NL2019299B1 - Werkwijze voor het uit een foliebuis vervaardigen van folie-verpakkingen, alsmede een dergelijke foliebuis alsmede een folieverpakking verkregen uit een dergelijke foliebuis, - Google Patents

Werkwijze voor het uit een foliebuis vervaardigen van folie-verpakkingen, alsmede een dergelijke foliebuis alsmede een folieverpakking verkregen uit een dergelijke foliebuis, Download PDF

Info

Publication number
NL2019299B1
NL2019299B1 NL2019299A NL2019299A NL2019299B1 NL 2019299 B1 NL2019299 B1 NL 2019299B1 NL 2019299 A NL2019299 A NL 2019299A NL 2019299 A NL2019299 A NL 2019299A NL 2019299 B1 NL2019299 B1 NL 2019299B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
foil
strip
perforations
tube
group
Prior art date
Application number
NL2019299A
Other languages
English (en)
Inventor
Corneel Mathilde Verschaeren Patrick
Leonardus Johannes Van Der Bruggen Robrecht
Wilhelmina Maria Eerdt Christianus
Antonius Wilhelmus Maria Rombouts Adrianus
Original Assignee
Oerlemans Packaging B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Oerlemans Packaging B V filed Critical Oerlemans Packaging B V
Priority to NL2019299A priority Critical patent/NL2019299B1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2019299B1 publication Critical patent/NL2019299B1/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B31MAKING ARTICLES OF PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER; WORKING PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER
    • B31BMAKING CONTAINERS OF PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER
    • B31B70/00Making flexible containers, e.g. envelopes or bags
    • B31B70/14Cutting, e.g. perforating, punching, slitting or trimming
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B31MAKING ARTICLES OF PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER; WORKING PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER
    • B31BMAKING CONTAINERS OF PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER
    • B31B70/00Making flexible containers, e.g. envelopes or bags
    • B31B70/74Auxiliary operations
    • B31B70/81Forming or attaching accessories, e.g. opening devices, closures or tear strings
    • B31B70/812Applying patches, strips or strings on sheets or webs
    • B31B70/8122Applying patches
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B31MAKING ARTICLES OF PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER; WORKING PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER
    • B31BMAKING CONTAINERS OF PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER
    • B31B70/00Making flexible containers, e.g. envelopes or bags
    • B31B70/74Auxiliary operations
    • B31B70/81Forming or attaching accessories, e.g. opening devices, closures or tear strings
    • B31B70/84Forming or attaching means for filling or dispensing contents, e.g. valves or spouts
    • B31B70/85Applying patches or flexible valve inserts, e.g. applying film-like valves
    • B31B70/853Applying valve inserts on tubular webs, e.g. from the inside
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65DCONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
    • B65D33/00Details of, or accessories for, sacks or bags
    • B65D33/01Ventilation or drainage of bags
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65DCONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
    • B65D77/00Packages formed by enclosing articles or materials in preformed containers, e.g. boxes, cartons, sacks or bags
    • B65D77/22Details
    • B65D77/225Pressure relief-valves incorporated in a container wall, e.g. valves comprising at least one elastic element
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B31MAKING ARTICLES OF PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER; WORKING PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER
    • B31BMAKING CONTAINERS OF PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER
    • B31B2150/00Flexible containers made from sheets or blanks, e.g. from flattened tubes
    • B31B2150/001Flexible containers made from sheets or blanks, e.g. from flattened tubes with square or cross bottom
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B31MAKING ARTICLES OF PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER; WORKING PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER
    • B31BMAKING CONTAINERS OF PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER
    • B31B2160/00Shape of flexible containers
    • B31B2160/10Shape of flexible containers rectangular and flat, i.e. without structural provision for thickness of contents
    • B31B2160/102Shape of flexible containers rectangular and flat, i.e. without structural provision for thickness of contents obtained from essentially rectangular sheets
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B31MAKING ARTICLES OF PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER; WORKING PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER
    • B31BMAKING CONTAINERS OF PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER
    • B31B2160/00Shape of flexible containers
    • B31B2160/20Shape of flexible containers with structural provision for thickness of contents

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Containers And Plastic Fillers For Packaging (AREA)
  • Packages (AREA)

Abstract

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het uit een vlakke strook foliemateriaal vervaardigen van een foliebuis. De uitvinding heeft tevens betrekking op een foliebuis waaruit afzonderlijke verpakkingen vervaardigbaar zijn. De uitvinding heeft voorts betrekking op een folieverpakking verkregen uit een foliebuis volgens de uitvinding. Volgens een voorbeeld van de uitvinding wordt een werkwijze voor het uit een vlakke strook foliemateriaal vervaardigen van een foliebuis voorgesteld, waarbij de werkwijze tenminste de stappen omvat van: A het toevoeren van de vlakke strook foliemateriaal voorzien van een eerste zijde en een tweede zijde; B het in de vlakke strook foliemateriaal aanbrengen van tenminste één groep van perforaties; C het aanbrengen van een strook filtermateriaal over de tenminste ene groep van perforaties; D het met elkaar verbinden van de langszijden van de vlakke strook foliemateriaal ter verkrijging van de foliebuis.

