NL2022837B1 - Systeem en inrichting voor het koelen en/of verwarmen van althans een deel van een lichaam, alsmede een werkwijze voor het aansturen van een dergelijk systeem - Google Patents

Systeem en inrichting voor het koelen en/of verwarmen van althans een deel van een lichaam, alsmede een werkwijze voor het aansturen van een dergelijk systeem Download PDF

Info

Publication number
NL2022837B1
NL2022837B1 NL2022837A NL2022837A NL2022837B1 NL 2022837 B1 NL2022837 B1 NL 2022837B1 NL 2022837 A NL2022837 A NL 2022837A NL 2022837 A NL2022837 A NL 2022837A NL 2022837 B1 NL2022837 B1 NL 2022837B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
container
fluid
temperature
heat transfer
transfer element
Prior art date
Application number
NL2022837A
Other languages
English (en)
Inventor
Van Wijngaarden Arie
Original Assignee
Kelvin Tms B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Kelvin Tms B V filed Critical Kelvin Tms B V
Priority to NL2022837A priority Critical patent/NL2022837B1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2022837B1 publication Critical patent/NL2022837B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61FFILTERS IMPLANTABLE INTO BLOOD VESSELS; PROSTHESES; DEVICES PROVIDING PATENCY TO, OR PREVENTING COLLAPSING OF, TUBULAR STRUCTURES OF THE BODY, e.g. STENTS; ORTHOPAEDIC, NURSING OR CONTRACEPTIVE DEVICES; FOMENTATION; TREATMENT OR PROTECTION OF EYES OR EARS; BANDAGES, DRESSINGS OR ABSORBENT PADS; FIRST-AID KITS
    • A61F7/00Heating or cooling appliances for medical or therapeutic treatment of the human body
    • A61F7/0085Devices for generating hot or cold treatment fluids
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61FFILTERS IMPLANTABLE INTO BLOOD VESSELS; PROSTHESES; DEVICES PROVIDING PATENCY TO, OR PREVENTING COLLAPSING OF, TUBULAR STRUCTURES OF THE BODY, e.g. STENTS; ORTHOPAEDIC, NURSING OR CONTRACEPTIVE DEVICES; FOMENTATION; TREATMENT OR PROTECTION OF EYES OR EARS; BANDAGES, DRESSINGS OR ABSORBENT PADS; FIRST-AID KITS
    • A61F7/00Heating or cooling appliances for medical or therapeutic treatment of the human body
    • A61F2007/0054Heating or cooling appliances for medical or therapeutic treatment of the human body with a closed fluid circuit, e.g. hot water

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Biomedical Technology (AREA)
  • Heart & Thoracic Surgery (AREA)
  • Vascular Medicine (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Animal Behavior & Ethology (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Veterinary Medicine (AREA)
  • Infusion, Injection, And Reservoir Apparatuses (AREA)

Abstract

De uitvinding heeft betrekking op een systeem voor het koelen en/of verwarmen en/of beheersen van temperatuur van althans een deel van een lichaam, omvattende - een eerste houder voor het houden van fluïdum met een eerste temperatuur; - een tweede houder voor het houden van fluïdum met een tweede, andere temperatuur; - ten minste een warmteoverdrachtelement dat op of in een lichaam kan worden aangebracht, welk ten minste ene warmteoverdrachtelement met de houders verbonden is via ten minste een toevoerleiding en ten minste een afvoerleiding, en - aanstuurmiddelen voor het aansturen van een fluïdumstroom tussen de eerste en/of tweede houder en het ten minste ene warmteoverdrachtelement. De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het aansturen van een systeem volgens de uitvinding. De uitvinding heeft voorts betrekking op een inrichting die bestemd en/of ingericht is om onderdeel te zijn van een systeem volgens de uitvinding.

