NL2018893B1 - Mobiel verblijf, kaderframe en bevestigingsclip - Google Patents

Abstract

Mobiel verblijf omvattende een wand (10) met een door een rand begrensde wandopening (20). In de wandopening is een kaderframe (30) opgenomen dat bestemd en ingericht is om een al of niet uitstelbaar paneel (25) te omvatten. Aan een eerste zijde van de wand strekt het kaderframe zich buiten de wandopening uit, terwijl het door middel van fixatiemiddelen in de wandopening is gefixeerd. Het kaderframe omvat daartoe een vanaf een tegenoverliggende zijde van de wand toegankelijke insteekholte (35). De fixatiemiddelen omvatten ten minste een bevestigingsclip (60), welke aan een eerste uiteinde een insteekorgaan (65) omvat dat in de insteekholte (35) steekt om daarin een duurzame onderlinge verbinding tot stand te brengen en aan een tweede uiteinde al of niet rechtstreeks op de wand afsteunt.

Description

Octrooicentrum Nederland

Θ 2018893 (21) Aanvraagnummer: 2018893 © Aanvraag ingediend: 11 mei 2017 © BI OCTROOI © Int. CL:

B60J 1/00 (2017.01) F16B 2/12 (2018.01) F16B 2/22 (2018.01) F16B 2/24 (2018.01)

0 Aanvraag ingeschreven:	© Octrooihouder(s):
15 november 2018	Polyplastic Groep B.V. te Rotterdam.
© Aanvraag gepubliceerd:
-	© Uitvinder(s):
	Jan Peter Veeneman te Bergschenhoek.
© Octrooi verleend:
15 november 2018
	© Gemachtigde:
© Octrooischrift uitgegeven:	drs. A.A. Jilderda te Eindhoven.
6 maart 2019

© Mobiel verblijf, kaderframe en bevestigingsclip

Ξ) Mobiel verblijf omvattende een wand (10) met een door een rand begrensde wandopening (20). In de wandopening is een kaderframe (30) opgenomen dat bestemd en ingericht is om een al of niet uitstelbaar paneel (25) te omvatten. Aan een eerste zijde van de wand strekt het kaderframe zich buiten de wandopening uit, terwijl het door middel van fixatiemiddelen in de wandopening is gefixeerd. Het kaderframe omvat daartoe een vanaf een tegenoverliggende zijde van de wand toegankelijke insteekholte (35). De fixatiemiddelen omvatten ten minste één bevestigingsclip (60), welke aan een eerste uiteinde een insteekorgaan (65) omvat dat in de insteekholte (35) steekt om daarin een duurzame onderlinge verbinding tot stand te brengen en aan een tweede uiteinde al of niet rechtstreeks op de wand afsteunt.

NL Bl 2018893

Dit octrooi is verleend ongeacht het bijgevoegde resultaat van het onderzoek naar de stand van de techniek en schriftelijke opinie. Het octrooischrift komt overeen met de oorspronkelijk ingediende stukken.

Mobiel verblijf, kaderframe en bevestigingsclip

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een mobiel verblijf, omvattende een wand met een door een rand begrensde wandopening, waarbij in de wandopening een kaderframe is opgenomen dat bestemd en ingericht is om een al of niet uitstelbaar paneel te omvatten, welk kaderframe aan een eerste zijde van de wand zich buiten de wandopening uitstrekt en door middel van fixatiemiddelen in de wandopening is gefixeerd.

