NL2017118B1 - Modulair bouwsysteem, koppelelement, object, en werktuig - Google Patents

Modulair bouwsysteem, koppelelement, object, en werktuig Download PDF

Info

Publication number
NL2017118B1
NL2017118B1 NL2017118A NL2017118A NL2017118B1 NL 2017118 B1 NL2017118 B1 NL 2017118B1 NL 2017118 A NL2017118 A NL 2017118A NL 2017118 A NL2017118 A NL 2017118A NL 2017118 B1 NL2017118 B1 NL 2017118B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
coupling element
opening
building system
modular building
axial
Prior art date
Application number
NL2017118A
Other languages
English (en)
Other versions
NL2017118A (nl
Inventor
Jan De Wilde Gerrit
Original Assignee
Jarola Vision B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Jarola Vision B V filed Critical Jarola Vision B V
Priority to US16/095,241 priority Critical patent/US10888797B2/en
Priority to CN201780025283.7A priority patent/CN109152962B/zh
Priority to CA3021138A priority patent/CA3021138A1/en
Priority to EP17727725.8A priority patent/EP3445466B1/en
Priority to CN201780004104.1A priority patent/CN108290079B/zh
Priority to PL17727968T priority patent/PL3445467T3/pl
Priority to US16/095,258 priority patent/US10967289B2/en
Priority to ES17727725T priority patent/ES2952103T3/es
Priority to EP17727968.4A priority patent/EP3445467B1/en
Priority to ES17727968T priority patent/ES2795043T3/es
Priority to PL17727725.8T priority patent/PL3445466T3/pl
Priority to PCT/NL2017/050258 priority patent/WO2017183982A1/en
Priority to DK17727725.8T priority patent/DK3445466T3/da
Priority to PCT/NL2017/050257 priority patent/WO2017183981A2/en
Publication of NL2017118A publication Critical patent/NL2017118A/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2017118B1 publication Critical patent/NL2017118B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A63SPORTS; GAMES; AMUSEMENTS
    • A63HTOYS, e.g. TOPS, DOLLS, HOOPS OR BUILDING BLOCKS
    • A63H33/00Other toys
    • A63H33/04Building blocks, strips, or similar building parts
    • A63H33/10Building blocks, strips, or similar building parts to be assembled by means of additional non-adhesive elements
    • A63H33/108Building blocks, strips, or similar building parts to be assembled by means of additional non-adhesive elements with holes
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A63SPORTS; GAMES; AMUSEMENTS
    • A63HTOYS, e.g. TOPS, DOLLS, HOOPS OR BUILDING BLOCKS
    • A63H33/00Other toys
    • A63H33/04Building blocks, strips, or similar building parts
    • A63H33/10Building blocks, strips, or similar building parts to be assembled by means of additional non-adhesive elements
    • A63H33/101Building blocks, strips, or similar building parts to be assembled by means of additional non-adhesive elements with clip or snap mechanism
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A63SPORTS; GAMES; AMUSEMENTS
    • A63HTOYS, e.g. TOPS, DOLLS, HOOPS OR BUILDING BLOCKS
    • A63H33/00Other toys
    • A63H33/04Building blocks, strips, or similar building parts
    • A63H33/10Building blocks, strips, or similar building parts to be assembled by means of additional non-adhesive elements
    • A63H33/106Building blocks, strips, or similar building parts to be assembled by means of additional non-adhesive elements with rotation, e.g. of bayonet type
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16BDEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
    • F16B12/00Jointing of furniture or the like, e.g. hidden from exterior
    • F16B12/10Jointing of furniture or the like, e.g. hidden from exterior using pegs, bolts, tenons, clamps, clips, or the like
    • F16B12/12Jointing of furniture or the like, e.g. hidden from exterior using pegs, bolts, tenons, clamps, clips, or the like for non-metal furniture parts, e.g. made of wood, of plastics
    • F16B12/26Jointing of furniture or the like, e.g. hidden from exterior using pegs, bolts, tenons, clamps, clips, or the like for non-metal furniture parts, e.g. made of wood, of plastics using snap-action elements
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47BTABLES; DESKS; OFFICE FURNITURE; CABINETS; DRAWERS; GENERAL DETAILS OF FURNITURE
    • A47B47/00Cabinets, racks or shelf units, characterised by features related to dismountability or building-up from elements
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16BDEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
    • F16B21/00Means for preventing relative axial movement of a pin, spigot, shaft or the like and a member surrounding it; Stud-and-socket releasable fastenings
    • F16B21/02Releasable fastening devices locking by rotation

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Toys (AREA)
  • Snaps, Bayonet Connections, Set Pins, And Snap Rings (AREA)
  • Mutual Connection Of Rods And Tubes (AREA)

Abstract

De uitvinding heeft betrekking op een modulair bouwsysteem, omvattende ten minste één object en een losneembaar met het object verbindbaar koppelelement, waarbij: het object ten minste één vlak met ten minste één opening omvat, welke 5 opening een aantal zich binnenwaarts uitstrekkende lippen omvat, die verspreid over de omtrek van de opening zijn opgesteld; het koppelelement een in de opening aanbrengbaar lichaam met een axiale hartlijn omvat, welke lichaam over zijn buitenomtrek van ten minste één zich buitenwaarts uitstrekkende borgnok is voorzien; waarbij het koppelelement in althans één aanbrengoriëntatie in de opening van het object aanbrengbaar is en in de opening ten opzichte van het object roteerbaar is naar ten minste één borgoriëntatie, in welke borgoriëntatie het koppelelement geborgd is in een axiale richting en een rotationale richting. 15 De uitvinding heeft tevens betrekking op een koppelelement, object, en werktuig, bestemd en ingericht om onderdeel te zijn van een dergelijk modulair bouwsysteem. Aan een bouwwerk volgens de uitvinding kunnen externe elementen, zoals een huidplaat, een doek, een koord of dergelijke worden bevestigd door middel van een bevestigingselement met een steel en een verbrede kop, welke steel losneembaar kan worden ingestoken in een doorgaande opening van een koppelelement.

