NL2015035B1

NL2015035B1 - Fiber, in particular a plastic fiber.

Info

Publication number: NL2015035B1
Application number: NL2015035A
Authority: NL
Inventors: Wim Simonne Lippens Jim
Original assignee: Desso Dendermonde N V
Priority date: 2015-06-26
Filing date: 2015-06-26
Publication date: 2017-01-24

Abstract

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een vezel, in het bijzonder een kunststofvezel, welke kunststofvezel geschikt is om te worden toegepast in een drager, waarbij de in voornoemde drager verankerde vezels zich uit voornoemde drager strekken, welke drager geschikt is om als toplaag in een onderbouwconstructie voor een sportveld te worden toegepast, waarbij voornoemde vezel een plus- of kruisvormige dwarsdoorsnede bezit, welke dwarsdoorsnede een longitudinale as, die zich uitstrekt van een eerste uiteinde naar een tweede uiteinde, en een zich nagenoeg in het midden daarvan gerangschikte laterale as, omvat, waarbij A de lengte van de longitudinale as, aangeduid als breedte, en B de lengte van de laterale as, aangeduid als dikte, is. De waarde voor A bevindt zich in een gebied van 800-1600 micrometer, de waarde voor B bevindt zich in een gebied van 400-600 micrometer, waarbij voornoemde vezel een dtex in het gebied 900-1200 bezit.The present invention relates to a fiber, in particular a plastic fiber, which plastic fiber is suitable for use in a carrier, wherein the fibers anchored in said carrier extend from said carrier, which carrier is suitable for use as a top layer in a substructure construction be used for a sports field, wherein said fiber has a plus or cross-shaped cross-section, which cross-section comprises a longitudinal axis extending from a first end to a second end, and a lateral axis arranged substantially in the middle thereof, wherein A is the length of the longitudinal axis, designated as width, and B is the length of the lateral axis, designated as thickness. The value for A is in a range of 800-1600 micrometers, the value for B is in a range of 400-600 micrometers, said fiber having a dtex in the range 900-1200.

Description

Korte aanduiding: Vezel, in het bijzonder een kunststofvezel BeschrijvingShort description: Fiber, in particular a plastic fiber Description

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een vezel, in het bijzonder een kunststofvezel, en op een sportveld waarin een dergelijke vezel in een toplaag is aangebracht. Meer in het bijzonder is de vezel, in het bijzonder een kunststofvezel, geschikt om te worden toegepast in een drager, waarbij de in voornoemde drager verankerde vezels zich uit voornoemde drager strekken, welke drager geschikt is om als toplaag in een onderbouwconstructie voor een sportveld te worden toegepast, waarbij voornoemde vezel een plus- of kruisvormige dwarsdoorsnede bezit, welke dwarsdoorsnede een longitudinale as, die zich uitstrekt van een eerste uiteinde naar een tweede uiteinde, en een zich nagenoeg in het midden daarvan gerangschikte laterale as, omvat, waarbij A de lengte van de longitudinale as, aangeduid als breedte, en B de lengte van de laterale as, aangeduid als dikte, is. Verder heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een sportveld, samengesteld uit een onderbouw en een zich op de onderbouw bevindende drager, waarbij in de drager vezels zijn verankerd die zich uit de drager strekken.The present invention relates to a fiber, in particular a plastic fiber, and to a sports field in which such a fiber is arranged in a top layer. More in particular, the fiber, in particular a plastic fiber, is suitable for use in a carrier, wherein the fibers anchored in said carrier extend from said carrier, which carrier is suitable for use as a top layer in a substructure for a sports field. wherein said fiber has a plus or cross-shaped cross-section, which cross-section comprises a longitudinal axis extending from a first end to a second end, and a lateral axis arranged substantially in the center thereof, wherein A is the length of the longitudinal axis, designated as width, and B is the length of the lateral axis, designated as thickness. The present invention furthermore relates to a sports field composed of a substructure and a carrier located on the substructure, wherein fibers are anchored in the carrier and extend out of the carrier.

Het ten name van de onderhavige aanvrager verleend Nederlands octrooi NL 2008854 heeft betrekking op een kunstgrasveld waarin een deel van de kunstgrasvezels een plusvormige dwarsdoorsnede bezit, waarbij de lengte van de longitudinale as zich bevindt in een gebied van 1000-1600 micrometer en de lengte van de laterale as zich bevindt in een gebied van 500-1000 micrometer.The Dutch patent NL 2008854 granted in the name of the present applicant relates to an artificial grass field in which a part of the artificial grass fibers has a plus-shaped cross-section, the length of the longitudinal axis being in a range of 1000-1600 micrometres and the length of the lateral axis is in a range of 500-1000 micrometers.

Een dergelijk, uit een plus- of kruisvormige bestaande kunststofvezel is ook bekend uit de Koreaanse publicatie KR 2009/0041781, de Japanse publicatie JP 2000 352005 en de Koreaanse publicatie KR 100 981 727.Such a plastic fiber consisting of a plus or cross-shaped fiber is also known from the Korean publication KR 2009/0041781, the Japanese publication JP 2000 352005 and the Korean publication KR 100 981 727.

De Koreaanse publicatie KR 2004/00132374 heeft ook betrekking op een uit een plus- of kruisvormige bestaande kunststofvezel, aan welke vezel bijzondere eigenschappen op het gebied van anti-ultraviolet gedrag en snel drogende eigenschappen worden toegedicht. De daaruit bekende toepassing betreft kleding.The Korean publication KR 2004/00132374 also relates to a plastic fiber consisting of a plus or cross-shaped fiber, to which fiber special anti-ultraviolet properties and fast-drying properties are attributed. The application known from that relates to clothing.

