NL2016784B1 - Stimulatie-inrichting voor het laten urineren van een vrouwelijk staldier in een afgesloten ruimte - Google Patents
Stimulatie-inrichting voor het laten urineren van een vrouwelijk staldier in een afgesloten ruimte Download PDFInfo
- Publication number
- NL2016784B1 NL2016784B1 NL2016784A NL2016784A NL2016784B1 NL 2016784 B1 NL2016784 B1 NL 2016784B1 NL 2016784 A NL2016784 A NL 2016784A NL 2016784 A NL2016784 A NL 2016784A NL 2016784 B1 NL2016784 B1 NL 2016784B1
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- stimulation
- stimulation device
- animal
- stable
- stable animal
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01K—ANIMAL HUSBANDRY; CARE OF BIRDS, FISHES, INSECTS; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
- A01K29/00—Other apparatus for animal husbandry
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01K—ANIMAL HUSBANDRY; CARE OF BIRDS, FISHES, INSECTS; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
- A01K23/00—Manure or urine pouches
- A01K23/005—Manure or urine collecting devices used independently from the animal, i.e. not worn by the animal but operated by a person
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01K—ANIMAL HUSBANDRY; CARE OF BIRDS, FISHES, INSECTS; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
- A01K29/00—Other apparatus for animal husbandry
- A01K29/005—Monitoring or measuring activity, e.g. detecting heat or mating
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Animal Husbandry (AREA)
- Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
- Biophysics (AREA)
- Housing For Livestock And Birds (AREA)
Abstract
De uitvinding heeft betrekking op een stimulatie-inrichting voor het laten urineren van een vrouwelijk staldier in een afgesloten ruimte waarin een enkel staldier insluitbaar is en welke afgesloten ruimte is voorzien van detectiemiddelen voor het detecteren van het staldier in de afgesloten ruimte. De stimulatie-inrichting volgens de uitvinding kan met voordeel worden gebruikt voor het reduceren van ammoniakemissie in een moderne stal.
Description
STIMULATIE-INRICHTING VOOR HET LATEN URINEREN VAN EEN VROUWELIJK STALDIER IN EEN AFGESLOTEN RUIMTE
De uitvinding heeft betrekking op een stimulatie-inrichting voor het laten urineren van een vrouwelijk staldier in een afgesloten ruimte waarin een enkel staldier insluitbaar is en welke afgesloten ruimte is voorzien van detectiemiddelen voor het detecteren van het staldier in de afgesloten ruimte.
Het is bekend dat als urine van staldieren in contact komt met de ontlasting van staldieren door chemische reactie de ammoniakemissie in een stal sterk toeneemt.
Door een staldier, zoals bijvoorbeeld een koe, te laten urineren in een afgesloten ruimte kan de urine van het staldier zoveel mogelijk gescheiden worden van de ontlasting ervan, waardoor de ammoniakemissie sterk zal afnemen.
Het is algemeen bekend dat staldieren, zoals koeien, bij stimulatie van het perineum gaan urineren. In India wordt het perineum van een koe met de hand gestimuleerd om de urine ervan in een emmer op te vangen. In India worden allerlei geneeskrachtige werkingen aan de urine van de koe toegeschreven, die echter niet het onderwerp zijn van deze uitvinding.
De handmatige methode uit India is echter om economische redenen niet geschikt voor toepassing in een moderne stal.
Het is het doel van de uitvinding om te voorzien in een stimulatie-inrichting die geschikt is voor toepassing in een moderne stal. Daartoe voorziet de uitvinding in een stimulatie-inrichting volgens conclusie 1. De stimulatie-inrichting volgens de uitvinding is niet bekend op het vakgebied en kan met voordeel worden gebruikt voor het reduceren van ammoniakemissie in een moderne stal. Het positioneren van het stimulatie-element geschiedt automatisch bij het afsluiten van de ruimte, waardoor het staldier zal gaan urineren.
Bij voorkeur omvat het stimulatie-element een contactoppervlak, dat in de stimulatiepositie contact maakt met het perineum, welk contactoppervlak vrij is van scherpe of hoekige randen. Door deze maatregel zal het perineum niet geïrriteerd of verwond raken.
