische steunkous past zeer nauw om de ledemaat om een voldoende grote compressie hierop te kunnen uitoefenen. Zwachtels moeten zeer strak worden aangetrokken om een voldoende compressie op het ledemaat uit te kunnen oefenen. Zeker bij hogere compressieklassen is het vaak voor met name oudere patiënten niet meer mogelijk om deze steunkousen zelf aan te trekken of deze zwachtels zelf in voldoende mate aan te trekken. Een verpleegkundige of soortgelijke zorgverlener zal moeten inspringen om de kousen bij de patiënt aan en uit te doen of de zwachtels te wikkelen.
Omdat de compressietherapie alleen goed werkt wanneer er voldoende compressie op de ledemaat wordt uitgeoefend, moet de mate van compressie periodiek (tot een paar keer per dag) worden gecontroleerd. Bij te lage compressie moet er een nieuwe kous worden aangetrokken of moet de ledemaat opnieuw gezwachteld worden. Wanneer dit door een zorgverlener moet worden uitgevoerd, is dit een inefficiënte en kostbare activiteit. Ook als de patiënt dit zelf kan doen, betekent dit voor hem of haar een zware belasting. Er is derhalve behoefte aan een steunkous die gemakkelijker kan worden aangebracht zonder dat daarbij een zorgverlener nodig is.
Een verder bezwaar van de bekende elastische kous of van de bekende zwachtels is dat de mate van compressie onnauwkeurig is. Er is in feite niet of nauwelijks te meten welke compressie (druk) op de ledemaat wordt uitgeoefend. Hierdoor is het ook moeilijk om effect van de compressietherapie te meten.
Verder is de verdeling van de compressiedruk over het oppervlak van de ledemaat onnauwkeurig. Daarbij is het zo dat indien na verloop van tijd, bijvoorbeeld na een paar uur, de op de ledemaat uitgeoefende druk verminderd is doordat de omvang van de ledemaat geslonken is. De steunkous of zwachtels kunnen dan plaatselijk los gaan zitten waardoor het therapeutische effect verkleind kan worden.
In het vakgebied zijn op zich steunkousen bekend waarbij gebruik wordt gemaakt van een instelbare compressiedruk. Bij een bepaald type steunkous met instelbare compressie is de kous voorzien van een opblaasbare drukkamer waarmee door het opblazen van de drukkamer de op de ledemaat uitgeoefend compressie kan worden gevarieerd. Voorbeelden van een dergelijk type steunkous is beschreven in het de octrooischriften WO 03/007855 Al en DE 10 2008 029 289 Al. Op zich is een dergelijk oppompbare steunkous voordelig omdat aangezien het oppompen pas na het aantrekken behoefte te worden uitgevoerd, het aantrekken van de steunkous veel eenvoudiger is. Een verder voordeel is dat de druk (compressie) in beginsel te regelen. Een verder voordeel is dat mocht de ledemaat op een gegeven moment slinken en daardoor de steunkous losser komen te zitten, deze eenvoudig weer strakker te maken is door de drukkamer extra op te pompen.
Aan de bekende steunkousen kleeft echter wel een aantal bezwaren. Een bezwaar bijvoorbeeld is dat als gevolg van de zeer lage overdrukken die in de kous gegenereerd worden (kenmerkend 30-60 mm Hg) het moeilijk is om een goed werkend klepmechanisme { ventiel) te hebben waarmee het verlies van luchtdruk in de loop van de tijd (bijvoorbeeld in de loop van de dag) tot een minimum wordt beperkt of wordt vermeden. Een verder bezwaar is dat de bekende kleppen waarmee de steunkous met de buitenwereld verbonden is vaak complex zijn en/of te veel buiten de kous uitsteken en daardoor hinderlijk voor de patiënt is en kleding is.
Het is een doel van de uitvinding een verbeterde compressiekous te verschaffen waarin ten minste een van de bovengenoemde bezwaren is ondervangen.
Het is tevens een doel van de uitvinding een compressiekous te verschaffen die zodanig eenvoudig van constructie is en/of kostengunstig te vervaardigen is, dat deze na een of slechts een beperkt aantal keren (bijvoorbeeld twee of drie) gebruik kan worden vervangen door een nieuwe steunkous.
Ten minste een van de doelen wordt bereikt in een compressiekous met instelbare compressiedruk voor therapeutische compressie van een been, de compressiekous omvattende: - een rondom de kuit van het been aan te brengen eerste kouselement; - een rondom de voet van het been aan te brengen tweede kouselement, waarbij het tweede kouselement onder een hoek aan het eerste kouselement bevestigd of integraal daaraan gevormd is; verder omvattende een drukcompartiment dat zich zowel in de het eerste als het tweede drukelement uitstrekt alsmede een zich op het deel van het drukcompartiment dat zich in het eerste kouselement bevindt, aangesloten klepmechanisme, waarbij het klepmechanisme een afsluitbare doorgang tussen het drukcompartiment en de buitenlucht omvat, waarbij het klepmechanisme omvat: - een aan het kouselement bevestigde klepzitting; - een aan de Klepzitting bevestigd of daaraan gevormd klepdeksel, waarbij de doorgang zich door de klepzitting en het klepdeksel uitstrekt;
- een in de doorgang voorziene klep die is uitgevoerd om beweegbaar te zijn tussen een afsluitpositie waarin de klep de doorgang luchtdicht afsluit en een doorlaatpositie waarin de klep de doorgang ten minste gedeeltelijk open laat; en - ten minste een verbindingsdeel tussen de klep en de klepzitting en/of het klepdeksel voor een flexibele bevestiging van de klep aan de klepzitting en/of het klepdeksel, waarbij het ten minste ene verbindingsdeel is uitgevoerd om de klep onder voorspanning richting de afsluitpositie te dwingen.
De voorspanning is hierbij groter dan de kracht die op de klep wordt uitgeoefend als gevolg van het drukverschil tussen de luchtdruk in het drukcompartiment en de Juchtdruk buiten.
Dit zorgt ervoor dat de klep altijd de neiging heeft zich te begeven naar de afsluitpositie om de doorgang huchtdicht af te sluiten.