Description

MODULAIR BOUWSYSTEEM, KOPPELELEMENT, OBJECT, EN WERKTUIG
De uitvinding heeft betrekking op een modulair bouwsysteem, omvattende ten minste één object en een losneembaar met de objecten verbindbaar koppelelement, waarbij: het object ten minste één vlak met ten minste één opening omvat, welke opening een aantal zich binnenwaarts uitstrekkende lippen omvat, die verspreid over de omtrek van de opening zijn opgesteld; het koppelelement een in de opening aanbrengbaar lichaam met een axiale hartlijn omvat, welke lichaam over zijn buitenomtrek van ten minste één zich buitenwaarts uitstrekkende borgnok is voorzien; waarbij het koppelelement in althans één aanbrengoriëntatie in de opening van het object aanbrengbaar is, in welke aanbrengoriëntatie de ten minste ene borgnok zich tussen de lippen van het object uitstrekt, en waarbij het koppelelement in de opening ten opzichte van het object roteerbaar is naar ten minste één borgoriëntatie, in welke borgoriëntatie de ten minste ene borgnok aangrijpt op een lip van het object, zodanig, dat het koppelelement in de opening van het object is geborgd in een axiale richting in hoofdzaak parallel aan de hartlijn van het koppelelement.
Een dergelijk bouwsysteem is bekend uit de internationale octrooiaanvrage met nummer WO-A1-2007/035081. WO-A1-2007/035081 toont een koppeling tussen twee voorwerpen door middel van een koppelelement. Het koppelelement omvat borgnokken voor het borgen van het koppelelement in een axiale richting en veerkrachtige strips om het koppelelement te borgen in een rotationele richting. Een probleem van het bouwsysteem uit WO-A 1-2007/035081 is dat de veerkrachtige strips relatief snel kunnen afbreken.
Het is een doel van de uitvinding om het bouwsysteem uit WO-A 1-2007/035081 te verbeteren. In het bijzonder kan het een doel van de uitvinding zijn om het probleem van het systeem uit WO-A1-2007/035081 althans gedeeltebjk te ondervangen.
Dit doel wordt bereikt met een modulair bouwsysteem van de in de aanhef vermelde soort, waarbij het lichaam van het koppelelement over zijn buitenomtrek is voorzien van ten minste één zich daarvan uitstrekkende veerkrachtig verplaatsbare tong, met welke tong de borgnok is verbonden, en dat de opening van het object van een aantal zich binnenwaarts uitstrekkende uitsteeksels is voorzien, die verspreid over de omtrek van de opening tussen de lippen zijn opgesteld, zodanig, dat bij een rotatie van het koppelelement tussen zijn aanbrengoriëntatie en zijn borgoriëntatie de ten minste ene tong binnenwaarts verplaatst wordt door dat uitsteeksel en in de borgoriëntatie het koppelelement is geborgd in een rotationele richting.
Door het verschaffen van veerkrachtig verplaatsbare tongen met daarmee verbonden borgnokken wordt de functie van borging in zowel axiale als in rotationale richting in een enkel borging verschaffend element geïntegreerd. Hierdoor is het koppelelement volgens de uitvinding eenvoudiger te vervaardigen en is de kans op het afbreken van de borging verschaffende elementen gereduceerd ten opzichte van het systeem uit WO-A1-2007/035081.
Opgemerkt wordt, dat voor het roteren van het koppelelement tussen zijn aanbrengoriëntatie en zijn borgoriëntatie het koppelelement ten opzichte van het object roteert. Het is derhalve ook mogelijk om het object ten opzichte van het koppelelement te roteren, al is het in de praktijk het eenvoudigst om het koppelelement te roteren.
Opgemerkt wordt voorts, dat omwille van de symmetrie en/of de balans en/of de stabiliteit van het koppelelement het koppelelement bij voorkeur meer dan één, bijvoorbeeld twee of vier tongen met elk een borgnok omvat, waarbij de tongen verspreid over de buitenomtrek van het lichaam, bij voorkeur met een gelijke hoekafstand, zijn opgesteld.
Opgemerkt wordt verder, dat het koppelelement in het bijzonder losneembaar met het object gekoppeld kan worden met behulp van de hierboven genoemde tong met borgnok.
Opgemerkt wordt verder, dat de tong veerkrachtig binnenwaarts verplaatsbaar is door het uitoefenen van een kracht daarop, welke kracht in het bijzonder wordt uitgeoefend door het uitsteeksel van het object, waarbij de tong zich veerkrachtig terug verplaatst naar zijn normale niet-binnenwaarts verplaatste positie nadat de kracht daarop is opgeheven. De tong is derhalve verplaatsbaar tussen een niet-ingedrukte (niet-binnenwaarts verplaatste) positie en een ingedrukte (binnenwaarts verplaatste) positie.
Opgemerkt wordt tevens, dat het ten minste ene object en/of het ten minste ene koppelelement van elk geschikt materiaal, bijvoorbeeld kunststof, vervaardigd kunnen zijn.
Afhankelijk van het type bouwwerk dat met het modulaire bouwsysteem wordt vervaardigd kan het ten minste ene object en/of het ten minste ene koppelelement elke vorm en/of afmeting en/of kleur bezitten. Zo kunnen de afmetingen van de objecten en/of koppelelementen in de orde van grootte van enkele centimeters liggen voor een educatief en/of speelgoed systeem, of in de orde van grootte van enkele decimeters voor grootschaliger bouwwerken.
In een uitvoeringsvorm van het modulaire bouwsysteem volgens de uitvinding omvat de ten minste ene tong een aangrijpoppervlak, waarbij een uitsteeksel van het object tijdens de rotatie van het koppelelement tussen zijn aanbrengoriëntatie en zijn borgoriëntatie aangrijpt op het aangrijpoppervlak van de tong.
In een andere uitvoeringsvorm van het modulaire bouwsysteem volgens de uitvinding is de ten minste ene tong verbonden met één axiaal einde van de twee axiale einden van het lichaam, welk ene axiale einde het in axiale richting gezien ten opzichte van het aangrijpoppervlak op grootste afstand gelegen axiale einde is.
Een voordeel van deze uitvoeringsvorm is dat de afstand tussen het aangrijpoppervlak van de tong en zijn (scharnier)verbinding met het lichaam van het koppelelement zo lang mogelijk is, waardoor de krachten op de scharnierverbinding relatief laag blijven en de kans op afbreken van de tong relatief klein is.
In een andere uitvoeringsvorm van het modulaire bouwsysteem volgens de uitvinding omvat het koppelelement ten minste één met het bouwelement samenwerkend rotatiebegrenzingselement.
Een dergelijk rotatiebegrenzingselement kan bijvoorbeeld zodanig zijn ingericht, dat het het koppelelement in zijn borgoriëntatie begrenst tegen een verdere rotatie in een zelfde richting als waarin het koppelelement is geroteerd van zijn aanbrengoriëntatie naar deze borgoriëntatie.
Het rotatiebegrenzingselement kan bijvoorbeeld een met de ten minste ene tong verbonden zich daarvan uitstrekkend uitstekend rotatiebegrenzingselement zijn, dat in een toestand waarin het de rotatie van het koppelelement begrenst aanligt tegen een deel van het object, bijvoorbeeld tegen een lip daarvan, zodat een verder roteren van het koppelelement wordt voorkomen. Het rotatiebegrenzingselement kan zich in het bijzonder in een in hoofdzaak axiale richting uitstrekken.
In het koppelelement meer dan één tong omvat, kan in het bijzonder elke tong een dergelijk rotatiebegrenzingselement omvatten.
In een andere uitvoeringsvorm van het modulaire bouwsysteem volgens de uitvinding omvat het koppelelement ten minste één aangrijpelement, bijvoorbeeld voor aangrijping door een werktuig voor het roteren van het koppelelement.
Het koppelelement kan eenvoudig ten opzichte van het object geroteerd worden met behulp van een werktuig, dat kan aangrijpen op het aangrijpelement van het koppelelement. Alternatief kan het koppelelement zonder werktuig geroteerd worden, waarbij een gebruiker in het bijzonder met een of meer van zijn vingers aangrijpt op het aangrijpelement.
Het aangrijpelement kan op elke geschikte wijze zijn vormgegeven.
Zo kan in een uitvoeringsvorm van het modulaire bouwsysteem volgens de uitvinding het aangrijpelement een zich van de tong uitstrekkend uitstekend aangrijpelement zijn. Een dergelijk uitstekend aangrijpelement kan zich in het bijzonder aan een van de twee vlakke buitenzijden van het vlak buiten de buitenomtrek van de opening uitstrekken en daardoor goed toegankelijk zijn voor het werktuig om het koppelelement te roteren. Het werktuig kan hierbij bijvoorbeeld gebruikt worden om tegen het uitstekende aangrijpelement aan te drukken en zo het koppelelement te roteren. Het aangrijpelement kan zich in het bijzonder in een radiaal buitenwaartse richting van de tong uitstrekken.
In het uitstekende aangrijpelement kan eventueel een opening zijn aangebracht voor het opnemen van een aangrijpdeel van het werktuig, zodat het koppelelement na het aanbrengen van het aangrijpdeel daarvan in de opening van het uitstekende aangrijpelement kan worden geroteerd met behulp van het werktuig.
In een andere uitvoeringsvorm van het modulaire bouwsysteem volgens de uitvinding kan het aangrijpelement een opening in het lichaam of in willekeurig welk ander deel van het koppelelement omvatten, in welke opening een aangrijpdeel van het werktuig kan worden aangebracht. De opening kan bijvoorbeeld een al of niet doorgaande opening zijn, die zich centraal in een axiale richting door het lichaam heen uitstrekt over een deel of de gehele lengte daarvan. In het bijzonder kan de opening zich aan beide axiale einden van het lichaam uitstrekken, waarbij de opening één doorgaande opening kan zijn die zich tussen beide axiale einden uitstrekt of waarbij het lichaam twee openingen omvat, één aan elk axiale einde van het lichaam.
Opgemerkt wordt, dat een dergelijke zich in axiale richting door het lichaam uitstrekkende al of niet doorgaande opening of openingen ook voor het opnemen van een ander element dan een aangrijpdeel van het werktuig kan dienen. Zo kan er bijvoorbeeld sprake van zijn, dat in de opening een object wordt aangebracht, zodat de opening als koppelopening fungeert.
In nog weer een andere uitvoeringsvorm van het modulaire bouwsysteem volgens de uitvinding omvat een vlak van het object een uit het vlak uitstekend element voor het verschaffen van een open tussenruimte tussen twee tegen elkaar aan liggende, eventueel met een genoemd koppelelement gekoppelde, objecten, welke open tussenruimte is ingericht voor het doorlaten van het aangrijpelement en/of een genoemd werktuig.
