NL2015317B1 - Fire hydrant and method for installing a fire hydrant. - Google Patents

Fire hydrant and method for installing a fire hydrant. Download PDF

Info

Publication number
NL2015317B1
NL2015317B1 NL2015317A NL2015317A NL2015317B1 NL 2015317 B1 NL2015317 B1 NL 2015317B1 NL 2015317 A NL2015317 A NL 2015317A NL 2015317 A NL2015317 A NL 2015317A NL 2015317 B1 NL2015317 B1 NL 2015317B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
valve
standpipe
fire hydrant
valve seat
hydrant according
Prior art date
Application number
NL2015317A
Other languages
Dutch (nl)
Other versions
NL2015317A (en
Inventor
Dirk Kolk Johan
Henricus Wilhelmus Giesen Leonardus
Jacobus Louis Nijsen Andreas
Original Assignee
W Kolk Beheer B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by W Kolk Beheer B V filed Critical W Kolk Beheer B V
Publication of NL2015317A publication Critical patent/NL2015317A/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2015317B1 publication Critical patent/NL2015317B1/en

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E03WATER SUPPLY; SEWERAGE
    • E03BINSTALLATIONS OR METHODS FOR OBTAINING, COLLECTING, OR DISTRIBUTING WATER
    • E03B9/00Methods or installations for drawing-off water
    • E03B9/02Hydrants; Arrangements of valves therein; Keys for hydrants
    • E03B9/04Column hydrants
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E03WATER SUPPLY; SEWERAGE
    • E03BINSTALLATIONS OR METHODS FOR OBTAINING, COLLECTING, OR DISTRIBUTING WATER
    • E03B9/00Methods or installations for drawing-off water
    • E03B9/02Hydrants; Arrangements of valves therein; Keys for hydrants
    • E03B9/08Underground hydrants

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Hydrology & Water Resources (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Water Supply & Treatment (AREA)
  • Lift Valve (AREA)

Abstract

De uitvinding heeft betrekking op een brandkraan, omvattende: - een standpijp met een eerste einde en een tweede einde, waarbij de standpijp aan zijn eerste einde van een afsluitbare wateruitlaatopening is voorzien en aan zijn tweede einde aansluitbaar is op een drukleiding voor water of dergelijke; - een klep, die nabij het tweede einde in de standpijp is opgesteld en die verplaatsbaar is tussen een eerste stand waarin de klep het tweede einde en daarmee een doorstroombare verbinding met de drukleiding afsluit en een tweede stand waarin de klep het tweede einde en daarmee de doorstroombare verbinding met de drukleiding vrijgeeft; - bedieningsmiddelen voor het bedienen van de klep tussen zijn eerste en tweede stand, welke bedieningsmiddelen nabij het eerste einde opgesteld zijn. De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het installeren van een brandkraan.The invention relates to a fire hydrant, comprising: - a standpipe with a first end and a second end, wherein the standpipe is provided at its first end with a closable water outlet opening and can be connected at its second end to a pressure pipe for water or the like; - a valve which is arranged near the second end in the standpipe and which is displaceable between a first position in which the valve closes the second end and thereby a flow-through connection with the pressure line and a second position in which the valve closes the second end and thus the releases flowable connection to the pressure line; - operating means for operating the valve between its first and second position, which operating means are arranged near the first end. The invention further relates to a method for installing a fire hydrant.

Description

BRANDKRAAN EN WERKWIJZE VOOR HET INSTALLEREN VAN EENFIRE TAP AND METHOD FOR INSTALLING ONE

BRANDKRAANFIRE CRANE

De uitvinding heeft betrekking op een brandkraan, omvattende: - een standpijp met een eerste einde en een tweede einde, waarbij de standpijp aan zijn eerste einde van een afsluitbare wateruitlaatopening is voorzien en aan zijn tweede einde aansluitbaar is op een drukleiding voor water of dergelijke; - een klep, die nabij het tweede einde in de standpijp is opgesteld en die verplaatsbaar is tussen een eerste stand waarin de klep het tweede einde en daarmee een doorstroombare verbinding met de drukleiding afsluit en een tweede stand waarin de klep het tweede einde en daarmee de doorstroombare verbinding met de drukleiding vrijgeeft; - bedieningsmiddelen voor het bedienen van de klep tussen zijn eerste en tweede stand, welke bedieningsmiddelen nabij het eerste einde opgesteld zijn.The invention relates to a fire hydrant, comprising: - a standpipe with a first end and a second end, wherein the standpipe is provided at its first end with a closable water outlet opening and can be connected at its second end to a pressure pipe for water or the like; - a valve which is arranged near the second end in the standpipe and which is displaceable between a first position in which the valve closes the second end and thereby a flow-through connection with the pressure line and a second position in which the valve closes the second end and thus the releases flowable connection to the pressure line; - operating means for operating the valve between its first and second position, which operating means are arranged near the first end.

Een dergelijke brandkraan is op zichzelf bekend. Een dergelijke brandkraan kan in of boven de grond worden aangebracht, waarbij het tweede, onderste einde wordt aangesloten op een ondergronds leidingstelsel en waarbij de wateruitlaatopening aan het eerste, bovenste einde kan worden gebruikt voor het uitvoeren van water bij bijvoorbeeld een brand.Such a fire hydrant is known per se. Such a fire hydrant can be installed in or above the ground, the second, lower end being connected to an underground pipe system and wherein the water outlet opening at the first, upper end can be used for carrying out water in the event of a fire, for example.

Het is een doel van de uitvinding om de brandkraan van de in de aanhef vermelde soort te verbeteren.It is an object of the invention to improve the fire hydrant of the type mentioned in the preamble.

In een uitvoeringsvorm van de brandkraan volgens de uitvinding omvat de brandkraan een nabij het tweede einde in de standpijp aangebrachte klepzitting. In de eerste stand van de klep kan de klep op de klepzitting rusten en zo een goede afsluiting van het tweede einde verschaffen.In an embodiment of the fire hydrant according to the invention, the fire hydrant comprises a valve seat arranged near the second end in the standpipe. In the first position of the valve, the valve can rest on the valve seat and thus provide a good closure of the second end.

Volgens een aspect van de uitvinding bezit de klepzitting een grotere buitendoorsnede-afmeting dan een binnendoorsnede-afmeting van althans een deel van het tweede einde van de standpijp bezit, zodanig, dat de klepzitting uitsluitend vanaf het eerste einde in de standpijp aanbrengbaar is en op het genoemde deel van het tweede einde van de standpijp rust. Bij de bekende brandkraan wordt de klepzitting vanaf het tweede einde in de standpijp aangebracht, waarbij deze na het aanbrengen plaatselijk wordt vervormd om deze met de standpijp te verbinden. Een nadeel hiervan is, dat bij het verplaatsen van de klep naar zijn eerste stand, waarbij veel kracht kan worden gebruikt, de klepzitting althans enigszins weg kan worden gedrukt. Hierdoor kan er sprake van zijn, dat het tweede einde niet goed wordt afgesloten en gebruikt water terug naar het leidingstelsel kan stromen. Aangezien dit gebruikte water vervuild kan zijn is dit niet wenselijk. Door de klepzitting volgens de uitvinding een grotere buitendoorsnede-afmeting te geven dan een binnendoorsnede-afmeting van althans het genoemde deel van het tweede einde van de standpijp, rust de klepzitting op het genoemde deel, en zal bij het verplaatsen van de klep naar zijn eerste stand een goede afsluiting van het tweede einde worden verschaft, zelfs of juist wanneer bij het verplaatsen veel kracht wordt gebruikt.According to an aspect of the invention, the valve seat has a larger outer diameter dimension than an inner diameter dimension of at least a part of the second end of the standpipe, such that the valve seat can be inserted into the standpipe only from the first end and said part of the second end of the standpipe. With the known fire hydrant, the valve seat is arranged in the standpipe from the second end, after which it is locally deformed to connect it to the standpipe. A disadvantage of this is that when the valve is moved to its first position, where much force can be used, the valve seat can be pushed away at least somewhat. As a result, it may be the case that the second end is not properly closed and used water can flow back to the piping system. Since this used water can be contaminated, this is not desirable. By giving the valve seat according to the invention a larger outer diameter dimension than an inner diameter dimension of at least said part of the second end of the standpipe, the valve seat rests on said part, and will move to the first part when moving the valve to its first a good closure of the second end can be provided, even or precisely when a great deal of force is used during the displacement.

