NL2020493B1 - Bouwmodule voor het opbouwen van een bouwconstructie - Google Patents

Bouwmodule voor het opbouwen van een bouwconstructie Download PDF

Info

Publication number
NL2020493B1
NL2020493B1 NL2020493A NL2020493A NL2020493B1 NL 2020493 B1 NL2020493 B1 NL 2020493B1 NL 2020493 A NL2020493 A NL 2020493A NL 2020493 A NL2020493 A NL 2020493A NL 2020493 B1 NL2020493 B1 NL 2020493B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
building module
building
coupling component
panels
panel structure
Prior art date
Application number
NL2020493A
Other languages
English (en)
Inventor
Tjibbe Beugelink Willem
Original Assignee
Leiqo B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Leiqo B V filed Critical Leiqo B V
Priority to NL2020493A priority Critical patent/NL2020493B1/nl
Priority to PCT/NL2019/050124 priority patent/WO2019164403A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2020493B1 publication Critical patent/NL2020493B1/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B2/00Walls, e.g. partitions, for buildings; Wall construction with regard to insulation; Connections specially adapted to walls
    • E04B2/02Walls, e.g. partitions, for buildings; Wall construction with regard to insulation; Connections specially adapted to walls built-up from layers of building elements
    • E04B2/14Walls having cavities in, but not between, the elements, i.e. each cavity being enclosed by at least four sides forming part of one single element
    • E04B2/16Walls having cavities in, but not between, the elements, i.e. each cavity being enclosed by at least four sides forming part of one single element using elements having specially-designed means for stabilising the position
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B2/00Walls, e.g. partitions, for buildings; Wall construction with regard to insulation; Connections specially adapted to walls
    • E04B2/02Walls, e.g. partitions, for buildings; Wall construction with regard to insulation; Connections specially adapted to walls built-up from layers of building elements
    • E04B2/28Walls having cavities between, but not in, the elements; Walls of elements each consisting of two or more parts kept in distance by means of spacers, all parts being solid
    • E04B2/30Walls having cavities between, but not in, the elements; Walls of elements each consisting of two or more parts kept in distance by means of spacers, all parts being solid using elements having specially designed means for stabilising the position; Spacers for cavity walls
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04CSTRUCTURAL ELEMENTS; BUILDING MATERIALS
    • E04C2/00Building elements of relatively thin form for the construction of parts of buildings, e.g. sheet materials, slabs, or panels
    • E04C2/30Building elements of relatively thin form for the construction of parts of buildings, e.g. sheet materials, slabs, or panels characterised by the shape or structure
    • E04C2/34Building elements of relatively thin form for the construction of parts of buildings, e.g. sheet materials, slabs, or panels characterised by the shape or structure composed of two or more spaced sheet-like parts
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04CSTRUCTURAL ELEMENTS; BUILDING MATERIALS
    • E04C2/00Building elements of relatively thin form for the construction of parts of buildings, e.g. sheet materials, slabs, or panels
    • E04C2/30Building elements of relatively thin form for the construction of parts of buildings, e.g. sheet materials, slabs, or panels characterised by the shape or structure
    • E04C2/34Building elements of relatively thin form for the construction of parts of buildings, e.g. sheet materials, slabs, or panels characterised by the shape or structure composed of two or more spaced sheet-like parts
    • E04C2002/3488Building elements of relatively thin form for the construction of parts of buildings, e.g. sheet materials, slabs, or panels characterised by the shape or structure composed of two or more spaced sheet-like parts spaced apart by frame like structures

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Electromagnetism (AREA)
  • Finishing Walls (AREA)

Abstract

Een bouwmodule is geconfigureerd voor gebruikten behoeve van het opbouwen van een bouwconstructie zoals een vlakke wand en omvat daartoe een aantal panelen (11, 12, 13, 14, 15, 16) die in onderlinge verbinding met elkaar staan en een paneelstructuur (6) met inwendige ruimtes (7) vormen, alsmede een actieve koppelcomponent (31) ter koppeling van de bouwmodule (1) aan een naastgelegen soortgelijke bouwmodule (1) in een koppelingspositie van de bouwmodule (1). De actieve koppelcomponent (31) is in de bouwmodule (1) verplaatsbaar tussen een insteekpositie om in de koppelingspositie van de bouwmodule (1) ruimte te laten voor een passieve koppelcomponent van de naastgelegen soortgelijke bouwmodule (1) en een sluitpositie om in de koppelingspositie van de bouwmodule (1) met de passieve koppelcomponent van de naastgelegen soortgelijke bouwmodule (1) in aangrijping te zijn.

