NL2021710B1 - Verlichtingssysteem voor het aanbrengen van elektromagnetische straling in een stal voor diurnale dieren, stal voorzien daarvan en werkwijze daarvoor - Google Patents

Abstract

De vinding betreft een verlichtingssysteem voor het aanbrengen van elektromagnetische straling in een stal voor diurnale dieren, stal voorzien daarvan en werkwijze daarvoor. Het verlichtingssysteem omvat: — ten minste een lichtbron voorzien van LED-chips ingericht voor het aanbrengen van elektromagnetische straling; — een werkzaam met de lichtbron verbonden besturing ingericht voor het aansturen van de ten minste ene lichtbron, waarbij de besturing is ingericht voor het aanbrengen van een dagpatroon van elektromagnetische straling, waarbij het dagpatroon is samengesteld uit golflengten gelegen in de bereiken van UV en zichtbaar licht, en waarbij het samenstel van golflengten in het dagpatroon varieert in een tijdsperiode van ten minste een dag.

Description

Verlichtingssysteem voor het aanbrengen van elektromagnetische straling in een stal voor diurnale dieren, stal voorzien daarvan en werkwijze daarvoor

De uitvinding betreft een verlichtingssysteem voor het aanbrengen van elektromagnetische straling in een stal. In het bijzonder is de stal ingericht voor diurnale dieren, oftewel zogeheten dagactieve dieren welke met name overdag actief zijn, zoals gevogelte waaronder in het bijzonder kippen, eenden, ganzen en kalkoenen, als ook andere dieren.

Uit de praktijk zijn stallen bekend voor bijvoorbeeld kippen. Dergelijke kippenstallen maken gebruik van een verlichtingssysteem. In de praktijk is verder bekend dat licht de staldieren beïnvloedt. Zo is het mogelijk de groei van de dieren te stimuleren alsook het leggen van eieren te bevorderen met behulp van (zichtbaar) licht en lichtvariatie. Hierbij wordt tegenwoordig veelal gebruik gemaakt van een LED-applicatie. Daarnaast is het bekend dat door het weglaten van bepaalde golflengten uit het zichtbare licht sommige bacteriën zich minder snel ontwikkelen.

US 2011/0101883 Al beschrijft een verlichtingssysteem met LED-chips waarmee het mogelijk is zichtbaar licht uit te zenden met een specifieke golflengte en daarbij de intensiteit af te stemmen op het dier en eventueel het stadium van ontwikkeling, ofwel de groeicurve, van dit dier.

Een probleem met conventionele verlichtingssystemen voor stallen is het beperkte dierenwelzijn, w'aaronder het risico van het optreden van stress met eventueel daarmee gepaard gaand productieverlies, ruzies tussen dieren met verwondingen tot gevolg, en zelfs kannibalisme tussen de dieren. Hoewel in het verleden dieren veelal werden ontsnaveld om de gevolgen van deze problemen te vermijden, is deze aanpak veelal niet toegestaan.

De onderhavige vinding heeft tot doel een verlichtingssysteem voor het aanbrengen van elektromagnetische straling in een stal voor diurnale dieren te verschaffen, waarmee bovengenoemde problemen worden opgeheven of ten minste worden verminderd.

Dit doel wordt bereikt met het verlichtingssysteem volgens de vinding voor het aanbrengen van elektromagnetische straling in een stal voor diurnale dieren, waarbij het verlichtingssysteem omvat:

ten minste één lichtbron voorzien van LED-chips ingericht voor het aanbrengen van elektromagnetische straling;

een werkzaam met de lichtbron verbonden besturing ingericht voor het aansturen van de ten minste ene lichtbron, waarbij de besturing is ingericht voor het aanbrengen van een dagpatroon van elektromagnetische straling, waarbij het dagpatroon is samengesteld uit golflengten gelegen in de bereiken van UV en zichtbaar licht, en waarbij het samenstel van golflengten in het dagpatroon varieert in een tijdsperiode van ten minste een dag.

Door het verlichtingssysteem te voorzien van een of meer lichtbronnen voorzien van LEDchips, is het mogelijk om op effectieve wijze specifieke golflengten of bandbreedten van golflengten te gebruiken en daarmee een verlichting in de stal aan te brengen. De specifieke golflengten worden afgestemd op het in de stal gehouden dier. In geval van kippen kan hierbij voorts onderscheid worden gemaakt tussen legkippen en vleeskippen, als ook rekening worden gehouden met de leeftijd of het ontwikkelstadium van het betreffende dier.

