NL2017717B9 - Planttoren voor het opnemen van een aantal planten, en werkwijze voor het laten groeien daarvan - Google Patents

Abstract

De onderhavige vinding betreft een planttoren voor het opnemen van een aantal planten en werkwijze voor het laten groeien daarvan. De planttoren volgens de vinding omvat: - een vloeistofreservoir voorzien van een vulopening; - een roteerbare drager voorzien van een staander en een aangebrachte aandrijving; - een op de roteerbare drager aangebrachte onderste plantenbak voorzien van een aantal plantposities, en een aantal hierboven aan de staander aangebrachte plantenbakken, waarbij de plantposities van direct onder elkaar aangebrachte plantenbakken in een horizontaal vlak zijn geroteerd over een planthoek, en waarbij de plantenbakken zijn voorzien van een vloeistofdoorvoer; - een pompsysteem ingericht voor het opvoeren van vloeistof uit het vloeistofreservoir naar de bovenste plantenbak; - een accusysteem ingericht voor het leveren van energie aan de aandrijving en het pompsysteem, en een daarmee verbonden zonnepaneel; en - een boven de bovenste plantenbak aangebrachte koepel ingericht voor het verstrooien van het licht.

Description

PLANTTOREN VOOR HET OPNEMEN VAN EEN AANTAL PLANTEN,

EN WERKWIJZE VOOR HET LATEN GROEIEN DAARVAN

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een planttoren voor het opnemen van een aantal planten. Een dergelijke planttoren maakt het mogelijk planten op een aantal verschillende hoogten te positioneren. Dit kan bijvoorbeeld worden toegepast in kantoren, kantoortuinen, woonruimten, en kassencomplexen.

Uit de praktijk bekende plantsystemen, bijvoorbeeld geschikt voor een hydrocultuur, maken veelal gebruik van buisvormige of staafvormige elementen waarbij aan de omtrek gaten zijn voorzien waarin planten aanbrengbaar zijn. Sommige van deze conventionele systemen zijn roteerbaar. Vloeistof met eventuele vloeistoffen wordt veelal door middel van een pompsysteem aan de bovenzijde ingebracht waarna het naar beneden stroomt door de buis.

Dergelijke conventionele systemen vereisen een toevoer van vloeistof en eventuele voedingsstoffen, alsook een energievoorziening voor het mogelijk maken van het verpompen van de vloeistof en eventuele rotatie van het systeem. Voorts belemmeren de veelal geheel of gedeeltelijk zijwaarts gerichte openingen een in hoofdzaak verticale groei van de plant.

De onderhavige vinding heeft als doel te voorzien in een planttoren waarin planten gebracht kunnen worden waarmee genoemde problemen en nadelen worden opgeheven of ten minste worden verminderd, zodanig dat planten op effectieve wijze kunnen groeien in een planttoren.

Dit doel wordt bereikt met de planttoren volgens de vinding voor het opnemen van een aantal planten, de planttoren omvattende:

- een vloeistofreservoir voorzien van een vulopening;

- een roteerbare drager voorzien van een staander;

- een werkzaam met de roteerbare drager aangebrachte aandrijving;

- een op de roteerbare drager aangebrachte onderste plantenbak voorzien van een aantal plantposities;

- een aantal boven de onderste plantenbak aan de staander aangebrachte plantenbakken voorzien van een aantal plantposities, waarbij de plantposities van direct onder elkaar aangebrachte plantenbakken in een horizontaal vlak zijn geroteerd over een planthoek, en waarbij de plantenbakken zijn voorzien van een vloeistofdoorvoer;

- een pompsysteem ingericht voor het opvoeren van vloeistof uit het vloeistofreservoir naar de bovenste plantenbak;

- een accusysteem ingericht voor het leveren van energie aan de aandrijving en het pompsysteem;

- een werkzaam met het accusysteem verbonden zonnepaneel; en

- een boven de bovenste plantenbak aangebrachte koepel ingericht voor het verstrooien van het licht.