Description

Octrooicentrum
Θ 2020493
Figure NL2020493B1_D0001
Aanvraagnummer: 2020493
Aanvraag ingediend: 26 februari 2018
Int. Cl.:
E04B 2/16 (2018.01) E04C 2/34 (2019.01) E04B 2/32 (2019.01) E04B 2/30 (2019.01)
0 Aanvraag ingeschreven: 0 Octrooihouder(s):
30 augustus 2019 Leiqo B.V. te Zwolle.
0 Aanvraag gepubliceerd:
- 0 Uitvinder(s):
Willem Tjibbe Beugelink te Zwolle.
0 Octrooi verleend:
30 augustus 2019
0 Gemachtigde:
0 Octrooischrift uitgegeven: ir. A.E. Dekker-Garms te Eindhoven.
30 augustus 2019
54) Bouwmodule voor het opbouwen van een bouwconstructie
Een bouwmodule is geconfigureerd voor gebruikten behoeve van het opbouwen van een bouwconstructie zoals een vlakke wand en omvat daartoe een aantal panelen (11, 12, 13, 14, 15, 16) die in onderlinge verbinding met elkaar staan en een paneelstructuur (6) met inwendige ruimtes (7) vormen, alsmede een actieve koppelcomponent (31) ter koppeling van de bouwmodule (1) aan een naastgelegen soortgelijke bouwmodule (1) in een koppelingspositie van de bouwmodule (1). De actieve koppelcomponent (31) is in de bouwmodule (1) verplaatsbaar tussen een insteekpositie om in de koppelingspositie van de bouwmodule (1) ruimte te laten voor een passieve koppelcomponent van de naastgelegen soortgelijke bouwmodule (1) en een sluitpositie om in de koppelingspositie van de bouwmodule (1) met de passieve koppelcomponent van de naastgelegen soortgelijke bouwmodule (1) in aangrijping te zijn.
NL B1 2020493
Dit octrooi is verleend ongeacht het bijgevoegde resultaat van het onderzoek naar de stand van de techniek en schriftelijke opinie. Het octrooischrift komt overeen met de oorspronkelijk ingediende stukken.
Titel: Bouwmodule voor het opbouwen van een bouwconstructie
De uitvinding heeft betrekking op een bouwmodule die geconfigureerd is voor gebruik ten behoeve van het opbouwen van een bouwconstructie zoals een vlakke wand.
De uitvinding heeft tevens betrekking op twee types van een langwerpige, meervoudige bouwmodule, waarvan één type geconfigureerd is voor gebruik ten behoeve van het ondersteunen van een veelvoud aan bouwmodules, en waarvan een ander type geconfigureerd is voor gebruik ten behoeve van het afdekken van een veelvoud aan bouwmodules, alsmede op een bouwconstructie, omvattende een veelvoud aan bouwmodules en eventueel ten minste één langwerpige, meervoudige bouwmodule, en op een werkwijze voor het opbouwen van een bouwconstructie, waarbij een aantal bouwmodules en eventueel ten minste één langwerpige, meervoudige bouwmodule verschaft worden.
Het oprichten van wanden ten behoeve van gebouwen of andersoortige bouwwerken brengt in veel gevallen een samenvoeging van meerdere materialen en/of elementen met zich mee, die dan meestal ter plekke geassembleerd worden. Vaak dienen deze materialen en/of elementen ten minste gedeeltelijk nog op maat gemaakt te worden, om vervolgens door middel van schroeven, nagels of adhesieve materialen tot één geheel samengevoegd te worden. Daarbij worden diverse disciplines, waaronder constructieve draagkracht, warmte-isolerend vermogen en (behuizing voor) bekabeling ten behoeve van diverse installaties, meestal in verschillende fasen uitgevoerd, waarbij elke discipline vanuit zijn eigen expertisenetwerk ontworpen, geproduceerd, aangevoerd en aangelegd wordt. Hierbij zijn constante afstemming en monitoring noodzakelijk. Omdat dit proces bij vrijwel elk bouwproces en bij vrijwel elke discipline opnieuw herhaald wordt, wordt in feite steeds weer opnieuw het wiel uitgevonden. In de meeste gevallen resulteert dit in een niet-flexibel, niet-herbruikbaar eindproduct dat bij de totstandkoming ervan een grote negatieve impact heeft gehad op milieu, bouwtijd en financiële conversie.
Op basis van het feit dat wanden e.d. volgens de stand van de techniek samenvoegingen zijn van talloze verschillende materialen en elementen uit diverse disciplines is er vaak sprake van ondeugdelijke aansluitingen van warmte-isolerende materialen waardoor er tijdens ingebruikname structureel onnodig veel energieverlies optreedt. Daarnaast is er door het veelvuldig gebruik van stijve materialen welke middels adhesie aan elkaar gekoppeld zijn weinig tot geen flexibiliteit, wat hergebruik en bijvoorbeeld ook aardbevingsbestendigheid niet bepaald ten goede komt. Wat betreft de aanleg van bekabeling ten behoeve van diverse installaties wordt er vaak voor gekozen om de behuizing voor bekabeling van tevoren op vooraf bepaalde en vaststaande plaatsen aan te brengen. Hierdoor is er weinig tot geen flexibiliteit mocht er in een latere fase een behoefte zijn om elders behuizing aan te brengen. Tevens wordt er vaak voor gekozen om net nieuw geplaatste wanden open te werken om de bekabeling alsnog aan te brengen, waarna de opengewerkte delen weer dichtgewerkt moeten worden. Ook achteraf, als een bouwwerk reeds in gebruik genomen is, is een dergelijke aanpak meestal noodzakelijk. Het gebrek aan flexibiliteit brengt veel onnodige materiële en financiële schade met zich mee.
NL 1040286 heeft betrekking op een frame dat uit diverse staanders en een aantal liggers opgebouwd is, welke door middel van een soort messing- en groefverbindingen aan elkaar gekoppeld kunnen worden. Met het frame kan op modulaire wijze een wand opgebouwd worden. De frames omvatten verticale kokers die van flenzen voorzien zijn die door middel van een draaibeweging onder de flenzen van een onderliggend frame schuiven. Op die manier wordt een koppeling tussen diverse frames tot stand gebracht. De kokers van de frames dienen van bovenaf gedraaid te worden. Tevens worden deze kokers gekenmerkt doordat deze dienen als kanalen voor de behuizing van kabels en/of buizen ten behoeve diverse installaties, waarbij de toegang tot deze kokers tot één punt vanaf de oppervlakte beperkt is.
US 6122880 heeft betrekking op een module die uit haaks op elkaar geplaatste panelen opgebouwd is, welke bij stapeling op andere modules deels interlocking zijn.
DE 10033481 heeft betrekking op massieve bouwstenen die voorzien zijn van getrapte interlockende zijwanden en smalle ronde verticale kanalen. Ten behoeve van het koppelsysteem van de bouwstenen wordt er gebruik gemaakt van kabels die in de verticale kanalen aangebracht worden, waarmee meerdere rijen bouwstenen verticaal gekoppeld kunnen worden.
Met het oog op het voorgaande is het een doel van de uitvinding om een totaaloplossing te bieden waardoor meerdere disciplines teruggebracht worden tot één handeling door gebruik van een hands-on bouwmodule. De uitvinding verschaft hiertoe een bouwmodule die geconfigureerd is voor gebruik ten behoeve van het opbouwen van een bouwconstructie zoals een vlakke wand, omvattende:
- een aantal panelen die in onderlinge verbinding met elkaar staan en een paneelstructuur met inwendige ruimtes vormen, en
- een actieve koppelcomponent ter koppeling van de bouwmodule aan een naastgelegen soortgelijke bouwmodule in een koppelingspositie van de bouwmodule, welke actieve koppelcomponent ten minste gedeeltelijk in een inwendige ruimte van de paneelstructuur opgesteld is en in de bouwmodule verplaatsbaar is tussen een insteekpositie om in de koppelingspositie van de bouwmodule ruimte te laten voor een passieve koppelcomponent van de naastgelegen soortgelijke bouwmodule en een sluitpositie om in de koppelingspositie van de bouwmodule met de passieve koppelcomponent van de naastgelegen soortgelijke bouwmodule in aangrijping te zijn.
De uitvinding voorziet in een bouwmodule die gebruikt kan worden in een modulair bouwsysteem voor het oprichten van bijvoorbeeld wanden ten behoeve van gebouwen of andersoortige bouwwerken. De bouwmodule omvat een aantal panelen die zodanig onderling verbonden zijn dat deze tezamen een constructief belastbare paneelstructuur vormen. Deze paneelstructuur heeft inwendige ruimtes die als segmenten van verticale kanalen in een wand kunnen dienen en/of van warmteisolerend materiaal voorzien kunnen worden. Verticale kanalen in een wand bieden ruimte aan bekabeling voor diverse installaties of kunnen transport van ventilatielucht en/of warme lucht door een wand mogelijk maken. De bouwmodules zijn onderling interlocking en kunnen onderling gekoppeld worden door middel van hun koppelcomponenten.
Binnen het kader van de uitvinding is het bijzonder praktisch wanneer de paneelstructuur uitwendige panelen omvat waarvan een hoofdlichaamsvlak een buitenvlak van de bouwmodule vormt, en tevens voorzien is van een aantal inwendige panelen waarvan een hoofdlichaamsvlak zich in het inwendige van de paneelstructuur uitstrekt. Zo kan de paneelstructuur twee uitwendige panelen omvatten die op afstand van elkaar gepositioneerd zijn en die zich parallel ten opzichte van elkaar uitstrekken, waarbij ten minste een aantal inwendige panelen zich loodrecht ten opzichte van de uitwendige panelen uitstrekken. Bij voorkeur is de bouwmodule zodanig ontworpen dat uitwendige panelen van aan elkaar gekoppelde bouwmodules zich in eikaars verlengde uitstrekken en op elkaar aansluiten.
Ten opzichte van de stand van de techniek zoals die in NL 1040286 geopenbaard is biedt de uitvinding in meerdere opzichten een verbetering. De uitvinding verschaft een bouwmodule die van uitwendige panelen voorzien kan zijn die aan buitenkanten van de bouwmodule een vlakvullend oppervlak realiseren, terwijl in het uit NL 1040286 bekende frame slechts sprake is van enkele randen waarop in een later stadium nog panelen aangebracht dienen te worden. Tevens kan bij de uitvinding gebruik gemaakt worden van diverse soorten plaatmaterialen die reeds in de markt voorhanden zijn en waarmee eenvoudig het cradle-to-cradle principe toegepast kan worden, terwijl volgens NL 1040286 slechts gebruik gemaakt kan worden van specifiek geproduceerde elementen waarop het cradle-to-cradle principe niet, of in veel mindere mate van toepassing is. Verder is het zo dat de bekende frames weliswaar verticale kanalen hebben, maar deze bevinden zich in het hart van de frames en zijn slechts vanuit één specifiek punt toegankelijk. De kanalen die in een bouwconstructie verkregen worden wanneer de uitvinding toegepast wordt zijn voorzien in de paneelstructuur waardoor ze eenvoudiger te bereiken zijn, waarbij ook nog eens over de gehele verticale lengte toegang mogelijk is. Het koppelingsmechanisme dat bij de bekende frames voorzien is, kan in een verticale bouwrichting zoals die bij het opbouwen van een wand aangehouden wordt alleen van bovenaf bediend worden. De uitvinding voorziet echter in een koppelingsmechanisme dat in de genoemde bouwrichting vanaf de voor- of achterkant (of in het algemeen: een kant die vrij bereikbaar is en dat ook na koppeling blijft) bediend kan worden, in het bijzonder wanneer de paneelstructuur van de bouwmodule een uitwendig paneel heeft waarin een opening aanwezig is om toegang tot de actieve koppelcomponent van buiten de bouwmodule mogelijk te maken.