Het genoemde drukverschil bedraagt in de praktijk maximaal ca. 80 mm Hg, waarbij de meer gebruikelijke drukken enigszins lager liggen, bijvoorbeeld in de orde van grootte van 30 a 60 mm Hg. Dit zijn dermate lage drukken, dat ze bij bekende kleppen zonder het genoemde verbindingsdeel vaak onvoldoende zijn om het klepmechanisme te doen sluiten. In de praktijk wordt de klep dan soms niet goed gesloten zodat lucht uit het drukcompartiment kan verdwijnen en de compressie op de ledemaat op een gegeven moment te laag gaat worden. In de compressiekous zoals hierin beschreven is, zorgt dus het verbindingsdeel en niet primair het luchtdrukverschil tussen de druk binnen in het drukcompartiment en de buitenlucht ervoor dat het klepmechanisme de neiging heeft zich te sluiten.
In een uitvoeringsvorm omvat het tweede kouselement: - een voetzooldeel; - een wreefdeel; - zijdelen tussen het voetzooldeel en het wreefdeel, waarbij het drakcompartiment zich uitstrekt in ten minste één van de zijdelen.
Het voetzooldeel, wreefdeel en zijdelen zijn bij voorkeur uitgevoerd om in gebruikstand zich onder, boven en zijwaarts van de voet van het been te bevinden. In een verdere uitvoeringsvorm is noch in het wreefdeel noch in het voetzooldeel een drakcompartiment is gerangschikt. Het voetzooldeel wordt gebruikt om op te lopen en een goed contact tussen voetzool en ondergrond moet behouden blijven. Het voetzooldeel is bij voorkeur vervaardigd van niet- elastisch materiaal. Dit heeft tot gevolg dat de één of meer drukcompartimenten van de compressiekous nauwkeurig ten opzichte van de verschillende bestanddelen van de voet gepositioneerd worden om in exact het juiste gebied druk op de voet uit te kunnen oefenen.
Het is de uitvinder bijvoorbeeld gebleken dat met name het uitoefenen van druk op malleolus lateralis (dwz. het stak bot (knobbel) aan de buitenzijde van het been / de voet gevormd door het onderste uiteinde van het kuitbeen dat lateraal naar buiten toe uitsteekt),
eventueel ook het uitoefenen van druk op malleolus medialis (dwz. het stuk bot (knobbel) aan de binnenzijde van het been / de voet gevormd door het onderste uiteinde van het scheenbeen) tot goede resultaten bij de behandeling van chronische veneuze insufficiënties (CVI) leidt. In voorkeursuitvoeringen van de uitvinding bevindt het ten minste ene drukcompartiment zich in gebruikstoestand dan ook op zijn minst naast de malleolus lateralis, bij voorkeur ook naast de malleolus medialis. Door de juiste dimensionering van het niet-elastische voetzooldeel kan het drukcompartiment zodanig nauwkeurig ten opzichte van de voet gepositioneerd worden dat de steunkous precies op de goede plaats op de malleolus drukt.
In verdere uitvoeringen is het wreefdeel van elastisch materiaal uitgevoerd. De elastische IO uitvoering zorgt ervoor dat de compressiekous al enigszins aan de voet zich vastgeklemd kan worden, hetgeen het aantrekken van de kous vergemakkelijkt.
In een voorkeursuitvoering is het tweede kousdeel uitgevoerd om direct over de voet geschoven te kunnen worden en is niet te openen. Het eerste kousdeel is dat wel en Kan daarmee in volledig geopende toestand gemakkelijk om het onderbeen (kuit) worden aangebracht. Daarna worden de randen van het eerste kousdeel aan elkaar bevestigd en kan het oppompen van het drukcompartiment aanvang vinden.
In bepaalde uitvoeringen heeft de compressiekous slechts één enkel drukcompartiment. Dit heeft onder meer als voordeel dat de hele kous via een enkel klepmechanisme opgepompt kan worden en/of dat de druk in het drukcompartiment over de gehele kous gelijk is. In andere uitvoeringen heeft de compressiekous twee of meer drukcompartimenten. Deze drukcompartimenten kunnen door één enkel, gemeenschappelijk klepmechanisme bediend {opgepompt en leeggelaten) worden. In verdere uitvoeringen hebben de drukcompartimenten echter elk een eigen klepmechanisme. Dit maakt het mogelijk om verschillende drukcompartimenten op te pompen tot verschillende drukniveaus. Bepaalde delen van het been ondervinden dan een hogere druk dan andere delen, hetgeen bijvoorbeeld voor de behandeling van chronische veneuze insufficiënties voordelig kan zijn. In een uitvoeringsvorm van de uitvinding is het ten minste ene verbindingsdeel uitgevoerd om onder een externe mechanische kracht verbogen te worden tussen een uitgangsstand waarin de klep zich op de afsluitpositie bevindt en een verbogen stand waarin de klep zich op de doorlaatpositie bevindt. Bij voorkeur is het klepmechanisme hierbij zodanig uitgevoerd, dat de klep alleen onder invloed van de mechanische kracht geopend wordt. De mechanische kracht kan bijvoorbeeld geleverd worden door een aandrukkracht die door het in de doorgang geschoven uiteinde van een pompbuis of leiding op de klep wordt uitgeoefend. Aanvullende krachten, zoals een verhoogde luchtdruk, zijn dus niet nodig. Verder is het verbindingsdeel zodanig uitgevoerd dat het in de verbogen stand de neiging heeft terug te keren naar de uitgangsstand (waarin de klep de doorgang afsluit). In een bepaalde uitvoeringsvorm is het verbindingsdeel vervaardigd van elastisch materiaal althans onder externe kracht voldoende verbuigbaar materiaal. Wanneer de externe kracht wordt opgeheven, bijvoorbeeld omdat de pomp weer wordt losgemaakt van het klepmechanisme, keert de klep weer terug in zijn uitgangsstand.
In een bepaalde uitvoeringsvorm omvat de compressiekous twee of meer verbindings- 5 delen, waarbij de klep schijfvormig is, de verbindingsdelen zich in radiale richting ten opzichte van de schijfvormige klep uitstrekken en/of de verbindingsdelen op gelijkmatig verdeelde plaatsen op de klep zijn vastgemaakt of gevormd.