Praktisch omvat de brandkraan afdichtmiddelen, bijvoorbeeld één of meerdere o-ringen, die tussen de klepzitting en de standpijp zijn aangebracht. Hierdoor kan een goede afdichting tussen de klepzitting en de standpijp worden verschaft, waardoor het gebruikte water niet via een eventuele ruimte daartussen terug naar het leidingstelsel kan stromen. Wanneer de klepzitting de genoemde grotere buitendoorsnede-afmeting volgens de uitvinding bezit, zullen bij het met kracht verplaatsen van de klep naar zijn eerste stand de afdichtmiddelen, in het bijzonder de o-ring, juist verder worden samengeperst en een nog betere afdichting verschaffen.The fire hydrant comprises sealing means, for example one or more o-rings, which are arranged between the valve seat and the standpipe. A good seal between the valve seat and the standpipe can hereby be provided, as a result of which the water used cannot flow back via a possible space between them back to the pipe system. If the valve seat has the aforementioned larger outside diameter dimension according to the invention, when the valve is forcefully moved to its first position, the sealing means, in particular the o-ring, will be compressed further and provide an even better seal.

In een uitvoeringsvorm van de brandkraan volgens de uitvinding is althans een deel van het buitenoppervlak van de klepzitting vervaardigd van een materiaal gekozen uit de groep omvattende metaal, bijvoorbeeld (roestvrij) staal of messing, kunststof, bijvoorbeeld PE (polyetheen) of PP (polypropeen), en rubber.In an embodiment of the fire hydrant according to the invention, at least a part of the outer surface of the valve seat is made of a material selected from the group comprising metal, for example (stainless) steel or brass, plastic, for example PE (polyethylene) or PP (polypropylene) , and rubber.

Om te voorkomen dat gebruikt water terug naar het leidingstelsel lekt omvat de brandkraan in een uitvoeringsvorm een in de tweede stand van de klep vrij beweegbare terugslagklep.In order to prevent used water from leaking back to the pipe system, the fire hydrant comprises a non-return valve freely movable in the second position of the valve.

In een uitvoeringsvorm van de brandkraan volgens de uitvinding is de terugslagklep althans over een deel van zijn buitenoppervlak van een op het genoemde deel van het buitenoppervlak van de klepzitting aangepast materiaal voorzien.In an embodiment of the fire hydrant according to the invention, the non-return valve is provided at least over a part of its outer surface with a material adapted to said part of the outer surface of the valve seat.

Het materiaal van het deel van het buitenoppervlak van de terugslagklep kan bijvoorbeeld worden gekozen uit de groep omvattende metaal, bijvoorbeeld (roestvrij) staal of messing, en kunststof, bijvoorbeeld PE (polyetheen) of PP (polypropeen).The material of the part of the outer surface of the non-return valve can, for example, be selected from the group comprising metal, for example (stainless) steel or brass, and plastic, for example PE (polyethylene) or PP (polypropylene).

Bij voorkeur worden de materialen van de genoemde delen van de terugslagklep en de klepzitting zodanig op elkaar aangepast, dat één van de materialen hard is, bijvoorbeeld metaal, en het andere materiaal enigszins flexibel is, bijvoorbeeld kunststof. Hierdoor kan een goede afdichting tussen de terugslagklep en de klepzitting worden verschaft. Opgemerkt wordt, dat de genoemde delen bij voorkeur althans de aanlig- of contactoppervlakken tussen de terugslagklep en klepzitting omvatten. Door de op elkaar aanpasbare klepzitting en terugslagklep is de brandkraan volgens de uitvinding modulair uitgevoerd, waarbij de gebruiker kan kiezen welke klepzitting en terugslagklep met welke materialen hij wenst te gebruiken.The materials of said parts of the non-return valve and the valve seat are preferably adapted to each other such that one of the materials is hard, for example metal, and the other material is somewhat flexible, for example plastic. A good seal between the non-return valve and the valve seat can hereby be provided. It is noted that said parts preferably comprise at least the abutment or contact surfaces between the non-return valve and valve seat. Due to the mutually adjustable valve seat and non-return valve, the fire hydrant according to the invention is of a modular design, whereby the user can choose which valve seat and non-return valve with which materials he wishes to use.

In een uitvoeringsvorm van de brandkraan volgens de uitvinding vertoont althans een deel van het buitenoppervlak van de terugslagklep een in hoofdzaak bolvormige vorm en althans een deel van het binnenoppervlak van de klepzitting een in hoofdzaak conische vorm. Bij dergelijke vormen kan een goede afdichting tussen de terugslagklep en de klepzitting worden verkregen. In het bijzonder vertonen althans een deel van de aanlig- of contactoppervlakken tussen de terugslagklep en klepzitting een dergelijke vorm.In an embodiment of the fire hydrant according to the invention, at least a part of the outer surface of the non-return valve has a substantially spherical shape and at least a part of the inner surface of the valve seat has a substantially conical shape. With such shapes, a good seal can be obtained between the non-return valve and the valve seat. In particular, at least a part of the contact or contact surfaces between the non-return valve and the valve seat have such a shape.

In een uitvoeringsvorm van de brandkraan volgens de uitvinding is de terugslagklap aan zijn buitenomtrek van een zich in de richting van het tweede einde uitstrekkende, bij voorkeur flexibele, omtrekslip voorzien voor het afdichten van de terugslagklep tegen de klepzitting.In an embodiment of the fire hydrant according to the invention, the non-return valve is provided on its outer circumference with a, preferably flexible, circumferential lip extending in the direction of the second end for sealing the non-return valve against the valve seat.

Een voordeel van de zich vanaf de buitenomtrek van de terugslagklep in de richting van het tweede einde uitstrekkende omtrekslip is dat het water uit de drukleiding de omtrekslip tegen de klepzitting aandrukt en zo zorgt voor een goede afdichting van de terugslagklep tegen de klepzitting.An advantage of the circumferential lip extending from the outer circumference of the non-return valve towards the second end is that the water from the pressure line presses the circumferential lip against the valve seat and thus ensures a good seal of the non-return valve against the valve seat.

In een andere uitvoeringsvorm van de brandkraan volgens de uitvinding omvat de brandkraan in de standpijp aangebrachte stromingsgeleidingsmiddelen voor het in gebruik in althans een tweede stand van de klep geleiden van een waterstroom naar de wateruitlaatopening.In another embodiment of the fire hydrant according to the invention, the fire hydrant comprises flow guide means arranged in the standpipe for guiding a water flow to the water outlet opening in at least a second position of the valve.

Door het met behulp van de stromingsgeleidingsmiddelen naar de wateruitlaatopening geleiden van het water kan een drukval in de standpijp worden verminderd. Door de verlaagde drukval kan een debiet van de wateruitvoer toenemen of kan een binnendoorsnede van de brandkraan kleiner worden uitgevoerd om een gelijke debiet te bereiken als wanneer geen stromingsgeleidingsmiddelen volgens de uitvinding zijn verschaft. Het kleiner kunnen uitvoeren van de brandkraan brengt als voordeel met zich mee, dat een eventueel aanzienlijke kostenbesparing bereikt kan worden.By guiding the water to the water outlet opening with the aid of the flow guide means, a pressure drop in the standpipe can be reduced. Due to the reduced pressure drop, a flow rate of the water outlet can be increased or an inside diameter of the fire hydrant can be made smaller to achieve the same flow rate as when no flow guide means according to the invention are provided. Being able to make the fire hydrant smaller has the advantage that a possible considerable cost saving can be achieved.

Gebruikelijk is de brandkraan van de in de aanhef vermelde soort praktisch zodanig uitgevoerd, dat de bedieningsmiddelen in register met het tweede einde en de klep zijn opgesteld, en dat de wateruitlaatopening daarnaast is opgesteld. Hierdoor zal het water bij de bekende brandkraan in de tweede stand van de klep in hoofdzaak in de richting van de bedieningsmiddelen stromen, en daarna verder naar de wateruitlaatopening stromen en via deze wateruitlaatopening worden uitgevoerd. Dit heeft de bovengenoemde relatief grote drukval tot gevolg. In een uitvoeringsvorm van de brandkraan volgens de uitvinding zijn de stromingsgeleidingsmiddelen ingericht om althans in de tweede stand van de klep een deel van de standpijp, welk deel is aangesloten op de bedieningsmiddelen, althans in hoofdzaak af te sluiten en de waterstroom naar een ander deel van de standpijp, welk andere deel is aangesloten op de wateruitlaatopening, te leiden. De stromingsgeleidingsmiddelen volgens deze uitvoeringsvorm van de uitvinding verschaffen het voordeel, dat het water via de stromingsgeleidingsmiddelen naar het andere deel van de standpijp, dat is aangesloten op de wateruitlaatopening, wordt geleid en daardoor niet eerst tegen het afgesloten deel van het eerste einde met de bedieningsmiddelen stroomt. Hierdoor kan de drukval verminderen.The fire hydrant of the type mentioned in the preamble is usually practically designed such that the operating means are arranged in register with the second end and the valve, and that the water outlet opening is arranged next to it. As a result, the water at the known fire hydrant in the second position of the valve will flow substantially in the direction of the operating means, and then flow further to the water outlet opening and be carried out via this water outlet opening. This results in the above-mentioned relatively large pressure drop. In an embodiment of the fire hydrant according to the invention, the flow guide means are adapted to at least substantially close off a part of the standpipe, at least in the second position of the valve, which part is connected to the operating means, and at least substantially shut off the water flow to another part of to guide the standpipe, which other part is connected to the water outlet opening. The flow guide means according to this embodiment of the invention provide the advantage that the water is guided via the flow guide means to the other part of the standpipe, which is connected to the water outlet opening, and therefore not first against the closed part of the first end with the control means. flows. This can reduce the pressure drop.