Daarbij heeft de uitvinding in het bijzonder betrekking op een mobiel verblijf in de vorm van een caravan of camper, ook wel aangeduid als mobile home. Een dergelijk verblijf kenmerkt zich door wanden die zijn gevormd uit sandwich panelen. Deze panelen omvatten een isolerende kern van polymeerschuim waarop aan weerszijden een bekleding is aangebracht. Aan een buitenzijde is dit veelal aluminium of kunststof, terwijl aan de binnenzijde uit oogpunt van comfort en esthetiek niet zelden een houtfineer- of houtvezelpaneel wordt toegepast. Ter plaatse waar een deur, daglicht, venster of anderszins een al of niet uitstelbaar paneel dient te worden gerealiseerd, wordt in de wand een uitsparing aangebracht. Om de montage van het paneel te vergemakkelijken, wordt bij voorkeur gebruik gemaakt van een kaderframe dat in de aldus voorziene wandopening wordt geplaatst en daarin wordt vastgezet. In het kaderframe is het paneel gemonteerd, terwijl ook eventueel beslag (hang- ensluitwerk) daarin reeds vooraf werd aangebracht. Montage van een venster of ander paneel in de aldus voorziene opening kan daardoor relatief snel en eenvoudig plaatsvinden.

Voor de bevestiging van het kaderframe in de wandopening worden gewoonlijk schroeven als fixatiemiddelen gebruikt die telkens handmatig dienen te worden vast gedraaid. In het bijzonder bij panelen van grotere afmetingen en dito grotere aantallen schroeven is dit tijdrovend.

Met de onderhavige uitvinding wordt dan ook onder meer beoogd te voorzien in een mobiel verblijf met een wandopening waarin een kaderframe in aanmerkelijk kortere tijd kan worden vastgezet.

-2Om het beoogde doel te bereiken, is een mobiel verblijf van de in de aanhef beschreven soort volgens de uitvinding gekenmerkt doordat het kaderframe ten minste één vanaf een tegenoverliggende zijde van de wand toegankelijke insteekholte omvat, dat de fixatiemiddelen ten minste één bevestigingsclip omvatten, welke aan een eerste uiteinde een insteekorgaan omvat dat in de insteekholte steekt om daarin een duurzame onderlinge verbinding tot stand te brengen en aan een tweede uiteinde al of niet rechtstreeks op een aan de rand van de wandopening grenzend randdeel van de wand afsteunt. Aldus is in het kaderframe reeds een voorziening getroffen in de vorm van de insteekholte om in combinatie met daarop afgestemde bevestigingsclips zonder verder gereedschap in de wandopening te kunnen worden vast gezet. Deze fixatiemiddelen laten zich eenvoudig in de insteekholte drukken om daarmee een hechte verbinding aan te gaan. Desgewenst kan daarbij overigens wel een specifiek op de clips afgestemd en speciaal daarvoor ontwikkeld applicator-gereedschap worden toegepast met een magazijn voor een reeks van dergelijke bevestigingsclips om de plaatsing van de clips uit handen te nemen en de montage van het kaderframe verder te vereenvoudigen. Aan een buitenzijde steekt het kaderframe buiten de wandopening uit, zodat aldus de wand word ingeklemd tussen dit deel van het kaderframe en de bevestigingsclips. Een voorkeursuitvoeringsvorm van het mobiel verblijf heeft daarbij als kenmerk dat het tweede deel van de bevestigingsclip tegen een veerspanning in verend al of niet rechtstreeks op de wand afsteunt. De veerkracht van de bevestigingsclips zorgt hierbij voor een spelingsvrije opsluiting van de wand.

Een bijzondere uitvoeringsvorm van het mobile verblijf is gekenmerkt doordat de bevestigingsclip een omgebogen verend plaatlichaam omvat, in het bijzonder van metaal, meer in het bijzonder van veerestaal. Dergelijk clips zijn tegen een relatief lage kostprijs vervaardigbaar en blijken in de praktijk uitermate geschikt als fixatiemiddel voor het kaderframe. Teneinde eventuele maatfluctuaties tussen de wand en de clips op te kunnen vangen, heeft een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van het mobiel verblijf volgens de uitvinding als kenmerk dat de insteekholte een snapholte omvat met een reeks schouders en dat het insteekorgaan een snaporgaan omvat dat achter een schouder van de reeks schouders in de snapholte snapt. De reeks van schouders biedt aldus een

-3trapsgewijze verstelling en aanpassing van de verbinding met de bevestigingsclip. Deze reeks van schouders kan bijvoorbeeld worden voorzien in de vorm van een inwendige vertanding, in het bijzonder een zaagtand, binnenin de holte die aan één of meer zijden van de wand van de insteekholte uitgaat. Daarbij is het mobiel verblijf volgens de uitvinding in een verdere voorkeursuitvoeringsvorm gekenmerkt doordat het snaporgaan verend uitgaat van een aangrenzend deel van de bevestigingsclip. Aldus is het snaporgaan in staat telkens achter een opvolgende schouder of tand van de vertanding te snappen totdat een eindpunt is bereikt.

