NL2017672B1 - Device with improved ejectors and method for this - Google Patents

Device with improved ejectors and method for this Download PDF

Info

Publication number
NL2017672B1
NL2017672B1 NL2017672A NL2017672A NL2017672B1 NL 2017672 B1 NL2017672 B1 NL 2017672B1 NL 2017672 A NL2017672 A NL 2017672A NL 2017672 A NL2017672 A NL 2017672A NL 2017672 B1 NL2017672 B1 NL 2017672B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
head
spring
mold
adapter
ejector
Prior art date
Application number
NL2017672A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
Antonius Maria Jans Hubertus
Original Assignee
Beheermaatschappij De Boer Nijmegen B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Beheermaatschappij De Boer Nijmegen B V filed Critical Beheermaatschappij De Boer Nijmegen B V
Priority to NL2017672A priority Critical patent/NL2017672B1/en
Priority to ES17192092T priority patent/ES2748878T3/en
Priority to EP17192092.9A priority patent/EP3321052B1/en
Priority to DK17192092.9T priority patent/DK3321052T3/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2017672B1 publication Critical patent/NL2017672B1/en

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B28WORKING CEMENT, CLAY, OR STONE
    • B28BSHAPING CLAY OR OTHER CERAMIC COMPOSITIONS; SHAPING SLAG; SHAPING MIXTURES CONTAINING CEMENTITIOUS MATERIAL, e.g. PLASTER
    • B28B5/00Producing shaped articles from the material in moulds or on moulding surfaces, carried or formed by, in or on conveyors irrespective of the manner of shaping
    • B28B5/02Producing shaped articles from the material in moulds or on moulding surfaces, carried or formed by, in or on conveyors irrespective of the manner of shaping on conveyors of the endless-belt or chain type
    • B28B5/021Producing shaped articles from the material in moulds or on moulding surfaces, carried or formed by, in or on conveyors irrespective of the manner of shaping on conveyors of the endless-belt or chain type the shaped articles being of definite length
    • B28B5/022Producing shaped articles from the material in moulds or on moulding surfaces, carried or formed by, in or on conveyors irrespective of the manner of shaping on conveyors of the endless-belt or chain type the shaped articles being of definite length the moulds or the moulding surfaces being individual independant units and being discontinuously fed
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B28WORKING CEMENT, CLAY, OR STONE
    • B28BSHAPING CLAY OR OTHER CERAMIC COMPOSITIONS; SHAPING SLAG; SHAPING MIXTURES CONTAINING CEMENTITIOUS MATERIAL, e.g. PLASTER
    • B28B17/00Details of, or accessories for, apparatus for shaping the material; Auxiliary measures taken in connection with such shaping
    • B28B17/009Changing the forming elements, e.g. exchanging moulds, dies
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B28WORKING CEMENT, CLAY, OR STONE
    • B28BSHAPING CLAY OR OTHER CERAMIC COMPOSITIONS; SHAPING SLAG; SHAPING MIXTURES CONTAINING CEMENTITIOUS MATERIAL, e.g. PLASTER
    • B28B7/00Moulds; Cores; Mandrels
    • B28B7/0002Auxiliary parts or elements of the mould
    • B28B7/0014Fastening means for mould parts, e.g. for attaching mould walls on mould tables; Mould clamps

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Ceramic Engineering (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Manufacturing & Machinery (AREA)
  • Moulds For Moulding Plastics Or The Like (AREA)

Abstract

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting, omvattende: - een vormbak met ten minste één vormholte; - ten minste één uitstoter per vormholte, 5 omvattende: - een bodem van de vormholte die in de vormholte beweegbaar is voor het uitstoten van een in de vormholte gevormde vormeling; - een zich vanaf de bodem van de vormholte door een bodem van de vormbak uitstrekkende stoteras met een kop aan het vrije uiteinde daarvan; - een veer die is opgespannen tussen de kop van de stoteras en de bodem van de vormbak; - waarbij een binnendiameter van de veer een grotere afmeting vertoont dan de kop; en - waarbij een adapter is voorzien die tussen de kop en de veer is aangebracht. De uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze voor het in een vormholte van een vormbak aanbrengen van een dergelijke uitstoter.The present invention relates to a device, comprising: - a mold container with at least one mold cavity; - at least one ejector per mold cavity, comprising: - a bottom of the mold cavity that is movable in the mold cavity for ejecting a mold formed in the mold cavity; - a ram axis extending from the bottom of the mold cavity through a bottom of the mold container with a head at the free end thereof; - a spring tensioned between the head of the ram and the bottom of the mold container; - wherein an inner diameter of the spring has a larger dimension than the head; and - wherein an adapter is provided which is arranged between the head and the spring. The invention further relates to a method for arranging such an ejector in a mold cavity of a mold container.

Description

OctrooicentrumPatent center

NederlandThe Netherlands

Figure NL2017672B1_D0001

(21) Aanvraagnummer: 2017672 © Aanvraag ingediend: 25/10/2016 © 2017672(21) Application number: 2017672 © Application submitted: 10/25/2016 © 2017672

BI OCTROOI (51) Int. CL:BI PATENT (51) Int. CL:

B28B 5/02 (2017.01) B28B 7/00 (2017.01) B28B 17/00 (2017.01)B28B 5/02 (2017.01) B28B 7/00 (2017.01) B28B 17/00 (2017.01)

(jA Aanvraag ingeschreven: (yes Application registered: (73) Octrooihouder(s): (73) Patent holder (s): 04/05/2018 04/05/2018 Beheermaatschappij De Boer Nijmegen B.V. Management company De Boer Nijmegen B.V. te WIJCHEN. to WIJCHEN. (43) Aanvraag gepubliceerd: (43) Application published: (72) Uitvinder(s): (72) Inventor (s): (2) Octrooi verleend: (2) Patent granted: Hubertus Antonius Maria Jans te Velp. Hubertus Antonius Maria Jans in Velp. 04/05/2018 04/05/2018 (45) Octrooischrift uitgegeven: (45) Patent issued: θ Gemachtigde: θ Authorized representative: 14/05/2018 14/05/2018 ir. P.J. Hylarides c.s. te Den Haag. ir. P.J. Hylarides et al. In The Hague.

© Inrichting met verbeterde uitstoters en werkwijze daarvoor © De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting, omvattende:© Device with improved ejectors and method therefor © The present invention relates to a device comprising:

- een vormbak met ten minste één vormholte;- a mold container with at least one mold cavity;

- ten minste één uitstoter per vormholte, omvattende:- at least one ejector per mold cavity, comprising:

- een bodem van de vormholte die in de vormholte beweegbaar is voor het uitstoten van een in de vormholte gevormde vormeling;- a bottom of the mold cavity which is movable in the mold cavity for ejecting a mold formed in the mold cavity;

- een zich vanaf de bodem van de vormholte door een bodem van de vormbak uitstrekkende stoteras met een kop aan het vrije uiteinde daarvan;- a ram axis extending from the bottom of the mold cavity through a bottom of the mold container with a head at the free end thereof;

- een veer die is opgespannen tussen de kop van de stoteras en de bodem van de vormbak;- a spring tensioned between the head of the ram and the bottom of the mold container;

- waarbij een binnendiameter van de veer een grotere afmeting vertoont dan de kop; en- wherein an inner diameter of the spring has a larger dimension than the head; and

- waarbij een adapter is voorzien die tussen de kop en de veer is aangebracht.- wherein an adapter is provided which is arranged between the head and the spring.

De uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze voor het in een vormholte van een vormbak aanbrengen van een dergelijke uitstoter.The invention further relates to a method for arranging such an ejector in a mold cavity of a mold container.

NL BI 2017672NL BI 2017672

Dit octrooi is verleend ongeacht het bijgevoegde resultaat van het onderzoek naar de stand van de techniek en schriftelijke opinie. Het octrooischrift komt overeen met de oorspronkelijk ingediende stukken.This patent has been granted regardless of the attached result of the research into the state of the art and written opinion. The patent corresponds to the documents originally submitted.

