NL2014936A - Bromadiolon bevattende samenstelling, rodenticide aas en werkwijze voor de bestrijding van bepaalde doelsoorten schadelijke knaagdieren. - Google Patents

Bromadiolon bevattende samenstelling, rodenticide aas en werkwijze voor de bestrijding van bepaalde doelsoorten schadelijke knaagdieren. Download PDF

Info

Publication number
NL2014936A
NL2014936A NL2014936A NL2014936A NL2014936A NL 2014936 A NL2014936 A NL 2014936A NL 2014936 A NL2014936 A NL 2014936A NL 2014936 A NL2014936 A NL 2014936A NL 2014936 A NL2014936 A NL 2014936A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
bromadiolone
bait
homo
harmful
rodents
Prior art date
Application number
NL2014936A
Other languages
English (en)
Other versions
NL2014936B1 (nl
Inventor
Caruel Hervé
Espana Bernadette
Besse Stéphane
Lattard Virginie
Benoit Etienne
Original Assignee
Liphatech Inc
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Liphatech Inc filed Critical Liphatech Inc
Publication of NL2014936A publication Critical patent/NL2014936A/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2014936B1 publication Critical patent/NL2014936B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01NPRESERVATION OF BODIES OF HUMANS OR ANIMALS OR PLANTS OR PARTS THEREOF; BIOCIDES, e.g. AS DISINFECTANTS, AS PESTICIDES OR AS HERBICIDES; PEST REPELLANTS OR ATTRACTANTS; PLANT GROWTH REGULATORS
    • A01N43/00Biocides, pest repellants or attractants, or plant growth regulators containing heterocyclic compounds
    • A01N43/02Biocides, pest repellants or attractants, or plant growth regulators containing heterocyclic compounds having rings with one or more oxygen or sulfur atoms as the only ring hetero atoms
    • A01N43/04Biocides, pest repellants or attractants, or plant growth regulators containing heterocyclic compounds having rings with one or more oxygen or sulfur atoms as the only ring hetero atoms with one hetero atom
    • A01N43/14Biocides, pest repellants or attractants, or plant growth regulators containing heterocyclic compounds having rings with one or more oxygen or sulfur atoms as the only ring hetero atoms with one hetero atom six-membered rings
    • A01N43/16Biocides, pest repellants or attractants, or plant growth regulators containing heterocyclic compounds having rings with one or more oxygen or sulfur atoms as the only ring hetero atoms with one hetero atom six-membered rings with oxygen as the ring hetero atom
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01NPRESERVATION OF BODIES OF HUMANS OR ANIMALS OR PLANTS OR PARTS THEREOF; BIOCIDES, e.g. AS DISINFECTANTS, AS PESTICIDES OR AS HERBICIDES; PEST REPELLANTS OR ATTRACTANTS; PLANT GROWTH REGULATORS
    • A01N25/00Biocides, pest repellants or attractants, or plant growth regulators, characterised by their forms, or by their non-active ingredients or by their methods of application, e.g. seed treatment or sequential application; Substances for reducing the noxious effect of the active ingredients to organisms other than pests
    • A01N25/002Biocides, pest repellants or attractants, or plant growth regulators, characterised by their forms, or by their non-active ingredients or by their methods of application, e.g. seed treatment or sequential application; Substances for reducing the noxious effect of the active ingredients to organisms other than pests containing a foodstuff as carrier or diluent, i.e. baits
    • A01N25/004Biocides, pest repellants or attractants, or plant growth regulators, characterised by their forms, or by their non-active ingredients or by their methods of application, e.g. seed treatment or sequential application; Substances for reducing the noxious effect of the active ingredients to organisms other than pests containing a foodstuff as carrier or diluent, i.e. baits rodenticidal

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Plant Pathology (AREA)
  • Agronomy & Crop Science (AREA)
  • Pest Control & Pesticides (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Dentistry (AREA)
  • Wood Science & Technology (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Food Science & Technology (AREA)
  • Toxicology (AREA)
  • Agricultural Chemicals And Associated Chemicals (AREA)
  • Catching Or Destruction (AREA)