Teneinde te verzekeren dat het kaderframe naderhand niet meer uit de wandopening los kan komen, heeft een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van het mobiel verblijf volgens de uitvinding als kenmerk dat ten minste één bevestigingsclip door middel van een invasief bevestigingsorgaan in de wand is verankerd. Dit invasieve bevestigingsorgaan is bijvoorbeeld een schroef, waarmee op één of enkele plaatsen een bevestigingsclip in een aan de wandopening grenzend randdeel van de wand wordt vastgeschroefd. Ten behoeve van de plaatsing van het bevestigingsorgaan is ter plaatse in de bevestigingsclip een opening voorzien. Deze opening dient tevens om een eventuele demontage van de bevestigingsclips te faciliteren. Het kaderframe is aldus aard- en nagelvast in de wand verankerd terwijl het kaderframe op andere plaatsen door middel van bevestigingsclips eventueel zonder een dergelijke nadere verankering op zijn plaats wordt gehouden.

Om de positionering van de bevestigingsclips in het werk vrijelijk te kunnen selecteren, heeft een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van het mobiel verblijf volgens de uitvinding als kenmerk dat de insteekholte over althans nagenoeg een volledige lengte van het kaderframe zich daarin uitstrekt. Over deze gehele lengte biedt het kaderframe aldus een bevestigingsbasis voor één of meer bevestigingsclips. Zowel het aantal als de exacte positie van deze clip(s) kan daarbij vrijelijk worden gekozen en af gestemd buiten de locatie(s) waar eventueel andere zaken dienen te worden gemonteerd.

-4Een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van het mobiel verblijf heeft volgens de uitvinding als kenmerk dat de wandopening een vensteropening omvat welke aan ten minste één zijde daarvan is voorzien van een raambekledingseenheid en dat de raambekledingseenheid ten minste één insteekorgaan omvat dat in de insteekholte steekt om daarin een duurzame onderlinge verbinding tot stand te brengen. Een dergelijke raambekledingseenheid omvat bijvoorbeeld een rolgordijn dat aangrenzend aan de opening dient te worden voorzien. Hiervoor kan een vergelijkbare bevestigingsaard worden gekozen als tussen het kaderframe en de bevestigingsclips. Gelijk een bevestigingsclip steekt het insteekorgaan van de raambekledingseenheid in de insteekholte van het kaderframe om zich daarin te verankeren.

Een voorkeursuitvoeringsvorm van het mobiel verblijf heeft daarbij als kenmerk dat de raambekledingseenheid een langwerpige groef omvat die zich over althans nagenoeg een volledige lengte zich daarin uitstrekt en dat het insteekorgaan uitgaat van een verbindingslichaam dat axiaal gangbaar in de groef is opgenomen. Het bevestigingslichaam kan hierbij in de groef worden geschoven naar een optimale positie voor bevestiging in de insteekholte van het kaderframe. Deze groef biedt daarbij bovendien ruimte aan een rug van de bevestigingsclip(s) die elders het kaderframe in de wandopening fixeren.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een bevestigingsclip en kaderframe van de soort zoals toegepast in het hiervoor beschreven mobiel verblijf volgens de uitvinding en zal thans nader worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld en een bijbehorend tekening. In de tekening toont: figuur 1 een wand van een uitvoeringsvoorbeeld van een mobiel verblijf volgens de uitvinding met een wandopening waarin een kaderframe met een paneel is geplaatst;

figuur IA een eerste dwarsdoorsnede door een deel van de wand van het mobiel verblijf van figuur 1;

figuur 1B een tweede dwarsdoorsnede door een deel van de wand van het mobiel verblijf van figuur 1;