Om het urineren verder te stimuleren kan de stimulatie-inrichting verder zijn voorzien van trilmiddelen voor het laten trillen van de stimulatie-element in de stimulatiepositie.
Om de staart van het staldier te laten uitwijken omvat het contactoppervlak een puntvormig gedeelte. Bij plaatsing van het puntvormig gedeelte nabij het perineum zal de staart van het staldier automatisch gaan wijken, waardoor het stimulatie-element tegen het perineum geplaatst kan worden.
Om besmetting van het staldier met bacteriën van andere staldieren te vermijden is de stimulatie-inrichting voorzien van ontsmettingsmiddelen voor het ontsmetten van het stimulatie-element na vertrek van het staldier uit de afgesloten ruimte. Bekende technieken kunnen worden toegepast om het stimulatie-element te ontsmetten, waaronder verhitting van of onderdompeling van het stimulatie-element in een bacteriedodende vloeistof.
Bij voorkeur omvat de stimulatie-inrichting volgens de uitvinding detectiemiddelen voor het detecteren van het urineren van het staldier. Door detectie van het urineren van het staldier is het mogelijk om bij voorbeeld verdere systemen te activeren.
In een alternatieve uitvoeringsvorm van de simulatie-inrichting volgens de uitvinding omvat de stimulatie-inrichting opvangmiddelen voor het opvangen van urine van het staldier, welke opvangmiddelen zijn bevestigd aan de positioneringsmiddelen. Deze uitvoeringsvorm is met name geschikt voor toepassing in bestaande afgesloten ruimtes, waar geen opvangmiddelen zijn, zoals een rooster in de grond, voor de urine.
In een praktische uitvoeringsvorm van de stimulatie-inrichting volgens de uitvinding is de afgesloten ruimte een voerstation.
In een eerste voorkeursuitvoering van de stimulatie-inrichting volgens de uitvinding omvat het voerstation een looppad en zijn de positioneringsmiddelen ingericht voor het verplaatsen van het stimulatie-element tussen de stimulatie-positie en een rustpositie, waarin het stimulatie-element uit het looppad is geplaatst. Bij voorkeur omvat het voerstation een bedienbaar hek voor insluiting van het staldier aan de achterzijde ervan en zijn de positioneringsmiddelen ingericht voor samenwerking met het hek. Daarbij omvatten de positioneringsmiddelen bij voorkeur één of meerdere stangen, die zijn verbonden met zowel het stimulatie-element als het hek. Door deze technische maatregelen is de stimulatie-inrichting zowel toepasbaar op een bestaand voerstation als op een te ontwikkelen voerstation.
In een tweede voorkeursuitvoering van de stimulatie-inrichting volgens de uitvinding is het voerstation voorzien van identificatiemiddelen voor het identificeren van het staldier, zijn de positioneringsmiddelen ingericht voor het in hoogte en in langsrichting van het voerstation verplaatsen van het stimulatie-element en is de stimulatie-inrichting ingericht voor samenwerking met de identificatiemiddelen zodanig dat de positioneringsmiddelen de stimulatiepositie afstemmen op de dimensies van het geïdentificeerde staldier.
Bij voorkeur omvatten in de tweede voorkeursuitvoering van de stimulatie-inrichting volgens de uitvinding de positioneringsmiddelen een bedienbare arm, waaraan het stimulatie-element is aangebracht. De bedienbare arm is bij voorkeur een mechanische (robot)arm, die in drie dimensies aanstuurbaar is.
Bij zowel de eerste als de tweede voorkeursuitvoering van de stimulatie-inrichting volgens de uitvinding is bij voorkeur het voerstation voorzien van een voersysteem voor het automatisch voeden van het staldier, welk voersysteem samenwerkt met de identificatiemiddelen en omvat de stimulatie-inrichting tweede detectiemiddelen voor het detecteren van het urineren van het staldier en is ingericht voor samenwerking met het voersysteem, zodanig dat bij het detecteren van het urineren met behulp van de tweede detectiemiddelen het voersysteem voer afgeeft aan het staldier. Hierdoor ontvangt het staldier een beloning zodra het urineert. In het vervolg zal het staldier hierdoor mogelijk het gedrag aanleren om te gaan urineren zodra het perineum wordt gestimuleerd door de stimulatie-inrichting of om te gaan urineren als het staldier het voersysteem binnentreedt zonder stimulering van het perineum. Het detecteren van het urineren kan bijvoorbeeld gedetecteerd worden middels een infraroodcamera en bijbehorende beeldverwerkingssoftware.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de volgende figuren, waarin:
Figuur 1 de eerste voorkeursuitvoeringsvorm toont van de stimulatie-inrichting volgens de uitvinding;
Figuur 2 de toepassing toont van de eerste voorkeursuitvoeringsvorm van de stimulatie-inrichting volgens de uitvinding in een voerstation voorzien van een hek, waarbij een staldier het voerstation is ingelopen;
Figuur 3 de toepassing toont van de eerste voorkeursuitvoeringsvorm van de stimulatie-inrichting volgens Figuur 2, waarbij het hek van voerstation is gesloten en het stimulatie-element tegen het perineum van het staldier aanligt.