Inrichting met verbeterde uitstoters en werkwijze daarvoorDevice with improved ejectors and method for this

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting met verbeterde uitstoters voor het uit een vormholte van een vormbak drukken van een in de vormholte gevormde vormeling, en een werkwijze daarvoor.The invention relates to a device with improved ejectors for pressing a mold formed in the mold cavity from a mold cavity of a mold container, and a method therefor.

Bij zogenaamde vormbakpersen, waarop de onderhavige uitvinding betrekking heeft, wordt vervormbare klei in - veelal bezande - vormholtes geperst. De in de vormholte gevormde vormeling wordt vervolgens gelost om te worden gedroogd en gebakken. Een dergelijke vormbakpers omvat een kettingtransporteur, ook wel vormband genoemd, die is samengesteld uit een groot aantal met elkaar verbonden vormbakken. Iedere vormbak omvat doorgaans meerdere vormholten, waarin de vormelingen worden gevormd. In iedere vormholte zijn uitstoters aangebracht voor het uit de respectievelijke vormholte drukken van de vormeling. Dergelijke uitstoters zijn aan slijtage onderhevig, en dienen derhalve met enige regelmaat te worden vervangen voor nieuwe exemplaren. Dit is - mede door het grote aantal uitstoters per vormband een bewerkelijke en tijdrovende reparatie, waarbij de vormband geruime tijd niet kan worden ingezet voor de productie van stenen. Als voorbeeld heeft een vormbakpers met 30 vormholtes per vormbak, die in totaal 50 vormbakken omvat, maar liefst 1500 uitstoters.In so-called mold container presses, to which the present invention relates, moldable clay is pressed into - often sanded-in - mold cavities. The green broth formed in the mold cavity is then released to be dried and baked. Such a mold container press comprises a chain conveyor, also called mold belt, which is composed of a large number of mold containers connected to each other. Each mold container usually comprises a plurality of mold cavities, in which the moldings are formed. Ejectors are provided in each mold cavity for pressing the mold from the respective mold cavity. Such ejectors are subject to wear and tear and must therefore be replaced with new ones on a regular basis. This is - partly due to the large number of ejectors per molding belt - a laborious and time-consuming repair, whereby the molding belt cannot be used for a long time for the production of stones. An example is a mold container press with 30 mold cavities per mold container, which comprises a total of 50 mold containers, no less than 1500 ejectors.

Het Europese octrooi EP-B1-2242627 van Aanvraagster beschrijft een inrichting waarbij de uitstoters vooraf in een werkplaats te assembleren zijn, waarbij de vormbak openingen omvat waar doorheen een uitstoter met zijn stoteras met daaromheen aangebrachte veer en aanslag verplaatsbaar is, en waarbij een tussenzetorgaan tussen de veer en de opening in de vormbak is voorzien. Doordat een geassembleerde uitstoter door de opening in de vormbak heen verplaatsbaar is, kan deze uitstoter reeds vooraf elders zijn geassembleerd.The European patent EP-B1-2242627 of Applicant describes a device in which the ejectors can be assembled in advance in a workshop, wherein the mold container comprises openings through which a ejector with its ejector shaft with spring and stop arranged around it, and wherein an intermediate member is movable between the spring and the opening in the mold container are provided. Because an assembled ejector can be moved through the opening in the mold container, this ejector can already be assembled elsewhere in advance.

Hoewel de in EP-B 1 -2242627 beschreven uitstoters reeds een significante tijdsbesparing van reparatie- of vervangwerkzaamheden realiseerden, bleek dat deze uitstoters in de praktijk slechts beperkt toepasbaar waren. Zoals reeds beschreven, bestaat een vormband uit een groot aantal met elkaar verbonden vormbakken. Ter plaatse van de verbindingen tussen de vormbakken, die aan beide uiteinden van een vormbak zijn voorzien, kunnen de tussenzetorganen volgens EP-B 1 -2242627 niet aangebracht worden vanwege de aanwezigheid van een diepe uitsparing. Gevolg is, dat op deze posities géén vooraf geassembleerde uitstoter volgens EP-B12242627 kan worden toegepast, maar dat - zoals daarvoor gebruikelijk - een uitstoter ter plaatse dient te worden geassembleerd. Dit resulteert in een bewerkelijke werkwijze, die door de afstelling van een dopmoer bovendien een mogelijke afstelonnauwkeurigheid introduceert.Although the ejectors described in EP-B 1 -2242627 already achieved a significant time saving of repair or replacement work, it turned out that these ejectors were only of limited use in practice. As already described, a molding belt consists of a large number of mold containers connected to each other. At the location of the connections between the mold containers, which are provided with a mold container at both ends, the inserts according to EP-B 1 -2242627 cannot be provided due to the presence of a deep recess. The result is that no pre-assembled ejector according to EP-B12242627 can be used at these positions, but that - as is customary before that - a ejector must be assembled on site. This results in a laborious method, which moreover introduces a possible adjustment inaccuracy due to the adjustment of a cap nut.

Deze bewerkelijke werkwijze dient in de praktijk voor een groot aantal posities te worden toegepast. Bij het gegeven voorbeeld van een vormbak met 30 vormholtes, vallen aan beide uiteinden 3 a 4 posities in een dieper liggende uitsparing. Uitgaande van de meest positieve situatie van 3 posities aan beide uiteinden, dus 6 in totaal per vormbak, vallen dus 6 van de 30 posities af, ofwel 20%. Bij vormbakken met minder dan 30 vormholtes is het aantal posities in een dieper liggende uitsparing procentueel nog hoger.This laborious method must be applied in practice for a large number of positions. In the given example of a mold container with 30 mold cavities, 3 to 4 positions fall at both ends in a deeper recess. Assuming the most positive situation of 3 positions at both ends, so 6 in total per mold container, 6 of the 30 positions are lost, or 20%. For mold containers with fewer than 30 mold cavities, the number of positions in a deeper recess is even higher as a percentage.

Er is behoefte aan een verbeterde inrichting die op alle posities toepasbaar is, inclusief de 20% of meer posities waar een diepe uitsparing aanwezig is.There is a need for an improved device that is applicable to all positions, including the 20% or more positions where a deep recess is present.

Een doel van de onderhavige uitvinding is om een inrichting en werkwijze te verschaffen, waarbij de genoemde nadelen zich niet, of althans in mindere mate voordoen.An object of the present invention is to provide a device and method in which the disadvantages mentioned do not occur, or at least to a lesser extent.

Het genoemde doel is volgens de uitvinding bereikt met de inrichting volgens conclusie 1 en de werkwijze volgens conclusie 13.Said object has been achieved according to the invention with the device according to claim 1 and the method according to claim 13.

De inrichting volgens de uitvinding omvat:The device according to the invention comprises:

- een vormbak met ten minste één vormholte;- a mold container with at least one mold cavity;

- ten minste één uitstoter per vormholte, omvattende:- at least one ejector per mold cavity, comprising:

- een bodem van de vormholte die in de vormholte beweegbaar is voor het uitstoten van een in de vormholte gevormde vormeling;- a bottom of the mold cavity which is movable in the mold cavity for ejecting a mold formed in the mold cavity;

- een zich vanaf de bodem van de vormholte door een bodem van de vormbak uitstrekkende stoteras met een kop aan het vrije uiteinde daarvan;- a ram axis extending from the bottom of the mold cavity through a bottom of the mold container with a head at the free end thereof;

- een veer die is opgespannen tussen de kop van de stoteras en de bodem van de vormbak;- a spring tensioned between the head of the ram and the bottom of the mold container;

- waarbij een binnendiameter van de veer een grotere afmeting vertoont dan de kop;en- wherein an inner diameter of the spring has a larger dimension than the head;

- waarbij een adapter is voorzien die tussen de kop en de veer is aangebracht.- wherein an adapter is provided which is arranged between the head and the spring.