Volgens de vinding is het verlichtingssysteem voorzien van een besturing die de één of meer lichtbronnen aanstuurt zodanig dat een dagpatroon gevolgd kan worden ten aanzien van de elektromagnetische straling die wordt aangebracht in de stal. Het dagpatroon maakt hierbij gebruik van een samenstel van verschillende golflengten, of bandbreedten van golflengten, en brengt hierin een variatie aan gedurende de dag. Hierdoor is het mogelijk het dagpatroon af te stemmen op de behoeften van het betreffende dier. In geval van kippen kan bijvoorbeeld worden aangesloten bij het tropisch daglichtspectrum gedurende de dag. Het gehanteerde samenstel van golflengten in het dagpatroon in de ochtend is daarbij bijvoorbeeld verschillend van het gehanteerde samenstel van golflengten in het dagpatroon in de avond.

Het is gebleken dat met het verlichtingssysteem volgens de vinding het dierenwelzijn van de dieren wordt vergroot. Dit resulteert verder in minder problemen tussen de dieren, zoals ruzies, verwondingen en kannibalisme. Voorts draagt het bij aan de reductie van de stress van een individueel dier en verhoogt daarbij de productie, zoals groei en/of hoeveelheid eieren. Het zal duidelijk zijn dat dit ook geldt voor andere soortgelijke dieren als kippen, waaronder eenden, ganzen, en kalkoenen. Dit kunnen zowel vleesdieren, legdieren als ook fokdieren betreffen. Voorts behoort het tot de mogelijkheden het verlichtingssysteem volgens de vinding toe te passen op andere diersoorten, waaronder insecten en varkens.

Door gebruik te malven van elektromagnetische straling in een breder spectrum, dat wil zeggen ook buiten het voor de mens zichtbare licht in het golflengtegebied van 380-780 nm, wordt het voor het betreffende dier optimale patroon zo goed mogelijk benaderd. Naast golflenten in het voor de mens zichtbare gebied wordt hierbij gebruik gemaakt van UV-licht in het golflengtegebied van 10-380 nm, meer in het bijzonder van UV-A in het gebied van 320-400 nm en/of UV-B in het gebied van 280-320 nm. Het is gebleken dat UV golflengtes zorgen voor een verbeterd sociaal gedrag van de dieren, in het bijzonder in het bereik van het genoemde UV-A spectrum. Verder lijkt UV-B spectrum bij diverse dieren voor een betere vitamine D te zorgen.

In een momenteel geprefereerde uitvoeringsvorm wordt het dagpatroon voorts samengesteld met één of meer golflengten in het infrarood (IR) golflengtegebied van 780 nm-1 mm. Het gebruik van IR-golflengten toont met experimenten een verbeterd eetgedrag van de dieren. Hierdoor kan het gedrag en welzijn van de dieren worden beïnvloed door de verschillende golflengten in verschillende mate te gebruiken in een dagpatroon. Ook golflengten in het zichtbare gebied kunnen specifiek worden opgenomen in het dagpatroon. Zo zijn golflengten zichtbaar in het gebied van 650 nm bijvoorbeeld mogelijk om agressie van dieren te reduceren. Ook een combinatie van licht in het zogeheten blauwe zichtbaar licht spectrum in combinatie met IR-licht heeft een rustgevend effect dat bijvoorbeeld in de avond toegepast kan worden. Het zal duidelijk zijn dat diverse golflengten, bandbreedten van golflengten, eventuele combinaties daarvan gebruikt kunnen worden om de gewenste effecten te bewerkstelligen.

De besturing genereert de gewenste stuursignalen voor het verlichtingssysteem volgens de vinding voor de verschillende lichtbronnen zodanig dat de golflengten en het dagpatroon variëren gedurende ten minste een tijdsperiode van een dag. Door een dagpatroon te voorzien zodanig dat bepaalde golflengten gedurende een deel van de dag naar een bepaalde intensiteit worden toegepast, kan het gewenste gedrag van de dieren in de stal worden beïnvloed. Zoals eerder aangegeven, kan met een bepaalde golflengte de gezondheid als ook het gedrag van de dieren worden verbeterd.

