NL2015620B1 - Melkmeter. - Google Patents
Melkmeter. Download PDFInfo
- Publication number
- NL2015620B1 NL2015620B1 NL2015620A NL2015620A NL2015620B1 NL 2015620 B1 NL2015620 B1 NL 2015620B1 NL 2015620 A NL2015620 A NL 2015620A NL 2015620 A NL2015620 A NL 2015620A NL 2015620 B1 NL2015620 B1 NL 2015620B1
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- milk
- measuring chamber
- flow
- measuring
- milk meter
- Prior art date
Links
Classifications
-
- G—PHYSICS
- G01—MEASURING; TESTING
- G01F—MEASURING VOLUME, VOLUME FLOW, MASS FLOW OR LIQUID LEVEL; METERING BY VOLUME
- G01F1/00—Measuring the volume flow or mass flow of fluid or fluent solid material wherein the fluid passes through a meter in a continuous flow
- G01F1/05—Measuring the volume flow or mass flow of fluid or fluent solid material wherein the fluid passes through a meter in a continuous flow by using mechanical effects
- G01F1/52—Measuring the volume flow or mass flow of fluid or fluent solid material wherein the fluid passes through a meter in a continuous flow by using mechanical effects by measuring the height of the fluid level due to the lifting power of the fluid flow
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01J—MANUFACTURE OF DAIRY PRODUCTS
- A01J5/00—Milking machines or devices
- A01J5/007—Monitoring milking processes; Control or regulation of milking machines
- A01J5/01—Milkmeters; Milk flow sensing devices
-
- G—PHYSICS
- G01—MEASURING; TESTING
- G01F—MEASURING VOLUME, VOLUME FLOW, MASS FLOW OR LIQUID LEVEL; METERING BY VOLUME
- G01F1/00—Measuring the volume flow or mass flow of fluid or fluent solid material wherein the fluid passes through a meter in a continuous flow
- G01F1/007—Measuring the volume flow or mass flow of fluid or fluent solid material wherein the fluid passes through a meter in a continuous flow by measuring the level variations of storage tanks relative to the time
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Physics & Mathematics (AREA)
- Fluid Mechanics (AREA)
- General Physics & Mathematics (AREA)
- Animal Husbandry (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Measuring Volume Flow (AREA)
Abstract
Melkmeter voor het meten van een debiet van een melkstroom, voorzien van een inlaat waaraan, in gebruik, de melkstroom wordt toegevoerd, een uitlaat waar de melkstroom de melkmeter, in gebruik, verlaat en een vloeistofstroomtraject dat zich uitstrekt van de inlaat naar de uitlaat, waarbij de melkmeter is voorzien van een meetkamer die in het vloeistofstroomtraject is opgenomen en een vlotter die zich in de meetkamer bevindt en is ingericht om te drijven op melk van de melkstroom die zich in de meetkamer bevindt, waarbij de melkmeter dusdanig is ingericht dat een niveau van melk in de meetkamer afhankelijk is van het debiet van de melkstroom waarbij de melkmeter voorts is voorzien van een magneeteenheid voor het opwekken van een magneetveld in de meetkamer dusdanig dat het magneetveld varieert in een hoogterichting van de meetkamer en waarbij in de vlotter een elektronische meeteenheid is aangebracht voor het meten van de sterkte van het magneetveld waarbij de gemeten sterkte van het magneetveld een maat is voor de hoogte binnen de meetkamer waarop de vlotter drijft op de melk in de meetkamer en waarmee daarmee de gemeten sterkte van het magneetveld een maat is voor het debiet van de melkstroom.
Description
P109380NL00 Titel: Melkmeter
De uitvinding heeft betrekking op een melkmeter voor het meten van een debiet van een melkstroom, voorzien van een inlaat waaraan, in gebruik, de melkstroom wordt toegevoerd, een uitlaat waar de melkstroom de melkmeter, in gebruik, verlaat en een vloeistofstroomtraject dat zich uitstrekt van de inlaat naar de uitlaat.
Dergelijke melkmeters zijn in diverse soorten bekend. Veel bekende melkmeters zijn mechanische vul- en dumpmeters, die bewegende delen bevatten. Een bezwaar van dergelijke mechanische melkmeters is dat de bewegende delen onderhavig zijn aan slijtage en onderhoud behoeven, en verder gevoelig zijn voor vervuiling. De uitvinding beoogt een melkmeter te verschaffen die een verbetering bevat ten opzichte van bekende melkmeters.
De melkmeter volgens de uitvinding wordt gekenmerkt in dat de melkmeter is voorzien van een meetkamer die in het vloeistofstroomtraject is opgenomen en een vlotter die zich in de meetkamer bevindt en is ingericht om te drijven op melk van de melkstroom die zich in de meetkamer bevindt, waarbij de melkmeter dusdanig is ingericht dat een niveau van melk in de meetkamer afhankelijk is van het debiet van de melkstroom waarbij in de vlotter een elektronische meeteenheid is aangebracht voor het contactloos meten van de hoogte binnen de meetkamer waarop de vlotter drijft op de melk in de meetkamer zodat de gemeten hoogte een maat is voor het debiet van de melkstroom en waarbij de elektronische meeteenheid is voorzien van een zendereenheid voor het draadloos uitzenden van een signaal dat informatie omvat over het gemeten debiet van de melkstroom.