Het uitstekende element creëert, of de uitstekende elementen van elk object creëren, een afstand tussen naburige vlakken van de tegen elkaar aan liggende objecten en daardoor een open tussenruimte tussen de vlakken. Door het creëren van een dergelijke tussenruimte kan het aangrijpelement toegankelijk zijn, bijvoorbeeld doordat het aangrijpelement zich althans gedeeltelijk in of volledig door de open tussenruimte uitstrekt en/of doordat het werktuig in de tussenruimte kan worden aangebracht voor aangrijping op het aangrijpelement.
De gecreëerde tussenruimte kan bijvoorbeeld spieetvormig zijn.
Het of de uitstekende element(en) kunnen bijvoorbeeld door (een) verdikking(en) van het vlak nabij de hoekzones of nabij de omtrekzone van het object of van elk vlak gevormd zijn.
Het of de uitstekende element(en) kunnen hierbij ook als afstandhouders aangeduid worden, daar de objecten weliswaar tegen elkaar aan kunnen liggen, maar parallel aan elkaar opgestelde naburige vlakken van de tegen elkaar aan liggende objecten door de uitstekende element(en) of afstandhouders op afstand van elkaar worden gehouden,.
In nog weer een andere uitvoeringsvorm van het modulaire bouwsysteem volgens de uitvinding omvat het object ten minste twee in een zelfde vlak naburig aan elkaar opgestelde vlakken met elk een opening, waarbij tussen de vlakken een open tussenruimte is voorzien.
De tussenruimte kan bijvoorbeeld een zich tussen de vlakken uitstrekkende spleet zijn.
De russenruimte kan dezelfde vorm hebben als de door de hierboven omschreven uitstekende elementen of afstandhouders gecreëerde tussenruimte. Hierdoor is nagenoeg geen verschil zichtbaar tussen onderling gekoppelde objecten en een object met meerdere naast of naburig aan elkaar opgestelde vlakken, hetgeen esthetisch een rustig beeld kan scheppen.
Er kan sprake van zijn, dat ten minste één tong met borgnok aan één axiaal einde van het lichaam is aangebracht, waarbij het koppelelement enerzijds met behulp van die ten minste ene tong met een object gekoppeld kan worden, en waarbij het koppelelement anderzijds op willekeurig welke wijze met een ander object gekoppeld kan worden of waarbij het koppelelement anderzijds vrij kan blijven en niet gekoppeld kan worden met een object. Bijvoorbeeld kan een hierboven beschreven koppelopening gebruikt worden om het koppelelement anderzijds met een ander object te koppelen. Ook kan er sprake van zijn, dat het koppelelement anderzijds permanent verbonden is met een ander object, en via de genoemde ten minste één tong losneembaar met het ene object verbonden kan worden om zo een losneembare koppeling tussen het ene en het andere object te verschaffen.
In nog weer een andere uitvoeringsvorm van het modulaire bouwsysteem volgens de uitvinding omvat het koppelelement ten minste twee genoemde tongen, die zich elk vanaf een ander axiaal einde van de twee axiale einden van het lichaam in een tegengestelde axiale richting uitstrekken voor het verschaffen van een koppeling tussen twee genoemde objecten.
Door het verschaffen van de zich in tegengestelde richting uitstrekkende tongen kan de ene tong dienen voor koppeling met een vlak van een eerste object en kan de andere tong dienen voor koppeling met een vlak van een ander object, zodat de twee genoemde objecten met het koppelelement gekoppeld kunnen worden.
Omwille van de balans en/of stabiliteit is er bij voorkeur sprake van, dat meerdere tongen met het ene axiale einde van het lichaam zijn verbonden en dat meerdere tongen met het andere axiale einde van het lichaam zijn verbonden, welke tongen zich in de genoemde tegengestelde richtingen uitstrekken.
Opgemerkt wordt, dat de afstand tussen de twee axiale einden, oftewel in hoofdzaak de lengte van het lichaam, naar wens kan worden gekozen. Zo kan de afstand zodanig worden gekozen, dat na een koppeling tussen twee objecten de twee objecten nagenoeg tegen elkaar aanliggen. Alternatief kan de afstand of lengte groter gekozen worden, zodat de objecten op afstand van elkaar blijven.
In nog weer een andere uitvoeringsvorm van het modulaire bouwsysteem volgens de uitvinding is het koppelelement flexibel buigbaar tussen zijn twee axiale einden.
Met behulp van een flexibel buigbaar koppelelement, waarbij in het bijzonder het lichaam flexibel buigbaar is, kan eenvoudig een hoek tussen beide axiale einden van het lichaam ingesteld worden, zodat de objecten onder een hoek met elkaar gekoppeld worden.
Opgemerkt wordt, dat indien het lichaam onder een hoek is opgesteld, of dit nu met behulp van een flexibel buigbaar lichaam of een permanent onder een hoek gebogen lichaam is, de axiale hartlijn en richting is gedefinieerd over de lengte van het lichaam, en dus ook onder een hoek gebogen kan zijn.
In nog weer een andere uitvoeringsvorm van het modulaire bouwsysteem volgens de uitvinding omvat het systeem een werktuig voor het roteren van een genoemd koppelelement.
Het werktuig kan op elke geschikte manier zijn uitgevoerd.
Praktisch kan er sprake van zijn, dat het aangrijpelement van het koppelelement een aangrijpopening omvat voor het opnemen van een aangrijpdeel van het werktuig.
Het aangrijpdeel van het werktuig is hierbij zo gekozen, dat het kan aangrijpen in de aangrijpopening van het koppelelement. In het bijzonder kunnen de aangrijpopening en het aangrijpdeel van het werktuig een op elkaar aangepaste vorm vertonen.
De vorm is bij voorkeur niet-rond, zodat het aangrijpdeel kan aangrijpen in de aangrijpopening en zodat door het roteren van het werktuig het koppelelement geroteerd wordt.
Met behulp van de objecten en koppelelementen kan in het bijzonder elke gewenste driedimensionale structuur of bouwwerk gebouwd worden, door het met behulp van de koppelelementen onderling koppelen en daardoor verbinden van objecten in een gekozen vorm.
Het zo gebouwde bouwwerk kan een in hoofdzaak open structuur zijn, waarbij de onderling gekoppelde objecten een geraamte of frame vormen.
Desgewenst kan de door de objecten en koppelelementen gevormde open structuur worden afgedekt en zo een bepaald uiterlijk worden gegeven. Hiertoe kan een genoemd object een huidplaat omvatten. Een dergelijke huidplaat kan met behulp van de koppelelementen op de met het modulaire bouwsysteem volgens de uitvinding gevormde open structuur worden aangebracht en zo het bouwwerk elk gewenst uiterlijk geven.
Het modulaire bouwsysteem volgens de uitvinding kan bijvoorbeeld voor educatieve of speeldoeleinden worden gebruikt. Zo kan met het modulaire bouwsysteem elk gewenst bouwwerk worden gemaakt, waarbij het bouwwerk na het maken daarvan althans gedeeltelijk uit elkaar gehaald kan worden om zo weer een nieuw, ander bouwwerk te maken. Alternatief kan het bouwsysteem bedrijfsmatig voor elk gewenst doeleinde worden gebruikt. Zo zou met het modulaire bouwsysteem bijvoorbeeld een (beurs)standframe gemaakt kunnen worden, waarbij met behulp van de huidplaten de stand een bepaald uiterlijk kan worden gegeven. De huidplaten zouden in dat geval bedrukt kunnen worden met bedrijfsinformatie of andere gewenste informatie.
De huidplaten kunnen in het bijzonder velvormig zijn. Ze kunnen zowel flexibel als stijf zijn. De huidplaten kunnen voorgevormd zijn.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een koppelelement, bestemd en ingericht om onderdeel te zijn van een modulair bouwsysteem volgens een of meer van de hierboven beschreven uitvoeringsvormen, omvattende een in een opening van een object aanbrengbaar lichaam met een axiale hartlijn, welk lichaam over zijn buitenomtrek van ten minste één zich buitenwaarts uitstrekkende borgnok is voorzien, waarbij het lichaam van ten minste één zich daarvan uitstrekkende veerkrachtig verplaatsbare tong is voorzien, met welke tong de borgnok is verbonden, waarbij de ten minste ene tong binnenwaarts verplaatsbaar is door het uitoefenen van een kracht daarop.
Zoals hierboven eerder is toegelicht is tong veerkrachtig binnenwaarts verplaatsbaar door het uitoefenen van een kracht daarop, welke kracht in het bijzonder kan worden uitgeoefend door een genoemd uitsteeksel van het object, waarbij de tong zich veerkrachtig terug verplaatst naar zijn normale niet-binnenwaarts verplaatste positie nadat de kracht daarop is opgeheven. De tong is derhalve verplaatsbaar tussen een niet-ingedrukte (niet-binnenwaarts verplaatste) positie en een ingedrukte (binnenwaarts verplaatste) positie.
Het koppelelement kan willekeurig welke van de hierboven nader toegelichte kenmerken bezitten, in elke gewenste combinatie. In het bijzonder, doch niet uitsluitend, kan het koppelelement willekeurig welke van de kenmerken uit een of meer van de conclusies 1-13 omvatten, voor zover de kenmerken van de conclusies 1-13 zien op het koppelelement of onderdelen daarvan.
De uitvinding ziet voorts op een object, bestemd en ingericht om onderdeel te zijn van een modulair bouwsysteem volgens een of meer van de hierboven beschreven uitvoeringsvormen, omvattende ten minste één vlak met ten minste één opening, welke opening een aantal zich binnenwaarts uitstrekkende lippen omvat, die verspreid over de omtrek van de opening zijn opgesteld, waarbij de opening van het object van een aantal zich binnenwaarts uitstrekkende uitsteeksels is voorzien, die verspreid over de omtrek van de opening tussen de lippen zijn opgesteld.
Zoals hierboven nader is toegelicht dienen de uitsteeksels voor het uitoefenen van een kracht op de veerkrachtig verplaatsbare tongen van het koppelelement.
Het object kan willekeurig welke van de hierboven nader toegelichte kenmerken bezitten, in elke gewenste combinatie. In het bijzonder, doch niet uitsluitend, kan het object willekeurig welke van de kenmerken uit een of meer van de conclusies 1-13 omvatten, voor zover de kenmerken van de conclusies 1-13 zien op het object of onderdelen daarvan.
De uitvinding ziet voorts op een werktuig, bestemd en ingericht om onderdeel te zijn van een modulair bouwsysteem volgens een of meer van de hierboven beschreven uitvoeringsvormen, welk werktuig is ingericht voor het roteren van een koppelelement van het modulaire bouwsysteem.