Zoals hierboven reeds vermeld is, kan de externe kracht op de klep geleverd worden door het uiteinde van een leiding of dergelijke van een pomp waarmee het drukcompartiment op te pompen is. In verdere uitvoeringsvormen wordt een luchtpomp verschaft die is ingericht voor het oppompen van het drukcompartiment. De luchtpomp omvat een aan het klepdeksel koppelbare pompbuis of pompleiding. De pompbuis of pompleiding heeft een (vrij) uiteinde dat in de doorgang schuifbaar is en uitgevoerd is om in ingeschoven toestand de bovengenoemde mechanische kracht uit te oefenen waarmee de klep van de afsluitpositie naar de doorlaatpositie te duwen is. In bepaalde uitvoeringen kan het uiteinde vastgeklemd of op andere vastgezet worden in de genoemde doorgang. Het uiteinde wordt voorkeur zodanig vastgeklemd, dat de klemkracht groter is dan de kracht die door het ten minste ene verbindingsdeel op de klep wordt uitgeoefend om de klep waar naar zijn uitgangsstand te dwingen. Hierdoor blijft de klep geopend totdat het uiteinde weer uit de doorgang verwijderd is.
In bepaalde uitvoeringen is voorzien in een druksensor voor het bepalen van een drukwaarde die representatief is voor de druk in het drukcompartiment. De druksensor kan hierbij een permanente druksensor zijn en/of kan zijn uitgevoerd voor het meten van de druk binnenin het drukcompartiment. De druksensor kan een interne druksensor zijn die binnenin het drukcompartiment is aangebracht, bij voorbeeld geïntegreerd met het klepmechanisme, maar kan ook een externe druksensor zijn die bevestigd is aan de buitenzijde van het drukcompartiment en daarmee in drukverbinding staat. In andere uitvoeringen maakt de druksensor geen deel uit van de steunkous, maar is bijvoorbeeld een separate druksensor of een druksensor die deel uitmaakt van de luchtpomp. De druksensor kan in het laatste geval zijn uitgevoerd voor het meten van de druk in de pompbuis of pompleiding. Deze in de leiding of buis gemeten druk is op directe of indirecte wijze representatief voor de druk in het drukcompartiment.
Degene die het drukcompartiment oppompt, kan in bepaalde uitvoeringen waarin de druksensor voorzien is van een display waarop de druk wordt afgebeeld of waarin de druk op andere wijze getoond kan worden, tijdens het oppompen de druk in de gaten houden. De druksensor kan uitgevoerd zijn met een door de therapeut in te stellen gewenste druk en een gekleurd licht signaal afgeven wanneer de druk te laag, te hoog, of goed is. Wanneer de druk een vooraf bepaalde gewenste waarde bereikt heeft, stopt hij of zij het pompen en verwijdert de pomp van de steunkous. De klep sluit zich automatisch en de steunkous is klaar voor gebruik. In andere uitvoeringen kan dit proces geautomatiseerd worden. In een voorkeursuitvoering omvat de steunkous en/of de luchtpomp een met de luchtpomp en druksensor gekoppelde besturingseenheid die is ingericht voor het afhankelijk van de gemeten druksensor aansturen van de luchtpomp. De besturingseenheid kan bijvoorbeeld zijn ingericht voor het verhogen van de druk in het drukcompartiment totdat een vooraf ingestelde, bijvoorbeeld in de besturingseenheid of in een apart geheugen, opgeslagen maximale drukwaarde bereikt is.
In uitvoeringen van de uitvinding wordt voorzien in een met de druksensor gekoppeld geheugen dat is ingericht voor het periodiek opslaan van gemeten drukwaarden. Hiermee kan bijvoorbeeld de therapietrouw van de patiënt gemeten worden.
In bepaalde uitvoeringen, bijvoorbeeld — maar niet hiertoe beperkt- uitvoeringen waarin de druksensor binnenin het drukcompartiment geplaatst is, omvat de druksensor een draadloze communicatie-eenheid voor het draadloos versturen van een voor de druk in het drukcompartiment representatief druksignaal. Hierbij kan het druksignaal representatief zijn voor de door de druksensor gemeten actuele druk en/of voor één of meer van de gemeten druksignalen uit het met de druksensor gekoppelde geheugen.
In een verdere uitvoeringsvorm is de communicatie-eenheid, en bij voorkeur ook de druksensor en/of de besturingseenheid, ingericht om alleen door een extern radiofreguentie-signaal gevoed te worden. Ze hebben geen eigen voedingsbron of energiebron, zoals bijvoorbeeld een passieve tag of een RFID transponder. Een dergelijke communicatie-eenheid kan het elektromagnetische veld van een externe lezer benutten om een stroom te induceren in een spoel, waarmee (cen chip in) de communicatie-eenheid wordt gevoed.
Om een goede compressie op de ledemaat te bewerkstelligen, de buitenafmetingen van de steunkous in opgeblazen toestand beperkt te houden en toch ook een hoog comfort voor de patiënt mogelijk te maken, omvat de compressiekous volgens uitvoeringen van de uitvinding: - een buitenwand met een hoge elasticiteitsmodulus (E), bij voorkeur een elasticiteitsmodulus van ten minste 50 MPa.
Bij voorkeur omvat de compressiekous een in gebruik naar de ledemaat gerichte binnenwand van een soepel materiaal dat de contour van het ledemaat goed volgt.
In een verdere uitvoeringsvorm omvat het kouselement een buitenwand met een rek (£) van maximaal 5%, bij voorkeur maximaal 2 %, bij het oppompen van het drukcompartiment tot een overdruk van 100 mg Hg. Met een dergelijke buitenwand kan voldoende compressie gerealiseerd worden zonder dat de buitenafmetingen van de steunkous te groot worden, hetgeen het draagcomfort van de steunkous zou verminderen.
In een bepaalde uitvoeringsvorm omvat het kouselement een buiten- en binnenwand vervaardigd van luchtdichte folie, waarbij de buiten- en binnenwaard bij voorkeur langs hun omtreksranden aan elkaar gesealed zijn voor het daartussen vormen van het drukcompartiment. Op deze manier kan een snel en tegen relatief lage kosten een comfortabele steunkous gerealiseerd worden.
Overigens is het gebruikelijk om tussen de compressiekous en de ledemaat nog een extra laag aan te brengen. In geval van een Ulcus wordt er verband onder de compressiekous gedragen. In andere gevallen kan er naar keuze een dunne kous onder gedragen worden.
Het materiaal van de binnenwand (bij voorbeeld TPU folie) van de compressiekous is bij voorkeur zodanig gekozen dat dit op zich niet onaangenaam aan de huid voelt.
