NL2019864B1 - Sierplantproduct - Google Patents

Sierplantproduct Download PDF

Info

Publication number
NL2019864B1
NL2019864B1 NL2019864A NL2019864A NL2019864B1 NL 2019864 B1 NL2019864 B1 NL 2019864B1 NL 2019864 A NL2019864 A NL 2019864A NL 2019864 A NL2019864 A NL 2019864A NL 2019864 B1 NL2019864 B1 NL 2019864B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
plant
approximately
plug
product according
ornamental
Prior art date
Application number
NL2019864A
Other languages
English (en)
Inventor
Otto Martinus Van Geest Andries
Original Assignee
Vg Orchids B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Vg Orchids B V filed Critical Vg Orchids B V
Priority to NL2019864A priority Critical patent/NL2019864B1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2019864B1 publication Critical patent/NL2019864B1/nl

Links

Landscapes

  • Hydroponics (AREA)
  • Cultivation Of Plants (AREA)
  • Cultivation Receptacles Or Flower-Pots, Or Pots For Seedlings (AREA)

Abstract

Sierplantproduct, omvattende een samenstel van een in bloei zijnde phalaenopsis orchideeplant, in het bijzonder een mini phalaenopsis orchideeplant, en een met voedingsvloeistof gevulde houder. De orchideeplant omvat een plantbasis met een groep bladeren, tenminste een zich vanuit de plantbasis opwaarts uitstrekkende bloeistengel met meerdere bloemen, en een zich vanuit de plantbasis neerwaarts uitstrekkend vrij wortelstelsel. Het wortelstelsel is als een prop in de intree van een opening van de houder opgenomen.

