NL2017419B1 - Inklapbaar frame voor een mobiel presentatiesysteem - Google Patents

Abstract

De uitvinding heeft betrekking op een inklapbaar frame voor een mobiel presentatiesysteem, welk frame vanuit een compacte toestand naar een werkpositie uit te klappen is. De uitvinding heeft verder betrekking op een mobiel presentatiesysteem dat is voorzien van een frame dat vanuit een compacte toestand naar een werkpositie uit te klappen is.

Description

Korte aanduiding: Inklapbaar frame voor een mobiel presentatiesysteem Beschrijving

De uitvinding heeft betrekking op een inklapbaar frame voor een mobiel presentatiesysteem, welk frame vanuit een compacte toestand naar een werkpositie uit te klappen is.

De uitvinding heeft verder betrekking op een mobiel presentatiesysteem.

Inklapbare frames voor mobiele presentatiesystemen zijn op zich bekend. Dergelijke presentatiesystemen worden vaak gebruikt bij beurzen en/of lezingen, waarbij middels een door het frame gedragen presentatiestrook of-stroken bijvoorbeeld een reclame-uiting met het presentatiesysteem kan worden weergegeven. Na de beurs worden de presentatiesystemen afgebroken, getransporteerd en ergens anders opnieuw gebruikt of opgeslagen. In de ingeklapte positie is het derhalve gewenst dat het frame zo compact mogelijk is voor transport en opslag. Dergelijke frames omvatten vaak met elkaar te verbinden componenten en aluminium buizen voor het bereiken van een zo compact en licht mogelijk ingeklapt frame. Met name in de uitgeklapte toestand kunnen de met elkaar te verbinden componenten voor instabiliteit zorgen, hetgeen in het bijzonder bij relatief hoge frames (vanaf 1 meter) tot ongewenste situaties kan leiden zoals een incorrecte bevestiging van een presentatiestrook of erger het ongewenst ineen klappen van delen van het frame.

Het doel van de onderhavige uitvinding is om een inklapbaar frame te verschaffen dat compact is in de compacte toestand, stabiel is in de werkpositie en makkelijk en eenvoudig door een gebruiker in en uit te klappen is.

Dit doel wordt bereikt middels het inklapbare frame zoals dat is gedefinieerd in conclusie 1.

Het inklapbare frame omvat ten minste een connector en ten minste twee daarmee losneembaar te verbinden koppelstukken. De koppelstukken omvatten scharnierbaar daarmee verbonden buizen, bij voorkeur holle buizen vervaardigd van aluminium. In de werkpositie is de connector centraal in het frame opgesteld. De koppelstukken en de connector zijn voorzien van naar elkaar toe te brengen koppelzijden die middels een losneembare verbinding met elkaar gekoppeld kunnen worden. De losneembare verbinding wordt gevormd door in de koppelzijden van de koppelstukken en de connector gelegen bevestigingselementen. Het frame is bijzonder stabiel in de werkpositie doordat elke met elkaar te koppelen koppelzijde is voorzien van meer dan een bevestigingselement. De bevestigingselementen zijn bovendien op afstand van elkaar gelegen, waardoor een nog stabielere koppeling kan worden gekregen. Desalniettemin is deze stabiele koppeling handmatig, dat wil zeggen zonder gereedschap, eenvoudig te verbreken om het frame in te klappen. Met name voor relatief hoge frames (hoger dan 1 meter) is deze koppeling geschikt om het frame in de uitgeklapte werkpositie de gewenste stabiliteit te geven.

In het bijzonder bij een magneetsluiting zijn door het gebruiken van verschillende op afstand van elkaar gelegen bevestigingselementen in elke koppelzijde de bevestigingselementen relatief eenvoudig van elkaar te scheiden. Het gebruik van meer dan een bevestigingselement in elke koppelzijde bij een magneetsluiting zorgt derhalve niet alleen voor een stabiel frame in de werkpositie, maar zorgt verder voor een gebruiksvriendelijk frame, omdat een gebruiker relatief eenvoudig de magneetsluiting tussen de bevestigingselementen kan verbreken om het frame naar de compacte toestand te brengen. De magneten voor de magneetsluiting zijn bij voorkeur relatief klein, dat wil zeggen deze omvatten een doorsnede kleiner dan 2,0 cm, bij voorkeur een doorsnede kleiner dan 1,5 cm.

Voordelige aspecten en eigenschappen van het frame zijn opgenomen in de onderconclusies.