Door het voorzien van een vloeistofreservoir kan een vloeistof, bijvoorbeeld water, desgewenst voorzien van voedingsstoffen, worden voorzien bij de planttoren. Door middel van de vulopening kan het reservoir worden gevuld. Hierbij is het mogelijk dit reservoir periodiek of op meer continue wijze te vullen. Door de planttoren van een afzonderlijk reservoir te voorzien wordt de planttoren ten minste gedurende een zekere periode zelfvoorzienend ten aanzien van de toevoer van voeding. Door de plantenbakken bij voorkeur te voorzien van een vloeistofdoorvoer wordt het mogelijk de vloeistof met eventuele voedingsstoffen van bovenaf door de planttoren te laten stromen. Dit wordt mogelijk gemaakt door met een pompsysteem de vloeistof met eventuele voedingsstoffen daarin vanuit het vloeistofreservoir op te voeren aan de bovenste plantenbak, optioneel via een verdeelbak aan de bovenzijde van de planttoren. Bij voorkeur wordt hiermee een soort cascade watervalsysteem bewerkstelligd. Hiermee worden alle planten voorzien van voldoende voedingsstoffen.

Door het voorzien van een roteerbare drager waarop twee of meer plantenbakken boven elkaar worden aangebracht wordt een planttoren verkregen, waarbij planten op verschillende verticale hoogten kunnen worden voorzien. De planten worden hierbij geplaatst op de plantposities in de plantenbakken. Bij voorkeur is elke plantenbak voorzien van een aantal plantposities, bij voorkeur ten minste drie en met de meeste voorkeur vier plantposities. Op elke plantpositie kunnen één of meer planten worden geplaatst, bijvoorbeeld afhankelijk van de plantafmetingen. Hiermee wordt een goede verdeling van planten in omtreksrichting van de planttoren bewerkstelligd.

Door het in de tijd laten roteren van de plantenbakken wordt verzekerd dat elke plantpositie een zelfde hoeveelheid licht ontvangt. Hierdoor groeien de planten meer gelijkmatig ongeacht de positie in de planttoren. De plantenbakken worden in verticale richting boven elkaar voorzien. Volgens de vinding worden de naastgelegen plantenbakken in een horizontaal vlak geroteerd over een planthoek zodanig dat planten niet direct boven elkaar worden gepositioneerd in de planttoren. Hierdoor heeft de plant meer ruimte voor groei en ontstaat tevens een betere visuele verdeling van de planten over de planttoren. In geval dat een plantenbak is voorzien van een viertal plantposities zullen twee direct boven elkaar geplaatste plantenbakken zijn verdraaid over zo’n 45 graden om de plant de optimale (groei)ruimte te geven voor groei. Tevens wordt hiermee een maximaal visueel effect bewerkstelligd. Het visuele aspect is met name relevant bij het toepassen van de planttoren voor esthetische aspecten, waaronder in een kantoortuin.

Voorts is de planttoren volgens de onderhavige vinding voorzien van een accusysteem. Dit accusysteem is ingericht voor het leveren van energie, in het bijzonder elektriciteit, aan zowel de aandrijving als het pompsysteem. Hiermee is het mogelijk om een zogeheten standalone planttoren te verschaffen die niet gekoppeld hoeft te worden aan een vloeistoftoevoer en energietoevoer.

Volgens de vinding wordt het accusysteem gevoed door ten minste een zonnepaneel dat is voorzien bij de planttoren, eventueel in combinatie met periodiek opladen via het elektriciteitsnet. In een momenteel geprefereerde uitvoeringsvorm is het zonnepaneel voorzien aan de bovenzijde van de planttoren waardoor zonlicht maximaal gebruikt kan worden.

Voorts is bij de planttoren volgens de vinding een koepel aangebracht boven de bovenste plantenbak, waarbij de koepel is ingericht voor het verstrooien van het invallende licht. Door deze koepel wordt een betere verdeling van het licht over de planttoren bewerkstelligd. De actuele rotatiehoek is hierbij niet of nauwelijks van belang voor de opbrengst. Bij voorkeur is een zonnepaneel geplaatst onder de koepel waardoor licht op effectieve wijze door de bij voorkeur transparante koepel kan treden en via het zonnepaneel het accusysteem kan voeden. Hiermee wordt de effectiviteit van het zonnepaneel en accusysteem voor de energievoorziening verder vergroot.