Naast een dagpatroon behoort het volgens de vinding ook tot de mogelijkheden om diverse dagpatronen in een seizoen of jaar te hanteren. Hiermee kan bijvoorbeeld een “tropen”patroon beter benaderd worden, waardoor dierenwelzijn verder verbeterd kan worden, alsook bijvoorbeeld vitamine D productie stimuleren, waardoor bijvoorbeeld een betere bouw van botten en veren wordt bewerkstelligd.

De besturing in het verlichtingssysteem volgens de uitvinding realiseert het gewenste dagpatroon en stuurt hiervoor bij voorkeur meerdere lichtbronnen aan ten aanzien van de golflengte(n) en bij voorkeur eveneens de intensiteit daarvan. De besturing is bij voorkeur mogelijk per individuele lichtbron. Hiermee behoort het zelfs tot de mogelijkheden om naast variatie in dagpatroon in de rijd ook een variatie in de ruimte van de stal te realiseren.

In een momenteel geprefereerde uitvoeringsvorm is de besturing van het verlichtingssysteem volgens de vinding voorzien van een gebruikersinterface voor onder meer het aanpassen van instellingen, doorvoeren van correcties alsook het door een gebruiker instellen van een handmatig patroon. Bij voorkeur is de besturing verder voorzien van een interface voor uitwisseling van informatie met andere gebruikers zodat handmatig en/of automatisch deze informatie gebruikt kan worden om bijvoorbeeld een lerend effect te bewerkstelligen. Voorts is de besturing bij voorkeur zodanig ingericht dat de gerealiseerde straling niet flikkert of ongewenst fluctueert, om daarmee onder meer de stress bij de dieren verder te verminderen.

In een voordelige uitvoeringsvorm volgens de vinding is de besturing ingericht voor het verschaffen van een dagpatroon met golflengten in het bereik van zowel UV-A als UV-B.

Door het gebruiken van golflengten zowel uit het UV-A als uit het UV-B golflengtebereik wordt een gecombineerd effect bewerkstelligd. Zo is uit testen gebleken dat UV-A bijvoorbeeld sociaal gedrag van de dieren bevordert, terwijl UV-B bijvoorbeeld de gezondheid verder bevordert.

In een voordelige uitvoeringsvorm volgens de vinding is de besturing van het verlichtingssysteem volgens de vinding verder voorzien van een weersensor, zoals een temperatuursensor en/of luchtvochtigheidssensor, en een weermodule ingericht voor het op basis van gemeten weerscondities, zoals temperatuur en/of luchtvochtigheid, aanpassen van het dagpatroon.

Door het meten van buitencondities, zoals temperatuur, luchtvochtigheid en/of zonlicht kan een geheel of gedeeltelijk weerbeeld worden gevormd. Op basis hiervan kan met een weermodule van de besturing een weerscorrectie worden uitgevoerd om daarmee de natuurlijke variatie optredend in daglicht ook in de stal beter te simuleren. Door deze natuurlijke variatie ook in de stal tot uiting te brengen, is gebleken dat het natuurlijke gedrag van de staldieren verder wordt verbeterd. Aanvullend of als alternatief voor de actuele weerscondities is het ook mogelijk gebruik te maken van historische weerbeelden en/of toekomstige weersvoorspellingen. De weerscorrecties kunnen resulteren in aanpassing van gehanteerde golflengten en/of intensiteiten in het dagpatroon. Het voorzien van weerscorrecties lean desgewenst ook worden toegepast op conventionele verlichtingssy sternen om ook dergelijke systemen daarmee te verbeteren.

Een verder voordelige uitvoeringsvorm volgens de vinding omvat de besturing van het verlichtingssysteem verder een camerasysteem ingericht voor het detecteren van gedrag van de dieren in de stal.