In bepaalde uitvoeringen omvat het kouselement van de steunkous een buiten- en binnenwand IO vervaardigd van kunststof, in het bijzonder thermoplastisch polyurethaan of polypropyleen. De buitenwand heeft bij voorkeur een wanddikte tussen 100 en 300 um en de binnenwand een wanddikte van tussen de 50 en 100 um. Deze wanddikte voor de buitenwand geeft een goed compromis tussen soepelheid en minimale rek bij gebruik van een TPU film. De binnenwand moet zo dun mogelijk zijn met behoud van luchtdichtheid en toepasbaarheid in gekozen fabricage technieken.
In bepaalde uitvoeringen is de buitenwand van het kouselement voorzien van een aantal rekbeperkingselementen die zijn ingericht voor het beperken van de rek bij het oppompen van het drukcompartiment. Een rekbeperkingselement kan bij voorbeeld een in of op de buitenwand aangebrachte verstevigingsdraad omvatten. Deze zijn zodanig georiënteerd dat de rek in een bepaalde richting kan worden beperkt. De verstevigingsdraden kunnen zich bijvoorbeeld in omtreksrichting uitstrekken wanneer het kouselement rondom de ledemaat is aangebracht. Wanneer de steunkous zich verticaal uitstrekt, strekken de verstevigingsdraden zich dus in horizontale richting (d.w.z. de breedterichting) uit. Hierdoor wordt het uitzetten in radiale richtingen beperkt, zodat de afmetingen van de steunkous in die richtingen ook beperkt blijven.
Verdere voordelen, kenmerken en details worden verduidelijkt aan de hand van de navolgende beschrijving van enige uitvoeringsvormen daarvan. In de beschrijving wordt verwezen naar de bijgevoegde figuren, waarin tonen: - figuur 1 een aanzicht van een been voorzien van de uitvoeringsvorm van een steunkous volgens de uitvinding; - figuur 2 een aanzicht van de uitvoeringsvorm van de steunkous van figuur 1, voordat deze om het been is aangebracht; - figuur 3 een detailaanzicht in perspectief van een klepmechanisme volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding: - figuur 4 een geéxplodeerd aanzicht in perspectief van het klepmechanisme van figuur 3; - figuur 5 een doorsnede door het klepmechanisme van figuur 4;
- figuur 6 een doorsnede door de uitvoeringsvorm van de steunkous van figuur 1, in combinatie met een pomp voor het oppompen van de steunkous, in een toestand vóór het oppompen van het drukcompartiment; - figuur 7 de doorsnede van figuur 6, in een toestand tijdens het oppompen.
- figuren 8 en 9 een doorsnede door een andere uitvoeringsvorm, respectievelijk in de toestand vóór en tijdens het oppompen, waarin de steunkous voorzien is van een interne druksensor; - figuur 10 een bovenaanzicht van de interne druksensor van figuren 8 en 9; - figuur 11 een vooraanzicht in perspectief van een verdere uitvoering van een Kous IO volgens de uitvinding, met een eerste kouselement in geopende toestand; - figuur 12 een zijaanzicht van de uitvoeringsvorm van figuur 11 in gesloten toestand; en - figuur 13 een zijaanzicht van de een been voorzien van een kous volgens de uitvoeringsvorm van figuren 11 en 12, in gebruikstoestand.
In figuar 1 is een uitvoeringsvorm van een steunkous 1 in gebruikstoestand weergegeven. De kous is van een uitvoering die alleen de kuit van een patiënt bedekt. In andere uitvoeringen kunnen echter ook de voet en/of het bovenbeen en/of van de patiënt bedekt worden. In nog andere uitvoeringsvormen wordt de steunkous aangebracht om een arm of dergelijke. De steunkous 1 omvat een kouselement 2 dat met behulp van bevestigingsmiddelen 3 rondom de ledemaat vastgeklemd wordt. In figuar 2 zijn de bevestigingsmiddelen 3 in meer detail weergegeven.
Het kouselement 2 is in de getoonde uitvoering opgebouwd uit een meerlaagse folie, waarbij tussen de lagen van de meerlaagse folie een drukkamer of drukcompartiment gevormd is. De meerlaagse folie kan rondom de ledemaat gewikkeld worden en daarna in gewikkelde toestand worden vastgezet, in het bijzonder worden vastgeklemd, bij voorbeeld door een langsrand van de steunkous met bevestigingsmiddelen aan een ander deel van de steunkous vast te maken.
De bevestigingsmiddelen 3 omvatten in de getoonde uitvoering een aantal (d.w.z. in het getoonde voorbeeld een vijftal, maar dit aantal kan variëren) bevestigingslippen 7 die aan één zijde voorzien zijn van een strook klittenbandelementen 8. De lippen 7 zijn voorzien langs een langsrand 13 van het kouselement 2. Aan de tegenoverliggende langsrand 12 van het kouselement 2 is op posities corresponderend met die van de lippen 7 een aantal klittenbandelementen 5 aangebracht. Wanneer het kouselement 2 eenmaal rondom het been gewikkeld is, kan dit met behulp van de klittenbandelementen 5,6 vastgeklemd worden aan het been zodat de steunkous op de gewenste positie blijft zitten. De steunkous behoeft echter niet met een zodanige kracht te worden aangebracht dat de therapeutische compressiedruk gerealiseerd wordt.
De therapeutische compressiedruk wordt wel gerealiseerd door het drukcompartiment van de steunkous op te pompen. Zoals hierboven reeds uiteengezet is, omvat het kouselement 2 een aantal Jagen folie tussen welke een drukcompartiment gevormd is. Het steunelement 2 van de steunkous kan zijn bijvoorbeeld zijn opgebouwd uit een buitenste laag of buitenwand 14 en een binnenste laag of binnenwand 15. De buiten- en bmnenwand 14, 15 zijn aan hun omtreksranden aan elkaar vastgemaakt (bijvoorbeeld door deze aan elkaar te lassen (sealen), hetgeen de in figuur 2 weergegeven lasnaad 16 oplevert die zich langs de bovenzijde 11, onderzijde 10 en langsranden 12,13 uitstrekt). Op deze wijze wordt tussen de buiten- en binnenwand 14,15 een druk- compartiment 9 gerealiseerd. Dit drukcompartiment 9 kan met behulp van een klepmechanisme 4 vanaf de buitenzijde worden voorzien van lucht om in het drukcompartiment 9 een voldoende hoge druk te genereren en aldus de compressiekous met voldoende compressiedruk tegen de ledemaat te IO laten duwen.