Door de planttoren te voorzien van een aandrijving kan de drager met daarop geplaatste plantenbakken worden geroteerd, bij voorkeur rondom de staander-as. Deze aandrijving maakt in de momenteel geprefereerde uitvoeringsvorm gebruik van een tandheugel met rondsel en/of tandwielconstructie. Hiermee kan een robuuste aandrijving worden bewerkstelligd. De rotatiebeweging voorziet bij voorkeur een volledige doorgaande rotatie van de planttoren, continu linksom of rechtsom. Alternatieve bewegingen behoren ook tot de mogelijkheden zoals rotatie over een hoek kleiner dan 360 graden en/of een afwisselend linksom en rechtsom roterende beweging.

De plantenbakken zijn bij voorkeur aangebracht op de staander, bijvoorbeeld door een losmaakbare haak- of klembevestiging. Het zal duidelijk zijn dat andere bevestigingsmethoden volgens de vinding ook tot de mogelijkheden behoren. Hiermee wordt een stabiele constructie voor de planttoren volgens de vinding verschaft.

In een voordelige voorkeursuitvoeringsvorm volgens de vinding is de staander in lengte instelbaar.

Door de staander in lengte instelbaar, en bij voorkeur eveneens verstelbaar, te voorzien kan de totale hoogte van de planttoren naar wens worden aangepast. Zo behoort het bijvoorbeeld tot de mogelijkheden om een plantenbak af te nemen van de planttoren of juist een plantenbak toe te voegen. Hierdoor wordt een flexibel en modulair systeem verkregen dat op meerdere plaatsen inzetbaar is en naar wens van een gebruiker aangepast kan worden.

Bij voorkeur omvat de staander een aantal telescopische elementen. Door middel van toepassing van dergelijke telescopische elementen wordt een relatief eenvoudige en toch robuuste constructie voor de staander verkregen, waarbij de lengte bij voorkeur zowel instelbaar en verstelbaar is. Dit maakt het mogelijk om op relatief eenvoudige wijze de planttoren aan te passen naar de wensen van een gebruiker.

In een voordelige voorkeursuitvoeringsvorm volgens de vinding is de drager voorzien van een met de onderste plantenbak corresponderend bevestigingsdeel.

Door de drager te voorzien van een bevestigingsdeel kan de onderste plantenbak op stabiele wijze daarop worden geplaatst. Dit bevestigingsdeel omvat bijvoorbeeld een uitsparing met een vorm overeenkomstig de vorm van de bodem van de onderste plantenbak. Hiermee wordt als het ware een soort vormsluiting verkregen van het onderste bodemdeel op de drager. Desgewenst kan het bevestigingsdeel worden voorzien van een soort klempassing of aanvullend kliksysteem of ander bevestigingssysteem om de onderste plantenbak stevig vast te zetten aan het roteerbare dragerdeel.

In een voordelige voorkeursuitvoeringsvorm volgens de vinding strekt de plantpositie van de plantenbak zich in hoofdzaak uit over de gehele hoogte van de plantenbak.

Door de plantpositie zich uit te laten strekken in een in hoofdzaak verticale richting wordt bewerkstelligd dat de plant op een dergelijke plantpositie op effectieve wijze in een verticale richting kan groeien en ontwikkelen. Hiermee wordt scheefgroei van een plant vermeden. Dit draagt derhalve bij aan een uniforme plantontwikkeling over de planttoren volgens de vinding.

In een verdere voordelige voorkeursuitvoeringsvorm volgens de vinding zijn ten minste de plantenbakken in hoofdzaak vervaardigd van een bio-afbreekbaar materiaal.

Door het voorzien van de plantenbakken uit een in hoofdzaak bio-afbreekbaar materiaal wordt bewerkstelligd dat de planttoren als een duurzaam product verschaft kan worden. Een momenteel geprefereerd materiaal betreft het bio-afbreekbare PLA. PLA wordt ook wel aangeduid als polymelkzuur of polylactide (“polylactic acid”). Ook is het mogelijk een ander bio-afbreekbaar materiaal te voorzien, bijvoorbeeld een ander bio-afbreekbaar thermoplastisch alifatisch polyester.

In een verdere voordelige voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige vinding zijn de plantenbakken ingericht voor een hydrocultuur.