Bij het hanteren van een dagpatroon kan gedrag van dieren worden beïnvloed en in de gewenste richting worden gestuurd. Door het in een momenteel geprefereerde uitvoeringsvorm hanteren van een camerasysteem, waarmee dieren geobserveerd kunnen worden, is het mogelijk om bij het optreden van bijvoorbeeld ruzies tussen dieren, stress of andere ongewenste zaken, het dagpatroon te corrigeren. Hierdoor wordt, naast een stuur- of beïnvloedingsmechanisme van het verlichtingssysteem met het vastgestelde dagpatroon, de mogelijkheid geboden een corrigerend effect te bewerkstelligen. Dit wordt gerealiseerd door handmatig of automatisch met beeldherkenning de camera te benutten voor het detecteren van ongewenste zaken zoals ongewenst gedrag en vervolgens een correctie op het verlichtingssysteem toe te passen. Hierbij kan gedacht worden aan het inschakelen of uitschakelen van bepaalde golflengten of bereiken van golflengten, als ook het aanpassen van de intensiteit van de verlichting of eventuele golflengten daarin. Het is gebleken dat hiermee op effectieve wijze ingegrepen kan worden in het daadwerkelijke gedrag van de staldieren.

In een momenteel geprefereerde uitvoeringsvorm is het camerasysteem verbonden met een analysemodule van de besturing die bij voorkeur op basis van beeldherkenning detecteert of een gedragscorrectie gewenst is. Het is mogelijk een dergelijke gedragscorrectie op automatische wijze door te voeren in het dagpatroon, of dit als aanbeveling aan een gebruiker te laten zien, waarna deze de correctie alsnog kan (laten) doorvoeren. Het zal duidelijk zijn dat het voorgenoemde camerasysteem ook toegepast kan worden op een conventioneel verlichtingssysteem. Hiermee kan eveneens een correctie op het daadwerkelijke gedrag worden verkregen bij conventionele systemen.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm volgens de vinding omvat het verlichtingssysteem een gebruiksindicator voor de lichtbron ingericht voor het bepalen van de gebruiksduur en/of de verwachte resterende gebruiksduur.

Door een gebruiksindicator te voorzien voor de verschillende lichtbronnen is het mogelijk om een indicatie te verkrijgen van de status van een dergelijke lichtbron. Dit betreft in het bijzonder de te verwachten levensduur zodat preventief een lichtbron vervangen of gerepareerd kan worden. Hierdoor kan onderhoud planmatig worden uitgevoerd zodat onderhoudskosten gereduceerd kunnen worden. Verder wordt hiermee vermeden dat een verlichtingssysteem gedurende enige tijd niet optimaal functioneert, waardoor de staldieren op negatieve wijze beïnvloed kunnen worden.

Bij voorkeur is de lichtbron voorzien van ten minste zes LED-chips, bij voorkeur ten minste acht LED-chips en met de meeste voorkeur ten minste tien LED-chips. Door het voorzien van meerdere chips kan een zo optimaal mogelijk spectrum van golflengten worden gerealiseerd. Hiermee kan op effectieve wijze een zo optimaal mogelijk dagpatroon worden gerealiseerd, waarbij het in de momenteel geprefereerde uitvoeringsvorm mogelijk is om weerscondities en/of gedragscorrecties uit te voeren.

De vinding heeft voorts betrekking op een stal voorzien van een verlichtingssysteem zoals voorgaand beschreven.

Een dergelijke stal verschaft soortgelijke voordelen en effecten zoals beschreven voor het verlichtingssysteem. In een momenteel geprefereerde uitvoeringsvorm heeft de stal betrekking op een kippenstal bedoeld voor legkippen, vleeskippen of fokkippen.

De uitvinding heeft voorts tevens betrekking op een verlichtingsapplicatie voorzien van LED-chips, waarbij de applicatie in het bijzonder geschikt is voor een verlichtingssysteem zoals voorgaand beschreven, en omvattende:

een behuizing voor de verlichtingsapplicatie;

ten minste één in de behuizing aangebrachte lichtbron ingericht voor het aanbrengen van elektromagnetische straling in het golflengtebereik van zichtbaar licht en UV; en in of aan de behuizing aangebrachte koelelementen, waarbij de koelelementen een aantal koelribben omvatten.

Een dergelijke verlichtingsapplicatie verschaft soortgelijke effecten en voordelen zoals beschreven voor het verlichtingssysteem en de stal voorzien daarvan. Bij voorkeur is de verlichtingsapplicatie ook geschikt voor het aanbrengen van elektromagnetische straling in het golflengtebereik van IR.