Verwijzend naar figuren 3-5 wordt allereerst een eerste uitvoeringsvorm van het klepmechanisme 4 beschreven. Het klepmechanisme 4 omvat een aan de buitenwand 14 door midde} van ultrasoon lassen bevestigde klepzitting 20. Deze klepzitting 20 omvat een radiale flens 21 die voor een voldoende bevestigingsmogelijkheid van het klepmechanisme aan de buitenwand 14 zorgt. Verder is de radiale flens 21 voorzien van een rechtopstaande, zich in axiale richting uitstrekkende rand 22 rondom een opening 25. Centraal in deze opening 25 is een schijfvormige klep 23 gepositioneerd welke klep 23 op zijn plaats gehouden wordt door een aantal (in de weergegeven uitvoeringsvorm een viertal) verbindingsdelen 24. Deze verbindingsdelen strekken zich in radiale richting vanuit het centrum van de klep 23 uit en vormen als het ware een stervormige bevestiging van de klep 23 aan de rest van de klepzitting 20. Verder omvat het klepmechanisme 4 een aan de klepzitting bevestigd of daaraan gevormd klepdeksel 26. Dit klepdeksel 26 kan tussen de opstaande rand 22 geschoven worden en aan de klepzitting 20 worden vastgeklemd. Deze toestand is in figuur 6 weergegeven. De klepzitting en het klepdeksel liggen zodanig strak tegen elkaar aan dat er in wezen geen lucht via het klepdeksel en de klepzitting in en uit het compartiment 9 kan stromen behalve via de centraal in het klepdeksel 26 voorziene doorgang 29. De doorgang 29 en het klepdeksel sluiten aan op de klep 23 en wel zodanig dat in de uitgangstoestand (met de klep in de afsluitpositie, zoals in figuur 6 is weergegeven) de klep 23 de doorgang 29 geheel afsluit zodat geen lacht het drukcompartiment in of het drukcompartiment uit kan stromen.
In figuur 6 is verder weergegeven hoe het drukcompartiment 9 van de steunkous kan worden opgepompt. Hiertoe wordt gebruik gemaakt van de schematisch weergegeven pomp 40. Dit kan een willekeurige pomp zijn, bijvoorbeeld — maar niet hiertoe beperkt — een membraanpomp 40. De pomp 40 omvat een pompleiding of pompbuis 30 en een daarop aangesloten druksensor 41 waarmee de druk binnenin de pompleiding of -buis kan worden gemeten.
De leiding of buis 30) heeft een zodanige vorm en afmeting dat deze net past binnen de doorgang 29 in het klepmechanisme 4. Wanneer het lachtcompartiment moet worden opgepompt, wordt het uiteinde van de pompbuis/pompleiding 30 in de richting van het klepmechanisme 4 {richting Py) verplaatst en het uiteinde daarvan wordt passend in de doorgang 29 geschoven. Het uiteinde van de pompbuis/pompleiding 30 duwt op een gegeven moment op de bovenzijde van de klep 23 en bij verder duwen {richting P;) zal de klep door de daardoor optredende neerwaartse mechanische kracht (die groter is dan de opwaartse kracht die de verbindingsdelen op de klep 23 uitoefenen) naar beneden worden gedrukt, zoals in figuur 7 is weergegeven. In de in figuur 7 weergegeven verbogen stand. van de verbindingsdelen 24 zullen de verbindingsdelen een opwaartse kracht op de klep 23 uitoefenen en zullen deze proberen de klep 23 weer terug te duwen naar de in figuur 6 weergegeven uitgangsstand. De externe mechanische kracht is echter groter en de klep 23 blijft in de in figuur 7 getoonde doorlaatstand staan. De klep 23 sluit dan niet meer de onderzijde van de doorgang 29 af. Er kan dan lucht via de pompbuis/pompleiding 30 (richting P-) en de opening tussen de verbindingsdelen 24 het drukcompartiment 9 binnen stromen.
Het oppompen van het drukcompartiment kan handmatig gebeuren, maar kan ook aangestuurd worden door een met de pomp 40 en de druksensor 41 gekoppelde besturingseenheid 42 (figuur 6). Wanneer de drukmeter of druksensor 41 de gewenste einddruk meet, stuurt deze een signaal door naar de besturingseenheid 42. De besturingseenheid 42 stopt het pompen en de teiding/buis 30 kan weer uit de doorgang getrokken worden. Als gevolg van de constructie van de verbindingsdelen, zullen deze weer vanuit de in figuur 7 weergegeven verbogen stand terugkeren naar de in figuur 6 weergegeven uitgangsstand, zodat de klep van de doorlaatpositie terug in de afsluitpositie gebracht wordt.
De getoonde constructie verzekert dat wanneer de pompleiding 30 uit de doorgang 29 is verwijderd, de klep 23 altijd automatisch als gevolg van de door de verbindingsdelen 24 uitgeoefende krachten die in de uitgangspositie (d.w.z. de afsluitpositie) terechtkomt. Verder is de constructie van het klepmechanisme zeer eenvoudig en kan goed in grote aantallen en tegen relatief lage kosten vervaardigd worden. Een verder voordeel is dat de totale dikte van het klepmechanisme beperkt kan blijven. In de getoonde uitvoeringsvorm is bij voorbeeld de dikte (d) (zie figuur 6) van het klepmechanisme maximaal 1 cm, bij voorkeur kleiner dan 0,5 cm.
In figuur 2 is verder weergegeven dat in en/of op het materiaal van het kouselement, bijvoorbeeld in het materiaal van de buitenwand 14 daarvan, een aantal rekbeperkingselementen 17 zijn aangebracht. Wanneer het kouselement rondom een ledemaat is aangebracht, strekken de rekbeperkingselementen 17 zich uit in de omtreksrichting. Deze rekbeperkingselementen zijn minder rekbaar (d.w.z. hebben een lagere rek (£), gedefinieerd als de verhouding tussen de lengteverandering en de oorspronkelijke lengte van een stuk materiaal) dan het materiaal zelf en zorgen dus voor een beperking van de rek in die richting waarin de rekbeperkingselementen zich uitstrekken (in de getoonde uitvoering dus alleen in de breedterichting).
In de in figuren 6 en 7 getoonde uitvoeringsvorm is de druksensor 41 voorzien als onderdeel van de pomp 40. In de andere uitvoeringsvorm, bijvoorbeeld de uitvoeringsvorm zoals die is weergegeven in figuren 8 en 9, is de druksensor 50 binnen het drukcompartiment 9 aangebracht. Meer in het bijzonder is de druksensor 50 geïntegreerd met het klepmechanisme 4, bijvoorbeeld door de druksensor aan de onderzijde van de klep 23 te bevestigen. Om ervoor te zorgen dat de door de sensor gemeten druk gemakkelijk uitleesbaar is, kan de sensor voorzien van een draadloze communicatie-eenheid 51 voor het draadloos versturen van een voor de druk in een IO toevoercompartiment representatief druksignaal. Dit kan de actuele druk zijn die op dat moment door de druksensor wordt gemeten. In de andere uitvoeringsvormen echter is de druksensor voorzien van cen (niet in de tekeningen weergegeven) geheugen, waarin bij tijd en wijle (periodiek) drukwaarden worden opgeslagen. Deze drukwaarden worden dus opgeslagen en kunnen met behulp van de draadloze communicatie-eenheid gezamenlijk via een druksignaal naar een externe ontvanger (niet weergegeven) worden verzonden.