Description

SYSTEEM EN INRICHTING VOOR HET KOELEN EN/OF VERWARMEN VAN ALTHANS EEN DEEL VAN EEN LICHAAM, ALSMEDE EEN WERKWIJZE VOOR HET AANSTUREN
VAN EEN DERGELIJK SYSTEEM De uitvinding heeft betrekking op een systeem voor het koelen en/of verwarmen en/of beheersen van temperatuur van althans een deel van een Hchaam. Een dergelijk systeem kan bijvoorbeeld, doch niet uitsluitend, worden gebruikt voor het in- of uitwendig beheersen van de lichaamstemperatuur en/of voor het behandelen van blessures en/of voor vetverbranding.
Het is een doel van de uitvinding om een systeem voor het koelen en/of verwarmen en/of IO beheersen van temperatuur van althans een deel van een lichaam te verschaffen dat efficiënt en/of goed en/of snel kan koelen en/of verwarmen en/of de temperatuur kan beheersen. In het bijzonder kan het cen doel van de uitvinding zijn om een systeem voor het koelen en/of verwarmen en/of beheersen van temperatuur van althans een deel van een lichaam te verschaffen waarmee relatief snel, bijvoorbeeld binnen één of enkele minuten of binnen enkele tot enkele tientallen seconden kan worden geschakeld tussen koelen en verwarmen.
Ten minste één doel van de uitvinding kan worden bereikt met een systeem voor het koelen en/of verwarmen en/of beheersen van temperatuur van althans een deel van een lichaam, dat volgens de uitvinding omvat: - een eerste houder voor het houden van fluïdum met een eerste temperatuur; - een tweede houder voor het houden van fluidum met een tweede temperatuur, welke tweede temperatuur verschilt van de eerste temperatuur; - ten minste één warmteoverdrachtelement dat op of in een lichaam kan worden aangebracht, welk ten minste ene warmteoverdrachtelement met zowel de eerste houder als de tweede houder in fluïdumdoorstroombare verbinding verbonden is via ten minste één toevoerleiding en ten minste één afvoerleiding, via welke ten minste ene toevoerleiding fluïdum uit de eerste en/of tweede houder aan het ten minste ene warmteoverdrachtelement kan worden toegevoerd en via welke ten minste ene afvoerleiding fluïdum uit het ten minste ene warmteoverdrachtelement kan worden afgevoerd naar de eerste en/of tweede houder, en - aanstuurmiddelen voor het aansturen van een fluidumstroom tussen de eerste en/of tweede houder en het ten minste ene warmteoverdrachtelement.
Door het verschaffen van twee houders met elk een fluïdum op een andere temperatuur, bijvoorbeeld één houder met flaïdum met een relatief koude temperatuur en de andere houder met fluïdum met een relatief warme temperatuur, i.e. fluïdum in de andere houder kan een hogere temperatuur bezitten dan fluïdum in de ene houder, kan efficiënt en/of goed gekoeld en/of verwarmd en/of beheerst worden, en/of kan in het bijzonder snel worden geschakeld tussen koelen en verwarmen omdat het fluïdum niet eerst op een koeltemperatuur danwel verwamtemperatuur hoeft te worden gebracht. Afhankelijk van een wens om op een bepaald moment te koelen of te verwarmen, kunnen de aanstuurmiddelen zijn ingericht voor het toevoeren van fluïdum aan het ten minste ene warmteoverdrachtelement uit de eerste houder of de tweede houder.
Het fluïdum kan elk geschikt fluïdum zijn. In het bijzonder kan het fluïdum een fluïdum zijn dat geschikt is voor warmteoverdracht. Bijvoorbeeld kan het fluïdum water zijn.
De ten minste ene toevoerleiding en/of de ten minste ene afvoerleiding kan/kunnen bijvoorbeeld een flexibele leiding, zoals bijvoorbeeld een slang omvatten.
Desgewenst kan de ten minste ene toevoerleiding en/of de ten minste ene afvoerleiding thermisch geïsoleerd zijn.
Elk gewenst aantal leidingen kan zijn verschaft. Zo kunnen de twee houders elk via een eigen, separate toevoerleiding en/of afvoerleiding met het ten minste ene warmteoverdrachtelement zijn verbonden. Alternatief kunnen de twee houders gezamenlijk via één gemeenschappelijke toevoerleiding en/of één gemeenschappelijke afvoerleiding met het ten minste ene warmteoverdrachtelement zijn verbonden. Nog weer alternatief kan er sprake van zijn dat de twee houders zowel via een gemeenschappelijk toevoer- en/of afvoerleidingdeel als met een eigen, separaat toevoer- en/of afvoerleidingdeel met het ten minste ene warmteoverdrachtelement zijn verbonden, waarbij de separate toevoer- en/of afvoerleidingdelen elk zijn verbonden met de respectieve gemeenschappelijke toevoer- en/of afvoerleidingdelen. Praktisch kunnen de gemeenschappelijke toevoer- en/of afvoerleidingdelen aansluiten op het ten minste ene warmteoverdrachtelement, zodat het ten minste ene warmteoverdrachtelement slechts één toevoeraansluiting en/of één afvoeraansluiting hoeft te bezitten, en kunnen de gemeenschappelijke toevoer- en/of afvoerleidingdelen aansluiten op de separate toevoer- en/of afvoerleidingdelen.
De houders kunnen op elke geschikte wijze worden uitgevoerd. Bijvoorbeeld kumen de houders elk door een apart houderelement gevormd worden. Alternatief kan er sprake zijn van één houderelement dat twee onderling gescheiden compartimenten omvat.
Praktisch Kan er sprake van zijn, dat de eerste en tweede houder via de ten minste ene toevoerleiding en de ten minste ene afvoerleiding een gesloten circuit met het ten minste ene warmteoverdrachtelement vormen.
In een uitvoeringsvorm van het systeem volgens de uitvinding omvat het systeem een met de ten minste ene afvoerleiding gekoppelde temperatuursensor en/of debietsensor voor het meten van een temperatuur en/of debiet van uit het ten minste ene warmteoverdrachtelement afgevoerd fluïdum, waarbij de aanstuurmiddelen zijn ingericht om op basis van de gemeten temperatuur en/of debiet het afgevoerde fluïdum toe te voeren naar de eerste of tweede houder.
Een voordeel van deze uitvoeringsvorm is dat op basis van de gemeten temperatuur en/of debiet afgevoerd fluïdum naar de meest geschikte houder kan worden toegevoerd.
Dit kan in het bijzonder bijvoorbeeld voordelig zijn wanneer wordt overgeschakeld van de ene houder naar de andere houder, bijvoorbeeld wanneer wordt overgeschakeld van koelen naar verwarmen of andersom, zodat fluïdam zolang de temperatuur daarvan dichter bij de temperatuur in de ene houder ligt wordt teruggevoerd naar de ene houder en zodra de temperatuur dichter bij de temperatuur in de andere houder ligt naar de andere houder wordt gevoerd.
Alternatief of aanvullend kan dit voordelig zijn wanneer de temperatuur van fluidum in één of beide houders ontoereikend is voor het behalen van een gewenste temperatuur van koelen en/of verwarmen en/of beheersen. In dat geval kan een doorstroomdebiet althans tijdelijk worden verlaagd, bijvoorbeeld totdat de temperatuur van fluïdum in de houder(s) is aangepast en IO toereikend is.
De koppeling tussen de temperatuursensor en/of debietsensor en de ten minste ene afvoerleiding kan op elke geschikte wijze zijn uitgevoerd, zodanig, dat de temperatuursensor en/of debietsensor in staat is om de temperatuur en/of debiet van in de ten minste ene afvoerleiding stromend fluïdum te meten. Bij voorbeeld kan/kunnen de temperatuursensor en/of debietsensor in de ten minste ene afvoerleiding zijn aangebracht.