Het inklapbare frame en het presentatiesysteem zullen nader worden uitgelegd aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld dat is getoond in de figuren:

Figuur 1 toont een perspectivisch aanzicht van een uitgeklapt frame voor een mobiel presentatiesysteem in de werkpositie;

Figuur 2 toont een perspectivisch aanzicht van het in figuur 1 getoonde frame in de compacte ingeklapte toestand;

Figuur 3 toont een detailaanzicht van het in de figuren 1 en 2 getoonde frame;

Figuur 4 toont een centrale connector van het frame dat is getoond in de figuren 1 en 2 alsmede de daarmee verbonden koppelstukken van het frame;

Figuur 5 toont een explosietekening van de in figuur 4 getoonde connector en de koppelstukken.

In de figuren zijn dezelfde onderdelen voorzien van dezelfde verwijzingscijfers.

De figuren 1 en 2 tonen een inklapbaar frame 1 voor een mobiel presentatiesysteem (niet getoond). In figuur 1 is het frame 1 in de uitgeklapte werkpositie getoond, terwijl het frame 1 in figuur 2 in een compacte ingeklapte toestand is getoond. Het frame 1 is door een gebruiker handmatig vanuit een compacte toestand naar een werkpositie uit te klappen en vice versa. Het frame 1 vormt in de werkpositie een toren, waarbij de hoogte van het frame 1 groter is dan de omtrek van het frame 1. Het getoonde frame 1 is 2,25 meter hoog in de werkpositie met een diameter van 64 cm.

Het frame 1 is voorzien van een aantal scharnierbare buizen 3, waarbij elk buispaar 5 in de werkpositie een X vormt, waarbij in het midden 7 de buizen 3 scharnierbaar om een scharnieras met elkaar zijn verbonden.

In figuur 1 sluiten de buizen 3 een scherpe hoek α met de horizontaal in. De hoek α is ongeveer 70 graden. In de ingeklapte toestand zoals getoond in figuur 2 bedraagt de hoek α bijna 0 graden. De hoek α is in de ingeklapte toestand (figuur 2) kleiner dan in de uitgeklapte toestand (figuur 1).

Elke buis 3 is aan de uiteinden scharnierbaar verbonden met een koppelstuk 9, 11. De centraal in het uitgeklapte frame gelegen koppelstukken 9 zijn verbonden met een connector 15 (zie bijvoorbeeld figuur 2), waarbij de radiaal naar buiten gelegen koppelstukken 11 in het uitgeklapte frame losneembaar zijn verbonden met een lamel 17 (zie figuur 1).

Elke lamel 17 wordt middels een magneetsluiting losneembaar verbonden met twee koppelstukken 11. Het is ook mogelijk om elke lamel (niet getoond) met meer dan twee koppelstukken 11 losneembaar te verbinden. De lamellen zijn bij voorkeur magnetisch zodat een of verschillende presentatiestroken (niet getoond) middels een magneetsluiting daarop losneembaar te bevestigen zijn voor het verschaffen van een mobiel presentatiesysteem.

Elk koppelstuk 9, 11 is verder voorzien van een in de werkpositie van het frame (figuur 1) in een horizontaal vlak gelegen buisvormig element 18, 19, 21, 23 dat in de werkpositie losneembaar verbonden is met een ander buisvormig element 18, 19, 21, 23. De buisvormige elementen 18, 19, 21, 23 zijn star, dat wil zeggen niet scharnierbaar verbonden met de koppelstukken 9, 11. De in de uitgeklapte werkpositie van het frame 1 bovenste en onderste buisvormige elementen 18, 19 zijn in het getoonde uitvoeringsvoorbeeld middels een klikverbinding 25 met elkaar losneembaar gekoppeld, terwijl de daartussen gelegen buisvormige elementen 21, 23 middels een magneetsluiting 27 losneembaar met elkaar zijn gekoppeld. Het is uiteraard ook mogelijk om alle buisvormige elementen 18, 19, 21, 23 met dezelfde losneembare koppeling, bijvoorbeeld enkel middels magneetsluiting (niet getoond) met elkaar losneembaar te verbinden of in een andere configuratie magneetsluiting/klikverbinding dan getoond is in figuur 1.

De buizen 3 zijn bij voorkeur vervaardigd van aluminium, waarbij de buisvormige elementen 18, 19, 21,23 bij voorkeur zijn vervaardigd van kunststof.