Door het voorzien van een verlichtingsapplicatie geschikt voor het realiseren van elektromagnetische straling in de verschillende genoemde golflengtebereiken, wordt een zo optimaal mogelijke leefomgeving voor de dieren in de stal verschaft. Dit komt het dierenwelzijn als ook de productie ten goede. Door het voorzien van de koelelementen in de vorm van een aantal koelribben, wordt de verlichtingsapplicatie verder geconditioneerd zodanig dat deze meer robuust en betrouwbaar is. De koelelementen, in het bijzonder de koelribben, strekken zich bij voorkeur uit in een richting die samenvalt met of parallel is aan de lengterichting van de lichtbron. Hiermee wordt een effectieve koeling bewerkstelligd.

De uitvinding heeft voorts tevens betrekking op een werkwijze voor het aanbrengen van een elektromagnetisch stralingspatroon in een stal voor dieren, de werkwijze omvattende:

het bepalen van een dagpatroon van elektromagnetische straling, waarin het dagpatroon golflengten bevat in het golflengtebereik van UV en zichtbaar licht, en waarbij het dagpatroon het spectrum van gehanteerde golflengten varieert in een tijdsperiode van ten minste een dag;

het door een besturing met ten minste één lichtbron aanbrengen van het dagpatroon van de elektromagnetische straling; en het gedurende een tijdsperiode van ten minste een dag volgen van het dagpatroon.

Een dergelijke werkwijze verschaft soortgelijke voordelen en effecten als hiervoor beschreven voor het verlichtingssysteem, stal voorzien daarvan en/of verlichtingsapplicatie daarvoor. De werkwijze verschaft in het bijzonder een zo optimaal mogelijk dierenwelzijn als ook verbeterde productie. Het stralingspatroon is in de momenteel geprefereerde uitvoeringsvorm bij toepassing op kippen zo veel mogelijk afgestemd op natuurlijk tropisch daglicht.

In een momenteel geprefereerde uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de vinding omvat deze de aanvullende stap van het bepalen van een weerscorrectie op het dagpatroon op basis van actuele weerscondities, bijvoorbeeld gemeten met een weersensor. Aanvullend of als alternatief behoort het ook tot de mogelijkheden om een dergelijke weerscorrectie op het dagpatroon te bepalen op basis van in het verleden gerealiseerde weerscondities en/of verwachte weerscondities. Hiermee kan de optredende natuurlijke variatie in weerscondities en daarmee gepaard gaande lichtcondities worden gesimuleerd in de stal. Dit komt het algehele welzijn van de dieren ten goede.

In een momenteel geprefereerde uitvoeringsvorm wordt volgens het dagpatroon door de besturing ten minste een golflengte in het UV-bereik geactiveerd gedurende ten minste een deel van de avonduren. Het is gebleken dal hiermee een rustgevend effect op de staldieren uitgeoefend kan worden. Het is gebleken dat in het bijzonder kippen hiermee op positieve wijze beïnvloed kunnen worden en tot een rustiger gedrag aangezet worden.

Bij voorkeur omvat het dagpatroon eveneens één of meer golflengten in het golflengtebereik van IR. Hiermee wordt in een mogelijke uitvoeringsvorm aanvullend of als alternatief volgens het dagpatroon door de besturing ten minste een golflengte in het IR-bereik geactiveerd gedurende ten minste een deel van de periode tussen 12 en 3 uur. Hiermee kan bijvoorbeeld het eetgedrag op gewenste wijze worden beïnvloed. Het is gebleken dat in het bijzonder voor kippen dit positief werkt.

In een verdere voordelige uitvoeringsvorm omvat de werkwijze de stappen van het bepalen van een gedragscorrectie op het dagpatroon op basis van cameradetectie van gedrag van dieren in de stal. Hiermee wordt een controlerend en bij sturend effect bewerkstelligd.

Voorts wordt in de momenteel geprefereerde uitvoeringsvorm volgens de vinding een seizoenspatroon bepaald, dat wordt verwerkt in een of meer dagpatronen die in de tijd worden gehanteerd. Hiermee wordt het algeheel dierenwelzijn verder vergroot.