Praktisch kan de ten minste ene afvoerleiding ten minste één stroomafwaarts van de temperatuursensor en/of debietsensor opgesteld fluidumgeleidingsmiddel hebben om op basis van de gemeten temperatuur en/of debiet fluïdum te geleiden naar de eerste en/of tweede houder. De aanstuurmiddelen Kunnen hierbij zijn ingericht voor het aansturen van het ten minste ene fluïdumgeleidingsmiddel op basis van de gemeten temperatuur en/of debiet.
In een praktische uitvoeringsvorm kunnen de fluidumgeleidingsmiddelen twee kleppen omvatten. Hierbij kan een eerste klep fluïdumdoorstroombaar tussen de temperatuursensor en/of debietsensor en de eerste houder zijn opgesteld en een tweede klep fluidumdoorstroombaar tussen de temperatuursensor en/of debietsensor en de tweede houder zijn opgesteld, waarbij de aanstuurmiddelen zijn ingericht voor het aansturen van de eerste klep en de tweede klep op basis van de gemeten temperatuur en/of debiet.
Praktisch kan er hierbij sprake van zijn, dat de temperatuursensor en/of debietsensor is gekoppeld met een gezamenlijk afvoerleidingdeel dat is aangesloten op een afvoeraansluiting van het ten minste ene warmteoverdrachtelement, waarbij stroomafwaarts van de temperatuursensor en/of debietsensor de gezamenlijke afvoerleiding zich splitst in twee gescheiden afvoerleidingdelen, waarbij een eerste afvoerleidingdeel is verbonden met de eerste houder en een tweede afvoerleidingdeel is verbonden met de tweede houder, en waarbij de eerste en tweede afvoerleidingdelen respectievelijk de eerste en tweede klep omvatten, waarbij door het openen van een respectieve klep fluïdum naar de respectieve houder wordt geleid en door het sluiten van een respectieve Klep fluïdum naar de andere houder wordt geleid.
In nog weer een andere uitvoeringsvorm van het systeem volgens de uitvinding omvat het systeem een derde houder voor het houden van fluïdum, welke derde houder fluidumdoorstroombaar is opgesteld tassen de eerste houder en tweede houder voor het tassen de eerste houder en tweede houder transporteren van fluïdum via de derde houder.
De derde houder kan hierbij fungeren als bufferhouder voor het bufferen van fluïdum en/of als expansievat voor als het fluïdum door een verhoogde temperatuur uitzet. Alternatief of aanvullend kan er sprake van zijn, dat als de ene van de eerste en tweede houder overloopt met fluïdum dit teveel aan fluïdum naar de derde houder en eventueel naar de andere van de eerste en tweede houder wordt geleid, i.e. de derde houder fungeert hierbij als overloophouder.
De derde houder kan via leidingen, bij voorbeeld flexibele slangen, zijn verbonden met de eerste en tweede houder.
De derde houder kan desgewenst zijn voorzien van een luchtuitlaat voor ontluchting. De eerste houder en/of tweede houder en/of derde houder kan voorzien zijn van een vulopening voor het vullen of bijvullen van de respectieve houder met fluïdum. Praktisch kan althans de derde houder van een dergelijke vulopening zijn voorzien, zodat de temperatuur van fluïdum in de eerste en tweede houder niet onmiddellijk wordt beïnvloedt door bijvullen van fluïdum aan het systeem via de derde houder.
Praktisch Kunnen er meetmiddelen, bijvoorbeeld in de vorm van sensoren, zijn verschaft voor het meten van een fluïdumniveau in althans de derde houder, zodanig, dat op basis van een gemeten fluidumnivean al of niet bijgevuld kan worden.
De derde houder is desgewenst althans gedeeltelijk doorzichtig uitgevoerd, zodat het flaidumniveau eenvoudig van buitenaf kan worden vastgesteld.
Desgewenst kan de eerste houder en/of tweede houder en/of derde houder voorzien zijn van isolatiemateriaal voor het thermisch isoleren van de respectieve houder.
Desgewenst kan de eerste houder en/of tweede houder voorzien zijn van een respectieve circulatiepomp voor het rondpompen van fluïdum door de respectieve houder. Een voordeel hiervan is, dat het instellen van een temperatuur van fluïdum in de respectieve houder relatief snel en/of accuraat kan plaatsvinden en/of dat fluïdum in de respectieve houder een nagenoeg uniforme temperatuur kan bezitten.
Opgemerkt wordt, dat het systeem volgens de uitvinding is beschreven aan de hand van de eerste en tweede houder, en de optionele derde houder, omdat dit een snel en/of goed systeem verschaft, maar dat desgewenst elk aantal houders kan zijn verschaft, om welke reden dan ook. Zo zou er bijvoorbeeld sprake van kunnen zijn, dat fluïdum met een derde temperatuur, die bijvoorbeeld verschilt van zowel de eerste als de tweede temperatuur, gewenst is, en dat daartoe een extra houder kan zijn verschaft. Duidelijk is derhalve, dat de uitvinding niet is beperkt tot het beschreven aantal houders.
In nog weer een andere uitvoeringsvorm van het systeem volgens de uitvinding omvat het systeem een eerste pomp voor het pompen van fluïdum uit de eerste houder naar het ten minste ene warmteoverdrachtelement en een tweede pomp voor het pompen van fluïdum uit de tweede houder naar het ten minste ene warmteoverdrachtelement, waarbij de aanstuurmiddelen zijn ingericht voor 5 het zodanig aansturen van de eerste pomp en de tweede pomp, dat op basis van een gewenste fluïdamtemperatuur in het ten minste ene warmteoverdrachtelement de eerste pomp of de tweede pomp fluïdum uit respectievelijk de eerste houder of de tweede houder naar het ten minste ene warmteoverdrachtelement pompt.
Hierbij kan er in het bijzonder sprake van zijn, dat de gewenste fluidumtemperatuur gelijk is aan de fluïdumtemperatuur in de eerste of tweede houder, zodat het fluidum met een gewenste temperataur uit de respectieve houder aan het ten minste ene warmteoverdrachtelement wordt toegevoerd.
Alternatief kan er sprake van zijn, dat de gewenste fluïdumtemperatuur ongelijk is aan de fluidumtemperatuur in de eerste of tweede houder.
In een dergelijk geval kan bijvoorbeeld althans tijdelijk een debiet van het fluïdum worden aangepast, bij voorbeeld verlaagd, zodat het fluïdum in het warmteoverdrachtelement kan opwarmen of afkoelen door warmteoverdracht met het lichaam en/of kan de temperatuur van het fluïdum in de respectieve houder worden aangepast tot de gewenste temperatuur.
Het aansturen van de eerste pomp en de tweede pomp Kan naast het pompen van fluïdum uit een geschikte houder ook het instellen van een pompdebiet omvatten.
Dit kan bijvoorbeeld nuttig zijn voor het bovengenoemde voorbeeld dat de gewenste fluïdumtemperatuur ongelijk is aan de fluïdumtemperatuur in de eerste of tweede houder, of aanvullend of alternatief voor het verkleinen of verhogen van de warmteoverdracht met het deel van het lichaam.