Bij voorkeur is de druksensor 50 (al dan niet voorzien van een geheugen en al dan niet voorzien van een communicatie-eenheid), uitgevoerd als een passief element, dat wil zeggen dat deze sensor geen eigen energiebron ter voedingsbron heeft maar gevoed wordt door de elektromagnetische straling, bij voorbeeld elektromagnetische straling van de ontvanger. Meer in het bijzonder kan gebruik worden gemaakt van een RFID tag zoals is weergegeven in figuur 10, waarmee informatie uit de druksensor draadloos naar een externe RFID ontvanger kan worden overgebracht.
Een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding is weergegeven in figuren 11-13. De figuren tonen een kous 60 omvattende een eerste (bovenste) kouselement 61 en een daaraan gevormde tweede (onderst) kouselement 62. Het eerste kouselement 61 is uitgevoerd om rondom de kuit (k) van een been (b) (figuur 13) aangebracht te worden, terwijl het tweede kouselement 62 is uitgevoerd om rondom de voet (v) van het been (b) aangebracht te worden. In de kous is een enkel drukcompartiment 63 aangebracht. Het drukcompartiment 63 strekt zich zowel in de het eerste als het tweede drukelement 61,62. Meer in het bijzonder omvat het drukcompartiment 63 een eerste drukcompartimentdeel 75 in het eerste kouselement 61 alsmede een tweetal drukcompartimentdelen 73,74 in het tweede kouselement 62. Alle drukcompartimentdelen staan in open verbinding met elkaar en kunnen met lucht gevuld worden via een klepmechanisme, bij voorkeur een klepmechanisme 4 zoals eerder beschreven is.
Het tweede kouselement 62 is zodanig onder een hoek (d.w.z. hoek a, figuur 12, bij voorkeur in het bereik van 60 < a 120) bevestigd of gevormd aan het eerste kouselement 61 dat de kous comfortabel rondom het been kan worden aangebracht en zijn comprimerende functie kan vervullen.
In de getoonde uitvoering omvat het tweede kouselement 62 een voetzooldeel 69, een wreefdeel 72 en ten minste twee zijdelen 70,71 tussen het voetzooldeel en het wreefdeel. Zoals is weergegeven in figuur 13 zijn het voetzooldeel 69, het wreefdeel 72 en de zijdelen 71,71 uitgevoerd om in gebruikstand zich respectievelijk onder, boven en zijwaarts van de voet (v) van het been te bevinden. In bepaalde uitvoeringen is ten minste één van het voetzooldeel en het wreefdeel vervaardigd van elastisch materiaal opdat de kous over de voet geschoven kan worden en al in zekere mate klemmend op de vast blijft zitten. Om de juiste (hogere) mate van compressie op de voet te bewerkstelligen kan de in drukcompartimentdelen 73,74 naar believen verhoogd worden door lacht via het klepmechanisme 4 toe te voeren. Het drukcompartiment 63 van de kous 60 strekt zich immers uit in ten minste één van de zijdelen (bij voorkeur in beide zijdelen 70,71) en staat elk van de drukcompartimentdeel 73,74 binnenin het tweede kouselement 62 in (open) verbinding met het drukcompartimentdeel 75 binnenin het eerste kouselement 61.
Het eerste kouselement 61 is opgebouwd uit ten minste een binnenste wand 70 en een buitenste wand 71. Meer in het algemeen zijn beide wanden 70,71 vervaardigd van flexibel en buigzaam materiaal zodat het kouselement 61 gemakkelijk om cen been van een willekeurige gebruiker heen geslagen kan worden. Verder zijn de wanden 70,71 van het eerste kouselement 61 en de wanden van de zijdelen van het tweede kouselement 62 in hoofdzaak luchtdicht uitgevoerd en langs de randen in zodanig aan elkaar bevestigd (bijvoorbeeld gesealed), dat tussen de beide wanden 70,71 het drukcompartiment 63 gevormd is.
Het materiaal van de wanden 70,71 van het eerste kouselement 61 en die van de zijdelen 70,71 van het tweede kouselement zijn bij voorkeur vervaardigd van kunststof, zoals thermoplastisch polyurethaan (TPU) of polypropyleen. De buitenste wanden hebben bij voorkeur een wanddikte tussen 100 en 300 pm en de binnenste wanden een wanddikte van tussen de 50 en 100 pm.
Wanneer de gebruiker een kous 60 aan wenst te trekken, steekt deze de voet in het tweede kouselement 62 en zorgt deze dat het tweede kouselement 62 strak om de voet vastgehouden wordt, als gevolg van de elastische materiaaleigenschappen van het wreefdeel 72 (en/of het voetzooldeel 69). Daarna slaat de gebruiker het eerste, geopende kouselement 61 vanaf de in figuur 11 weergegeven geopende toestand dicht en bevestigt de gebruiker de langsranden van het eerste kouselement 61 aan elkaar door middel van geschikte bevestigingsmiddelen, In de getoonde uitvoering omvatten de bevestigingsmiddelen een eerste strook klittenbandelement 66 {voorzien aan een eerste langsuiteinde van het kouselement 61) en een tweede strook Klittenbandelement 67 (voorzien aan een tweede, tegenoverliggend Jangsuiteinde van het kouselement 61). Wanneer beide stroken op elkaar gedrukt worden, kan het eerste kouselement 61,
in wezen onafhankelijk van de vorm en afmetingen van de kuit, aan het been bevestigd. worden. Hierna kan een geschikt medium (bijv. een gas zoals lucht) via het klepmechanisme 4 worden toegevoerd zodat het drukcompartiment in het eerste en tweede kouselement 61,62 expandeert en daarmee de Kous de gewenste, instelbare compressiekracht op zowel de kuit als de voet laat uitoefenen.
Alhoewel dit niet in de figuren is weergegeven, kan ook de uitvoering van figuren 11-13 materiaal voorzien zijn van één of meer rekbeperkingselementen, bijvoorbeeld rekbeperkingsmiddelen van het hierboven beschreven type.
De uitvinding is niet beperkt tot de in de hierin beschreven uitvoeringsvorm daarvan . De rechten worden bepaald door de navolgende conclusies binnen de strekking waarvan talloze modificaties denkbaar zijn.

