NL2015783B1 - Geluidsgolfgeleider, geluidsgolfgeleidermodule, en luidsprekerinrichting. - Google Patents

Geluidsgolfgeleider, geluidsgolfgeleidermodule, en luidsprekerinrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL2015783B1
NL2015783B1 NL2015783A NL2015783A NL2015783B1 NL 2015783 B1 NL2015783 B1 NL 2015783B1 NL 2015783 A NL2015783 A NL 2015783A NL 2015783 A NL2015783 A NL 2015783A NL 2015783 B1 NL2015783 B1 NL 2015783B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
sound wave
opening
sound
central axis
flat surface
Prior art date
Application number
NL2015783A
Other languages
English (en)
Inventor
Mastenbroek Erik
Original Assignee
Mastenbroek Erik
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Mastenbroek Erik filed Critical Mastenbroek Erik
Priority to NL2015783A priority Critical patent/NL2015783B1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2015783B1 publication Critical patent/NL2015783B1/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04RLOUDSPEAKERS, MICROPHONES, GRAMOPHONE PICK-UPS OR LIKE ACOUSTIC ELECTROMECHANICAL TRANSDUCERS; DEAF-AID SETS; PUBLIC ADDRESS SYSTEMS
    • H04R1/00Details of transducers, loudspeakers or microphones
    • H04R1/20Arrangements for obtaining desired frequency or directional characteristics
    • H04R1/32Arrangements for obtaining desired frequency or directional characteristics for obtaining desired directional characteristic only
    • H04R1/34Arrangements for obtaining desired frequency or directional characteristics for obtaining desired directional characteristic only by using a single transducer with sound reflecting, diffracting, directing or guiding means
    • H04R1/345Arrangements for obtaining desired frequency or directional characteristics for obtaining desired directional characteristic only by using a single transducer with sound reflecting, diffracting, directing or guiding means for loudspeakers
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04RLOUDSPEAKERS, MICROPHONES, GRAMOPHONE PICK-UPS OR LIKE ACOUSTIC ELECTROMECHANICAL TRANSDUCERS; DEAF-AID SETS; PUBLIC ADDRESS SYSTEMS
    • H04R1/00Details of transducers, loudspeakers or microphones
    • H04R1/20Arrangements for obtaining desired frequency or directional characteristics
    • H04R1/22Arrangements for obtaining desired frequency or directional characteristics for obtaining desired frequency characteristic only 
    • H04R1/26Spatial arrangements of separate transducers responsive to two or more frequency ranges
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04RLOUDSPEAKERS, MICROPHONES, GRAMOPHONE PICK-UPS OR LIKE ACOUSTIC ELECTROMECHANICAL TRANSDUCERS; DEAF-AID SETS; PUBLIC ADDRESS SYSTEMS
    • H04R1/00Details of transducers, loudspeakers or microphones
    • H04R1/20Arrangements for obtaining desired frequency or directional characteristics
    • H04R1/22Arrangements for obtaining desired frequency or directional characteristics for obtaining desired frequency characteristic only 
    • H04R1/30Combinations of transducers with horns, e.g. with mechanical matching means, i.e. front-loaded horns
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04RLOUDSPEAKERS, MICROPHONES, GRAMOPHONE PICK-UPS OR LIKE ACOUSTIC ELECTROMECHANICAL TRANSDUCERS; DEAF-AID SETS; PUBLIC ADDRESS SYSTEMS
    • H04R1/00Details of transducers, loudspeakers or microphones
    • H04R1/20Arrangements for obtaining desired frequency or directional characteristics
    • H04R1/32Arrangements for obtaining desired frequency or directional characteristics for obtaining desired directional characteristic only
    • H04R1/40Arrangements for obtaining desired frequency or directional characteristics for obtaining desired directional characteristic only by combining a number of identical transducers
    • H04R1/403Arrangements for obtaining desired frequency or directional characteristics for obtaining desired directional characteristic only by combining a number of identical transducers loud-speakers
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04RLOUDSPEAKERS, MICROPHONES, GRAMOPHONE PICK-UPS OR LIKE ACOUSTIC ELECTROMECHANICAL TRANSDUCERS; DEAF-AID SETS; PUBLIC ADDRESS SYSTEMS
    • H04R2201/00Details of transducers, loudspeakers or microphones covered by H04R1/00 but not provided for in any of its subgroups
    • H04R2201/40Details of arrangements for obtaining desired directional characteristic by combining a number of identical transducers covered by H04R1/40 but not provided for in any of its subgroups
    • H04R2201/4012D or 3D arrays of transducers
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04RLOUDSPEAKERS, MICROPHONES, GRAMOPHONE PICK-UPS OR LIKE ACOUSTIC ELECTROMECHANICAL TRANSDUCERS; DEAF-AID SETS; PUBLIC ADDRESS SYSTEMS
    • H04R27/00Public address systems

Abstract

De onderhavige uitvinding betreft een luidsprekerinrichting, in het bijzonder een line-array luidsprekerinrichting, als ook een geluidsgolfgeleider en een geluidsgolfgeleidermodule voor een luidsprekerinrichting, in het bijzonder een line-array luidsprekerinrichting. De geluidsgolfgeleider volgens de uitvinding omvat een rechthoekvormige uitgangsopening die zich in een eerste plat vlak uitstrekt; een cirkelvormige ingangsopening die zich in een tweede plat vlak uitstrekt; en een enkel kanaal dat de uitgangsopening en ingangsopening met elkaar verbindt. De rechthoekvormige uitgangsopening heeft een centrale aslijn die zich in het eerste platte vlak uitstrekt, die het middelpunt van de rechthoekvormige uitgangsopening snijdt, en die loodrecht staat ten opzichte van twee zijden van de rechthoekvormige uitgangsopening. Het middelpunt van de cirkelvormige ingangsopening is verzet ten opzichte van het middelpunt van de rechthoekige uitgangsopening in de uitstrekkingsrichting van de centrale aslijn en is verzet ten opzichte van een derde plat vlak dat zich loodrecht op het eerste platte vlak uitstrekt waarbij de snijlijn van het eerste vlak en het derde vlak samenvalt met de centrale aslijn van de rechthoekvormige uitgangsopening.