In nog weer een andere uitvoeringsvorm van het systeem volgens de uitvinding omvat het systeem een eerste terugslagklep die fluidumdoorstroombaar tussen de eerste pomp en het ten minste ene warmteoverdrachtelement is opgesteld en een tweede terugslagklep die fiuïdumdoorstroombaar tussen de tweede pomp en het ten minste ene warmteoverdrachtelement is opgesteld.
Een dergelijke terugslagklep kan effectief voorkomen, dat uit de eerste, respectievelijk tweede houder gepompt fluïdum naar de tweede, respectievelijk eerste houder wordt geleid in plaats van naar het ten minste ene warmteoverdrachtelement.
De terugslagkleppen laten hierbij alleen fluïdum door in een richting van de respectieve pomp af, en niet naar de respectieve pomp toe.
Praktisch zijn de eerste terugslagklep en de tweede terugslagklep nagenoeg onmiddellijk na de eerste, respectievelijk tweede pomp in een stromingsrichting van het fluïdum gezien opgesteld.
Alternatief of aanvullend zijn de eerste terugslagklep en de tweede terugslagklep in een eerste, respectievelijk tweede toevoerleidingdeel opgesteld, dat de eerste, respectievelijk tweede houder met het ten minste ene warmteoverdrachtelement verbindt.
In nog weer cen andere uitvoeringsvorm van het systeem volgens de uitvinding omvat het systeem eerste temperatuurinstelmiddelen voor het instellen van een fluidumtemperatuur in de eerste houder en tweede temperatuurinstelmiddelen voor het instellen van een fluidumtemperatuur in de tweede houder.
De aanstuurmiddelen kunnen hierbij zijn ingericht voor het aansturen van de eerste en tweede temperatuurinstelmiddelen.
De eerste en tweede temperatuurinstelmiddelen kunnen op elke geschikte wijze zijn uitgevoerd. In het bijzonder kunnen de eerste en tweede temperatuurinstelmiddelen zijn ingericht voor het koelen en/of verwarmen van in de respectieve houder aanwezig fluïdum. Hiertoe kunnen de temperatuurinstelmiddelen koelmiddelen en/of verwarmingsmiddelen zijn. De koelmiddelen kunnen bijvoorbeeld een koelcompressor omvatten. De verwarmingsmiddelen kunnen bijvoorbeeld een elektrisch verwarmingselement omvatten.
In het bijzonder kunnen eerste en tweede temperatuurinsteliniddelen zijn ingericht voor het instellen van een fluïdumtemperatuur in de respectieve houder die overeenkomt met een gewenste fluidumtemperatuur in het ten minste ene warmteoverdrachtelement.
Het instelbereik van de eerste en tweede temperatuurinstelmiddelen kan gelijk of ongelijk aan elkaar zijn, en kan al of niet overlappen. Bijvoorbeeld kannen de eerste temperatuurinstelmiddelen zijn ingericht voor het instellen van een fluïdumtemperatuur in de eerste houder tussen bijvoorbeeld ongeveer -10°C tot en met bijvoorbeeld ongeveer kamertemperatuur, i.e. ongeveer 20°C. Bijvoorbeeld kunnen de tweede temperatuurinstelmiddelen zijn ingericht voor het instellen van een flaïdumtemperatuur in de tweede houder tassen bijvoorbeeld ongeveer kamertemperatuur, i.e. ongeveer 20°C, tot en met bijvoorbeeld ongeveer 45°C. Het is de aanvrager gebleken, dat dergelijke temperaturen geschikt zijn voor het koelen en/of verwarmen en/of beheersen van de temperatuur van het deel van het lichaam. De temperatuur kan bijvoorbeeld per graad, of per 0.5 graad, of per 0.1 graad instelbaar zijn, afhankelijk van een gewenste nauwkeurigheid.
Bij voorkeur omvat het systeem volgens de uitvinding meerdere warmteoverdrachtelementen, die elk via een respectieve ten minste ene toevoerleiding en respectieve ten minste ene afvoerleiding fluidamdoorstroombaar met de eerste houder en de tweede houder zijn verbonden.
Een voordeel van een dergelijk systeem is dat gelijktijdig meerdere delen van het lichaam verwarmd en/of gekoeld en/of beheerst kunnen worden, of dat gelijktijdig bij meerdere personen althans één deel van het lichaam daarvan verwarmd en/of gekoeld en/of beheerst kan worden.
In een praktische uitvoeringsvorm omvat het systeem vier warmteoverdrachtelementen, maar duidelijk is dat elk gewenst aantal warmteoverdrachtelementen kan zijn verschaft.
De hierboven omschreven kenmerken en/of uitvoeringsvormen van het systeem volgens de uitvinding kunnen desgewenst voor sommige of alle warmteoverdrachtelementen van toepassing zijn. Zo is het bijvoorbeeld voordelig wanneer elke respectieve ten minste ene afvoerleiding een genoemde daarmee gekoppelde temperatuursensor en/of debietsensor omvat. Zo is het bijvoorbeeld voordelig wanneer elk warmteoverdrachtelement een genoemde eerste en/of tweede pomp en eventueel een genoemde eerste en/of tweede terugslagklep omvat.
Praktisch zijn de watercircuits door de verschillende warmteoverdrachtelementen gescheiden van elkaar en/of onafhankelijk van elkaar aanstuurbaar.
Ten minste één warmteoverdrachtelement kan bijvoorbeeld zijn gekozen uit de groep omvattende een pad en een katheter, Een pad kan voordelig voor uitwendig gebruik worden gebruikt, terwijl een katheter voordelig voor inwendig gebruik kan worden gebruikt.
In nog weer een andere uitvoeringsvorm van het systeem volgens de uitvinding omvat het systeem een, bij voorkeur beveiligd, datamanagementsysteem voor het registreren en/of opslaan van data over personen en/of behandelaars en/of gebruikte hulpmiddelen.
In nog weer een andere uitvoeringsvorm van het systeem volgens de uitvinding omvat het systeem sensoren voor het meten van een fluidumtemperatuur in de eerste en/of tweede houder, waarbij de aanstuurmiddelen zijn ingericht voor het uitschakelen van het systeem wanneer een temperatuur wordt gemeten die boven of onder een gekozen drempelwaarde ligt. Dit kan de veiligheid van het systeem verhogen.
De uitvinding ziet tevens op een werkwijze voor het aansturen van een systeem volgens de uitvinding, bij voorbeeld zoals hierboven omschreven in één of meer van de beschreven uitvoeringsvormen en/of met één of meer van de hierboven beschreven kenmerken, in willekeurig welke combinatie, omvattende de stap van het aansturen van een fluiduomstroom tussen de eerste en/of tweede houder en het ten minste ene warmteoverdrachtelement.
In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding omvat de werkwijze de stap van het instellen van een gewenste fluidumtemperatuur in het ten minste ene warmteoverdrachtelement en het op basis van de gewenste fluïdumtemperatuur in het ten minste ene warmteoverdrachtelement aansturen van een fluidumstroom tussen de eerste en/of tweede houder en het ten minste ene warmteoverdrachtelement.
Het aansturen van de flaidumstroom kan hierbij althans omvatten het toevoeren van fluïdum uit de eerste of tweede houder naar het ten minst ene warmteoverdrachtelement afhankelijk van een fluidumtemperatuur in de eerste en tweede houder en de gewenste fluidumtemperatuur in het ten minste ene warmteoverdrachtelement. Het aansturen van de fluidumstroom kan hierbij eventueel verder omvatten het instellen van een doorstroomdebiet van fluïdum door het ten minste ene warmteoverdrachtelement.
In een andere uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding wordt een systeem volgens althans conclusie 2 aangestuurd, en omvat de werkwijze de stap van het op basis van de gemeten temperatuur en/of debiet toevoeren van fluïdum naar de eerste of tweede houder.