In een andere uitvoeringsvorm van de brandkraan volgens de uitvinding zijn de stromingsgeleidingsmiddelen eventueel losneembaar op een vaste positie in de standpijp opstelbaar. Dergelijke op een vaste positie opgestelde stromingsgeleidingsmiddelen zijn zowel in de eerste stand als in de tweede stand van de klep op een zodanige positie opgesteld, dat ze het water kunnen geleiden, welk water alleen in de tweede stand van de klep door de standpijp stroomt.In another embodiment of the fire hydrant according to the invention, the flow guide means can optionally be releasably arranged at a fixed position in the standpipe. Such flow guiding means arranged at a fixed position are arranged both in the first position and in the second position of the valve in such a position that they can guide the water, which water only flows through the position pipe in the second position of the valve.

In nog weer een andere uitvoeringsvorm van de brandkraan volgens de uitvinding omvatten de bedieningsmiddelen een met de klep verbonden in de standpijp aangebrachte klepsteel, welke klepsteel met behulp van de bedieningsmiddelen in de standpijp verplaatsbaar is voor het instellen van de klep tussen zijn eerste en tweede stand. Het is door een dergelijke klepsteel praktisch om, zoals hierboven is beschreven, de bedieningsmiddelen in register met, in het bijzonder recht boven de klep op te stellen, zodat de klepsteel recht kan worden uitgevoerd.In yet another embodiment of the fire hydrant according to the invention, the operating means comprise a valve stem arranged connected to the valve in the standpipe, which valve stem can be moved with the aid of the operating means in the standpipe for adjusting the valve between its first and second position . Because of such a valve stem it is practical, as described above, to arrange the operating means in register with, in particular straight above, the valve, so that the valve stem can be made straight.

Bij gebruik van een dergelijke klepsteel kan er in een uitvoeringsvorm van de brandkraan volgens de uitvinding sprake van zijn, dat de stromingsgeleidingsmiddelen eventueel losneembaar met de klepsteel verbonden zijn, zodanig, dat de stromingsgeleidingsmiddelen althans in de tweede stand van de klep de waterstroom naar de wateruitlaatopening geleiden. De stromingsgeleidingsmiddelen zijn in deze uitvoeringsvorm met de klepsteel verplaatsbaar om de klep tussen zijn eerste en tweede stand te verplaatsen en om de stromingsgeleidingsmiddelen althans in de tweede stand van de klep op een geschikte positie voor het geleiden van het water op te stellen.When using such a valve stem, in one embodiment of the fire hydrant according to the invention, it can be said that the flow guide means are possibly detachably connected to the valve stem, such that the flow guide means at least in the second position of the valve the water flow to the water outlet opening to guide. In this embodiment, the flow guide means are displaceable with the valve stem to move the valve between its first and second position and to arrange the flow guide means at a suitable position for guiding the water at least in the second position of the valve.

Opgemerkt wordt, dat het in deze uitvoeringsvorm praktisch is als de klepsteel tijdens het verplaatsen daarvan voor het verplaatsen van de klep tussen zijn eerste en tweede stand niet roteert, maar slechts transleert. Hierdoor zullen de stromingsgeleidingsmiddelen eveneens uitsluitend transleren, waardoor de oriëntatie van de stromingsgeleidingsmiddelen tijdens het verplaatsen van de klepsteel niet wordt aangepast en geschikt blijft voor het op een juiste wijze geleiden van het water. Bijvoorbeeld kan een roterende beweging van de bedieningsmiddelen met behulp van overbrengmiddelen worden overgezet in een uitsluitend translerende beweging van de klepsteel.It is noted that in this embodiment it is practical if the valve stem does not rotate during its movement to move the valve between its first and second position, but merely translates. As a result, the flow guide means will also only translate, as a result of which the orientation of the flow guide means during the displacement of the valve stem is not adjusted and remains suitable for guiding the water in a correct manner. For example, a rotary movement of the operating means with the aid of transfer means can be transferred into an exclusively translational movement of the valve stem.

In nog weer een andere uitvoeringsvorm van de brandkraan volgens de uitvinding bezit de klepsteel over althans een deel van zijn lengte een in hoofdzaak ovale dwarsdoorsnede vorm, waarbij de ovaal in hoofdzaak in de richting van de wateruitlaatopening een spits toelopende vorm bezit. Een dergelijke vorm bezit betere hydrodynamische eigenschappen dan de gebruikelijke ronde of kruisvormige dwarsdoorsnedevorm, waardoor de drukval van het water kan verminderen. De vorm volgens de uitvinding zou ook als ei-vormig of druppelvormig kunnen worden om schreven.In yet another embodiment of the fire hydrant according to the invention, the valve stem has a substantially oval cross-sectional shape over at least a part of its length, the oval having a tapered shape substantially in the direction of the water outlet opening. Such a shape has better hydrodynamic properties than the usual round or cross-shaped cross-sectional shape, whereby the pressure drop of the water can be reduced. The shape according to the invention could also be described as egg-shaped or drop-shaped.

De uitvinding ziet tevens op een werkwijze voor het installeren van een brandkraan, omvattende de stappen: (a) het verschaffen van een brandkraan volgens een der conclusies 1 - 15, en (b) het aansluiten van het tweede einde van de standpijp op een drukleiding voor water of dergelijke.The invention also relates to a method for installing a fire hydrant, comprising the steps of: (a) providing a fire hydrant according to any of claims 1 - 15, and (b) connecting the second end of the standpipe to a pressure pipe for water or the like.

Volgens een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding wordt in stap (a) een brandkraan volgens althans conclusie 3 verschaft, en omvat de werkwijze de stap: (c) het vanaf het eerste einde in de standpijp aanbrengen van de klepzitting totdat deze op het genoemde deel van het tweede einde van de standpijp rust.According to an embodiment of the method according to the invention, a fire hydrant according to at least claim 3 is provided in step (a), and the method comprises the step of: (c) arranging the valve seat in the standpipe from the first end until it is on said body part of the second end of the standpipe.

Zoals hierboven is toegelicht biedt deze stap het voordeel, dat bij het verplaatsen van de klep naar zijn eerste stand de klepzitting juist steviger met de standpijp wordt verbonden doordat deze op het genoemde deel van het tweede einde daarvan rust, en niet kan worden weggedrukt zoals bij de bekende brandkraan het geval kan zijn.As explained above, this step offers the advantage that when the valve is moved to its first position, the valve seat is just more firmly connected to the standpipe because it rests on the said part of the second end thereof, and cannot be pushed away as with the known fire hydrant may be the case.

Volgens een andere uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding wordt in stap (a) een brandkraan volgens althans conclusie 7 verschaft, en omvat de werkwijze de stappen: (d) het zodanig kiezen van een klepzitting en een terugslagklep, dat de materialen van de genoemde delen van de oppervlakken daarvan op elkaar zijn aangepast, en (e) het in de standpijp aanbrengen van de in stap (d) gekozen klepzitting en terugslagklep.According to another embodiment of the method according to the invention, a fire hydrant according to at least claim 7 is provided in step (a), and the method comprises the steps of: (d) selecting a valve seat and a non-return valve such that the materials of said means parts of their surfaces are adapted to each other, and (e) arranging in the standpipe the valve seat and check valve selected in step (d).

Zoals hierboven is beschreven biedt dit het voordeel van een modulaire brandkraan, waarbij de gebruiker kan kiezen welke klepzitting en terugslagklep hij wil gebruiken.As described above, this offers the advantage of a modular fire hydrant, where the user can choose which valve seat and non-return valve he wants to use.