De Chinese publicatie CN 103374761 heeft betrekking op een bijzondere geometrische vorm van een kunststofvezel die in een sportveld wordt toegepast, bijvoorbeeld een S-vorm of een symmetrische wigvorm.The Chinese publication CN 103374761 relates to a special geometric shape of a plastic fiber that is used in a sports field, for example an S-shape or a symmetrical wedge shape.

Verder openbaart het Amerikaans octrooi 3,249,669 een groot aantal uiterlijke vormen van zogenaamde composiet multifilament garens die uit polyester, in het bijzonder polyetheentereftalaat, zijn samengesteld. Dergelijke garens vinden hun toepassing in geverfde weefsels. Geen enkele verwijzing naar de toepassing als kunstgrasvezel is in voornoemd Amerikaans octrooi terug te vinden. De toepassing van dergelijke vezelmaterialen in een kunstgrasveld is daaruit aldus niet bekend, noch daarin gesuggereerd.Furthermore, U.S. Pat. No. 3,249,669 discloses a large number of external forms of so-called composite multifilament yarns composed of polyester, in particular polyethylene terephthalate. Such yarns find their application in dyed fabrics. No reference to the use as artificial grass fiber can be found in the aforementioned US patent. The use of such fiber materials in an artificial grass field is thus neither known nor suggested therein.

Uit het Amerikaans octrooi 6,432,505 is een kunstgrasvezel bekend waarbij de uiterlijke vorm zich laat omschrijven als een ruit of diamant. Een dergelijke ruitvorm moet aan bijzondere afmetingen voldoen, waarbij de lengte-as een grootte kent van 0,01-0,3 inches, de breedte-as een grootte van 0,002-0,015 inches.U.S. Pat. No. 6,432,505 discloses an artificial grass fiber in which the external shape can be described as a diamond or diamond. Such a diamond shape must meet special dimensions, the longitudinal axis having a size of 0.01-0.3 inches, the width axis having a size of 0.002-0.015 inches.

Bijzondere geometrische uitvoeringsvormen van kunstgrasvezels zijn verder geopenbaard in de Europese aanvragen EP 1 837 423, EP 2 248 318, Amerikaanse octrooien 3,405,424 en 3,346,916, Britse publicatie GB 1390338, Nederlandse aanvrage 6700235, Internationale aanvragen WO 01/61110 en WO 2005/005731 en Nederlands octrooi 1028224.Special geometric embodiments of artificial grass fibers are further disclosed in European applications EP 1 837 423, EP 2 248 318, US patents 3,405,424 and 3,346,916, British publication GB 1390338, Dutch application 6700235, International applications WO 01/61110 and WO 2005/005731 and Dutch U.S. Patent 1028224.

Uit de Europese aanvrage 2 143 834 ten name van de onderhavige aanvrager is een kunstgrasvezel bekend die als uiterlijk vorm een wigvorm beschrijft.From European application 2 143 834 in the name of the present applicant, an artificial grass fiber is known which describes a wedge shape as its outer form.

Kunstgrasvezels zijn op zich bekend uit het ten name van de onderhavige aanvrager verleend Europees octrooi EP 0 996 781, waarbij een polyamide bevattend garen wordt toegepast voor het vervaardigen van kunstgras, waarbij het garen, als aanvulling op polyamide, ook een polyolefineverbinding bevat, gekozen uit de groep bestaande uit polypropeen, LLDPE en een blokcopolymeer van polypropeen en polyetheen. Naast de daaruit bekende methode voor het vervaardigen van een garen, waarbij het polymeer wordt geëxtrudeerd ter vorming van monofilamenten, die vervolgens tot bandjes worden verder verwerkt, waarbij een aantal bandjes wordt getwijnd, of via een omwindingsgaren worden gebundeld, ter vorming van een garen, is ook een methode geopenbaard waarbij het garen door middel van co-extrusie wordt verkregen. Tijdens een dergelijke co-extrusie bestaat de mantel uit polyamide, terwijl de kern uit één van de hiervoor genoemde kunststoffen bestaat.Synthetic turf fibers are known per se from European patent EP 0 996 781, granted in the name of the present applicant, wherein a polyamide-containing yarn is used for the manufacture of artificial turf, wherein the yarn also comprises, in addition to polyamide, a polyolefin compound selected from the group consisting of polypropylene, LLDPE and a block copolymer of polypropylene and polyethylene. In addition to the method of manufacturing a yarn known therefrom, in which the polymer is extruded to form monofilaments, which are subsequently further processed into strips, wherein a number of strips are twisted, or bundled via a winding yarn, to form a yarn, A method has also been disclosed in which the yarn is obtained by co-extrusion. During such a co-extrusion the jacket consists of polyamide, while the core consists of one of the aforementioned plastics.

Kunstgrasvezels zijn ook op zich bekend uit het ten name van de onderhavige aanvrager verleend Europees octrooi EP 0 648 868.Synthetic turf fibers are also known per se from European patent EP 0 648 868 issued in the name of the present applicant.