In nog weer een andere uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding omvat de werkwijze de stap van het althans tijdelijk verlagen van een doorstroomdebiet door het ten minste ene warmteoverdrachtelement wanneer een gewenste fluidomtemperatuur in het ten minste ene warmteoverdrachtelement hoger is dan een fluidumtemperatuur in de eerste of tweede houder.
Een voordeel hiervan is, dat door middel van de lichaamstemperatuur het relatief langzaam doorstromende fluïdum in het ten minste ene warmteoverdrachtelement kan opwarmen totdat de temperatuur van het fluïdum in de genoemde eerste of tweede houder is gestegen naar de gewenste fluidumtemperatuur in het ten minste ene warmteoverdrachtelement.
Waar in deze aanvraag wordt gesproken over een gewenste fluïdamtemperatuur, kan hiermee althans een ingestelde fluidumtemperatuur worden bedoeld.
De uitvinding ziet tevens op een inrichting, bestemd en/of ingericht om onderdeel te zijn van cen systeem volgens de uitvinding, bijvoorbeeld zoals hierboven omschreven in één of meer van de beschreven utvoeringsvormen en/of met één of meer van de hierboven beschreven kenmerken, in willekeurig welke combinatie, omvattende: - een eerste houder voor het houden van fluïdum met een eerste temperatuur; - een tweede houder voor het houden van fluïdum met een tweede temperatuur, welke tweede temperatuur verschilt van de eerste temperatuur; - ten minste twee aansluitingen voor het fluidumdoorstroombaar verbinden van de eerste houder en de tweede houder met ten minste één warmteoverdrachtelement via ten minste één toevoerleiding en ten minste één afvoerleiding.
- aanstuurmiddelen voor het aansturen van een fluïdumstroom tussen de eerste en/of tweede houder en het ten minste ene warmteoverdrachtelement.
De uitvinding kan tevens zien op het gebruik van een systeem volgens de vitvinding voor het koelen en/of verwarmen en/of beheersen van temperatuur van althans een deel van een lichaam.
De uitvinding zal verder worden toegelicht aan de hand van figuren, waarbij: Figuur 1 een inrichting volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding in een schematisch perspectivisch vooraanzicht toont; Figuur 2 de inrichting uit figuur 1 in een schematisch perspectivisch achteraanzicht toont; Figuur 3 de inrichting uit figuur 1 in een schematisch perspectivisch vooraanzicht toont, waarbij een geklep geopend is;
Figuur 4 een stroomschema van een systeem volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding schematisch weergeeft, en Figuur 5 schematisch een werkwijze volgens een uitvoeringsvorm weergeeft. In de figuren zijn gelijke elementen met gelijke verwijzingscijfers aangegeven.
De figuren 1 — 3 tonen een inrichting 1 volgens een eerste voorbeelduitvoeringsvorm van de uitvinding in verschillende aanzichten, waarbij de figuren 1 en 2 de inrichting respectievelijk in perspectivisch voor- en achteraanzicht tonen, en figuur 3 de inrichting toont met kleppen 5, 6 daarvan in geopende toestand. Figuur 3 laat zien dat de inrichting 1 een eerste houder 2 voor het houden van fluidum met een eerste temperatuur en een tweede houder 3 voor het houden van fluidum met een tweede temperatuur omvat, welke tweede temperatuur verschilt van de eerste temperatuur. Het fluidam kan bijvoorbeeld water zijn. In deze uitvoeringsvorm omvat de inrichting 1 tevens een derde houder 4, welke fluidumdoorstroombaar is opgesteld tussen de eerste houder 2 en tweede houder 3 voor het tussen de eerste houder 2 en tweede houder 3 transporteren van fluïdum via de derde houder 3. In deze uitvoeringsvorm omvat de inrichting 1 verder een aantal aansluitingen 7 voor het fluidumdoorstroombaar verbinden van de eerste houder 2 en de tweede houder 3 met in dit voorbeeld vier warmteoverdrachtelementen (zie figuur 4), welke warmteoverdrachtelementen, net als de inrichting 1, onderdeel uitmaken van een systeem voor het koelen en/of verwarmen en/of beheersen van temperatuur van althans een deel van een lichaam. De inrichting 1 omvat in dit voorbeeld verder een aantal pompen 8 voor het rondpompen van fluïdum, zoals nader zal worden toegelicht aan de hand van figuur 4. In de klep 5 is verder een opneemruimte 9 voorzien waarin een display van de inrichting 1 kan worden geaccommodeerd. Via de display kan bijvoorbeeld een gewenste fluidumtemperatuur in elk van de vier warmteoverdrachtelementen worden ingesteld. Om de inrichting 1 eenvoudig te kunnen verplaatsen zijn in dit voorbeeld een aan de bovenzijde van de inrichting 1 aangebrachte duw- en/of trekstang 10 en aan de onderzijde van de inrichting 1 aangebrachte, al of niet vergrendelbare, wielen 11 verschaft. De inrichting 1 kan bijvoorbeeld een accu of een aansluiting voor het elektriciteitsnet bezitten om dat inrichting 1 van stroom te voorzien. De inrichting | omvat verder aanstuurmiddelen voor het aansturen van een fhuidumstroom tussen de verschillende componenten.
Omwille van de eenvoud zijn in figuur 3 geen leidingen voor het transporteren van fluïdum getoond. Het stroomschema uit figuur 4 maakt duidelijk hoe de fluidumstromen Kunnen lopen en/of hoe de diverse componenten onderling zijn verbonden.
Figuur 4 toont een stroomschema van een systeem voor het koelen en/of verwarmen en/of beheersen van temperatuur van althans een deel van een lichaam, van welk systeem de inrichting 1 uit de figuren 1 — 3 onderdeel kan uitmaken. Het systeem omvat in dit voorbeeld de eerste houder 2, de tweede houder 3, en de derde houder 4. De eerste houder 2 is in deze uitvoeringsvorm ingericht om fluïdum te koelen, zodat in de eerste houder 2 gehouden fluïdum een eerste, relatief lage temperatuur bezit. De tweede houder 3 is in deze uitvoeringsvorm ingericht om fluïdum te verwarmen, zodat in de tweede houder 3 gehouden fluïdum een tweede, relatief warme temperatuur bezit. Via respectieve leidingen 20, 21 zijn de eerste houder 2 en de tweede houder 3 fluidumdoorstroombaar met de derde houder 4 verbonden, welke derde houder 4 kan fungeren als overloophouder en/of als bufferhouder en/of als expansievat. In dit voorbeeld zijn de houders 2, 3 tevens via respectieve luchtleidingen 22, 23 met de derde houder 4 verbonden, zodat het systeem via een aan de derde houder 4 verschafte ontlachtopening 24 kan worden ontlucht. De derde houder kan tevens een vulopening omvatten voor het vullen van het systeem met fluïdum via de derde houder 4.
Voor het instellen van de fluïdumtemperatuur in de eerste houder 2 zijn temperatuurinstelmiddelen 25 verschaft, welke in dit voorbeeld een koelcompressor omvatten. De tweede houder 3 kan bijvoorbeeld een elektrisch verwarmingselement (niet getoond) omvatten voor het instellen van de fluidumtemperatuour, i.e. als temperatuurinstelmiddelen. Een eerste circulatiepomp 26 pompt fluïdum door een eerste circuit waar de eerste houder 2 onderdeel van is.