Een voordeel van de melkmeter volgens de uitvinding is dat de bewegende vlotter niet onderhavig is aan slijtage omdat contactloos wordt gemeten en de verkregen informatie over het debiet draadloos wordt uitgezonden.. Het draadloos kunnen versturen van informatie over het gemeten debiet heeft bovendien als voordeel dat veel kabel kan worden bespaard. In grote stallen kan dit al snel oplopen tot kilometers kabel. Dit komt omdat een uier van de koe vrij toegankelijk moet zijn waardoor kabels meestal worden omgeleid langs een richting van een pad waarlangs de koeien lopen in de melkstal zodat de koeien de kabels niet kunnen raken. Een verder nadeel van het gebruik van kabels is dat deze veelal zijn voorzien van connectoren die gevoelig zijn voor vocht. Juist een melkstal is bijzonder vochtig. Hierdoor is het bijzonder voordelig wanneer de elektronische meeteenheid is voorzien van een zendereenheid zoals hiervoor is aangegeven.
Een verder voordeel is dat de kwetsbare elektronische meeteenheid in de vlotter is opgenomen en daarmee goed kan zijn beschermd tegen verontreiniging en andere interacties met bijvoorbeeld voorwerpen van buitenaf de melkmeter. Bovendien blijkt dat op deze wijze het debiet van de melkstroom zeer nauwkeurig kan worden bepaald. Een reden hiertoe is dat de vlotter zakt door schuim wat op de melk drijft. Hierdoor wordt een meting verricht waarbij het schuim geen onnauwkeurigheid in de meting met zich brengt. Doordat de elektronische meeteenheid zich in de vlotter bevindt, kan het gewicht van een vlotter klein worden gehouden. Hierdoor kan de vlotter zelf ook klein worden gehouden. In het bijzonder geldt dat de melkmeter voorts is voorzien van een magneeteenheid voor het opwekken van een magneetveld in de meetkamer dusdanig dat het magneetveld varieert in een hoogterichting van de meetkamer waarbij de elektronische meeteenheid is ingericht voor het meten van de sterkte van het magneetveld waarbij de gemeten magnetische veldsterkte van het magneetveld een maat is voor de hoogte binnen de meetkamer waarop de vlotter drijft op de melk in de meetkamer en waarmee daarmee de gemeten veldsterkte van het magneetveld een maat is voor het debiet van de melkstroom. Op deze wijze kan de hoogte waarop de vlotter zich in de meetkamer bevindt nauwkeurig worden gemeten. In het bijzonder geldt dat een magneeteenheid is voorzien van een permanente magneet. De permanente magneet heeft als voordeel dat deze eveneens ongevoelig is voor de omgeving van de melkstal. Doordat ervoor is gekozen om de elektronische meeteenheid in de vlotter aan te brengen in plaats van de permanente magneet kan, zoals gezegd, de vlotter licht en daarmee relatief klein worden gehouden. Bovendien kan de magneet op deze wijze relatief groot worden uitgevoerd. Een grote magneet zorgt ervoor dat met behulp van de elektronische meeteenheid energiezuinig kan worden gemeten. Bovendien treedt er geen of nauwelijks storing op door externe magneetvelden of zelfs het aardmagnetisch veld. De vlotter kan verwisselbaar worden uitgevoerd zodat de elektronika gemakkelijk kan worden ge-upgrade. In het bijzonder geldt dat de elektronische meeteenheid is voorzien van een voeding. Alhoewel, zoals gezegd, de elektronische meeteenheid energiezuinig kan werken, kan op deze wijze de vlotter toch ook eenvoudig worden vervangen wanneer de voeding leeg is.
In het bijzonder geldt dat de elektronische meeteenheid voorts is voorzien van een sensor zoals een Hall-sensor of een fluxgate sensor voor het detecteren van het magneetveld en een processor voor het verwerken van meetsignalen van de Hall-sensor ter verkrijging van informatie over het debiet van de melkstroom.
Volgens een praktische variant volgt dat de meetkamer is voorzien van een eerste uitlaatopening die in fluïdemverbinding met de uitlaat staat zodat, in gebruilk, melk uit de meetkamer kan wegstromen naar de uitlaat waarbij de uitlaatopening bij voorkeur in een bodem van de meetkamer is aangebracht.