Uit de internationale aanvrage WO 2005/111281 is een werkwijze voor het vervaardigen van een kunststofvezel voor toepassing in een kunstgrassportveld bekend, waarbij de laag kunststofmateriaal door middel van co-extrusie uit ten minste twee lagen van verschillende kunststoffen is samengesteld, waarbij door de co-extrusiestap een ontkoppeling van de verschillende eigenschappen van de toegepaste kunststoffen zou worden bereikt. Volgens een eerste uitvoeringsvorm wordt daarbij de laag kunststofmateriaal samengesteld uit een kernlaag van een eerste kunststof, welke kernlaag aan beide zijden is omgeven door een of meer buitenlagen, elk bestaande uit een andere kunststof, in het bijzonder dat als buitenlaag van de co-extrusievezel een hydrofiel additief kan worden toegepast, bijvoorbeeld ethyleen-vinylalcoholco-polymeer of polyhydroxyethyl-methacrylaat.From the international application WO 2005/111281 a method for manufacturing a plastic fiber for use in an artificial grass sports field is known, wherein the layer of plastic material is composed of at least two layers of different plastics by means of co-extrusion, extrusion step a decoupling of the different properties of the plastics used would be achieved. According to a first embodiment, the layer of plastic material is then composed of a core layer of a first plastic, which core layer is surrounded on both sides by one or more outer layers, each consisting of a different plastic, in particular that as outer layer of the co-extrusion fiber hydrophilic additive can be used, for example ethylene vinyl alcohol copolymer or polyhydroxyethyl methacrylate.

Uit de internationale aanvrage WO 2004/106601 is een garen voor een kunstgrasveld bekend, waarbij het garen een zogenaamd tapefilament is, bestaande uit een kernlaag en twee buitenlagen van een materiaal anders dan de kernlaag, waarbij de kernlaag polyester en/of polyolefinemateriaal bevat en de buitenlagen hoge dichtheid polyetheen bevatten.From the international application WO 2004/106601 a yarn for an artificial grass field is known, wherein the yarn is a so-called tape filament, consisting of a core layer and two outer layers of a material other than the core layer, wherein the core layer contains polyester and / or polyolefin material and the outer layers contain high density polyethylene.

Uit de Nederlandse terinzagelegging 7412540 is een polyestervezel voor de fabricage van bontachtige poolmaterialen bekend, waarbij de verhouding tussen de lengte en de breedte, gemeten langs een symmetrie-as, een bepaalde waarde bezit, welke configuratie met name tot doel heeft het verschaffen van bontachtige polyestermaterialen die soepel en niet kleverig aanvoelen, een prettige glans en een goede veerkracht in de pool bezitten. De toepassing van dergelijke vezelmaterialen in een kunstgrasveld is daaruit niet bekend, noch daarin gesuggereerd.A polyester fiber for the manufacture of fur-like pile materials is known from Dutch Patent Application Laid-Open No. 7412540, wherein the ratio between the length and the width measured along a axis of symmetry has a certain value, which configuration is particularly intended to provide fur-like polyester materials which have a smooth and non-sticky feel, a pleasant shine and good resilience in the pile. The use of such fiber materials in an artificial grass field is not known therefrom, nor is it suggested therein.

Voornoemde kunstgrasvelden zijn al vele jaren bekend, waarbij hockey een van de meest veelvuldig beoefende sporten op kunstgras is. Ook kunnen hier voetbal, rugby, tennis, ski en golf worden genoemd.The aforementioned artificial grass pitches have been known for many years, with hockey being one of the most frequently practiced sports on artificial grass. Football, rugby, tennis, ski and golf can also be mentioned here.

Een aspect van vezels, in het bijzonder vezels die als “vervanger” van natuurlijk gras fungeren, is dat dergelijke vezels de gunstige eigenschappen van het natuurlijk gras benaderen. Hierbij moet bijvoorbeeld aan de veerkrachtigheid of resilience van de vezel worden gedacht. Natuurlijk gras zal een zekere veerkracht vertonen waardoor het veld, zelfs na het langdurig bespelen daarvan, als een “bedekt of vol” veld zal tonen. De platgelopen vezels zullen vanwege hun natuurlijk karakter terugkeren naar de opstaande positie en aldus zal de zwarte ondergrond, waarin de vezels hun wortels hebben, niet of nauwelijks zichtbaar zijn. Het oprichten van de vezels resulteert in gunstige eigenschappen van het veld, bijvoorbeeld de balrol. Omdat met name bij hockey en voetbal het rollen van de bal een belangrijk onderdeel van het spel uitmaakt, is het gewenst dat de mate waarin de bal rolt min of meer overeenkomt met de mate waarin de bal zou rollen op een natuurlijk grasveld. Hierbij moet worden opgemerkt dat de balrol gedurende de technische levensduur van het kunstgrasveld niet nadelig mag worden beïnvloed.One aspect of fibers, in particular fibers that act as "substitutes" for natural grass, is that such fibers approximate the beneficial properties of natural grass. Here, for example, the resilience or resilience of the fiber must be considered. Natural grass will exhibit a certain resilience which will make the field, even after prolonged playing, appear as a "covered or full" field. Due to their natural character, the flattened fibers will return to the upright position and thus the black substrate, in which the fibers have their roots, will not or hardly be visible. The raising of the fibers results in favorable properties of the field, for example the ball roll. Because, especially in hockey and football, rolling the ball is an important part of the game, it is desirable that the degree to which the ball rolls is more or less the same as the degree to which the ball would roll on a natural lawn. It should be noted here that the ball roller must not be adversely affected during the technical service life of the artificial grass pitch.