Gelijke cijfers in de verschillende figuren duiden gelijke onderdelen aan.
Figuur 1 toont de eerste voorkeursuitvoeringsvorm van de stimulatie-inrichting 1 volgens de uitvinding. De eerste voorkeursuitvoeringsvorm is geschikt voor samenwerking met een voerstation. De stimulatie-inrichting 1 omvat een stimulatie-element 2, dat in gebruik tegen het perineum van het staldier aanligt. Daartoe omvat het stimulatie-element 2 een contactoppervlak 4, dat vrij is van scherpe of hoekige randen. Het stimulatie-element kan intern zijn voorzien van trilmiddelen of vibratiemiddelen voor het laten trillen of vibreren van het stimulatie-element in gebruik van de inrichting. Het trillen kan het laten urineren extra stimuleren. Het contactoppervlak 4 kan een spits toelopend gedeelte omvatten om te voorkomen dat de staart van het staldier tussen het perineum en het contactoppervlak 4 ligt. Het spitse gedeelte zal de staart irriteren, waardoor het staldier de staart zal verplaatsen.
De stimulatie-inrichting 1 kan voorzien zijn van ontsmettingsmiddelen voor het ontsmetten van het stimulatie-element 2 na vertrek van het staldier uit de afgesloten ruimte. Deze ontsmettingsmiddelen zijn niet getoond. Onder de stimulatie-inrichting 1 kunnen ook opvangmiddelen zijn aangebracht voor het opvangen van urine van het staldier. Deze opvangmiddelen zijn dan bevestigd aan de positioneringsmiddelen 3. De positioneringsmiddelen 3 bestaan uit stangen, die een frame vormen. Dit frame kan worden bevestigd aan een hek van het voerstation.
Figuur 2 toont de toepassing van de eerste voorkeursuitvoeringsvorm van de stimulatie-inrichting 1 volgens de uitvinding in een voerstation 20 voorzien van een hek 22, waarbij een staldier 10 het voerstation 20 is ingelopen over het looppad 21. De stimulatie-inrichting 1 is (duurzaam) aan het hek 22 verbonden dat het staldier 10 vanachter insluit.
Figuur 3 toont de toepassing van de eerste voorkeursuitvoeringsvorm in de stimulatie-inrichting 1 volgens Figuur 2, waarbij het hek 22 van voerstation 20 is gesloten en het stimulatie-element 2 tegen het perineum 11 van het staldier 10 aanligt. Het staldier 10 zal hierdoor gaan urineren. De urine kan worden opgevangen in een rooster in de vloer, maar kan ook worden opgevangen met aan de stimulatie-inrichting 1 aangebrachte opvangmiddelen.
De uitvinding is vanzelfsprekend niet beperkt tot de beschreven en getoonde voorkeursuitvoeringsvorm. Alle kinematische inversies die van toepassing kunnen zijn op deze uitvinding vormen onderdeel van deze beschrijving. De uitvinding strekt zich derhalve uit tot elke uitvoeringsvorm die valt binnen de reikwijdte van de beschermingsomvang, zoals gedefinieerd in de conclusies en bezien in het licht van de voorgaande beschrijving en bijbehorende tekeningen.