Description

Korte aanduiding: Werkwijze voor het uit een foliebuis vervaardigen van folie-verpakkingen, alsmede een dergelijke foliebuis alsmede een folieverpakking verkregen uit een dergelijke foliebuis,
BESCHRIJVING
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het uit een foliebuis vervaardigen van een folie-verpakking.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een foliebuis waaruit afzonderlijke verpakkingen vervaardigbaar zijn.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een folieverpakking verkregen uit een foliebuis volgens de uitvinding.
Stortgoederen en met name poeder- of korrelvormige stortgoederen, zoals cement, tegellijmen, droge betonmengsels, kalkpoeders, melkpoeder, cacaopoeder, worden overwegend in zakken of folieverpakkingen vervoerd. Een bekend probleem is dat bij het verpakken de poeder- of korrelvormige stortgoederen gemengd met lucht in de verpakking terecht komt. De afgesloten verpakking bevat derhalve naast het poeder- of korrelvormige stortgoed tevens een hoeveelheid ‘valse lucht’, hetgeen ongewenst is.
Het is dan ook wenselijk dat dergelijke verpakkingen moeten worden samengedrukt of gecomprimeerd, zodat ze dan beter geschikt zijn voor verdere verwerking zoals opstapeling en transport. Dit betekent dat de ingesloten lucht uit de gevulde en afgesloten verpakking weggevoerd kan worden, zonder de functionaliteit van de verpakking nadelig te beïnvloeden. Er zijn verpakkingen van papier bekend, die zijn voorzien van ventilatie-middelen, zodat de ingesloten lucht tijdens het samendrukken van de verpakking eenvoudig kan ontwijken. Het nadeel van papieren verpakkingen is dat naast hun gevoeligheid voor vocht etc., dat tijdens het samendrukken van de gevulde verpakking naast lucht ook het in de verpakking aanwezig stortgoed kan ontsnappen.
De uitvinding beoogt een verpakking te verschaffen die bovenvermeld nadeel niet bezit.
Volgens een voorbeeld van de uitvinding wordt een werkwijze voor het uit een foliebuis vervaardigen van een folieverpakking voorgesteld, waarbij de werkwijze tenminste de stappen omvat van: A het toevoeren van de foliebuis voorzien van een eerste folie-einde en een tweede folie-einde; B het aanbrengen van ventilatie-middelen; C het vervaardigen van de folieverpakking bestaande uit de foliebuis en de ventilatie-middelen.
In het bijzonder omvat stap B de stap B1 van het toevoeren van een folie-einddeel, omvattende een strook foliemateriaal, dat is voorzien van tenminste één groep van eerste perforaties, alsmede een over de tenminste ene groep van eerste perforaties aangebrachte strook filtermateriaal; en waarbij stap C omvat C1 het samenvouwen van tenminste één foliebuis-einde; en C2 het met elkaar verbinden van het tenminste ene samengevouwen foliebuis-einde en het einddeel.
Meer in het bijzonder omvat stap C2 de stap C2-1 het met elkaar te verlijmen of het met behulp van warmte met elkaar te versmelten van het tenminste ene samengevouwen foliebuis-einde en het einddeel.
Bij voorkeur is de folie-buis door middel van extrusie verkregen.
Met deze werkwijze-stappen wordt een folie-verpakking gerealiseerd, waarbij door de als ventilatie-middelen fungerende perforaties af te schermen door een strook filtermateriaal wordt voorkomen dat het in de verpakking aanwezig stortgoed ontsnapt. Bovendien wordt zo het binnentreden van vocht of andersoortige verontreinigingen tegen gegaan.
Bij een ander voorbeeld van de werkwijze overeenkomstig de uitvinding omvat stap A de stap van A1 het toevoeren van de vlakke strook foliemateriaal voorzien van een eerste zijde en een tweede zijde; en omvat stap B de stap B2 het in de vlakke strook foliemateriaal aanbrengen van tenminste één groep van perforaties; B3 het aanbrengen van een strook filtermateriaal over de tenminste ene groep van perforaties; en verder de stap omvat van D het met elkaar verbinden van de langszijden van de vlakke strook foliemateriaal ter verkrijging van de foliebuis.
Door de als ventilatie-middelen fungerende perforaties af te schermen door een strook filtermateriaal wordt voorkomen dat het in de verpakking aanwezig stortgoed ontsnapt. Bovendien wordt zo het binnentreden van vocht of andersoortige verontreinigingen tegen gegaan.
Bij verdere voorbeelden van de uitvinding omvat de verbindingstap D het door middel van lijmen met elkaar verbinden van de langszijden van de vlakke strook foliemateriaal, dan wel het door middel van warmte met elkaar versmelten van de langszijden van de vlakke strook foliemateriaal.
Productie-technische voordelige voorbeelden van de werkwijze behelst het in een lijn aanbrengen van de tenminste ene groep van perforaties, waarbij eventueel de lijn gevormd door de tenminste ene groep van perforaties zich parallel aan een langszijde van de vlakke strook foliemateriaal, dan wel zich dwars ten opzichte van een langszijde van de vlakke strook foliemateriaal uitstrekt.
Bij een ander voorbeeld van de werkwijze omvat de stap B2 het naast beide langszijden in de vlakke strook foliemateriaal aanbrengen van een groep van perforaties en waarbij de stap D het aan weerszijde van beide groepen van perforaties met elkaar verbinden van de langszijden van de vlakke strook foliemateriaal omvat. Dit resulteert in een sterke naadverbinding van de foliebuis, terwijl tevens de ventilatie-middelen in de folienaad zijn verwerkt.
Bij een verder voorbeeld wordt de stap B3 tegelijk met het uitvoeren van stap D uitgevoerd.
Overeenkomstig een verder voorbeeld van de uitvinding wordt een foliebuis voorgesteld, waaruit afzonderlijke verpakkingen vervaardigbaar zijn, waarbij de foliebuis is gevormd uit een vlakke strook foliemateriaal waarvan de langszijden door middel van tenminste één verbindingsnaad met elkaar zijn verbonden, en waarbij het foliemateriaal is voorzien van tenminste één groep van perforaties, alsmede een strook filtermateriaal, dat over de tenminste ene groep van perforaties is aangebracht.
Door de als ventilatie-middelen fungerende perforaties af te schermen door een strook filtermateriaal wordt voorkomen dat het in de verpakking aanwezig stortgoed kan ontsnappen. Bovendien wordt zo het binnentreden van vocht of andersoortige verontreinigingen tegen gegaan.