Een ander bij kunstgras bekend fenomeen, in het bijzonder wanneer het kunstgras wordt toegepast voor het spelen van voetbal, is het optreden van brandwonden wanneer de spelers een sliding maken. Dit probleem doet zich niet voor bij natuurgras, welk natuurlijk materiaal een hoog gehalte aan water bezit en bij contact zacht aanvoelt, waardoor de wrijving met de huid hoog zal zijn. Deze hoge wrijving is vanuit het oogpunt van het beschadigen van de huid nadelig, maar door het feit dat natuurgras na contact enigszins zal afslijten, is er bij het contact tussen de huid en het natuurgras geen sprake van brandwonden. Daarnaast kan worden gemeld dat natuurgras zacht is en, na afslijten, opnieuw zal aangroeien, waarbij moet worden opgemerkt dat het relatief zachte karakter van natuurgras bijdraagt tot goede veerkrachtige of resiliëntie eigenschappen.Another phenomenon known to artificial turf, particularly when the artificial turf is used for playing football, is the occurrence of burn wounds when the players make a sliding. This problem does not occur with natural grass, which natural material has a high water content and feels soft on contact, so that the friction with the skin will be high. This high friction is disadvantageous from the point of view of damaging the skin, but due to the fact that natural grass will wear off slightly after contact, there is no question of burns in the contact between the skin and the natural grass. In addition, it can be reported that natural grass is soft and, after abrasion, will grow again, although it should be noted that the relatively soft nature of natural grass contributes to good resilient or resiliency properties.

Om de hiervoor genoemde problemen op het gebied van menselijke huid-veld-interactie te vermijden wordt op grote schaal, vooral tijdens belangrijke sportwedstrijden, op het kunstgrasveld grote hoeveelheden water aangebracht. Bij kunstgrasvelden voor het beoefenen van de hockeysport wordt aldus het kunstgrasveld nagenoeg volledig onder water gezet, wat vanuit milieuoogpunt ongewenst is.In order to avoid the aforementioned problems in the field of human skin-field interaction, large amounts of water are applied to the artificial grass field on a large scale, especially during important sports competitions. For artificial grass pitches for practicing hockey, the artificial grass pitch is thus almost completely submerged in water, which is undesirable from an environmental point of view.

Een aspect van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een vezel, in het bijzonder om te worden toegepast als een kunstgrasvezel, die de gunstige eigenschappen van natuurgras, in het bijzonder bij de toepassing op het gebied van sportvelden, zoals de balrol, zoveel mogelijk imiteert.An aspect of the present invention is to provide a fiber, in particular for use as an artificial grass fiber, which imitates as far as possible the favorable properties of natural grass, in particular when applied in the field of sports fields, such as the ball roll. .

Een ander aspect van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een bijzonder type vezel die slechts materiaal bevat op die posities in de vezel die bijdragen aan de uiteindelijke performance van de vezel.Another aspect of the present invention is to provide a particular type of fiber that only contains material at those positions in the fiber that contribute to the final performance of the fiber.

Nog een aspect van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een bijzonder type vezel die in de constructie van een kunstgrasveld een geringe neiging tot omvallen toont en een goede mate van afdekken bij de toepassing van zogenaamde infill materialen vertoont.A further aspect of the present invention is to provide a special type of fiber that exhibits a low tendency to fall over in the construction of an artificial grass field and shows a good degree of covering when using so-called infill materials.

Een ander aspect van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een vezel die een hoge duurzaamheid bezit en uit commercieel beschikbare materialen kan worden samengesteld.Another aspect of the present invention is to provide a fiber that has high durability and can be composed of commercially available materials.

De onderhavige uitvinding zoals vermeld in de aanhef wordt gekenmerkt doordat de waarde voor A zich bevindt in een gebied van 800-1600 micrometer, de waarde voor B zich bevindt in een gebied van 400-600 micrometer, waarbij voornoemde vezel een dtex in het gebied 900-1200 bezit.The present invention as stated in the preamble is characterized in that the value for A is in a range of 800-1600 micrometers, the value for B is in a range of 400-600 micrometers, said fiber having a dtex in the range 900 -1200.

Onder toepassing van een dergelijke dwarsdoorsnede-vorm van de vezel, in het bijzonder de onderhavige plus- of kruisvormige dwarsdoorsnede, wordt aan één of meer van de voornoemde aspecten voldaan. De onderhavige uitvinders hebben voornamelijk gevonden dat de bijzondere keuze van voornoemde waarden voor zowel A als B leidt tot een vezel die “licht” van gewicht is, een goede resilientiewaarde bezit en oogt als natuurlijk gras. Het is volgens de onderhavige uitvinders aldus mogelijk gebleken een vezel te verschaffen die veel filamenten per oppervlak levert, waarmee een goede bedekkingsgraad wordt verkregen, terwijl de totale massa laag is. De onderhavige vezel zal voller ogen dan de volgens de stand van de techniek bekende vezels.Using such a cross-sectional shape of the fiber, in particular the present plus or cross-shaped cross-section, one or more of the aforementioned aspects is satisfied. The present inventors have mainly found that the particular choice of the aforementioned values for both A and B leads to a fiber that is "light" in weight, has a good resistance value and looks like natural grass. According to the present inventors, it has thus been found possible to provide a fiber which provides many filaments per surface, with which a good degree of coverage is obtained, while the total mass is low. The present fiber will look fuller than the fibers known in the art.