Doordat de binnendiameter van de veer een grotere afmeting vertoont dan de kop, kan de veer over de kop heen om de stoteras worden aangebracht. Door vervolgens een adapter tussen de kop en de veer aan te brengen, kan de veer met de adapter tegen de kop worden opgesloten aan het van de vormbak afgekeerde einde van de stoteras. De kop van de stoteras is voor alle posities van vormholtes goed bereikbaar, inclusief voor posities nabij de uiteinden van de vormbakken waar de diepe uitsparingen zijn voorzien waarvoor de werkwijze volgens EP-B12242627 ongeschikt is.Because the inside diameter of the spring has a larger dimension than the head, the spring can be fitted over the head about the tappet shaft. By subsequently placing an adapter between the head and the spring, the spring with the adapter can be locked against the head at the end of the tappet shaft remote from the mold container. The head of the plunger shaft is easily accessible for all positions of mold cavities, including for positions near the ends of the mold containers where the deep recesses are provided for which the method according to EP-B12242627 is unsuitable.

Ondanks dat het aantal handelingen t.o.v. de in EP-B1-2242627 gevormde stand der techniek toeneemt, ontstaat toch een tijdswinst doordat de handelingen verregaand automatiseerbaar zijn. Volgens de stand der techniek dient de veer van de vormbak weggetrokken te worden om tussen de vormbak en de veer ruimte voor het tussenplaatsen van de schotelveer te verschaffen. In tegenstelling tot onhandig trekken aan een veer, is het volgens de uitvinding juist nodig om de veer in te drukken om aan het van de vormbak afgekeerde einde van de stoteras ruimte tussen de kop van de stoteras en de veer te verschaffen voor het tussenplaatsen van een adapter. Dit indrukken van de veren is makkelijker dan het intrekken van dergelijke veren, en daardoor bovendien goed automatiseerbaar.Despite the fact that the number of operations relative to the prior art formed in EP-B1-2242627 is increasing, a time saving nevertheless arises because the operations are largely automated. According to the state of the art, the spring must be pulled away from the mold container to provide space between the mold container and the spring for interposing the tray spring. In contrast to awkward pulling on a spring, it is precisely according to the invention necessary to compress the spring in order to provide space at the end of the ram axis remote from the mold container between the head of the ram axis and the spring for the interposition of a spring. adapter. This pressing in of the springs is easier than the retraction of such springs, and therefore moreover, is well automated.

Een verder voordeel is dat de kop niet-instelbaar vast kan zijn bevestigd aan de as, waardoor een goed controleerbare (d.w.z. niet verstelbare) maatvoering van de stoteras wordt verkregen. Een mogelijke afstelonnauwkeurigheid ten gevolge van een meer of minder aangedraaide dopmoer, zoals in de door EP-B1-2242627 gevormde stand der techniek mogelijk is, wordt hierdoor voorkomen.A further advantage is that the head can be non-adjustably fixed to the shaft, whereby a well-controllable (i.e. non-adjustable) dimension of the tappet shaft is obtained. A possible adjustment inaccuracy due to a more or less tightened cap nut, such as is possible in the prior art formed by EP-B1-2242627, is hereby prevented.

De bodems en stoterassen kunnen buiten de vormbak, bijvoorbeeld in een werkplaats, worden samengesteld. Zo is het mogelijk dat de stoterassen in de bodems worden geschroefd en in een goed controleerbare omgeving en met beschikbaarheid van daarvoor toegeruste gereedschappen worden geprepareerd en ver lij md om een gewenste borging van de stoteras in de bodem te verkrijgen. Plet op lokatie en in een in een vormbak aangebrachte toestand van de uitstoters verlijmen van een schroefdraadverbinding tussen een stoteras en een bodem is erg onhandig t.g.v. de beperkte ruimte die beschikbaar is voor de benodigde preparatie (o.a. schoonmaken) voorafgaand aan het verlijmen. Bovendien kan het door een vormbak heen in de bodem vastschroeven van een stoteras een ongewenst koppel op de bodem uitoefenen, met mogelijke beschadiging aan de bodem tot gevolg. In een werkplaats is het vastschroeven en het verlijmen goed controleerbaar, waardoor betrouwbare samenstellen van bodems en stoterassen kunnen worden geprepareerd.The bottoms and tappets can be assembled outside the mold container, for example in a workshop. For example, it is possible that the tappet shafts are screwed into the bottoms and prepared in a well-controllable environment and with the availability of appropriate tools to obtain a desired securing of the tappet shaft in the bottom. Crushing a threaded connection between a tappet shaft and a bottom in a mold container location and in a molded condition of the ejectors is very inconvenient due to the limited space available for the required preparation (e.g. cleaning) prior to gluing. Moreover, screwing a ram shaft through a mold container into the bottom can exert an undesired torque on the bottom, with possible damage to the bottom. Screwing and gluing can be easily checked in a workshop, so that reliable assemblies of bottoms and tappets can be prepared.

De uitvinding betreft verder een werkwijze voor het in een vormholte van een vormbak aanbrengen van een uitstoter, waarbij de uitstoter een bodem van de vormholte en een zich daar vandaan uitstrekkende stoteras met een kop aan het vrije uiteinde daarvan omvat. Deze werkwijze voor het in een vormholte van een vormbak aanbrengen van een uitstoter, omvat de stappen van:The invention further relates to a method for arranging an ejector in a mold cavity of a mold container, wherein the ejector comprises a bottom of the mold cavity and a thrust shaft extending therefrom with a head at the free end thereof. This method of arranging an ejector in a mold cavity of a mold container comprises the steps of:

- het door een opening in een bodem van de vormbak steken van een stoteras van de uitstoter, waarbij de uitstoter een bodem van de vormholte vormt;- inserting a ram axis of the ejector through an opening in a bottom of the mold container, the ejector forming a bottom of the mold cavity;

- het om de stoteras aanbrengen van een veer; en- arranging a spring around the tappet shaft; and

- het tussen een kop aan een vrij uiteinde van de stoteras en de veer aanbrengen van een adapter.- fitting an adapter between a head at a free end of the tappet shaft and the spring.

Voorkeursuitvoeringsvormen zijn het onderwerp van de afhankelijke conclusies.Preferred embodiments are the subject of the dependent claims.

In de navolgende beschrijving worden voorkeursuitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding aan de hand van de tekening verder verklaard, waarin toont:In the following description, preferred embodiments of the present invention are further explained with reference to the drawing, in which:

Figuur 1: een doorsnede aanzicht van een inrichting volgens de door EP-B12242627 gevormde stand der techniek;Figure 1: a sectional view of a device according to the prior art formed by EP-B12242627;

Figuur 2: een perspectivsiche weergave van een deel van een vormband, waarbij kettingdelen zijn getoond waarmee twee vormbakken aan elkaar schakelbaar zijn, en waarbij uitstoters volgens een eerste voorkeursuitvoeringsvorm zijn getoond;Figure 2: a perspective view of a part of a molding belt, wherein chain parts are shown with which two molding trays can be connected to each other, and wherein ejectors according to a first preferred embodiment are shown;

Figuur 3: een perspectivisch doorsnedeaanzicht van de vormbak uit figuur 2;Figure 3: a perspective cross-sectional view of the mold container from figure 2;

Figuren 4 en 5: doorsnedeaanzichten van twee opeenvolgende assemblagestappen van een inrichting omvattende een tweede voorkeursuitvoeringsvorm van een uitstoter volgens de uitvinding;Figures 4 and 5 are cross-sectional views of two successive assembly steps of a device comprising a second preferred embodiment of an ejector according to the invention;

Figuur 6: een doorsnedeaanzicht van de eerste voorkeursuitvoeringsvorm van de uitstoter volgens de uitvinding, getoond in een toestand conform figuur 5;Figure 6: a cross-sectional view of the first preferred embodiment of the ejector according to the invention, shown in a state according to Figure 5;