Description

Geluidsgolfgeleider, geluidsgolfgeleidermodule, en luidsprekerinrichting
De onderhavige uitvinding betreft een luidsprekerinrichting, in het bijzonder een line-array luidsprekerinrichting, als ook een geluidsgolfgeleider en een geluidsgolfgeleider-module voor een luidsprekerinrichting, in het bijzonder een line-array luidsprekerinrichting.
In luidsprekers worden geluidsgolven opgewekt door middel van een geluidsbron met een membraan dat in trilling wordt gebracht. Een dergelijk membraan heeft over het algemeen een cirkel ronde vorm. Door het laten trillen van het membraan ontstaat een geluidsgolf met om en om een hoge druk (compressie) en een lage druk (expansie), die van met membraan af beweegt. De aldus opgewekte geluidsgolf breidt zich van uit het membraan naar alle richtingen even snel uit, zodat er bolvormige golffronten ontstaan van hetzij verdichtingen (compressie) hetzij verdunningen (expansie) van het medium waarin de golf zich voortplant, zoals lucht, welke bolvormige golffronten naar alle kanten groter worden.
Een luidspreker kan als direct-uitstralende luidspreker zijn vormgeven, waarbij de geluidsgolven worden gegenereerd door middel van het membraan van een geluidsbron van de luidspreker direct uit worden gestraald in een ruimte. Alternatief is een luidspreker voorzien van een zogenaamde compressie driver in combinatie met een hoorn. Bij een compressie driver bevindt het membraan zich in een compressie kamer. Een door middel van het membraan gegenereerde geluidsgolf wordt in de compressiekamer gecomprimeerd en verlaat de compressiekamer door een cirkel ronde opening die kleiner in diameter is dan het cirkel ronde membraan. Net als bij een direct-uitstralende luidspreker waarbij een opgewekte geluidsgolf zich vanuit het membraan naar alle richtingen even snel uitbreidt zodat er bolvormige golffronten ontstaan, breidt een in een compressie kamer van een compressie driver opgewerkte geluidsgolf zich na het verlaten van de compressie kamer even snel uit naar alle richtingen zodat er bolvormige golffronten ontstaan. De in de compressie driver opgewekte geluidsgolf komt na het verlaten van de compressiekamer in een hoorn terecht. De curve van de wanden van de hoorn beïnvloeden de uitbreiding van de geluidsgolf en aldus het ontstaan van de bolvormige golffronten, zolang de geluidsgolf zich in de hoorn bevindt. Door middel van de hoorn zijn de geluidsgolven te richten.
Om het vermogen van een luidsprekerinrichting te vergroten kunnen meerdere geluidsbronnen in de geluidsinstallatie worden opgenomen. Probleem daarbij is echter dat de uitbreidende bolvormige golffronten van nabijgelegen geluidsbronnen zullen gaan overlappen. Dit leidt tot interferentie waarbij in gebieden waar verdichtingen van twee geluidsgolven elkaar overlappen versterking van de geluidsgolven optreedt, terwijl in gebieden waar verdunning van twee geluidsgolven elkaar overlappen verzwakking van de geluidsgolven optreedt.
Door geluidsgolven die zijn gegenereerd door aanliggende geluidsbronnen aan elkaar te koppelen vóór de vorming van de bolvormige golffronten, is een gecombineerd lineair golffront te vormen dat zich vervolgens als een enkel golffront gedraagt, zodat de interferentie als gevolg van twee bolvormige golffronten genereerd door twee aanliggende geluidsbronnen is vermeden.
Het koppelen van geluidsgolven van aanliggende geluidsbronnen na het genereren daarvan en vóór de vorming van de bolvormige golffronten is met name bij frequenties met golflengtes die kleiner zijn dan de diameter van de geluidsbron, dat wil zeggen kleiner dan de buitendiameter van de direct-uitstralende luidspreker of kleiner dan de buiten diameter van de compressie driver, niet effectief te verwezenlijken zonder aanvullende maatregelen. In het bijzonder kunnen de geluidsbronnen door de buitenafmetingen daarvan niet dicht genoeg bij elkaar worden gebracht om de geluidsgolven met golflengtes die kleiner zijn dan de diameter van de geluidsbronnen bij elkaar te brengen vóór de vorming van de bolvormige golffronten.
Het is bekend om geluidsgolven die zijn gegenereerd door aanliggende geluidsbronnen aan elkaar te koppelen door de geluidsgolven bij de generatie daarvan in het geval van een direct-uitstralende luidspreker en bij het verlaten van de compressie kamer in het geval van een compressie driver te leiden in een geluidsgolfgeleider. Dergelijke bekende geluidsgolfgeleiders hebben een ingangsopening die is ingericht om te worden aangebracht op de geluidsbron zodat een door de geluidsbron gegenereerde geluidsgolf door de ingangsopening heen in de geluidsgolfgeleider terecht komt.
Daarnaast hebben dergelijke bekende geluidsgolfgeleiders een uitgangsopening die langs een rand daarvan te positioneren is nabij een rand van een uitgangsopening van een geluidsgolfgeleider die op een aanliggende geluidsbron is aangebracht. Een kanalenstelsel verbindt de ingangsopening en de uitgangsopening. Door middel van het kanalenstelsel wordt de geluidsgolf in een veelvoud delen opgedeeld. Deze delen worden vervolgens weer samengebracht bij de uitgangsopening. Door middel van de vormgeving en het verloop van de afzonderlijke kanalen van het kanalenstelsel wordt ernaar gestreefd voor elke deelgolf de vorming van bolvormige golffronten te onderdrukken en bij de uitvoeropening de deelgolven zodanig bij elkaar te brengen dat een geluidsgolf met platte vlakke golffronten de uitgangsopening verlaat.
Dergelijke bekende geluidsgolfgeleiders worden toegepast in line-array luidsprekers voor zogenaamde line array luidsprekersystemen. Bij dergelijke line array luidsprekersystemen worden kolommen van line-array luidsprekers gevormd, waarbij een line-array luidspreker meerdere op elkaar gestapelde geluidsbronnen bevat, veelal compressie drivers. Om de met de geluidsbronnen te genereren geluidsgolven te kunnen koppelen is elke geluidsbron voorzien van een geluidsgolfgeleider, waarbij de uitgangsopeningen van de geluidsgolfgeleiders van telkens twee op elkaar gestapelde geluidsbronnen aanliggend zijn en gezamenlijk een kolomvormige uitgangsopening vormen. Een line-array luidspreker wordt ookwel een line array-kast genoemd en wordt in het vervolg aangeduid als line-array luidsprekerinrichting.
De onderhavige uitvinding heeft onder meer als doel de koppeling van geluidsgolven die worden gegenereerd door opeenvolgende geluidsbronnen in een line array luidsprekerinrichting te verbeteren met name bij frequenties met golflengtes die kleiner zijn dan de diameter van de geluidsbron, dat wil zeggen kleiner dan de buitendiameter van de direct-uitstralende luidspreker of kleiner dan de buiten diameter van de compressie driver.
Daartoe verschaft de onderhavige uitvinding een luidsprekerinrichting, een geluidsgolfgeleidermodule, en een geluidgolfgeleider.
De geluidsgolfgeleider volgens de uitvinding omvat: - een rechthoekvormige uitgangsopening die zich in een eerste plat vlak uitstrekt; - een cirkelvormige ingangsopening die zich in een tweede plat vlak uitstrekt; en - een enkel kanaal dat de uitgangsopening en ingangsopening met elkaar verbindt; waarbij - de rechthoekvormige uitgangsopening een centrale aslijn heeft die zich in het eerste platte vlak uitstrekt, die het middelpunt van de rechthoekvormige uitgangsopening snijdt, en die loodrecht staat ten opzichte van twee zijden van de rechthoekvormige uitgangsopening; - het middelpunt van de cirkelvormige ingangsopening is verzet ten opzichte van het middelpunt van de rechthoekige uitgangsopening in de uitstrekkingsrichting van de centrale aslijn en is verzet ten opzichte van een derde plat vlak dat zich loodrecht op het eerste platte vlak uitstrekt waarbij de snijlijn van het eerste vlak en het derde vlak samenvalt met de centrale aslijn van de rechthoekvormige uitgangsopening.