Description

Titel: Sierplantproduct
De uitvinding heeft betrekking op een sierplantproduct omvattende een samenstel van een bloeiende phalaenopsis orchideeplant, in het bijzonder een mini phalaenopsis orchideeplant, en een houder.
Het is bekend om als sierplantproduct een in bloei zijnde mini phalaenopsis potplant te verhandelen met een aantrekkelijk vormgegeven keramische ompot als houder. Een dergelijke ‘teacup orchid’ heeft vergeleken met een standaard phalaenopsis potplant voor de consument een aantrekkelijk uiterlijk, en daarmee een relatief hoge verkoopmarge.
Door marktverzadiging is de verkoopmarge echter onder druk komen te staan. De productie van de bloeiende mini phalaenopsis is relatief arbeids- en tijdsintensief, de ompot is relatief duur, en ook vergt de mini phalaenopsis van de consument regelmatige verzorging om goed te blijven bloeien.
De uitvinding beoogt een alternatief sierplantproduct waarmee genoemde nadelen althans gedeeltelijk kunnen worden tegengegaan. In het bijzonder beoogt de uitvinding een sierplantproduct met een aantrekkelijk uiterlijk, dat kosteneffectief kan worden geproduceerd, en dat met minimale verzorging toe kan.
Daartoe voorziet de uitvinding in een sierplantproduct, omvattende een samenstel van een in bloei zijnde phalaenopsis orchideeplant, in het bijzonder een kleine mini phalaenopsis orchideeplant, en een met voedingsvloeistof gevulde houder, waarbij de orchideeplant een plantbasis omvat met een groep bladeren, tenminste een zich vanuit de plantbasis opwaarts uitstrekkende bloeistengel met meerdere bloemen, en een zich vanuit de plantbasis neerwaarts uitstrekkend vrij wortelstelsel, waarbij het wortelstelsel als een prop in de intree van een opening van de houder is op genom en.
Door het vrije wortelstelsel als een prop in de intree van de opening van een, bij voorkeur lichtdoorlatende, houder op te nemen, kan worden bereikt clat het sierplantproduct een verrassend en aantrekkelijk uiterlijk heeft, zonder dat een relatief kostbare keramische ompot nodig is. Voorts kan door de wortelprop verdamping van de voedingsvloeistof worden tegengegaan, waardoor verzorging minimaal kan zijn. Ook kan de orchideeplant met behulp van het wortelstelsel en/of de groep bladeren met zijn plantbasis in de opening worden gestabiliseerd. Er is dan bijv. geen substraatplug of andere hulpvoorziening nodig om de plant te steunen.
De opening geeft toegang tot of omvat een reservoir waarin voedingsvloeistof kan worden opgenomen. De houder kan het reservoir geheel omvatten, in het bijzonder wanneer de opening toegang geeft tot het reservoir. Ook kan het reservoir zich gedeeltelijk uitstrekken in de houder.
Opgemerkt wordt, dat binnen deze context onder een mini phalaenopsis orchideeplant in elk geval een orchideeplant dient te worden verstaan gekozen uit de groep van de soorten Lollypop, Purple princess, Softcloud, Violet Queen, Cha Cha en Lotte. Als alternatief of in aanvulling kan binnen deze context onder een mini phalaenopsis orchideeplant een phalaenopsis orchideeplant worden verstaan met een maximale potdiameter / substraatplugdiameter van minder dan 7 cm, bij voorkeur circa 6, 5.5 of 5 cm. Opgemerkt wordt voorts, dat onder een kleine mini phalaenopsis binnen deze context in elk geval een bloeiende phalaenopsis orchideeplant dient te worden verstaan, in het bijzonder een mini phalaenopsis orchideeplant volgens een of beide bovengenoemde definities, met een bladlengte gemeten over de nerf vanaf de bladbasis tot aan de bladpunt van maximaal circa 10 cm, bij voorkeur maximaal circa 8 of 7 cm, in het bijzonder maximaal circa 6 cm. Wanneer het wortelstelsel (nog) niet vrij is, en zich (nog) in een pot of substraatplug bevindt, heeft een dergelijke kleine mini phalaenopsis bij voorkeur een maximale potdiameter / substraatplugdiameter van circa 4, 3.5 of 3 cm. Wanneer de groep bladeren de opening althans gedeeltelijk afdekt, kan verdamping van de voedingsvloeistof verder worden tegengegaan. Gebleken is, dat een sierplantproduct volgens de uitvinding gedurende een voor een mini phalaenopsis orchideeplant normale bloeiperiode, bijvoorbeeld 6 tot 8 weken of zelfs 10 weken, geheel zonder verzorging kan, en dat de consument in het bijzonder geen voedingsvloeistof, zoals water, hoeft toe te voegen.
Door het wortelstelsel in de opening langs de binnenwand van de houder aan te laten liggen, kan de zijwaartse stabihteit van de phalaenopsis orchideeplant worden vergroot. Op elegante wijze is de groep bladeren nabij de plantbasis op een opening omgevende rand van de houder afgesteund.
Door het wortelstelsel gedeeltelijk onder te dompelen in de zich in de houder bevindende voedingsvloeistof, kan worden bereikt dat het wortelstelsel enerzijds gemakkelijk de voedingsvloeistof op kan nemen, en anderzijds voldoende belucht is om rotting tegen te gaan. Op voordelige wijze reiken een aantal uitlopers van het wortelstelsel tot in de voedingsvloeistof, en is de wortelprop in hoofdzaak boven het niveau van de voedingsvloeistof gelegen. De voedingsvloeistof is bij voorkeur water, en kan eventueel voorzien zijn van daarin opgeloste hulpstoffen, zoals voedingsstoffen en/of middelen om groene aanslag -zoals bijvoorbeeld door algen- tegen te gaan. De voedingsvloeistof kan desgewenst voorzien zijn van kleurstof, en/of relatief visceus zijn uitgevoerd, bijvoorbeeld door gebruik van verdikkingsmiddel.