Meer in het bijzonder geldt volgens een voorkeursuitvoeringsvorm dat de melkmeter is voorzien van een bufferreservoir dat stroomopwaarts van de meetkamer in het vloeistofstroomtraject is opgenomen, waarbij in een zijwand van het bufferreservoir een uitstroomopening is opgenomen die zich vanaf een laagste punt van de uitstroomopening naar boven toe uitstrekt en die in fluïdumverbinding staat met de uitlaat waarbij een bovenzijde van het bufferreservoir een inlaatopening omvat die in fluïdumverbinding staat met de inlaat en waarbij het bufferreservoir en de meetkamer via een fluïdumverbinding met elkaar zijn verbonden, dusdanig dat het bufferreservoir, fluïdumverbinding en meetkamer, in gebruik, functioneren als communicerende vaten zodat, in gebruik, een niveau van de melk in de meetkamer gelijk is aan een niveau van de melk in het bufferreservoir. Het blijkt dat op deze wijze een zeer betrouwbare meting kan worden uitgevoerd die goed werkt bij zowel relatief hoge debieten als relatief lage debieten.
In het bijzonder geldt hierbij dat de uitstroomopening van het bufferreservoir een breedte heeft die toeneemt in opwaartse richting.Dit heeft als gevolg dat bij een toenemend debiet de melkstroom door de uitstroomopening gemakkelijk kan toenemen zodat een goede verdeling kan worden verkregen tussen enerzijds een niveau van de melk in het bufferreservoir en anderzijds het debiet van de melkstroom.
Volgens een praktische uitvoeringsvorm geldt dat de uitstroomopening via een bypasskanaal in fluïdumverbinding staat met de uitlaat.
In het bijzonder geldt hierbij dat de meetkamer cilindervormig is uitgevoerd en waarbij het bufferreservoir zich rondom de meetkamer uitstrekt. Op deze wijze kan een compacte melkmeter worden gerealiseerd.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm geldt verder dat een bodem van het bufferreservoir en een bodem van de fluïdumverbinding zich op een zelfde hoogte bevindt als een bodem van de meetkamer. Doordat de melkstroom door de plaat wordt verdeeld ontstaat een rustige deponering van de melkstroom in het bufferreservoir. Dit heeft als voordeel dat een stabiel melkoppervlak wordt verkregen met weinig “golfslag”. Dit heeft weer als voordeel dat het deinen van de vlotter wordt tegengegaan. In het bijzonder zijn de meetkamer 6, het bufferreservoir 24, het bypasskanaal 32 en de fluïdumverbinding 36 van een niet magnetiseerbaar materiaal zoals kunststof of aluminium uitgevoerd.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de tekening. Hierin toont:
Fig. 1 in doorzicht een mogelijke uitvoeringsvorm van de melkmeter volgens de uitvinding;
Fig. 2 een dwarsdoorsnede van de melkmeter volgens de lijn H,h in figuur 1; en
Fig. 3 een mogelijke uitvoeringsvorm van de meeteenheid van de melkmeter van figuur 2;
Fig. 4 een dwarsdoorsnede van een alternatieve uitvoeringsvorm van een melkmeter volgens de uitvinding; en
Fig. 5 een mogelijke uitvoeringsvorm van de meeteenheid van de melkmeter van figuur 4.
In figuur 1 is met referentienummer 1 een mogelijke uitvoeringsvorm van een melkmeter volgens de uitvinding aangeduid. De melkmeter is voorzien van een inlaat 2 waarin, in gebruik, de melkstroom waarvan het debiet moet worden gemeten wordt toegevoerd. Voorts is de melkmeter voorzien van een uitlaat 4 waar de melkstroom waarvan het debiet is gemeten, in gebruik, de melkmeter weer verlaat. Tussen de inlaat en de uitlaat strekt zich een vloeistofstroomtraject 5 uit die in de tekening schematisch met een stippellijn is aangeduid. Uiteraard betreft de stippellijn slechts één mogelijke weg waarlangs de melkstroom zich kan voortbewegen; reden waarom de weergave schematisch is.
De melkmeter is voorzien van een meetkamer 6 die in het vloeistofstroomtraject 5 is opgenomen. De melkmeter is voorts voorzien van een vlotter 8 die zich in de meetkamer bevindt en die is ingericht om te drijven op de melk van de melkstroom die zich, in gebruik, in de meetkamer bevindt. De melkmeter is dusdanig ingericht dat een niveau van de melk in de meetkamer (de hoogte van het vloeistofoppervlak van de melk in de meetkamer) afhankelijk is van het debiet van de melkstroom. In dit voorbeeld geldt dat de hoogte van het niveau van de melk in de meetkamer toeneemt wanneer het debiet toeneemt.
De melkmeter is verder voorzien van een magnetiseringseenheid 10 voor het opwekken van een magneetveld in de meetkamer. Het magneetveld dat wordt opgewekt is dusdanig dat de magnetische veldsterkte varieert in een hoogterichting h van de meetkamer. In de vlotter is een elektronische meeteenheid 12 aangebracht voor het meten van de sterkte van het magneetveld. De sterkte van het magneetveld wordt ook wel aangeduid als een magneetflux. De gemeten sterkte van het magneetveld is een maat voor de hoogte waarop de vlotter drijft op de melk in de meetkamer. Omdat de hoogte waarop de vlotter drijft binnen de meetkamer op zijn beurt wordt bepaald door het debiet van de melkstroom, wordt op deze wijze informatie over het debiet verkregen. Anders gezegd, het debiet wordt op deze wijze gemeten.