Bij een geluidsgolfgeleider volgens de uitvinding is de met een geluidsbron te koppelen ingangsopening verzet ten opzichte van de uitgangsopening, zowel in de uitstrekkingsrichting van een centrale aslijn van de uitgangsopening als in een richting dwars daarop. Met een geluidsgolfgeleider volgens de uitvinding is het mogelijk om op een conventionele wijze een line-array luidsprekerinrichting te vormen met een kolom van op elkaar gestapelde geluidsbronnen, waarbij elke geluidsbron is voorzien van een geluidsgolfgeleider, waarbij de uitgangsopeningen van telkens twee opvolgende geluidsgolfgeleiders aanliggend zijn en de uitgangsopeningen gezamenlijk een kolomvormige uitgangsopening vormen, en waarbij de centrale aslijnen van de uitgangsopeningen samenvallen. Doordat bij de geluidsgolfgeleider volgens de uitvinding de ingangsopening is verzet ten opzichte van de uitgangsopening in de uitstrekkingsrichting van een centrale aslijn van de uitgangsopening en in een richting dwars daarop, kunnen twee opeenvolgende geluidsbronnen dwars op de uitstrekkingsrichting van de kolom ten minste gedeeltelijk naast elkaar worden gepositioneerd, in plaats van boven elkaar. Dit heeft als voordeel ten opzichte van een conventionele configuratie waarbij telkens twee opeenvolgende geluidsbronnen in de uitstrekkingsrichting van de kolom boven elkaar zijn gepositioneerd, dat de afmeting van de uitgangsopening in de uitstrekkingsrichting van de kolom kleiner kan zijn. De uitgangsopening van een geluidsgolfgeleider hoeft immers slechts een gedeelte van de buitenafmeting van de daaraan aangebrachte geluidsbron te overbruggen om aan te sluiten op de uitgangsopening van de geluidsgolfgeleider van de volgende geluidsbron. De kleinere afmeting van de uitgangsopening in de uitstrekkingsrichting van de kolom, d.w.z. in uitstrekkingsrichting van de gedefinieerde centrale aslijn, maakt het mogelijk dat met een enkel kanaal geluidsgolven te koppelen zijn met een frequentie die bij de conventionele configuratie een kanalenstelsel met meerdere kanalen vereist. Aldus maakt de geluidsgolfgeleider volgens de uitvinding het mogelijk om het frequentiebereik van een line-array luidsprekerinrichting te vergroten, in het bijzonder richting hogere frequenties, zonder per geluidsbron een geluidsgolfgeleider met een kanalenstelsel met meerdere kanalen toe te passen. Aldus is met een geluidsgolfgeleider volgens de uitvinding het frequentiebereik van een line-array luidsprekerinrichting te vergroten zonder de door een geluidsbron gegenereerde geluidsgolf in een geluidsgolfgeleider op te splitsen en weer bij elkaar te brengen. Dit laatste heeft als voordeel dat vervorming van de geluidsgolf als gevolg van het opsplitsen en samenbrengen wordt vermeden.
Het ten minste gedeeltelijk naast elkaar positioneren van twee opeenvolgende geluidsbronnen in een line-array luidsprekerinrichting dwars op de uitstrekkingsrichting van de kolom dat, zoals hiervoor beschreven, mogelijk wordt gemaakt door toepassing van de geluidsgolfgeleider volgens de uitvinding heeft tevens als voordeel dat bij gelijkblijvende kolomhoogte van de luidsprekerinrichting meer geluidsbronnen kunnen worden voorzien. Aldus is met een zelfde kolomhoogte meer geluidsvermogen te verkrijgen. Het geluidsvermogen is te verhogen zonder dat de line-array luidsprekerinrichting meer ruimte vereist voor vervoer of voor opstelling.
In een gunstige uitvoeringsvorm van de geluidsgolfgeleider volgens de uitvinding heeft het kanaal een centrale longitudinale aslijn die het middelpunt van de cirkelvormige ingangsopening en het middelpunt van de rechthoekige uitgangsopening snijdt; verloopt het kanaal in doorsnede dwars op de centrale longitudinale aslijn vanuit de ingangsopening tot de uitgangsopening geleidelijk van cirkelvormig naar rechthoekvormig; en heeft elke doorsnede dwars op de centrale longitudinale aslijn in hoofdzaak dezelfde oppervlakte. In een aldus vormgegeven kanaal wordt een geluidsgolf van de ingangsopening naar de uitgangsopening geleidt waarbij dankzij de gelijkblijvende oppervlakte van de dwarsdoornede van het kanaal, expansie van de geluidsgolf en daarmee de vorming van een bolvormig golffront effectief wordt vermeden. De centrale longitudinale aslijn representeert het midden van het kanaal en volgt de kromming van het kanaal.
In een verdere gunstige uitvoeringsvorm van de geluidsgolfgeleider volgens de uitvinding is van elke longitudinale aslijn van het kanaal die een punt op de centrale aslijn van de ingangsopening verbindt met een corresponderend punt op de centrale aslijn van de uitgangsopening, de lengte tussen deze corresponderende punten in hoofdzaak gelijk. Hierbij zijn corresponderende punten, punten die op een zelfde relatieve afstand zijn gelegen van het middelpunt van de betreffende opening. De relatieve afstand is de afstand tot het betreffende middelpunt en de afmeting van de betreffende opening langs de centrale aslijn daarvan. In een aldus vormgegeven kanaal wordt een geluidsgolf van de ingangsopening naar de uitgangsopening geleidt waarbij dankzij een in hoofdzaak gelijke lengte van longitudinale aslijnen van het kanaal die corresponderende punten op de centrale aslijn van de ingangsopening en op de centrale aslijn van de uitgangsopening met elkaar verbindt, kromming van het golffront in de uitstrekkingsrichting van de centrale aslijn van de uitgangsopening wordt vermeden. Dit bevordert de koppeling van geluidsgolven die uit de uitgangsopeningen treden van twee op elkaar gestapelde uitgangsopeningen waarvan de centrale aslijnen samenvallen.
In een gunstige uitvoeringsvorm van de geluidsgolfgeleider volgens de uitvinding heeft de cirkelvormige ingangsopening een centrale aslijn die zich in het tweede platte vlak uitstrekt, die het middelpunt van de cirkelvormige uitgangsopening snijdt, en die parallel verloopt aan de centrale aslijn van de rechthoekvormige uitgangsopening; en snijden het eerste platte vlak en het tweede platte vlak elkaar, waarbij de snijdlijn van het eerste platte vlak en het tweede platte vlak parallel verloopt aan de centrale aslijn van de rechthoekvormige uitgangsopening.
In een gunstige uitvoeringsvorm daarvan is de hoek waaronder het eerste platte vlak en het tweede platte vlak elkaar snijden kleiner of gelijk is aan in hoofdzaak 90°. Bij voorkeur ligt, en bij voorkeur ligt de hoek waaronder het eerste platte vlak en het tweede platte vlak elkaar snijden in het bereik van in hoofdzaak 30° tot en met in hoofdzaak 90°.
In een gunstige uitvoeringsvorm van de geluidsgolfgeleider volgens de uitvinding heeft het kanaal twee tegengestelde krommingen in de uitstrekkingsrichting van de centrale aslijn van de uitgangsopening. Dit maakt het mogelijk het kanaal zodanig vorm te geven dat de door een geluidsgolf af te leggen weg tussen de ingangsopening en de uitgangsopening aan weerszijden van de middelpunten gezien in de uitstrekkingsrichting van de centrale aslijn in hoofdzaak gelijk is. Dit bevordert de koppeling van geluidsgolven die uit de uitgangsopeningen treden van een veelvoud op elkaar gestapelde uitgangsopeningen waarvan de centrale aslijnen samenvallen.
De onderhavige uitvinding betreft tevens een geluidsgolfgeleidermodule voor een luidsprekerinrichting. De geluidsgolfgeleidermodule omvat ten minste twee geluidsgolfgeleiders, elk omvattende een rechthoekvormige uitgangsopening, een cirkelvormige ingangsopening, en een enkel kanaal dat de uitgangsopening en ingangsopening met elkaar verbindt; waarbij ten minste één van de geluidsgolfgeleiders een geluidsgolfgeleider volgens de uitvinding is zoals hiervoor beschreven, waarbij uitgangsopeningen boven elkaar zijn gepositioneerd in de uitstrekkingsrichting van de centrale aslijn van de uitgangsopening van de geluidsgolfgeleider volgens de uitvinding.