Een tweede circulatiepomp 27 pompt fluïdum door een tweede circuit waar de tweede houder 3 onderdeel van is. Door het rondpompen van fluïdum kan de fluidumtemperatour in de houders 2, 3 relatief snel en/of uniform worden ingesteld. In de eerste en tweede circuits zijn respectieve debietsensoren 28, 29 opgesteld. In de eerste en tweede houders 2, 3 zijn respectieve temperatuursensoren 30, 31 opgesteld. Op basis van de gemeten debiet en temperatuur kunnen de circulatiepompen 26, 27 en temperatuurinstelmiddelen 25 worden aangestuurd door de aanstuurmiddelen.
Het systeem uit figuur 4 omvat in dit voorbeeld vier pads 32; — 32, als warmteoverdrachtelementen, De pads 32, — 32,4 kunnen elk op een deel van een lichaam van een persoon worden aangebracht. In plaats van een pad kan elk willekeurig ander type warmteoverdrachtelement zijn verschaft, zoals bijvoorbeeld een katheter voor het inwendig beheersen van een temperatuur van het lichaam. Elke pad 32; — 32, is met zowel de eerste houder 2 als de tweede houder 3 verbonden via een gezamenlijk toevoerleidingdeel 33; — 334, welk gezamenlijk toevoerleidingdeel stroomopwaarts van de respectieve pad 32, — 32, splitst in separate eerste en tweede toevoerleidingdelen 34, — 34, en 35; — 35, waarbij de eerste toevoerleidingdelen 34, — 34, de pads 32, — 324 verbinden met de eerste houder 2 en de tweede toevoerleidingdelen 35; — 354 de pads 32, — 32, verbinden met de tweede houder 3. Tussen de eerste houder 2 en de pads 32, — 324 zijn met de eerste toevoerleidingdelen 34, — 34, gekoppelde eerste pompen 36, — 364 opgesteld, die fluïdum uit de eerste houder 2 en naar de respectieve pad 32, — 32, pompen. Tussen de tweede houder 3 en de pads 32, — 32, zijn met de tweede toevoerleidingdelen 35, — 354 gekoppelde tweede pompen 38; — 384 opgesteld, die fluïdum uit de tweede houder 3 en naar de respectieve pad 32, — 32, pompen. Eerste terugslagkleppen 37, — 37, en tweede terugslagkleppen
39, — 39, zijn in de eerste toevoerleidingdelen 34, — 34,4, respectievelijk tweede toevoerleidingdelen 35; — 35, opgesteld, om te voorkomen dat fluïdum dat uit de ene houder 2, 3 wordt gepompt naar de andere houder 2, 3 wordt toegevoerd, doordat de eerste terugslagkleppen 37, — 37, en tweede terugslagkleppen 39; — 39, fluïdum slechts in één richting doorlaten. Via gezamenlijke afvoerleidingdelen 40, — 40, kan fluïdum uit de respectieve pads 32; — 32, worden afgevoerd. Met de gezamenlijke afvoerleidingdelen 40, — 40, zijn respectieve temperatuur- en debietsensoren 41, — 41, gekoppeld voor het meten van de temperatuur en debiet van uit de respectieve pads 32, — 32, afgevoerd fluïdum. Stroomafwaarts van de temperatuur- en debietsensoren 41; — 41, splitsen de gezamenlijke afvoerleidingdelen 40, — 40, zich in eerste afvoerleidingdelen 42, — 42, en tweede afvoerleidingdelen 43, — 43,. In de eerste afvoerleidingdelen 42, — 42, en tweede afvoerleidingdelen 43, — 43, zijn respectieve eerste kleppen 44, — 44, en tweede kleppen 45, — 45, opgesteld, welke aanstuurbaar zijn door de aanstuurmiddelen op basis van de gemeten temperatuur en debiet, zodat het afgevoerde fluïdum naar de eerste houder 2 of tweede houder 3 kan worden geleid op basis van de gemeten temperatuur en debiet.
Bij wijze van voorbeeld kan het systeem als volgt worden gebruikt. Relatief koud fluïdum wordt door de eerste pomp 36, naar de eerste pad 32, gepompt en koelt het deel van het lichaam waar de pad 32; is aangebracht. Op enig moment wordt geschakeld naar verwarmen waardoor de eerste pomp 36, stopt met pompen en de tweede pomp 38, begint met pompen en daarbij fluïdum uit de tweede houder 3 naar de eerste pad 32; pompt. Het uit de eerste pad 32; afgevoerde fluïdum is gedurende enige tijd nog relatief koud omdat de leidingen nog met koud fluïdum gevuld zijn en wordt op basis van de door de sensor 41, gemeten relatief Koude temperatuur naar de eerste houder 2 geleid door de eerste klep 44, open te houden en de tweede klep 45, dicht te houden. Zodra het uit de eerste pad 32, afgevoerde fluïdum een hogere temperatuur heeft, i.e. als het uit de tweede houder 3 aan de eerste pad 32; toegevoerde en daarna afgevoerde fluïdum de sensor 41, bereikt, zullen de aanstuurmiddelen de eerste Klep 44, sluiten en de tweede klep 45, openen, waardoor het afgevoerde fluïdum naar de tweede houder 3 wordt geleid.
Opgemerkt wordt, dat door de gesloten circuits met elk van de vier pads 32; — 32, tegelijk en onafhankelijk van elkaar kan worden gekoeld of verwarmd of de temperatuur kan worden beheerst.
Figuur 5 toont schematisch de stappen van een werkwijze van het aansturen van een systeem volgens de uitvinding, bijvoorbeeld zoals in figuur 4. Stap 50 omvat het aansturen van een fluidumstroom tussen de eerste houder 2 en/of tweede houder 3 en de respectieve pads 32; — 32, Het aansturen van de fluidumstroom kan plaatsvinden door het aansturen van de eerste pompen 36; — 36, en tweede pompen 38, — 38,4, alsmede eventueel door het aansturen van de eerste kleppen 44, — 44, en tweede kleppen 45; — 45... In deze uitvoeringsvorm omvat de werkwijze de stap 51 van het instellen van een gewenste fluidumtemperatuur in elk van de respectieve pads 32; — 32,4, waarbij stap 50 is ingericht om de fluïdumstroom aan te sturen op basis van de ingestelde fluidumtemperatuar. Dit kan bij voorbeeld inhouden, dat wanneer het gewenst is om te koelen met een bepaalde pad, i.e. de fluidumtemperatuur in die pad wordt relatief laag ingesteld, fluïdum uit de eerste houder 2 naar die pad wordt geleid, en wanneer het gewenst is om te verwarmen met die of een andere pad, i.e. de fhídumtemperatuur in die of de andere pad wordt relatief hoog ingesteld, flaïdum uit de tweede houder 3 naar die of de andere pad wordt geleid. In dit voorbeeld omvat de werkwijze verder de stap 52 van het op basis van de door de sensoren 41, - 41, gemeten temperatuur en debiet toevoeren van uit de pads afgevoerd fluïdum naar de eerste of tweede houder 2, 3. Hierbij kunnen de aanstuurmiddelen zijn ingericht voor het op basis van de gemeten temperatuur en debiet aansturen van de eerste kleppen 44, — 44, en tweede kleppen 45, —-45.,.
In het bijzonder kan stap 50 althans tijdelijk zodanig worden uitgevoerd, dat de fluidumstroom tussen in dit voorbeeld de eerste houder 2 en de pads 32, — 32, althans voor sommige pads 32; — 32, tijdelijk wordt verlaagd wanneer de in die pads 32, — 32, ingestelde fluidumtemperatuur hoger is dan de fluïdumtemperatuur in de eerste houder 2. Door het althans tijdelijk verlagen van de doorstroomdebiet, bijvoorbeeld door het althans tijdelijk verlagen van de pompkracht van de eerste pompen 36; — 36,4, kan het fluïdum in die pads 32; - 32, opwarmen door de lichaamstemperatuur en kan zo de fluidumtemperatuur in de eerste houder 2 stijgen.
Opgemerkt wordt, dat de uitvinding zich niet beperkt tot de getoonde uitvoeringsvormen, maar zich tevens uitstrekt tot varianten binnen het bereik van de aangehechte conclusies.