Het werktuig kan willekeurig welke van de hierboven nader toegelichte kenmerken bezitten, in elke gewenste combinatie. In het bijzonder, doch niet uitsluitend, kan het werktuig willekeurig welke van de kenmerken uit een of meer van de conclusies 1-13 omvatten, voor zover de kenmerken van de conclusies 1-13 zien op het werktuig of onderdelen daarvan.
Het is van belang dat in de uitvoering van het modulaire bouwsysteem volgens de uitvinding waarbij een object een huidplaat omvat deze huidplaat gemakkelijk losneembaar met een object of combinatie van objecten volgens de uitvinding gekoppeld kan worden.
Hiertoe verschaft de uitvinding een modulair bouwsysteem, waarin: de doorgaande opening van het koppelelement wordt begrensd door een van het koppelelement deel uitmakende koker die in elk van de gebieden van de aangrijpelementen een binnenwaarts gerichte longitudinale verdikking vertoont, waarbij aan elkaar grenzende longitudinale verdikkingen respectieve longitudinale verdiepingen begrenzen; in welke koker de in ten minste één dwarsrichting veerkrachtig indrukbare steel van een monolithisch bevestigingselement met een concentrisch aan de steel aansluitende, zodanig verbrede kop gestoken is, dat de insteekdiepte van de steel door de kop begrensd is; waarbij de steel in zijn middenzone twee onderling diametraal op dezelfde axiale posities geplaatste afgeronde uitsteeksels vertoont, die min of meer de vorm van bolsegmenten vertonen, zodanig dat de diameter van de steel op die locatie groter is dan de betreffende binnen-diameter van de koker ter plaatse van de verdikkingen, waardoor de steel slechts door het uitoefenen van enige axiale drukkracht op de kop onder lokale veerkrachtige radiale indrukking van de steel in de koker gestoken kan worden en in een daarin in zijn door de kop en de betreffende eindrand van de koker bepaalde werkstand ligt tegen verdere axiale verplaatsing geborgd is als gevolg van veerkrachtige ingrijping van de afgeronde uitsteeksels in de respectieve verdiepingen in het midden van de longitudinale verdiepingen en daaruit slechts door het uitoefenen op de kop van enige axiale trekkracht kan worden verwijderd; en de kop een aan de steel grenzend relatief smal deel vertoont, dat met enige vrije ruimte in een van de plaat deel uitmakend bevestigingsoog past, waaraan aan de van de steel af gewende zijde aanwezig relatief breed deel aansluit, dat het passeren van het bevestigingsoog verhindert.
Deze laatst-omschreven uitvoering is niet beperkt tot het toevoegen aan een constructie volgens de uitvinding van een al dan niet flexibele plaat, zoals een starre plaat, een doek, een vel, een folie of een membraan, maar is ook geschikt voor het lokaal koppelen met de constructie van bijvoorbeeld een kabel, een koord of een touw door middel van aan een einde van die kabel, dat koord of touw aanwezig bevestigingsoog of bevestigingslus. Een dergelijke kabel, touw of koord kan onder omstandigheden gebruikt worden voor het op de wijze van een tui versterken van een constructie, het begrenzen van eventuele mechanische verplaatsingen van mechanisch belaste onderdelen, of voor het natuurgetrouw op speelgoed-schaal imiteren van koorden, kabels, touwen die in bouwkundige constructies wel worden toegepast.
Het bouwsysteem in de uitvoering van het hiervoor omschreven type kan met voordeel de bijzonderheid vertonen, dat de steel een vorm bezit waarvan het eindaanzicht aan de vrije eindzone correspondeert met, maar iets kleiner is dan het eindaanzicht van de binnenruimte van de koker, zodanig dat de steel over enige afstand met geringe speling in die binnenruimte past en ten opzichte van de koker tegen rotatie geborgd is.
In deze uitvoering kan de steel van het bevestigingselement gemakkelijk, zij het met uitoefening van de beschreven axiale kracht, gemakkelijk in de binnenruimte van de koker worden ingestoken en is het bevestigingselement ten opzichte van de koker, en derhalve ook ten opzichte van het koppelelement tegen rotatie geborgd.
In een praktische uitvoering vertoont het modulaire bouwsysteem van het hiervoor beschreven type de bijzonderheid, dat de steel over een afstand van ten minste 60% van zijn effectieve lengte, dat wil zeggen de afstand tussen het naar de steel gerichte oppervlak van de kop en het van de kop af gewende eindvlak van de steel in diens werkstand, een langwerpig doorgaand dwars-gat vertoont, de twee het doorgaande gat begrenzende wanddelen van de steel elk een dikte bezitten van ten hoogste 25% van de grootste diameter van de steel en daardoor elastisch indrukbaar zijn; en de genoemde wanddelen in hun middenzones de afgeronde uitsteeksels dragen.
Door de min of meer vrije en elastisch indrukbare wanddelen wordt op een zeer natuurlijke en eenvoudige wijze in de ontwerpfase van het bouwsysteem een goed evenwicht gevonden tussen enerzijds de noodzakelijke fixatiekracht om een gebouwde constructie op basis van het bouwsysteem volgens de uitvinding voldoende mechanische sterkte en stabiliteit te verlenen, en anderzijds de voor het inbrengen in de koker van de steel noodzakelijke, op de kop uit te oefenen longitudinale drukkracht.
De laatst-beschreven uitvoering van het bouwsysteem volgens de uitvinding wordt bij voorkeur zodanig uitgevoerd, dat de effectieve lengte van de steel gelijk is aan de lengte van de koker; de koker symmetrisch is opgebouwd ten opzichte van zijn mediaan vlak, dat wil zeggen het vlak dat loodrecht staat op de hartlijn van de koker en die hartlijn in zijn middelpunt snijdt; en de middelpunten van de verdiepingen zich in het mediaanvlak bevinden.
In deze laatste variant is de steel zodanig gedimensioneerd, dat in zijn werkstand zijn vrije eindvlak zich in het vlak van de kop af gewende zijde van het verbindingselement ligt.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van in een tekening weergegeven figuren, waarbij:
De figuren IA en 1B een object volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding respectievelijk in perspectivisch aanzicht en in vooraanzicht tonen;
De figuren 2A - 2C een koppelelement volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding respectievelijk in perspectivisch aanzicht en in twee verschillende zijaanzichten tonen;
De figuren 3A - 3H het aanbrengen en borgen van het koppelelement uit de figuren 2A -2C in een object uit de figuren IA en 1B tonen, waarin figuur 3A een perspectivisch aanzicht van het koppelelement en het object in een ontkoppelde toestand toont, figuur 3B een perspectivisch aanzicht van het koppelelement in het object in een niet-geborgde toestand toont, figuur 3C een onderaanzicht van de toestand uit figuur 3B toont, figuur 3D een onderaanzicht van een deels geroteerd koppelelement in het object toont, figuur 3E het koppelelement in de toestand uit figuur 3D in detail toont, figuur 3F een perspectivisch aanzicht van het koppelelement in het object in een geborgde toestand toont, en figuur 3G een onderaanzicht van de toestand uit figuur 3F toont;
Figuur 4 een perspectivisch aanzicht van een met het modulaire bouwsysteem volgens de uitvinding gecreëerd bouwwerk toont;
Figuur 5 een perspectivisch aanzicht van een ander met het modulaire bouwsysteem volgens de uitvinding gecreëerd bouwwerk toont;
Figuur 6 een perspectivisch aanzicht van nog weer een ander met het modulaire bouwsysteem volgens de uitvinding gecreëerd bouwwerk toont;
De figuren 7A - 7C een perspectivisch aanzicht van nog weer een ander met het modulaire bouwsysteem volgens de uitvinding gecreëerd bouwwerk tonen;
De figuren 8A - 8C een perspectivisch aanzicht van nog weer een ander met het modulaire bouwsysteem volgens de uitvinding gecreëerd bouwwerk tonen;
De figuren 9A - 9C een werktuig voor het roteren van een koppelelement tonen, waarbij figuur 9A een perspectivisch aanzicht van het werktuig is, figuur 9B het aanbrengen van het werktuig in een opening van he koppelelement toont, en figuur 9C het roteren van het koppelelement met behulp van het werktuig toont;
De figuren 10A - IOC tonen het op een andere wijze koppelen van het koppelelement met een object;
De figuren 1 IA - 11C een koppelelement volgens een tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding respectievelijk in perspectivisch aanzicht en in twee verschillende zijaanzichten tonen;
De figuren 12A, 12B, 12C en 12D perspectivische aanzichten tonen, waaruit de wijze van het tot stand brengen van een koppeling tussen een object en een plaat volgens de uitvinding blijkt;
De figuren 13A, 13B, 13C en 13D op een met de figuren 12A, 12B, 12C en 12D overeenkomende wijze de vier stappen tonen voor het vormen van een koppeling tussen een object en een van een bevestigingsoog voorzien koord of touw in overeenstemming met de leer van de uitvinding;
Figuur 14A een zijaanzicht van een bevestigingselement, omvattende een steel en een kop, toont;
Figuur 14B een zijaanzicht van hetzelfde bevestigingselement, over 90° geroteerd, toont;
Figuur 14C het onderaanzicht van het bevestigingselement toont;
Figuur 14D het bovenaanzicht van het bevestigingselement toont;
Figuur 14E een perspectivisch aanzicht van het bevestigingselement toont; en
De figuren 15A, 15B en 15C in langsdoorsnede drie fasen van het koppelen van een bevestigingselement met een koppelelement toont.
De figuren 1 A, 1B en 2A - 2C tonen een object en een koppelelement volgens een eerste uitvoeringsvorm van een modulair bouwsysteem volgens de uitvinding.
Het object 1 is in deze uitvoeringsvorm een in hoofdzaak balkvormig object met in totaal veertien vlakken 2 en in elk vlak 2 een opening 3. Elke opening 3 omvat vier zich in hoofdzaak radiaal binnenwaarts uitstrekkende lippen 4, die verspreid over de omtrek van de opening 3 zijn opgesteld met gelijke onderlinge hoekafstand. Daarnaast is elke opening 3 van in totaal acht zich in hoofdzaak radiaal binnenwaarts uitstrekkende uitsteeksels 5 voorzien, waarbij telkens twee uitsteeksels 5 zich tussen twee lippen 4 uitstrekken.