De actieve koppelcomponent kan een samenstel van een schroeflichaam zoals een bout en een op het schroeflichaam aangebracht sluitelement zoals een min of meer haakvormige klos met inwendige schroefdraad omvatten, waarbij verdraaiing van het schroeflichaam tot een verplaatsing van het sluitelement leidt. Op basis van dit principe kan een koppeling tussen de bouwmodule en een naastgelegen bouwmodule tot stand gebracht worden, met name wanneer erin voorzien is dat het sluitelement onder een passieve koppelcomponent in de vorm van een pal of dergelijk (cilindervormig) element in de naastgelegen bouwmodule valt. Deze oplos sing is eenvoudiger van aard en biedt als voordeel dat er minder materiaal nodig is. Tevens is het zo dat van dit koppelingsmechanisme gebruik gemaakt kan worden ook als de bouwmodules van een lager ontwerp zijn, in welk geval de bouwmodules krachtiger op elkaar geklemd kunnen worden waardoor er een stijvere constructie ontstaat. In het algemeen is het gunstig wanneer het van de ene in de andere positie brengen van de actieve koppelcomponent door middel van een eenvoudige beweging bewerkstelligd kan worden. Zo is het praktisch wanneer de actieve koppelcomponent middels een rechtlijnige beweging van ten minste een element ervan van de insteekpositie naar de sluitpositie, en andersom, te brengen is, hetgeen bij het genoemde voorbeeld van de uitvoering van de actieve koppelcomponent met een schroeflichaam en een daarop aangebracht sluitelement het geval is.
Ten opzichte van de stand van de techniek zoals die in US 6122880 geopenbaard is biedt de uitvinding een verbetering door te voorzien in bouwmodules die ingebouwde koppelcomponenten en inwendige ruimtes hebben, welke inwendige ruimtes vooraf van warmte-isolerende vullichamen voorzien kunnen worden, terwijl er volgens US 6122880 slechts achteraf, wanneer wanden eenmaal opgericht zijn, een mogelijkheid is om isolatiekorrels in te brengen. Er zijn volgens de stand van de techniek dus meer handelingen nodig, en de bekende bouwmodule is minder flexibel te gebruiken en minder geschikt voor hergebruik. Verder is er in de uit US 6122880 bekende opzet een lagere stijfheid van de bouwmodules en dienen deze toegepast te worden in combinatie met dragende constructies, terwijl de bouwmodule volgens de uitvinding constructief belastbaar is en zonder aparte dragende constructie kan. Ten behoeve van het verbeteren van de wijze waarop de bouwmodules in elkaar gestoken kunnen worden is het uit US 6122880 bekend om inwendige onderdelen zoals stroken en/of geprofileerde latten toe te voegen, terwijl er bij de bouwmodule volgens de uitvinding geen verdere onderdelen nodig zijn om goede interlocking te realiseren.
In het bijzonder kunnen de bouwmodules volgens de uitvinding van uitsparingen/sponningen voorzien zijn waarin een randgedeelte van panelen van naastgelegen bouwmodules geschoven kunnen worden. Er van uitgaande dat de paneelstructuur van de bouwmodule volgens de uitvinding uitwendige panelen en inwendige panelen omvat, zoals eerder omschreven is, kan het verder in de context van de uitvinding zo zijn dat aan een zijde van de bouwmodule de uitwendige panelen zich tot een hoger niveau dan de inwendige panelen uitstrekken, en waarbij aan een tegenoverliggende zijde van de bouwmodule de inwendige panelen zich tot een hoger niveau dan de uitwendige panelen uitstrekken zodat de bouwmodule geschikt is om een deel van de inwendige panelen van een naastgelegen bouwmodule tussen het overstekende deel van de uitwendige panelen op te nemen.
Ten opzichte van de stand van de techniek zoals die in DE 10033481 geopenbaard is biedt de uitvinding een verbetering door in een onderlinge koppeling van bouwmodules via ingebouwde koppelcomponenten van de bouwmodules te voorzien, terwijl er bij de bouwmodules volgens DE 10033481 kabels gebruikt worden, die dan door verticale kanalen in de bouwmodules aangebracht worden. In het algemeen biedt de bouwmodule volgens de uitvinding op basis van de paneelstructuur met de inwendige ruimtes meer mogelijkheden en flexibiliteit. Zo kan de bouwmodule volgens de uitvinding ten minste één vullichaam omvatten dat zich ten minste gedeeltelijk in een inwendige ruimte van de paneelstructuur uitstrekt. Zoals eerder opgemerkt, kan een dergelijk vullichaam warmte-isolerende eigenschappen hebben. In ieder geval kan een dergelijk vullichaam voorafgaand aan het assembleren van de bouwmodules in de bouwmodules voorzien zijn. De bouwmodule volgens de uitvinding kan twee vullichamen omvatten die zich in een open inwendige ruimte van de paneelstructuur bevinden en van buiten de bouwmodule vrij bereikbaar zijn, waarbij elk van de vullichamen een getrapt oppervlak heeft ter aansluiting op een complementair getrapt oppervlak van een vrij bereikbaar vullichaam van een soortgelijke bouwmodule. Dit brengt met zich mee dat de bouwmodules in een bouwrichting middels de koppelcomponenten aan elkaar gekoppeld kunnen worden, terwijl in een zijwaartse richting de bouwmodules via getrapte oppervlakken op elkaar aan kunnen sluiten. Afhankelijk van de gewenste toepassing kunnen de oppervlakken voor zijwaartse onderlinge aansluiting van de bouwmodules gemakkelijk aangepast worden door in vullichamen met anders gevormde oppervlakken te voorzien.
Volgens een bijzonder aspect van de uitvinding kan de bouwmodule een vullichaam omvatten dat zich ten minste gedeeltelijk in een inwendige ruimte van de paneelstructuur bevindt waarin zich tevens de actieve koppelcomponent gedeeltelijk bevindt, waarbij het vullichaam van een kijkopening voorzien is die gepositioneerd is om zicht op de actieve koppelcomponent van buiten de bouwmodule mogelijk te maken wanneer deze zich in één van de insteekpositie en de sluitpositie bevindt en om de actieve koppelcomponent van buiten de bouwmodule ten minste gedeeltelijk aan het zicht te onttrekken wanneer deze zich in de ander van de insteekpositie en de sluitpositie bevindt. In een praktische uitvoeringsvorm kan het dan bijvoorbeeld zo zijn dat de kijkopening gepositioneerd is om zicht op de actieve koppelcomponent van buiten de bouwmodule mogelijk te maken wanneer deze zich in de sluitpositie bevindt en om de actieve koppelcomponent van buiten de bouwmodule ten minste gedeeltelijk aan het zicht te onttrekken wanneer deze zich in de insteekpositie bevindt. Op die manier kunnen twee bouwmodules die zich in de koppelingspositie bevinden aan een visuele inspectie onderworpen worden om vast te stellen of de interlocking compleet is, met andere woorden, of de actieve koppelcomponent van de ene van de bouwmodules zich in de sluitpositie bevindt. De inspectie op visuele basis kan vergemakkelijkt worden wanneer de actieve koppelcomponent en het vullichaam ten minste gedeeltelijk in contrasterende kleuren uitgevoerd zijn.
Zoals eerder opgemerkt, kan het praktisch zijn wanneer de actieve koppelcomponent een samenstel van een schroeflichaam zoals een bout en een op het schroeflichaam aangebracht sluitelement omvat, welk schroeflichaam in de paneelstructuur van de bouwmodule bevestigd zit. Verder kan de actieve koppelcomponent van de bouwmodule volgens de uitvinding een afgeschuind vlak omvatten, welk afgeschuind vlak geconfigureerd is om met een passieve koppelcomponent van een naastgelegen bouwmodule in aanraking te zijn wanneer in de koppelingspositie van de bouwmodule de actieve koppelcomponent zich in de sluitpositie bevindt.
De eerder genoemde passieve koppelcomponent kan evenals de actieve koppelcomponent ten minste gedeeltelijk in een inwendige ruimte van de paneelstructuur opgesteld zijn. In elk geval is het praktisch wanneer de passieve koppelcomponent geconfigureerd is om in de koppelingspositie van de bouwmodule waar deze deel van uitmaakt in aangrijping te zijn met een actieve koppelcomponent van een naastgelegen bouwmodule die zich in de sluitpositie bevindt. In de bouwmodule kunnen de passieve koppelcomponent en de actieve koppelcomponent ten minste gedeeltelijk in dezelfde inwendige ruimte van de paneelstructuur opgesteld zijn, waarbij elk van de koppelcomponenten dient ter koppeling van de bouwmodule aan een andere, naastgelegen soortgelijke bouwmodule, aan twee verschillende zijden van de bouwmodule. Een andere c.q. bijkomende praktische optie voor de passieve koppelcomponent en de actieve koppelcomponent is dat deze zich aan tegenoverliggende zijden van de bouwmodule bevinden. De passieve koppelcomponent kan op verschillende manieren uitgevoerd zijn. Een praktisch voorbeeld is dat de passieve koppelcomponent een staafvormig lichaam omvat dat zich in een inwendige ruimte van de paneelstructuur uitstrekt.
De paneelstructuur van de bouwmodule volgens de uitvinding kan relatief eenvoudig vormgegeven zijn, met alleen panelen die zich parallel en loodrecht ten opzichte van elkaar uitstrekken. In veel mogelijke toepassingen van de bouwmodule is het wenselijk dat alle panelen als staanders in de bouwmodule georiënteerd zijn, en geen van de panelen als ligger dwars daarop georiënteerd is, omdat op die manier langs de staanders over de volledige lengte toegankelijke ruimtes gerealiseerd kunnen worden. De panelen kunnen zonder gebruikmaking van verbindingselementen met elkaar verbonden zijn. In een praktische uitvoeringsvorm van de bouwmodule volgens de uitvinding kunnen de panelen op basis van messing-engroefverbindingen met elkaar verbonden zijn.