De figuren 3-5 tonen de details van de koppelstukken 9 alsmede de details van een van de vier connectors 15 van het frame 1. De connectors 15 van het frame 1 zijn identiek. De zeshoekige connector 15 is hol en bij voorkeur vervaardigd van kunststof. De hartlijnen van de vier connectors van het frame 1 vallen zowel in de ingeklapte compacte toestand (figuur 2) als in de uitgeklapte werkpositie (figuur 1) samen, dat wil zeggen de hartlijnen zijn op een lijn met elkaar gelegen in de in de figuren 1 en 2 getoonde toestanden van het frame. Zelfs bij het in- en uitklappen van het frame tussen de in de in de figuren 1 en 2 getoonde toestanden blijven de hartlijnen van de connectors 15 op een lijn liggen. De afstand tussen de connectors 15 verandert tijdens het inklappen, dat wil zeggen de afstand tussen de connectors 15 is in de uitgeklapte werkpositie groter dan in de ingeklapte compacte toestand. Bovendien zijn de connectors 15 niet rechtstreeks met elkaar verbonden door een enkele buis of stang, maar zijn de connectors 15 enkel indirect met elkaar verbonden via de koppelstukken met de daaraan verbonden buizen 3 en buisvormige elementen 18, 19, 21,23.

Elke connector 15 omvat twee koppelzijden 30a, 30b, waarbij elke koppelzijde 30a, 30b is voorzien van vier op afstand van elkaar gelegen bevestigingselementen 35. De bevestigingselementen 35 kunnen een onderdeel van een klikverbinding en/of een onderdeel van een magneetsluiting zijn.

De koppelstukken 9 worden voor het illustreren van de verschillen tussen de koppelstukken aangeduid met de verwijzingscijfers 9a, 9b en 9c. De koppelstukken 9a en 9b zijn identiek. Het koppelstuk 9c verschilt enkel van de koppelstukken 9a, 9b doordat het koppelstuk 9c met de hand onlosneembaar verbonden is, bijvoorbeeld door een lijmverbinding of schroefverbinding, met een derde zijde 30c van de connector 15. Het is ook mogelijk dat de connector 15 eendelig (niet getoond) is uitgevoerd is met het derde koppelstuk 9c.

Verder is elk koppelstuk 9a, 9b, 9c verbonden met een scharnieronderdeel 41a, 41b, 43a, 43b. Het is mogelijk dat elk koppelstuk 9a, 9b, 9c eendelig is uitgevoerd met een scharnieronderdeel 41a, 41b, 43a, 43b. De scharnieronderdelen 41a, 4b; 43a,43b vormen twee scharnieren 41; 43.

De koppelstukken 9a, 9b zijn elk voorzien van een enkele koppelzijde 32a, 32b. Elke koppelzijde 32a, 32b omvat vier op afstand van elkaar gelegen bevestigingselementen 36.

De vier bevestigingselementen 35 van elke koppelzijde 30a, 30b van de connector 15 zijn door een losneembare verbinding met de vier bevestigingselementen 36 van elke koppelzijde 32a, 32b van de koppelstuk 9a, 9b te verbinden, zodat de koppelstukken 9a, 9b zijn verbonden met de connector 15, welke verbinding handmatig te verbreken is voor het naar de compacte toestand brengen van het frame 1. De koppelzijden 30a, 30b, 32a, 32b van de connector 15 en het koppelstuk 9a, 9b zijn rechthoekvormig, waarbij de vier bevestigingselementen 35, 36 in elke koppelzijde 30a, 30b, 32a, 32b nabij de hoeken van de rechthoekvormige koppelzijde 30a, 30b, 32a, 32b zijn gelegen.

De bevestigingselementen 35, 36 zijn losneembaar met behulp van magnetisme met elkaar te verbinden zijn. Bij voorkeur is elk bevestigingselement gevormd door een permanente magneet, bijvoorbeeld een neodymium schijfmagneet met een afmeting van 12 mm. Het is tevens mogelijk dat slechts een van de twee met elkaar te koppelen bevestigingselementen 35, 36 een permanente magneet is, waarbij het andere bevestigingselement 35, 36 bijvoorbeeld van ijzer is vervaardigd.

De bevestigingselementen 35, 36 kunnen verder aanvullend of in plaats van de magneetsluiting losneembaar met behulp van een klikverbinding met elkaar te verbinden zijn.

Zoals verder is getoond in figuur 3 kan ten minste een van de twee losneembaar met elkaar te koppelen bevestigingselementen 35 uitsteken ten opzichte van de koppelzijde 30b, waarbij het ten minste ene uitstekende bevestigingselement 35 in een qua vorm corresponderende uitsparing 38 in de andere koppelzijde 32b te positioneren is, waarbij in de uitsparing 38 het andere bevestigingselement 36 is gelegen. Het is ook mogelijk dat de uitsparing 38 in de koppelzijde 30b ligt en dat het bevestigingselement 36 uitsteekt. Tevens is het mogelijk dat een enkele koppelzijde 30a, 30b, 32a, 32b zowel een uitsparing 38 met daarin een bevestigingselement als een uitstekend bevestigingselement omvat.