Figuur 7: een perspectivische weergave van de toestand van figuur 6;Figure 7: a perspective view of the state of Figure 6;

Figuur 8: een doorsnedeaanzicht van de eerste voorkeursuitvoeringsvorm van een uitstoter volgens de uitvinding, getoond in een verdere assemblagestap;Figure 8: a cross-sectional view of the first preferred embodiment of an ejector according to the invention, shown in a further assembly step;

Figuur 9: een perspectivische weergave van de toestand van figuur 8;Figure 9: a perspective view of the state of Figure 8;

Figuur 10A: een perspectivisch aanzicht van de eerste voorkeursuitvoeringsvorm van een uitstoter volgens de uitvinding, getoond in een nog verdere assemblagestap;Figure 10A: a perspective view of the first preferred embodiment of an ejector according to the invention, shown in a still further assembly step;

Figuur 10B: een perspectivische weergave van de adapter;Figure 10B: a perspective view of the adapter;

Figuur 11: een doorsnedeaanzicht van de eerste voorkeursuitvoeringsvorm van een uitstoter volgens de uitvinding, getoond in een nog verdere assemblagestap; enFigure 11: a cross-sectional view of the first preferred embodiment of an ejector according to the invention, shown in a still further assembly step; and

Figuur 12: een perspectivische weergave van de toestand van figuur 11.Figure 12: a perspective view of the state of Figure 11.

Stand der techniekState of the art

Figuur 1 toont een inrichting volgens de door EP-B1-2242627 gevormde stand der techniek. In zijaanzicht is een vormbak 1 getoond, waarvan de zijwanden 2 vormholte 6 begrenzen. Aan de onderzijde wordt de vormholte 6 begrensd door een verplaatsbaar in de vormbak 1 opgenomen bodem 16. De verplaatsbare bodem 16 maakt onderdeel uit van een uitstoter 14.Figure 1 shows a device according to the prior art formed by EP-B1-2242627. A mold container 1 is shown in side view, whose side walls 2 define mold cavity 6. On the underside, the mold cavity 6 is bounded by a movable bottom 16 accommodated in the mold container 1. The movable bottom 16 forms part of an ejector 14.

Iedere vormbak 1 vormt tevens een kettingdeel 8 van een kettingtransporteur, ook wel vormband genoemd. De kettingdelen 8 hebben schalmdelen 10, en zijn verder voorzien van loopwielen 12 die de vormbak 1 over een (niet getoonde) geleiding van een (eveneens niet getoonde) vormbakpers kunnen geleiden. Ter plaatse van de schalmdelen 10 ontstaan diepe uitsparingen 36 (te zien in figuur 2, die een eerste voorkeursuitvoeringsvorm van een uitstoter 14 volgens de uitvinding toont). Deze diepe uitsparingen 36 belemmeren het als laatste element aanbrengen van een schotelveer 26.Each mold container 1 also forms a chain part 8 of a chain conveyor, also referred to as a mold belt. The chain parts 8 have link parts 10, and are furthermore provided with running wheels 12 which can guide the mold container 1 over a (not shown) guide of a (also not shown) mold container press. Deep recesses 36 are formed at the location of the link parts 10 (shown in Figure 2, which shows a first preferred embodiment of an ejector 14 according to the invention). These deep recesses 36 impede the installation of a plate spring 26 as the last element.

Zoals in de inleiding reeds beschreven, is de in figuur 1 getoonde uitstoter 14 niet geschikt om ter plaatse van een diepe uitsparing 36 (zoals getoond in figuur 2) te worden aangebracht, omdat er onvoldoende ruimte is om het tussenzetorgaan (schotelveer 26) tussen de vormbak 1 en de veer 28 te schuiven. Voor posities bij dergelijke uitsparingen 36 kan géén vooraf geassembleerde uitstoter 14 volgens figuur 1 en bekend uit EP-B1-2242627 worden toegepast, maar dient - zoals daarvoor gebruikelijk - een uitstoter 14 ter plaatse te worden geassembleerd. Dit geldt voor 20% of meer van de uitstoters 14 van een vormband.As already described in the introduction, the ejector 14 shown in Figure 1 is not suitable to be provided at the location of a deep recess 36 (as shown in Figure 2), because there is insufficient space around the intermediate member (plate spring 26) between the mold tray 1 and spring 28. For positions at such recesses 36, no pre-assembled ejector 14 according to Figure 1 and known from EP-B1-2242627 can be used, but - as usual for that purpose - an ejector 14 must be assembled on site. This applies to 20% or more of the ejectors 14 of a forming belt.

Voor de in figuur 1 getoonde uitvoering volgens de stand der techniek betekent dit, dat een bodem 16 met stoteras 18 vanaf de vormholte 6 door een opening 4 in de vormbak 1 wordt gestoken, waarna vanaf de andere zijde achtereenvolgens een schotelveer 26, een veer 28, een contramoer 24 en een dopmoer 20 worden aangebracht. Deze bewerkelijke werkwijze, die door de afstelling van de dopmoer 20 bovendien een mogelijke afstelonnauwkeurigheid introduceert, dient in de praktijk voor een groot aantal posities te worden toegepast.For the embodiment according to the state of the art shown in figure 1, this means that a bottom 16 with ram axis 18 is inserted from the mold cavity 6 through an opening 4 into the mold container 1, whereafter from the other side successively a plate spring 26, a spring 28 , a counter nut 24 and a cap nut 20 are provided. This laborious method, which moreover introduces a possible adjustment inaccuracy due to the adjustment of the cap nut 20, must in practice be applied for a large number of positions.

De rand 22 van dopmoer 20 vormt een aanslag voor een uiteinde 32 van de veer 28, zodat de veer 28 wordt opgespannen tussen de rand 22 en de schotelveer 26.The edge 22 of cap nut 20 forms a stop for an end 32 of the spring 28, so that the spring 28 is tensioned between the edge 22 and the disc spring 26.

Beschrijving van de uitvindingDescription of the invention

De inrichting 1 volgens de uitvinding stelt een verbeterde inrichting voor, die op alle posities toepasbaar is, inclusief de 20% of meer posities waar een diepe uitsparing 36 zoals getoond in figuur 2 aanwezig is.The device 1 according to the invention proposes an improved device that can be used in all positions, including the 20% or more positions where a deep recess 36 as shown in figure 2 is present.

Vergelijkbare maatregelen worden voor de in figuren 2-12 getoonde uitvoeringsvormen van de uitvinding met dezelfde verwijzingscijfers aangeduid als gebruikt in de beschrijving van de stand van de techniek in figuur 1, en van een herhaling van een beschrijving van de overeenkomstige maatregelen wordt grotendeels afgezien.Comparable measures are designated for the embodiments of the invention shown in Figures 2-12 with the same reference numerals as used in the description of the prior art in Figure 1, and a repetition of a description of the corresponding measures is largely dispensed with.