Wanneer de houder doorzichtig is, in het bijzonder helder transparant, is de wortelprop goed te zien, en krijgt deze goed hcht. Bij voorkeur is de houder van helder glas of kunststof.
Wanneer de intree van de opening in hoofdzaak cilindrisch is, kan de wortelprop als een kurk in de hals van een fles zijn opgenomen. De intree van de opening kan zich als alternatief ook naar een kleinste deel van de doorlaatopening toe vernauwen, en zich daarvanaf weer verbreden. Op voordelige wijze is de houder buisvormig, met een in hoofdzaak constante doorsnede.
De houder kan eventueel in een steun zijn opgenomen. Indien gewenst kunnen dan meerdere samenstellen van orchideeplant en houder worden opgenomen in een steun. In geval van een lange, slanke uitvoering kan met een steun stabiliteit aan de houder worden verschaft.
Wanneer de intree van de opening een doorlaatopening heeft met een diameter van maximaal circa 3 cm, bij voorkeur maximaal circa 2.5 cm kan worden bereikt dat een wortelstelsel van een relatief jonge, en relatief snel tot bloei opgekweekte kleine mini phalaenopsis goed als prop met de binnenwand van de houder samenwerken. Om beschadiging van het wortelstelsel bij samendrukking als prop tegen te gaan, is de diameter van de doorlaatopening bij voorkeur minimaal circa 1 of 1.5 cm. De bladlengte van de bladeren kan bij een dergelijke snel tot bloei opgekweekte phalaenopsis gemeten over de nerf vanaf de bladbasis tot aan de bladpunt maximaal circa 10, 8 of 7 cm zijn, bij voorkeur maximaal circa 6 cm. De houder kan daarbij op kosteneffectieve wijze worden uitgevoerd als een reageerbuis met een diameter tussen circa 1.5 en circa 3 cm. Een dergelijke reageerbuis is vanwege massafabricage voor onder meer laboratoriumdoeleinden tegen bijzonder geringe kosten verkrijgbaar, heeft een interessant ogend uiterlijk, en is met de kleine mini phalaenopsis orchideeplant goed in verhouding, zodat het een charmant samenstel vormt.
De bloeiende phalaenopsis orchideeplant is op voordelige wijze opgekweekt als een uit meristeemweefsel verkregen plugplant met een totale diameter van de substraatplug van maximaal circa 3-4 cm, in het bijzonder maximaal circa 3.5 cm. De phalaenopsis orchideeplant kan daarbij vanaf plugplant in zijn oorspronkelijke substraatplug tot bloei zijn opgekweekt. De orchideeplant kan dan onverspeend in zijn oorspronkelijke kweekbak, en zonder plaatsing van de voor de kweek van phalaenopsis orchideeplanten gebruikelijke omplug om de substraatplug heen tot bloei worden gebracht. Dit levert een aanzienlijke arbeidsbesparing op in het kweekproces. Een dergelijke oorspronkelijke kweekbak waarin de plugplant wordt aangeleverd is typisch een kunststoffen tray met een array van bijvoorbeeld 7x13 uitsparingen met een diameter van maximaal circa 3-4 cm, bij voorleur circa 3.5 cm, waarin telkens een plugplant is opgenomen.
De phalaenopsis orchideeplant kan voorts als plugplant voorafgaand aan de opkweek in zijn oorspronkelijke substraatplug zonder vooropkweek direct worden gekoeld ter inductie van de generatieve fase. De koeling kan plaatsvinden bij de voor phalaenopsis orchideeplanten gebruikelijke koeltemperatuur, bijvoorbeeld circa 17 tot circa 23 graden Celsius, in het bijzonder rond de 19 graden Celcius en de gebruikelijke periode, bijvoorbeeld circa 6 tot circa 8 weken. Door achterwegelating van de gebruikelijke vooropkweek kan een tijdwinst worden geboekt van circa 12 tot circa 14weken, bijvoorbeeld circa 13 weken, en kan in de kas een aanzienlijke ruimtebesparing worden geboekt. Ook kan door achterwegelating van de vooropkweek een kleine, en daarmee extra charmant, ogende, in bloei zijnde mini phalaenopsis orchideeplant worden verkregen. Indien gewenst kan als alternatief de vooropkweek niet geheel achterwege worden gelaten, maar worden bekort - bijvoorbeeld tot circa 1-2 weken.
De opkweek tot bloei kan ook bij achterwegelating van de vooropkweek plaatsvinden bij de voor phalaenopsis orchideeplanten gebruikelijke opkweektemperatuur, bijvoorbeeld circa 18 tot circa 28 graden Celsius, in het bijzonder rond 27 graden Celsius en gedurende de gebruikelijke periode, bijvoorbeeld circa 6 tot circa 8 weken. De totale kweektijd kan dan bijvoorbeeld circa 12 tot 16 weken, in bet bijzonder rond 14 weken bedragen.
Op efficiënte wijze kan na de opkweek tot bloei het wortelstelsel van de phalaenopsis orchideeplant worden vrijgemaakt door verwijdering van de oorspronkelijke substraatplug, bijvoorbeeld door deze voorzichtig met de hand te verbrokkelen. Vervolgens kan het vrijgemaakte wortelstelsel via de doorlaatopening in de intree van de houder worden ingebracht, bijvoorbeeld door deze met de hand voorzichtig tot een prop te vouwen en samen te drukken. Het wortelstelsel van een kleine mini phalaenopsis orchideeplant leent zich daar bijzonder goed voor, omdat het relatief jong en flexibel is, en nog een beperkt volume heeft. Eventueel kunnen enkele uitlopers van het wortelstelsel neerwaarts worden gevouwen om goed tot in de voedingsvloeistof te kunnen reiken.