De specifieke onderhavige plus- of kruisvormige dwarsdoorsnede en de bijbehorende afmetingen hebben aldus voor een vezel gezorgd waarbij slechts materiaal aanwezig is op de posities die daadwerkelijk substantieel bijdragen aan de performance van de uiteindelijke vezel. De plusvorm wijkt dus wezenlijk af van de diamant- of ruitvorm, in welke laatstgenoemde vorm sprake is van materiaal op bepaalde posities, welke posities geen wezenlijke bijdrage leveren aan de performance van de vezel in de toepassing van een kunstgrasveld. In de onderhavige plus- of kruisvormige dwarsdoorsnede is het “overtollige materiaal” van de ruit-of diamantvorm weggenomen, resulterend in een vezel die voldoet aan bijvoorbeeld eisen die aan sportveld worden gesteld, zoals hardheid, omslaan, sliding- en infill effecten. De term “overtollig materiaal” dient te worden beschouwd als materiaal dat niet wezenlijk bijdraagt aan de functionele eigenschappen van de vezel. In de ruit- of diamantvorm wordt het materiaal dat zich ter hoogte van de omtrekrand bevindt, in het bijzonder gelegen in het gebied omsloten tussen de beide uiteinden van de laterale en longitudinale as, als niet-functioneel voor de onderhavige toepassing in een kunstgrasveld beoordeeld.The specific present plus or cross-shaped cross-section and the associated dimensions have thus provided a fiber in which only material is present at the positions that actually contribute substantially to the performance of the final fiber. The plus form therefore differs substantially from the diamond or diamond shape, in which the latter form material at certain positions, which positions do not make a substantial contribution to the performance of the fiber in the application of an artificial grass field. In the present plus or cross-shaped cross-section, the "surplus material" has been removed from the diamond or diamond shape, resulting in a fiber that satisfies, for example, sports field requirements such as hardness, turning over, sliding and infill effects. The term "excess material" should be considered as material that does not substantially contribute to the functional properties of the fiber. In the diamond or diamond shape, the material located at the height of the peripheral edge, in particular in the area enclosed between the two ends of the lateral and longitudinal axis, is assessed as non-functional for the present application in an artificial grass field.

Hoewel de onderhavige plus- of kruisvormige dwarsdoorsnede zich laat omschrijven onder toepassing van een laterale en longitudinale as, waarbij de beide assen nagenoeg loodrecht op elkaar staan, moet het duidelijk zijn dat zich ter hoogte van de positie waar beide assen elkaar snijden, er sprake is van een enigszins verdikt geheel. Het aldus gevormde “snijpunt” kan zich in het midden van beide assen bevinden maar er zijn ook uitvoeringsvormen mogelijk waarbij het snijpunt enigszins uit het midden is gepositioneerd. De geometrische uitvoeringsvorm van de onderhavige vezel is dus niet beperkt tot een uitvoeringsvorm waarbij de beide assen elkaar in het midden snijden. Het snijpunt van beide assen zal een enigszins “verdikt” geheel vormen waarbij min of meer duidelijk is dat de beide voornoemde assen geen duidelijk scherpe hoek vertonen doch enige “opeenhoping” van materiaal, waaruit de vezel is vervaardigd, bezitten. Een dergelijke ophoping is toe te schrijven aan het toegepaste extrusieproces waarbij de nog warme vezel de spuitkop verlaat en de plus- of kruisvormige dwarsdoorsnede zijn uiteindelijke vorm na afkoelen zal verkrijgen. Volgens een geschikte methode wordt het uit de extruder tredende materiaal bij voorkeur verstrekt met een verhouding in het gebied van 1:3-1:7.Although the present plus or cross-shaped cross-section can be described using a lateral and longitudinal axis, the two axes being substantially perpendicular to each other, it must be clear that there is talk of the position where both axes intersect. of a somewhat thickened whole. The "intersection" thus formed can be in the middle of both axes, but embodiments are also possible in which the intersection is positioned slightly off-center. The geometric embodiment of the present fiber is therefore not limited to an embodiment in which the two axes intersect in the center. The intersection of both shafts will form a somewhat "thickened" whole whereby it is more or less clear that the two aforementioned shafts do not have a clearly sharp angle, but have some "accumulation" of material from which the fiber is made. Such an accumulation can be attributed to the extrusion process used in which the still warm fiber leaves the spray head and the plus or cross-shaped cross-section will obtain its final shape after cooling. According to a suitable method, the material emerging from the extruder is preferably drawn in a ratio in the range of 1: 3-1: 7.

In een bijzondere uitvoeringsvorm van de onderhavige vezel bevindt de waarde A zich in het gebied van 900-1000 micrometer en de waarde B in het gebied van 440 - 540 micrometer. Dergelijke waarden voor de grenzen van A en B leiden tot vezels die vol ogen (hoge dekkingsgraad), en een goede resiliëntie veroorzaken.In a particular embodiment of the present fiber, the value A is in the range of 900-1000 micrometers and the value B is in the range of 440-540 micrometers. Such values for the limits of A and B lead to fibers that are full of eyes (high coverage) and cause good resilience.

Daarnaast is het verder wenselijk dat de onderhavige vezel een dtex in het gebied 900-1100 bezit, welke waarden tot gevolg hebben dat de vezel zacht aanvoelt.In addition, it is further desirable that the present fiber have a dtex in the range 900-1100, which values cause the fiber to feel soft.

Vanuit het oogpunt van resiliëntie is het wenselijk dat de verhouding B:A zich bevindt in het gebied van 0,23-0,83, bij voorkeur dat de verhouding B:A zich bevindt in het gebied van 0,40-0,60. In het bijzonder veronderstellen de onderhavige uitvinders dat bij een waarde < 0.23 sprake is van verlies aan resiliëntie en/of verlies aan zachtheid, terwijl bij een waarde > 0.83 sprake is van verlies aan dekkingsgraad, slijtvastheid (en verhoogde productiekosten).From the point of view of resiliency, it is desirable that the B: A ratio is in the range of 0.23-0.83, preferably the B: A ratio is in the range of 0.40-0.60. In particular, the present inventors assume that with a value <0.23 there is loss of resilience and / or loss of softness, while with a value> 0.83 there is a loss of coverage, wear resistance (and increased production costs).