De perspectivische weergaven van figuur 1 en 2 tonen een vormbak 1 met vormholtes 6. In de figuren worden zes vormholtes 6 getoond, maar een dergelijke vormbak 1 kan bijvoorbeeld wel dertig of meer vormholtes 6 omvatten. Per vormholte 6 is er ten minste één uitstoter 40 voorzien. Deze uitstoter 40 omvat een bodem 42 van de vormholte 6 die in de vormholte beweegbaar is voor het uitstoten van een in de vormholte 6 gevormde vormeling, en een zich vanaf de bodem 42 van de vormholte 6 uitstrekkende stoteras 44 met een kop 50 aan een vrij uiteinde 48 daarvan. In een gemonteerde toestand van de uitstoter 40 strekt de stoteras 44 zich uit door een bodem 3 van de vormbak 1 uit. Er is een veer 66 voorzien die is opgespannen tussen de kop 50 van de stoteras 44 en de bodem 3 van de vormbak 1. Een binnendiameter van de veer 66 vertoont een grotere afmeting dan de kop 50, waardoor de veer 66 over de kop 50 heen om de stoteras 44 aanbrengbaar is. Verder is een adapter 74 voorzien die tussen de kop 50 en de veer 66 is aangebracht, en de veer 66 tussen de kop 50 en de vormbak 1 opsluit. De adapter 74 voorkomt dat een over de kop 50 om de stoteras 44 heen aangebrachte veer 66 weer over de kop 50 van de stoteras 44 af kan bewegen.The perspective representations of figures 1 and 2 show a mold container 1 with mold cavities 6. In the figures six mold cavities 6 are shown, but such a mold container 1 can for instance comprise thirty or more mold cavities 6. At least one ejector 40 is provided per mold cavity 6. This ejector 40 comprises a bottom 42 of the mold cavity 6 which is movable in the mold cavity for ejecting a mold formed in the mold cavity 6, and a tappet shaft 44 extending from the bottom 42 of the mold cavity 6 with a head 50 on a free end 48 thereof. In the mounted state of the ejector 40, the tappet shaft 44 extends through a bottom 3 of the mold container 1. A spring 66 is provided which is tensioned between the head 50 of the tappet shaft 44 and the bottom 3 of the mold container 1. An inner diameter of the spring 66 has a larger dimension than the head 50, so that the spring 66 passes over the head 50 is fit around the tappet shaft 44. Furthermore, an adapter 74 is provided which is arranged between the head 50 and the spring 66, and which confines the spring 66 between the head 50 and the mold container 1. The adapter 74 prevents a spring 66 arranged over the head 50 about the tappet shaft 44 from moving again over the head 50 of the tappet shaft 44.

Hoewel in de in figuren 2, 3 en 6-12 getoonde eerste voorkeursuitvoeringsvorm de veer 66 met een eerste uiteinde 68 daarvan aanligt tegen een tussenzetorgaan 62, is het tevens mogelijk dat de veer tegen de vormbak 1 zelf afsteunt, zoals de tweede voorkeursuitvoeringsvorm die is getoond in de figuren 4 en 5 toelaat. Bij een grote opening 4 kan een tussenzetorgaan 62 gewenst zijn om een aanslag voor het naar de vormbak 1 gekeerde uiteinde 68 van de veer 66 te vormen.Although in the first preferred embodiment shown in Figures 2, 3 and 6-12 the spring 66 with a first end 68 thereof abuts against an intermediate member 62, it is also possible for the spring to rest against the mold container 1 itself, such as the second preferred embodiment which is shown in figures 4 and 5. In the case of a large opening 4, an intermediate member 62 may be desired to form a stop for the end 68 of the spring 66 facing the mold container 1.

De kop 74 is niet-instelbaar vast bevestigd aan de stoteras 44, waardoor een goed controleerbare maatvoering van de uitstoter 40 wordt verkregen. Bovendien is de maatvoering voor het grote aantal uitstoters 44 van een vormband met een niet-instelbaar vast bevestigde kop 74 in een hoge mate van nauwkeurigheid reproduceerbaar, zodat alle uitstoters 44 vrijwel dezelfde instelling verkrijgen.The head 74 is non-adjustably fixed to the tappet shaft 44, whereby a well-controllable dimensioning of the ejector 40 is obtained. Moreover, the dimensioning for the large number of ejectors 44 of a molding tape with a non-adjustable fixedly attached head 74 can be reproduced to a high degree of accuracy, so that all ejectors 44 obtain virtually the same setting.

De adapter 74 vertoont een buitendiameter Do die gelijk is aan of groter is dan de binnendiameter Dv van de veer 66. In gemonteerde toestand ligt een van de vormbak 1 afgekeerd uiteinde 70 van de veer 66 aan tegen de om de kop 50 aangebrachte adapter 74. Meer in het bijzonder ligt het uiteinde 70 van de veer 66 tegen een kop-aanslag 86 van een eerste deel 82 van de adapter 74 (figuren 11 en 12).The adapter 74 has an outer diameter D o which is equal to or larger than the inner diameter D v of the spring 66. In the mounted state, an end 70 of the spring 66 remote from the mold container 1 abuts the adapter arranged around the head 50 74. More particularly, the end 70 of the spring 66 abuts a head stop 86 of a first portion 82 of the adapter 74 (Figures 11 and 12).

De adapter 74 is voorzien van een axiale doorgang 76 die is geconfigureerd om de stoteras 44 te ontvangen. Doordat de adapter 74 verder is voorzien van een radiale doorgang 78, kan de adapter in zijdelingse richting over de stoteras 44 worden geschoven (aangegeven met een pijl in figuur 10). Voorafgaand daaraan wordt de veer 66 gecomprimeerd, zodat tussen het uiteinde 70 van de veer 66 en de kop 50 voldoende ruimte ontstaat dat de adapter 74 daartussen plaatsbaar is. Zodra de voorspanning van de veer 66 wordt verwijderd, zal de veer 66 uitveren en zichzelf opspannen tussen de veer-aanslag 90 van de adapter 74 en de vormbak 1.The adapter 74 is provided with an axial passage 76 that is configured to receive the tappet shaft 44. Because the adapter 74 is furthermore provided with a radial passage 78, the adapter can be slid sideways over the tappet shaft 44 (indicated by an arrow in Figure 10). Prior to this, the spring 66 is compressed so that sufficient space is created between the end 70 of the spring 66 and the head 50 that the adapter 74 can be placed between them. As soon as the pre-tension of the spring 66 is removed, the spring 66 will spring out and tension itself between the spring stop 90 of the adapter 74 and the mold container 1.

De adapter 74 is voorzien van een eerste deel 82 omvattende een accommodatie 84 die is geconfigureerd om een buitenste flens 54 van de kop 50 te ontvangen. Het in de accommodatie 84 opgenomen deel van de kop 50 wordt door de accommodatie 84 van de omgeving afgeschermd. De accommodatie 84 is aangebracht in de zijde van de adapter 74 die in een gemonteerde toestand van de vormbak 1 af is gekeerd. De buitenste flens 54 van de kop 50 bevindt zich aan het uiterste vrije einde 48 van de stoteras 44, en een kopdeel van de buitenste flens 54 vormt een van de vormbak 1 afgekeerd kopoppervlak 58 van de kop 50.The adapter 74 is provided with a first portion 82 including an accommodation 84 configured to receive an outer flange 54 of the head 50. The part of the head 50 included in the accommodation 84 is shielded from the surroundings by the accommodation 84. The accommodation 84 is arranged in the side of the adapter 74 which faces away from the mold container 1 in an assembled state. The outer flange 54 of the head 50 is located at the extreme free end 48 of the tappet shaft 44, and a head part of the outer flange 54 forms a head surface 58 of the head 50 remote from the mold container 1.

De accommodatie 84 vertoont een diepte da die in hoofdzaak overeenkomt met, en bij voorkeur enigszins ondieper is dan, de dikte df van de buitenste flens 54. Hierdoor is de adapter 74 in gemonteerde toestand in hoofdzaak vlak aansluitend op het oppervlak van de kop 50. Een dikteverschil van 0,5 mm volstaat in de praktijk om te garanderen dat de kop 50 wordt aangestoten in plaats van de adapter 74. De adapter 74, die makkelijk vervangbaar is en van bijvoorbeeld kunststof kan zijn vervaardigd, kan zo zand en andere verontreinigingen wegduwen voordat deze in contact komen met de kop 50. Slijtage van de kop 50 wordt hierdoor gereduceerd.The accommodation 84 has a depth d a that substantially corresponds to, and preferably is somewhat shallower than, the thickness d f of the outer flange 54. As a result, the adapter 74, when mounted, is substantially flat connecting to the surface of the head 50. A thickness difference of 0.5 mm is sufficient in practice to ensure that the head 50 is knocked in place of the adapter 74. The adapter 74, which is easily replaceable and can be made of, for example, plastic, can thus sand and other push contaminants away before they come into contact with the head 50. Wear of the head 50 is thereby reduced.