De houder en/of het reservoir kan op voordelige wijze voorafgaand aan het inbrengen van het vrijgemaakte wortelstelsel met voedingsvloeistof worden gevuld, bijvoorbeeld met een vullingsgraad van 40-60 procent zodat gemakkelijk kan worden bereikt dat slechts een deel van het wortelstelsel tot in de vloeistof reikt.
De uitvinding heeft eveneens betrekking op een werkwijze voor het tot bloei kweken van een phalaenopsis orchideeplant, alsmede op een door deze werkwijze verkregen bloeiende orchideeplant.
Verdere voordelige uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn weergegeven in de conclusies.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van uitvoeringsvoorbeelden die in afbeelding zijn weergegeven. In de afbeelding toont:
Fig. 1 een perspectivisch aanzicht van een eerste uitvoeringsvoorbeeld van een sierplantproduct volgens de uitvinding, omvattende twee samenstellen van een in bloei zijnde kleine mini phalaenopsis orchideeplant en een met voedingsvloeistof gevulde, lichtdoorlatende houder;
Fig. 2 een perspectivisch aanzicht van een tweede uitvoeringsvoorbeeld van een sierplantproduct volgens de uitvinding, omvattende twee samenstellen van een in bloei zijnde kleine mini phalaenopsis orchideeplant en een met voedingsvloeistof gevulde, lichtdoorlatende houder, en
Fig. 3 een derde uitvoeringsvoorbeeld van een sierplantproduct volgens de uitvinding, omvattende twee samenstellen van een in bloei zijnde kleine mini phalaenopsis orchideeplant en een met voedingsvloeistof gevulde, lichtdoorlatende houder.
De figuren betreffen voorkeursuitvoeringsvormen die worden gegeven bij wijze van niet-limiterende uitvoeringsvoorbeelden. In de figuren zijn gelijke of corresponderende onderdelen aangegeven met dezelfde verwijzingscijfers.
Fig. 1 toont een eerste uitvoeringsvoorbeeld van een sierplantproduct, omvattende een samenstel S van een in bloei zijnde kleine mini phalaenopsis orchideeplant 1 en een met als water uitgevoerde voedingsvloeistof 2 gevulde, lichtdoorlatende houder 3. De orchideeplant 1 omvat een plantbasis 4 met een groep bladeren 5. De bladlengte van elk van de bladeren 5 is in dit voorbeeld maximaal 5 cm. De orchideeplant bevat in dit voorbeeld twee zich vanuit de plantbasis opwaarts uitstrekkende bloeistengels 6 met elk meerdere bloemen 7. De orchideeplant omvat voorts een zich vanuit de plantbasis 4 neerwaarts uitstrekkend vrij wortelstelsel 8 dat vrij is, d.w.z. een wortelstelsel 8 dat niet in een substraatplug is opgenomen. Het wortelstelsel 8 is als een prop in de intree 9 van een opening 10 van de houder 3 opgenomen. Het wortelstelsel 8 hgt langs de binnenwand 11 van de houder 3 aan. In het uitvoeringsvoorbeeld van Fig. 1 is het wortelstelsel geheel boven de voedingsvloeistof 2 gelegen. De groep bladeren 5 dekt de intree 9 van de opening 10 althans gedeeltelijk af, en is nabij de plantbasis 4 op de intree 9 van de opening 10 omgevende rand 12 van de houder 3 afgesteund.
De intree 9 van de opening 10 heeft een cilindrische doorlaat met een diameter van circa 2.5 cm. De houder 3 is in dit uitvoeringsvoorbeeld uitgevoerd als een reageerbuis met van helder transparant glas. In dit eerste uitvoeringsvoorbeeld is voorzien in een steun 13 waarin twee samenstellen S door insteken zijn op genomen.
In Fig. 2 is een tweede uitvoeringsvoorbeeld getoond met bloeiende een kleine mini phalaenopsis orchideeplant, waarbij de houder 3 van het samenstel S kruikvormig is uitgevoerd. In dit tweede uitvoeringsvoorbeeld zijn twee houders 3 door ophangen in de steun 13 op genomen. De houder 3 omvat een intree 9 die zich naar een kleinste deel van de doorlaat toe vernauwt, en zich daarvanaf weer verbreedt. In dit tweede uitvoeringsvoorbeeld is het vrije wortelstelsel voor de helft in de voedingsvloeistof opgenomen.
In Fig. 3 is een derde uitvoeringsvoorbeeld getoond met een bloeiende kleine mini phalaenopsis orchideeplant waarbij de houder 3 is uitgevoerd als een fles met een cilindrische hals als intree 9, waarbij het wortelstelsel 8 als een kurk in de hals van de fles is opgenomen. In dit uitvoeringsvoorbeeld reiken slechts enkele uitlopers 14 van het wortelstelsel 8 tot in de voedingsvloeistof 2.
De uitvinding is niet beperkt tot de hier weergegeven uitvoeringsvormen, maar kan in vele varianten worden uitgevoerd.
Zo kan de orchideeplant ook slechts een of juist meer dan twee bloeistengels bevatten. Ook kan het samenstel zonder steun zijn uitgevoerd, of kan de steun slechts een of juist meer dan twee houders bevatten.
Degelijke varianten zullen de vakman duidelijk zijn, en liggen binnen het bereik van de uitvinding zoals geclaimd in de hierna volgende conclusies.