De koppelstukken 9a, 9b zijn, in tegenstelling tot het koppelstuk 9c, om een scharnieras van de twee scharnieren 41, 43 scharnierbaar tussen een in figuur 2 getoonde eerste positie voor het verschaffen van het ingeklapte frame 1 en een tweede in figuur 4 getoonde positie voor het verschaffen van een uitgeklapt frame 1 zoals dat is getoond in figuur 1, waarbij in de tweede positie de bevestigingselementen 35 van de koppelzijde 30a, 30b van de connector 15 losneembaar verbonden zijn met de bevestigingselementen 36 van de koppelzijde 32a, 32b van het koppelstuk 9a, 9b.

De scharnieras van het scharnier 41 van het eerste koppelstuk 9a is tussen het eerste 9a en het derde koppelstuk 9c gelegen en de scharnieras 43 van het tweede koppelstuk 9b is tussen het tweede 9b en het derde koppelstuk 9c gelegen, zodat de koppelzijden 32a, 32b van de eerste en tweede koppelstukken 9a, 9b in een horizontaal vlak zijn gelegen in de compacte toestand van het frame 1 zoals is getoond in figuur 2.

Het mobiele presentatiesysteem met het frame 1 getoond in de figuren is als volgt op te zetten en af te breken voor transport/opslag.

De onderdelen van het mobiele presentatiesysteem 1, zoals het frame 1, bevinden zich in een mobiele trolley (niet getoond). Op een plek waar het mobiele presentatiesysteem dient te worden opgezet wordt het frame 1, de lamellen 17, een of verschillende presentatiestroken en eventueel verlichting uit de trolley gehaald.

Het frame 1 bevindt zich in de compacte toestand in de trolley zoals is getoond in figuur 2. Na het uit de trolley halen van het frame, wordt het frame 1 uitgeklapt naar de in figuur 1 getoonde werkpositie door de afstand tussen de connectors 15 te vergroten en de koppelstukken 9a, 9b om de scharnieras 41,43 te scharnieren, waarbij door het scharnieren van de koppelstukken 9a, 9b van de in figuur 2 getoonde positie naar de in figuur 4 getoonde positie de ten minste twee bevestigingselementen 35 van de koppelzijde 30a, 30b van de connector 15 door een losneembare verbinding gekoppeld worden met de ten minste twee bevestigingselementen 36 van de koppelzijde 32a, 32b van de koppelstukken 9a, 9b zodat de koppelstukken 9a, 9b losneembaar verbonden worden met de connector 15. Na het uitklappen van het frame 1 worden de negen lamellen 17 op het frame aangebracht. Daarbij wordt een eerste uiteinde van elke lamel 17 op twee magneten van een koppelstuk 11 bevestigd, terwijl het tweede uiteinde van elke lamel 17 op twee magneten van een ander koppelstuk 11 wordt bevestigd. De lamellen 17 zijn van magnetisch materiaal gemaakt. De presentatiestrook (niet getoond) omvat tevens delen die van magnetisch materiaal zijn vervaardigd, welke delen moeten samenvallen met de lamellen 17 voor het middels een magneetsluiting correct bevestigen van de presentatiestrook op het frame 1. Met behulp van het torenframe is het mogelijk om een reclamezuil met 360 graden aanzicht te verschaffen. Eventueel is het mogelijk om op de hoogste koppelstukken 11 verlichting aan te brengen.

Voor het afbreken van het mobiele presentatiesysteem wordt de verlichting, de presentatiestrook en de lamellen 17 van het frame 1 verwijderd. Daarna wordt de Isoneembare verbinding tussen de connectors 15 en de koppelstukken 9a, 9b handmatig verbroken en wordt de afstand tussen de connectors 15 verkleind voor het naar de compacte toestand brengen van het frame 1, zodat het in figuur 2 getoonde ingeklapte frame 1, de verlichting, de presentatiestrook en de lamellen 17 op te bergen zijn in de mobiele trolley voor transport/opslag.