Zoals het beste te zien is in de figuren 10 en 12, vertoont de adapter 74 een getrapte vorm 80.As best seen in Figures 10 and 12, the adapter 74 has a stepped shape 80.

De accommodatie 84 wordt aan een binnenzijde begrensd door een kop-aanslag 86 die is ingericht om aan te liggen tegen de buitenste flens 54 van de kop 50, en een binnenwand 88 die een manteloppervlak 56 van de buitenste flens 54 van de kop 50 in radiale richting omsluit. De adapter 74 past over de buitenomtrek 52 van de kop 50.The accommodation 84 is delimited on an inner side by a head stop 86 adapted to abut the outer flange 54 of the head 50, and an inner wall 88 which radially surrounds a casing surface 56 of the outer flange 54 of the head 50 direction. The adapter 74 fits over the outer circumference 52 of the head 50.

De adapter 74 is verder voorzien van een tweede deel 92 dat een zich vanaf het eerste deel 82 uitstrekkende opstaande rand 94 omvat. De opstaande rand 94 omvat een buitenwand 98 met een diameter D die een kleinere afmeting vertoont dan de binnendiameter Dv van de veer 66 (figuren 10A, 10B). Hierdoor kan het naar de kop 50 gekeerde uiteinde 70 van de veer 66 aan de buitenzijde rondom de opstaande rand 94 tegen de veer-aanslag 90 van de adapter 74 aanliggen. De opstaande rand 94 vormt een radiale aanslag voor de veer 66, die een gewenste positionering van de veer 66 ten opzichte van de stoteras 44 waarborgt. De binnenwand 96 van de opstaande rand 94 is naar de stoteras 44 gericht.The adapter 74 is further provided with a second part 92 which comprises a raised edge 94 extending from the first part 82. The upright edge 94 comprises an outer wall 98 with a diameter D which has a smaller dimension than the inner diameter D v of the spring 66 (Figures 10A, 10B). As a result, the end 70 of the spring 66 facing the head 50 can lie on the outside around the raised edge 94 against the spring stop 90 of the adapter 74. The raised edge 94 forms a radial stop for the spring 66, which ensures a desired positioning of the spring 66 relative to the tappet shaft 44. The inner wall 96 of the raised edge 94 faces the tappet shaft 44.

De getoonde uitstoters 40 omvatten verder een tussen de stoteras 44 en de bodem 42 aangebrachte schroefdraadverbinding, waardoor naar wens één of meer dan één vulring 60 aanbrengbaar zijn. De vulringen 60 worden nabij het naar de bodem 42 gekeerde uiteinde 46 van de stoteras 44 aangebracht. De kop 50 is aan het andere uiteinde 48 immers niet-instelbaar vast bevestigd aan de stoteras 44. Tijdens gebruik slijt een bovenzijde 5 van de vormbak 1, waardoor deze onregelmatig wordt en een afstrijken van in de vormholtes 6 aangebrachte klei ten behoeve van het gladstrijken van de vormelingen wordt bemoeilijkt en tot overmatige slijtage van de (niet getoonde) afstrijkband leidt. Tijdens een revisie van een vormband, worden de vormbakken 1 enigszins vlak afgeslepen, waardoor ze worden geëgaliseerd. Om de maatvoering van de vormeling te behouden, worden de afstandshouders 7 een zelfde dikte ingekort. Ter compensatie van deze inkorting, dient ook de stoteras 44 overeenkomstig ingekort te worden, hetgeen volgens de uitvinding gebeurt door het verwijderen en/of vervangen van één of meer dan één vulring 60. Het compenseren van de maatvoering met behulp van vulringen 60 is eenvoudiger, sneller, beter controleerbaar en nauwkeuriger dan een compensatie door het meer of minder aandraaien van een dopmoer 20, zoals in de in figuur 1 getoonde stand van de techniek.The ejectors 40 shown furthermore comprise a threaded connection arranged between the tappet shaft 44 and the bottom 42, whereby one or more than one spacer ring 60 can be arranged as desired. The spacer rings 60 are arranged near the end 46 of the tappet shaft 44 facing the bottom 42. The head 50 is, after all, non-adjustably fixed at the other end 48 to the tappet shaft 44. During use, an upper side 5 of the mold container 1 wears out, as a result of which it becomes irregular and a smoothing of clay arranged in the mold cavities 6 for smoothing out of the green bricks is made more difficult and leads to excessive wear of the scraper belt (not shown). During an overhaul of a molding belt, the molding trays 1 are ground slightly flat, whereby they are leveled. To maintain the dimensions of the green bricks, the spacers 7 are shortened by the same thickness. To compensate for this shortening, the tappet shaft 44 must also be shortened accordingly, which is done according to the invention by removing and / or replacing one or more than one spacer ring 60. Compensating the dimensions with the aid of spacer rings 60 is simpler, faster, more controllable and more accurate than compensation by tightening a cap nut 20 more or less, as in the state of the art shown in figure 1.

De werkwijze van het assembleren van een uitstoter 40 volgens de uitvinding wordt getoond aan de hand van de figuren 4-12. Opgemerkt wordt dat de figuren 4 en 5 twee opeenvolgende stappen tonen a.d.h.v. een tweede voorkeursuitvoeringsvorm, en dat de figuren 612 opeenvolgende stappen tonen a.d.h.v. de eerste voorkeursuitvoeringsvorm die ook het onderwerp is van figuren 2 en 3. De assemblagestappen zijn identiek voor beide uitvoeringsvormen, en ze verschillen enkel in de aanwezigheid van een tussenzetorgaan 62 voor de eerste voorkeursuitvoeringsvorm.The method of assembling an ejector 40 according to the invention is shown with reference to Figures 4-12. It is noted that Figures 4 and 5 show two consecutive steps a.d.h.v. a second preferred embodiment, and that the figures 612 show successive steps a.d.h.v. the first preferred embodiment which is also the subject of Figures 2 and 3. The assembly steps are identical for both embodiments, and they differ only in the presence of an intermediate member 62 for the first preferred embodiment.

De werkwijze voor het in een vormholte 6 van een vormbak 1 aanbrengen van een uitstoter 44, omvat als eerste stap het door een opening 4 in een bodem 3 van de vormbak 1 steken van een stoteras 44 van de uitstoter, waarbij de uitstoter een bodem 42 van de vormholte 6 vormt. Figuur 4 toont de aanvangstoestand, waarin een samengestelde stoteras 44 en bodem 42, zoals deze kunnen zijn voorbereid in een werkplaats, worden aangeleverd. Na door de opening 4 gestoken te zijn, ontstaat de in figuur 5 getoonde toestand, waarbij de uitstoter 40 de bodem 42 van de vormholte 6 vormt.The first step of arranging an ejector 44 in a mold cavity 6 of a mold container 1 comprises inserting an ejector shaft 44 of the ejector shaft through an opening 4 in a bottom 3 of the mold container 1, the ejector being a bottom 42 of the mold cavity 6. Figure 4 shows the initial state, in which a composite ram 44 and bottom 42, as may be prepared in a workshop, are supplied. After being inserted through the opening 4, the condition shown in Figure 5 arises, wherein the ejector 40 forms the bottom 42 of the mold cavity 6.