Als geschikte materialen voor de onderhavige vezels kunnen worden genoemd: polypropeenverbindingen, polyetheenverbindingen, polyamiden, ethylvinylacetaat (EVA), verzadigd styreen thermoplastisch elastomeer (SEBS), polyesters en copolymeren van etheen en acrylaat, of een of meer combinaties hiervan.Suitable materials for the present fibers may be: polypropylene compounds, polyethylene compounds, polyamides, ethyl vinyl acetate (EVA), saturated styrene thermoplastic elastomer (SEBS), polyesters and copolymers of ethylene and acrylate, or one or more combinations thereof.

Het is met name wenselijk om de polyetheenverbindingen te kiezen uit de groep van high density polyetheen (HDPE), medium density polyetheen (MDPE), low density polyetheen (LDPE), linear low density polyetheen (LLDPE) en anhydride gemodificeerde polyolefinen en plastomeren, of combinaties hiervan.In particular, it is desirable to choose the polyethylene compounds from the group of high density polyethylene (HDPE), medium density polyethylene (MDPE), low density polyethylene (LDPE), linear low density polyethylene (LLDPE) and anhydride modified polyolefins and plastomers, or combinations of these.

Als een de voorkeur verdienende polyesterverbinding worden polyetheentereftalaat en/of polytrimethylenetereftalaat (PTT) genoemd.As a preferred polyester compound, polyethylene terephthalate and / or polytrimethyleneterephthalate (PTT) are mentioned.

Als de voorkeur verdienende polyamiden worden co-polyamide (6/6.6) en/of polyamide-6 genoemd, in het bijzonder polyamiden van het type 6, 6.6, 6.10 en 6.12, of combinaties hiervan, in het bijzonder co-PA (6/6,6) en/of polyamide 6.Preferred polyamides are co-polyamide (6 / 6.6) and / or polyamide-6, in particular polyamides of the types 6, 6.6, 6.10 and 6.12, or combinations thereof, in particular co-PA (6 / 6,6) and / or polyamide 6.

In een bijzondere uitvoeringsvorm is het ook mogelijk dat de onderhavige vezel uit een kern en een mantel bestaat, waarbij de kern en de mantel zijn samengesteld uit verschillende materialen, waarbij met name het materiaal voor de kern is gekozen uit de groep van polypropeenverbindingen, polyetheenverbindingen, polyamiden, ethylvinylacetaat (EVA), verzadigd styreen thermoplastisch elastomeer (SEBS), polyesters en copolymeren van etheen en acrylaat, of een of meer combinaties hiervan.In a special embodiment, it is also possible for the present fiber to consist of a core and a sheath, the core and the sheath being composed of different materials, in particular the material for the core being selected from the group of polypropylene compounds, polyethylene compounds, polyamides, ethyl vinyl acetate (EVA), saturated styrene, thermoplastic elastomer (SEBS), polyesters and copolymers of ethylene and acrylate, or one or more combinations thereof.

Als een geschikt materiaal voor de mantel kunnen worden genoemd: polyurethaan, cellulose, chitosan, polyvinylalcohol en derivaten daarvan, of een combinatie hiervan, waarbij het met name gewenst is dat een of meer derivaten van cellulose behorende tot de groep van viscose, ethylcellulose, cellulose-acetaatbutyraat (CAB), cellulose-acetaatpropionaat (CAP), cellulose(di)-acetaat en cellulose(tri)acetaat zijn toegepast. Tussen de mantel en de kern kunnen een of meer compatibiteitsmiddelen worden toegepast om de hechtingtussen mantel en kern te bevorderen.As a suitable material for the jacket, there may be mentioned polyurethane, cellulose, chitosan, polyvinyl alcohol and derivatives thereof, or a combination thereof, wherein it is in particular desirable that one or more derivatives of cellulose belonging to the group of viscose, ethyl cellulose, cellulose acetate butyrate (CAB), cellulose acetate propionate (CAP), cellulose (di) acetate and cellulose (tri) acetate have been used. One or more compatibility agents may be used between the jacket and the core to promote adhesion between the jacket and core.

De vezel, zoals hiervoor beschreven, kan gebruikelijke additieven bevatten, onder meer voor het verbeteren van de UV-stabiliteit, kleurechtheid, antistatische eigenschappen, antibacteriële eigenschappen ter voorkoming van algengroei, hydrofiliciteit en dergelijke. Daarnaast kunnen ook in de vezel mengsels van polymeren worden toegepast om bepaalde eigenschappen te verbeteren, waarbij met name aan plastomeren moet worden gedacht. Het moet echter duidelijk zijn dat de onderhavige uitvinding in geen geval betrekking heeft op een vezel die bijvoorbeeld in de textielindustrie en/of meubelindustrie wordt toegepast.The fiber as described above may contain conventional additives, inter alia for improving UV stability, color fastness, antistatic properties, antibacterial properties to prevent algae growth, hydrophilicity and the like. In addition, mixtures of polymers can also be used in the fiber to improve certain properties, with particular regard to plastomers. It should be understood, however, that the present invention in no way relates to a fiber used, for example, in the textile industry and / or furniture industry.