Voordelige uitvoeringen van een dergeiijke foliebuis, welke vanuit productie-technisch oogpunt eenvoudig en snel verkregen kan worden strekt de tenminste ene groep van perforaties zich in een lijn parallel aan een langsrichting van de foliebuis, dan wel in een lijn dwars op een langsrichting van de vlakke strook foliemateriaal uit.
Eventueel kan de door de tenminste ene groep van perforaties gevormde lijn die zich dwars op een langsrichting van de vlakke strook foliemateriaal uitstrekt deel uitmaakt van een dwars op de langsrichting van de vlakke strook foliemateriaal aangebrachte verbindingsnaad.
Bij een verder voorbeeld is de strook filtermateriaal aan de binnenzijde van de foliebuis aangebracht, waardoor beschadiging van het filtermateriaal, bij voorbeeld als gevolg van transport en opstapeling, wordt voorkomen.
Verder kan bij een voorbeeld de beide langszijden van de strook foliemateriaal zijn voorzien van een groep van perforaties en zijn de beide langszijden aan weerszijden van beide groepen van perforaties door middel van twee verbindingsnaden met elkaar verbonden. Dit resulteert in een sterke naadverbinding van de foliebuis, terwijl tevens de ventilatie-middelen in de folienaad zijn verwerkt.
Bij een voorbeeld hiervan kan de strook filtermateriaal deel uitmaken van de twee verbindingsnaden.
Voorts heeft de uitvinding betrekking op een folieverpakking verkregen uit een dergelijke foliebuis.
De uitvinding zal nu aan de hand van een tekening nader worden toegelicht, welke tekening achtereenvolgens toont in:
Figuur 1A en 1B twee bewerkingsstappen van een eerste uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding ter verkrijging van een eerste uitvoeringsvorm van foliebuis overeenkomstig de uitvinding;
Figuur 1C een eindproduct volgens een eerste uitvoeringsvorm van een foliebuis overeenkomstig de uitvinding;
Figuur 2A en 2B twee bewerkingsstappen van de werkwijze volgens de uitvinding ter verkrijging van een verdere uitvoeringsvorm foliebuis overeenkomstig de uitvinding;
Figuur 2C een eindproduct c.q. folieverpakking volgens een verdere, tweede uitvoeringsvorm van een foliebuis overeenkomstig de uitvinding;
Figuur 2D een eindproduct c.q. folieverpakking volgens een verdere, derde uitvoeringsvorm van een foliebuis overeenkomstig de uitvinding;
Figuur 2E een eindproduct c.q. folieverpakking volgens een verdere, vierde uitvoeringsvorm van een foliebuis overeenkomstig de uitvinding;
Figuur 3 een eindproduct c.q. folieverpakking volgens een verdere, vijfde uitvoeringsvorm van een foliebuis overeenkomstig de uitvinding;
Figuur 4 een eindproduct c.q. folieverpakking volgens een verdere, zesde uitvoeringsvorm van een foliebuis overeenkomstig de uitvinding;
Figuur 5 een eindproduct c.q. folieverpakking volgens een verdere, zevende combinatie-uitvoeringsvorm van een foliebuis overeenkomstig de uitvinding.
Voor een beter begrip van de uitvinding worden in de navolgende figuurbeschrijving de in de verschillende figuren getoonde overeenkomende onderdelen met identieke referentiecijfers aangeduid.
De figuren 1A-1B-1C openbaren een eerste voorbeeld c.q. uitvoeringsvorm van een werkwijze volgens de uitvinding voor het verkrijgen van een eerste uitvoeringsvorm van een foliebuis overeenkomstig de uitvinding.
Referentiecijfer 100 duidt een vlakke strook foliemateriaal aan dat als aanvangsmateriaal wordt gebruikt voor het vervaardigen van een foliebuis.
Overeenkomstig de uitvinding wordt in een eerste werkwijzestap de vlakke strook foliemateriaal 100 toegevoerd, bijvoorbeeld vanaf een voorraadswikkelspoel.
Opgemerkt moet worden dat in de figuren 1A en 1B (en eveneens in de figuren 2A en 2B met betrekking tot een tweede uitvoeringsvorm) de vlakke strook foliemateriaal 100 is weergegeven als een strook met een eindige lengte. Echter, het zal duidelijk zijn dat voor het uitvoeren van de werkwijze overeenkomstig de uitvinding de strook foliemateriaal een aanzienlijke lengte kan bezitten, bijvoorbeeld in opgewikkelde vorm op een voorraadswikkelspoel, zodat de verkregen foliebuis eveneens in een behoorlijke lengtehoeveelheid kan worden vervaardigd.
De strook foliemateriaal 100 bezit een langgerekte vorm voorzien van langszijden 11a en 11b die tegenover elkaar zijn gelegen. De langszijden 11a en 11b vormen de langsrichting van de vlakke strook foliemateriaal 100. De vlakke strookfoliemateriaal bezit tevens een eerste oppervlaktezijde 10a en een tegenovergelegen oppervlaktezijde 10b.
De toegevoerde strook foliemateriaal 100 wordt in een volgende werkwijzestap bewerkt zodanig dat een eerste groep van tweede perforaties in het foliemateriaal 100 wordt aangebracht. De ten minste ene groep van tweede perforaties wordt in de figuren 1A en 1B met het referentiecijfer 12 aangeduid. De perforaties 12 kunnen zijn uitgevoerd als insnijdingen, in het bijzonder als chevron-insnijdingen zoals getoond in de figuren 1A en 1B, perforaties, of andersoortige doorboringen in het foliemateriaal.
Zoals getoond in figuur 1A (en figuur 2A) zijn de tweede perforaties of doorboringen 12 in een lijn in de strook foliemateriaal 100 aangebracht en bij de uitvoeringsvorm zoals getoond in figuur 1A bevindt deze lijn zich parallel aan de langszijden 11a en 11b van de vlakke strook foliemateriaal 100. Bij een andere uitvoeringsvorm kan de lijn van tweede perforaties 12 zich dwars ten opzichte van de langszijden 11a-11b uitstrekkend in de vlakke strookfoliemateriaal zijn aangebracht. Het zal duidelijk zijn dat de locatie van de lijn van de ten minste ene groep van tweede perforaties of doorboringen 12 zich willekeurig in het foliemateriaal kan bevinden. Bij de uitvoeringsvorm zoals getoond in figuur 1 is de lijn van de ten minste ene groep van tweede perforaties / doorboringen 12 precies of nagenoeg in het midden van de breedte van de vlakke strook foliemateriaal 100 aangebracht.