De bouwmodule volgens de uitvinding kan twee actieve koppelcomponenten omvatten die op afstand van elkaar gepositioneerd zijn. Op vergelijkbare wijze kan de bouwmodule volgens de uitvinding twee passieve koppelcomponenten omvatten die op afstand van elkaar gepositioneerd zijn. Dit biedt de mogelijkheid om in een dubbele onderlinge koppeling van de bouwmodules te voorzien en om de bouwmodules desgewenst in een halfsteensverband te plaatsen waardoor onderlinge koppeling tussen de bouwmodules door middel van koppelcomponenten in een enkele richting volstaat aangezien onderlinge koppeling in een richting dwars daarop automatisch verkregen wordt via de versprongen opstelling van de bouwmodules.
De uitvinding heeft verder betrekking op een langwerpige, meervoudige bouwmodule die geconfigureerd is voor gebruik ten behoeve van het ondersteunen van een veelvoud aan bouwmodules zoals die in het voorgaande beschreven zijn, omvattende:
- een aantal panelen die in onderlinge verbinding met elkaar staan en een paneelstructuur met inwendige ruimtes vormen, en
- een aantal passieve koppelcomponenten die elk ten minste gedeeltelijk in een inwendige ruimte van de paneelstructuur opgesteld zijn en geconfigureerd zijn om door een actieve koppelcomponent van een bouwmodule aangegrepen te worden wanneer de bouwmodule in een koppelingspositie tegen de meervoudige bouwmodule geplaatst wordt en de actieve koppelcomponent van de bouwmodule in de sluitpositie gebracht wordt.
Een langwerpige, meervoudige bouwmodule volgens de bovenstaande definitie is geschikt om als voetplaat gebruikt te worden, dat wil zeggen, als constructieve basis die op een ondergrond kan rusten en/of verankerd kan worden, en waarop een structuur van bouwmodules aangebracht kan worden. Volgens een praktische mogelijkheid heeft de paneelstructuur van de langwerpige, meervoudige bouwmodule drie uitwendige panelen waarvan een hoofdlichaamsvlak een buitenvlak van de meervoudige bouwmodule vormt en die gezamenlijk een basisgoot met een U-vormige dwarsdoorsnede vormen, alsmede een aantal inwendige panelen die zich gedeeltelijk in de basisgoot bevinden.
De uitvinding heeft verder betrekking op een langwerpige, meervoudige bouwmodule die geconfigureerd is voor gebruik ten behoeve van het afdekken van een veelvoud aan bouwmodules zoals die in het voorgaande beschreven zijn, omvattende:
- een aantal panelen die in onderlinge verbinding met elkaar staan en een paneelstructuur met inwendige ruimtes vormen, en
- een aantal actieve koppelcomponenten die elk ten minste gedeeltelijk in een inwendige ruimte van de paneelstructuur opgesteld zijn en geconfigureerd zijn om met een passieve koppelcomponent van een bouwmodule in aangrijping te komen wanneer de meervoudige bouwmodule in een koppelingspositie tegen de bouwmodule geplaatst wordt en de actieve koppelcomponent van de meervoudige bouwmodule in de sluitpositie gebracht wordt.
Een langwerpige, meervoudige bouwmodule volgens de bovenstaande definitie is geschikt om als dekplaat gebruikt te worden. Volgens een praktische mogelijkheid heeft de paneelstructuur van de langwerpige, meervoudige bouwmodule drie uitwendige panelen waarvan een hoofdlichaamsvlak een buitenvlak van de meervoudige bouwmodule vormt en die gezamenlijk een basisgoot met een Uvormige dwarsdoorsnede vormen, alsmede een aantal inwendige panelen die zich gedeeltelijk in de basisgoot bevinden.
De uitvinding heeft verder betrekking op een bouwconstructie, omvattende een veelvoud aan bouwmodules zoals die in het voorgaande beschreven zijn, die middels hun koppelcomponenten onderling gekoppeld zijn. Zoals eerder opgemerkt, kunnen de bouwmodules in een halfsteensverband geplaatst zijn. De bouwconstructie kan ten minste één langwerpige, meervoudige bouwmodule zoals die in het voorgaande beschreven is omvatten, waarbij een aantal bouwmodules en de meervoudige bouwmodule middels hun koppelcomponenten onderling gekoppeld zijn.
De uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze voor het opbouwen van een bouwconstructie, waarbij een aantal bouwmodules zoals die in het voorgaande beschreven zijn verschaft worden, ten opzichte van elkaar in een koppelingspositie gebracht worden, en middels hun koppelcomponenten aan elkaar gekoppeld worden, waarbij de actieve koppelcomponenten van de bouwmodules van de insteekpositie naar de sluitpositie gebracht worden, en waarbij een bouwmodule niet eerder ten opzichte van ten minste één vrij bereikbare bouwmodule in de koppelingspositie gebracht wordt dan dat de ten minste ene vrij bereikbare bouwmodule aan ten minste één achterliggende bouwmodule gekoppeld is. Deze werkwijze is met name van toepassing wanneer de bouwmodule ingericht is om een visuele inspectie van de positie van de actieve koppelcomponent van de bouwmodule mogelijk te maken. Er kan dan steeds eerst gecontroleerd worden of een bouwmodule op de juiste wijze aan een achterliggende bouwmodule gekoppeld is alvorens een volgende bouwmodule verschaft wordt en tegen de bouwmodule geplaatst wordt.
In overeenstemming met hetgeen in het voorgaande opgemerkt is, kunnen volgens de werkwijze de bouwmodules in een halfsteensverband geplaatst worden. Ook kan ten minste één langwerpige, meervoudige bouwmodule zoals die in het voorgaande beschreven is verschaft worden, waarbij een aantal bouwmodules ten opzichte van de meervoudige bouwmodule in een koppelingspositie gebracht worden en de meervoudige bouwmodule en de bouwmodules middels hun koppelcomponenten aan elkaar gekoppeld worden door de actieve koppelcomponenten van de bouwmodules van de insteekpositie naar de sluitpositie te brengen.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de hiernavolgende beschrijving van een basisbouwmodule, een voetplaat, een dekplaat, en hoekbouwmodules die gebruikt kunnen worden om ten behoeve van het opbouwen van een bouwconstructie zoals een vlakke wand. Er zal hierbij worden verwezen naar de tekening, waarin gelijke verwijzingscijfers gelijke of vergelijkbare onderdelen aanduiden, en waarin: figuren 1 en 2 schematisch verschillende perspectivische bovenaanzichten tonen van een bouwmodule volgens een praktische uitvoeringsvorm van de uitvinding;
figuren 3 en 4 schematisch verschillende perspectivische onderaanzichten tonen van de bouwmodule;
figuur 5 schematisch een bovenaanzicht toont van de bouwmodule;
figuren 6-8 schematisch verschillende aanzichten tonen van een verbindingskolom die deel uitmaakt van de bouwmodule;
figuren 9 en 10 illustreren hoe een actieve koppelcomponent van een bouwmodule met de passieve koppelcomponent van een naastgelegen soortgelijke bouwmodule in aangrijping kan zijn;
figuur 11 schematisch een perspectivisch aanzicht toont van twee uitwendige panelen die deel uitmaken van de bouwmodule;
figuur 12 schematisch een perspectivisch aanzicht toont van een gedeelte van een voetplaat waaraan een aantal bouwmodules gekoppeld kunnen worden;
figuur 13 schematisch een perspectivisch aanzicht toont van een ander gedeelte van de voetplaat;
figuren 14-16 schematisch verschillende aanzichten tonen van een dekplaat die aan een aantal bouwmodules gekoppeld kan worden;
figuur 17 illustreert hoe bouwmodules, voetplaten en dekplaten gekoppeld kunnen worden om een hoekconstructie van twee opstaande wanden met in één van de wanden een opening voor een raam of dergelijke op te bouwen;
figuren 18-20 schematisch verschillende aanzichten tonen van een eerste variant van een hoekbouwmodule;
figuren 21 en 22 schematisch verschillende aanzichten tonen van een tweede variant van een hoekbouwmodule; en figuur 23 een alternatief voor een paneelstructuur van de bouwmodule toont.
Aanduidingen als “boven” en “onder” zoals die in de figuurbeschrijving gebruikt worden, dienen te worden begrepen als zijnde gerelateerd aan een toepassing van de bouwmodules, voetplaten en dekplaten voor het opbouwen van opstaande wanden, uitgaande van een normale oriëntatie van dergelijke wanden zoals geïllustreerd in figuur 17.
Figuren 1-5 tonen een praktisch voorbeeld van een basisbouwmodule 1 volgens de uitvinding. Figuren 6-8 en 11 tonen onderdelen van de basisbouwmodule 1. Figuren 9 en 10 dienen om te illustreren hoe een actieve koppelcomponent 31 van een basisbouwmodule 1 met de passieve koppelcomponent 32 van een naast gelegen soortgelijke basisbouwmodule 1 in aangrijping kan zijn. Figuren 12 en 13 tonen een voetplaat 2 die ingericht is om ter ondersteuning van een aantal basisbouwmodules 1 toegepast te worden. Figuren 14-16 tonen een dekplaat 3 die aan een aantal basisbouwmodules 1 gekoppeld kan worden teneinde deze af te dekken. Figuur 17 dient om te illustreren hoe basisbouwmodules 1, voetplaten 2, dekplaten 3 en hoekbouwmodules voor het opbouwen van een bouwconstructie 100 toegepast kunnen worden. Figuren 18-22 tonen twee verschillende varianten van een hoekbouwmodule 4, 5. Figuur 23 toont een alternatief voor een onderdeel van de basisbouwmodule 1.
De basisbouwmodule 1 zoals getoond in diverse figuren omvat twee uitwendige panelen 11, 12 die in het hiernavolgende respectievelijk als voorpaneel 11 en achterpaneel 12 aangeduid zullen worden. Het voorpaneel 11 en het achterpaneel 12 strekken zich in het getoonde voorbeeld parallel ten opzichte van elkaar uit, en zijn in het algemeen uitgevoerd als een vlakke plaat met een rechthoekige vorm. Vrij bereikbare hoofdlichaamsvlakken van het voorpaneel 11 en het achterpaneel 12 vormen buitenvlakken van de basisbouwmodule 1, en maken in een opgebouwd geheel van een aantal basisbouwmodules 1 deel uit van samengestelde buitenoppervlakken van het geheel, zoals in figuur 17 te zien is.
De getoonde basisbouwmodule 1 omvat verder twee verbindingskolommen 10 die op afstand van elkaar tussen het voorpaneel 11 en het achterpaneel 12 gepositioneerd zijn. In het getoonde voorbeeld zijn de verbindingskolommen 10 identiek en omvatten elk een aantal inwendige panelen 13, 14, 15, 16 van de basisbouwmodule 1, in het bijzonder panelen 13, 14, 15, 16 die in het algemeen als vlakke platen uitgevoerd zijn, meer in het bijzonder twee parallel en op afstand ten opzichte van elkaar opgestelde brede panelen 13, 14 die zich haaks op het voorpaneel 11 en het achterpaneel 12 uitstrekken en waarvan aan twee tegenoverliggende zijden een randgedeelte in een sponning 21 in het voorpaneel 11 en het achterpaneel 12 opgenomen is, en twee parallel en op afstand van elkaar opgestelde smalle panelen 15, 16 die zich haaks op de brede panelen 13, 14 uitstrekken en waarvan aan twee tegenoverliggende zijden een randgedeelte in een sponning 21 in de brede panelen 13, 14 opgenomen is. In deze configuratie strekken de smalle panelen 15, 16 van de verbindingskolommen zich parallel ten opzichte van het voorpaneel 11 en het achterpaneel 12 uit.