Opgemerkt wordt dat figuren 5 en 6 dezelfde toestand tonen voor respectievelijk de tweede voorkeursuitvoeringsvorm (figuur 5) en de eerste voorkeursuitvoeringsvorm (figuur 6). De verdere beschrijving van de assemblage vervolgt met de eerste voorkeursuitvoeringsvorm, die is voorzien van een tussenzetorgaan 62. Bij voorkeur omvat dit tussenzetorgaan 62 naast een axiale doorgang voor de stoteras 44 tevens een radiale doorgang 64 voor de stoteras 44 (figuur 7), zodat het tussenzetorgaan 62 eenvoudig in radiale richting over de stoteras 44 kan worden geschoven.It is noted that Figures 5 and 6 show the same state for the second preferred embodiment (Figure 5) and the first preferred embodiment (Figure 6), respectively. The further description of the assembly continues with the first preferred embodiment, which is provided with an intermediate member 62. Preferably, this intermediate member 62 comprises, in addition to an axial passage for the tappet shaft 44, also a radial passage 64 for the tappet shaft 44 (Fig. 7), so that it The intermediate insert 62 can simply be slid in radial direction over the tappet 44.

De in figuren 5 en 6 getoonde toestand wordt opgevolgd met de stap van het om de stoteras 44 aanbrengen van een veer 66. De binnendiameter Dv van de veer 66 vertoont een grotere afmeting dan de kop 50, waardoor de veer 66 over de kop 50 heen om de stoteras 44 aanbrengbaar is (figuren 8 en 9).The in Figures 5 and 6, the state shown is followed by the step of to the stoteras 44 applying a spring 66. The inner diameter D v of the spring 66 has a larger dimension than the head 50, whereby the spring 66 on the head 50 around the tappet shaft 44 (figures 8 and 9).

Figuur 10A toont de stappen van het comprimeren van de veer 66 (aangeduid met pijl A), waarbij een ruimte tussen de kop 50 en de veer 66 wordt gevormd, en het vervolgens tussen de kop 50 aan het vrij uiteinde 48 van de stoteras 44 en de veer 66 aanbrengen van een adapter 74 (aangeduid met pijl B). De adapter 74 voorkomt dat een over de kop 50 om de stoteras 44 heen aangebrachte veer 66 weer over de kop 50 van de stoteras 44 af kan bewegen.Figure 10A shows the steps of compressing the spring 66 (indicated by arrow A), wherein a space is formed between the head 50 and the spring 66, and then the space between the head 50 at the free end 48 of the tappet shaft 44 and mounting the spring 66 of an adapter 74 (indicated by arrow B). The adapter 74 prevents a spring 66 arranged over the head 50 about the tappet shaft 44 from moving again over the head 50 of the tappet shaft 44.

Wanneer de veer 66 wordt losgelaten en deze weer uitveert, zal de veer 66 zich opspannen tussen de vormbak 1 en de om de kop 50 aangebrachte adapter 74 (figuren 11 en 12).When the spring 66 is released and springs out again, the spring 66 will tension itself between the mold container 1 and the adapter 74 arranged around the head 50 (Figures 11 and 12).

Optioneel kan de werkwijze verder de stap omvatten van het om de schroefdraad aanbrengen van één of meer dan één vulring 60. Tijdens een revisie van een vormband worden de uitstoters 40 uit de vormband verwijderd en kunnen de volgende stappen worden uitgevoerd voor het compenseren van een afvlakken van de vormband:Optionally, the method may further comprise the step of fitting one or more than one spacer ring 60 around the screw thread. During an overhaul of a molding tape, the ejectors 40 are removed from the molding tape and the following steps may be performed to compensate for a smoothing of the molding tape:

- het voorafgaand aan het aanbrengen van de één of meer dan één vulring 60 losdraaien van een schroefdraadverbinding tussen de stoteras 44 en de bodem 42; en- prior to applying the one or more than one spacer ring 60, loosening a threaded connection between the tappet shaft 44 and the bottom 42; and

- het na het aanbrengen van de één of meer dan één vulring 60 vastdraaien van de schroefdraadverbinding tussen de stoteras 44 en de bodem 42.- after fitting the one or more spacer ring 60, tightening the threaded connection between the tappet shaft 44 and the bottom 42.

De hierboven beschreven uitvoeringsvormen zijn, hoewel ze voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding tonen, enkel bedoeld om de onderhavige uitvinding te illustreren en niet om op enigerlei wijze de omschrijving van de uitvinding te beperken. Wanneer maatregelen in de conclusies gevolgd worden door verwijzingscijfers, dienen der gelijke verwijzingscijfers enkel om bij te dragen aan het begrip van de conclusies, maar zijn ze op geen enkele wijze beperkend voor de beschermingsomvang. De beschreven rechten worden bepaald door de navolgende conclusies in de strekking waarvan vele modificaties denkbaar zijn.The embodiments described above, although showing preferred embodiment of the invention, are only intended to illustrate the present invention and not to limit the description of the invention in any way. When measures in the claims are followed by reference numerals, such reference numerals only serve to contribute to the understanding of the claims, but are in no way limiting the scope of protection. The rights described are defined by the following claims in the scope of which many modifications are conceivable.

Claims (17)