In een vervolgstap van de werkwijze overeenkomstig de uitvinding wordt op een oppervlakte-zijde 10b van de strook foliemateriaal 100 en over de ten minste ene groep van tweede perforaties / doorboringen 12 een strook filtermateriaal 13 aangebracht, bijvoorbeeld door middel verlijming of versmelting (door het toevoeren van warmte, ultrasoon geluid of druk). De strook filtermateriaal 13 kan gemaakt zijn van een geweven materiaal met een porie- of weefafmeting die dusdanig klein is, dat lucht door het filtermateriaal 13 kan ontwijken, maar dat het binnentreden van vocht dan wel het ontsnappen van het in de vanuit de foliebuis vervaardigde verpakking verpakte poeder- of korrelvormige stortgoed niet kan ontsnappen. De strook filtermateriaal 13 bezit tevens van een dusdanige maasgrootte dat ook andersoortige verontreinigingen niet door het filtermateriaal kunnen geraken.
Een vervolgstap van de werkwijze overeenkomstig de uitvinding betreft het naar elkaar toe brengen van de beide langszijden 11a-11b van de vlakke strook foliemateriaal 100 en het met elkaar verbinden van de betreffende langszijden 11 a—11 b, hetzij door middel van lijmen hetzij door middel van versmelting met behulp van warmte.
Een dergeiijke aldus verkregen foliebuis wordt in figuur 1C geopenbaard en aangeduid met het referentiecijfer 10. Duidelijk is getoond dat de beide langszijden 11a en 11b naar elkaar toe zijn gebracht en met elkaar zijn verbonden, hier door middel van een lijn 14 die tussen de beide op elkaar geplaatste langszijden 11a en 11b is aangebracht. Bij een andere uitvoeringsvorm kunnen de beide langszijden 11a en 11b door middel van een warmtebewerking met elkaar worden versmolten.
De aldus gerealiseerde foliebuis 10 bezit een buitenzijde 10A, die bijvoorbeeld geschikt is voor bedrukking en/of aanduidingen voor het type poeder- of korrelvormige stortgoed dat in een verpakking verkregen uit de foliebuis 10 kan worden vervaardigd. De foliebuis 10 bezit tevens een binnenzijde 11b waarin het poeder- of korrelvormige stortgoed kan worden opgenomen.
Bij deze uitvoeringsvorm, zoals getoond in figuur 1C, is de strook foliemateriaal 13 op een oppervlakte-zijde 10b van de strook foliemateriaal 100 aangebracht (door middel van lijmen, of door middel van versmelten door het toevoeren van warmte, ultrasoon geluid), welke oppervlakte-zijde 10b na het vormen van de foliebuis 10 de binnenzijde van de foliebuis 10 vormt. De oppervlakte-zijde 10b vormt derhalve ook de binnenzijde van de uit de foliebuis 10 te vervaardigen afzonderlijke folieverpakkingen, die vervolgens met een poeder- of korrelvormig stortgoed gevuld en afgesloten worden. Zodoende is de ten minste ene groep van tweede perforaties / doorboringen 12 dusdanig aan de binnenzijde 10b van de verpakking afgeschermd, dat het ontsnappen van poeder- of korrelvormig stortgoed vanuit de binnenzijde 10b van de verpakking zoals verkregen uit de foliebuis 10 via de strook filtermateriaal 13 en de perforaties / doorboringen 12 wordt voorkomen.
Lucht dat tijdens het verpakken van het poeder- of korrelvormige stortgoed eveneens in de verpakking wordt ingesloten, kan wel via de strook filtermateriaal 13 en de ene groep van tweede perforaties / doorboringen 12 uit de verpakking ontwijken, hetgeen transport en stapeling vereenvoudigt. Water en andere verontreinigingen daarentegen kunnen door de kleine maasvorm van het filtermateriaal niet via de ene groep van tweede perforaties / doorboringen 12 de verpakking binnentreden.
De figuren 2A-2E tonen een andere variant van de werkwijze volgens de uitvinding en dientengevolge ook verschillende andere uitvoeringsvormen van een foliebuis overeenkomstig de uitvinding en derhalve ook andere uitvoeringsvormen van een daaruit verkregen folieverpakking.
Zoals getoond in figuur 2A wordt ook hier een vlakke strook foliemateriaal 100’ toegevoerd en voorzien van twee groepen van tweede perforaties / doorboringen 12a respectievelijk 12b. Beide groepen van tweede perforaties / doorboringen 12a-12b kunnen op een wijze analoog als beschreven met de uitvoeringsvorm in figuur 1A in de vlakke strook foliemateriaal 100’ worden aangebracht en bestaan uit perforaties, doorboringen of andersoortige insnijdingen inclusief de chevronvormige insnijdingen zoals getoond in figuur 2A.
De twee groepen van tweede perforaties / doorboringen 12a respectievelijk 12b zijn elk op korte afstand van de beide langszijden 11a respectievelijk 11b van de vlakke strook foliemateriaal 100’ aangebracht.
Bij een vervolgstap zoals getoond in figuur 2B wordt op de ene oppervlakte-zijde 10b van de vlakke strook foliemateriaal 100’ over ten minste een van de twee groepen van tweede perforaties 12a-12b een strook filtermateriaal 13 aangebracht. Bij deze uitvoeringsvorm zoals getoond in figuur 2B wordt enkel over de groep van tweede perforaties / doorboringen 12b, die is aangebracht langs de langszijde 11b van de vlakke strook foliemateriaal 100’, de strook filtermateriaal 13 aangebracht.
Optioneel kan als extra afscherming/afsluiting voor met name vocht en verontreinigingen van buiten de uiteindelijke te vervaardigen verpakking dan wel ter voorkoming van het ontwijken van het verpakte poeder- of korrelvormige strotgoed vanuit de verpakking ook over de andere groep van tweede perforaties / doorboringen 12a een strook filtermateriaal worden aangebracht.
Ook hier wordt opgemerkt dat de groep van tweede perforaties 12a-12b in de vorm van een lijn in de vlakke strook foliemateriaal 100’ kan worden aangebracht, welke lijn zich nagenoeg parallel aan de langszijden 11 a-11b uitstrekt. Bij andere uitvoeringsvoorbeelden kunnen de groepen zich dwars op de langszijden 11 a-11b uitstrekken.
Figuur 2C openbaart een uitvoeringsvorm van een tweede uitvoeringsvorm van een foliebuis 10’ overeenkomstig de uitvinding, waarbij deze overeenkomstig de werkwijze is verkregen door het naar elkaar toe brengen van de beide langszijden 11 a-11b, zodanig dat de beide groepen van tweede perforaties / doorboringen 12a respectievelijk 12b tegen elkaar aan grenzen c.q. elkaar overlappen. Vervolgens worden de beide langszijden van de vlakke strook foliemateriaal 11 a-11 b met elkaar verbonden, zodanig dat een verbindingsnaad aan weerszijden van de beide groepen van tweede perforaties / doorboringen 12a-12b wordt gecreeerd.