Claims (14)

Conclusies
1. Systeem voor het koelen en/of verwarmen en/of beheersen van temperatuur van althans een deel van een lichaam, omvattende - een eerste houder voor het houden van fluïdum met een eerste temperatuur; - een tweede houder voor het houden van fluïdum met een tweede temperatuur, welke tweede temperatuur verschilt van de eerste temperatuur; - ten minste één warmteoverdrachtelement dat op of in een lichaam kan worden aangebracht, welk ten minste ene warmteoverdrachtelement met zowel de eerste houder als de tweede houder in fluidumdoorstroombare verbinding verbonden is via ten minste één toevoerleiding en ten minste één afvoerleiding, via welke ten minste ene toevoerleiding fluïdum uit de eerste en/of tweede houder aan het ten minste ene warmteoverdrachtelement kan worden toegevoerd en via welke ten minste ene afvoerleiding fluïdum uit het ten minste ene warmteoverdrachtelement kan worden afgevoerd naar de eerste en/of tweede houder, en - aanstuurmiddelen voor het aansturen van een fluïdumstroom tussen de eerste en/of tweede houder en het ten minste ene warmteoverdrachtelement.
2. Systeem volgens conclusie 1, omvattende een met de ten minste ene afvoerleiding gekoppelde temperatuursensor en/of debietsensor voor het meten van een temperatuur en/of debiet van uit het ten minste ene warmteoverdrachtelement afgevoerd fluïdum, waarbij de aanstuurmiddelen zijn ingericht om op basis van de gemeten temperatuur en/of debiet het afgevoerde fluïdum toe te voeren naar de eerste of tweede houder.
3. Systeem volgens conclusie 2, omvattende een eerste klep die fluidumdoorstroombaar tussen de temperatuursensor en/of debietsensor en de eerste houder is opgesteld en een tweede klep die fluidumdoorstroombaar tussen de temperatuursensor en/of debietsensor en de tweede houder is opgesteld, waarbij de aanstaurmiddelen zijn ingericht voor het aansturen van de eerste klep en de tweede klep op basis van de gemeten temperatuur en/of debiet.
4, Systeem volgens een der voorgaande conclusies, omvattende een derde houder voor het houden van fluïdum, welke derde houder fluidumdoorstroombaar is opgesteld tussen de eerste houder en tweede houder voor het tussen de eerste houder en tweede houder transporteren van fluïdum via de derde houder.
5. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, omvattende een eerste pomp voor het pompen van fluïdum uit de eerste houder naar het ten minste ene warmteoverdrachtelement en een tweede pomp voor het pompen van fluïdum uit de tweede houder naar het ten minste ene warmteoverdrachtelement, waarbij de aanstuurmiddelen zijn ingericht voor het zodanig aansturen vande eerste pomp en de tweede pomp, dat op basis van een gewenste fluidumtemperatuur in het ten minste ene warmteoverdrachtelement de eerste pomp of de tweede pomp fluïdum uit respectievelijk de eerste houder of de tweede houder naar het ten minste ene warmteoverdrachtelement pompt.
IO 6. Systeem volgens conclusie 5, omvattende een eerste terugslagklep die fluïdumdoorstroombaar tussen de eerste pomp en het ten minste ene warmteoverdrachtelement is opgesteld en een tweede terugslagklep die fluidumdoorstroombaar tussen de tweede pomp en het ten minste ene warmteoverdrachtelement is opgesteld.
7. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, omvattende eerste temperatuurinstelmiddelen voor het instellen van een fluïdumtemperatuur in de eerste houder en tweede temperatuurinstelmiddelen voor het instellen van een fluïdumtemperatuur in de tweede houder.
8. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, omvattende meerdere warmteoverdrachtelementen, die elk via een respectieve ten minste ene toevoerleiding en respectieve ten minste ene afvoerleiding fluidumdoorstroombaar met de eerste houder en de tweede houder zijn verbonden.
9. Systeem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij ten minste één warmteoverdrachtelement is gekozen uit de groep omvattende een pad en een katheter.
10. Werkwijze voor het aansturen van een systeem volgens een der conclusies 1 — 9, omvattende de stap van het aansturen van een fluidumstroom tassen de eerste en/of tweede houder en het ten minste ene warmteoverdrachtelement.
11. Werkwijze volgens conclusie 10, omvattende de stap van het instellen van een gewenste fluïdumtemperatuur in het ten minste ene warmteoverdrachtelement en het op basis van de gewenste fluidomtemperatuur in het ten minste ene warmteoverdrachtelement aansturen van een fluidumstroom tussen de eerste en/of tweede houder en het ten minste ene warmteoverdrachtelement.
12. Werkwijze volgens conclusie 10 of 11, waarbij een systeem volgens althans conclusie 2 wordt aangestuurd, omvattende de stap van het op basis van de gemeten temperatuur en/of debiet toevoeren van fluïdum naar de eerste of tweede houder.
13. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies 10 — 12, omvattende de stap van het althans tijdelijk verlagen van een doorstroomdebiet door het ten minste ene warmteoverdrachtelement wanneer een gewenste fluidamtemperatuur in het ten minste ene warmteoverdrachtelement hoger is dan een fluïdumtemperatuur in de eerste of tweede houder.
14. Inrichting, bestemd en/of ingericht om onderdeel te zijn van een systeem volgens een der conclusies 1 - 9, omvattende: - een eerste houder voor het houden van fluïdum met een eerste temperatuur; - een tweede houder voor het houden van fluïdum met een tweede temperatuur, welke tweede temperatuur verschilt van de eerste temperatuur; - ten minste twee aansluitingen voor het fiuïidumdoorstroombaar verbinden van de eerste houder en de tweede houder met ten minste één warmteoverdrachtelement via ten minste één toevoerleiding en ten minste één afvoerleiding.
- aanstuurmiddelen voor het aansturen van een fluidumstroom tussen de eerste en/of tweede houder en het ten minste ene warmteoverdrachtelement.
NL2022837A 2019-03-28 2019-03-28 Systeem en inrichting voor het koelen en/of verwarmen van althans een deel van een lichaam, alsmede een werkwijze voor het aansturen van een dergelijk systeem NL2022837B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2022837A NL2022837B1 (nl) 2019-03-28 2019-03-28 Systeem en inrichting voor het koelen en/of verwarmen van althans een deel van een lichaam, alsmede een werkwijze voor het aansturen van een dergelijk systeem