De uitvinding is nader toegelicht aan de hand van in een tekening weergegeven figuren, waarin: de figuren IA - IE een eerste uitvoeringsvorm van de brandkraan volgens de uitvinding tonen met een zich in een eerste stand bevindende klep, waarbij figuur IA een longitudinale doorsnede door de brandkraan is, de figuren 1B en 1C een detail van een tweede einde van de brandkraan uit figuur IA tonen in twee verschillende oriëntaties, namelijk zoals getoond in figuur IA (figuur 1B) en loodrecht daarop (figuur 1C), en de figuren 1D en IE een detail van een eerste einde van de brandkraan uit figuur IA tonen in twee verschillende oriëntaties, namelijk zoals getoond in figuur IA (figuur 1D) en loodrecht daarop (figuur IE); de figuren 2A - 2E de brandkraan uit de figuren IA - IE tonen met een zich in een tweede stand bevindende klep, waarbij figuur 2A een longitudinale doorsnede door de brandkraan is, de figuren 2B en 2C een detail van een tweede einde van de brandkraan uit figuur 2A tonen in twee verschillende oriëntaties, namelijk zoals getoond in figuur 2A (figuur 2B) en loodrecht daarop (figuur 2C), en de figuren 2D en 2E een detail van een eerste einde van de brandkraan uit figuur 2A tonen in twee verschillende oriëntaties, namelijk zoals getoond in figuur 2A (figuur 2D) en loodrecht daarop (figuur 2E); de figuren 3A en 3B tonen de klepsteel uit de figuren IA - IE, 2A - 2E, waarbij figuur 3A de klepsteel in perspectivisch aanzicht toont en figuur 3B een dwarsdoorsnede van de klepsteel toont; de figuren 4A en 4B tonen een klepsteel volgens een tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding in twee verschillende perspectivische aanzichten; de figuren 5A - 5C tonen een klepsteel volgens een derde uitvoeringsvorm van de uitvinding in twee verschillende perspectivische aanzichten (figuren 5A en 5B) en in gemonteerde toestand (figuur 5C); figuur 6 toont een klepzitting, klep en terugslagklep volgens een tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding; figuur 7 een hulpmiddel voor het aanbrengen van de klepzitting in de standpijp toont; en de figuren 8A en 8B een klepzitting, klep en terugslagklep volgens een derde uitvoeringsvorm van de uitvinding tonen, waarbij figuur 8B een detail van figuur 8A toont.The invention is further elucidated on the basis of figures shown in a drawing, in which: figures IA - IE show a first embodiment of the fire hydrant according to the invention with a valve located in a first position, figure IA a longitudinal section through the fire hydrant, Figures 1B and 1C show a detail of a second end of the fire hydrant of Figure 1A in two different orientations, namely as shown in Figure 1A (Figure 1B) and perpendicular thereto (Figure 1C), and Figures 1D and IE show a detail of a first end of the fire hydrant from Figure IA in two different orientations, namely as shown in Figure IA (Figure 1D) and perpendicular to it (Figure IE); figures 2A - 2E show the fire hydrant of figures IA - IE with a valve in a second position, figure 2A being a longitudinal section through the fire hydrant, figures 2B and 2C a detail of a second end of the fire hydrant figure 2A show in two different orientations, namely as shown in figure 2A (figure 2B) and perpendicular thereto (figure 2C), and figures 2D and 2E show a detail of a first end of the fire hydrant of figure 2A in two different orientations, namely, as shown in Figure 2A (Figure 2D) and perpendicular thereto (Figure 2E); figures 3A and 3B show the valve stem of figures IA - IE, 2A - 2E, wherein figure 3A shows the valve stem in perspective view and figure 3B shows a cross section of the valve stem; Figures 4A and 4B show a valve stem according to a second embodiment of the invention in two different perspective views; Figures 5A - 5C show a valve stem according to a third embodiment of the invention in two different perspective views (Figures 5A and 5B) and in mounted condition (Figure 5C); Figure 6 shows a valve seat, valve, and check valve according to a second embodiment of the invention; Figure 7 shows an aid for arranging the valve seat in the standpipe; and Figures 8A and 8B show a valve seat, valve, and check valve according to a third embodiment of the invention, wherein Figure 8B shows a detail of Figure 8A.

In de figuren zijn gelijke elementen met gelijke verwijzingsgetallen aangeduid.In the figures, the same elements are designated with the same reference numerals.

De figuren IA - IE en 2A - 2E tonen een brandkraan 1. De brandkraan 1 omvat een standpijp 2 met een eerste, bovenste einde 3 en een tweede, onderste einde 4. Aan zijn eerste einde 3 omvat de brandkraan 1 een afsluitbare wateruitlaatopening 5, waarop, bijvoorbeeld tijdens een brand, een slang op kan worden aangesloten voor het uitvoeren van water en het bijvoorbeeld blussen van de brand. Aan zijn tweede einde 4 omvat de brandkraan 1 een aansluitstuk 6 waarmee de brandkraan 1 aansluitbaar is op een drukleiding voor water of dergelijke. In de standpijp 2, nabij het tweede einde 4 daarvan, is een klep 7 aangebracht, die verplaatsbaar is tussen een eerste stand (figuren IA - IE) waarin de klep het tweede einde 4 en daarmee een doorstroombare verbinding met de drukleiding afsluit en een tweede stand (figuren 2A - 2E) waarin de klep 7 het tweede einde 4 en daarmee de doorstroombare verbinding met de drukleiding vrijgeeft. De klep 7 is via een klepsteel 8 met nabij het eerste einde 3 opgestelde bedieningsmiddelen 9 verbonden. Voor het verplaatsen van de klep 7 tussen zijn eerste en tweede stand kunnen de bedieningsmiddelen 9 worden geroteerd, welke roterende beweging van de bedieningsmiddelen 9 wordt omgezet in een uitsluitend translerende beweging van de klepsteel 8 met behulp van overbrengmiddelen, in dit voorbeeld, maar niet beperkend daartoe, zoals hieronder beschreven.Figures 1A-IE and 2A-2E show a fire hydrant 1. The fire hydrant 1 comprises a standpipe 2 with a first, upper end 3 and a second, lower end 4. At its first end 3, the fire hydrant 1 comprises a closable water outlet opening 5, to which, for example during a fire, a hose can be connected for carrying out water and, for example, extinguishing the fire. At its second end 4, the fire hydrant 1 comprises a connecting piece 6 with which the fire hydrant 1 can be connected to a pressure line for water or the like. In the position pipe 2, near the second end 4 thereof, a valve 7 is arranged, which is displaceable between a first position (figures IA - IE) in which the valve closes the second end 4 and therewith a flow-through connection with the pressure line and a second position (figures 2A - 2E) in which the valve 7 releases the second end 4 and thus the flow-through connection with the pressure line. The valve 7 is connected via a valve stem 8 to operating means 9 arranged near the first end 3. For moving the valve 7 between its first and second position, the operating means 9 can be rotated, which rotating movement of the operating means 9 is converted into an exclusively translational movement of the valve stem 8 with the aid of transfer means, in this example, but not limiting for this, as described below.

De bedieningsmiddelen 9 omvatten een lichaam 10, dat zich radiaal vanaf een schroefspindel 11 van de bedieningsmiddelen 9 uitstrekt. Het lichaam 10 is opgesloten tussen twee vast opgestelde delen 12, 13 van de brandkraan 1, zodanig, dat het hchaam 10 een translerende beweging van de bedieningsmiddelen 9 althans in hoofdzaak voorkomt. Althans een in de standpijp 2 opgenomen deel van de schroefspindel 11 is uitwendig van schroefdraad voorzien, waarop een spindelmoer 14 met inwendig schroefdraad is aangebracht. Opgemerkt wordt, dat omwille van de eenvoud het schroefdraad niet is getoond. De spindelmoer 14 strekt zich uit in een uitsparing 15 van de klepsteel 8 en is daarmee vast verbonden. Een geleidingsdeel 16 van de klepsteel 8 is in een langwerpige, zich in hoofdzaak verticaal uitstrekkende geleidingsbaan 17 van de standpijp 2 opgenomen, met behulp van welk geleidingsdeel 16 en geleidingsbaan 17 de klepsteel 8 en daardoor de spindelmoer 14 een in hoofdzaak uitsluitend translerende verplaatsing in verticale richting kan ondergaan. Wanneer de bedieningsmiddelen 9 roteren, zal de klepsteel 8 door de vast daarmee verbonden spindelmoer 14 zich over de lengte van de schroefspindel 11 verplaatsen, in opwaartse of neerwaartse richting afhankelijk van de rotatierichting van de bedieningsmiddelen 9. Bij een opwaartse verplaatsing van de klepsteel 8 zal de klep 7 zich van zijn eerste stand naar zijn tweede stand verplaatsen en bij een neerwaartse verplaatsing van de klepsteel 8 zal de klep 7 zich van zijn tweede stand naar zijn eerste stand verplaatsen.The operating means 9 comprise a body 10 which extends radially from a screw spindle 11 of the operating means 9. The body 10 is enclosed between two fixedly arranged parts 12, 13 of the fire hydrant 1, such that the body 10 at least substantially prevents translational movement of the operating means 9. At least a part of the screw spindle 11 received in the standpipe 2 is externally provided with screw thread, on which a spindle nut 14 with internal screw thread is arranged. It is noted that for the sake of simplicity the screw thread is not shown. The spindle nut 14 extends into a recess 15 of the valve stem 8 and is fixedly connected thereto. A guide part 16 of the valve stem 8 is accommodated in an elongated, substantially vertically extending guide path 17 of the standpipe 2, with the aid of which guide part 16 and guide path 17 the valve stem 8 and thereby the spindle nut 14 have a substantially exclusively translational displacement in vertical direction. When the operating means 9 rotate, the valve stem 8 will move over the length of the screw spindle 11 through the fixedly connected spindle nut 14, in upward or downward direction depending on the direction of rotation of the operating means 9. With an upward displacement of the valve stem 8 the valve 7 moves from its first position to its second position and upon a downward movement of the valve stem 8, the valve 7 will move from its second position to its first position.