Zoals verder blijkt uit de figuren 1B en 1C omvat het balkvormige object 1 verdikkingen 12 nabij alle hoekzones van alle vlakken 2. Het object 1 vertoont derhalve zowel tussen telkens twee aangrenzende vlakken 2 verdikkingen 12, als ook nabij de hoekzones van het object 1 zelf. Deze verdikkingen 12 creëren een afstand tussen naburige vlakken van al of niet gekoppelde tegen elkaar aan liggende objecten 1 en daardoor een open tussenruimte 16 tussen de vlakken 2. Deze tussenruimte 16 dient voor doorlating van een hieronder aan de hand van de figuren 2A - 2C nader omschreven aangrijpelement 13 en/of voor doorlating van een hieronder aan de hand van de figuren 9A - 9C nader omschreven aangrijpdeel van een werktuig. Dit zal nader worden toegelicht aan de hand van figuur 4.
Tussen telkens twee in een zelfde vlak opgestelde vlakken 2 is om esthetische redenen een spieetvormige tussenruimte 15 verschaft.
Het koppelelement 6 omvat een in de opening 3 van het object 1 aanbrengbaar in hoofdzaak penvormig lichaam 7 met een hartlijn 8. Over de buitenomtrek is het lichaam 7 van in totaal vier zich daarvan uitstrekkende veerkrachtig verplaatsbare tongen 9 voorzien, op welke tongen 9 borgnokken 10 zijn aangebracht. Een vlak 11 van elke tong 9 fungeert als aangrijpoppervlak 11 voor aangrijping door een uitsteeksel 5 van het object 1, zoals hieronder nader zal worden toegelicht. De veerkrachtig verplaatsbare tongen 9 zijn telkens met één einde daarvan met één axiaal einde van het lichaam 7 verbonden, zodanig, dat de tongen 9 in hoofdzaak scharnierbaar binnenwaarts verplaatsbaar zijn tussen een normale, niet-ingedrukte positie zoals is getoond in figuur 2B en een binnenwaarts verplaatste positie zoals later nader zal worden getoond in figuur 3E. In de niet-ingedrukte positie van figuur 2B is een afstand d tussen twee (diametraal) tegenovergelegen tongen 9 in dit voorbeeld ongeveer 13,75 mm. Zoals blijkt uit de figuren 2B en 2C zijn telkens twee tongen 9 met het ene axiale einde van het lichaam 7 verbonden en de andere twee tongen 9 met het andere axiale einde van het lichaam 7 verbonden. Hierbij zijn de tongen 9 met dat axiale einde verbonden, dat op de grootste afstand van het aangrijpoppervlak 11 is opgesteld.
Zoals verder blijkt uit figuur 2A omvat het lichaam 7 van het koppelelement 6 in dit voorbeeld een zich centraal daardoorheen uitstrekkende doorgaande opening 14. Deze opening 14 kan dienen voor het koppelen van het koppelelement 6 met een object, zoals later zal worden getoond in de figuren 10A - IOC, of voor het ontvangen van een aangrijpdeel van een werktuig voor het roteren van het koppelelement, zoals later zal worden getoond in de figuren 9A - 9C. In dit laatste geval fungeert de opening 14 als aangrijpelement 14.
Zoals ook blijkt uit de figuren 2A - 2C omvatten de tongen 9 in dit voorbeeld elk een zich daarvan uitstrekkend uitstekend element 13. Dit element 13 dient in het bijzonder als aangrijpelement 13 voor aangrijping door een werktuig voor het roteren van het koppelelement of voor aangrijping door een of meer vingers van een gebruiker.
In de figuren 3A - 3F is getoond hoe het koppelelement 6 in het object 1 kan worden aangebracht en geborgd, en daarna weer kan worden losgekoppeld. Hiertoe wordt het koppelelement 6 in een zodanige aanbrengoriëntatie in een axiale richting in de opening 3 aangebracht, dat de borgnokken 10 zich in een rotationele richting gezien tussen de lippen 4 uitstrekken, zie de figuren 3A - 3C. Vervolgens wordt het koppelelement geroteerd in een willekeurige rotationele richting van twee mogelijke rotationale richtingen naar een borgoriëntatie, zie de figuren 3F en 3G. In de borgoriëntatie zullen de borgnokken 10 zich over de lippen 4 uitstrekken, zoals zichtbaar is in figuur 3G en waardoor het koppelelement 6 in een axiale richting in de opening 3van het object 1 is geborgd. Bij het roteren tussen de aanbrengoriëntatie en de borgoriëntatie zullen de veerkrachtige tongen 9 zich tijdelijk binnenwaarts verplaatsen doordat de uitsteeksels 5 aangrijpen op en daardoor een binnenwaartse kracht uitoefenen op een aangrijpoppervlak 11 daarvan. Dit is uitvergroot getoond in de figuren 3D en 3E. In figuur 3E is het koppelelement 6 in detail getoond wanneer de tongen zich in hun binnenwaarts verplaatste positie bevinden. In deze toestand is de afstand d tussen de twee (diametraal) tegenovergelegen tongen 9 in dit voorbeeld ongeveer 12 mm. In de borgoriëntatie verplaatsen de veerkrachtige tongen 9 zich automatisch terug naar hun niet-ingedrukte positie zoals is getoond in figuur 2B, omdat de kracht op de tongen 9 is opgeheven. Hierdoor is het koppelelement 6 in zijn borgoriëntatie eveneens in de rotationele richting geborgd. Voor het loskoppelen kan het koppelelement 6 in de tegengestelde richting geroteerd worden. Hierbij zullen de tongen zich onder uitoefening van een kracht door de uitsteeksels 5 op het aangrijpoppervlak 11 opnieuw binnenwaarts verplaatsen, en zich in de niet-geborgde toestand, gelijk aan die getoond in figuur 3B en 3C, veerkrachtig terug verplaatsen naar hun niet-ingedrukte toestand.
Zoals verder blijkt uit bijvoorbeeld figuur 3B steekt het aangrijpelement 13 van het koppelelement 6 zich uit tot buiten de buitenomtrek van de opening 3 van het object 1 aan een buitenzijde van het vlak 2 van het object 1. Door de verdikkingen 12 zal een tussenruimte worden gecreëerd tussen onderling gekoppelde, tegen elkaar aanliggende objecten 1. Het aangrijpelement 13 strekt zich in deze tussenruimte uit en is daardoor aangrijpbaar, bijvoorbeeld door een aangrijpdeel van een werktuig. Dit is bijvoorbeeld zichtbaar in figuur 4.
Opgemerkt wordt, dat het object 1 en/of het koppelelement 6 in elke gewenste vorm kan zijn vormgegeven teneinde verschillende soorten bouwwerken te kunnen creëren. Aan de hand van de hieronder nader beschreven figuren 4 t/m 8 worden verschillende bouwwerken getoond, ter illustratie van de veelzijdigheid van het modulaire bouwsysteem volgens de uitvinding.
In figuur 4 wordt bij wijze van voorbeeld een eerste bouwwerk getoond, dat met objecten 1 en koppelelementen 6 volgens de uitvinding is gemaakt. Het bouwwerk uit figuur 4 omvat drie objecten 1 zoals weergegeven in de figuren IA en 1B, alsmede drie andersoortige objecten 1. De andersoortige objecten 1 hebben in dit voorbeeld twee hexagonale vlakken 2, waartussen zich zes in hoofdzaak vierkante vlakken 2 uitstrekken. De verschillende objecten 1 zijn om en om met behulp van in totaal zes koppelelementen 6 verbonden. Zoals eerder is omschreven wordt tussen aanliggende objecten 1 door de verdikkingen 12 een in het bijzonder spieetvormige tussenruimte 16 gecreëerd. Deze spleet 16 is zichtbaar in figuur 4. Het aangrijpelement 13 strekt zich in deze spleet 16 uit en is daardoor toegankelijk voor een aangrijpdeel van een werktuig.
Figuur 5 toont een ander bouwwerk dat met objecten 1 en koppelelementen 6 is gemaakt. Naast de eerder getoonde objecten 1 is nu ook een in hoofdzaak kubusvormig object 1 gebruikt.
Figuur 6 toont weer een ander bouwwerk dat met objecten 1 en elementen 6 is gemaakt. In dit geval is het bouwwerk een speelgoed auto. De auto omvat meerdere soorten objecten 1, waaruit duidelijk blijkt dat het object 1 in elke vorm kan zijn vormgegeven. In het bijzonder kunnen de objecten 1 balkvormige objecten met elke gewenste lente zijn, waarbij het aantal vlakken 2 dat het object 1 omvat afhankelijk kan zijn van de lengte daarvan. Daarnaast zijn enkele objecten 1 vormgegeven als wielen 17. Ook blijkt uit figuur 6, dat het object 1 een in dit geval stijve, voorgevormde huidplaat 19 kan zijn. Een dergelijke huidplaat 19 kan het met de objecten 1 gevormde geraamte of open structuur afdekken en zo een bepaalde gewenste uitstraling en uiterlijk geven.
De figuren 7A - 7C tonen weer een ander bouwwerk dat met objecten 1 en koppelelementen 6 is gemaakt, en dan op zeer schematische wijze. Het bouwwerk omvat in dit voorbeeld een geraamte gevormd door een eenvoudige langwerpige structuur, zie figuur 7A, die met objecten 1 is gevormd. Een object in de vorm van een flexibele huidplaat 19 wordt om het geraamte heen aangebracht en daarmee verbonden met behulp van de koppelelementen 6, zie figuur 7B en 7C. De huidplaat 19 kan met elke gewenste afbeelding bedrukt worden, zodat aan het bouwwerk elk gewenst uiterlijk kan worden gegeven.
De figuren 8A - 8C tonen weer een ander bouwwerk dat met objecten 1 en koppelelementen 6 is gemaakt. In dit geval is het bouwwerk een speelgoed vrachtwagen, waarvan de aanhanger met een huidplaat 19 wordt bedekt. De huidplaat 19 wordt met koppelelementen 6 aan het geraamte dat de aanhanger vormt gekoppeld. Dit gebeurd op dezelfde wijze als aan de hand van de figuren 3A - 3G is uitgelegd, waarbij de objecten 1 en 19 door de koppelelementen 6 onderling verbonden worden. Ook hier kan de huidplaat 19 met elke gewenste afbeelding bedrukt worden.
De figuren 9A - 9C tonen (het gebruik) van een werktuig 20 voor het roteren van een koppelelement 6. Zoals blijkt uit figuur 9a omvat het werktuig 20 een handvat 22 en een eerste aangrijpdeel 21. Het eerste aangrijpdeel 21 is in dit voorbeeld een langwerpig, penvormig element met een niet-ronde dwarsdoorsnede. In figuur 9B is een koppelelement 6 in een opening van een object 1 aangebracht. Het koppelelement 6 bevindt zich hierbij in zijn aanbrengoriëntatie. In de doorgaande opening 14 van het koppelelement 6 kan het eerste aangrijpdeeldeel 21 van het werktuig 20 worden aangebracht. De dwarsdoorsnedevorm van de opening 14 heeft hierbij dezelfde vorm als de dwarsdoorsnedevorm van het aangrijpdeel 21, en is derhalve eveneens niet rond. Wanneer het eerste aangrijpdeel 21 in de opening 14 is aangebracht kan het werktuig 20 door aangrijpen van het handvat 22 worden geroteerd in een van de twee mogelijke rotationele richtingen, zoals eerder is omschreven aan de hand van de figuren 3A - 3G. Hierdoor zal het koppelelement 6 worden geroteerd naar zijn borgoriëntatie. Door de niet-ronde dwarsdoorsnedevorm van de opening 14 en van het eerste aangrijpdeel 21 zal door een roteren van het werktuig 20 het koppelelement 6 zich mee verplaatsen, omdat het eerste aangrijpdeel 21 niet kan roteren ten opzichte van de opening 14.