Op basis van de hierboven beschreven configuratie van het voorpaneel 11, het achterpaneel 12 en de twee verbindingskolommen 10 is een paneelstructuur 6 met inwendige ruimtes 7 in de basisbouwmodule 1 gerealiseerd. Een verbindingskolom 10 is apart getoond in figuren 6-8. In deze weergave is onder meer te zien dat in ieder geval de brede panelen 13, 14 van verjongingen 20 voorzien kunnen zijn om materiaal en gewicht te besparen. Het voorpaneel 11 en het achterpaneel 12 zijn apart getoond in figuur 11. In deze weergave is onder meer te zien dat deze panelen 11,12 eveneens van verjongingen 20 voorzien kunnen zijn. Binnen het kader van de uitvinding kan voor de verbindingskolommen 10 een geschikt aantal gekozen worden, van één per basisbouwmodule 1 tot zoveel als toepasselijk is.
In figuren 1-4 is te zien dat in het getoonde voorbeeld het voorpaneel 11 en het achterpaneel 12 een versprongen positionering ten opzichte van de verbindingskolommen 10 hebben, waardoor aan een zijde van de basisbouwmodule 1 die bij het opbouwen van bijvoorbeeld een staande wand als onderzijde aangeduid kan worden, het voorpaneel 11 en het achterpaneel 12 ten opzichte van de verbindingskolommen 10 uitsteken, en waardoor aan een tegenoverliggende zijde van de basisbouwmodule 1, dat wil zeggen, een zijde van de basisbouwmodule 1 die bij het opbouwen van bijvoorbeeld een staande wand als bovenzijde aangeduid kan worden, de verbindingskolommen 10 ten opzichte van het voorpaneel 11 en het achterpaneel 12 uitsteken. Dit vergemakkelijkt het ten opzichte van elkaar in een koppelingspositie brengen van twee basisbouwmodules 1, aangezien dat dan een kwestie is van het tussen de uitstekende gedeeltes van het voorpaneel 11 en het achterpaneel 12 van een eerste basisbouwmodule 1 schuiven van de uitstekende gedeeltes van de verbindingskolommen 10 van een tweede basisbouwmodule 1, waarbij gedeeltes van de brede panelen 13, 14 van de verbindingskolommen 1 van de tweede basisbouwmodule 1 in gedeeltes van sponningen 21 in het voorpaneel 11 en het achterpaneel 12 van de eerste basisbouwmodule 1 opgenomen worden. Zodoende is het ontwerp van de basisbouwmodule 1 met de genoemde versprongen positionering van het voorpaneel 11 en het achterpaneel 12 ten opzichte van de verbindingskolommen 10 en met de voorziening van sponningen 21 in het voorpaneel 11 en het achterpaneel 12 erop gericht een goede onderlinge interlocking van de basisbouwmodules 1 te waarborgen. Overigens geldt voor alle koppelingen tussen panelen die ter plaatse van een sponning 21 in het ene paneel en een randgedeelte van het andere paneel tot stand gebracht worden dat een zwaluwstaart vormgeving gekozen kan zijn, waarbij alleen verschuivingen in een lengterichting van de sponningen 21 mogelijk zijn, terwijl verschuivingen in alle andere mogelijke richtingen verhinderd worden.
Voor de onderlinge koppeling van de basisbouwmodules 1 is de basisbouwmodule 1 van een koppelingsmechanisme voorzien. In het getoonde voorbeeld is in elk van de verbindingskolommen 10 een actieve koppelcomponent 31 en een passieve koppelcomponent 32 opgesteld, aan respectievelijk de onderzijde en de bovenzijde van de basisbouwmodule 1. De actieve koppelcomponent 31 wordt daardoor gekenmerkt, dat deze component verplaatsbaar is tussen een insteekpositie en een sluitpositie. De actieve koppelcomponent 31 aan de onderzijde van een eerste basisbouwmodule 1 en de passieve koppelcomponent 32 aan de bovenzijde van een tweede basisbouwmodule 1 zijn geconfigureerd voor samenwerking met elkaar, in het bijzonder om in aangrijping met elkaar te komen wanneer de basisbouwmodules 1 in een koppelingspositie gebracht worden en de actieve koppelcomponent 31 van de insteekpositie naar de sluitpositie gebracht wordt.
Het koppelingsmechanisme van de basisbouwmodule 1 kan op een willekeurig geschikte manier uitgevoerd zijn. In het getoonde voorbeeld is ervoor gekozen om voor de actieve koppelcomponent 31 een samenstel van een bout 33 en een op de bout 33 aangebrachte klos 34 te hebben, zoals in figuren 3 en 4 goed te zien is, en voor de passieve koppelcomponent 32 een staafvormig lichaam 35, zoals in figuren 2, 6 en 8 goed te zien is. Aan de onderzijde van de verbindingskolom 10 steekt de klos 34 uit ten opzichte van de panelen 13, 14, 15, 16, in de ruimte die zich aan de onderzijde van de basisbouwmodule 1 tussen het voorpaneel 11 en het achterpaneel 12 bevindt. De klos 34 is voorzien van een afgeschuind vlak 36. De bout 33 is opgenomen in openingen 37a, 37b in de smalle panelen 15, 16 van de verbindingskolom 10. Het staafvormige lichaam 35 strekt zich uit in een inwendige ruimte 7 die tussen de panelen 13, 14, 15, 16 van de verbindingskolom 10 gedefinieerd is.
De actieve koppelcomponent 31 bevindt zich standaard in de insteekpositie zodat twee aan elkaar te koppelen basisbouwmodules 1 ongehinderd tegen elkaar geplaatst en daarmee in een koppelingspositie gebracht kunnen worden, waarbij de klos 34 van de ene basisbouwmodule 1 in de ruimte 7 van de andere basisbouwmodule 1 met daarin het staafvormige lichaam 35 opgenomen wordt. Om vanuit die situatie te bewerkstelligen dat de klos 34 van de ene basisbouwmodule 1 met het staafvormige lichaam 35 van de andere basisbouwmodule 1 in aangrijping komt, dient de bout 33 waarop de klos 34 zich bevindt verdraaid te worden. Hiertoe kan elk geschikt hulpmiddel worden toegepast. In het getoonde voorbeeld is het voorpaneel 11 op toepasselijke plaatsen van openingen 38 voorzien, waardoor toegang tot de bout 33 voor een dergelijk hulpmiddel van buiten de basisbouwmodule 1 mogelijk wordt. Aldus omvat de totstandbrenging van een koppeling tussen twee basisbouwmodules 1 de stappen van het in een koppelingspositie brengen van de basisbouwmodules 1 en het met elkaar in aangrijping laten komen van een actieve koppelcomponent 31 van de ene basisbouwmodule 1 met de passieve koppelcomponent 32 van de andere basisbouwmodule 1 door de actieve koppelcomponent 31 van de insteekpositie naar de sluitpositie te verplaatsen, waarbij een hulpmiddel door een opening 38 in het voorpaneel 11 gestoken wordt. Wanneer de bout 33 verdraaid wordt en de klos 34 zich dientengevolge verplaatst, dan komt de klos 34 via het afgeschuinde gedeelte 36 ervan steeds vaster tegen het staafvormige lichaam 35 aan te zitten. Een koppeling tussen de actieve koppelcomponent 31 van de ene basisbouwmodule 1 en de passieve koppelcomponent 32 van de andere basisbouwmodule 1 is visueel gemaakt in figuren 9 en 10.
Afhankelijk van de gewenste toepassing van de basisbouwmodules 1 kan het gunstig zijn wanneer deze voorzien zijn van vullichamen van warmte-isolerend materiaal. Dergelijke vullichamen kunnen in één of meer van de inwendige ruimtes 7 van de paneelstructuur 6 geplaatst zijn. In het getoonde voorbeeld omvat de basisbouwmodule 1 dergelijke vullichamen 40 op vijf verschillende plaatsen, namelijk in de ruimte 7 tussen de panelen 13, 14, 15, 16 van de twee verbindingskolommen 10, in een centrale ruimte 7 van de basisbouwmodule 1 tussen de twee verbindingskolommen 10, en in een open ruimte 7 aan twee zijkanten van de basisbouwmodule 1.
In het getoonde voorbeeld zijn de vullichamen 40 die zich aan de zijkanten van de basisbouwmodule 1 bevinden, waar de inwendige ruimte 7 van de paneelstructuur 6 open is, getrapt uitgevoerd om aan die kanten een goede aansluiting van de basisbouwmodule 1 op een naastgelegen basisbouwmodule 1 mogelijk te maken, waarbij het getrapte oppervlak 41 van het vullichaam 40 van de ene basisbouwmodule 1 precies tegen het getrapte oppervlak van het vullichaam 40 van de andere basisbouwmodule 1 geplaatst wordt. Verder zijn in het getoonde voorbeeld de vullichamen 40 die zich in de verbindingskolommen 10 aan de bovenzijde be vinden van een opening 42 voorzien, zoals in figuur 5 goed te zien is. Deze opening 42 is een kijkopening en is dusdanig gepositioneerd dat de klos 34 van de actieve koppelcomponent 31 alleen erdoor zichtbaar is wanneer de klos 34 zich in de sluitpositie bevindt. Het is voor een persoon die met de basisbouwmodules 1 werkt dus altijd mogelijk om van bovenaf te inspecteren of de koppeling tussen basisbouwmodules 1 compleet is, of dat de bout 33 van de actieve koppelcomponent 31 nog verdraaid moet worden.
Figuren 12 en 13 hebben betrekking op een zogeheten voetplaat 2. In vergelijking met de basisbouwmodule 1 kan de voetplaat 2 gezien worden als een meervoudige bouwmodule waarvan de bovenzijde dezelfde vormkenmerken heeft als de bovenzijde van de basisbouwmodule 1, zodat een basisbouwmodule 1 op dezelfde wijze aan de voetplaat 2 gekoppeld kan worden als aan een basisbouwmodule 1. In functionele zin kan de voetplaat 2 aangeduid worden als een rij aaneengeschakelde basisbouwmodules 1 met alleen een passieve koppelcomponent 32 aan de bovenzijde ervan terwijl de actieve koppelcomponent 31 afwezig is en zich aan de onderzijde een bodempaneel 17 bevindt. Op basis van de vergelijking met een rij aaneengeschakelde basisbouwmodules 1 heeft de voetplaat 2 weliswaar een langwerpige vorm maar is deze aan de bovenzijde ervan verder van een vergelijkbare opzet als de basisbouwmodule 1. Aldus omvat de voetplaat 2 een langwerpig voorpaneel 11, een langwerpig achterpaneel 12 en een veelvoud aan verbindingskolommen 10.
In de voetplaat 2 vormen het voorpaneel 11 en het achterpaneel 12 met het bodempaneel 17 een basisgoot 8 met een U-vormige dwarsdoorsnede. Op dezelfde manier als waarop dat bij de basisbouwmodule 1 mogelijk is, kan de voetplaat 2 voorzien zijn van geschikte vullichamen 40. Aan een zijkant (kopse kant) kan een vullichaam 40 met een getrapt oppervlak 41 aangebracht zijn, zoals eerder beschreven in verband met de basisbouwmodule 1. Deze optie is getoond in figuur 12. Aan de andere kant, zoals getoond in figuur 13, kan aan een zijkant een vullichaam 40 met een vlak oppervlak aangebracht zijn, en kan de basisgoot 8 afgesloten zijn door middel van een sluitpaneel 18. Overigens behoort voor de basisbouwmodule 1 de genoemde vormgeving van de zijkant met een vullichaam 40 met een vlak oppervlak en een sluitpaneel 18 eveneens tot de mogelijkheden.