-5figuur 2 een dwarsdoorsnede van het kaderframe zoals toegepast in het mobiel verblijf van figuur 1A en 1B;

figuur 3 een dwarsdoorsnede van een bevestigingsclip zoals toegepast in het mobiel verblijf van figuur IA en 1B: en figuur 4 een dwarsdoorsnede van een bevestigingslichaam zoals toegepast in het mobiel verblijf van figuur IA en 1B:

De figuren zijn overigens zuiver schematische en niet (steeds) op schaal getekend. Met name kunnen terwille van de duidelijkheid sommige dimensies in meer of mindere mate overdreven zijn weergegeven. Overeenkomstige delen zijn in de figuren met eenzelfde verwij zingscij fer aangeduid.

Het in figuur 1 getoonde mobiele verblijf omvat een door wanden 10 begrensde ruimte op een rollend onderstel. In dit voorbeeld gaat het om een getrokken verblijf, gewoonlijk aangeduid als caravan, maar ook kan het gaan om een trekkend voertuig, gewoonlijk aangeduid als camper of mobile home. De uitvinding is overigens ook toepasbaar op andere type mobiele verblijven zoals bijvoorbeeld boten en jachten. In de wand 10 van het verblijf is een wandopening 20 voorzien voor opname van een uitstelbaar venster 25. Het venster 25 is daartoe afgehangen in een kaderframe 30 dat in de wandopening 20 is geplaatst en zich daarin rondom uitstrekt. De wanden 10 van een dergelijk verblijf zijn gewoonlijk samengesteld uit sandwichpanelen met een relatief dunne buitenschil 21 van bijvoorbeeld kunststof of aluminium en een binnenwand 22 van kunststof of houtfineerplaat, die van elkaar zijn gescheiden door een kern 23 van thermisch isolerend polymeerschuim. Daarin zijn ter plaatse waar een venster, deur, dakluik of anderszins een paneel dient te worden voorzien, daarop afgestemde openingen in de desbetreffende wand uitgespaard. Om de afmontage van het paneel voor de bouwer van het verblijf te vergemakkelijken, wordt in de aldus gecreëerde wandopening met voordeel een dergelijk kaderframe 30 aangebracht. Behalve in een fraaie randafwerking van de wandopening 25, voorziet het kaderframe 30 namelijk in uiteenlopende montagevoorzieningen, zoals voor bevestiging van het paneel en aanverwante zaken zoals afdichtingsrubbers 40, eventueel hang- en sluitwerk en eventuele raambekledingsproducten. Het kaderframe is gewoonlijk gevormd uit een

-6extrusieprofiel uit kunststof of aluminium. In het onderhavige voorbeeld is van een kaderframe 30 van geëxtrudeerd aluminium uitgegaan.

hi figuur IA en 1B is in dwarsdoorsnede de bevestiging van het kaderframe 30 in de wandopening 20 in nader detail weergegeven, terwijl figuur 2 een dwarsdoorsnede geeft van het kaderframe als zodanig. Het kaderframe 30 steekt aan een buitenzijde van het verblijf met een lip 33 buiten de opening 20 uit en rust hiermee tegen een aan de opening grenzend randdeel van de wand 10. Voor een adequate afdichting is tussen de lip 33 en een aan de wandopening grenzend randdeel van de wand 10 een afdichtingsmiddel, zoals een lijm- of kitrups 31, aangebracht. Het kaderframe omvat aangrenzend aan de lip een kraaldeel 32 met een kom vormige holte waarin een complementaire kraal van het venster 25 haakt ter vorming van een onderling scharnier. Een afdichtingsrubber 40 steekt in een daartoe in het kaderframe 30 voorziene groef 34 voor een afdichting van het venster 25 als dit wordt gesloten en tegen een veerkracht van dit rubber in wordt vergrendeld door middel van hier niet ander getoonde sluitmiddelen.