Bij de uitvoeringsvorm zoals getoond in 2C worden de verbindingsnaden tussen de beide langszijden 11a en 11b gevormd dooreen tweetal lijmnaden 14a-14b die aan weerszijden van de beide, elkaar overlappende groepen van perforaties 12a-12b zijn aangebracht. Bij een andere uitvoeringsvorm kunnen de verbindingsnaden tussen de beide langszijden 11 a-11b van de vlakke strook foliemateriaal 100’ door middel van warmte zijn aangebracht, zodat de verbindingsnaden 14a-14b zogenaamde versmeltingsnaden vormen.
Ook bij deze uitvoeringsvorm, zoals getoond in figuur 2C, is de strook foliemateriaal 13 op een oppervlakte-zijde 10b van de strook foliemateriaal 100’ aangebracht, welke oppervlakte-zijde 10b na het vormen van de foliebuis 10’ de binnenzijde van de foliebuis 10’ vormt. De oppervlakte-zijde 10b vormt derhalve ook de binnenzijde van de uit de foliebuis 10’ te vervaardigen afzonderlijke folieverpakkingen, die vervolgens met een poeder- of korrelvormig stortgoed gevuld en afgesloten worden. Zodoende zijn beide groepen van tweede perforaties / doorboringen 12a-12b afgeschermd, dat het ontsnappen van poeder- of korrelvormig stortgoed vanuit de binnenzijde 10b van de verpakking zoals verkregen uit de foliebuis 10’ via de strook filtermateriaal 13 en de tweede perforaties / doorboringen 12a-12b wordt voorkomen.
Lucht dat tijdens het verpakken van het poeder- of korrelvormige stortgoed eveneens in de verpakking wordt ingesloten, kan wel via de strook filtermateriaal 13 en de beide groepen van tweede perforaties / doorboringen 12a-12b uit de verpakking ontwijken, hetgeen transport en stapeling vereenvoudigt. Water en andere verontreinigingen daarentegen kunnen door de kleine maasvorm van het filtermateriaal niet via de groepen van tweede perforaties / doorboringen 12a-12b de verpakking binnentreden.
Tussen de beide verbindingsnaden 14a-14b en de langszijden 11a - 11b is een ruimte 15 gecreëerd, welke open via de beide zijden 10a-10b van de gevormde foliebuis 10’ door middel van de beide groepen van tweede perforaties / doorboringen 12a respectievelijk 12b. De strook filtermateriaal 13, die in de gevormde ruimte 15 over een van de groepen van tweede perforaties / doorboringen 12b is aangebracht, vormt een barrière voor het grotere poeder- of korrelvormige stortgoed, maar maakt ontsnapping van lucht die is ingesloten in de verpakking, vervaardigd uit de aldus gevormde foliebuis 10’, naar buiten mogelijk en voorkomt het binnendringen van vocht en/of andere verontreinigingen van buitenaf.
Figuur 2D toont een andere uitvoeringsvorm van een aldus verkregen foliebuis, die hier is aangeduid met het referentiecijfer 10”. Hier is de strook filtermateriaal aan de oppervlakte-zijde 10b van de vlakke strook foliemateriaal 100’ aangebracht over de tweede groep van tweede perforaties / doorboringen 12b. De oppervlakte-zijde 10b (10a) vormt bij deze uitvoeringsvorm de buitenzijde (binnenzijde) van de folie-buis 10” c.q. de uiteindelijk vervaardigde verpakking. De beide verbindingsnaden tussen de langszijden 11a en 11b worden op een identieke wijze aangebracht, enerzijds door middel van verlijming (aangeduid met referentiecijfers 14a-14b), anderzijds door middel van versmelting met behulp van warmte.
Ook bij deze uitvoeringsvorm wordt de aldus gecreëerde ruimte 15 tussen de beide verbindingsnaden en de langszijden 11a en 11b van de buitenomgeving afgeschermd door middel van de strook filtermateriaal 13 dat op de buitenzijde 10b van de strook foliemateriaal over de tweede groep van tweede perforaties / doorboringen 12b is aangebracht. Op analoge wijze worden het ontsnappen van ingesloten lucht vanuit een verpakking verkregen uit de aldus gecreëerde foliebuis 10’ via de tweede perforaties 12b en 12a vanuit de binnenzijde 10a van de uit de foliebuis 10” vervaardigde folie-verpakking naar buiten mogelijk gemaakt, maar wordt het binnendringen van vocht en/of andersoortige verontreinigingen voorkomen alsook het ontsnappen van de grotere poeder-korrelvormige stortgoederen.
Figuur 2E openbaart nog een andere uitvoeringsvorm van een met behulp van de werkwijze overeenkomstig de uitvinding verkregen foliebuis 10”’, waarbij ook het filtermateriaal 13 tegelijkertijd met het aanbrengen van de beide verbindingsnaden 14a-14b aan weerszijden van de beide groepen van tweede perforaties / doorboringen 12a-12b in de langszijden 11a-11 b wordt aangebracht. Hier maakt de strook filtermateriaal 13 deel uit van de beide verbindingsnaden doordat de strook filtermateriaal 13 tegelijkertijd met de langszijden 11 a-11 b wordt verlijmd met behulp van de lijmnaden 14a-14b dan wel gelijktijdig wordt versmolten met behulp van warmte.
Als filtermateriaal kan elk filtermateriaal worden gebruikt, dat geschikt is om lucht door te laten, doch vocht en andere verontreinigingen tegen te houden, en in het bijzonder het ontsnappen van het poeder- en/of korrelvormige stortgoed dat in de verpakking is verpakt via de tweede perforaties 12 tegen te gaan. In het bijzonder dient het filtermateriaal 13 een filterkwalificatie G1-G2-G3 of G4 te bezitten. Dergelijke filtermaterialen zijn geschikt om stortgoederen als ook verontreinigingen met een korrelgrootte vanaf 5 pm tegen te houden.
Een geschikt filtermateriaal is beschikbaar onder de handelsnaam DuPont™ Tyvek®.
De Figuren 3 en 4 tonen een andere uitvoeringsvorm van een folieverpakking verkregen uit een foliebuis overeenkomstig de werkwijze- en folieverpakkingsconclusies volgens de uitvinding. De foliebuis is bij deze uitvoeringsvorm verkregen uit een (co-)extrusie-proces en bezit derhalve - anders dan bij de uitvoeringsvormen zoals getoond in de Figuren 1 en 2 geen folienaad / folieverbinding 14, 14a-14b in de langsrichting van de foliebuis.
De in de figuren 3 en 4 getoonde foliebuis 1000 bezit een eindige lengte met twee open foliebuis-einden 1000a en 1000b, welke open foliebuis-einden worden samengevouwen en vervolgens elk afzonderlijk met behulp van een aanvullend einddeel 1010 resp. 1020 worden afgesloten, zodat een gesloten verpakking 1001, gevormd door een folie-hoes 1001 en twee gesloten eindvlakken, voor poeder- en/of korrelvormige stortgoederen wordt verkregen.
Elk einddeel 1010 (1020) is vervaardigd van een strook foliemateriaal 1011 (1021), dat bij voorkeur rechthoekig qua afmeting is, en welk einddeel tezamen met de samengevouwen eindranden 1000a resp. 100b wordt verbonden door middel van lijmen of door versmelting met behulp van warmte.