Bij het gebruik van een dergelijke langwerpige klepsteel 8 zijn de bedieningsmiddelen 9 recht boven, of in register met de klep 7 opgesteld. De wateruitlaatopening 5 is naast de bedieningsmiddelen 9 opgesteld en bevindt zich derhale niet recht boven de klep 7. Wanneer water door de standpijp 2 stroomt zal het water in de richting van de bedieningsmiddelen 9 stromen. Bij de bekende brandkraan heeft dit een relatief grote drukval tot gevolg, omdat het water in hoofdzaak via het afgesloten deel van het eerste einde 3 met de bedieningsmiddelen 9 naar de wateruitlaatopening 5 stroomt. Het is een onderdeel van de onderhavige uitvinding om deze drukval te verkleinen, voor welk doel een deflector 18 is verschaft. In dit voorbeeld is de deflector 18 op de klepsteel 8 aangebracht, zodanig, dat de deflector 18 met de klepsteel 8 in verticale richting verplaatsbaar is. Wanneer de klepsteel 8 omhoog wordt verplaatst, zodat de klep 7 zich van zijn eerste stand naar zijn tweede stand verplaatst, zal de deflector 18 van een eerste positie naar een tweede positie worden opgesteld waarin de deflector 18 een op de bedieningsmiddelen 9 aangesloten deel 19 in hoofdzaak afsluit. De deflector 18 strekt zich in deze tweede positie vanaf een wand van de standpijp 2 schuin opwaarts naar de wateruitlaatopening 5 uit, alwaar de deflector aansluit op een vast opgesteld geleidingselement 20. In deze tweede stand van de klep 7 vormen de deflector 18 en het geleidingselement 20 geleidingsmiddelen voor het geleiden van de waterstroom naar de wateruitlaatopening 5.When using such an elongated valve stem 8, the operating means 9 are arranged directly above or in register with the valve 7. The water outlet opening 5 is arranged next to the operating means 9 and is therefore not directly above the valve 7. When water flows through the standpipe 2, the water will flow in the direction of the operating means 9. With the known fire hydrant, this results in a relatively large pressure drop, because the water flows substantially via the closed part of the first end 3 with the operating means 9 to the water outlet opening 5. It is part of the present invention to reduce this pressure drop, for which purpose a deflector 18 is provided. In this example, the deflector 18 is mounted on the valve stem 8, such that the deflector 18 can be moved with the valve stem 8 in the vertical direction. When the valve stem 8 is moved upwards, so that the valve 7 moves from its first position to its second position, the deflector 18 will be arranged from a first position to a second position in which the deflector 18 enters a part 19 connected to the operating means 9 main part. In this second position, the deflector 18 extends obliquely upwards from a wall of the standpipe 2 to the water outlet opening 5, where the deflector connects to a fixedly arranged guide element 20. In this second position of the valve 7, the deflector 18 and the guide element form Guide means for guiding the water flow to the water outlet opening 5.

De figuren 1B, 1C, 2B en 2C tonen het tweede einde 4 van de standpijp 2 in meer detail. Hieruit blijkt, dat de klep 7 een terugslagklep 21 omvat, welke via een verbindingsorgaan 22 vrij beweegbaar met de klep 7 is verbonden. Wanneer de klep 7 zich in zijn in de figuren 2B en 2C getoonde tweede stand bevindt, zal de terugslagklep 21 zich door de druk van het uit de drukleiding toegevoerde water omhoog verplaatsen, waardoor het water door de standpijp 2 naar en uit de niet-afgesloten wateruitlaatopening 5 kan stromen. Wanneer de waterdruk wegvalt en/of het water terug wil stromen naar de drukleiding, bijvoorbeeld wanneer de wateruitlaatopening 5 wordt afgesloten, zal de terugslagklep 21 door het wegvallen van de waterdruk en/of door uitoefening van een neerwaartse druk door terugstromend water zich ten opzichte van de klep 7 neerwaarts verplaatsen en zo het tweede einde 4 van de standpijp 2 afsluiten. De maximale neerwaartse verplaatsing van de terugslagklep 21 wordt begrensd door aangrijpmiddelen 23, die aan een van de terugslagklep afgekeerd einde van het verbindingsorgaan 22 zijn opgesteld, welke bij een neerwaartse verplaatsing van de terugslagklep 21 zullen aangrijpen op een rand 24 van de klep 7. Nog in de standpijp 2 aanwezig water kan via een uitlaatopening 25 althans voor een groot deel daarvan de standpijp 2 verlaten en zal bijvoorbeeld naar het riool of grondwater worden afgevoerd. Op deze wijze wordt althans in hoofdzaak voorkomen, dat gebruikt en eventueel vervuild water naar de drukleiding wordt teruggevoerd en/of langere tijd in de standpijp 2 aanwezig blijft.Figures 1B, 1C, 2B and 2C show the second end 4 of the standpipe 2 in more detail. From this it appears that the valve 7 comprises a non-return valve 21, which is freely movably connected to the valve 7 via a connecting member 22. When the valve 7 is in its second position shown in Figures 2B and 2C, the non-return valve 21 will move upwards due to the pressure of the water supplied from the pressure line, whereby the water through the standpipe 2 to and from the non-sealed water outlet opening 5 can flow. When the water pressure drops and / or the water wants to flow back to the pressure line, for example when the water outlet opening 5 is closed off, the non-return valve 21 will, due to the loss of water pressure and / or by exerting a downward pressure due to back-flowing water move the valve 7 downwards and thus close the second end 4 of the standpipe 2. The maximum downward displacement of the non-return valve 21 is limited by engaging means 23 which are arranged on an end of the connecting member 22 remote from the non-return valve, which, upon a downward displacement of the non-return valve 21, will engage on an edge 24 of the valve 7. Still Water present in the standpipe 2 can leave the standpipe 2 via an outlet opening 25, at least for a large part thereof, and will for instance be discharged to the sewer or groundwater. In this way it is at least substantially prevented that used and possibly contaminated water is returned to the pressure line and / or remains in the standpipe 2 for a longer period of time.

Zoals voorts blijkt uit de figuren 1B, 1C, 2B en 2C is in het tweede einde 4 van de standpijp 2 een klepzitting 26 aangebracht, waarop de klep 7 en terugslagklep 21 kunnen rusten om het tweede einde 4 af te sluiten. Tussen de klepzitting 26 en de standpijp 2 zijn afdichtmiddelen in de vorm van een o-ring 27 aangebracht voor het af dichten van een eventuele ruimte daartussen. In een contactgebied waar een deel 28 van de terugslagklep 21 tegen een deel 29 van de klepzitting 26 aanligt vertoont de terugslagklep 21 een in hoofdzaak bol vormige vorm, in het bijzonder een deel van een bol, en de klepzitting 26 een in hoofdzaak conische vorm. In dit voorbeeld is de klepzitting 26 van metaal vervaardigd en omvat de terugslagklep 21 een gietijzeren kern die met een kunststof laag 30 is bekleed. Het harde metaal van de klepzitting 26 en de enigszins flexibele buitenlaag van de terugslagklep 21 dragen bij aan een goede afdichting daartussen. Het bolvormige deel 28 van de terugslagklep 21 is als een flexibele lip uitgevoerd. Wanneer water in een ruimte tussen de flexibele lip en de terugslagklep 21 stroomt, zal de flexibele lip tegen de klepzitting 26 worden aangedrukt en zo een nog betere afdichting daartussen verschaffen.As is also apparent from Figs. 1B, 1C, 2B and 2C, a valve seat 26 is provided in the second end 4 of the standpipe 2, on which the valve 7 and non-return valve 21 can rest to close off the second end 4. Sealing means in the form of an o-ring 27 are provided between the valve seat 26 and the standpipe 2 for sealing off any space between them. In a contact area where a part 28 of the non-return valve 21 abuts a part 29 of the valve seat 26, the non-return valve 21 has a substantially spherical shape, in particular a part of a sphere, and the valve seat 26 has a substantially conical shape. In this example the valve seat 26 is made of metal and the non-return valve 21 comprises a cast-iron core which is covered with a plastic layer 30. The hard metal of the valve seat 26 and the somewhat flexible outer layer of the non-return valve 21 contribute to a good seal between them. The spherical part 28 of the non-return valve 21 is designed as a flexible lip. When water flows into a space between the flexible lip and the check valve 21, the flexible lip will be pressed against the valve seat 26 and thus provide an even better seal between them.