Claims (20)

1. Sierplantproduct, omvattende een samenstel van een in bloei zijnde phalaenopsis orchideeplant, in het bijzonder een kleine mini phalaenopsis orchideeplant, en een met voedingsvloeistof gevulde, bij voorkeur lichtdoorlatende, houder, waarbij de orchideeplant een plantbasis omvat met een groep bladeren, tenminste een zich vanuit de plantbasis opwaarts uitstrekkende bloeistengel met meerdere bloemen, en een zich vanuit de plantbasis neerwaarts uitstrekkend vrij wortelstelsel, waarbij het wortelstelsel als een prop in de intree van een opening van de houder is opgenomen.
2. Sierplantproduct volgens conclusie 1, waarbij het wortelstelsel langs de binnenwand van de houder aanligt.
3. Sierplantproduct volgens conclusie 1 of 2, waarbij het wortelstelsel gedeeltelijk is ondergedompeld in de zich in de houder bevindende voedingsvloeistof.
4. Sierplantproduct volgens een der conclusies 1-3, waarbij de groep bladeren de opening althans gedeeltelijk afdekt.
5. Sierplantproduct volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de groep bladeren nabij de plantbasis op een opening omgevende rand van de houder is afgesteund.
6. Sierplantproduct volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de intree van de opening een doorlaatopening heeft met een diameter van maximaal circa 3 cm, bij voorkeur maximaal circa 2.5 of 2 cm.
7. Sierplantproduct volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de intree in hoofdzaak cilindrisch is.
8. Sierplantproduct volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de houder buisvormig is.
9. Sierplantproduct volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de houder doorzichtig is, in het bijzonder helder transparant.
10. Sierplantproduct volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de houder van helder glas of kunststof is.
11. Sierplantproduct volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de bladlengte van elk van de bladeren van de phalaenopsis maximaal circa 10 cm is, bijvoorbeeld maximaal circa 8 of 7 cm is, bij voorkeur maximaal circa 6 cm.
12. Sierplantproduct volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de phalaenopsis orchideeplant is opgekweekt als een uit meristeemweefsel verkregen plugplant met een totale diameter van de substraatplug van maximaal circa 3 of 4 cm, in het bijzonder circa 3.5 cm
13. Sierplantproduct volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de phalaenopsis orchideeplant vanaf plugplant in zijn oorspronkelijke substraatplug tot bloei is opgekweekt.
14. Sierplantproduct volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het wortelstelsel van de phalaenopsis orchideeplant is vrijgemaakt door verwijdering van de oorspronkelijke substraatplug, en via de doorlaatopening in de intree van de houder is ingebracht.
15. Sierplantproduct volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de phalaenopsis orchideeplant als plugplant voorafgaand aan de opkweek in zijn oorspronkelijke substraatplug zonder vooropkweek direct is gekoeld ter inductie van de generatieve fase.
16. Werkwijze voor het kweken van een phalaenopsis orchideeplant, in het bijzonder een kleine mini phalaenopsis orchideeplant, waarbij de phalaenopsis orchideeplant wordt opgekweekt vanaf een uit meristeemweefsel verkregen plugplant met een totale diameter van de substraatplug van maximaal circa 3 of 4 cm bij voorkeur maximaal circa 3.5 cm , en waarbij de orchideeplant vanaf plugplant in zijn oorspronkelijke substraatplug tot bloei wordt opgekweekt.
17. Werkwijze volgens conclusie 16, waarbij cle phalaenopsis orchideeplant als plugplant voorafgaand aan de opkweek in zijn oorspronkelijke substraatplug zonder vooropkweek direct wordt gekoeld ter inductie van de generatieve fase.
18. Werkwijze volgens conclusie 16 of 17, waarbij de bladlengte van elk van de bladeren van de phalaenopsis orchideeplant tijdens het tot bloei opkweken uitgroeit tot maximaal circa 10 cm, in het bijzonder maximaal circa 8 of 7 cm, bij voorkeur maximaal circa 6 cm.
19. Werkwijze volgens een der conclusies 16-18, waarbij na de opkweek tot bloei het wortelstelsel van de phalaenopsis orchideeplant wordt vrijgemaakt door verwijdering van de oorspronkelijke substraatplug.
20. Bloeiende phalaenopsis orchideeplant, in het bijzonder een kleine mini phalaenopsis orchideeplant met een bladlengte van maximaal circa 10, in het bijzonder maximaal circa 8 of 7 cm is, bij voorkeur maximaal 6 cm, in het bijzonder verkregen met de werkwijze volgens een der voorgaande conclusies 16-19.
NL2019864A 2017-11-07 2017-11-07 Sierplantproduct NL2019864B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2019864A NL2019864B1 (nl) 2017-11-07 2017-11-07 Sierplantproduct