In een gunstige uitvoeringsvorm daarvan omvat de geluidsgolfgeleidermodule twee geluidsgolfgeleiders volgens de uitvinding zoals hiervoor beschreven, waarbij de uitgangsopeningen zich in het zelfde eerste platte vlak uitstrekken; de centrale aslijnen van de uitgangsopeningen samenvallen; de middelpunten van de ingangsopeningen aan weerszijden zijn gelegen van het derde platte vlak dat loodrecht staat op het eerste platte vlak waarin de uitgangsopeningen zich uitstrekken, waarbij de centrale aslijnen van de uitgangsopeningen zich uitstrekken in het derde platte vlak; en de middelpunten van de ingangsopeningen in een zelfde vlak liggen dat zich dwars op het eerste platte vlak en het derde platte vlak uitstrekt, en bijvoorkeur op de zelfde lijn liggen die zich dwars op het derde platte vlak uitstrekt. In deze configuratie zijn twee geluidsbronnen dwars op de uitstrekkingsrichting van de kolom naast elkaar te positioneren, in plaats van boven elkaar. Dit maakt zoals hiervoor beschreven bij de geluidsgolfgeleider volgens de uitvinding een verhoging van het vermogen mogelijk bij gelijkblijvende kolomhoogte. Tevens maakt dit een verkleining van de afmeting van de uitgangsopeningen van de geluidsgolfgeleiders in de uitstrekkingsrichting van de kolom mogelijk. Dit heeft zoals hiervoor beschreven bij de geluidsgolfgeleider volgens de uitvinding een verhoging van de frequentie van de geluidsgolven die effectief te koppelen zijn als voordeel.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de geluidsgolfgeleidermodule volgens de uitvinding omvat deze naast de twee geluidsgolfgeleiders volgens de uitvinding tevens een tussenliggende geluidsgolfgeleider. Deze tussenliggende geluidsgolfgeleider omvat een enkel kanaal met een rechthoekvormige uitgangsopening die zich in een vierde plat vlak uitstrekt; en een cirkelvormige ingangsopening die zich in een vijfde plat vlak uitstrekt. De rechthoekvormige uitgangsopening heeft een centrale aslijn die zich in het vierde platte vlak uitstrekt, die het middelpunt van de rechthoekvormige uitgangsopening snijdt, en die loodrecht staat ten opzichte van twee zijden van de rechthoekvormige uitgangsopening.
De cirkelvormige ingangsopening heeft een centrale aslijn die zich in het vijfde platte vlak uitstrekt, die het middelpunt van de cirkelvormige uitgangsopening snijdt, en die parallel verloopt aan de centrale aslijn van de rechthoekvormige uitgangsopening. Het vierde platte vlak en het vijfde platte vlak zijn parallel en het kanaal heeft een rechte centrale longitudinale aslijn die het middelpunt van de ingangsopening en het middelpunt van de uitgangsopening snijdt en die loodrecht verloopt ten opzichte van het vierde platte vlak en het vijfde platte vlak. De uitgangsopening van de tussenliggende geluidsgolfgeleider is tussen de uitgangsopeningen van de andere geluidsgolfgeleiders gepositioneerd, waarbij de uitgangsopening van de tussenliggende geluidsgolfgeleider en de uitgangsopeningen van de andere geluidsgolf geleiders zich in hetzelfde platte vlak uitstrekken. De ingangsopening van de tussenliggende geluidsgolfgeleider is tussen de ingangsopeningen van de andere geluidsgolfgeleiders gepositioneerd. Het middelpunt van de uitgangsopening van de tussenliggende geluidsgolfgeleider, het middelpunt van de ingangsopening van de tussenliggende geluidsgolfgeleider, en de middelpunten van de ingangsopeningen van de andere geluidsgolfgeleiders liggen in een zelfde plat vlak.
Bij deze voorkeursuitvoeringsvorm zijn drie geluidsbronnen naast elkaar te positioneren terwijl de uitgangsopeningen van de geluidsgolfgeleiders die op de geluidsbronnen zijn aangebracht boven elkaar zijn gepositioneerd. Dit maakt een verdere verhoging van het vermogen mogelijk bij gelijkblijvende kolomhoogte. Tevens maakt dit een verdere verkleining van de afmeting van de uitgangsopeningen van de geluidsgolfgeleiders in de uitstrekkingsrichting van de kolom mogelijk. Dit heeft een verhoging van de frequentie van de geluidsgolven die effectief te koppelen zijn als voordeel.
In een gunstige uitvoeringsvorm van de geluidsgolfgeleidermodule volgens de uitvinding geldt voor elke geluidsgolfgeleider dat het kanaal een centrale longitudinale aslijn heeft die het middelpunt van de cirkelvormige ingangsopening en het middelpunt van de rechthoekige uitgangsopening snijdt; dat het kanaal in doorsnede dwars op de centrale longitudinale aslijn vanuit de ingangsopening tot de uitgangsopening geleidelijk van cirkelvormig naar rechthoekvormig verloopt; en dat elke doorsnede dwars op de centrale longitudinale aslijn in hoofdzaak dezelfde oppervlakte heeft.
In een gunstige uitvoeringsvorm van de geluidsgolfgeleidermodule volgens de uitvinding zijn de kanalen van de geluidsgolfgeleiders langs de centrale longitudinale aslijnen daarvan in hoofdzaak even lang.
De onderhavige uitvinding betreft tevens een luidsprekerinrichting omvattende ten minste één geluidsgolfgeleidermodule volgens de uitvinding zoals hiervoor beschreven, waarbij de uitgangsopeningen van de geluidsgolfgeleiders gezamenlijk een kolomvormige uitgangsopening van de luidsprekerinrichting vormen die zich in een kolomrichting uitstrekt.
De onderhavige uitvinding betreft tevens een luidsprekerinrichting omvattende ten minste twee aanliggende geluidsgolfgeleidermodules volgens de uitvinding zoals hiervoor beschreven, waarbij de uitgangsopeningen van de geluidsgolfgeleiders boven elkaar zijn gepositioneerd ten einde gezamenlijk een kolomvormige uitgangsopening van de luidsprekerinrichting te vormen die zich in een kolomrichting uitstrekt.
In een gunstige uitvoeringsvorm van de luidsprekerinrichting volgens de uitvinding strekken de uitgangsopeningen van de geluidsgolfgeleiders zich in één plat vlak uit.
In het bijzonder is bij een luidsprekerinrichting volgens de uitvinding op de ingangsopening van elke geluidsgolfgeleider een geluidsbron aangebracht, bij voorkeur een compressie driver. In een voorkeursuitvoeringsvorm van de luidsprekerinrichting volgens de uitvinding is de afmeting van de uitgangsopening van elke geluidsgolfgeleider in de kolomrichting kleiner dan de buitenafmeting van de daaraan aangebrachte geluidsbron in de kolomrichting. In een gunstige uitvoeringsvorm daarvan is de afmeting van ten minste één van de geluidsgolfgeleidermodules, bij voorkeur elke geluidsgolfgeleidermodule, in de kolomrichting kleiner dan de som van de afmetingen van de aan de geluidsgolfgeleidermodule aangebrachte geluidsbronnen in de kolomrichting.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is de afmeting van de geluidsgolfgeleidermodule in de kolomrichting in hoofdzaak gelijk aan de afmeting van de daaraan aangebrachte geluidsbronnen in de kolomrichting.
De onderhavige uitvinding betreft tevens een luidsprekersysteem, in het bijzonder line-array luidsprekersysteem, omvattende een veelvoud luidsprekerinrichtingen volgens de uitvinding zoals hiervoor beschreven, waarbij de luidsprekerinrichtingen boven elkaar zijn gepositioneerd in een kolom zijn gepositioneerd zodat de kolomvormige uitgangsopeningen van de afzonderlijke luidsprekerinrichtingen gezamenlijk een kolomvormige uitgangsopening van het luidsprekersysteem vormen.
De onderhavige uitvinding betreft tevens een samenstel van een geluidsgolfgeleider volgens de uitvinding zoals hiervoor beschreven en een op de ingangsopening van de geluidsgolfgeleider aan te brengen of aangebrachte geluidsbron met een bepaald frequentiebereik.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van het samenstel volgens de uitvinding ligt de lengte van het kanaal langs de centrale longitudinale aslijn daarvan in het bereik van in hoofdzaak 2x tot en met in hoofzaak yx, bij voorkeur 3x tot en met 6x, de golflengte bij de hoogste frequentie van het frequentiebereik van de geluidsbron. Bij een hoogste frequentie van 16 KHz ligt de lengte van het kanaal langs de centrale longitudinale aslijn daarvan aldus in het bereik van in hoofdzaak 2x tot en met in hoofzaak yx, bij voorkeur 3x tot en met 6x, een golflengte van 21,5 mm.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van het samenstel volgens de uitvinding is de afstand tussen de zijden van de rechthoekvormige uitgangsopening langs de centrale aslijn daarvan kleiner dan of in hoofdzaak gelijk aan de golflengte bij de hoogste frequentie van het frequentiebereik van de geluidsbron. Bij een hoogste frequentie van 16 KHz is de afstand tussen de zijden van de rechthoekvormige uitgangsopening langs de centrale aslijn daarvan kleiner dan of in hoofdzaak gelijk aan 21,5 mm.