Claims (13)
1. Stimulatie-inrichting (1) voor het laten urineren van een vrouwelijk staldier (10) in een afgesloten ruimte, waarin een enkel staldier (10) insluitbaar is en welke afgesloten ruimte is voorzien van eerste detectiemiddelen voor het detecteren van het staldier in de afgesloten ruimte, waarin de stimulatie-inrichting (1) een stimulatie-element (2) omvat voor het stimuleren van het perineum (11) van het staldier (10) en positioneringsmiddelen omvat voor het positioneren van het stimulatie-element (2) in een stimulatiepositie, waarin de positioneringsmiddelen het stimulatie-element (2) nabij het perineum (11) plaatsen na detectie door de eerste detectiemiddelen van het staldier (10) in de afgesloten ruimte.
2. Stimulatie-inrichting (1) volgens conclusie 1, waarin het stimulatie-element (2) een contactoppervlak (4) omvat, dat in de stimulatiepositie contact maakt met het perineum (11), welk contactoppervlak (4) vrij is van scherpe of hoekige randen.
3. Stimulatie-inrichting (1) volgens conclusies 1 of 2, waarin de stimulatie-inrichting (1) is voorzien van trilmiddelen voor het laten trillen van het stimulatie-element (2) in de stimulatiepositie.
4. Stimulatie-inrichting (1) volgens één der vorige conclusies, waarin het contactoppervlak (4) een spits gedeelte omvat.
5. Stimulatie-inrichting (1) volgens één der vorige conclusies, waarin de stimulatie-inrichting (1) is voorzien van ontsmettingsmiddelen voor het ontsmetten van het stimulatie-element (2) na vertrek van het staldier (10) uit de afgesloten ruimte.
6. Stimulatie-inrichting (1) volgens één der vorige conclusies, waarin de stimulatie-inrichting (1) opvangmiddelen omvat voor het opvangen van urine van het staldier, welke opvangmiddelen zijn bevestigd aan de positioneringsmiddelen.
7. Stimulatie-inrichting (1) volgens één der vorige conclusies, waarin de afgesloten ruimte een voerstation (20) is.
8. Stimulatie-inrichting (1) volgens conclusie 7, waarin het voerstation (20) een looppad (21) omvat en waarin de positioneringsmiddelen zijn ingericht voor het verplaatsen van het stimulatie-element (2) tussen de stimulatie-positie en een rustpositie, waarin het stimulatie-element (2) uit het looppad (21) is geplaatst.
9. Stimulatie-inrichting (1) volgens conclusie 8, waarin het voerstation (20) een bedienbaar hek (22) omvat voor insluiting van het staldier (10) aan de achterzijde ervan en waarin de positioneringsmiddelen zijn ingericht voor samenwerking met het hek (22).
10. Stimulatie-inrichting (1) volgens 9, waarin de positioneringsmiddelen één of meerdere stangen (3) omvatten, die zijn verbonden met zowel het stimulatie-element (2) als het hek (22).
11. Stimulatie-inrichting (1) volgens conclusie 7, welk voerstation (20) is voorzien van identificatiemiddelen voor het identificeren van het staldier (10) en waarin de positioneringsmiddelen zijn ingericht voor het in hoogte en in langsrichting van het voerstation verplaatsen van het stimulatie-element en waarin de stimulatie-inrichting (1) is ingericht voor samenwerking met de identificatiemiddelen zodanig dat de positioneringsmiddelen de stimulatiepositie afstemmen op de dimensies van het geïdentificeerde staldier.
12. Stimulatie-inrichting (1) volgens conclusie 11, waarin de positioneringsmiddelen een bedienbare arm omvatten, waaraan het stimulatie-element (2) is aangebracht.
13. Stimulatie-inrichting (1) volgens één der conclusies 7-12, waarin het voerstation (20) is voorzien van een voersysteem voor het automatisch voeden van het staldier (10) welk voersysteem samenwerkt met de identificatiemiddelen en waarin de stimulatie-inrichting (1) tweede detectiemiddelen omvat voor het detecteren van het urineren van het staldier (10) en is ingericht voor samenwerking met het voersysteem, zodanig dat bij het detecteren van het urineren met behulp van de tweede detectiemiddelen het voersysteem voer afgeeft aan het staldier (10).