Verdere voordelen, kenmerken en details van de vinding worden toe gelicht aan de hand van voorkeursuitvoeringsvormen daarvan, waarbij verwezen wordt naar de bijgevoegde tekeningen, waarin tonen:

Fig. 1 een aanzicht van een stal voorzien van een verlichtingssysteem volgens de vinding;

Fig. 2 een aantal schematisch weergegeven golflengten gehanteerd in een dagpatroon en toegepast op de stal uit fig. 1;

Fig. 3 een aanzicht van een verlichtingsapplicatie toepasbaar in het verlichtingssysteem uit fig. 1; en

Fig. 4 een schematische weergave van de verschillende stappen bij het houden van dieren in een stal uit fig. 1.

Stal 2 (fig. 1) is voorzien van verlichtingssysteem 4 en ingericht voor het houden van dieren, in het bijzonder kippen 6. Verlichtingssysteem 4 is voorzien van een aantal lichtbronnen 8 die elk zijn samengesteld uit een aantal LED-chips 10. Lichtbronnen 8 worden aangestuurd door besturingssysteem 12 met gebruik van stuursignalen 14. Gebruiker 16 wordt voorzien van informatie met behulp van userinterface 18, waarmee het mogelijk is data 20 uit te wisselen. Hiermee kan onder meer de actuele status van verlichtingssysteem 4 worden getoond aan gebruiker 16 als ook kan gebruiker 16 instellingen wijzigen via interface 18. Interface 18 communiceert signalen 22 met besturing 12. Op basis hiervan kan besturing 12 aangepaste stuursignalen 14 sturen.

Verlichtingssysteem 4 is in de getoonde uitvoeringsvorm voorzien van weersysteem 24 omvattende één of meer van een temperatuursensor, relatieve luchtvochtigheidssensor, lichtdetector en/of andere detectoren om daarmee actuele weerscondities 26 te sturen naar weersanalysemodule 28. Weersanalysemodule 28 kan correcties 30 sturen naar besturing 12 die daarmee vervolgens het dagpatroon aanpast en aangepaste stuursignalen 14 naar lichtbron 8 stuurt. Optioneel omvat weersysteem 24 een module voor historische data en/of voorspellingen van toekomstige weerscondities.

In de getoonde uitvoeringsvorm is stal 2 (fig. 1) voorts voorzien van camerasysteem 32.

Camerabeelden 34 worden gebruikt in gedragsanalysemodule 36, optioneel resulterend in gedragscorrecties 38 op het dagpatroon. Gedragscorrecties 38 kunnen daarbij leiden in een aangepaste aansturing 14 naar lichtbron 8. Het zal duidelijk zijn dat de userinterface 18, weersanalysemodule 28 en gedragsanalysemodule 36 ook integraal met besturing 12 kunnen worden voorzien. Dit geldt eveneens voor communicatiemodule 40 die informatie 42 kan communiceren met derden, waaronder bijvoorbeeld andere stallen voorzien van verlichtingssystemen 4. Relevante informatie 42 kan hierbij worden doorgegeven aan besturing 12 om daarmee eventuele verdere correcties door te voeren.

Een dagpatroon omvat elektromagnetische straling van verschillende golflengten die gedurende een dag verschillende wijzen worden geactiveerd eventueel met verschillende intensiteit.

In figuur 2A wordt een voorbeeld van een deel van een dagpatroon getoond dat bijvoorbeeld toepasbaar is in een tijdsperiode tussen 10 en 12 uur op een dag. Het totale spectrum in dit deel van het dagpatroon is met de bovenste lijn in figuur 2A weergegeven. In dit deel van het dagpatroon zijn een tweetal pieken in het UV-bereik bij zo’n 365-375 nm en 380-400 nm aanwezig, en daarnaast pieken in het voor de mens zichtbare bereik bij golflengten van ongeveer 440, 470, 530, 600 en 630 nm. Het is uit testen gebleken dat gedurende dit tijdstip op een dag dit samenstel van golflengten in het dagpatroon effectief werkt, in het bijzonder voor kippen.

In figuur 2B wordt een voorbeeld van een deel van een dagpatroon getoond dat bijvoorbeeld toepasbaar is in een tijdsperiode aan bijvoorbeeld het einde van een dag. Hierbij zijn een aantal golflengtepieken zichtbaar, respectievelijk bij zo’n 365-375 nm, 380-400 nm, rond 470 nm, rond 530 nm, en rond 600 nm. Er is derhalve een variatie in pieken in de tijd in het dagpatroon. Opgemerkt wordt verder dat verder de hoogte van de pieken afwijkt van het deel van het dagpatroon als getoond in figuur 2A.