Zoals ook blijkt uit de figuren 1B, 1C, 2B en 2C vertoont de klepzitting 26 een grotere buitendiameter dan een binnendiameter van een rand 31 van het tweede einde 4 van de standpijp 2. Hierdoor kan de klepzitting 26 op de rand 31 rusten. Door deze grotere afmeting kan de klepzitting 26 uitsluitend vanaf het eerste einde 3 in de standpijp 2 worden aangebracht, voorafgaand of tijdens het aanbrengen van de bedieningsmiddelen 9. Na het aanbrengen van de klepzitting 26 in de standpijp 2 kan een flexibele eindzone 32 daarvan vanaf het tweede einde 4 naar buiten tegen de standpijp 2 aan worden gedrukt.As is also apparent from Figures 1B, 1C, 2B and 2C, the valve seat 26 has a larger outer diameter than an inner diameter of an edge 31 of the second end 4 of the standpipe 2. This allows the valve seat 26 to rest on the edge 31. Due to this larger dimension, the valve seat 26 can only be provided in the standpipe 2 from the first end 3, before or during the fitting of the operating means 9. After fitting the valve seat 26 in the standpipe 2, a flexible end zone 32 thereof can be second end 4 to be pressed outwards against the standpipe 2.

De figuren 3A en 3B tonen de klepsteel 8 met klep 7 in detail. Hieruit blijkt, dat in deze uitvoeringsvorm de deflector 18 vast met de klepsteel 8 is verbonden. Bijvoorbeeld kunnen de deflector 18 en klepsteel 8 door gieten uit één stuk zijn vervaardigd. Voorts blijkt, dat de klepsteel in deze uitvoeringsvorm over althans een deel van zijn lengte een in hoofdzaak ovale dwarsdoorsnedevorm bezit, waarbij de klepsteel 8 over althans een deel van zijn lengte een in hoofdzaak ovale dwarsdoorsnedevorm vertoont, waarbij de ovaal in hoofdzaak in de richting van de wateruitlaatopening 5 een spits toelopende vorm bezit. De vorm zou ook als ei-vormig kunnen worden omschreven.Figures 3A and 3B show the valve stem 8 with valve 7 in detail. This shows that in this embodiment the deflector 18 is fixedly connected to the valve stem 8. For example, the deflector 18 and valve stem 8 can be made in one piece by casting. Furthermore, it appears that in this embodiment the valve stem has a substantially oval cross-sectional shape over at least a part of its length, wherein the valve stem 8 has a substantially oval cross-sectional shape over at least a part of its length, the oval being substantially in the direction of the water outlet opening 5 has a pointed shape. The shape could also be described as egg-shaped.

De figuren 4A en 4B tonen een klepsteel 8 met klep 7 volgens een tweede uitvoeringsvorm. Opgemerkt wordt, dat uitsluitend de verschillen met de klepsteel uit de figuren 1 - 3 zullen worden beschreven en dat voor een overige omschrijving wordt verwezen naar de toelichting behorende bij die figuren. Een verschil met de klepsteel 8 uit de figuren 1 - 3 is dat de deflector 18 losneembaar daarmee is verbonden. De deflector 18 omvat hiertoe twee delen, die om de klepsteel 8 kunnen worden aangebracht en die door met elkaar werkende verbindingselementen 40, 41 met elkaar kunnen worden verbonden. Het ene deel van de deflector 18 vertoont hiertoe een aantal uitsteeksels 40 en het andere deel een aantal uitsparingen 41, waarbij de uitsteeksels 40 van het ene deel in de uitsparingen 41 van het andere deel kunnen worden aangebracht voor het verschaffen van de verbinding. Elk deel van de deflector 18 en de klepsteel 8 omvatten verder met elkaar samenwerkende tweede verbindingselementen 42, 43, voor het verbinden van de delen met de klepsteel 8. Elk deel van de deflector 18 vertoont hiertoe een uitsteeksel 42 dat in een uitsparing 43 van de klepsteel 8 kan worden aangebracht voor het verschaffen van de verbinding. Duidelijk is, dat de verbindingselementen 40 - 43 anders uitgevoerd kunnen worden, of dat de deflector 18 juist uitsparingen en de klepsteel 8 uitsteeksels omvat.Figures 4A and 4B show a valve stem 8 with valve 7 according to a second embodiment. It is noted that only the differences with the valve stem from figures 1 - 3 will be described and that for a further description reference is made to the explanation associated with those figures. A difference with the valve stem 8 from figures 1 - 3 is that the deflector 18 is detachably connected thereto. To this end, the deflector 18 comprises two parts which can be arranged around the valve stem 8 and which can be connected to each other by mutually acting connecting elements 40, 41. To this end, one part of the deflector 18 has a number of protrusions 40 and the other part a number of recesses 41, wherein the protrusions 40 of the one part can be arranged in the recesses 41 of the other part for providing the connection. Each part of the deflector 18 and the valve stem 8 further comprise second connecting elements 42, 43 cooperating with each other for connecting the parts to the valve stem 8. For this purpose, each part of the deflector 18 has a protrusion 42 which is in a recess 43 of the valve stem 8 can be provided to provide the connection. It is clear that the connecting elements 40 - 43 can be designed differently, or that the deflector 18 just comprises recesses and the valve stem 8 has protrusions.

De figuren 5A - 5C tonen een klepsteel 8 met klep 7 volgens een derde uitvoeringsvorm. Opgemerkt wordt, dat uitsluitend de verschillen met de klepsteel uit de figuren 1-3 zullen worden beschreven en dat voor een overige omschrijving wordt verwezen naar de toelichting behorende bij die figuren. Een verschil met de klepsteel 8 uit de figuren 1 - 3 is dat de deflector 18 niet daarmee is verbonden maar vast in de standpijp 2 is opgesteld, in het bijzonder op een losneembare wijze. De deflector 18 omvat hiertoe aan zijn boveneinde een rand of flens 50, die op een wanddeel van de standpijp 2 kan worden aangebracht, zodat de deflector 18 min of meer hangend in de standpijp 2 is aangebracht. De deflector 18 volgens deze uitvoeringsvorm is daarmee niet verplaatsbaar maar stationair in de standpijp 2 opgesteld. De deflector 18 omvat twee delen, die om de klepsteel 8 kunnen worden aangebracht en die door met elkaar werkende verbindingselementen 51,52 met elkaar kunnen worden verbonden. Het ene deel van de deflector 18 vertoont hiertoe een aantal uitsteeksels 51 en het andere deel een aantal uitsparingen 52, waarbij de uitsteeksels 51 van het ene deel in de uitsparingen 52 van het andere deel kunnen worden aangebracht voor het verschaffen van de verbinding. Duidelijk is, dat de verbindingselementen 51, 52 anders uitgevoerd kunnen worden en dat ook de verbinding tussen de deflector 18 en de standpijp 2 anders kan worden uitgevoerd.Figures 5A - 5C show a valve stem 8 with valve 7 according to a third embodiment. It is noted that only the differences with the valve stem from figures 1-3 will be described and that for a further description reference is made to the explanation associated with those figures. A difference with the valve stem 8 from figures 1 to 3 is that the deflector 18 is not connected thereto but is fixedly arranged in the standpipe 2, in particular in a detachable manner. For this purpose, the deflector 18 comprises at its upper end an edge or flange 50, which can be mounted on a wall part of the standpipe 2, so that the deflector 18 is arranged more or less suspended in the standpipe 2. The deflector 18 according to this embodiment is therefore not displaceable but is arranged stationary in the standpipe 2. The deflector 18 comprises two parts which can be arranged around the valve stem 8 and which can be connected to each other by mutually acting connecting elements 51,52. To this end, one part of the deflector 18 has a number of protrusions 51 and the other part a number of recesses 52, wherein the protrusions 51 of the one part can be arranged in the recesses 52 of the other part for providing the connection. It is clear that the connecting elements 51, 52 can be designed differently and that the connection between the deflector 18 and the standpipe 2 can also be made differently.