De onderhavige uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van uitvoeringsvoorbeelden, die in de bijgevoegde tekening zijn getoond. Het betreffen niet-limitatieve uitvoeringsvoorbeelden. In de aanzichten zijn dezelfde of vergelijkbare onderdelen, componenten en elementen aangeduid met dezelfde referentienummers. In de tekening toont: figuur 1 een line array luidsprekerinrichting getoond als een kolom identieke luidsprekers volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding; figuur 2 in dwarsdoorsnede één van de luidsprekers van figuur 1; figuur 3 de compressie drivers, het geluidsgolfgeleiderblok en de hoorn van de luidspreker van figuur 2 in bovenaanzicht; figuur 4 de compressie drivers, het geluidsgolfgeleiderblok en de hoorn van de luidspreker van figuur 3 in vooraanzicht zonder hoorn; figuur 5 een draadmodel van de geluidsgolfgeleiders van een geluidsgolfgeleidermodule van het geluidsgolfgeleiderblok van figuur 4 in vooraanzicht; figuur 6 een draadmodel van een geluidsgolfgeleider van figuur 5; - figuur 7 een draadmodel van een geluidsgolfgeleider van figuur 5; figuur 8 in perspectivisch aanzicht de compressie drivers, het geluidsgolfgeleiderblok en de hoorn van figuur 3; figuur 9 in perspectivisch aanzicht het geluidsgolfgeleiderblok van figuur 8 zonder de compressie drivers en zonder de hoorn.
In figuur i is een line array luidsprekersysteem 1 getoond als een kolom identieke luidsprekerinrichtingen 3, ookwel aangeduid als line-array luidsprekers of line-arraykasten, die onder elkaar zijn opgehangen aan een vakwerkconstructie 5. De kolom strekt zich in kolom richting K uit.
In figuur 2 is één van de luidsprekerinrichtingen 3 in doorsnede dwars op de kolom richting K getoond. De luidsprekerinrichting 3 heeft een kast 7 met daarin geluidsbronnen, in het bijzonder twee direct-uitstralende luidsprekers 9,11 en negen compressie drivers 13 waarvan er in figuur 2 drie zijn getoond. De compressie drivers 13 zijn aangebracht op een geluidsgolfgeleiderblok 15 waarop tevens een hoorn 17 is aangebracht.
In figuur 3 zijn de compressie drivers 13, het geluidsgolfgeleiderblok 15 en de hoorn 17 getoond zonder de kast 7. In figuur 4 is het geluidsgolfgeleiderblok 15 getoond in vooraanzicht waarbij de hoorn 17 van het geluidsgolfgeleiderblok 15 is afgenomen.
Getoond is in figuren 3 en 4 dat het geluidsgolfgeleiderblok 15 is opgebouwd uit drie geluidsgolfgeleidermodules 19a, 19b, 19c. Elke geluidsgolfgeleidermodule 19a, 19b, 19c heeft drie geluidsgolfgeleiders 21a, 21b, 21c. Elke geluidsgolfgeleider 21a, 21b, 21c heeft een in hoofdzaak rechthoekvormige uitgangsopening 23a, 23b, 23c, een cirkelrondvormige ingangsopening 25a, 25b, 25c waarop één van de compressie drivers 13a, 13b, 13c is aangebracht, en een enkel kanaal 27a, 27b, 27c dat de uitgangsopening 23a, 23b, 23c met de ingangsopening 25a, 25b, 25c verbindt. De in totaal negen uitgangsopeningen 23 van het geluidsgolfgeleiderblok 15 strekken zich allen in hetzelfde platte vlak vi uit en hebben een gemeenschappelijke centrale aslijn 29 die zich in het platte vlak vi uitstrekt. De negen uitgangsopeningen 23 vormen gezamenlijk een kolomvorige uitgangsopening van de luidsprekerinrichting 3. De bovengelegen uitgangsopening 23a van elke geluidsgolfgeleidermodule 19 is via een enkel kanaal 27a verbonden met een ingangsopening 25a die zich uitstrekt in een plat vlak v2a dat het platte vlak vi waarin de uitgangsopeningen 23 zich uitstrekken snijdt onder een hoek a van 65° volgens een snijdlijn L2 die parallel verloopt aan de centrale aslijn 29 van de uitgangsopeningen 23. De ondergelegen uitgangsopening 23c van elke geluidsgolfgeleidermodule 19 is via een enkel kanaal 27c verbonden met een ingangsopening 25c die zich uitstrekt in een plat vlak v2a dat het platte vlak vi waarin de uitgangsopeningen 23 zich uitstrekken snijdt onder een hoek a van 65° volgens een snijdlijn L2 die parallel verloopt aan de centrale aslijn 29 van de uitgangsopeningen 23.
Het tussen de bovengelegen uitgangsopening 23a en de ondergelegen uitgangsopening 23c gepositioneerde tussenliggende uitgangsopening 23b van elke geluidsgolfgeleidermodule 19 is via een enkel kanaal 27b verbonden met een ingangsopening 25b die zich uitstrekt in een plat vlak vs dat parallel verloopt aan het platte vlak vi waarin de uitgangsopeningen 23 zich uitstrekken. Elke van de drie geluidsgolfgeleidermodules 19 heeft aldus drie ingangsopeningen 25a, 25b, 25c waarop telkens één compressie driver 13a, 13b, 13c is aangebracht. Zoals getoond zijn de ingangsopeningen 25a, 25b, 25c van een geluidsgolfgeleidermodule 19 zodanig gepositioneerd dat de drie compressie drivers 13a, 13b, 13c die op de ingangsopeningen 25a, 25b, 25c zijn aangebracht naast elkaar zijn gepositioneerd terwijl de met de ingangsopeningen 25a, 25b, 25c verbonden uitgangsopeningen 23a, 23b, 23c boven elkaar zijn gepositioneerd. Zoals getoond in figuur 4 is de afmeting a van de uitgangsopening 23a, 23b, 23c van elke geluidsgolfgeleider 21 in de kolomrichting K kleiner dan de buitenafmeting b van de daaraan aangebrachte geluidsbron 13a, 13b, 13c in de kolomrichting K. In het getoonde uitvoeringsvoorbeeld is de afmeting a in de kolomrichting 28mm. In het getoonde uitvoeringsvoorbeeld is de buitenafmeting b in de kolomrichting 100mm. Daarnaast is de afmeting c van elke geluidsgolfgeleidermodule 19 in de kolomrichting K in hoofdzaak gelijk aan de afmeting b van de daaraan aangebrachte geluidsbronnen 13a, 13b, 13c in de kolomrichting K.
De positionering van de ingangsopeningen 25a, 25b, 25c van de geluidsgolfgeleidermodules 19 wordt hieronder nader verduidelijkt onder verwijzing naar figuur 5 waarin de drie geluidsgolfgeleiders 21a, 21b, 21c van een geluidsgolfgeleidermodule 19 van figuren 3 en 4 schematisch zijn getoond, waarbij het vlak van de tekening zich parallel aan het platte vlak vi uitstrekt waarin de uitgangsopeningen 23 zich uitstrekken. Getoond is dat elke in hoofdzaak rechthoekvormige uitgangsopening 23a, 23b, 23c een centrale aslijn 29a, 29b, 29c heeft die door het middelpunt 31a, 31b, 31c van de uitgangsopeningen 23a, 23b, 23c gaat en in hoofdzaak loodrecht staat op telkens twee tegenoverliggende zijden 33a, 33b, 33c; 35a, 35b, 35c van de rechthoekvormige uitgangsopeningen. De centrale aslijnen 29a, 29b, 29c van de uitgangsopeningen 23a, 23b, 23c vormen samen een centrale aslijn 29.
De cirkelrondvormige ingangsopeningen 25a, 25b, 25c hebben elk een middelpunt 37a, 37b, 37c en een centrale aslijn 39a, 39b, 39c, die door het middelpunt 37a, 37b, 37c gaat en die parallel verloopt aan de centrale aslijn 29a, 29b, 29c, van de bijbehorende rechthoekvormige uitgangsopening 23a, 23b, 23c.
Getoond is dat de middelpunten 37a, 37b, 37c van de cirkelrondvormige ingangsopeningen 25a, 25b, 25c zich bevinden in een gedeeld plat vlak v6 dat loodrecht staat op het platte vlak vi waarin de uitgangsopeningen 23 zich uitstrekken en dat loodrecht staat op een plat vlak v3 waarin de centrale aslijn 29 van de uitgangsopeningen 23 zich uitstrekt en dat loodrecht staat op het platte vlak vi waarin de uitgangsopeningen 23 zich uitstrekken. Het platte vlak v6 waarin de middelpunten 37a, 37b, 37c van de ingangsopeningen 25a, 25b, 25c zich uitstrekken snijdt het vlak van de tekening volgens de snijdlijn L3 die in het getoonde aanzicht loodrecht staat op de centrale aslijn 29 van de uitgangsopeningen 23. Dat de middelpunten 37a, 37b, 37c van de cirkelvormige ingangsopeningen 25a, 25b, 25c in een gedeeld plat vlak v6 liggen dat zich loodrecht ten opzichte van de centrale aslijn 29 van de uitgangsopeningen 23 uitstrekt is mogelijk doordat de bovengelegen geluidsgolfgeleider 21a en de ondergelegen geluidsgolfgeleider 21c een gekromd kanaal 27a, 27c hebben, en de tussenliggende geluidsgolfgeleider 21b een recht kanaal 27b heeft.