Tenminste één einddeel 1010, dat tezamen met het open einde 1000b van de extrusie foliebuis 1000 de functie van bijvoorbeeld (bodem)eindvlak voor de uiteindelijk te realiseren folieverpakking 1001 vormt, is voorzien van een strook foliemateriaal 1011 waarin tenminste één groep van eerste perforaties of eerste insnijdingen (chevrons) 1012 zijn aangebracht. De eerste perforaties of insnijdingen 1012 fungeren ook hier als ventilatie-openingen en zijn met behulp van een strook filtermateriaal 1013 afgedekt. Door de als ventilatie-middelen fungerende eerste perforaties 1012 af te schermen door een strook filtermateriaal 1013 wordt voorkomen dat het in de verpakking aanwezig poeder en/of korrelvormige stortgoed kan ontsnappen. Bovendien wordt zo het binnentreden van vocht of andersoortige verontreinigingen tot in de verpakking 1001 tegen gegaan.
Op analoge wijze als bij de uitvoeringsvormen getoond in Figuur 1 en 2 is de strook filtermateriaal 1013 bijvoorbeeld door middel verlijming of versmelting (door het toevoeren van warmte, ultrasoon geluid of druk) aangebracht op de strook foliemateriaal 1012 en vormt zo tezamen het einddeel 1010. Bij voorkeur bevindt de strook filtermateriaal 1013 zich aan de binnenzijde van de uiteindelijk te vormen verpakking 1001, zulks ter bescherming, zodat beschadiging van het filtermateriaal 1013, bij voorbeeld als gevolg van transport en opstapeling, wordt voorkomen.
De strook filtermateriaal 1013 kan gemaakt zijn van een geweven materiaal met een porie- of weefafmeting die dusdanig klein is, dat lucht door het filtermateriaal 1013 kan ontwijken, maar dat het binnentreden van vocht dan wel het ontsnappen van het in de vanuit de foliebuis 1000 vervaardigde verpakking 1001 verpakte poeder- of korrelvormige stortgoed niet kan ontsnappen. De strook filtermateriaal 1013 bezit tevens van een dusdanige maasgrootte dat ook andersoortige verontreinigingen niet door het filtermateriaal kunnen geraken.
Als filtermateriaal 1013 kan elk filtermateriaal worden gebruikt, dat geschikt is om lucht door te laten, doch vocht en andere verontreinigingen tegen te houden, en in het bijzonder het ontsnappen van het poeder- en/of korrelvormige stortgoed dat in de verpakking 1001 is verpakt via de eerste perforaties 1012 tegen te gaan. In het bijzonder dient het filtermateriaal 1013 een filterkwalificatie G1-G2-G3 of G4 te bezitten. Dergelijke filtermaterialen zijn geschikt om stortgoederen als ook verontreinigingen met een korrelgrootte vanaf 5 pm tegen te houden.
Een geschikt filtermateriaal is beschikbaar onder de handelsnaam DuPont™ Tyvek®.
Terwijl het als onderzijde fungerende eindvlak van de verpakking 1001 met behulp van de samengevouwen open foliebuis-einde 1000b en het van eerste perforaties 1012 en het filtermateriaal 1013 voorziene einddeel 1010 is gevormd (door middel van samenvouwen en verlijmen en/of versmelting) tot het gesloten bodemdeel van de verpakking 1001, kan op eenzelfde wijze de andere (boven)zijde van de verpakking 1001 met behulp van de open foliebuis-einde 1000a van de foliebuis 1000 en een eveneens van foliemateriaal vervaardigde einddeel 1020 wordt gevormd (ook door middel van samenvouwen en verlijmen en/of versmelting) tot het gesloten bovendeel van de verpakking 1001.
Optioneel kan ook het einddeel 1020 dat onderdeel vormt van het gesloten bovendeel van de verpakking 1001 op identieke wijze als bij het einddeel 1010 dat een deel van de bodem van de verpakking 1001 vormt, zijn voorzien van een strook foliemateriaal 1021 met eerste perforaties en/of insnijdingen (chevrons) 1022, welke eerste perforaties op identieke wijze zijn afgeschermd met behulp van een strook filtermateriaal 1023. Zie ook Figuur 5.
Hierdoor kan de verpakking 1001 - na te zijn gevuld met poeder- en/of korrelvormig stortgoed - na afsluiting en opstapeling via de beide eindvlakken van de verpakking 1001 (het bodemdeel gevormd door referentiecijfers 1000b en 1010 en het bovendeel gevormd door referentiecijfers 1000a en 1020) de in de verpakking 1001 ingesloten lucht via de eerste perforaties van beide einddelen 1010 en 1020 ontwijken uit de verpakking.
Ten behoeve van het vullen van de in Figuur 3 en 4 getoonde verpakking 1001 is het eindvlak (bovendeel) gevormd door het omgevormde foliebuis-einde 1000a en het einddeel 1020 voorzien van een vulopening 1002, welke vulopening 1002 na het vullen van de verpakking 1001 kan worden omgevouwen en gesloten (door verlijmen of versmelten met warmte, druk of ultrasoon geluid), zodat een volledig gesloten verpakking wordt gerealiseerd.
Opgemerkt wordt dat de folieverpakking volgens de Figuren 3 en 4 optioneel kan worden voorzien een groep van tweede perforaties in de foliebuis 1000 op een wijze zoals bijvoorbeeld getoond in Figuur 1C.
Evenzo kan de folieverpakking volgens de figuren 1-2E optioneel zijn vervaardigd met einddelen 1010 en 1020 zoals getoond in de Figuren 3 en 4. Bij deze uitvoeringsvorm welke is getoond in Figuur 5, is de folieverpakking 1000’ voorzien van een langsnaad 11-11b;14 conform de figuren 1-2E en zijn voorzien van één of meer groepen van tweede perforaties 12;12a-12b in de foliebuis, alsmede van één of meer groepen van eerste perforaties 1012-1022 aangebracht in één of beide einddelen 1010-1020. In deze uitvoeringsvorm is elk einddeel 1010-1020 voor het bodem- en bovendeel van de verpakking opgebouwd uit een strook foliemateriaal 1011-1021 en de eerste perforaties 1012-1022, welke zijn afgeschermd door een strook filtermateriaal 1013-1023 (zoals hierboven reeds beschreven). De aldus gevormde einddelen 1010-1020 vormen tezamen met de samengevouwen folie-einden 1000a-1000b de eindvlakken van de uiteindelijk verkregen folieverpakking 1000’.
De verpakking 1000’kan echter ook enkel zijn voorzien van één einddeel 1010 voorzien van een strook foliemateriaal 1011 met een groep van eerste perforaties 1012, die zijn afgeschermd door een strook filtermateriaal 1013. Het andere einddeel 1020 zal dan enkel bestaan uit een strook foliemateriaal 1011, dat samen met het samengevouwen foliebuis-einde 1000a wordt verbonden door middel van lijmen of versmelting met behulp van warmte.