Het bodempaneel 17 kan gebruikt worden om de voetplaat 2 te stellen en aan een ondergrond te bevestigen. De ruimtes 7 die aan de voorzijde van de voetplaat 2 tussen het voorpaneel 11 en het smalle paneel 15 van de verbindingskolommen 10 aanwezig zijn en/of de ruimtes 7 die aan de achterzijde van de voetplaat 2 tussen het achterpaneel 12 en het smalle paneel 16 van de verbindingskolommen 10 aanwezig zijn kunnen gebruikt worden om de bevestiging van de voetplaat 2 aan een ondergrond van bovenaf te bewerkstelligen, bijvoorbeeld door hierin gaten te boren en geschikte bevestigingsmiddelen aan te brengen.
Figuren 14-16 hebben betrekking op een dekplaat 3, die evenals de voetplaat 2 een meervoudige bouwmodule is. Een verschil met de voetplaat 2 is dat de onderzijde van de dekplaat 3 dezelfde vormkenmerken heeft als de onderzijde van de basisbouwmodule 1, zodat een basisbouwmodule 1 op dezelfde wijze aan de dekplaat 3 gekoppeld kan worden als aan een basisbouwmodule 1. In functionele zin kan de dekplaat 3 aangeduid worden als een rij aaneengeschakelde basisbouwmodules 1 met alleen een actieve koppelcomponent 31 aan de onderzijde ervan terwijl de passieve koppelcomponent 32 afwezig is en zich aan de bovenzijde een toppaneel 19 bevindt. De dekplaat 3 dient ter afdekking van een aantal basisbouwmodules 1.
Op vergelijkbare wijze zoals dat bij de voetplaat 2 het geval is, omvat de dekplaat 3 een langwerpig voorpaneel 11, een langwerpig achterpaneel 12 en een veelvoud aan verbindingskolommen 10, waarbij het voorpaneel 11 en het achterpaneel 12 met het toppaneel 19 een basisgoot 8 met een U-vormige dwarsdoorsnede vormen. Op basis van het voorgaande zal duidelijk zijn dat bij toepassing van voetplaten 2 en dekplaten 3 in een op te bouwen constructie 100 de basisgoot 8 van de dekplaat 3 een omgekeerde oriëntatie heeft ten opzichte van de basisgoot 8 van de voetplaat 2. Op dezelfde manier als waarop dat bij de basisbouwmodule 1 en de voetplaat 2 mogelijk is, kan de dekplaat 3 voorzien zijn van geschikte vullichamen 40.
Figuur 17 illustreert hoe basisbouwmodules 1, voetplaten 2 en dekplaten 3 gebruikt kunnen worden om een bouwconstructie 100 te vormen. In het getoonde voorbeeld, dat een willekeurig voorbeeld is, is de bouwconstructie 100 een hoekconstructie van twee opstaande wanden 101 met in één van de wanden 101 een opening 102 voor een raam of dergelijke. De bouwconstructie 100 wordt op eenvoudige wijze op een ondergrond opgebouwd door voetplaten 2 op de ondergrond te bevestigen en daar dan basisbouwmodules 1 in lagen bovenop te zetten en koppelingen tussen de diverse lagen te bewerkstelligen onder gebruikmaking van de koppelcomponenten 31, 32 van de basisbouwmodules 1 en de voetplaten 2. Waar dat van toepassing is, kunnen dekplaten 3 toegepast worden om een aantal basis bouwmodules 1 aan de bovenzijde ervan af te dekken. Gedurende het proces kunnen steeds de gewenste koppelingen gemaakt worden door de basisbouwmodules 1 en de dekplaten 3 in een koppelingspositie te brengen, simpelweg door de basisbouwmodules 1 en de dekplaten 3 op een reeds gevormde laag te stapelen, en dan vanaf de voorzijde van de basisbouwmodules 1 en de dekplaten 3 de desbetreffende actieve koppelcomponent 31 onder toepassing van een geschikt hulpmiddel dat door een opening 38 in het voorpaneel 11 gestoken kan worden, van de insteekpositie naar de sluitpositie te brengen. Voordat een volgende basisbouwmodule 1 aangebracht wordt, kan via de kijkopening 42 van bovenaf gecontroleerd worden of de koppeling tussen reeds gevormde lagen compleet is. Aan kopse kanten van basisbouwmodules 1 en op andere toepasselijke plaatsen in de bouwconstructie 100 kunnen sluitpanelen toegepast worden om een volledig gesloten aanblik van de bouwconstructie 100 te realiseren.
Door middel van de koppelcomponenten 31,32 worden de basisbouwmodules 1, de voetplaten 2 en de dekplaten 3 in verticale richting gekoppeld. Het is gunstig wanneer de basisbouwmodules 1 ten minste twee actieve koppelcomponenten 31 en twee passieve koppelcomponenten 32 hebben, zoals dat in het getoonde voorbeeld het geval is, zodat de basisbouwmodules 1 in een halfsteensverband aangebracht kunnen worden. Een basisbouwmodule 1 kan dan steeds aan twee andere basisbouwmodules 1 gekoppeld worden, zodat een bouwconstructie 100 verkregen wordt waarin basisbouwmodules 1 niet alleen in verticale richting gekoppeld zijn, maar ook in zijdelingse richting.
Op basis van het voorgaande kan geconcludeerd worden dat een hoge mate van flexibiliteit in het opbouwen van bouwconstructies 100 verkregen wordt wanneer de uitvinding toegepast wordt. De precieze uitvoering van de basisbouwmodule 1 volgens de uitvinding kan op eenvoudige wijze aan de vereisten van een bouwconstructie 100 aangepast worden. Afmetingen van de inwendige ruimtes 7 van de paneelstructuur 6 kunnen gevarieerd worden door een ander onderling verband van panelen te kiezen en de vormgeving van de panelen, met name de positionering van sponningen 21 in de panelen, daarop aan te passen. Vullichamen 40 kunnen naar wens wel of niet in de paneelstructuur 6 ingepast worden, waarmee bijvoorbeeld warmte-isolerende eigenschappen aan de basisbouwmodules 1 gegeven kunnen worden, en bekabeling of dergelijke kan op eenvoudige wijze door de inwendige ruimtes 7 heen gelegd worden, waarbij opgemerkt wordt dat de inwendige ruimtes 7 van aan elkaar gekoppelde basisbouwmodules 1 in eikaars verlengde liggen en op basis daarvan doorlopende kanalen in een bouwconstructie 100 vormen. Er zijn geen extra bevestigingsmiddelen nodig om de vereiste koppelingen tussen basisbouwmodules 1 te realiseren. De veiligheid is in belangrijke mate gewaarborgd doordat de koppelcomponenten 31,32 van de basisbouwmodules 1 zich weliswaar in het inwendige van een op te bouwen bouwconstructie 100 bevinden, maar een mogelijkheid tot inspectie van de koppeling is voorzien. Desgewenst kan een bouwconstructie 100 of een gedeelte daarvan weer afgebroken worden, waarbij dan koppelingen tussen de actieve koppelcomponenten 31 en de passieve koppelcomponenten van onderling gekoppelde modules ongedaan gemaakt kunnen worden, zodat de modules eenvoudigweg van elkaar af genomen kunnen worden en desgewenst voor een andere toepassing bestemd kunnen worden.
Figuren 18-22 hebben betrekking op twee verschillende varianten van een hoekbouwmodule 4, 5. Een hoekbouwmodule 4, 5 is aan twee zijden ervan ingericht om zijdelings op een basisbouwmodule 1 aan te sluiten. In tegenstelling tot hetgeen bij de basisbouwmodule 1 het geval is, zijn de genoemde twee zijden niet tegenoverliggend. In de getoonde voorbeelden zijn de genoemde twee zijden zodanig gekozen, dat de plaatsing van de ene aansluitende basisbouwmodule 1 onder een hoek van 90° met de andere aansluitende basisbouwmodule 1 is. Zoals eerder toegelicht is, kan aansluiting tussen basisbouwmodules 1,4, 5 via een getrapt oppervlak 41 van een vullichaam 40 plaatsvinden.
Beide getoonde hoekbouwmodules 4, 5 omvatten een paneelstructuur 6 met twee verbindingskolommen 10, waarbij in elke verbindingskolom 10 een actieve koppelcomponent 31 en een passieve koppelcomponent 32 opgesteld zijn. Een verschil tussen de getoonde varianten van de hoekbouwmodules 4, 5 is dat in de ene hoekbouwmodule 4 zoals getoond in figuren 18-20, de onderlinge oriëntatie van de verbindingskolommen 10 dusdanig gekozen is dat de actieve koppelcomponenten 31 in tegenovergestelde richting beweegbaar zijn en de passieve koppelcomponenten 32 zich in dezelfde richting uitstrekken, terwijl in de andere hoekbouwmodule 5 zoals getoond in figuren 21 en 22, de onderlinge oriëntatie van de verbindingskolommen 10 dusdanig gekozen is dat de actieve koppelcomponenten 31 beweegbaar zijn in richtingen die 90° van elkaar verschillen en de passieve koppelcomponenten 32 zich eveneens uitstrekken in richtingen die 90° van elkaar verschillen. Voor de volledigheid wordt opgemerkt dat in de basisbouwmodule 1 de verbindingskolommen 10 dezelfde oriëntatie hebben, waarbij de actieve koppelcomponenten 31 in dezelfde richting beweegbaar zijn en de passieve koppelcomponenten 31 zich in dezelfde richting uitstrekken.
Het zal voor een deskundige duidelijk zijn dat de omvang van de uitvinding niet beperkt is tot de in het voorgaande besproken voorbeelden, maar dat diverse variaties en modificaties daarvan mogelijk zijn zonder af te wijken van de omvang van de uitvinding zoals gedefinieerd in de aangehechte conclusies.
Voor de volledigheid wordt opgemerkt dat begrippen als “parallel” en “loodrecht” begrepen dienen te worden voor hun praktische betekenis waarbij een bepaalde mate van afwijking van de theoretische betekenis impliciet is.
De getoonde voetplaten 2 en dekplaten 3 zijn uitgevoerd als langwerpige, meervoudige bouwmodules. Dat neemt niet weg dat in het kader van de uitvinding eveneens voetplaten 2 en dekplaten 3 denkbaar zijn die ingericht zijn voor het ondersteunen respectievelijk afdekken van een enkele basisbouwmodule 1 of een gedeelte daarvan.
De paneelstructuur 6 kan gerealiseerd zijn op basis van een aantal afzonderlijke panelen 11, 12, 13, 14, 15, 16 die tijdens een assemblageproces met elkaar verbonden worden, zoals in het getoonde voorbeeld het geval is. De wijze waarop de benodigde verbindingen tussen de panelen 11, 12, 13, 14, 15, 16 gerealiseerd worden, kan binnen het kader van de uitvinding vrij gekozen worden. Zo zijn er naast de getoonde optie van een verbinding met sponningen 21 in het ene paneel voor het opnemen van een randgedeelte van een ander paneel opties als lijmen en/of het toepassen van verbindingselementen zoals schroeven of spijkers beschikbaar. Een andere optie voor de paneelstructuur 6 is dat deze als één integraal geheel gevormd is, bijvoorbeeld door middel van persen, stansen of extruderen, zoals getoond in figuur 23. De paneelstructuur 6 kan van elk mogelijk geschikt materiaal of elke mogelijke geschikte combinatie van materialen gemaakt zijn. Een uitvoering van de paneelstructuur 6 als een enkel integraal geheel in koolstofcomposiet kan bijvoorbeeld gekozen worden om een groot constructief draagvermogen te realiseren.