Bij de ondergelegen en de bovengelegen geluidsgolfgeleider 21a, 21c is het middelpunt 37a, 37c van de ingangsopening 25a, 25c verzet ten opzichte van het middelpunt 31a, 31c van de uitgangsopening 23a, 23c in de uitstrekkingsrichting van de centrale aslijn 29 van de uitgangsopeningen 23 over een afstand e. De afstand e is de afstand tussen het platte vlak v6 waarin de middelpunten 37a, 37c van de ingangsopeningen 25a, 25c zich bevinden en de respectieve platte vlakken vj, v8 parallel daaraan waarin de respectieve middelpunten 31a, 31c van de uitgangsopeningen 23a, 23c zich bevinden.
Tevens is bij de ondergelegen en de bovengelegen geluidsgolfgeleider 21a, 21c het middelpunt 37a, 37c van de ingangsopening 25a, 25c over een afstand f verzet ten opzichte van het platte vlak v3 dat loodrecht staat op het platte vlak vi waarin de uitgangsopeningen 23 zich uitstrekken en waarin de centrale aslijn 29 van de uitgangsopeningen 23 zich uitstrekt. De afstand f is de afstand tussen het platte vlak v3 dat loodrecht staat op het platte vlak vi waarin de uitgangsopeningen 23 zich uitstrekken en waarin de centrale aslijn 29 van de uitgangsopeningen 23 zich uitstrekt en de respectieve platte vlakken v9, vio aan weerzijden daarvan en parallel daaraan waarin de respectieve middelpunten 37a, 37c van de ingangsopeningen 25a, 25c zich bevinden.
Tenslotte is zoals getoond in figuur 3 het middelpunt 37a, 37c van de ingangsopeningen 25a, 25c van de ondergelegen en de bovengelegen geluidsgolfgeleider 21a, 21c verzet ten opzichte van het platte vlak vi waarin de uitgangsopeningen 23 zich uitstrekken over een afstand g. De afstand g is de afstand tussen het platte vlak vi waarin de uitgangsopeningen 23 zich uitstrekken en het platte vlak vil parallel daaraan waarin de middelpunten 37a, 37c van de ingangsopeningen 25a, 25c van de ondergelegen en bovengelegen geluidsgolfgeleider 21a, 21c zich bevinden. Het middelpunt 37b van de ingangsopening 25b van de tussenliggende geluidsgolfgeleider 21b is alleen verzet ten opzichte van het platte vlak vi waarin de uitgangsopeningen 23 zich uitstrekken over een afstand h. De afstand h is de afstand tussen het platte vlak vi waarin de uitgangsopeningen zich uitstrekken en het platte vlak vs parallel daaraan waarin de ingangsopening 25b van de tussenliggende geluidsgolfgeleider 21b zich uitstrekt. De afstand h is de lengte van de centrale longitudinale aslijn 41b van het kanaal 27b van de tussenliggende geluidsgolfgeleider 21b.
Deze centrale longitudinale aslijn 41b van het kanaal 27b van de tussenliggende geluidsgolfgeleider 21b is recht en gaat door het middelpunt 37b van de ingangsopening 25b en door het middelpunt 31b van de uitgangsopening 23b van de tussenliggende geluidsgolfgeleider 21b. Het gekromde kanaal 27a, 27c van de bovengelegen en ondergelegen geluidsgolfgeleider 21a, 21c heeft tevens een centrale longitudinale aslijn 41a, 41c die door het middelpunt 37a, 37c van de ingangsopening 25a, 25c en door het middelpunt 31a, 31c van de uitgangsopening 23a, 23c gaat en de kromming van het kanaal 27a, 27c volgt. Deze centrale longitudinale aslijn 41a, 41c representeert het midden van het kanaal 27a, 27c.
De lengte van de kanalen 27a, 27b, 27c langs de respectieve longitudinale aslijnen 41a, 41b, 41c daarvan is in hoofzaak gelijk.
Verdere eigenschappen van de geluidsgolfgeleiders van een geluidsgolfmodule worden nader toegelicht onder verwijzing naar de figuren 6 en 7. In figuur 6 is een schematisch draadmodel getoond van het gekromde kanaal 27a, 27c van de bovengelegen en ondergelegen geluidsgolfgeleider 21a, 21c. Getoond is dat het kanaal 27a, 27c in doorsnede dwars op de centrale longitudinale aslijn 41a, 41c vanuit de ingangsopening 25a, 25c tot de uitgangsopening 23a, 23c geleidelijk van cirkelvormig naar rechthoekvormig verloopt, waarbij elke doorsnede Di...Dn dwars op de centrale longitudinale aslijn 41a, 41c in hoofdzaak dezelfde oppervlakte heeft. Deze eigenschap heeft het kanaal 27b van de tussenliggende geluidsgolfgeleider 21b ook. In het in de figuren 2 tot en met 5 getoonde uitvoeringsvoorbeeld is de diameter van de ingangsopening 25mm. De oppervlakte van elke doorsnede Di....Dn is in hoofdzaak 490mm2. De afmeting van elke uitgangsopening 23 langs de centrale aslijn 31 daarvan, d.w.z. de hoogte van de uitgangsopening, is 28mm. De afmeting van elke uitgangsopening 23 langs een aslijn loodrecht op de centrale aslijn 31, d.w.z. de breedte van de uitgangsopening 23; 17,5 mm.
In figuur 7 is een ander schematisch draadmodel getoond van het gekromde kanaal 27a, 27c van de bovengelegen en ondergelegen geluidsgolfgeleider 21a, 21c. Getoond is dat de centrale aslijn 39a, 39c van de ingangsopening 25a, 25c die parallel verloopt aan de centrale aslijn 29 van de uitgangsopeningen 23 en die door het middelpunt 37a, 37c van de cirkelrondvormige ingangsopening 25a, 25c gaat. Getoond is dat van elke longitudinale aslijn 45, 47,49, 51 van het kanaal 27b, 27c die een punt op de centrale aslijn 39a, 39c van de ingangsopening 25a, 25c verbindt met een corresponderend punt op de centrale aslijn 29a, 29c van de uitgangsopening 23a, 23c, de lengte van de longitudinale aslijn 45, 47,49, 51 tussen deze corresponderende punten in hoofdzaak gelijk is. Deze eigenschap heeft het kanaal van de tussenliggende geluidsgolfgeleider ook.
In figuur 8 zijn de compressie drivers 13a, 13b, 13c; het geluidsgolfgeleiderblok 15 en de hoorn 17 van figuur 3 in perspectivisch aanzicht getoond.
In figuur 9 is het geluidsgolfgeleiderblok 15 van figuur 8 getoond zonder de compressie drivers 13 en zonder de hoorn 17.
In de figuren heeft een geluidsgolfgeleidermodule drie geluidsgolfgeleiders. Tevens zou een geluidsgolfgeleider twee geluidsgolfgeleiders kunnen hebben. Een mogelijkheid is twee geluidsgolfgeleiders 21a, 21c met een gekromd kanaal 27a, 27c zonder de tussenliggende geluidsgolfgeleider 21b. Een andere mogelijkheid is een geluidsgolfgeleider 21b met een recht kanaal 27b in combinatie met één geluidsgolfgeleider 21a met een gekromd kanaal 27a.
In de figuren is een luidsprekerinrichting getoond met drie geluidsgolfgeleidermodules. Een luidsprekerinrichting kan ook één, twee, vier, of meer geluidsgolfgeleidermodules hebben. In de figuren zijn de geluidsgolfgeleidermodules geïntegreerd in een geluidsgolfgeleiderblok. De geluidsgolfgeleidermodules kunnen tevens separate eenheden zijn die met elkaar worden verbonden. In de figuren zijn geluidsgolfgeleiders in een geluidsgolfgeleiderblok geïntegreerd. Tevens kunnen de geluidsgolfgeleiders separate eenheden zijn die met elkaar worden verbonden.
In de figuren zijn de geluidsbronnen die aan een geluidsgolfgeleidermodule zijn aangebracht volledig naast elkaar gepositioneerd. Alternatief zijn de geluidsbronnen die aan een geluidsgolfgeleidermodule zijn aangebracht gedeeltelijk naast elkaar gepositioneerd.
In figuur 4 is getoond dat de middelpunten van de ingangsopeningen van de geluidsgolfgeleiders van een geluidsgolfgeleider volgens de uitvinding zich in één plat vlak v6 bevinden, zodat de ingangsopeningen en daarmee de daarop aan te brengen geluidsbronnen volledig naast elkaar zijn gepositioneerd. Alternatief liggen de middelpunten van de ingangsopening van de ondergelegen geluidsgolfgeleider en van de ingangsopening van de bovengelegen in een respectief plat vlak aan weerszijden van en parallel aan het platte vlak v6 waarin het middelpunt van de ingangsopening van de tussenliggende geluidsgolfgeleider. Daarbij zijn de respectieve platte vlakken over een zodanige afstand verzet ten opzichte van het platte vlak v6 dat de ingangsopeningen van de geluidsgolfgeleidermodule en daarmee de daarop aan te brengen geluidsbronnen niet volledig maar gedeeltelijk naast elkaar zijn gepositioneerd.
De onderhavige uitvinding is niet beperkt tot de bovenbeschreven uitvoeringsvoorbeelden. De gevraagde rechten worden bepaald door de navolgende conclusies, binnen de strekking waarvan velerlei modificaties denkbaar zijn.