Priority Applications (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2016784A NL2016784B1 (nl) | 2016-05-13 | 2016-05-13 | Stimulatie-inrichting voor het laten urineren van een vrouwelijk staldier in een afgesloten ruimte |
EP17170541.1A EP3243380B1 (en) | 2016-05-13 | 2017-05-11 | Stimulation device for bringing about urination of a housed female animal in a closed space |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2016784A NL2016784B1 (nl) | 2016-05-13 | 2016-05-13 | Stimulatie-inrichting voor het laten urineren van een vrouwelijk staldier in een afgesloten ruimte |
Publications (2)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL2016784A NL2016784A (nl) | 2017-11-15 |
NL2016784B1 true NL2016784B1 (nl) | 2017-11-27 |
Family
ID=58772336
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL2016784A NL2016784B1 (nl) | 2016-05-13 | 2016-05-13 | Stimulatie-inrichting voor het laten urineren van een vrouwelijk staldier in een afgesloten ruimte |
Country Status (2)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP3243380B1 (nl) |
NL (1) | NL2016784B1 (nl) |
Families Citing this family (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL2019330B1 (en) * | 2017-07-24 | 2019-02-12 | Hanskamp Agrotech B V | Toilet for cattle, in particular for cow |
Family Cites Families (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL8900416A (nl) * | 1989-02-21 | 1990-09-17 | Lely Nv C Van Der | Inrichting voor het schoonhouden van melkdieren. |
SE9903857D0 (sv) * | 1999-10-26 | 1999-10-26 | Alfa Laval Agri Ab | Means for improved milking |
WO2001033951A1 (en) * | 1999-11-09 | 2001-05-17 | Bewer Pty Ltd | Animal urine collecting assistance apparatus |
-
2016
- 2016-05-13 NL NL2016784A patent/NL2016784B1/nl active
-
2017
- 2017-05-11 EP EP17170541.1A patent/EP3243380B1/en active Active
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP3243380B1 (en) | 2021-03-17 |
NL2016784A (nl) | 2017-11-15 |
EP3243380A1 (en) | 2017-11-15 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
Albright | Dairy animal welfare: current and needed research | |
NL1012137C2 (nl) | Onbemand voertuig dat inzetbaar is in een stal of een weide. | |
Grandin | Transferring results of behavioral research to industry to improve animal welfare on the farm, ranch and the slaughter plant | |
Duggan et al. | Comparing detection dog and livetrapping surveys for a cryptic rodent | |
Denning et al. | Development of a novel walk-through fly trap for the control of horn flies and other pests on pastured dairy cows | |
US3827403A (en) | Animal training device | |
Rutter | Smart technologies for detecting animal welfare status and delivering health remedies for rangeland systems | |
EP1665984A3 (en) | A method of automatically milking animals and monitoring their state of health | |
NL2016784B1 (nl) | Stimulatie-inrichting voor het laten urineren van een vrouwelijk staldier in een afgesloten ruimte | |
Wisdom | Protocols for care and handling of deer and elk at the Starkey Experimental Forest and Range | |
Gonyou | Behavioural principles of animal handling and transport. | |
Kammel et al. | Design and management of proper handling systems for dairy cows | |
JP2002101780A (ja) | 家畜の誘導システム及びこのシステムを用いた自動給餌システム | |
KR20170060295A (ko) | 반려동물 배변 훈련 및 배변 처리장치 | |
Gilbert | The influence of foster rearing on adult social behavior in fallow deer (Dama dama) | |
Louis et al. | Evaluating red wolf scat to deter coyote access to urban pastureland | |
NL2028275B1 (en) | Animal husbandry system | |
US10631521B2 (en) | Cattle curtain | |
TR202019407A2 (tr) | Hayvan dışkısı toplama tertibatı | |
Wisely et al. | Facts about wildlife diseases: rabies | |
Tanjid | Practices and impact of biosecurity in poultry farms of Noakhali Sadar, Noakhali | |
Butterworth et al. | History of management procedures and hierarchy in dairy cows | |
Pineda et al. | 0065 Management and dimensions of footbaths on California dairies | |
Valente et al. | Multisensorial stimulation promotes affinity between dairy calves and stockperson | |
Altbäcker et al. | Chapter VI. The effect of early human contact on the timidity of rabbits |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD | Change of ownership |
Owner name: HANSKAMP AGROTECH B.V.; NL Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), ASSIGNMENT; FORMER OWNER NAME: METAL INVENTIONS HOLLAND B.V. Effective date: 20180921 |