Figuur 6 toont een tweede uitvoeringsvorm van de klepzitting 26, klep 7 en terugslagklep 21. Opgemerkt wordt, dat uitsluitend de verschillen met de klepzitting 26, klep 7 en terugslagklep 21 uit de figuren 1-3 zullen worden beschreven en dat voor een overige omschrijving wordt verwezen naar de toelichting behorende bij die figuren. De klepzitting 26 omvat in deze uitvoeringsvorm een metalen kern 60 met een rubberen bekleding 61. Aan zijn buitenomtrek vertoont de rubberen bekleding 61 een aantal zich radiaal daarvan uitstrekkende uitsteeksels 62, die zich tegen de standpijp 2 uitstrekken en zo een goede afdichting daartussen verschaffen. De terugslagklep 21 omvat in deze uitvoeringsvorm geen bol vormige lip 28, maar vertoont in het contactgebied met de klepzitting 26 een conische vorm. De klepzitting 26 vertoont in zijn contactgebied met de terugslagklep 21 een flexibele lip 63, die stevig aanligt tegen de terugslagklep 21 en zo een goede afdichting daartussen vormt. Wanneer zich water tussen de flexibele lip 63 en de standpijp 2 bevindt zal de lip 63 nog steviger tegen de terugslagklep 21 worden gedrukt.Figure 6 shows a second embodiment of the valve seat 26, valve 7 and non-return valve 21. It is noted that only the differences with the valve seat 26, valve 7 and non-return valve 21 from Figures 1-3 will be described and that for a further description referred to the explanation accompanying those figures. In this embodiment, the valve seat 26 comprises a metal core 60 with a rubber lining 61. At its outer circumference, the rubber lining 61 has a number of projections 62 extending radially therefrom, which extend against the standpipe 2 and thus provide a good seal therebetween. In this embodiment the non-return valve 21 does not comprise a spherical lip 28, but has a conical shape in the contact area with the valve seat 26. The valve seat 26 has a flexible lip 63 in its contact area with the non-return valve 21, which lip is firmly in contact with the non-return valve 21 and thus forms a good seal between them. When there is water between the flexible lip 63 and the standpipe 2, the lip 63 will be pressed against the non-return valve 21 even more firmly.

Opgemerkt wordt, dat de gebruiker naar wens kan kiezen tussen de verschillende uitvoeringsvormen van de deflector, de klepzitting, klep en terugslagklep, zodat volgens de uitvinding een modulair systeem is verschaft.It is noted that the user can choose as desired between the different embodiments of the deflector, the valve seat, valve and non-return valve, so that according to the invention a modular system is provided.

Figuur 7 toont hulpmiddelen 70, 71 voor het aanbrengen van de klepzitting 26 in de standpijp 2. Zoals hierboven reeds is beschreven wordt de klepzitting 26 vanaf het eerste einde 3 in de standpijp 2 aangebracht. De klepzitting 26 wordt tot zover in de standpijp 2 ingevoerd, dat de klepzitting 26 op de rand 31 van het tweede einde 4 rust. Het inbrengen kan met behulp van een drukstaaf 70 plaatsvinden, welke de klepzitting van het eerste einde 3 in de standpijp 2 perst. Nadat de klepzitting 26 op de gewenste locatie is aangebracht, kan een tweede drukstaaf 71 vanaf het tweede einde 4 in de standpijp 2 worden ingevoerd, welke de flexibele eindzone 32 van de klepzitting naar buiten tegen de wand van de standpijp 2 perst.Figure 7 shows aids 70, 71 for fitting the valve seat 26 in the standpipe 2. As has already been described above, the valve seat 26 is arranged in the standpipe 2 from the first end 3. The valve seat 26 is inserted into the standpipe 2 so far that the valve seat 26 rests on the edge 31 of the second end 4. The insertion can take place with the aid of a pressure rod 70, which presses the valve seat from the first end 3 into the standpipe 2. After the valve seat 26 has been fitted at the desired location, a second pressure rod 71 can be introduced from the second end 4 into the standpipe 2, which presses the flexible end zone 32 of the valve seat outwards against the wall of the standpipe 2.

De figuren 8A en 8B tonen een derde uitvoeringsvorm van de klepzitting 26, klep 7 en terugslagklep 21. Opgemerkt wordt, dat uitsluitend de verschillen met de klepzitting 26, klep 7 en terugslagklep 21 uit de figuren 1-3 zullen worden beschreven en dat voor een overige omschrijving wordt verwezen naar de toelichting behorende bij die figuren. De klepzitting 26 is in deze derde uitvoeringsvorm aan zijn buitenomtrek van een zich in de richting van het tweede einde 4, in het bijzonder in de richting van het aansluitstuk 6, uitstrekkende flexibele omtrekslip 80 voorzien. Wanneer water uit de drukleiding in een ruimte tussen de flexibele omtrekslip 80 en de terugslagklep 21 stroomt, zal de flexibele omtrekslip 80 tegen de klepzitting 26 worden aangedrukt en zo een afdichting daartussen verschaffen.Figures 8A and 8B show a third embodiment of the valve seat 26, valve 7 and non-return valve 21. It is noted that only the differences with the valve seat 26, valve 7 and non-return valve 21 from Figures 1-3 will be described and that for a other description, reference is made to the explanation accompanying those figures. In this third embodiment, the valve seat 26 is provided on its outer circumference with a flexible circumferential lip 80 extending in the direction of the second end 4, in particular in the direction of the connecting piece 6. When water flows from the pressure line into a space between the flexible peripheral lip 80 and the check valve 21, the flexible peripheral lip 80 will be pressed against the valve seat 26 and thus provide a seal between them.

Opgemerkt wordt, dat de uitvinding zich niet beperkt tot de getoonde uitvoeringsvormen, maar zich tevens uitstrekt tot varianten binnen het bereik van de aangehechte conclusies.It is noted that the invention is not limited to the embodiments shown, but also extends to variants within the scope of the appended claims.

Claims (19)