Zoals verder blijkt uit figuur 9A heeft het werktuig verder een haakje 23, waarmee het uitstekende aangrijpelement 13 kan worden verplaatst. Het haakje kan in de spleet 16 worden aangebracht en zo in aangrijping met het aangrijpelement 13 worden gebracht. Het haakje 23 vormt zo een tweede aangrijpdeel van het werktuig 20. De vorm van het haakje 23 kan naar wens gekozen worden. De dikte van het haakje 23 is bij voorkeur afgestemd op en in het bijzonder kleiner dan de dwarsafmeting van de spleet 16, zodat het haakje 23 door in en/of door de spleet 16 kan worden aangebracht.
De figuren 10A - 10C tonen, dat de opening 14 ook als koppelopening kan worden gebruikt. In dit voorbeeld wordt een object 30 met een pen vormig uitsteeksel 31 in de opening 14 aangebracht, zodat het object 30 met het koppelelement 6 is gekoppeld. Het penvormige uitsteeksel 13 heeft een ronde dwarsdoorsnede, waardoor het object 30 vrij kan roteren ten opzichte van het koppelelement 6. Met zijn andere axiale einde kan het koppelelement 6 op de aan de hand van de figuren 3A - 3G beschreven wijze worden gekoppeld met een kubusvormig object 1, zie figuur IOC.
De figuren 1 IA - 11C tonen een koppelelement 6 volgens een tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding. Alleen de verschillen met het koppelelement volgens de eerste uitvoeringsvorm uit de figuren 2A - 2C zullen beschreven worden, voor een overige omschrijving wordt verwezen naar de bovenstaande omschrijving behorende bij de figuren 2A - 2C. Het koppelelement 6 volgens de tweede uitvoeringsvorm verschilt van het koppelelement 6 volgens de eerste uitvoeringsvorm in dat aan weerszijden van de tongen 9 in een longitudinale richting evenwijdig aan de axiale richting 8 van het lichaam 7 gezien borgnokken 10 zijn aangebracht. In de eerste uitvoeringsvorm zijn de borgnokken 10 aan slechts één zijde van elke tong 9 aangebracht, in het bijzonder nabij het vrije, niet met het lichaam 7 verbonden einde van de tong 9. In de tweede uitvoeringsvorm zijn de borgnokken 10 zowel nabij het vrije einde als nabij het met het lichaam 7 verbonden einde van de tongen 9 aangebracht.
Figuur 12A toont een als een ploftekening te beschouwen schets van een aanvangssituatie, waarin een object 1, in dit voorbeeld weergegeven als een kubusvormig object, en een koppelelement 6 in positie zijn gebracht om met elkaar te worden gekoppeld op de in het voorgaande beschreven wijze. Voor het met het object 1, koppelen van een al dan niet flexibele plaat 19 is deze plaat vooraf voorzien van een uitgestanst doorgaand gat 32 en een met de randen van het gat 32 onverbrekelijk verbonden, op zichzelf bekend zeiloog 33, dat wil zeggen een ring, die bestaat uit twee door middel van een omkraal-bewerking met een machine tot één geheel gevormde deelringen en een doorgaand gat 32 met een versterkte gatrand in de plaat vormt. Aan de andere zijde van de plaat 19 is een bevestigingselement 34 klaargezet, omvattende een steel 35, met aan zijn vrije einde een verbrede kop 36. De uitvoeringsbijzonderheden van het bevestigingselement en de wijze van koppeling met het koppelelement 6 zullen hierna aan de hand van de figuren 14 en 15 worden toegelicht.
Figuur 12B toont een volgende fase, waarin het koppelelement 6 met het object 1 gekoppeld is.
Figuur 12C toont de volgende fase, waarin het zeiloog 33 in positie in het gebied van het koppelelement 6 is geplaatst.
Figuur 12D ten slotte toont, dat het bevestigingselement 34 in zijn werkstand is geplaatst, waarin de plaat 19 in de gewenste positie is gefixeerd ten opzichte van het object 1. Daartoe is de steel 35 van het bevestigingselement door het zeiloog en het doorgaande gat 32 ingestoken in de koker 37, dat wil zeggen de centrale doorgaande ruimte in het koppelelement 6. Op hierna te beschrijven wijze is in deze getekende stand het bevestigingselement 34 licht geborgd, dat wil zeggen vergrendeld, maar met enige kracht weer verwijderbaar.
Figuur 13A toont een plofaanzicht dat functioneel correspondeert met het plofaanzicht van figuur 12A. Echter, in de uitvoering volgens figuur 13 wordt niet een plaat, maar een koord 39 met het object 1 gekoppeld. Daartoe is het koord 39 op op zichzelf bekende wijze aan zijn einde voorzien van een lus 38.
Figuur 13B toont de volgende fase conform figuur 12B.
Figuur 13C toont de derde fase in overeenstemming met figuur 12C.
Figuur 13D ten slotte toont de eindfase, conform figuur 12D, waarin het koord met het object 1 gekoppeld is.
Figuur 14 toont een zijaanzicht van het bevestigingselement 34.
De steel 35 vertoont een langwerpig doorgaand dwarsgat 40, dat wordt bepaald en begrensd door twee wanddelen van de steel, die met de verwijzingsgetallen 41 en 42 zijn aangeduid. Het zal duidelijk zijn, dat de kracht die nodig is om de centrale delen van de wanddelen 41 en 42 over enige radiale afstand naar elkaar toe te bewegen, zeer substantieel kleiner is dan de kracht die nodig is om een steel zonder langwerpig doorgaand gat 40, dus een massieve steel, eenzelfde vervorming te doen ondergaan, als dat al mogelijk is. Dit aspect is van belang, zoals in het bijzonder moge blijken uit de hierna volgende toelichting aan de hand van figuur 15.
De wanddelen 41, 42 vertonen elk in het midden een vloeiend aan die wanddelen 41, 42 aansluitende, afgeronde uitsteeksel 43, 44.
De kop 36 vertoont een relatief breed buitendeel 45 en een relatief smal binnendeel 46.
Het binnendeel 46 heeft een zodanig grote diameter, dat het niet past binnen de koker. Aldus vormt dit binnendeel 46 de aanslag van het bevestigingselement dat de in de figuren 12D en 13D getoonde werkstand bepaalt.
Vooruitlopend op de bespreking van figuur 15C wordt er nu reeds op gewezen, dat het vrije eindvlak 47 van de steel 35 in de werkstand op dezelfde plaats ligt als het corresponderende eindvlak 48 van het koppelelement 6. Figuur 15C toont dit aspect duidelijk.
Onder meer de figuren 3C en 3D tonen de binnenvorm van de koker 37. Deze vorm kan worden beschreven als een cilindervorm met vier onderling onder 90° opgestelde langsribben, zodanig dat de koker 7 prismatisch is, dat wil zeggen dat de dwarsdoorsnedevorm van de koker op elke axiale positie gelijk is.
Figuur 14C toont de ronde vorm van het brede buitendeel 45 van de kop 36.
Figuur 14D toont, dat de steel 35 in eindaanzicht dezelfde vorm bezit, met dien verstande, dat de steelkop 49, die bepalend is voor dit eindaanzicht, iets kleiner is dan de binnenvorm van de koker 37 volgens de figuren 3C en 3D. Daardoor kan de steelkop 49 in de koker schuiven , maar is in elke axiale positie tegen rotatie geborgd.
Aan het aan de kop 36 grenzende einde vertoont de steel een tweede kop 50 met dezelfde vorm, die in de werkstand ten overvloede zorgt voor een extra rotatieborging.
Figuur 14E toont het bevestigingselement 34 in perspectivisch aanzicht. De aandacht wordt erop gevestigd, dat in het bijzonder uit deze figuur 14E duidelijk is, dat het langwerpige doorgaande dwarsgat 40 zich uitstrekt over de lengte van de steel tussen de eerste steelkop 49 en de tweede steelkop 50. Tevens wordt erop gewezen, dat de uitsteeksels 43 en 44 zich nauwkeurig halverwege die afstand bevinden.
Figuur 15A toont een weer als plofaanzicht te beschouwen tekening van de situatie, waarin het bevestigingselement 34 gereed is om met zijn steel 35 te worden ingestoken in de koker 37, die zich door het gehele koppelelement 6 heen uitstrekt en een prismatische vorm bezit, dat wil zeggen op elke positie dezelfde dwarsdoorsnedevorm bezit.
In het midden van de de koker 37 bepalende wand 51 bevinden zich in deze uitvoering als doorgaande gaten 52 uitgevoerde verdiepingen, die op hierna te beschrijven wijze borgend kunnen samenwerken met de veerkrachtig opgestelde uitsteeksels 43, 44 op de wanddelen 41, 42 van de steel 35.
Zoals figuur 15B toont, is in de half-ingestoken positie van de steel 35 deze steel onder invloed van een op de kop 36 uitgeoefende axiale drukkracht omlaag verplaatst, zodat de vloeiend aan de wanddelen 41, 42 van de steel 35 aansluitende afgeronde uitsteeksels 43, 44 door de eindrand 54 van de koker 37 radiaal naar binnen worden gedrukt, hetgeen mogelijk is als gevolg van de buigzaamheid van de wanddelen 41, 42 van de steel 35. Aldus wordt de effectieve diameter van de steel 35 beperkt tot de beschikbare ruimte, dat wil zeggen de betreffende binnen-diameter van de koker 37. Dit geeft de mogelijkheid om onder overwinning van een zekere wrijvingskracht de steel 35 verder omlaag te verplaatsen tot de in figuur 15C getoonde situatie, waarin de uitsteeksels 41, 42 elastisch drukkend ingrijpen in de gaten 52. Het bevestigingselement 34 en het object 1, in het bijzonder de koker 37, zijn onderling zodanig bemeten, dat in de in figuur 15C getoonde werkstand het naar de steel 35 gerichte eind-vlak van het smalle binnendeel 46 van de kop 36 aangrijpt aan de bovenste eindrand 54 van de koker 37. Tevens wordt herhaald, dat het vrije eindvlak 47 van de steel 35 zich althans nagenoeg in hetzelfde mathematische vlak bevindt als het eindvlak van het koppelelement 6.
Uit het voorgaande zal duidelijk zijn, dat het bevestigingselement 34 door het uitoefenen van een zekere drukkracht op de kop 36 in de in figuur 15C getoonde werkstand kan worden geplaatst. Het bevestigingselement 34 kan uit deze werkstand worden verwijderd door het uitoefenen van de aan de drukkracht 53 tegengestelde kracht, dus een trekkracht, op de kop 36. Hiermee wordt duidelijk, dat de bevestiging van een plaat, een doek, een koord, of dergelijke tot stand kan worden gebracht en weer kan worden opgeheven.
De dikte van het smalle binnendeel 46 van de kop 36, dat wil zeggen zijn axiale afmeting, moet voldoend groot zijn om een te bevestigen element, zoals het zeiloog 33 of de lus 38 van het koord 39 ten opzichte van het koppelelement met enige bewegingsvrijheid, in het bijzonder voor rotatie, te accommoderen.
De onderdelen van het bouwsysteem , in het bijzonder de objecten, de koppelelementen en de bevestigingselementen, zijn bij voorkeur van kunststof vervaardigd. Een geschikte, mechanisch sterke kunststof is bijvoorbeeld ABS.
Opgemerkt wordt, dat de uitvinding niet beperkt is tot de hierboven besproken uitvoeringsvoorbeelden, maar zich tevens uitstrekt tot andere varianten binnen het bereik van de aangehechte conclusies.