Claims (26)

CONCLUSIES
1. Compressiekous met instelbare compressiedruk voor therapeutische compressie van een been, de compressiekous omvattende: - een rondom de kuit van het been aan te brengen eerste kouselement; - een rondom de voet van het been aan te brengen tweede kouselement, waarbij het tweede kouselement onder een hoek aan het eerste kouselement bevestigd of integraal daaraan gevormd is; verder omvattende een drukcompartiment dat zich zowel in de het eerste als het tweede drukelement uitstrekt alsmede een zich op het deel van het drukcompartiment dat zich in het eerste kouselement bevindt, aangesloten klepmechanisme, waarbij het klepmechanisme een afsluitbare doorgang tussen het drukcompartiment en de buitenlucht omvat, waarbij het klepmechanisme omvat: - een aan het kouselement bevestigde klepzitting; - een aan de klepzitting bevestigd of daaraan gevormd klepdeksel, waarbij de doorgang zich door de klepzitting en het klepdeksel uitstrekt; - een in de doorgang voorziene klep die is uitgevoerd om beweegbaar te zijn tussen een afsluitpositie waarin de klep de doorgang luchtdicht afsluit en een doorlaatpositie waarin de klep de doorgang ten minste gedeeltelijk open laat; en - ten minste een verbindingsdeel tussen de klep en de klepzitting en/of het klepdeksel voor een flexibele bevestiging van de klep aan de klepzitting en/of het klepdeksel, waarbij het ten minste ene verbindingsdeel is uitgevoerd om de klep onder voorspanning richting de afsluitpositie te dwingen.
2. Compressiekous volgens conclusie 1, waarbij het tweede kouselement omvat: - een voetzooldeel; - een wreefdeel: - zijdelen tussen het voetzooldeel en het wreefdeel, waarbij het drukcompartiment zich uitstrekt in ten minste één van de zijdelen.
3. Compressiekous volgens conclusie 2, waarbij het wreefdeel is vervaardigd van elastisch materiaal en/of waarbij het voetzooldeel is vervaardigd van in hoofdzaak onelastisch materiaal.
4. Compressiekous volgens een van de voorgaand conclusies, waarbij de compressiekous slechts één enkel drukcompartiment heeft.
5. Compressiekous volgens een van de conclusies 1-3, waarbij de compressiekous twee of meer drukcompartimenten heeft.
6. Compressiekous volgens conclusie 5, waarbij elk van de drakcompartimenten is aangesloten op een eigen klepmechanisme voor het onafhankelijk van elkaar onder druk kunnen brengen van de compartimenten.
7. Compressiekous volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het drukcompartiment zich ten minste uitstrekt in een gebied van het tweede kouselement dat in gebruikstoestand zich naast malleolus lateralis van de voet, en bij voorkeur ook in een verder gebied naast de malleolus medialis.
8. Compressiekous volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het ten minste ene verbindingsdeel is uitgevoerd om onder een externe mechanische kracht verbogen te worden tussen een uitgangsstand waarin de klep zich op de afsluitpositie bevindt en een verbogen stand waarin de klep zich op de doorlaatpositie bevindt.
9. Compressiekous volgens conclusie 8, waarbij in de verbogen stand het verbindingsdeel de neiging heeft terug te Keren naar de uitgangsstand.
10. Compressiekous volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende twee of meer verbindingsdelen, waarbij de klep schijfvormig is, de verbindingsdelen zich in radiale richting ten opzichte van de schijfvormige klep uitstrekken en/of de verbindingsdelen op gelijkmatig verdeelde plaatsen op de klep zijn vastgemaakt of gevormd.
11. Compressiekous volgens een van de voorgaande conclusies, in combinatie met een tuchtpomp die is ingericht voor het oppompen van het drukcompartiment, waarbij de luchtpomp een aan het klepdeksel koppelbare pompbuis of pompleiding omvat die een uiteinde heeft dat in de doorgang schuifbaar is en titgevoerd is om op de klep de mechanische kracht uit te oefenen waarmee de klep van de afsluitpositie naar de doorlaatpositie te duwen is.
12. Compressiekous volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende een druksensor voor het bepalen van een drukwaarde die representatief is voor de druk in het drukcompartiment.
13. Compressiekous volgens conclusie 6, waarbij de druksensor is uitgevoerd voor het meten van de druk in het drukcompartiment.
14. Compressiekous volgens conclusie 12 en 13, waarbij de druksensor is uitgevoerd voor het meten van de druk in de pompbuis of pompleiding.
15. Compressiekous volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende een met de luchtpomp en druksensor gekoppelde besturingseenheid die is ingericht voor het afhankelijk van de gemeten druksensor aansturen van de luchtpomp.
16. Compressiekous volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende een met de druksensor gekoppeld geheugen dat is ingericht voor het periodiek opslaan van gemeten drukwaarden.
17. Compressiekous volgens een van de voorgaande conclusies, waarin de druksensor een draadloze communicatie-eenheid omvat voor het draadloos versturen van een voor de druk in het drukcompartiment representatief druksignaal.
18. Compressiekous volgens conclusie 17, waarbij communicatie-eenheid, en bij voorkeur ook de druksensor, zijn ingericht om alleen door een extern radiofrequentie-signaal gevoed te worden.
19. Compressiekous volgens conclusie 18, waarin de draadloze communicatie-eenheid een RFID transponder omvat.
20. Compressiekous volgens een van de voorgaande conclusies , waarbij het kouselement omvat: - een buitenwand met een hoge elasticiteitsmodulus (E) , bij voorkeur een elasticiteitsmodulus van ten minste 50 MPa; en - een in gebruik naar de ledemaat gerichte soepele binnenwand met een lage elasticiteit (E).
21. Compressiekous volgens een van de voorgaande conclusies , waarbij het Kouselement een buitenwand met een rek ( ¢ ) van maximaal 5%, bij voorkeur maximaal 2 %, bij het oppompen van het drukcompartiment tot een overdruk van 100 mg Hg omvat.
22. Compressiekous volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het kouselement een buiten- en binnenwand vervaardigd van luchtdichte folie omvat, waarbij de buiten- en binnenwaard bij voorkeur langs hun omtreksranden aan elkaar gesealed zijn voor het daartussen vormen van het drukcompartiment.
23. Compressiekous volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het kouselement een buiten- en binnenwand vervaardigd van Kunststof, in het bijzonder thermoplastisch polyurethaan of polypropyleen, omvat en/of waarbij de buitenwand een wanddikte tussen 100 en 300 pm en de binnenwand een wanddikte van tussen de 50 en 150 pm omvat.
24. Compressiekous volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de buitenwand van het kouselement is voorzien van een aantal rekbeperkingselementen die zijn ingericht voor het beperken van de rek bij het oppompen van de drukkamer.
25. Compressiekous volgens conclusie 24, waarbij de rekbeperkingselementen zich in omtreksrichting uitstrekken wanneer het kouselement rondom de ledemaat is aangebracht.
26. Compressiekous volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het eerste kouselement is vervaardigd van flexibel materiaal dat rondom het been te wikkelen is en/of waarbij het kouselement bevestigingsmiddelen bevat waarmee het eerste kouselement aan het been vast te klemmen is.
NL2023185A 2019-05-24 2019-05-24 Compressiekous met instelbare compressiedruk NL2023185B1 (nl)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2023185A NL2023185B1 (nl) 2019-05-24 2019-05-24 Compressiekous met instelbare compressiedruk
PL20730764.6T PL3975956T3 (pl) 2019-05-24 2020-05-22 Pończocha uciskowa z regulacją ucisku
EP20730764.6A EP3975956B1 (en) 2019-05-24 2020-05-22 Compression stocking with adjustable compression pressure
ES20730764T ES2954975T3 (es) 2019-05-24 2020-05-22 Media de compresión con presión de compresión ajustable
US17/614,032 US20220226184A1 (en) 2019-05-24 2020-05-22 Compression Stocking with Adjustable Compression Pressure
PCT/NL2020/050331 WO2020242297A1 (en) 2019-05-24 2020-05-22 Compression stocking with adjustable compression pressure