Description

P205/NL
BROMADIOLON BEVATTENDE SAMENSTELLING, RODENTICIDE AAS EN WERKWIJZE VOOR DE BESTRIJDING VAN BEPAALDE DOELSOORTEN SCHADELIJKE KNAAGDIEREN
De uitvinding betreft een bromadiolon bevattende samenstelling, een rodenticide aas en een werkwijze voor de bestrijding van bepaalde doelsoorten schadelijke knaagdieren. De uitvinding betreft dus het technische aspect van de bestrijding van excessieve groei van specifieke schadelijke knaagdierpopulaties.
Bekend is het gebruik van vallen voor bepaalde doelsoorten schadelijke knaagdieren, waarmee een klein aantal individuen van een specifieke schadelijke knaagdiersoort kan worden verwijderd. Ook kennen we rodenticide aassoorten die dienstdoen als gif voor bepaalde doelsoorten schadelijke knaagdieren.
In het bijzonder kennen we rodenticide aassoorten die bromadiolon bevatten en waarmee schadelijke knaagdieren kunnen worden bestreden. Het gaat met name om aassoorten op basis van gepelde haver, die eveneens bromadiolon bevatten in een massaverhouding van 50 mg per kg (0,005%, 50 ppm) aas, denatoniumbenzoaat en een kleurstof.
Dergelijke aassoorten veroorzaken problemen wanneer deze ter beschikking worden gesteld aan schadelijke knaagdierpopulaties en kunnen ook worden gegeten door andere dieren dan de schadelijke knaagdieren. Ze kunnen bijvoorbeeld worden gegeten door huisdieren en gezelschapsdieren. Ook kunnen ze per ongeluk worden geconsumeerd door mensen.
Bovendien kan een aanzienlijke hoeveelheid van de bromadiolon van deze rodenticide aassoorten via de voedselketen in de maag terechtkomen van roofdieren of aaseters - met name vogels - die schadelijke knaagdieren eten, en met name verzwakte schadelijke knaagdieren die een dergelijk rodenticide aas hebben gegeten. Deze zogenoemde secundaire inname kan op termijn leiden tot de dood van deze prooidieren of aaseters, die tot beschermde diersoorten kunnen behoren.
Van EP 0 147 052 kennen we eveneens een rodenticide samen- stelling die als rodenticide stof de voor de niet-doelsoorten minst schadelijke isomeren van bromadiolon bevat, dat wil zeggen de isomeren 1-(4'-broombifenyl-4-yl)-3-(4-hydroxycoumarine-3-yl)-(IS,3R)-propanol en 1-(4'-broombifenyl-4-yl)-3-(4-hydroxycoumarine-3-yl)-(IR,3S)-propanol. In EP 0 147 052 wordt aangegeven dat deze isomeren, die voor de niet-doelsoorten het minst schadelijk zijn, minder langdurig worden vastgehouden in het weefsel van zoogdieren die niet tot de knaagdieren behoren, of van vogelsoorten die rodenticide aas met dergelijke samenstellingen of de karkassen van vergiftigde knaagdieren kunnen eten.
Een dergelijke rodenticide samenstelling die ongeveer 100% bromadiolon (1SR,3RS) bevat, berust op de eigenschap dat deze minder langdurig wordt vastgehouden in het weefsel van zoogdieren die niet tot de knaagdieren behoren, en van vogelsoorten die rodenticide aas met dergelijke samenstellingen eten of de karkassen van vergiftigde knaagdieren.
De uitvinding beoogt derhalve de nadelen te verminderen van bekende rodenticide samenstellingen door het aanbieden van een samenstelling, een rodenticide aas en een werkwijze voor de bestrijding van specifieke schadelijke knaagdieren, die effectief zijn voor het onder controle houden van schadelijke knaagdierpopulaties en die evenwel de mogelijkheid bieden de risico's op primaire vergiftiging te beperken bij mensen die per ongeluk een dergelijk rodenticide aas consumeren, evenals de risico's op secundaire vergiftiging van niet-doeldieren - met name huiszoogdieren, zoals gezelschapsdieren, of wilde dieren - met name vossen of roofvogels die vergiftigde knaagdieren eten, of aasdieren die de kadavers van vergiftigde knaagdieren eten.
De uitvinding beoogt eveneens een samenstelling, een rodenticide aas en een werkwijze voor de bestrijding van specifieke schadelijke knaagdieren aan te bieden, waarvan de toepassing in overeenstemming is met de regels voor goed gebruik, met name ten aanzien van de bescherming van vogels, en in bijzonder van roofvogels .
Ook beoogt de uitvinding een samenstelling, een rodenticide aas en een werkwijze voor de bestrijding van specifieke schadelijke knaagdieren aan te bieden, waarbij het voor het uitroeien van een specifieke schadelijke knaagdierpopulatie niet noodzakelijk is om hoge doses van een rodenticide agens te gebruiken dat onschadelijk is voor het milieu, de gezondheid van de mens en van niet-doeldieren - met name die van vogels.