Door de plantenbakken te voorzien van een vloeistof eventueel in combinatie met een vulmateriaal anders dan grond of aarde. Dit wordt ook wel aangeduid als een “hydroponics” systeem. Hiermee wordt de planttoren volgens de vinding meer flexibel inzetbaar en kan desgewenst worden gebruikt in verschillende groeisystemen.

De vinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het groeien van planten, de werkwijze omvattende de stappen:

- het voorzien van een planttoren in één van de hiervoor beschreven uitvoeringsvormen;

- het op plantposities plaatsen van planten;

- het toevoeren van een vloeistof; en

- het roteren van de plantenbakken.

Een dergelijke werkwijze biedt gelijke effecten en voordelen als beschreven voor de planttoren. In het bijzonder verschaft de werkwijze een meer gelijkmatige groei van de planten door het roteren en de verbeterde lichtverdeling.

Verdere kenmerken, voordelen en details van de vinding worden beschreven aan de hand van voorkeursuitvoeringsvormen daarvan, waarbij verwezen wordt naar de bijgevoegde tekeningen, waarin tonen:

- figuur 1 een aanzicht van de planttoren volgens de vinding;

- figuur 2 een zijaanzicht van de planttoren uit figuur 1;

- figuur 3 een bovenaanzicht van de planttoren uit figuren 1 en 2; en

- figuren 4 en 5 aanzichten van het roteerbare draagdeel van de planttoren uit figuren 1-3. Planttoren 2 (figuur 1) is voorzien van reservoir 4 dat plaatsbaar is op ondergrond 6. In de getoonde uitvoeringsvorm is reservoir 4 voorzien van afsluitbare vulopening 8 dat is aangebracht in deksel 10 van reservoir 4. In een uitsparing in deksel 10 is roteerbaar draagdeel 12 als een soort draaischijf aangebracht. Aan de bovenzijde is draaischijf 12 voorzien van uitsparing 14 overeenkomend met de vorm van onderste plantenbak 16.

In de getoonde uitvoeringsvorm heeft plantenbak 16 een viertal plantposities 18 waarin een plant 20 geplaatst kan worden. Plantenbak 16 is in de getoonde uitvoeringvorm vervaardigd van PLA. Plantenbak 16 strekt zich bij voorkeur uit over zo’n 15 tot 20 cm en heeft een bodemdiameter van zo’n 13 tot 16 cm. Het zal duidelijk zijn dat ook andere afmetingen tot de mogelijkheden behoren.

In bodem 22 van plantenbak 16 zijn een aantal openingen 24 voorzien die fungeren als vloeistofdoorvoer. In de getoonde uitvoeringsvorm zijn een viertal plantenbakken 16 boven elkaar gepositioneerd waarbij direct boven elkaar gerangschikte plantenbakken 16 over een hoek van zo’n 45 graden zijn verdraaid. Hierdoor is plantpositie 18 verzekerd van voldoende hoogte voor onder meer groei van plant 20. Verder strekt plantpositie 18 zich in een in hoofdzaak verticale richting neerwaarts uit zodat plant 20 in hoofdzaak in verticale richting kan ontwikkelen en groeien. Aan de bovenzijde van planttoren 2 is in de getoonde uitvoeringsvorm verdeelbak 26 voorzien waarin een aantal doorvoeren 28 zijn aangebracht. Verdeelbak 26 wordt bij voorkeur voorzien van vloeistof met eventueel voedingsstoffen die vervolgens als een soort cascadewaterval neerwaarts stromen, terug naar reservoir 4. Voorts is in de getoonde uitvoeringsvorm koepel 28 voorzien. In de getoonde uitvoeringsvorm is koepel 28 van een transparant of doorzichtig materiaal. Geheel of gedeeltelijk onder koepel 28 is zonnepaneel 30 aangebracht. Verdeelbak 26 kan desgewenst worden voorzien van een deksel 32, zoals met stippellijnen aangeduid in figuur 1.