Claims (19)

1. Modulair bouwsysteem, omvattende ten minste één object en een losneembaar met het object verbindbaar koppelelement, waarbij: het object ten minste één vlak met ten minste één opening omvat, welke opening een aantal zich binnenwaarts uitstrekkende lippen omvat, die verspreid over de omtrek van de opening zijn opgesteld; het koppelelement een in de opening aanbrengbaar lichaam met een axiale hartlijn omvat, welke lichaam over zijn buitenomtrek van ten minste één zich buitenwaarts uitstrekkende borgnok is voorzien; waarbij het koppelelement in althans één aanbrengoriëntatie in de opening van het object aanbrengbaar is, in welke aanbrengoriëntatie de ten minste ene borgnok zich tussen de lippen van het object uitstrekt, en waarbij het koppelelement in de opening ten opzichte van het object roteerbaar is naar ten minste één borgoriëntatie, in welke borgoriëntatie de ten minste ene borgnok aangrijpt op een lip van het object, zodanig, dat het koppelelement in de opening van het object is geborgd in een axiale richting in hoofdzaak parallel aan de hartlijn van het koppelelement; met het kenmerk, dat het lichaam van het koppelelement over zijn buitenomtrek is voorzien van ten minste één zich daarvan uitstrekkende veerkrachtig verplaatsbare tong, met welke tong de borgnok is verbonden, en dat de opening van het object van een aantal zich binnenwaarts uitstrekkende uitsteeksels is voorzien, die verspreid over de omtrek van de opening tussen de lippen zijn opgesteld, zodanig, dat bij een rotatie van het koppelelement tussen zijn aanbrengoriëntatie en zijn borgoriëntatie de ten minste ene tong binnenwaarts verplaatst wordt door dat uitsteeksel en in de borgoriëntatie het koppelelement is geborgd in een rotationele richting.
2. Modulair bouwsysteem volgens conclusie 1, waarbij de ten minste ene tong een aangrijpoppervlak omvat, waarbij een uitsteeksel van het object tijdens de rotatie van het koppelelement tussen zijn aanbrengoriëntatie en zijn borgoriëntatie aangrijpt op het aangrijpoppervlak van de tong.
3. Modulair bouwsysteem volgens conclusie 2, waarbij de ten minste ene tong is verbonden met één axiaal einde van de twee axiale einden van het lichaam, welk ene axiale einde het in axiale richting gezien ten opzichte van het aangrijpoppervlak op grootste afstand gelegen axiale einde is.
4. Modulair bouwsysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het koppelelement ten minste één met het bouwelement samenwerkend rotatiebegrenzingselement omvat.
5. Modulair bouwsysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het koppelelement ten minste één aangrijpelement omvat, bijvoorbeeld voor aangrijping door een werktuig voor het roteren van het koppelelement.
6. Modulair bouwsysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij een vlak van het object een uit het vlak uitstekend element omvat voor het verschaffen van een open tussenruimte tussen twee tegen elkaar aan liggende, eventueel met een genoemd koppelelement gekoppelde, objecten, welke open tussenruimte is ingericht voor het doorlaten van het aangrijpelement en/of een genoemd werktuig.
7. Modulair bouwsysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het koppelelement ten minste twee genoemde tongen omvat, die zich elk vanaf een ander axiaal einde van de twee axiale einden van het lichaam in een tegengestelde axiale richting uitstrekken voor het verschaffen van een koppeling tussen twee genoemde objecten.
8. Modulair bouwsysteem volgens conclusie 7, waarbij het koppelelement flexibel buigbaar is tussen zijn twee axiale einden.
9. Modulair bouwsysteem volgens een der voorgaande conclusies, omvattende een werktuig voor het roteren van een genoemd koppelelement.
10. Modulair bouwsysteem volgens althans conclusies 5 en 10, waarbij het aangrijpelement van het koppelelement een aangrijpopening omvat voor het opnemen van een deel van het werktuig.
11. Modulair bouwsysteem volgens conclusie 10, waarbij de aangrijpopening en het aangrijpdeel van het werktuig een op elkaar aangepaste vorm vertonen.
12. Modulair bouwsysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij een genoemd object een huidplaat omvat.
13. Koppelelement, bestemd en ingericht om onderdeel te zijn van een modulair bouwsysteem volgens een der conclusies 1 - 12, omvattende een in een opening van een object aanbrengbaar lichaam met een axiale hartlijn, welk lichaam over zijn buitenomtrek van ten minste één zich buitenwaarts uitstrekkende borgnok is voorzien, met het kenmerk, dat het lichaam van ten minste één zich daarvan uitstrekkende veerkrachtig verplaatsbare tong is voorzien, met welke tong de borgnok is verbonden, waarbij de ten minste ene tong binnenwaarts verplaatsbaar is door het uitoefenen van een kracht daarop.
14. Object, bestemd en ingericht om onderdeel te zijn van een modulair bouwsysteem volgens een der conclusies 1-12, omvattende ten minste één vlak met ten minste één opening, welke opening een aantal zich binnenwaarts uitstrekkende lippen omvat, die verspreid over de omtrek van de opening zijn opgesteld, met het kenmerk, dat de opening van het object van een aantal zich binnenwaarts uitstrekkende uitsteeksels is voorzien, die verspreid over de omtrek van de opening tussen de lippen zijn opgesteld.
15. Werktuig, bestemd en ingericht om onderdeel te zijn van een modulair bouwsysteem volgens een der conclusies 1-12, welk werktuig is ingericht voor het roteren van een koppelelement van het modulaire bouwsysteem.
16. Modulair bouwsysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarin: de doorgaande opening van het koppelelement wordt begrensd door een van het koppelelement deel uitmakende koker die in elk van de gebieden van de aangrijpelementen een binnenwaarts gerichte longitudinale verdikking vertoont, waarbij aan elkaar grenzende longitudinale verdikkingen respectieve longitudinale verdiepingen begrenzen; in welke koker de in ten minste één dwarsrichting veerkrachtig indrukbare steel van een monolithisch bevestigingselement met een concentrisch aan de steel aansluitende, zodanig verbrede kop gestoken is, dat de insteekdiepte van de steel door de kop begrensd is; waarbij de steel in zijn middenzone twee onderling diametraal op dezelfde axiale posities geplaatste afgeronde uitsteeksels vertoont, die min of meer de vorm van bolsegmenten vertonen, zodanig dat de diameter van de steel op die locatie groter is dan de betreffende binnen-diameter van de koker ter plaatse van de verdikkingen, waardoor de steel slechts door het uitoefenen van enige axiale drukkracht op de kop onder lokale veerkrachtige radiale indrukking van de steel in de koker gestoken kan worden en in een daarin in zijn door de kop en de betreffende eindrand van de koker bepaalde werkstand ligt tegen verdere axiale verplaatsing geborgd is als gevolg van veerkrachtige ingrijping van de afgeronde uitsteeksels in de respectieve verdiepingen in het midden van de longitudinale verdiepingen en daaruit slechts door het uitoefenen op de kop van enige axiale trekkracht kan worden verwijderd; en de kop een aan de steel grenzend relatief smal deel vertoont, dat met enige vrije ruimte in een van de plaat deel uitmakend bevestigingsoog past, waaraan aan de van de steel af gewende zijde aanwezig relatief breed deel aansluit, dat het passeren van het bevestigingsoog verhindert.
17. Modulair bouwsysteem volgens conclusie 16, waarin de steel een vorm bezit waarvan het eindaanzicht aan de vrije eindzone correspondeert met, maar iets kleiner is dan het eindaanzicht van de binnenruimte van de koker, zodanig dat de steel over enige afstand met geringe speling in die binnenruimte past en ten opzichte van de koker tegen rotatie geborgd is.
18. Modulair bouwsysteem volgens conclusie 17, waarin: de steel over een afstand van ten minste 60% van zijn effectieve lengte, dat wil zeggen de afstand tussen het naar de steel gerichte oppervlak van de kop en het van de kop af gewende eindvlak van de steel in diens werkstand, een langwerpig doorgaand dwars-gat vertoont; de twee het doorgaande gat begrenzende wanddelen van de steel elk een dikte bezitten van ten hoogste 25% van de grootste diameter van de steel en daardoor elastisch indrukbaar zijn; en de genoemde wanddelen in hun middenzones de afgeronde uitsteeksels dragen.
19. Modulair bouwsysteem volgens conclusie 18, waarin: de effectieve lengte van de steel gelijk is aan de lengte van de koker; de koker symmetrisch is opgebouwd ten opzichte van zijn mediaan vlak, dat wil zeggen het vlak dat loodrecht staat op de hartlijn van de koker en die hartlijn in zijn middelpunt snijdt; en de middelpunten van de verdiepingen zich in het mediaanvlak bevinden.
NL2017118A 2016-04-21 2016-07-06 Modulair bouwsysteem, koppelelement, object, en werktuig NL2017118B1 (nl)