Zoals te zien is in figuur 3 is de elektronische meeteenheid voorzien van een zendereenheid 14 voor het uitzenden van een signaal dat informatie omvat over het gemeten debiet van de melkstroom. De elektronische meeteenheid is verder voorzien van een Hall-sensor 16 voor het detecteren van het magneetveld en een processor 18 voor het verwerken van meetsignalen van de Hall-sensor ter verkrijging van informatie over het debiet van de melkstroom die met behulp van de zendereenheid 14 wordt uitgezonden. De elektronische meeteenheid 12 is verder voorzien van een voeding 20 voor het verschaffen van een voedingsspanning voor de processor en de zendereenheid.
De melkmeter is in dit voorbeeld verder voorzien van een bufferreservoir 24 dat stroomopwaarts van de meetkamer in het vloeistofstroomtraject 5 is opgenomen. In een zijwand 26 van het bufferreservoir is een uitstroomopening opgenomen die zich vanaf een laagste punt 30 van de uitstroomopening naar boven toe uitstrekt in de richting h en die in fluïdumverbinding staat met de uitlaat 4. In dit voorbeeld geldt dat de uitstroomopening 28 via een bypasskanaal 32 in fluïdumverbinding staat met de uitlaat 4. Een bovenzijde van het bufferreservoir is voorzien van een inlaatopening 34 die in fluïdumverbinding staat met de inlaat 4. Het bufferreservoir 24 en de meetkamer 6 zijn met elkaar verbonden via een fluïdumverbinding 36. De constructie is dusdanig dat het bufferreservoir 24, de fluïdumverbinding 36 en de meetkamer 6, in gebruik, functioneren als communicerende vaten zodat, in gebruik, een niveau van de melk in de meetkamer (gemeten in de richting h) gelijk is aan een niveau van de melk in het bufferreservoir (eveneens gemeten in de richting h).
In dit voorbeeld geldt dat een bodem 38 van het bufferreservoir, en een bodem 40 van de fluïdumverbinding 36 zich op dezelfde hoogte bevinden als een bodem 42 van de meetkamer. Bufferreservoir en de meetkamer staan direct of indirect open aan een omgeving gevormd in een melk-systeem voor het melken van dieren waarin de melkmeter is opgenomen, bijvoorbeeld via kleine openingen aan een bovenzijde van het bufferreservoir en de meetkamer (niet getoond). Deze omgeving van het systeem heeft veelal een wat verlaagde druk ten opzichte van de luchtdruk. Dit heeft tot gevolg dat het bufferreservoir, de meetkamer en de fluïdumverbinding functioneren als communicerende vaten waarbij de vaten worden gevormd door het bufferreservoir en de meetkamer. Uiteraard kan het bufferreservoir en de meetkamer in een andere toepassing ook in verbinidng staan met een omgeving buiten het melksysteem en dus met de ruimte in een stal.
Zoals te zien is in figuur 1 geldt dat de uitstroomopening 28 van het bufferreservoir een breedte b heeft die toeneemt in opwaartse richting (in de richting h). Het laagste punt 30 van de uitstroomopening bevindt zich onder een halve hoogte H van de meetkamer. Dit betreft slechts een voorbeeld. Dit punt kan desgewenst hoger of lager liggen en zelfs kan het punt 30 zich op de bodem 38 van het bufferreservoir bevinden.
Zoals te zien is in figuur 2 geldt dat de meetkamer 6 in dit voorbeeld cilindervormig is uitgevoerd waarbij het bufferreservoir zich rondom de meetkamer uitstrekt. Meer in het bijzonder geldt dat het bypasskanaal 32 zich rondom de meetkamer 6 uitstrekt en het bufferreservoir 24 zich rondom het bypasskanaal uitstrekt. Het bypasskanaal en het bufferreservoir zijn dus buisvormig uitgevoerd. De melkmeter is voorts nog voorzien van een melkstroomspreidplaat 44 die in het vloeistofstroomtraject 5 tussen de inlaat en het bufferreservoir is aangebracht en dusdanig is gepositioneerd dat de melkstroom door de plaat wordt verdeeld. De magnetiseringseenheid is uitgevoerd als een permanente magneet die in dit voorbeeld boven de meetkamer is aangebracht; meer specifiek, in dit voorbeeld onder de spreidplaat 44.