ConclusiesConclusions 1. Inrichting, omvattende:A device comprising: - een vormbak (1) met ten minste één vormholte (6);- a mold container (1) with at least one mold cavity (6); - ten minste één uitstoter (40) per vormholte, omvattende:- at least one ejector (40) per mold cavity, comprising: - een bodem (42) van de vormholte (6) die in de vormholte beweegbaar is voor het uitstoten van een in de vormholte gevormde vormeling;- a bottom (42) of the mold cavity (6) which is movable in the mold cavity for ejecting a mold formed in the mold cavity; - een zich vanaf de bodem (42) van de vormholte door een bodem van de vormbak (1) uitstrekkende stoteras (44) met een kop (50) aan het vrije uiteinde (48) daarvan;- a ram axis (44) extending from the bottom (42) of the mold cavity through a bottom of the mold container (1) with a head (50) at its free end (48); - een veer (66) die is opgespannen tussen de kop (50) van de stoteras (44) en de bodem van de vormbak (1);- a spring (66) tensioned between the head (50) of the tappet shaft (44) and the bottom of the mold container (1); - waarbij een binnendiameter van de veer (66) een grotere afmeting vertoont dan de kop (50); en- wherein an inner diameter of the spring (66) has a larger dimension than the head (50); and - waarbij een adapter (74) is voorzien die tussen de kop (50) en de veer (66) is aangebracht.- wherein an adapter (74) is provided which is arranged between the head (50) and the spring (66). 2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de kop niet-instelbaar vast is bevestigd aan de stoteras.Device as claimed in claim 1, wherein the head is non-adjustably fixed to the tappet shaft. 3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij de adapter een buitendiameter vertoont die gelijk aan of groter is dan de binnendiameter van de veer, en waarbij een uiteinde van de veer aanligt tegen de om de kop aangebrachte adapter.Device as claimed in claim 1 or 2, wherein the adapter has an outer diameter that is equal to or larger than the inner diameter of the spring, and wherein one end of the spring abuts against the adapter arranged around the head. 4. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de adapter is voorzien van een axiale doorgang die is geconfigureerd om de stoteras te ontvangen.Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the adapter is provided with an axial passage which is configured to receive the tappet shaft. 5. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de adapter is voorzien van een radiale doorgang.Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the adapter is provided with a radial passage. 6. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de adapter is voorzien van een eerste deel omvattende een accommodatie die is geconfigureerd om een buitenste flens van de kop te ontvangen.The device according to any of the preceding claims, wherein the adapter is provided with a first part comprising an accommodation configured to receive an outer flange from the head. 7. Inrichting volgens conclusie 6, waarbij de accommodatie een diepte vertoont die in hoofdzaak overeenkomt met, en bij voorkeur enigszins ondieper is dan de dikte van de buitenste flens.Device as claimed in claim 6, wherein the accommodation has a depth which substantially corresponds to, and is preferably somewhat shallower than, the thickness of the outer flange. 8. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de adapter een getrapte vorm vertoont.Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the adapter has a stepped shape. 9. Inrichting volgens conclusie 6 en 8, waarbij de accommodatie aan een binnenzijde wordt begrensd door een kop-aanslag voor de buitenste flens van de kop.Device as claimed in claims 6 and 8, wherein the accommodation is delimited on an inner side by a head stop for the outer flange of the head. 10. Inrichting volgens conclusie 8 of 9, waarbij de adapter is voorzien van een tweede deel, omvattende een zich vanaf het eerste deel uitstrekkende opstaande rand.Device as claimed in claim 8 or 9, wherein the adapter is provided with a second part, comprising a raised edge extending from the first part. 11. Inrichting volgens conclusie 10, waarbij de opstaande rand een buitenwand omvat met een diameter die een kleinere afmeting vertoont dan de binnendiameter van de veer.Device as claimed in claim 10, wherein the raised edge comprises an outer wall with a diameter which has a smaller dimension than the inner diameter of the spring. 12. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de uitstoter een tussen de stoteras en de bodem aangebrachte schroefdraadverbinding omvat.Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the ejector comprises a threaded connection arranged between the tappet shaft and the bottom. 13. Werkwijze voor het in een vormholte (6) van een vormbak (1) aanbrengen van een uitstoter (44), omvattende de stappen van:A method for mounting an ejector (44) in a mold cavity (6) of a mold container (1), comprising the steps of: - het door een opening (4) in een bodem (3) van de vormbak (1) steken van een stoteras (44) van de uitstoter, waarbij de uitstoter een bodem (42) van de vormholte (6) vormt;- inserting an ejector shaft (44) of the ejector through an opening (4) into a bottom (3) of the mold container (1), the ejector forming a bottom (42) of the mold cavity (6); - het om de stoteras (44) aanbrengen van een veer (66); en- arranging a spring (66) about the tappet shaft (44); and - het tussen een kop (50) aan een vrij uiteinde (48) van de stoteras (44) en de veer (66) aanbrengen van een adapter (74).- fitting an adapter (74) between a head (50) at a free end (48) of the tappet shaft (44) and the spring (66). 14. Werkwijze volgens conclusie 13, omvattende de stap van het voorafgaand aan het tussen de kop van de stoteras en de veer aanbrengen van de adapter comprimeren van de veer, waarbij een ruimte tussen de kop en de veer wordt gevormd.The method of claim 13 including the step of compressing the spring between the head of the tappet shaft and the spring, forming a space between the head and the spring. 15. Werkwijze volgens conclusie 14, omvattende de stap van het om de schroefdraad aanbrengen van één of meer dan één vulring.Method according to claim 14, comprising the step of arranging one or more than one spacer ring around the screw thread. 16. Werkwijze volgens conclusie 15, omvattende de stappen van:The method of claim 15, comprising the steps of: - het voorafgaand aan het aanbrengen van de één of meer dan één vulring losdraaien van een schroefdraadverbinding tussen de stoteras en de bodem; en- loosening a threaded connection between the tappet shaft and the bottom before applying the one or more than one spacer ring; and - het na het aanbrengen van de één of meer dan één vulring vastdraaien van de schroefdraadverbinding tussen de stoteras en de bodem.- after fitting the one or more shims, tighten the threaded connection between the tappet shaft and the bottom. 17. Werkwijze volgens conclusie 16, omvattende een uitstoter volgens een inrichting van één van de conclusies 1-13.17. Method as claimed in claim 16, comprising an ejector according to a device of one of claims 1-13. 1/91/9 2/92/9 4/94/9 Ί/9Ί / 9 8/98/9 95'75.....2595'75 ..... 25 9/99/9
NL2017672A 2016-10-25 2016-10-25 Device with improved ejectors and method for this NL2017672B1 (en)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2017672A NL2017672B1 (en) 2016-10-25 2016-10-25 Device with improved ejectors and method for this
ES17192092T ES2748878T3 (en) 2016-10-25 2017-09-20 Device with improved ejectors and associated method
EP17192092.9A EP3321052B1 (en) 2016-10-25 2017-09-20 Device with improved ejectors and method therefor
DK17192092.9T DK3321052T3 (en) 2016-10-25 2017-09-20 Device with improved ejectors and associated method

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2017672A NL2017672B1 (en) 2016-10-25 2016-10-25 Device with improved ejectors and method for this

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2017672B1 true NL2017672B1 (en) 2018-05-04

Family

ID=57281267

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2017672A NL2017672B1 (en) 2016-10-25 2016-10-25 Device with improved ejectors and method for this

Country Status (4)

Country Link
EP (1) EP3321052B1 (en)
DK (1) DK3321052T3 (en)
ES (1) ES2748878T3 (en)
NL (1) NL2017672B1 (en)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1073926B (en) * 1960-01-21 Roald Mahler Gartenbaubedarf, Berlin Method and device for the production of seed pots
DE2808284A1 (en) * 1978-02-27 1979-08-30 Erlus Baustoffwerke Removing pressed ceramic mouldings such as roof tiles from die - using light stripping oil fed between suction plate and knife box
EP1112827A1 (en) * 1999-12-29 2001-07-04 Industrie Pica S.p.A. Machine and moulds with interchangeable bottoms for forming green bricks
EP2242627A1 (en) * 2008-01-18 2010-10-27 Beheermaatschappij De Boer Nijmegen B.V. Device with improved ejecting device and methods therefor

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1073926B (en) * 1960-01-21 Roald Mahler Gartenbaubedarf, Berlin Method and device for the production of seed pots
DE2808284A1 (en) * 1978-02-27 1979-08-30 Erlus Baustoffwerke Removing pressed ceramic mouldings such as roof tiles from die - using light stripping oil fed between suction plate and knife box
EP1112827A1 (en) * 1999-12-29 2001-07-04 Industrie Pica S.p.A. Machine and moulds with interchangeable bottoms for forming green bricks
EP2242627A1 (en) * 2008-01-18 2010-10-27 Beheermaatschappij De Boer Nijmegen B.V. Device with improved ejecting device and methods therefor

Also Published As

Publication number Publication date
EP3321052B1 (en) 2019-07-03
DK3321052T3 (en) 2019-10-07
ES2748878T3 (en) 2020-03-18
EP3321052A1 (en) 2018-05-16

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US8632718B2 (en) Method for forming tapered products
US7785097B2 (en) Concrete block mold with moveable liner
US7156645B2 (en) Concrete block mold with moveable liner
EP2085199B1 (en) Device with improved ejecting base and method for fixing an insert plate
KR101362393B1 (en) Injection molding apparatus
JP2009120953A (en) Densification tool
KR101983261B1 (en) Multi - Forging Reaction Hardening Forming Machine
US7984626B2 (en) Die assembly for molding of glass element
NL2017672B1 (en) Device with improved ejectors and method for this
US10245756B2 (en) Mold assembly for concrete products forming machine
US7980842B2 (en) Concrete block mold with moveable liner and heater
CN111215872B (en) Automatic pressing equipment for chain pin shaft and external plate and using method thereof
CN110621503B (en) Tool set with offset compensation
NL2005213C2 (en) A FORM-TRAY PRESS DEVICE PROVIDED WITH A SUPPORT, AND SUCH AID AND A METHOD FOR MANUFACTURING IT.
EP1977871B1 (en) Batching machine for cork granules for the manufacturing of agglomerated stoppers
CN220311647U (en) Template suitable for forging hub mold cores of various sizes
KR100278088B1 (en) Method and apparatus for manufacturing prefabricated tile block
KR102494520B1 (en) Plug assembly molded articles manufacturing press mold
US1400913A (en) Manufacture of hard-rubber battery-jars and similar articles
CN211540149U (en) Chain pin shaft and outer attachment plate pressing equipment
NL2019423B1 (en) Mold container part provided with a sealing strip, as well as such a sealing strip
JP2014168787A (en) Powder molding device
JPH05154849A (en) Mold device
KR20170013453A (en) Fiber-Reinforced Composites Forming Matter Manufacturing Apparatus Having Dischargeable-Support Part

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20211101