De onderhavige uitvinding heeft verder betrekking op een sportveld, samengesteld uit een onderbouw en een zich op de onderbouw bevindende drager, waarbij in de drager vezels zijn verankerd die zich uit voornoemde drager strekken, gekenmerkt doordat zich in de drager de hiervoor besproken vezels bevinden. Een aldus uitgevoerd sportveld omvat een dragerlaag waarin zich uit de dragerlaag stekende kunstgrasvezels bevinden, bij voorkeur verkregen door de onderhavige vezels mechanisch met de dragerlaag te verbinden, zoals weef-, brei- of tufttechnieken, zodat de vezels min of meer de natuurgrasmat met opstaande grassprieten benaderen. Het sportveld kan aan de loopzijde daarvan zijn ingestrooid met een infill materiaal, bijvoorbeeld zand en/of rubber. Het onderhavige sportveld omvat in een bijzondere uitvoeringsvorm, naast de onderhavige vezels, ook een hoeveelheid natuurlijk gras.The present invention further relates to a sports field composed of a substructure and a carrier located on the substructure, wherein fibers are anchored in the carrier that extend from the aforementioned carrier, characterized in that the fibers discussed above are located in the carrier. A sports field designed in this way comprises a support layer in which artificial grass fibers protruding from the support layer are situated, preferably obtained by mechanically joining the present fibers to the support layer, such as weaving, knitting or tufting techniques, so that the fibers are more or less the natural grass mat with upright blades of grass. to approach. The sports field can be sprinkled on its walking side with an infill material, for example sand and / or rubber. In a special embodiment, the present sports field comprises, in addition to the present fibers, a quantity of natural grass.

De onderhavige uitvinding zal hierna aan de hand van een aantal voorbeelden worden toegelicht, waarbij echter dient te worden opgemerkt dat dergelijke voorbeelden niet als beperkend moet worden beschouwd.The present invention will be explained below with reference to a number of examples, although it should be noted that such examples are not to be considered as limiting.

Figuur 1 toont in een bovenaanzicht een schematische dwarsdoorsnede van de onderhavige vezel.Figure 1 shows a schematic cross-section of the present fiber in a top view.

Figuur 2 vertoont een microscopische opname van een aantal vezels volgens de onderhavige uitvinding.Figure 2 shows a microscopic image of a number of fibers according to the present invention.

Figuur 3 toont de positionering van de assen in een vezel volgens de onderhavige vezel, verkregen uit figuur 2.Figure 3 shows the positioning of the shafts in a fiber according to the present fiber, obtained from Figure 2.

In figuur 1 is een bovenaanzicht van de onderhavige vezel weergegeven, waarbij de plus- of kruisvormige dwarsdoorsnede uitvoering wordt gekarakteriseerd door een tweetal parameters, te weten B en A. De vezel komt in deze figuur dus “uit het papier” omhoog. De dwarsdoorsnede laat duidelijk een longitudinale as zien die zich uitstrekt van een eerste uiteinde naar een tweede uiteinde, en een zich nagenoeg in het midden daarvan gerangschikte laterale as. Parameter A heeft betrekking op de lengte van de longitudinale as, ook wel aangeduid als breedte, en parameter B heeft betrekking op de lengte van de laterale as, ook wel aangeduid als dikte. De waarde voor A bevindt zich in een gebied van 800-1600 micrometer, de waarde voor B bevindt zich in een gebied van 400-600 micrometer, waarbij de vezel een dtex in het gebied 900-1200 bezit. De hoogte of lengte-as (oftewel de lengte van de vezel zelf) van de vezel is niet kritisch en bedraagt gebruikelijk 9-70 mm. De plus- of kruisvormige dwarsdoorsnede is bij voorkeur over de volledige hoogte van de vezel aanwezig zodat zowel in de buurt van de “backing” (niet weergegeven), te weten de drager waarin de vezel is verankerd, als aan het andere uiteinde van de vezel waar het loopvlak, met eventueel infill materiaal, zich bevindt, de onderhavige plus- of kruisvormige dwarsdoorsnede aanwezig is. Op het kruispunt van de beide assen is sprake van enige ophoping van materiaal.Figure 1 shows a top view of the present fiber, wherein the plus or cross-shaped cross-sectional embodiment is characterized by two parameters, namely B and A. The fiber thus rises "out of the paper" in this figure. The cross-section clearly shows a longitudinal axis extending from a first end to a second end, and a lateral axis arranged substantially in the center thereof. Parameter A refers to the length of the longitudinal axis, also referred to as width, and parameter B relates to the length of the lateral axis, also referred to as thickness. The value for A is in a range of 800-1600 micrometers, the value for B is in a range of 400-600 micrometers, the fiber having a dtex in the range 900-1200. The height or longitudinal axis (or the length of the fiber itself) of the fiber is not critical and is usually 9-70 mm. The plus or cross-shaped cross-section is preferably present over the full height of the fiber so that both in the vicinity of the "backing" (not shown), i.e. the carrier in which the fiber is anchored, and at the other end of the fiber where the tread, with possibly infill material, is located, the present plus or cross-shaped cross-section is present. There is some material accumulation at the intersection of the two axes.

Figuur 2 laat een aantal vezels volgens de onderhavige uitvinding zien. Uit figuur 2 is duidelijk waarneembaar dat de vezels de beschikking hebben over een plus- of kruisvormige dwarsdoorsnede.Figure 2 shows a number of fibers according to the present invention. It can be clearly seen from Figure 2 that the fibers have a plus or cross-shaped cross section.

Figuur 3 is een weergave van de onderhavige kunstgrasvezel waarin duidelijk waarneembaar is dat de plus- of kruisvormige dwarsdoorsnede zich uitstrekt over de lengte van de vezel. Ook hier is op het kruispunt van de beide assen sprake van enige ophoping van vezelmateriaal. De onderhavige plus- of kruisvormige dwarsdoorsnede vertoont duidelijk het wegnemen van overtollig materiaal ten opzichte van een ruit- of diamantvorm, in het bijzonder het materiaal dat zich oorspronkelijk ter hoogte van de omtreksrand bevond, met name gelegen in het gebied omsloten tussen de beide uiteinden van de laterale en longitudinale as.Figure 3 is a representation of the present artificial grass fiber in which it is clearly visible that the plus or cross-shaped cross-section extends along the length of the fiber. Here too there is some accumulation of fiber material at the intersection of the two axes. The present plus or cross-shaped cross-section clearly shows the removal of excess material relative to a diamond or diamond shape, in particular the material originally located at the peripheral edge, in particular in the area enclosed between the two ends of the lateral and longitudinal axis.