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2023185A NL2023185B1 (nl) 2019-05-24 2019-05-24 Compressiekous met instelbare compressiedruk

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2023185B1 true NL2023185B1 (nl) 2020-12-02

Family

ID=66690927

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2023185A NL2023185B1 (nl) 2019-05-24 2019-05-24 Compressiekous met instelbare compressiedruk

Country Status (6)

Country Link
US (1) US20220226184A1 (nl)
EP (1) EP3975956B1 (nl)
ES (1) ES2954975T3 (nl)
NL (1) NL2023185B1 (nl)
PL (1) PL3975956T3 (nl)
WO (1) WO2020242297A1 (nl)

Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB319936A (en) * 1928-10-03 1929-10-03 Philip Keith Saunders An improved diaphragm valve
WO2003007855A1 (en) 2001-07-20 2003-01-30 Huntleigh Technology Plc An inflatable apparatus
DE102008029289A1 (de) 2008-06-17 2009-12-24 Siegfried Baltzer Druckmittelbetriebener orthopädischer Kompressionsstrumpf
WO2012142155A2 (en) * 2011-04-12 2012-10-18 Sun Scientific, Inc. Therapeutic compression apparatus
US20140094726A1 (en) * 2012-09-28 2014-04-03 Covidien Lp Vascular compression system
DE102014013392A1 (de) * 2014-09-11 2016-03-17 Festo Ag & Co. Kg Membranventil
WO2018052676A1 (en) * 2016-08-23 2018-03-22 Sun Scientific, Inc. Therapeutic compression apparatus and methods of use

Patent Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB319936A (en) * 1928-10-03 1929-10-03 Philip Keith Saunders An improved diaphragm valve
WO2003007855A1 (en) 2001-07-20 2003-01-30 Huntleigh Technology Plc An inflatable apparatus
DE102008029289A1 (de) 2008-06-17 2009-12-24 Siegfried Baltzer Druckmittelbetriebener orthopädischer Kompressionsstrumpf
WO2012142155A2 (en) * 2011-04-12 2012-10-18 Sun Scientific, Inc. Therapeutic compression apparatus
US20140094726A1 (en) * 2012-09-28 2014-04-03 Covidien Lp Vascular compression system
DE102014013392A1 (de) * 2014-09-11 2016-03-17 Festo Ag & Co. Kg Membranventil
WO2018052676A1 (en) * 2016-08-23 2018-03-22 Sun Scientific, Inc. Therapeutic compression apparatus and methods of use

Also Published As

Publication number Publication date
US20220226184A1 (en) 2022-07-21
EP3975956A1 (en) 2022-04-06
PL3975956T3 (pl) 2023-11-06
EP3975956B1 (en) 2023-07-05
ES2954975T3 (es) 2023-11-27
EP3975956C0 (en) 2023-07-05
WO2020242297A1 (en) 2020-12-03

Similar Documents

Publication Publication Date Title
KR102581829B1 (ko) 치료용 압박 기구 및 사용 방법
US6592534B1 (en) Inflatable medical appliance for prevention of DVT
US6228044B1 (en) Methods and apparatus for treating plantar ulcerations
AU749610B2 (en) Device for pressurizing limbs
US10391211B2 (en) Negative pressure wound therapy orthopedic device
WO2007078845A2 (en) Systems and methods applying reversed sequence pressure to control edema flow
US10940075B2 (en) Medical pressure therapy device and components thereof
US20090204037A1 (en) Compression Apparatus for Applying Intermittent Pressure to the Leg
KR102584800B1 (ko) 의료용 혈류 개선을 위한 가압 장치 및 그 구성요소
NL2023185B1 (nl) Compressiekous met instelbare compressiedruk
CN111343911B (zh) 用于基于充气的非侵入式血压监测器的充气装置及其操作方法
US20210275386A1 (en) Therapeutic compression apparatus and methods of use
NL2019984B1 (nl) Compressiekous met instelbare compressiedruk
JP6998456B2 (ja) 膨張に基づく非侵襲的血圧モニタのための膨張装置およびその作動方法
WO2019231864A1 (en) Systems and methods for preventing or reducing post-traumatic swelling about the ankle
US11266536B2 (en) Graduated pressure applicator
US20160151187A1 (en) Walking apparatus with a multiple bladder system
CZ2019669A3 (cs) Aplikátor intermitentního vakua