Claims (24)

1. Werkwijze voor het vervaardigen een folieverpakking uit een foliebuis, tenminste omvattende de stappen: A het toevoeren van de foliebuis voorzien van een eerste folie-einde en een tweede folie-einde; B het aanbrengen van ventilatie-middelen; C het vervaardigen van de folieverpakking bestaande uit de foliebuis en de ventilatie-middelen.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij de stap B omvat: B1 het toevoeren van een folie-einddeel, omvattende een strook foliemateriaal, dat is voorzien van tenminste één groep van eerste perforaties, alsmede een over de tenminste ene groep van eerste perforaties aangebrachte strook filtermateriaal; en waarbij stap C omvat: C1 het samenvouwen van tenminste één foliebuis-einde; en C2 het met elkaar verbinden van het tenminste ene samengevouwen foliebuis- einde en het einddeel.
3. Werkwijze volgens conclusie 2, waarbij stap C2 omvat: C2-1 het met elkaar te verlijmen of het met behulp van warmte met elkaar te versmelten van het tenminste ene samengevouwen foliebuis-einde en het einddeel.
4. Werkwijze volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de folie-buis door middel van extrusie is verkregen.
5. Werkwijze volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij stap A omvat: A1 het toevoeren van een vlakke strook foliemateriaal voorzien van een eerste zijde en een tweede zijde; en waarbij stap B omvat: B2 het in de vlakke strook foliemateriaal aanbrengen van tenminste één groep van tweede perforaties; B3 het aanbrengen van een strook filtermateriaal over de tenminste ene groep van tweede perforaties; en verder de stap omvat van D het met elkaar verbinden van de langszijden van de vlakke strook foliemateriaal ter verkrijging van de foliebuis.
6. Werkwijze volgens conclusie 5, waarbij de verbindingstap D het door middel van lijmen met elkaar verbinden van de langszijden van de vlakke strook foliemateriaal omvat of het met behulp van warmte met elkaar versmelten van de langszijden van de vlakke strook foliemateriaal omvat.
7. Werkwijze volgens conclusie 5, waarbij de stap B3 het door middel van lijmen met elkaar verbinden van de strook filtermateriaal met het foliemateriaal of het met behulp van warmte met elkaar versmelten van de strook filtermateriaal en het foliemateriaal omvat.
8. Werkwijze volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de tenminste ene groep van tweede perforaties in een lijn worden aangebracht.
9. Werkwijze volgens conclusie 8, waarbij de lijn gevormd door de tenminste ene groep van tweede perforaties zich parallel aan een langszijde van de vlakke strook foliemateriaal uitstrekt.
10. Werkwijze volgens conclusie 8 of 9, waarbij de lijn gevormd door de tenminste ene groep van tweede perforaties zich dwars ten opzichte van een langszijde van de vlakke strook foliemateriaal uitstrekt.
11. Werkwijze volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de stap B2 het naast beide langszijden in de vlakke strook foliemateriaal aanbrengen van een groep van tweede perforaties omvat en waarbij de stap D het aan weerszijde van beide groepen van tweede perforaties met elkaar verbinden van de langszijden van de vlakke strook foliemateriaal omvat.
12. Werkwijze volgens conclusie 8, waarbij de stap B3 tegelijk met het uitvoeren van stap D wordt uitgevoerd.
13. Een folieverpakking verkregen uit een foliebuis voorzien van een eerste en een twee foliebuis-einde, zoals verkregen met de werkwijze volgens conclusie 1 tot en met 4, waarbij de folieverpakking is gevormd door de foliebuis en twee gesloten eindvlakken, waarbij tenminste één gesloten eindvlak van de verpakking is gevormd door een samengevouwen foliebuis-einde en een einddeel, waarbij het einddeel een strook foliemateriaal omvat, dat is voorzien van tenminste één groep van eerste perforaties, alsmede een over de tenminste ene groep van perforaties aangebrachte strook filtermateriaal.
14. Folieverpakking volgens conclusie 13, waarbij het gesloten eindvlak is gevormd door het samengevouwen foliebuis-einde en het einddeel met elkaar te verlijmen of met behulp van warmte met elkaar te versmelten.
15. Folieverpakking volgens conclusie 13 of 14, waarbij de strook filtermateriaal aan de binnenzijde van de verpakking is aangebracht.
16. Folieverpakking volgens één of meer van de conclusies 13-15, waarbij de strook filtermateriaal tussen het strook foliemateriaal en het samengevouwen foliebuis- einde van de foliebuis is aangebracht.
17. Folieverpakking volgens één of meer van de conclusies 13-16, waarbij het andere eindvlak is gevormd door het andere samengevouwen foliebuis-einde en een einddeel volgens een van de conclusies 13-16.
18. Folieverpakking volgens één of meer van de conclusies 13-17, waarbij tenminste één van de eindvlakken is voorzien van een afsluitbare vulopening.
19. Een foliebuis waaruit afzonderlijke verpakkingen vervaardigbaar zijn, waarbij de foliebuis is verkregen volgens een of meer van de werkwijze-conclusies 4 tot en met 12, en is gevormd uit een vlakke strook foliemateriaal waarvan de langszijden door middel van tenminste één verbindingsnaad met elkaar zijn verbonden, en waarbij het foliemateriaal is voorzien van tenminste één groep van tweede perforaties, alsmede een strook filtermateriaal, dat over de tenminste ene groep van tweede perforaties is aangebracht.
20. Een foliebuis volgens conclusie 19, waarbij de tenminste ene groep van tweede perforaties zich in een lijn parallel aan een langsrichting van de foliebuis uitstrekken en/of de tenminste ene groep van tweede perforaties zich in een lijn dwars op een langsrichting van de vlakke strook foliemateriaal uitstrekken.
21. Een foliebuis volgens conclusie 19 of 20, waarbij de strook filtermateriaal aan de binnenzijde van de foliebuis is aangebracht.
22. Een foliebuis volgens één of meer van de conclusies 19-21, waarbij de beide langszijden van de strook foliemateriaal is voorzien van een groep van tweede perforaties en de beide langszijden aan weerszijden van beide groepen van tweede perforaties door middel van twee verbindingsnaden met elkaar zijn verbonden.
23. Een foliebuis volgens conclusie 22, waarbij de strook filtermateriaal deel uitmaakt van de twee verbindingsnaden.
24. Een folieverpakking verkregen uit een foliebuis volgens één of meer van de conclusies 19-23.
NL2019299A 2017-07-20 2017-07-20 Werkwijze voor het uit een foliebuis vervaardigen van folie-verpakkingen, alsmede een dergelijke foliebuis alsmede een folieverpakking verkregen uit een dergelijke foliebuis, NL2019299B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2019299A NL2019299B1 (nl) 2017-07-20 2017-07-20 Werkwijze voor het uit een foliebuis vervaardigen van folie-verpakkingen, alsmede een dergelijke foliebuis alsmede een folieverpakking verkregen uit een dergelijke foliebuis,