Voor een snelle en doeltreffende fixatie van het kaderframe 30 in de wandopening 20 omvat het kaderframe volgens de uitvinding een insteekholte 35 in de vorm van een groef die over een volledige lengte c.q. hoogte daarin doorloopt. De groef 35 is inwendig voorzien van een vertanding van opeenvolgende zaagtanden, zie figuur 2. Het kaderframe is bevestigd door middel van een aantal rondom de omtrek van de vensteropening verspreide bevestigingsclips 60, zie ook figuur 3, die elk een insteekorgaan 65 omvatten met aan een uiteinde daarvan een snaporgaan 66. Zoals in figuur IA is weergegeven, steken deze bevestigingsclips ieder met hun insteekorgaan in de insteekholte 35 van het kaderframe 30. Deze tanden van de vertanding 36 vormen een reeks opeenvolgende schouders waarachter het snaporgaan 66 van de bevestigingsclip zal snappen. De bevestigingsclips zijn verend uitgevoerd, bijvoorbeeld uit veerestaal, zodat het verende uiteinde 66 steeds achter een verder gelegen schouder zal snappen naarmate de clip met het insteekorgaan verder in de holte wordt geduwd. Gelijktijdig strekt een basisdeel 63 van de clip 60 zich, zie figuur IA, om daarmee het

-7kaderffame onder de daardoor opgelegde veerspanning spelingvrij in de wandopening te fixeren. Aldus kan het kaderframe volledig zonder verder noodzakelijk gereedschap in korte tijd in de wandopening worden vastgezet. Het basisdeel 63 van de bevestigingsclips omvat eventueel een boring. Deze opening dient om de bevestigingsclip 60 desgewenst naderhand weer te kunnen demonteren. Desgewenst kan daardoorheen bovendien een schroef of ander invasief bevestigingsmiddel worden aangebracht om aard- en nagelvast in de wand te worden ontvangen. Dit biedt een verankering van het kaderframe 30 in de wand en daarmee een extra waarborg tegen een onbedoeld loskomen van het frame 30 uit de wandopening. Voor een dergelijke nadere borging volstaat het indien slechts enkele van de bevestigingsclips aldus in de wand 10 zijn verankerd. De overige kunnen zonder verdere inwerking in de wand worden aangebracht.

Omdat de insteekholte 35 zich over een volledige lengte of hoogte van het kaderframe 30 uitstrekt, biedt dit de mogelijkheid de positie van de bevestigingsclips min of meer willekeurig te kiezen, daarbij rekening houdend met de concrete situatie. In het bijzonder is het aldus mogelijk dezelfde insteekholte 35 bijvoorbeeld tevens te benutten voor de bevestiging van bijvoorbeeld een raambekledingseenheid, zie figuur 1B. De raambekledingseenheid omvat een cassette 50 uit aluminium of kunststof met een kamer 55 waarin bijvoorbeeld een of meer, niet nader getoonde, rolgordijnen zijn opgehangen. Deze rolgordijnen zijn af- en oprolbaar om dienst te doen als al of niet volledig lichtdicht verduisteringsgordijn en/of als een horregaas tegen vliegende insecten. Ter bevestiging van de raambekledingseenheid dient een aantal bevestigingslichamen 70, zie ook figuur 4, die over een lengte van de cassette 50 zijn verdeeld. Het gaat hierbij om onderdelen 70 van kunststof of aluminium met een basisdeel 73 dat in een daartoe in de cassette 50 gevormde groef 53 schuift en een daarvan afgewend insteekdeel 75 dat op vergelijkbare wijze als het insteekorgaan 65 van een bevestigingsclip 60 in de insteekholte 35 van het kaderframe 30 wordt ontvangen. De bevestigingslichamen 70 en de bevestigingsclips 60 kunnen dankzij het uitgestrekte karakter van zowel de insteekholte 35 als de groef 53 vrijelijk op afzonderlijke posities worden aangebracht en hinderen elkaar niet. Daarbij biedt de groef 53 bovendien ruimte voor een rug van de

-8bevestigingsclips 60 zodat deze in het geheel niet zichtbaar zullen zijn. Buiten de cassette 50 kan op een vergelijkbare wijze een, niet nader getoond, lijstwerk rondom de opening 20 over het kaderframe 30 worden aangebracht, waarmee het geheel ook aan een binnenzijde fraai is afgewerkt. Dit lijstwerk biedt bovendien een bevestigingsbasis voor eventueel hang- en sluitwerk of anderszins appendages voor het venster.