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2022837A NL2022837B1 (nl) 2019-03-28 2019-03-28 Systeem en inrichting voor het koelen en/of verwarmen van althans een deel van een lichaam, alsmede een werkwijze voor het aansturen van een dergelijk systeem

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2022837B1 true NL2022837B1 (nl) 2020-10-02

Family

ID=66286910

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2022837A NL2022837B1 (nl) 2019-03-28 2019-03-28 Systeem en inrichting voor het koelen en/of verwarmen van althans een deel van een lichaam, alsmede een werkwijze voor het aansturen van een dergelijk systeem

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2022837B1 (nl)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL2011288C2 (en) * 2013-08-09 2015-02-10 A C S B V Thermal system and method for controlling temperature.
US20150335468A1 (en) * 2012-06-22 2015-11-26 Physiolab Technologies Limited Thermal and/or pressure regulation control system
US20180193186A1 (en) * 2017-01-10 2018-07-12 Solid State Cooling Systems, Inc. Accelerated transition thermal contrast therapy device
WO2018136814A1 (en) * 2017-01-19 2018-07-26 Coolsystems, Inc. Systems and methods for rapid contrast therapy

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20150335468A1 (en) * 2012-06-22 2015-11-26 Physiolab Technologies Limited Thermal and/or pressure regulation control system
NL2011288C2 (en) * 2013-08-09 2015-02-10 A C S B V Thermal system and method for controlling temperature.
US20180193186A1 (en) * 2017-01-10 2018-07-12 Solid State Cooling Systems, Inc. Accelerated transition thermal contrast therapy device
WO2018136814A1 (en) * 2017-01-19 2018-07-26 Coolsystems, Inc. Systems and methods for rapid contrast therapy

Similar Documents

Publication Publication Date Title
WO2008048189A3 (en) System for chemohyperthermia treatment
BE1023962B1 (nl) Werkwijze voor het regelen van de regeneratietijd van een adsorptiedroger en adsorptiedroger die zulke werkwijze toepast.
JP2018520436A (ja) 調温ユニットの制御方法及びその調温ユニットを備えた消費量測定装置
US20110306958A1 (en) Closed Loop Cryosurgical Pressure And Flow Regulated System
NL2022837B1 (nl) Systeem en inrichting voor het koelen en/of verwarmen van althans een deel van een lichaam, alsmede een werkwijze voor het aansturen van een dergelijk systeem
TW201608195A (zh) 多槽冷卻系統
JP2015524723A (ja) 薬液の温度を調節する方法及び装置
JP7374725B2 (ja) 加圧ガスによってタンクを充填するための設備および方法
US10420425B2 (en) Refrigerated display case
NL2011288C2 (en) Thermal system and method for controlling temperature.
US10588778B2 (en) Mobile thermal system
CN103862025A (zh) 铸造模具冷却装置和铸造模具冷却方法
US20190112965A1 (en) Separate cooling device and a separate cooling system for a vehicle
US11723796B2 (en) System and method for cooling or heating a human body part
US11406529B2 (en) Cooling system for circulating cooling fluid ihrough a cooling pad
NL2008531C2 (nl) Tankcontainer.
US20180125702A1 (en) Medical cooling device and method for cooling infusion fluids
CN107238230A (zh) 一种双温区半导体恒温装置
CN110621267B (zh) 用于治疗脑损伤的系统和方法
KR20130031945A (ko) 로딩용 척의 온도 제어 설비 및 온도 제어 방법
US20170276409A1 (en) Active Temperature Controlled Mobile Transportation Device
RU2474780C1 (ru) Терморегулирующее устройство на базе контурной тепловой трубы
US20080087034A1 (en) Thermal energy recovery system for an ice making plant of an ice rink
ES2969914T3 (es) Método para controlar un sistema de moldeo por inyección
JPS6029591A (ja) 熱輸送装置

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20230401