De werking van de melkmeter is als volgt. Wanneer een vloeistofstroom aan de inlaat 2 wordt gevoerd zal deze als eerste in contact komen met de spreidplaat 44. De melk stroomt dan over de randen van de spreidplaat in het bufferreservoir 24. Dit bufferreservoir 24 zal zich gaan vullen. De meetkamer wordt eveneens gevuld met de melk via de fluïdumverbinding 36. Eén en ander dusdanig dat het niveau van de melk in het bufferreservoir en in de meetkamer hetzelfde is. Wanneer het niveau van de melk in het bufferreservoir verder stijgt, zal het niveau van de melk het laagste punt 30 van de uitstroomopening 28 gaan bereiken. Zodra het melkniveau hoger komt zal het bufferreservoir via de uitstroomopening 28 leeg gaan stromen. Gedurende het meten is het niveau van de melk dus gelijk aan, of hoger dan, het laagste punt 30. De hoogte van het laagste punt 30 is dusdanig gekozen dat gedurende het meten de vlotter altijd goed zal drijven. De melk die via de uitstroomopening 28 wegstroomt zal via het bypasskanaal 32 naar de uitlaat 4 stromen. Wanneer het melkniveau in de melkmeter verder stijgt zal een groter gedeelte van de uitstroomopening 28 zich onder het melkniveau bevinden. Hierdoor zal de grootte van het debiet van de melk dat door de uitstroomopening 28 stroomt toenemen. Uiteindelijk zal er een evenwicht ontstaan tussen de toevoer van melk aan het bufferreservoir en de hoeveelheid melk die het bufferreservoir verlaat. Bij dit evenwicht behoort dan ook een bepaalde hoogte van het niveau van de melk in het bufferreservoir. Dit evenwicht en daarmee de hoogte van de vloeistofspiegel van de melk (hier ook wel het niveua genoemd) is afhankelijk van de grootte van het debiet waarmee de melk aan de inlaat 2 wordt toegevoerd. Wanneer het debiet van de melk dat aan de inlaat 2 wordt toegevoerd toemeemt, zal er een korte periode zijn waarin het debiet door de uitstroomopening 28 kleiner is dan het debiet van de melk door de inlaat. Het gevolg is dat het melkniveau in het bufferreservoir zal stijgen. Het gevolg hiervan is dat het debiet door de uitstroomopenimg 28 zal toenemen (omdat een groter deel van de uitstroomopening zich onder het melkniveau bevindt) totdat er weer een evenwicht is ontstaan tussen aanvoer en afvoer van melk in het bufferreservoir. Wanneer het debiet van de melk dat aan de inlaat 2 wordt toegevoerd afneemt, zal er een korte periode zijn waarin het debiet van de melk dat door de uitstroomopening 28 stroomt groter is dan het debiet van de melk dat door de inlaat stroomt. Het gevolg is dat het melkniveau in het bufferreservoir zal dalen waardoor het debiet door de uitstroomopening zal afnemen (doordat een kleiner deel van de uitstroomopening zich onder het niveau van de melk (de melkspiegel) in het bufferreservoir bevindt) totdat er weer een evenwicht is ontstaan tussen aanvoer en afvoer van melk in het bufferreservoir. Het melkniveau in de meetkamer (de hoogte van de vloeistof spiegel van de melk in de meetkamer) zal het melkniveau van het bufferreservoir volgen. De gemeten sterkte van het magneetveld zal dus een maat zijn voor de hoogte waarop de vlotter drijft op de melk in de meetkamer. Omdat de hoogte waarop de vlotter drijft binnen de meetkamer op zijn beurt wordt bepaald door het debiet van de melkstroom, wordt op deze wijze informatie over het debiet verkregen. Anders gezegd, het debiet wordt op deze wijze gemeten.
In het bijzonder zijn het bufferreservoir en de meetkamer elk nog voorzien van een relatief kleine uitlaatopening 22 en 46 die geen invloed hebben op de meting omdat door deze openingen slechts een relatief klein gedeelte van de melk kan wegstromen uit respectievelijk het bufferreservoir en de meetkamer. Deze openingen, zogenaamde drainage openingen, zijn aangebracht om ervoor te zorgen dat na gebruik de meetkamer en het bufferreservoir langzaam kunnen leegstromen via de uitlaat 4. De vlotter is verwisselbaar is uitgevoerd, zodat deze kan worden vervangen wanneer de voeding leeg is of wanneer de elektronica moet worden ge-update.
De uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor geschetste uitvoeringsvorm. Zo is het niet noodzakelijk dat de meetkamer, het bufferreservoir en de bypass coaxiaal zijn aangebracht. Dit kunnen ook kamers zijn die naast elkaar zijn gepositioneerd. Ook kan de meetkamer bijvoorbeeld de vorm hebben van een rechthoekige staaf in plaats van een cilinder. De vlotter kan dan ook rechthoekig zijn uitgevoerd. In dit voorbeeld zijn de meetkamer 6, het bufferreservoir 24, het bypasskanaal 32 en de fluïdumverbinding 36 van een kunststof uitgevoerd. Dit heeft als voordeel dat deze delen het magneetveld niet beïnvloeden. Ook kan de elektronische meeteenheid zijn voorzien van andere middelen dan hiervoor omschreven voor het contactloos meten van de hoogte binnen de meetkamer waarop de vlotter drijft op de melk in de meetkamer zodat de gemeten hoogte een maat is voor het debiet van de melkstroom. Een dergelijke variant is getoond in figuur 4 en 5. Hierbij zijn met figuur 2 en 3 overeenkomende onderdelen van een zelfde referentienummer voorzien. De elektronische meeteenheid 12 is voorzien van een zender 50 voor het in een opwaartse richting omhoog uitzenden van een pulserend elektromagnetisch of akoestisch meetsignaal 52, een ontvanger 54 voor het ontvangen van reflecties 56 van het meetsignaal aan een deel 58 van de melkmeter dat gefixeerd is ten opzichte van de meetkamer. De processor 18 is ingericht om het tijdsverschil te bepalen tussen het uitzenden en ontvangen van een puls van het meetsignaal waarbij het tijdsverschil een maat is voor de hoogte binnen de meetkamer waarop de vlotter drijft op de melk in de meetkamer en waarmee daarmee het gemeten tijdsverloop een maat is voor het debiet van de melkstroom. Met behulp van de zendeenheid 14 wordt weer informatie over het debiet van de melkstroom uitgezonden. Andere varianten zijn ook denkbaar. Zo kan een binnenwand van de meetkamer zijn voorzien van optisch van elkaar verschillende markeringen die in opwaartse richting van elkaar zijn gescheiden. Met een optische sensor van de meeteenheid 12 die een horizontale kijkrichting heeft kan afhankelijk van de hoogte waarop de vlotter zich in de meetkamer bevindt telkens tenminste een bepaalde markering worden gedetecteerd. Door te bepalen welke markering of markeringen worden gedetecteerd met de sensor kan dan de hoogte waarop de vlotter zich binnen de meetkamer bevindt worden bepaald. Hierbij is dan de gedetecteerde hoogte een maat voor het debiet van de melkstroom. Informatie over het debiet van de melkstroom kan weer worden uitgezonden met de zendereenheid 14.Dergelijke varianten worden elk geacht binnen het kader van de uitvinding te vallen.
Claims (19)
1. Melkmeter voor het meten van een debiet van een melkstroom, voorzien van een inlaat waaraan, in gebruik, de melkstroom wordt toegevoerd, een uitlaat waar de melkstroom de melkmeter, in gebruik, verlaat en een vloeistofstroomtraject dat zich uitstrekt van de inlaat naar de uitlaat, met het kenmerk, dat de melkmeter is voorzien van een meetkamer die in het vloeistofstroomtraject is opgenomen en een vlotter die zich in de meetkamer bevindt en is ingericht om te drijven op melk van de melkstroom die zich in de meetkamer bevindt, waarbij de melkmeter dusdanig is ingericht dat een niveau van melk in de meetkamer afhankelijk is van het debiet van de melkstroom waarbij in de vlotter een elektronische meeteenheid is aangebracht voor het contactloos meten van de hoogte binnen de meetkamer waarop de vlotter drijft op de melk in de meetkamer zodat de gemeten hoogte een maat is voor het debiet van de melkstroom en waarbij de elektronische meeteenheid is voorzien van een zendereenheid voor het draadloos uitzenden van een signaal dat informatie omvat over het gemeten debiet van de melkstroom.
2. Melkmeter volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de melkmeter voorts is voorzien van een magneeteenheid voor het opwekken van een magneetveld in de meetkamer dusdanig dat het magneetveld varieert in een hoogterichting van de meetkamer waarbij de elektronische meeteenheid is ingericht voor het meten van de sterkte van het magneetveld waarbij de gemeten magnetische veldsterkte van het magneetveld een maat is voor de hoogte binnen de meetkamer waarop de vlotter drijft op de melk in de meetkamer en waarmee daarmee de gemeten veldsterkte van het magneetveld een maat is voor het debiet van de melkstroom..
3. Melkmeter volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de elektronische meeteenheid voorts is voorzien van een sensor zoals een Hall sensor voor het detecteren van het magneetveld en een processor voor het verwerken van meetsignalen van de sensor ter verkrijging van informatie over het debiet van de melkstroom.
4. Melkmeter volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de elektronische meeteenheid is voorzien van een zender voor het in een opwaartse richting omhoog uitzenden van een pulserend elektromagnetisch of akoestisch meetsignaal, een ontvanger voor het ontvangen van reflecties van het meetsignaal aan een deel van de melkmeter dat gefixeerd is ten opzichte van de meetkamer en een processor voor het bepalen van het tijdsverschil tussen het uitzenden en ontvangen van een puls van het meetsignaal, waarbij het tijdsverschil een maat is voor de hoogte binnen de meetkamer waarop de vlotter drijft op de melk in de meetkamer en waarmee daarmee het gemeten tijdsverloop een maat is voor het debiet van de melkstroom.
5. Melkmeter volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de elektronische meeteenheid verder is voorzien van een voeding voor het verschaffen van een voedingsspanning voor de werking van de elektronische meeteenheid..
6. Melkmeter volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de meetkamer is voorzien van een eerste uitlaatopening die in fluïdumverbinding met de uitlaat staat zodat, in gebruik, melk uit de meetkamer kan wegstromen naar de uitlaat waarbij de uitlaatopening bij voorkeur in een bodem van de meetkamer is aangebracht.