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2019299A NL2019299B1 (nl) 2017-07-20 2017-07-20 Werkwijze voor het uit een foliebuis vervaardigen van folie-verpakkingen, alsmede een dergelijke foliebuis alsmede een folieverpakking verkregen uit een dergelijke foliebuis,

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2019299B1 true NL2019299B1 (nl) 2019-02-12

Family

ID=60183058

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2019299A NL2019299B1 (nl) 2017-07-20 2017-07-20 Werkwijze voor het uit een foliebuis vervaardigen van folie-verpakkingen, alsmede een dergelijke foliebuis alsmede een folieverpakking verkregen uit een dergelijke foliebuis,

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2019299B1 (nl)

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1761327A1 (de) * 1968-05-04 1971-07-22 Hans Lissner Entlueftbarer sackartiger Behaelter und Verfahren zu dessen Herstellung
EP1600399A1 (de) * 2004-05-27 2005-11-30 Haver & Boecker oHG Mit einem Schüttgut befüllbarer Sack aus Kunststofffolie
DE102006004291A1 (de) * 2006-01-31 2007-08-09 Windmöller & Hölscher Kg Sack und Verfahren zur Herstellung desselben
US20070248291A1 (en) * 2006-04-20 2007-10-25 Exopack-Thomasville, Llc Vented plastic bag with filter medium
US20080152266A1 (en) * 2006-12-18 2008-06-26 Bischof + Klein Gmbh & Co. Kg Packaging in the Form of a Bag

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1761327A1 (de) * 1968-05-04 1971-07-22 Hans Lissner Entlueftbarer sackartiger Behaelter und Verfahren zu dessen Herstellung
EP1600399A1 (de) * 2004-05-27 2005-11-30 Haver & Boecker oHG Mit einem Schüttgut befüllbarer Sack aus Kunststofffolie
DE102006004291A1 (de) * 2006-01-31 2007-08-09 Windmöller & Hölscher Kg Sack und Verfahren zur Herstellung desselben
US20070248291A1 (en) * 2006-04-20 2007-10-25 Exopack-Thomasville, Llc Vented plastic bag with filter medium
US20080152266A1 (en) * 2006-12-18 2008-06-26 Bischof + Klein Gmbh & Co. Kg Packaging in the Form of a Bag

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CN105705437B (zh) 香烟包装件
RU2605536C2 (ru) Упаковочная емкость с возможностью выпуска воздуха
RU2373122C1 (ru) Многослойный бумажный мешок
EA010143B1 (ru) Полимерная упаковка со сбросом избыточного давления
ES2720144T3 (es) Empalme de tira
US5913764A (en) Method of manufacturing flat-bottom bags with a glued-on bottom lining
NL2019299B1 (nl) Werkwijze voor het uit een foliebuis vervaardigen van folie-verpakkingen, alsmede een dergelijke foliebuis alsmede een folieverpakking verkregen uit een dergelijke foliebuis,
RU2020108101A (ru) Устройство и способ изготовления пакетов со сварным швом по периметру
US6207592B1 (en) Anti-static films and anti-static fabrics for use in manufacturing bulk bag liners and bulk bags
AU2012202086C1 (en) Container for packaging filling materials and method for processing a web material
CZ286607B6 (cs) Ohebný obalový materiál
US5158370A (en) Bag valves
US9850032B2 (en) Packaging bag
JPH05147664A (ja) 粉体包装用袋およびその使用方法
CN208412251U (zh) 一种硬盒保润保香型香烟包装机
BR112017023194B1 (pt) Método para produzir um fardo embalado de material de cabo acetato
FI85843B (fi) Bandformig foerpackningsmaterial.
JP2001502644A (ja) 多壁袋
US20220097875A1 (en) Sachet and packaging machine
JP4261465B2 (ja) シュリンクフィルム及び物品、並びに、それらに関連する処理装置、検査方法及び製造方法、
AU2012239223A1 (en) Packaging for filling materials
FI90520B (fi) Säkki sekä sitä käyttävä pakkausmenetelmä
JP6902836B2 (ja) 注出口付き包装袋及びその製造方法
AU2011253880B2 (en) An apparatus and process of monitoring adhesive
EP3122639B1 (en) Method for the production of the film tube bag and the vertical form fill seal packaging machine to implement the method

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20220801