Hoewel de uitvinding hiervoor aan de hand van louter een enkele uitvoeringsvoorbeeld nader werd toegelicht, moge het duidelijk zijn dat de uitvinding daartoe geenszins is beperkt. Integendeel zijn binnen het kader van de uitvinding voor een gemiddelde vakman nog vele variaties en verschijningsvormen mogelijk.

Claims (11)

1. Conclusies:

   1. Mobiel verblijf omvattende een wand met een door een rand begrensde wandopening, waarbij in de wandopening een kaderframe is opgenomen dat bestemd en ingericht is om een al of niet uitstelbaar paneel te omvatten, welk kaderframe aan een eerste zijde van de wand zich buiten de wandopening uitstrekt en door middel van fixatiemiddelen in de wandopening is gefixeerd, met het kenmerk dat het kaderframe ten minste één vanaf een tegenoverliggende zijde van de wand toegankel ijke insteekholte omvat, dat de fixatiemiddelen ten minste één bevestigingsclip omvatten, welke aan een eerste uiteinde een insteekorgaan omvat dat in de insteekholte steekt om daarin een duurzame onderlinge verbinding tot stand te brengen en aan een tweede uiteinde al of niet rechtstreeks op de wand afsteunt.
2. 2. Mobiel verblijf volgens conclusie 1 met het kenmerk dat het tweede deel van de bevestigingsclip tegen een veerspanning in verend al of niet rechtstreeks op de wand afsteunt.
3. 3. Mobiel verblijf volgens conclusie 1 of 2 met het kenmerk dat de bevestigingsclip een omgebogen verend plaatlichaam omvat, in het bijzonder van metaal, meer in het bijzonder van veerestaal.
4. 4. Mobiel verblijf volgens conclusie 1, 2 of 3 met het kenmerk dat de insteekholte een snapholte omvat met een reeks schouders en dat het insteekorgaan een snaporgaan omvat dat achter een schouder van de reeks schouders in de snapholte snapt.
5. 5. Mobiel verblijf volgens conclusie 4 met het kenmerk dat het snaporgaan verend uitgaat van een aangrenzend deel van de bevestigingsclip.
6. 6. Mobiel verblijf volgens één of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk dat ten minste één bevestigingsclip door middel van een invasief bevestigingsorgaan in de wand is verankerd.
7. 7. Mobiel verblijf volgens één of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk dat de insteekholte over althans nagenoeg een volledige lengte van het kaderframe zich daarin uitstrekt.
8. 8. Mobiel verblijf volgens één of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk dat de wandopening een vensteropening omvat welke aan ten minste één zijde daarvan is voorzien van een raambekledingseenheid en dat de raambekledingseenheid ten minste één insteekorgaan omvat dat in de insteekholte steekt om daarin een duurzame onderlinge verbinding tot stand te brengen.
9. 9. Mobiel verblijf volgens conclusie 7 met het kenmerk dat de raambekledingseenheid een langwerpige groef omvat die zich over althans nagenoeg een volledige lengte zich daarin uitstrekt en dat het insteekorgaan uitgaat van een verbindingslichaam dat axiaal gangbaar in de groef is opgenomen.
10. 10. Bevestigingsclip van de soort zoals toegepast in het mobiel verblijf volgens één of meer der voorgaande conclusies, omvattende een insteekorgaan voor opname in een insteekholte van een kaderframe ten einde daarmee een duurzame verbinding aan te gaan.
11. 11. Kaderframe van de soort zoals toegepast in het mobiel verblijf volgens één of meer der conclusies 1 tot en met 8, omvattende een insteekholte om daarin een insteekorgaan van een bevestigingsclip te ontvangen ten einde daarmee een duurzame verbinding aan te gaan.