Claims (30)

  1. CONCLUSIES
    1. Bouwmodule (1) die geconfigureerd is voor gebruik ten behoeve van het opbouwen van een bouwconstructie (100) zoals een vlakke wand (101), omvattende:
    - een aantal panelen (11, 12, 13, 14, 15, 16) die in onderlinge verbinding met elkaar staan en een paneelstructuur (6) met inwendige ruimtes (7) vormen, en
    - een actieve koppelcomponent (31) ter koppeling van de bouwmodule (1) aan een naastgelegen soortgelijke bouwmodule (1) in een koppelingspositie van de bouwmodule (1), welke actieve koppelcomponent (31) ten minste gedeeltelijk in een inwendige ruimte (7) van de paneelstructuur (6) opgesteld is en in de bouwmodule (1) verplaatsbaar is tussen een insteekpositie om in de koppelingspositie van de bouwmodule (1) ruimte te laten voor een passieve koppelcomponent (32) van de naastgelegen soortgelijke bouwmodule (1) en een sluitpositie om in de koppelingspositie van de bouwmodule (1) met de passieve koppelcomponent (32) van de naastgelegen soortgelijke bouwmodule (1) in aangrijping te zijn.
  2. 2. Bouwmodule (1) volgens conclusie 1, omvattende ten minste één vullichaam (40) dat zich ten minste gedeeltelijk in een inwendige ruimte (7) van de paneelstructuur (6) bevindt.
  3. 3. Bouwmodule (1) volgens conclusie 2, waarbij het vullichaam (40) warmteisolerende eigenschappen heeft.
  4. 4. Bouwmodule (1) volgens conclusie 2 of 3, omvattende een vullichaam (40) dat zich ten minste gedeeltelijk in een inwendige ruimte (7) van de paneelstructuur (6) bevindt waarin zich tevens de actieve koppelcomponent (31) gedeeltelijk bevindt, waarbij het vullichaam (40) van een kijkopening (42) voorzien is die gepositioneerd is om zicht op de actieve koppelcomponent (31) van buiten de bouwmodule (1) mogelijk te maken wanneer deze zich in één van de insteekpositie en de sluitpositie bevindt en om de actieve koppelcomponent (31) van buiten de bouwmodule (1) ten minste gedeeltelijk aan het zicht te onttrekken wanneer deze zich in de ander van de insteekpositie en de sluitpositie bevindt.
  5. 5. Bouwmodule (1) volgens conclusie 4, waarbij de kijkopening (42) gepositioneerd is om zicht op de actieve koppelcomponent (31) van buiten de bouwmodule (1) mogelijk te maken wanneer deze zich in de sluitpositie bevindt en om de actieve koppelcomponent (31) van buiten de bouwmodule (1) ten minste gedeeltelijk aan het zicht te onttrekken wanneer deze zich in de insteekpositie bevindt.
  6. 6. Bouwmodule (1) volgens een van conclusies 2-5, omvattende twee vullichamen (40) die zich in een open inwendige ruimte (7) van de paneelstructuur (6) bevinden en van buiten de bouwmodule (1) vrij bereikbaar zijn, waarbij elk van de vullichamen (40) een getrapt oppervlak (41) heeft ter aansluiting op een complementair getrapt oppervlak (41) van een vrij bereikbaar vullichaam (41) van een soortgelijke bouwmodule (1).
  7. 7. Bouwmodule (1) volgens een van conclusies 1-6, waarbij de actieve koppelcomponent middels een rechtlijnige beweging van ten minste een element ervan van de insteekpositie naar de sluitpositie, en andersom, te brengen is.
  8. 8. Bouwmodule (1) volgens een van conclusies 1-7, waarbij de actieve koppelcomponent (31) een samenstel van een schroeflichaam (33) en een op het schroeflichaam (33) aangebracht sluitelement (34) omvat, welk schroeflichaam (33) in de paneelstructuur (6) bevestigd zit.
  9. 9. Bouwmodule (1) volgens een van conclusies 1-8, waarbij de actieve koppelcomponent (31) een afgeschuind vlak (36) omvat, welk afgeschuind vlak (36) geconfigureerd is om met een passieve koppelcomponent (32) van een naastgelegen bouwmodule (1) in aanraking te zijn wanneer in de koppelingspositie van de bouwmodule (1) de actieve koppelcomponent (31) zich in de sluitpositie bevindt.
  10. 10. Bouwmodule (1) volgens een van conclusies 1-9, omvattende een passieve koppelcomponent (32) die ten minste gedeeltelijk in een inwendige ruimte (7) van de paneelstructuur (6) opgesteld is, welke passieve koppelcomponent (32) geconfigureerd is om in de koppelingspositie van de bouwmodule (1) in aangrijping te zijn met een actieve koppelcomponent (31) van een naastgelegen soortgelijke bouwmodule (1) die zich in de sluitpositie bevindt.
  11. 11. Bouwmodule (1) volgens conclusie 10, waarbij de passieve koppelcomponent (32) en de actieve koppelcomponent (31) ten minste gedeeltelijk in dezelfde inwendige ruimte (7) van de paneelstructuur (6) opgesteld zijn.
  12. 12. Bouwmodule (1) volgens conclusie 10 of 11, waarbij de passieve koppelcomponent (32) en de actieve koppelcomponent (31) zich aan tegenoverliggende zijden van de bouwmodule (1) bevinden.
  13. 13. Bouwmodule (1) volgens een van conclusies 10-12, waarbij de passieve koppelcomponent (32) een staafvormig lichaam (35) omvat dat zich in een inwendige ruimte (7) van de paneelstructuur (6) uitstrekt.
  14. 14. Bouwmodule (1) volgens een van conclusies 1-13, waarbij de paneelstructuur (6) uitwendige panelen (11, 12) omvat waarvan een hoofdlichaamsvlak een buitenvlak van de bouwmodule (1) vormt, en aantal inwendige panelen (13, 14, 15, 16) waarvan een hoofdlichaamsvlak zich in het inwendige van de paneelstructuur (6) uitstrekt.
  15. 15. Bouwmodule (1) volgens conclusie 14, waarbij de paneelstructuur (6) twee uitwendige panelen (11, 12) omvat die op afstand van elkaar gepositioneerd zijn en die zich parallel ten opzichte van elkaar uitstrekken, en waarbij ten minste een aantal inwendige panelen (13, 14) zich loodrecht ten opzichte van de uitwendige panelen (11, 12) uitstrekken.
  16. 16. Bouwmodule (1) volgens conclusie 14 of 15, waarbij aan een zijde van de bouwmodule (1) de uitwendige panelen (11, 12) zich tot een hoger niveau dan de inwendige panelen (13, 14, 15, 16) uitstrekken, en waarbij aan een tegenoverliggende zijde van de bouwmodule (1) de inwendige panelen (13, 14, 15, 16) zich tot een hoger niveau dan de uitwendige panelen (11, 12) uitstrekken.
  17. 17. Bouwmodule (1) volgens een van conclusies 14-16, waarbij een uitwendig paneel (11, 12) van de paneelstructuur (6) van een opening (38) voorzien is om toegang tot de actieve koppelcomponent (31) van buiten de bouwmodule (1) mogelijk te maken.
  18. 18. Bouwmodule (1) volgens een van conclusies 1-17, waarbij de panelen (11, 12, 13, 14, 15, 16) van de paneelstructuur (6) zonder gebruikmaking van verbindingselementen met elkaar verbonden zijn.
  19. 19. Bouwmodule (1) volgens een van conclusies 1-18, waarbij de panelen (11, 12, 13, 14, 15, 16) van de paneelstructuur (6) op basis van messing-en-groefverbindingen met elkaar verbonden zijn.
  20. 20. Bouwmodule (1) volgens een van conclusies 1-19, omvattende twee actieve koppelcomponenten (31) die op afstand van elkaar gepositioneerd zijn.
  21. 21. Bouwmodule (1) volgens een van conclusies 1 -20, omvattende twee passieve koppelcomponenten (32) die op afstand van elkaar gepositioneerd zijn.
  22. 22. Langwerpige, meervoudige bouwmodule (2) die geconfigureerd is voor gebruik ten behoeve van het ondersteunen van een veelvoud aan bouwmodules (1) volgens een van conclusies 1-21, omvattende:
    - een aantal panelen (11, 12, 13, 14, 15, 16, 17) die in onderlinge verbinding met elkaar staan en een paneelstructuur (6) met inwendige ruimtes (7) vormen, en
    - een aantal passieve koppelcomponenten (32) die elk ten minste gedeeltelijk in een inwendige ruimte (7) van de paneelstructuur (6) opgesteld zijn en geconfigureerd zijn om door een actieve koppelcomponent (31) van een bouwmodule (1) aangegrepen te worden wanneer de bouwmodule (1) in een koppelingspositie tegen de meervoudige bouwmodule (2) geplaatst wordt en de actieve koppelcomponent (31) van de bouwmodule (1) in de sluitpositie gebracht wordt.
  23. 23. Langwerpige, meervoudige bouwmodule (2) volgens conclusie 22, waarbij de paneelstructuur (6) drie uitwendige panelen (11, 12, 17) omvat waarvan een hoofdlichaamsvlak een buitenvlak van de meervoudige bouwmodule (2) vormt en die gezamenlijk een basisgoot (8) met een U-vormige dwarsdoorsnede vormen, en een aantal inwendige panelen (13, 14, 15, 16) die zich gedeeltelijk in de basisgoot (8) bevinden.
  24. 24. Langwerpige, meervoudige bouwmodule (3) die geconfigureerd is voor gebruik ten behoeve van het afdekken van een veelvoud aan bouwmodules (1) volgens een van conclusies 1-21, omvattende:
    - een aantal panelen (11, 12, 13, 14, 15, 16, 17) die in onderlinge verbinding met elkaar staan en een paneelstructuur (6) met inwendige ruimtes (7) vormen, en
    - een aantal actieve koppelcomponenten (31) die elk ten minste gedeeltelijk in een inwendige ruimte (7) van de paneelstructuur (6) opgesteld zijn en geconfigureerd zijn om met een passieve koppelcomponent (32) van een bouwmodule (1) in aangrijping te komen wanneer de meervoudige bouwmodule (3) in een koppelingspositie tegen de bouwmodule (1) geplaatst wordt en de actieve koppelcomponent (31) van de meervoudige bouwmodule (3) in de sluitpositie gebracht wordt.
  25. 25. Langwerpige, meervoudige bouwmodule (3) volgens conclusie 24, waarbij de paneelstructuur (6) drie uitwendige panelen (11, 12, 17) omvat waarvan een hoofdlichaamsvlak een buitenvlak van de meervoudige bouwmodule (3) vormt en die gezamenlijk een basisgoot (8) met een U-vormige dwarsdoorsnede vormen, en een aantal inwendige panelen (13, 14, 15, 16) die zich gedeeltelijk in de basisgoot (8) bevinden.
  26. 26. Bouwconstructie (100), omvattende een veelvoud aan bouwmodules (1) volgens een van conclusies 1-21 die middels hun koppelcomponenten (31, 32) onderling gekoppeld zijn.
  27. 27. Bouwconstructie (100) volgens conclusie 26, waarbij de bouwmodules (1) in een halfsteensverband geplaatst zijn.
  28. 28. Bouwconstructie (100) volgens conclusie 26 of 27, omvattende ten minste één van de langwerpige, meervoudige bouwmodule (2) volgens conclusie 22 of 23 en de langwerpige, meervoudige bouwmodule (3) volgens conclusie 24 of 25, waarbij een aantal bouwmodules (1) en de meervoudige bouwmodule (2, 3) middels hun koppelcomponenten (31, 32) onderling gekoppeld zijn.
  29. 29. Werkwijze voor het opbouwen van een bouwconstructie (100), waarbij een aantal bouwmodules (1) volgens een van conclusies 1-21 verschaft worden, ten op26 zichte van elkaar in een koppelingspositie gebracht worden, en middels hun koppelcomponenten (31, 32) aan elkaar gekoppeld worden, waarbij de actieve koppelcomponenten (31) van de bouwmodules (1) van de insteekpositie naar de sluitpositie gebracht worden, en waarbij een bouwmodule (1) niet eerder ten opzichte van ten
    5 minste één vrij bereikbare bouwmodule (1) in de koppelingspositie gebracht wordt dan dat de ten minste ene vrij bereikbare bouwmodule (1) aan ten minste één achterliggende bouwmodule (1) gekoppeld is.
  30. 30. Werkwijze volgens conclusie 29, waarbij de bouwmodules (1) in een half-
    10 steensverband geplaatst worden.
    1/11
    2/11
NL2020493A 2018-02-26 2018-02-26 Bouwmodule voor het opbouwen van een bouwconstructie NL2020493B1 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2020493A NL2020493B1 (nl) 2018-02-26 2018-02-26 Bouwmodule voor het opbouwen van een bouwconstructie
PCT/NL2019/050124 WO2019164403A1 (en) 2018-02-26 2019-02-26 Building module for building a building construction