In figuur 2C wordt een voorbeeld van een deel van een dagpatroon getoond dat bijvoorbeeld toepasbaar is indien in stal 2 sprake is van ruzie tussen dieren 6 en/of kannibalisme, bijvoorbeeld gedetecteerd met camerasysteem 32. Hierbij zijn een drietal golflengtepieken zichtbaar, respectievelijk bij zo’n 365-375 nm, 380-400 nm, en 620-640 nm.

In figuur 2D wordt een verder voorbeeld van een deel van een dagpatroon getoond. Het totale spectrum in dit deel van het dagpatroon is met de bovenste lijn in figuur 2A weergegeven. In dit deel van het dagpatroon zijn een zestal pieken in het UV-bereik opgenomen, alsmede pieken rond 445, 475, 525, 600 en 630 nm.

Het zal duidelijk zijn dat getoonde delen van een dagpatroon of dagpatronen aangepast kunnen worden aan de relevante omstandigheden, waaronder bijvoorbeeld gegevens van stal 2, dieren 6, gedrag bepaald met behulp van camerasysteem 32 en/of data van weermodule 24.

Lichtbron 8 (fig. 3) is in de getoonde uitvoeringsvorm voorzien van een gestel of frame 50 waarop een besturing 52 is aangebracht. Voorts zijn hierop een aantal applicaties/chips 10 voorzien. Het zal duidelijk zijn dat het aantal applicaties/chips 10 uitgebreid kan worden. In de getoonde uitvoeringsvorm is lichtbron 8 verder voorzien van koelelement 54 omvattende een aantal koelribben die zich uitstrekken in een lengte L parallel of samenvallend aan deze lengte L van verlichtingsapplicatie 10. Het zal duidelijk zijn dat een andere configuratie voor lichtbron 8 ook toegepast kan worden in verlichtingssysteem 4 bij toepassing in stal 2.

Het houden 102 van dieren (fig. 4) vereist het verzamelen (104) van relevante data over bijvoorbeeld onder meer stal 2 en dieren 6. Op basis hiervan wordt een dagpatroonbepaling 106 uitgevoerd. Bij toepassing van het dagpatroon in een stal 2 met verlichtingssysteem 4 is het mogelijk om desgewenst correcties 108 uit te voeren. Deze correcties kunnen afkomstig zijn van weersanalysemodule 28 en worden gebruikt voor het bepalen van weerscorrecties 30 tijdens weerscorrectiebepaling 110. Met camerasysteem 32 is het mogelijk om met behulp van gedragsanalysemodulen 36 gedrag van dieren 6 te analyseren tijdens gedragscorrectiebepaling 112. Na het uitvoeren van correcties 108 wordt vervolgens verlichtingssysteem 4 aangestuurd tijdens bedrijfsvoering 114, waarbij dieren 6 vervolgens groeien, eieren leggen of anderszins in meer of mindere mate actief zijn in realisatiestap 116. In de getoonde uitvoeringsvorm wordt deze realisatie bewaakt met behulp van camerasysteem 32, mogelijkerwijs resulterende in een gedragscorrectie. Het zal duidelijk zijn dat andere processtappen desgewenst toegevoegd kunnen worden of gewijzigd kunnen worden of verwijderd kunnen worden. Zo behoort het bijvoorbeeld tot de mogelijkheden dat de gebruiker handmatig correcties doorvoert en/of door derden dergelijke correcties worden doorgevoerd, bijvoorbeeld stalhouders uit andere gebieden.

De onderhavige vinding is geenszins beperkt tot de bovenbeschreven voorkeursuitvoeringsvormen daarvan. De gevraagde rechten worden bepaald door de navolgende conclusies binnen de strekking waarvan velerlei modificaties denkbaar zijn.