Claims (20)

1. Geluidsgolfgeleider (27a, 27c) voor een luidsprekerinrichting (3), in het bijzonder een line array luidsprekerinrichting, omvattende: - een rechthoekvormige uitgangsopening (23a, 23c) die zich in een eerste plat vlak (vi) uitstrekt; en - een cirkelvormige ingangsopening (25a, 25c) die zich in een tweede plat vlak (v2a, v2b) uitstrekt; en - een enkel kanaal (27a, 27c) dat de uitgangsopening en de ingangsopening met elkaar verbindt; waarbij - de rechthoekvormige uitgangsopening (23a, 23c) een centrale aslijn (29a, 29c) heeft die zich in het eerste platte vlak (vi) uitstrekt, die het middelpunt (31a, 31c) van de rechthoekvormige uitgangsopening (23a, 23c) snijdt, en die loodrecht staat ten opzichte van twee zijden (33a, 33c; 35a, 35c) van de rechthoekvormige uitgangsopening (23a, 23c); en - het middelpunt (37a, 37c) van de cirkelvormige ingangsopening (25a, 25c) is verzet ten opzichte van het middelpunt (31a, 31c) van de rechthoekige uitgangsopening (23a, 23c) in de uitstrekkingsrichting van de centrale aslijn (29a, 29c) en is verzet ten opzichte van een derde plat vlak (v3) dat zich loodrecht op het eerste platte vlak (vi) uitstrekt waarbij de snijlijn (Li, L2) van het eerste platte vlak (vi) en het derde platte vlak (v3) samenvalt met de centrale aslijn (29a, 29c) van de rechthoekvormige uitgangsopening (23a, 23c).
2. Geluidsgolfgeleider volgens conclusie 1, waarbij - het kanaal (27a, 27c) een centrale longitudinale aslijn (41a, 41c) heeft die het middelpunt (37a, 37c) van de cirkelvormige ingangsopening (25a, 25c) en het middelpunt (31a, 31c) van de rechthoekige uitgangsopening (23a, 23c) snijdt en het midden van het kanaal (27a, 27c) representeert; - het kanaal (27a, 27c) in doorsnede dwars op de centrale longitudinale aslijn (41a, 41c) vanuit de ingangsopening (25a, 25c) tot de uitgangsopening (23a, 23c) geleidelijk van cirkelvormig naar rechthoekvormig verloopt; - elke doorsnede (Di...Dn) dwars op de centrale longitudinale aslijn (41a, 41c) in hoofdzaak dezelfde oppervlakte heeft.
3- Geluidsgolfgeleider volgens conclusie 1 of 2, waarbij - van elke longitudinale aslijn (45,47, 49, 51) van het kanaal (27a, 27c) die een punt op de centrale aslijn (39a, 39c) van de ingangsopening (25a, 25c) verbindt met een corresponderend punt op de centrale aslijn (29a, 29c) van de uitgangsopening (23a, 23c), de lengte tussen deze corresponderende punten in hoofdzaak gelijk is.
4. Geluidsgolfgeleider volgens één van de conclusies 1 tot en met 3, waarbij - de cirkelvormige ingangsopening (25a, 25c) een centrale aslijn (39a, 39c) heeft die zich in het tweede platte vlak (v2) uitstrekt, die het middelpunt (37a, 37c) van de cirkelvormige ingangsopening (25a, 25c) snijdt, en die parallel verloopt aan de centrale aslijn (29a, 29c) van de rechthoekvormige uitgangsopening (23a, 23c); en - het eerste platte vlak (vi) en het tweede platte vlak (v2a, v2b) elkaar snijden waarbij de snijdlijn (Li, L2) van het eerste platte vlak (vi) en het tweede platte vlak (v2a, v2b) parallel verloopt aan de centrale aslijn (29a, 29c) van de rechthoekvormige uitgangsopening (23a, 23c).
5. Geluidsgolfgeleider volgens conclusie 4, waarbij - de hoek (a) waaronder het eerste platte vlak (vi) en het tweede platte vlak (v2a, v2b) elkaar snijden kleiner of gelijk is aan in hoofdzaak 90°, en bij voorkeur in het bereik ligt van in hoofdzaak 30° tot en met in hoofdzaak 90°.
6. Geluidsgolfgeleider volgens één van de voorgaande conclusies 1 tot en met 5, waarbij - het kanaal twee tegengestelde krommingen heeft in de uitstrekkingsrichting van de centrale aslijn van de uitgangsopening.
7. Geluidsgolfgeleidermodule (19) voor een luidsprekerinrichting (3), in het bijzonder een line array luidsprekerinrichting, omvattende: - ten minste twee geluidsgolfgeleiders (21), elk omvattende een rechthoekvormige uitgangsopening (23) en een cirkelvormige ingangsopening (25), en een enkel kanaal (27) dat zich dat de uitgangsopening en de ingangsopening met elkaar verbindt; waarbij - ten minste één van de genoemde geluidsgolfgeleiders (21) een geluidsgolfgeleider (21a, 21c) volgens één van de conclusies 1 tot en met 6 is; en waarbij - de uitgangsopeningen (23) van de geluidsgolfgeleiders (21) boven elkaar zijn gepositioneerd in de uitstrekkingsrichting van de centrale aslijn (29a, 29c) van de uitgangsopening (23a, 23c) van de geluidsgolfgeleider (21a, 21c) volgens één van de conclusies 1 tot en met 6.
8. Geluidsgolfgeleidermodule (19) volgens conclusie 7, omvattende: - twee geluidsgolfgeleiders (21a, 21c) volgens één van de conclusies 1 tot en met 6, waarbij - de uitgangsopeningen (23a, 23c) zich in het zelfde eerste platte vlak (vi) uitstrekken; - de centrale aslijnen (29a, 29c) van de uitgangsopeningen (23a, 23c) samenvallen; - de middelpunten (37a, 37c) van de ingangsopeningen (25a, 25c) aan weerszijden zijn gelegen van het derde plat vlak O3) dat loodrecht staat op het eerste platte vlak (vi) waarin de uitgangsopeningen (23a, 23c) zich uitstrekken, waarbij de centrale aslijnen (29a, 29c) van de uitgangsopeningen (23a, 23c) zich uitstrekken in het derde platte vlak (V3); en - de middelpunten (21a, 21b) van de ingangsopeningen (25a, 25c) in een zelfde vlak (v6) liggen dat zich dwars op het eerste vlak (vi) en het derde platte vlak (V3) uitstrekt.
9. Geluidsgolfgeleidermodule (19) volgens conclusie 8, omvattende: - een tussenliggende golfgeleider (21b) omvattende: - een rechthoekvormige uitgangsopening (23b) die zich in een vierde plat vlak (V4) uitstrekt; - een cirkelvormige ingangsopening (25b) die zich in een vijfde plat vlak (vs) uitstrekt; en - een enkel kanaal (27b) dat de rechthoekvormige uitgangsopening (23b) en de cirkelvormige ingangsopening (25b) met elkaar verbindt; waarbij - de rechthoekvormige uitgangsopening (23b) een centrale aslijn (29b) heeft die zich in het vierde platte vlak (v4) uitstrekt, die het middelpunt (37b) van de rechthoekvormige uitgangsopening (23b) snijdt, en die loodrecht staat ten opzichte van twee zijden (33b, 35b) van de rechthoekvormige uitgangsopening (23b); - de cirkelvormige ingangsopening (25b) een centrale aslijn (39b) heeft die zich in het vijfde platte vlak (V5) uitstrekt, die het middelpunt (31b) van de cirkelvormige uitgangsopening (23b) snijdt, en die parallel verloopt aan de centrale aslijn (29b) van de rechthoekvormige uitgangsopening (23b); - het vierde platte vlak (V4) en het vijfde platte vlak (V5) parallel zijn; - het kanaal (27b) een rechte centrale longitudinale aslijn (41b) heeft die het middelpunt (37b) van de ingangsopening (25b) en het middelpunt (31b) van de uitgangsopening (23b) snijdt en die loodrecht verloopt ten opzichte van het vierde platte vlak (v4) en het vijfde platte vlak (V5); - de uitgangsopening (23b) van de tussenliggende geluidsgolfgeleider (21b) tussen de uitgangsopeningen (23a, 23c) van de andere geluidsgolfgeleiders (21a, 21c) is gepositioneerd, waarbij de uitgangsopening (23b) van de tussenliggende geluidsgolfgeleider (21b) en de uitgangsopeningen (23a, 23c) van de andere geluidsgolfgeleiders (21a, 21c) zich in hetzelfde platte vlak (vi, V4) uitstrekken; - de ingangsopening (25b) van de tussenliggende geluidsgolfgeleider (21b) tussen de ingangsopeningen (25a, 25c) van de andere geluidsgolfgeleiders (21a, 21c) is gepositioneerd; - het middelpunt (31b) van de uitgangsopening (23b) van de tussenliggende geluidsgolfgeleider (21b), het middelpunt (37b) van de ingangsopening (25b) van de tussenliggende geluidsgolfgeleider (21b), en de middelpunten (37a, 37c) van de ingangsopeningen (25a, 25c) van de andere geluidsgolfgeleiders (21a, 21c) in een zelfde zesde plat vlak (v6) liggen.
10. Geluidsgolfgeleidermodule (19) volgens conclusie 8 of 9, waarbij - de kanalen (27a, 27b, 27c) van de geluidsgolfgeleiders (21a, 21b, 21c) langs de centrale longitudinale aslijnen (41a, 41b, 41c) daarvan in hoofdzaak even lang zijn.
11. Luidsprekerinrichting (3) omvattende: - ten minste één geluidsgolfgeleidermodule (19) volgens één van de conclusies 6 tot en met 10, waarbij de uitgangsopeningen (23a, 23b, 23c) van de geluidsgolfgeleiders (21a, 21b, 21c) boven elkaar zijn gepositioneerd ten einde gezamenlijk een kolomvormige uitgangsopening van de luidsprekerinrichting te vormen die zich in een kolomrichting (K) uitstrekt.
12. Luidsprekerinrichting (3) omvattende: - ten minste twee aanliggende geluidsgolfgeleidermodules (19a, 19b, 19c) volgens één van de conclusies 6 tot en met 10, waarbij de uitgangsopeningen (23a, 23b, 23c) van de geluidsgolfgeleiders (21a, 21b, 21c) boven elkaar zijn gepositioneerd ten einde gezamenlijk een kolomvormige uitgangsopening van de luidsprekerinrichting te vormen die zich in een kolomrichting (K) uitstrekt.
13. Luidsprekerinrichting (3) volgens conclusie 11 of 12, waarbij - de uitgangsopeningen (23a, 23b, 23c) van de geluidsgolfgeleiders (21a, 21b, 21c) zich in één plat vlak (vi) uitstrekken.
14. Luidsprekerinrichting (3) volgens één van de voorgaande conclusies 11 tot en met 13, waarbij - op de ingangsopening (25a, 25b, 25c) van elke geluidsgolfgeleider (21a, 21b, 21c) een geluidsbron is aangebracht, bij voorkeur een compressie driver (13a, 13b, 13c).
15. Luidsprekerinrichting (3) volgens conclusie 14, waarbij de afmeting (a) van de uitgangsopening (23a, 23b, 23c) van elke geluidsgolfgeleider (21a, 21b, 21c) in de kolomrichting (K) kleiner is dan de buitenafmeting (b) van de daaraan aangebrachte geluidsbron (13a, 13b, 13c) in de kolomrichting (K).
16. Luidsprekerinrichting (3) volgens conclusie 15, waarbij de afmeting van ten minste één van de geluidsgolfgeleidermodules (19a, 19b, 19c), bij voorkeur elke geluidsgolfgeleidermodule, in de kolomrichting (K) kleiner is dan de som van de buitenafmetingen (b) van de aan de geluidsgolfgeleidermodule (19a, 19b, 19c) aangebrachte geluidsbronnen in de kolomrichting, waarbij bij voorkeur de afmeting van de geluidsgolfgeleidermodule in de kolomrichting in hoofdzaak gelijk is aan de buitenafmeting (b) van de daaraan aangebrachte geluidsbronnen (13a, 13b, 13c) in de kolomrichting (K).
17. Luidsprekersysteem, in het bijzonder line-array luidsprekersysteem (1), omvattende een veelvoud luidsprekerinrichtingen (3) volgens één van de conclusies 11 tot en met 16, waarbij de luidsprekerinrichtingen (3) boven elkaar zijn gepositioneerd in een kolom zijn gepositioneerd zodat de kolomvormige uitgangsopeningen van de afzonderlijke luidsprekerinrichtingen (3) gezamenlijk een kolomvormige uitgangsopening van het luidsprekersysteem (1) vormen.
18. Samenstel van een geluidsgolfgeleider (21a, 21c) volgens één van de conclusies 1 tot en met 5 en een op de ingangsopening (25a, 25c) van de geluidsgolfgeleider (27a, 27c) aan te brengen geluidsbron (13a, 13c) met een bepaald frequentiebereik.
19. Samenstel volgens conclusie 18, waarbij - de lengte van het kanaal (27a, 27c) van de geluidsgolfgeleider (21a, 21c) langs de centrale longitudinale aslijn (41a, 41c) daarvan ligt in het bereik van in hoofdzaak 2x tot en met in hoofzaak jx, bij voorkeur 3x tot en met 6x, de golflengte bij de hoogste frequentie van het frequentiebereik van de geluidsbron (13a, 13c).
20. Samenstel volgens conclusie 18 of 19, waarbij - de afstand (a) tussen de zijden (33a, 35a; 33c, 35c) van de rechthoekvormige uitgangsopening (23a, 23c) langs de centrale aslijn (29a, 29c) daarvan kleiner is dan of in hoofdzaak gelijk is aan de golflengte bij de hoogste frequentie van het frequentiebereik van de geluidsbron (13a, 13c).
NL2015783A 2015-11-12 2015-11-12 Geluidsgolfgeleider, geluidsgolfgeleidermodule, en luidsprekerinrichting. NL2015783B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2015783A NL2015783B1 (nl) 2015-11-12 2015-11-12 Geluidsgolfgeleider, geluidsgolfgeleidermodule, en luidsprekerinrichting.