1. Brandkraan, omvattende: - een standpijp met een eerste einde en een tweede einde, waarbij de standpijp aan zijn eerste einde van een afsluitbare wateruitlaatopening is voorzien en aan zijn tweede einde aansluitbaar is op een drukleiding voor water of dergelijke; - een klep, die nabij het tweede einde in de standpijp is opgesteld en die verplaatsbaar is tussen een eerste stand waarin de klep het tweede einde en daarmee een doorstroombare verbinding met de drukleiding afsluit en een tweede stand waarin de klep het tweede einde en daarmee de doorstroombare verbinding met de drukleiding vrijgeeft; - bedieningsmiddelen voor het bedienen van de klep tussen zijn eerste en tweede stand, welke bedieningsmiddelen nabij het eerste einde opgesteld zijn.Fire hydrant, comprising: - a standpipe with a first end and a second end, wherein the standpipe is provided with a closable water outlet opening at its first end and can be connected at its second end to a pressure pipe for water or the like; - a valve which is arranged near the second end in the standpipe and which is displaceable between a first position in which the valve closes the second end and thereby a flow-through connection with the pressure line and a second position in which the valve closes the second end and thus the releases flowable connection to the pressure line; - operating means for operating the valve between its first and second position, which operating means are arranged near the first end. 2. Brandkraan volgens conclusie 1, omvattende een nabij het tweede einde in de standpijp aangebrachte klepzitting.Fire hydrant according to claim 1, comprising a valve seat arranged near the second end in the standpipe. 3. Brandkraan volgens conclusie 2, waarbij de klepzitting een grotere buitendoorsnede-afmeting dan een binnendoorsnede-afmeting van althans een deel van het tweede einde van de standpijp bezit, zodanig, dat de klepzitting uitsluitend vanaf het eerste einde in de standpijp aanbrengbaar is en op het genoemde deel van het tweede einde van de standpijp rust.Fire hydrant according to claim 2, wherein the valve seat has a larger outer diameter dimension than an inner diameter dimension of at least a part of the second end of the standpipe, such that the valve seat can only be fitted in the standpipe from the first end and on said part rests on the second end of the standpipe. 4. Brandkraan volgens conclusie 3, omvattende afdichtmiddelen, bijvoorbeeld één of meerdere o-ringen, die tussen de klepzitting en de standpijp zijn aangebracht.Fire hydrant according to claim 3, comprising sealing means, for example one or more o-rings, which are arranged between the valve seat and the standpipe. 5. Brandkraan volgens een der conclusies 2-4, waarbij althans een deel van het buitenoppervlak van de klepzitting is vervaardigd van een materiaal gekozen uit de groep omvattende metaal, bijvoorbeeld (roestvrij) staal of messing, kunststof, bijvoorbeeld PE of PP, en rubber.Fire hydrant according to any of claims 2-4, wherein at least a part of the outer surface of the valve seat is made of a material selected from the group comprising metal, for example (stainless) steel or brass, plastic, for example PE or PP, and rubber . 6. Brandkraan volgens een der voorgaande conclusies, omvattende een in de tweede stand van de klep vrij beweegbare terugslagklep.Fire hydrant according to one of the preceding claims, comprising a non-return valve freely movable in the second position of the valve. 7. Brandkraan volgens conclusie 6 en 5, waarbij de terugslagklep althans over een deel van zijn buitenoppervlak van een op het genoemde deel van het buitenoppervlak van de klepzitting aangepast materiaal is voorzien.Fire hydrant according to claims 6 and 5, wherein the non-return valve is provided at least over a part of its outer surface with a material adapted to said part of the outer surface of the valve seat. 8. Brandkraan volgens conclusie 7, waarbij het materiaal is gekozen uit de groep omvattende metaal, bijvoorbeeld (roestvrij) staal of messing, en kunststof, bijvoorbeeld PE of PP.Fire hydrant according to claim 7, wherein the material is selected from the group comprising metal, for example (stainless) steel or brass, and plastic, for example PE or PP. 9. Brandkraan volgens een der conclusies 6-8, waarbij althans een deel van het buitenoppervlak van de terugslagklep een in hoofdzaak bolvormige vorm vertoont en althans een deel van het binnenoppervlak van de klepzitting een in hoofdzaak conische vorm vertoont.Fire hydrant according to any of claims 6-8, wherein at least a part of the outer surface of the non-return valve has a substantially spherical shape and at least a part of the inner surface of the valve seat has a substantially conical shape. 10. Brandkraan volgens een der conclusies 6-9, waarbij de terugslagklap aan zijn buitenomtrek van een zich in de richting van het tweede einde uitstrekkende, bij voorkeur flexibele, omtrekslip is voorzien voor het afdichten van de terugslagklep tegen de klepzitting.Fire hydrant according to any one of claims 6-9, wherein the non-return valve is provided on its outer circumference with a, preferably flexible, circumferential lip extending in the direction of the second end for sealing the non-return valve against the valve seat. 11. Brandkraan volgens een der voorgaande conclusies, omvattende in de standpijp aangebrachte stromingsgeleidingsmiddelen voor het in gebruik in althans een tweede stand van de klep geleiden van een waterstroom naar de wateruitlaatopening.Fire hydrant according to any one of the preceding claims, comprising flow guide means arranged in the standpipe for guiding a water flow to the water outlet opening in use in at least a second position of the valve. 12. Brandkraan volgens conclusie 11, waarbij de stromingsgeleidingsmiddelen zijn ingericht om althans in de tweede stand van de klep een deel van de standpijp, welk deel is aangesloten op de bedieningsmiddelen, althans in hoofdzaak af te sluiten en de waterstroom naar een ander deel van de standpijp, welk andere deel is aangesloten op de wateruitlaatopening, te leiden.12. Fire hydrant according to claim 11, wherein the flow guide means are adapted to at least substantially close off a part of the standpipe, at least in the second position of the valve, which part is connected to the operating means, and at least substantially close the water flow to another part of the standpipe, which other part is connected to the water outlet opening. 13. Brandkraan volgens conclusie 11 of 12, waarbij de stromingsgeleidingsmiddelen eventueel losneembaar op een vaste positie in de standpijp opstelbaar zijn.Fire hydrant according to claim 11 or 12, wherein the flow guide means can optionally be releasably arranged at a fixed position in the standpipe. 14. Brandkraan volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de bedieningsmiddelen een met de klep verbonden in de standpijp aangebrachte klepsteel omvatten, welke klepsteel met behulp van de bedieningsmiddelen in de standpijp verplaatsbaar is voor het instellen van de klep tussen zijn eerste en tweede stand.Fire hydrant according to any one of the preceding claims, wherein the operating means comprise a valve stem arranged in the standpipe connected to the valve, which valve stem can be moved with the aid of the operating means in the standpipe for adjusting the valve between its first and second position. 15. Brandkraan volgens conclusie 11 of 12 en 14, waarbij de stromingsgeleidingsmiddelen eventueel losneembaar met de klepsteel verbonden zijn, zodanig, dat de stromingsgeleidingsmiddelen althans in de tweede stand van de klep de waterstroom naar de wateruitlaatopening geleiden.Fire hydrant according to claims 11 or 12 and 14, wherein the flow guide means are optionally releasably connected to the valve stem, such that the flow guide means guide the water flow to the water outlet opening at least in the second position of the valve. 16. Brandkraan volgens conclusie 14 of 15, waarbij de klepsteel over althans een deel van zijn lengte een in hoofdzaak ovale dwarsdoorsnedevorm vertoont, waarbij de ovaal in hoofdzaak in de richting van de wateruitlaatopening een spits toelopende vorm bezit.Fire hydrant according to claim 14 or 15, wherein the valve stem has a substantially oval cross-sectional shape over at least a part of its length, wherein the oval has a pointed shape substantially in the direction of the water outlet opening. 17. Werkwijze voor het installeren van een brandkraan, omvattende de stappen: (a) het verschaffen van een brandkraan volgens een der conclusies 1 - 15, en (b) het aansluiten van het tweede einde van de standpijp op een drukleiding voor water of dergelijke.A method for installing a fire hydrant, comprising the steps of: (a) providing a fire hydrant according to any of claims 1 to 15, and (b) connecting the second end of the standpipe to a water pressure line or the like . 18. Werkwijze volgens conclusie 16, waarbij in stap (a) een brandkraan volgens althans conclusie 3 wordt verschaft, en omvattende de stap: (c) het vanaf het eerste einde in de standpijp aanbrengen van de klepzitting totdat deze op het genoemde deel van het tweede einde van de standpijp rust.A method according to claim 16, wherein a fire hydrant according to at least claim 3 is provided in step (a), and comprising the step of: (c) arranging the valve seat in the standpipe from the first end until it is positioned on said part of the second end of the standpipe. 19. Werkwijze volgens conclusie 17 of 18, waarbij in stap (a) een brandkraan volgens althans conclusie 7 wordt verschaft, en omvattende de stappen: (d) het zodanig kiezen van een klepzitting en een terugslagklep, dat de materialen van de genoemde delen van de oppervlakken daarvan op elkaar zijn aangepast, en (e) het in de standpijp aanbrengen van de in stap (d) gekozen klepzitting en terugslagklep.A method according to claim 17 or 18, wherein a fire hydrant according to at least claim 7 is provided in step (a), and comprising the steps of: (d) selecting a valve seat and a non-return valve such that the materials of said parts of the surfaces thereof are adapted to each other, and (e) arranging in the standpipe the valve seat and check valve selected in step (d).
NL2015317A 2014-08-18 2015-08-18 Fire hydrant and method for installing a fire hydrant. NL2015317B1 (en)

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2013336A NL2013336B1 (en) 2014-08-18 2014-08-18 Fire hydrant and method for installing a fire hydrant.

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL2015317A NL2015317A (en) 2016-07-08
NL2015317B1 true NL2015317B1 (en) 2017-09-20

Family

ID=51660573

Family Applications (2)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2013336A NL2013336B1 (en) 2014-08-18 2014-08-18 Fire hydrant and method for installing a fire hydrant.
NL2015317A NL2015317B1 (en) 2014-08-18 2015-08-18 Fire hydrant and method for installing a fire hydrant.

Family Applications Before (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2013336A NL2013336B1 (en) 2014-08-18 2014-08-18 Fire hydrant and method for installing a fire hydrant.

Country Status (1)

Country Link
NL (2) NL2013336B1 (en)

Family Cites Families (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE639655C (en) * 1934-03-04 1936-12-10 Polte Fa Water post
DE3423806A1 (en) * 1984-06-28 1986-01-16 Bopp & Reuther Gmbh, 6800 Mannheim SURFACE HYDRANT

Also Published As

Publication number Publication date
NL2013336B1 (en) 2016-09-22
NL2015317A (en) 2016-07-08

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US7614424B2 (en) Sanitary fitting with telescopic outlet system
US9790673B2 (en) Drain strainer and stopper
EP2896759A1 (en) Water dispensing device with spray head, particularly for sinks or similar hygienic-sanitary fixtures, with improved manoeuverability
CN106574740B (en) Pipe jointer
WO2011160000A2 (en) Drain stopper assembly
US10612672B2 (en) Pipeline control unit
NL2015317B1 (en) Fire hydrant and method for installing a fire hydrant.
ITMI20120740A1 (en) DISCHARGE DEVICE, PARTICULARLY FOR SANITARY SYSTEMS SUCH AS SINKS AND THE LIKE
US8286275B2 (en) Drain clean-out assembly and method of using
KR20150131675A (en) Water supply system of railway vehicle
JP2014166327A5 (en)
KR101119580B1 (en) Valve for water faucet
US9387576B1 (en) Faucet seat and spring inserter
US9737050B2 (en) Multi-side dog wash and method of use
EP2673423B1 (en) A stopper
US9689498B2 (en) Flush valve
US3109178A (en) Stopper plunger
US8850628B2 (en) Pressure relief device
US20200224397A1 (en) Drain sealing apparatus
DE102005058674B4 (en) Additional device for a working fluid, in particular a spiral, to eliminate a blockage in a drain line
EP3651910A1 (en) Hydraulic tap with telescopic spout
JP4711996B2 (en) Anticorrosion coating method for cut tube end face
DE102012207200B4 (en) Fire hydrant with stone trap
NO142046B (en) CLOSE VALVE.
KR100998442B1 (en) Valve for preventing leakage of fluid