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2019864A NL2019864B1 (nl) 2017-11-07 2017-11-07 Sierplantproduct

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2019864B1 true NL2019864B1 (nl) 2019-05-13

Family

ID=66791903

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2019864A NL2019864B1 (nl) 2017-11-07 2017-11-07 Sierplantproduct

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2019864B1 (nl)

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CN104254241A (zh) 用于植物的保持器和植物栽培方法
AU2017279808B2 (en) Insert and apparatus for transplanting plants
US20150040474A1 (en) Plant pot with elevated ventilation hole
FR2478945A1 (fr) Procede pour manipuler et faire pousser une plante, ainsi que recipient de culture pour plantes
US20190282003A1 (en) Potted plant hanger
US4420903A (en) Shipping container for living botanicals
US6357180B1 (en) Push-pull root air-prunting tray and container systems
CN106163275B (zh) 切花花束
NL2019864B1 (nl) Sierplantproduct
Monteuuis et al. In Vitro Propagation of Acacia mangium and A. mangium× A. auriculiformis
JP2015188370A (ja) 植物栽培器具
US20150342123A1 (en) Method for coloring flowers on a plant and a plant with colored flowers
US4308690A (en) Planter
Nencheva In vitro propagation of Chrysanthemum
Prieto et al. Autochthonous Grapevine Varieties From Argentina
US6978575B1 (en) Water level regulating plant container
Copetta et al. The double-layer method to the genesis of androgenic plants in Anemone coronaria
NL1031889C1 (nl) Inrichting voor het in bloei brengen van bloembollen of andere planten.
NL2015052B1 (en) Method for cultivating epiphytes
Akar et al. Propagation of Turkish hazelnut cultivars with softwood cuttings
Carlson et al. Eucomis for specialty cut flower production
WO2021184064A1 (en) Barrier for plant embryo
Herndon Introducing Orthophytum triunfense.
USPP11845P2 (en) Carnation plant named ‘CFPC Harmony’
Follett In Search of the Perfect Trailer.