Claims (17)

1. Verlichtingssysteem voor het aanbrengen van elektromagnetische straling in een stal voor diurnale dieren, het verlichtingssysteem omvattende:

ten minste één lichtbron voorzien van LED-chips ingericht voor het aanbrengen van elektromagnetische straling;

een werkzaam met de lichtbron verbonden besturing ingericht voor hel aansturen van de ten minste ene lichtbron, waarbij de besturing is ingericht voor het aanbrengen van een dagpatroon van elektromagnetische straling, waarbij het dagpatroon is samengesteld uit golflengten gelegen in de bereiken van UV en zichtbaar licht, en waarbij het samenstel van golflengten in het dagpatroon varieert in een tijdsperiode van ten minste een dag.

2. Verlichtingssysteem volgens conclusie 1, waarbij het dagpatroon verder is voorzien van golflengten in het bereik van IR.

3. Verlichtingssysteem volgens conclusie 1 of 2, waarbij het dagpatroon verder is voorzien van golflengten in het bereik van zowel UV-A als UV-B.

4. Verlichtingssysteem volgens conclusie 1, 2 of 3, waarin de besturing verder omvattende een weersensor en een weermodule ingericht voor het op basis van gemeten weerscondities aanpassen van het dagpatroon.

5. Verlichtingssysteem volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de besturing verder omvattende een camerasysteem ingericht voor het detecteren van gedrag van de dieren.

6. Verlichtingssysteem volgens één van de voorgaande conclusies, verder omvattende een gebruiksindicator voor de lichtbron ingericht voor het bepalen van de gebruiksduur en/of de verwachtte resterende gebruiksduur.

7. Verlichtingssysteem volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de ten minste ene lichtbron is voorzien van ten minste 6 LED-chips, bij voorkeur ten minste 8 LED-chips, en met de meeste voorkeur ten minste 10 LED-chips.

8. Stal voorzien van een verlichtingssysteem volgens één van de voorgaande conclusies.

9. Verlichtingsapplicatie voorzien van een lichtbron met LED-chips, omvattende:

een behuizing voor de verlichtingsapplicatie;

ten minste één in de behuizing aangebrachte lichtbron ingericht voor het aanbrengen van elektromagnetische straling in het golflengtebereik van UV en zichtbaar licht; en in of aan de behuizing aangebrachte koelelementen, waarbij de koelelementen een aantal koelribben omvatten.

10. Verlichtingsapplicatie volgens conclusie 9, waarbij de koelelementen zich uitstrekken over een afstand in hoofdzaak samenvallend met of parallel aan de lichtbron.

11. Werkwijze voor het aanbrengen van een elektromagnetisch stralingspatroon in een stal voor dieren, de werkwijze omvattende:

het bepalen van een dagpatroon van elektromagnetische straling, waarin het dagpatroon golflengten bevat in het golflengtebereik van UV en zichtbaar licht bevat, waarbij het dagpatroon het spectrum van gehanteerde golflengten varieert in een tijdsperiode van ten minste een dag;

het door een besturing met ten minste één lichtbron aanbrengen van het dagpatroon van de elektromagnetische straling; en het gedurende een tijdsperiode van ten minste een dag volgen van het dagpatroon.

12. Werkwijze volgens conclusie 11, verder omvattende de stap van het bepalen van een weerscorrectie op het dagpatroon op basis van actuele weerscondities.

13. Werkwijze volgens conclusie 11 of 12, verder omvattende de stap van het bepalen van een weerscorrectie op het dagpatroon op basis van gerealiseerde weerscondities en/of verwachtte weerscondities.

14. Werkwijze volgens conclusie 11, 12 of 13, waarbij volgens het dagpatroon door de besturing ten minste één golflengte in het UV-bereik wordt geactiveerd gedurende ten minste een deel van de avonduren.

15. Werkwijze volgens één van de conclusies 11-14, verder omvattende de stap van het in het dagpatroon voorzien van ten minste één golflengte in het IR-bereik, waarbij bij voorkeur volgens het dagpatroon door de besturing ten minste één golflengte in het IR-bereik wordt geactiveerd gedurende ten minste een deel van de periode tussen 12 en 15 uur.

16. Werkwijze volgens één van de conclusies 11-15, verder omvattende de stap van het bepalen van een gedragscorrectie op het dagpatroon op basis van cameradetectie.

17. Werkwijze volgens één van de conclusies 11-16, verder omvattende de stap van het

5 bepalen van een seizoenspatroon.