De onderhavige uitvinders hebben aanvullend onderzoek verricht naar een aantal in de handel verkrijgbare vezels waarvan de resultaten zich bevinden in onderstaande tabel. In onderstaande tabel is de parameter Q op de verticale as ten opzichte van een aantal typen vezels weergegeven.The present inventors have conducted additional research into a number of commercially available fibers, the results of which are in the table below. The table below shows the parameter Q on the vertical axis with respect to a number of fiber types.

De parameter Q heeft betrekking op de verhouding tussen de (dikte/breedte van de vezel) en de dtex waarde. Voor bijvoorbeeld een vezel volgens de onderhavige uitvinding geldt voor een dikte (parameter B) van 0,49 mm, een breedte (parameter A) van 0,84 en een dtex van 1075 een waarde voor Q van (0,49/0,94)/1075=0,484. Voor een vezel, vervaardigd volgens het ten name van de onderhavige aanvrager verleend Nederlands octrooi NL 2008854, heeft parameter Q een waarde van 0,207.The parameter Q relates to the ratio between the (thickness / width of the fiber) and the dtex value. For, for example, a fiber according to the present invention, for a thickness (parameter B) of 0.49 mm, a width (parameter A) of 0.84 and a dtex of 1075, a value for Q of (0.49 / 0.94) 1075 = 0.454. For a fiber manufactured in accordance with Dutch patent NL 2008854 granted in the name of the present applicant, parameter Q has a value of 0.207.

Uit tabel 1 is het duidelijk dat de onderhavige vezel, aangeduid met X-light B12, een zeer hoge dikte/breedte in verhouding tot de dtex waarde vertoont. De onderhavige uitvinders veronderstellen dat een grotere dikte van de vezel is gecorreleerd aan een hoger weerstandsvermogen. En een kleine vezeldikte is gecorreleerd aan een grotere zachtheid. Voor de vezelbreedte geldt dat een grotere waarde leidt tot een grotere bedekkingsgraad.It is clear from Table 1 that the present fiber, designated X-light B12, has a very high thickness / width in relation to the dtex value. The present inventors assume that a greater thickness of the fiber is correlated with a higher resistivity. And a small fiber thickness is correlated to a greater softness. For the fiber width, a larger value leads to a higher coverage ratio.

Tabel 1: parameter Q voor diverse typen vezelsTable 1: parameter Q for various types of fibers

De in bovenstaande tabel 1 vermelde vezels zijn in de handel verkrijgbare vezels waarbij de herkomst in onderstaande tabel 2 is vermeld.The fibers listed in Table 1 above are commercially available fibers, the origin of which is given in Table 2 below.

Tabel 2: Type, materiaalkeuze en uiterlijke vorm van vezelTable 2: Type, choice of material and appearance of fiber

Claims

A fiber, in particular a synthetic fiber, which synthetic fiber is suitable for use in a carrier, wherein the fibers anchored in said carrier extend from said carrier, which carrier is suitable for becoming a top layer in a substructure for a sports field wherein said fiber has a plus or cross-shaped cross-section, which cross-section comprises a longitudinal axis extending from a first end to a second end, and a lateral axis arranged substantially in the center thereof, wherein A is the length of the longitudinal axis, designated as width, and B is the length of the lateral axis, designated as thickness, characterized in that the value for A is in a range of 800-1600 micrometers, the value for B is in an area of 400-600 microns, said fiber having a dtex in the area 900-1200.

A fiber according to claim 1, characterized in that the value A is in the range of 900-1000 micrometers, the value B in the range of 440-540 micrometers.

Fiber according to one or more of the preceding claims, characterized in that said fiber has a dtex in the range 900-1100.

Fiber according to one or more of the preceding claims, characterized in that the ratio B: A is in the range of 0.23-0.83.

Fiber according to one or more of the preceding claims, characterized in that the ratio B: A is in the range of 0.40 - 0.60.

Fiber according to one or more of the preceding claims, characterized in that the fibers are selected from the group of polypropylene compounds, polyethylene compounds, polyamides, ethyl vinyl acetate (EVA), saturated styrene thermoplastic elastomer (SEBS), polyesters and copolymers of ethylene and acrylate, or one or more combinations thereof.

A fiber according to claim 6, characterized in that the polyethylene compounds are selected from the group of high density polyethylene (HDPE), medium density polyethylene (MDPE), low density polyethylene (LDPE), linear low density polyethylene (LLDPE) and anhydride modified polyolefins and plastomers, or combinations thereof.

The fiber according to claim 6, characterized in that polyethylene terephthalate and / or polytrimethyleneterephthalate (PTT) are used as the polyester.

The fiber according to claim 6, characterized in that the polyamides used are co-polyamide (6 / 6.6) and / or polyamide-6.

Fiber according to one or more of the preceding claims, characterized in that the fiber consists of a core and a sheath, the core and the sheath being composed of different materials, the material for the core being chosen in particular from the group of materials as mentioned in claim 6.

A fiber according to claim 10, characterized in that the material for the sheath is selected from the group consisting of polyurethane, cellulose, chitosan, polyvinyl alcohol and derivatives thereof, or a combination thereof.

12. A sports field composed of a substructure and a carrier located on said substructure, wherein fibers are anchored in said carrier and extend from said carrier, characterized in that fibers are according to one or more of the preceding claims contained in said carrier .