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2015783A NL2015783B1 (nl) 2015-11-12 2015-11-12 Geluidsgolfgeleider, geluidsgolfgeleidermodule, en luidsprekerinrichting.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2015783B1 true NL2015783B1 (nl) 2017-06-02

Family

ID=56084294

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2015783A NL2015783B1 (nl) 2015-11-12 2015-11-12 Geluidsgolfgeleider, geluidsgolfgeleidermodule, en luidsprekerinrichting.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2015783B1 (nl)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2583075A (en) * 2019-04-02 2020-10-21 Em Acoustics Ltd Manifold for a loudspeaker
WO2022218823A1 (de) * 2021-04-13 2022-10-20 Kaetel Systems Gmbh Lautsprechersystem, verfahren zum herstellen des lautsprechersystems, beschallungsanlage für einen vorführbereich und vorführbereich

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6112847A (en) * 1999-03-15 2000-09-05 Clair Brothers Audio Enterprises, Inc. Loudspeaker with differentiated energy distribution in vertical and horizontal planes
US20020029926A1 (en) * 2000-09-08 2002-03-14 Eric Vincenot Sound-producing device with acoustic waveguide
US20030132056A1 (en) * 2001-01-11 2003-07-17 Meyer John D. Manifold for a horn loudspeaker and method
EP2922050A1 (en) * 2014-03-10 2015-09-23 Ciare s.r.l. Acoustic wave guide

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6112847A (en) * 1999-03-15 2000-09-05 Clair Brothers Audio Enterprises, Inc. Loudspeaker with differentiated energy distribution in vertical and horizontal planes
US20020029926A1 (en) * 2000-09-08 2002-03-14 Eric Vincenot Sound-producing device with acoustic waveguide
US20030132056A1 (en) * 2001-01-11 2003-07-17 Meyer John D. Manifold for a horn loudspeaker and method
EP2922050A1 (en) * 2014-03-10 2015-09-23 Ciare s.r.l. Acoustic wave guide

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2583075A (en) * 2019-04-02 2020-10-21 Em Acoustics Ltd Manifold for a loudspeaker
WO2022218823A1 (de) * 2021-04-13 2022-10-20 Kaetel Systems Gmbh Lautsprechersystem, verfahren zum herstellen des lautsprechersystems, beschallungsanlage für einen vorführbereich und vorführbereich

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US9571923B2 (en) Acoustic waveguide
NL2015783B1 (nl) Geluidsgolfgeleider, geluidsgolfgeleidermodule, en luidsprekerinrichting.
KR102560990B1 (ko) 지향성 스피커 및 이를 갖는 디스플레이 장치
JP6132910B2 (ja) マイクロホン装置
US10205213B2 (en) Antenna formed from plates and methods useful in conjunction therewith
EP1890520A1 (en) Array speaker device
US11962970B2 (en) Multi-way acoustic waveguide for a speaker assembly
RU2017129264A (ru) Компоновка громкоговорителей для воспроизведения трехмерного звука в автомобилях
CN108391210B (zh) 扬声器设备
EP2605543A2 (en) Speaker system
US10085093B2 (en) Loudspeaker arrangement
EP2811756B1 (de) Lautsprecher
US20200154198A1 (en) Loudspeaker
US10560779B2 (en) Sound radiating arrangement and method of providing the same
CN111107466B (zh) 中高频复合波导号角
US20160219363A1 (en) Diffraction blade for loudspeaker unit
US20180332403A1 (en) Loudspeaker arrangement
EP3104625B1 (en) Manifold for multiple compression drivers with a single point source exit
US10602263B2 (en) Planar loudspeaker manifold for improved sound dispersion
US20120328140A1 (en) Horn enclosure for combining sound output
GB2449913A (en) Loudspeaker horn with passages that subdivide
KR102651603B1 (ko) 4중 금속 도파관 장치 및 이를 이용한 전력 결합 장치
KR970702680A (ko) 마이크로폰 장치(Microphone Device)
ITMI20090234A1 (it) Filtro direzionale per segnali in radiofrequenza
EA041316B1 (ru) Громкоговоритель с устройством формирования формы волнового фронта