Priority Applications (14)

Application Number Priority Date Filing Date Title
ES17727968T ES2795043T3 (es) 2016-04-21 2017-04-21 Elemento de acoplamiento
EP17727968.4A EP3445467B1 (en) 2016-04-21 2017-04-21 Coupling element
EP17727725.8A EP3445466B1 (en) 2016-04-21 2017-04-21 Modular construction system, coupling element, object, tool and packaging
CN201780025283.7A CN109152962B (zh) 2016-04-21 2017-04-21 联接元件
PL17727968T PL3445467T3 (pl) 2016-04-21 2017-04-21 Element sprzęgający
US16/095,258 US10967289B2 (en) 2016-04-21 2017-04-21 Coupling element
US16/095,241 US10888797B2 (en) 2016-04-21 2017-04-21 Modular construction system, coupling element, object, tool and packaging
CA3021138A CA3021138A1 (en) 2016-04-21 2017-04-21 Modular construction system, coupling element, object, tool and packaging
CN201780004104.1A CN108290079B (zh) 2016-04-21 2017-04-21 模块化构造系统、联接元件、物体、工具和包装物
ES17727725T ES2952103T3 (es) 2016-04-21 2017-04-21 Sistema de construcción modular, elemento de acoplamiento, objeto, herramienta y embalaje
PCT/NL2017/050258 WO2017183982A1 (en) 2016-04-21 2017-04-21 Coupling element
DK17727725.8T DK3445466T3 (da) 2016-04-21 2017-04-21 Modulkonstruktionssystem, koblingselement, genstand, værktøj og emballage
PCT/NL2017/050257 WO2017183981A2 (en) 2016-04-21 2017-04-21 Modular construction system, coupling element, object, tool and packaging
PL17727725.8T PL3445466T3 (pl) 2016-04-21 2017-04-21 Modułowy system konstrukcyjny, element sprzęgający, obiekt, narzędzie i opakowanie

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2016651 2016-04-21

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL2017118A NL2017118A (nl) 2017-10-31
NL2017118B1 true NL2017118B1 (nl) 2017-11-15

Family

ID=57104123

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2017118A NL2017118B1 (nl) 2016-04-21 2016-07-06 Modulair bouwsysteem, koppelelement, object, en werktuig

Country Status (3)

Country Link
AR (1) AR108299A1 (nl)
NL (1) NL2017118B1 (nl)
TW (1) TW201742656A (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN108105722B (zh) * 2018-01-18 2024-04-09 湖南粤港模科实业有限公司 一种可拆卸的组合式模块、走线结构及模块化照明装置

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2000057979A1 (en) * 1999-03-30 2000-10-05 Revell-Monogram Llc Connector and toy system
US8157470B2 (en) * 2005-09-22 2012-04-17 Widee B.V. Coupling between two objects, object intended therefor, and mocular building system
RU2572768C2 (ru) * 2010-07-30 2016-01-20 Виде Б.В. Модульная система-конструктор, элемент конструкции, соединительный элемент, концевой элемент, а также инструмент для использования в такой системе-конструкторе

Also Published As

Publication number Publication date
NL2017118A (nl) 2017-10-31
TW201742656A (zh) 2017-12-16
AR108299A1 (es) 2018-08-08

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP3445466B1 (en) Modular construction system, coupling element, object, tool and packaging
JP5978209B2 (ja) モジュール組立システム、組立要素、連結要素、エンド要素、およびこのような組立システムに用いられる工具
US5226252A (en) Photoframe keychain
US20190358557A1 (en) Toy building brick system
JPH02503452A (ja) スナップロック装置
NL2017118B1 (nl) Modulair bouwsysteem, koppelelement, object, en werktuig
EP2895243B1 (en) A toy building set
EP3501614A1 (en) Toy building brick system
US20190240590A1 (en) Assembly unit for toy assembly block
KR20190095276A (ko) 적층 가능한 힌지 연결부
EP1121184A1 (en) A toy building set
EP3826738B1 (en) Improved yoshimoto cube and polyhedron
HU216886B (hu) Építőszekrényes játékrendszer, és szerszám az építőelemek kapcsolóelemekkel felszereléséhez
US9462899B2 (en) Magnetic customizable picture frame system
WO2017183981A2 (en) Modular construction system, coupling element, object, tool and packaging
US9596924B1 (en) Wearable lanyard incorporating a mechanism for securing and displaying one or more objects
US20190192987A1 (en) Toy building brick system
US10876557B2 (en) Container connection system
USD543433S1 (en) Rotatable tool handle
US11920340B2 (en) Gigacubes block system
AU2013270592A1 (en) Quick Swap Camera Mount Systems
NL2000844C1 (nl) Gevelbekledingssysteem.
US20080290240A1 (en) Device for Displaying a Range of Objects
BE1027808B1 (nl) Modulair podiumelement
USD523731S1 (en) Portion of a rod-mountable adapter for use with locking systems for closures