Claims (17)

1. Inklapbaar frame voor een mobiel presentatiesysteem, welk frame vanuit een compacte toestand naar een werkpositie uit te klappen is en vice versa, waarbij het frame is voorzien van: - een aantal buizen, - ten minste een connector met ten minste twee koppelzijden, elke koppelzijde is voorzien van ten minste twee op afstand van elkaar gelegen bevestigingselementen, - ten minste twee koppelstukken die elk ten minste een scharnierbaar daarmee verbonden buis van het aantal buizen omvatten, elk koppelstuk is verder voorzien van een koppelzijde met ten minste twee op afstand van elkaar gelegen bevestigingselementen, waarbij de ten minste twee bevestigingselementen van de koppelzijde van de connector door een losneembare verbinding te koppelen zijn met de twee bevestigingselementen van de koppelzijde van het koppelstuk zodat de koppelstukken losneembaar te verbinden zijn met de connector, welke verbinding handmatig te verbreken is voor het naar de compacte toestand brengen van het frame.

2. Frame volgens conclusie 1, waarbij de bevestigingselementen dichter bij de rand van elke koppelzijde van de connector en het koppelstuk zijn gelegen dan bij het midden van elke koppelzijde.

3. Frame volgens conclusie 1 of 2, waarbij een door het midden van elke koppelzijde zich uitstrekkende virtuele rechte lijn de koppelzijde van de connector en het koppelstuk opdeelt in een eerste deel en een tweede deel, waarbij in het eerste deel een eerste bevestigingselement van de ten minste twee bevestigingselementen is gelegen en in het tweede deel een tweede bevestigingselement van de ten minste twee bevestigingselementen is gelegen.

4. Frame volgens een der conclusies 1-3, waarbij elke koppelzijde van de connector en het koppelstuk is voorzien van vier op afstand van elkaar gelegen bevestigingselementen.

5. Frame volgens conclusie 4, waarbij de koppelzijden van de connector en het koppelstuk rechthoekvormig zijn, waarbij de vier bevestigingselementen nabij de hoeken van de rechthoekvormige koppelzijde zijn gelegen.

6. Frame volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de bevestigingselementen losneembaar met behulp van een magneetsluiting met elkaar te verbinden zijn.

7. Frame volgens conclusie 6, waarbij ten minste een van de twee met elkaar te koppelen bevestigingselementen een permanente magneet is.

8. Frame volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de bevestigingselementen losneembaar met behulp van een klikverbinding met elkaar te verbinden zijn.

9. Frame volgens een der voorgaande conclusies, waarbij ten minste een van de twee losneembaar met elkaar te koppelen bevestigingselementen uitsteekt ten opzichte van de koppelzijde, waarbij het ten minste ene uitstekende bevestigingselement in een qua vorm corresponderende uitsparing in de andere koppelzijde te positioneren is, waarbij in de uitsparing het andere bevestigingselement is gelegen.

10. Frame volgens een der voorgaande conclusies, waarbij elk koppelstuk om een scharnieras scharnierbaar is tussen een eerste positie voor het inklappen van het frame en een tweede positie voor het verschaffen van een uitgeklapt frame, waarbij in de tweede positie de ten minste twee bevestigingselementen van de koppelzijde van de connector losneembaar verbonden zijn met de ten minste twee bevestigingselementen van de koppelzijde van het koppelstuk.

11. Frame volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de connector een derde zijde omvat die met de hand onlosneembaar verbonden of eendelig uitgevoerd is met een derde koppelstuk.

12. Frame volgens conclusie 10 en 11, waarbij de scharnieras van het eerste koppelstuk tussen het eerste en het derde koppelstuk is gelegen en de scharnieras van het tweede koppelstuk tussen het tweede en het derde koppelstuk is gelegen, zodat de koppelzijden van de eerste en tweede koppelstukken in een horizontaal vlak zijn gelegen in de compacte toestand van het frame.

13. Frame volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de buis een scherpe hoek met de horizontaal insluit, waarbij elk koppelstuk verder is voorzien van een in de werkpositie van het frame in een horizontaal vlak gelegen buisvormig element.

14. Frame volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het frame in de werkpositie een toren vormt, waarbij de hoogte van het frame groter is dan de omtrek van het frame, bij voorkeur is de hoogte gelegen tussen 1-3 meter.

15. Frame volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het frame meer dan een connector omvat, waarbij de hartlijnen van de connectors zowel in de ingeklapte compacte toestand als in de uitgeklapte werkpositie op een lijn zijn gelegen.

16. Frame volgens conclusie 15, waarbij de afstand tussen de connectors in de uitgeklapte werkpositie groter is dan in de ingeklapte compacte toestand.

17. Mobiel presentatiesysteem omvattende een inklapbaar frame volgens een der voorgaande conclusies alsmede ten minste een presentatiestrook.