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2020493A NL2020493B1 (nl) 2018-02-26 2018-02-26 Bouwmodule voor het opbouwen van een bouwconstructie

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2020493B1 true NL2020493B1 (nl) 2019-08-30

Family

ID=62751500

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2020493A NL2020493B1 (nl) 2018-02-26 2018-02-26 Bouwmodule voor het opbouwen van een bouwconstructie

Country Status (2)

Country Link
NL (1) NL2020493B1 (nl)
WO (1) WO2019164403A1 (nl)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE311751C (nl) *
WO1991011568A1 (fr) * 1990-01-24 1991-08-08 Antal Bodi Systeme de construction destine a l'erection de murs et procede d'erection de murs a l'aide dudit systeme
US6122880A (en) * 1996-04-15 2000-09-26 Josef Kolb Building module and building module system for producing flat construction, especially walls
WO2002010528A1 (en) * 2000-07-31 2002-02-07 C & M Brick Pty Ltd An interlocking building block

Family Cites Families (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE10033481A1 (de) 2000-07-10 2002-01-24 Weinert Thomas Zwangsgeführter Stein mit Rundkanal Vertikal
NL1040286C2 (nl) 2013-07-05 2015-01-06 Willem Tjibbe Beugelink Modulair bouwsysteem.

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE311751C (nl) *
WO1991011568A1 (fr) * 1990-01-24 1991-08-08 Antal Bodi Systeme de construction destine a l'erection de murs et procede d'erection de murs a l'aide dudit systeme
US6122880A (en) * 1996-04-15 2000-09-26 Josef Kolb Building module and building module system for producing flat construction, especially walls
WO2002010528A1 (en) * 2000-07-31 2002-02-07 C & M Brick Pty Ltd An interlocking building block

Also Published As

Publication number Publication date
WO2019164403A1 (en) 2019-08-29

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US9032682B2 (en) Free-standing wall
US9932753B1 (en) Fence panel systems and methods
JP7288031B2 (ja) プレハブ方式ボリューメトリック建造モジュールのための接続システムおよび方法
JP7179830B2 (ja) 建造物を作製するためのモジュラシステム、モジュールコネクタ、およびモジュラシステムを備える建造物
US10487535B2 (en) Fence panel systems and methods
EA032418B1 (ru) Несущая панельная система для строительства зданий
US20100251628A1 (en) Construction system for structures
EP2983552B1 (en) Modular shelving system
JP2019509415A5 (nl)
EP2226441A1 (en) Building construction and method of designing
US20180313077A1 (en) Support apparatus and its components
NL2020493B1 (nl) Bouwmodule voor het opbouwen van een bouwconstructie
RU2297085C2 (ru) Рамный каркас для распределительного шкафа
US9173489B2 (en) Storage rack divider kit and apparatus
WO2008060221A2 (en) Self-supporting suspension device and method for assembling thereof
US7743583B2 (en) Method for providing structure having multiple interwoven structural members enhanced for resistance of multi-directional force
CN104781480B (zh) 模块化建筑
JP6415630B1 (ja) 間仕切り壁およびその構築方法
WO2010131995A1 (ru) Узел межэтажного соединения элементов пространственного каркаса здания
RU2008119097A (ru) Строительный модульный блок и строительная конструкция, в которой используется данный блок
EP0477125A1 (en) Box shelf system
WO2013187791A1 (ru) Деревянный строительный элемент и стена из таких элементов
EP1426510A3 (de) Gebäude aufgebaut aus einzelnen Baumodulen
JP6606632B1 (ja) 駐輪ブロックの新たな用途創出
EP2705197B1 (en) System of elements with columns, cross beams and column fittings with clips

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20220301