7. Melkmeter volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de melkmeter is voorzien van een bufferreservoir dat stroomopwaarts van de meetkamer in het vloeistofstroomtraject is opgenomen, waarbij in een zijwand van het bufferreservoir een uitstroomopening is opgenomen die zich vanaf een laagste punt van de uitstroomopening naar boven toe uitstrekt en die in fluïdumverbinding staat met de uitlaat waarbij een bovenzijde van het bufferreservoir een inlaatopening omvat die in fluïdumverbinding staat met de inlaat en waarbij het bufferreservoir en de meetkamer via een fluïdumverbinding met elkaar zijn verbonden, dusdanig dat het bufferreservoir, fluïdumverbinding en meetkamer, in gebruik, functioneren als communicerende vaten zodat, in gebruik, een niveau van de melk in de meetkamer gelijk is aan een niveau van de melk in het bufferreservoir.
8. Melkmeter volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het bufferreservoir verder is voorzien van een drainage opening die in fluïdumverbinding staat met de uitlaat en/of dat de meetkamer verder is voorzien van een drainage opening die in fluïdumverbinding staat met de uitlaat.
9. Melkmeter volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat de uitstroomopening van het bufferreservoir een breedte heeft die toeneemt in opwaartse richting.
10. Melkmeter volgens conclusie 7, 8 of 9, met het kenmerk, dat het laagste punt van de uitstroomopening zich onder een halve hoogte van de meetkamer bevindt en bij voorkeur op een hoogte hoger dan een laagste punt van de meetkamer..
11. Melkmeter volgens een der conclusies 7-10, met het kenmerk, dat de uitstroomopening via een bypass kanaal in fluïdumverbinding staat met de uitlaat.
12. Melkmeter volgens een der conclusies 7-11, met het kenmerk, dat de meetkamer cilindervormig is uitgevoerd en waarbij het bufferreservoir zich rondom de meetkamer uitstrekt.
13. Melkmeter volgens conclusies 10 en 11, met het kenmerk, dat het bypasskanaal zich rondom de meetkamer uitstrekt en het bufferreservoir zich rondom het bypasskanaal uitstrekt.
14. Melkmeter volgens een der voorgaande conclusies 7-13, met het kenmerk, dat een bodem van het bufferreservoir en een bodem van de fluïdumverbinding zich op een zelfde hoogte bevindt als een bodem van de meetkamer.
15. Melkmeter volgens een der voorgaande conclusies 7-14, met het kenmerk, dat de melkmeter is voorzien van een melkstroomspreidplaat die in het vloeistofstroomtraject tussen de inlaat en het bufferreservoir is aangebracht en dusdanig is gepositioneerd dat de melkstroom door de plaat wordt verdeeld.
16. Melkmeter volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de magneeteenheid boven de meetkamer is aangebracht.
17. Melkmeter volgens conclusies 15 en 16, met het kenmerk, dat de magneeteenheid onder de spreidplaat is gepositioneerd.
18. Melkmeter volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de magneeteenheid een permanente magneet omvat.
19. Melkmeter volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de vlotter verwisselbaar is uitgevoerd.
Priority Applications (3)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2015620A NL2015620B1 (nl) | 2015-10-15 | 2015-10-15 | Melkmeter. |
US15/292,221 US9958304B2 (en) | 2015-10-15 | 2016-10-13 | Milk meter |
EP16194141.4A EP3155897B1 (en) | 2015-10-15 | 2016-10-17 | Milk meter |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2015620A NL2015620B1 (nl) | 2015-10-15 | 2015-10-15 | Melkmeter. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL2015620B1 true NL2015620B1 (nl) | 2017-05-08 |
Family
ID=55178296
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL2015620A NL2015620B1 (nl) | 2015-10-15 | 2015-10-15 | Melkmeter. |
Country Status (3)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US9958304B2 (nl) |
EP (1) | EP3155897B1 (nl) |
NL (1) | NL2015620B1 (nl) |
Families Citing this family (8)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
JP6375519B2 (ja) * | 2016-01-12 | 2018-08-22 | パナソニックIpマネジメント株式会社 | ガスメータ |
NL2017924B1 (nl) * | 2016-12-05 | 2018-06-18 | N V Nederlandsche Apparatenfabriek Nedap | Melkmeter |
CN108286395A (zh) * | 2018-02-01 | 2018-07-17 | 常泰建设集团有限公司 | 一种中空玻璃结构及玻璃门 |
EP3520831A1 (en) * | 2018-02-02 | 2019-08-07 | Koninklijke Philips N.V. | Breast pump device comprising an expression kit, a vacuum unit and a milk expression assessment system |