Staander 34 strekt zich hoofdzaak opwaarts uit vanuit of vanaf reservoir 4 in de richting van koepel 28. Bij voorkeur is aan de binnenzijde van staander 34 een kanaal of leiding 36 voorzien waarmee vloeistof met eventuele voedingsstoffen kan worden gebracht naar de verdeelbak 26 (figuur 2). Dit wordt gerealiseerd met behulp van pomp 40 die door middel van wateraanvoer 42 vloeistof transporteert via kanaal of leiding 36. Pomp 40 wordt hierbij aangedreven door motor 44. In de getoonde uitvoeringsvorm is separate motor 46 voorzien voor het laten roteren van draaischijf 12. Motoren 44, 46 worden in de getoonde uitvoeringsvorm gevoed vanuit accu 48 die bij voorkeur wordt opgeladen vanuit paneel 30. Optioneel is accu 48 voorzien van een additionele laadaansluiting 50 die in de momenteel geprefereerde uitvoeringsvorm is voorzien in de vorm van een zogeheten USB-aansluiting. Eveneens in de getoonde uitvoeringsvorm is regelaar 52 voorzien waarmee instellingen voor motoren 44, 46 en/of pomp 40 kunnen worden aangepast. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan rotatiesnelheid, hoek van rotatie, verpompte vloeistofhoeveelheid, en dergelijke.

Regelaar 52 kan bijvoorbeeld worden aangestuurd met behulp van draadloze bediening 54. Bediening 54 kan worden uitgevoerd met behulp van een app op een mobiele telefoon of tablet. Ook behoort het gebruik van een separate afstandsbediening tot de mogelijkheden, waarmee desgewenst meerdere planttorens 2 aan te sturen zijn. Planttoren 2 is naast vulopening 8 bij voorkeur voorzien van klep 56 om additionele toegang te geven tot reservoir 4.

Draaischijf 12 (figuren 4 en 5) is voorzien van uitsparing 14 die overeenkomt met de onderzijde van plantenbak 16. Desgewenst kan hierbij een kliksysteem of klemconstructie worden toegepast. Voorts is draaischijf 12 voorzien van uitsparing 58 waarin of waar doorheen een staander 34 plaatsbaar is. Hiermee kan op effectieve wijze een planttoren 2 worden opgebouwd uit de afzonderlijke componenten. Voor het roteren van draaischijf 12 wordt in de getoonde uitvoeringsvorm gebruik gemaakt van tandheugel 60 die door middel van een op motor 46 aangebracht rondsel wordt geroteerd. Het zal duidelijk zijn dat ook andere aandrijvingen volgens de vinding tot de mogelijkheden behoren.

Door planttoren 2 bij voorkeur modulair op te bouwen met behulp van reservoir 4, draaischijf 12 en het daarop plaatsen van een aantal plantenbakken 16, kan planttoren 2 van de gewenste hoogte worden voorzien. In de getoonde uitvoeringsvorm is plantenbak 16 voorzien van een viertal plantposities 18 waarin vervolgens planten 20 geplaatst kunnen worden. Door in de getoonde uitvoeringsvorm vier plantposities per afzonderlijke plantenbak 16 te voorzien wordt een mooi verdeelde plantverdeling verschaft. Hierbij kan plantenbak 16 zowel met aarde worden gevuld als in een momenteel meer geprefereerde uitvoeringsvorm met vloeistof en eventueel vulmateriaal zodat eventueel een hydrocultuur kan worden voorzien.

Draaischijf 12 wordt vervolgens geroteerd waardoor planten rondom van voldoende licht worden voorzien. Doordat plantposities 18 zich in hoofdzaak verticaal uitstrekken en plant 20 ruimte heeft voor ontwikkeling in verticale richting wordt een mooie plantverdeling rondom planttoren 2 voorzien. Hierin wordt vloeistof uit reservoir 4 gepompt met behulp van pomp 40 naar verdeelbak 26. Via doorvoeren 28, 24 wordt bij voorkeur een soort cascadewatervalsysteem verschaft waarmee planten 20 van voldoende vloeistof en voedingsstoffen kunnen worden voorzien. Door het voorzien van zonnepaneel 30 kan accusysteem 48 worden opgeladen waarmee vervolgens motoren 44, 46 worden aangedreven. Paneel 30 wordt in de getoonde uitvoeringsvorm aangebracht onder koepel 28 waarmee zonlicht wordt verdeeld. Dit betekent dat onafhankelijk van de daadwerkelijke rotatiestand van planttoren 2 paneel 30 energie kan opwekken. Hierdoor wordt een effectief laadproces mogelijk zodat een standalone planttoren wordt verschaft. Dit maakt het flexibel plaatsen van dergelijke planttorens 2 mogelijk. Instellingen van bijvoorbeeld motoren 44, 5 46 en pomp 40 worden bij voorkeur door middel van regelaar 52 via bediening 54 door een gebruiker ingesteld. Hiermee kan planttoren 2 naar wens worden geconfigureerd.