EP3533479A1 (en) * | 2018-02-28 | 2019-09-04 | Koninklijke Philips N.V. | Breast pump arrangement |
CN108375397B (zh) * | 2018-04-09 | 2023-10-10 | 中国农业科学院北京畜牧兽医研究所 | 一种牛奶流量计量器 |
NL2021725B1 (nl) * | 2018-09-28 | 2020-05-07 | Nedap Nv | Melkmeter |
CN111811622A (zh) * | 2020-06-02 | 2020-10-23 | 杭州电子科技大学 | 一种磁悬浮式浮子流量计 |
Citations (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
WO2004042329A1 (en) * | 2002-11-08 | 2004-05-21 | Acos Limited | Liquid flow measuring apparatus |
WO2006135301A1 (en) * | 2005-06-16 | 2006-12-21 | Delaval Holding Ab | Flow measurement apparatus |
Family Cites Families (8)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4112758A (en) * | 1977-10-21 | 1978-09-12 | Dairy Systems, Inc. | Milk monitoring method and apparatus |
SE7909054L (sv) * | 1978-11-03 | 1980-05-04 | Foss Electric As N | Sett och apparat for flodesmetning |
US4485762A (en) * | 1982-12-21 | 1984-12-04 | Alfa-Laval, Inc. | Milk metering method and apparatus |
DE3732219A1 (de) * | 1987-09-24 | 1989-04-13 | Siemens Ag | Anwendung des verfahrens zur elektromagnetischen ultraschall-wandlung zur ueberwachung von fuellhoehe und blasenbildung in fluessigkeit enthaltenden umschliessungen |
NL193553C (nl) * | 1989-02-27 | 2003-01-10 | Lely Entpr Ag | Melkinstallatie. |
DK1552737T3 (da) * | 2004-01-08 | 2011-10-31 | Delaval Holding Ab | Fremgangsmåde og apparat til malkning |
EP3064905B1 (en) * | 2015-03-05 | 2019-07-31 | Yokogawa Electric Corporation | Electromagnetic flowmeter |
US9784603B2 (en) * | 2016-02-17 | 2017-10-10 | Invensys Systems, Inc. | Electromagnetic flowmeter empty pipe detection system |
-
2015
- 2015-10-15 NL NL2015620A patent/NL2015620B1/nl not_active IP Right Cessation
-
2016
- 2016-10-13 US US15/292,221 patent/US9958304B2/en active Active
- 2016-10-17 EP EP16194141.4A patent/EP3155897B1/en active Active
Patent Citations (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
WO2004042329A1 (en) * | 2002-11-08 | 2004-05-21 | Acos Limited | Liquid flow measuring apparatus |
WO2006135301A1 (en) * | 2005-06-16 | 2006-12-21 | Delaval Holding Ab | Flow measurement apparatus |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP3155897A1 (en) | 2017-04-19 |
EP3155897B1 (en) | 2019-11-06 |
US9958304B2 (en) | 2018-05-01 |
US20170115145A1 (en) | 2017-04-27 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL2015620B1 (nl) | Melkmeter. | |
NL2017924B1 (nl) | Melkmeter | |
EP0733884B1 (en) | A quantity meter and an implement for milking animals, said implement being provided with such a meter | |
RU2009130258A (ru) | Датчик уровня заполнения бункера с регулируемой высотой размещения для использования с сельскохозяйственной машиной для дозирования продукта | |
NL1002600C2 (nl) | Hoeveelheidsmeter en inrichting voor het melken van dieren, voorzien van een dergelijke meter. | |
NL2020053B1 (nl) | Melkmeter | |
CN113795732A (zh) | 液位计、喷洒组件及无人飞行器 | |
RU2007118602A (ru) | Способ определения трассы прокладки и локализации места повреждения кабеля | |
WO2006135301A1 (en) | Flow measurement apparatus | |
CN212058988U (zh) | 液位计、喷洒组件及无人飞行器 | |
CN107271004B (zh) | 用于确定容器中液位的装置 | |
NL2022191B1 (nl) | Melkmeter met kick-off detectie | |
CN108522329A (zh) | 饮食桶 | |
KR20060112925A (ko) | 초음파 압력 복합 수위계측식 비만관 유량계 | |
NL1042015B1 (nl) | In een bestaand vloeistofleidingnet invoegbare configuratie van componenten ten behoeve van het gedoseerd toevoegen van additieven aan een vloeistofleidingnet. | |
US2611269A (en) | Magnetically actuated milk metering device | |
RU146180U1 (ru) | Универсальное устройство для индивидуального учета и разделения молока в потоке при доении | |
NL2021725B1 (nl) | Melkmeter | |
RU2319374C1 (ru) | Система автоматизированного учета молока в вакуумных молокопроводах | |
NL8002770A (nl) | Correctie-inrichting in een melkmeter voor in de melk aanwezige lucht. | |
KR101148346B1 (ko) | 유체흐름 측정장치 | |
NL2001042C2 (nl) | Melkmeter met een meetsectie met een sleufvormige dwarsdoorsnede voor een impedantiemeting. | |
JP2017146290A (ja) | 流量計の流体温度測定装置 | |
US20030075110A1 (en) | Liquid metering | |
CN108967270A (zh) | 一种适用于淡水鱼的水箱压力控制方法 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
MM | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20201101 |