De onderhavige vinding is geenszins beperkt tot de bovenbeschreven voorkeursuitvoeringsvormen daarvan. De gevraagde rechten worden bepaald door de navolgende conclusies binnen de strekking waarvan velerlei modificaties denkbaar zijn. Zo behoort het bijvoorbeeld tot de mogelijkheden om in plaats van plantenbakken 16 te vervaardigen uit PLA deze uit andere materialen te voorzien, zowel bio-afbreekbaar als niet bio-afbreekbare materialen, waaronder PVC en RVS. In de getoonde uitvoeringsvorm worden een viertal plantenbakken 16 in een vier-laags planttoren 2 getoond. Het zal duidelijk zijn dat ook andere aantallen plantenbakken 16 boven elkaar gepositioneerd kunnen worden. Ook behoort het nadrukkelijk tot de mogelijkheden meerdere plantposities 18 per plantenbak te verschaffen om zo de plantverdeling rondom in de rotatierichting van planttoren 2 naar wens aan te passen.

Claims (11)

CONCLUSIES

1. Planttoren voor het opnemen van een aantal planten, omvattende:

- een vloeistofreservoir voorzien van een vulopening;

- een roteerbare drager voorzien van een staander;

- een werkzaam met de roteerbare drager aangebrachte aandrijving;

- een op de roteerbare drager aangebrachte onderste plantenbak voorzien van een aantal plantposities;

- een aantal boven de onderste plantenbak aan de staander aangebrachte plantenbakken voorzien van een aantal plantposities, waarbij de plantposities van direct onder elkaar aangebrachte plantenbakken in een horizontaal vlak zijn geroteerd over een planthoek, en waarbij de plantenbakken zijn voorzien van een vloeistof doorvoer;

- een pompsysteem ingericht voor het opvoeren van vloeistof uit het vloeistofreservoir naar de bovenste plantenbak;

- een accusysteem ingericht voor het leveren van energie aan de aandrijving en het pompsysteem;

- een werkzaam met het accusysteem verbonden zonnepaneel; en

- een boven de bovenste plantenbak aangebrachte koepel ingericht voor het verstrooien van het licht.

2. Planttoren volgens conclusie 1, waarbij de staander in lengte instelbaar is.

3. Planttoren volgens conclusie 2, waarbij de in lengte instelbare staander een aantal telescopische elementen omvat.

4. Planttoren volgens conclusie 1, 2 of 3, waarin de drager is voorzien van een met de onderste plantenbak corresponderend bevestigingsdeel.

5 onder elkaar aangebrachte plantenbakken zo’n 45 graden bedraagt.

10. Planttoren volgens één van de voorgaande conclusies, waarin de plantenbakken zijn ingericht voor een hydrocultuur.

5. Planttoren volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de plantpositie van de plantenbak zich in hoofdzaak over de gehele hoogte van de plantenbak uitstrekt.

6. Planttoren volgens één van de voorgaande conclusies, waarin ten minste de plantenbakken in hoofdzaak zijn vervaardigd van een bio-afbreekbaar materiaal.

7. Planttoren volgens conclusie 6, waarin het bio-afbreekbare materiaal PLA omvat.

8. Planttoren volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij een plantenbak is voorzien van ten minste 3 en bij voorkeur 4 plantposities.

9. Planttoren volgens conclusie 8, waarbij de planthoek tussen naastgelegen plantposities van

10

11. Werkwijze voor het groeien van planten, omvattende de stappen:

- het voorzien van een planttoren volgens één van de voorgaande conclusies;

- het op plantposities plaatsen van planten;

- het toevoeren van een vloeistof; en

- het roteren van de plantenbakken.