Hiervoor betreft de uitvinding een samenstelling die broma-diolon bevat, dat in meerderheid aanwezig is in de vorm van een homo-stereo-isomeer met de formule 3-[3-(4'-broom-[1,1'-bifenyl]-4-yl)-3-hydroxy-l-fenylpropyl]-4-hydroxy-2H-l-benzopyran-2-on, waarbij de koolstoffen 1 en 3 van de groep 3-hydroxy-l-fenylpropyl dezelfde absolute configuratie hebben.
De uitvinding betreft dus een samenstelling die een configu-ratie-stereo-isomeer van bromadiolon bevat, homo-stereo-isomeer genoemd, met de formule 3-[3-(4'-bromo-[1,1'-bifenyl]-4-yl)-3-hydroxy-l-fenylpropyl]-4-hydroxy-2H-l-benzopyran-2-on, waarin de koolstoffen 1 en 3 van de groep 3-hydroxy-l-fenylpropyl van dezelfde absolute configuratie zijn en waarbij de homo-stereo-isomeer als hoofdbestanddeel aanwezig is in bromadiolon.
In de gehele tekst wordt de term "bromadiolon" gebruikt voor het aanduiden van de samenstelling 3-[3-(s4'-bromo[1,1'-bifenyl]-4-yl)-3-hydroxy-l-fenylpropyl]-4-hydroxy-2H-l-benzopyran-2-on of 3-[3-[4-(4-broomfenyl)fenyl]-3-hydroxy-l-fenylpropyl]-2-hydroxychromen-4-on met de hierna genoemde formule (I):
(i); waarin de koolstofnummers 1 en 3 worden weergegeven van de groep 3-hydroxy-l-fenylpropyl.
In de gehele tekst: — worden met "stereo-isomeren" isomeren aangeduid met dezelfde semi-ontwikkelde formule, maar waarvan de positie van de atomen ten opzichte van elkaar in de ruimte verschillend is. Worden met "configuratie-stereo-isomeren" stereo-isomeren aangeduid waarvan voor de conversie van de ene naar de andere isomeer een verbreking/herschikking van een covalente binding tussen de atomen is vereist. Derhalve worden met "configuratie-stereo-isomeren" stereo-isomeren aangeduid die geen conformatie-isomeren (of "rota-meren", waarvan de conversie van de ene naar de andere conforma-tie-isomeer enkel gepaard gaat met een rotatie van een deel van het molecuul langs de as van een σ binding die wordt gevormd door axiale overlapping van de orbitalen) zijn. Een zelfde configura-tie-stereo-isomeer kan worden gevormd uit een van de eventuele verschillende enantiomeren van deze configuratie-stereo-isomeer, of uit een racemisch of niet-racemisch mengsel van deze eventuele enantiomeren; — worden de absolute configuraties van de koolstoffen 1 en 3 uit de groep 3-hydroxy-l-fenylpropyl van de stereo-isomeren van bromadiolon bepaald volgens de nomenclatuur van Cahn, Ingold en Prelog; — betekenen de uitdrukkingen "de homo-stereo-isomeer is als hoofdbestanddeel aanwezig in bromadiolon" en "bromadiolon is in meerderheid aanwezig in de vorm van een homo-stereo-isomeer" dat de (soortelijke, molaire of volumieke) hoeveelheid van de homo-stereo-isomeer van bromadiolon het grootste deel vormt - meer dan 50% - van de totale hoeveelheid bromadiolon in de samenstelling (in alle bijbehorende vormen configuratie-stereo-isomeren) .
In een samenstelling volgens de uitvinding vormt de homo-stereo-isomeer van bromadiolon het hoofdbestanddeel in de samenstelling in verhouding tot het totaal van de homo-stereo-isomeer en de hetero-stereo-isomeer van bromadiolon.
De uitvinding beoogt dus elke samenstelling die bromadiolon bevat in de vorm van een configuratie-stereo-isomeer van bromadiolon, homo-stereo-isomeer genoemd, met de formule 3-[3-(4'-bromo-[1,1'-bifenyl]-4-yl)-3-hydroxy-l-fenylpropyl]-4-hydroxy-2H-l-benzopyran-2-on en waarin de koolstoffen 1 en 3 uit de groep 3-hydroxy-l-fenylpropyl dezelfde absolutie configuratie hebben, en waarbij de homo-stereo-isomeer in meerderheid aanwezig is in bromadiolon .
De uitvinding beoogt dus elke samenstelling die een hoeveel- heid van de homo-stereo-isomeer van bromadiolon bevat die het hoofdbestanddeel vormt in verhouding tot de totale hoeveelheid bromadiolon. De uitvinding beoogt dus elke samenstelling die een hoeveelheid homo-stereo-isomeer van bromadiolon bevat die het hoofdbestanddeel vormt in vergelijking tot de totale hoeveelheid stereo-isomeren - homo-stereo-isomeer en hetero-stereo-isomeer -van bromadiolon. De uitvinding beoogt dus een samenstelling waarin bromadiolon in meerderheid aanwezig is als een homo-stereo-isomeer .
In een samenstelling en aas volgens de uitvinding: — is de homo-stereo-isomeer van bromadiolon aanwezig in een hoeveelheid van meer dan 50% in vergelijking tot de hoeveelheid bromadiolon; — bedraagt de hoeveelheid van de homo-stereo-isomeer van bromadiolon in het totaal van beide stereo-isomeren (i) van bromadiolon meer dan 0,5 (50%):
— is de concentratie van de homo-stereo-isomeer van bromadiolon in het totaal van de concentraties van beide stereo-isomeren (i) van bromadiolon hoger dan 0,5 (50%) :
— is de hoeveelheid (pHomo-si) van de homo-stereo-isomeer (Homo-SI) van bromadiolon in de samenstelling hoger dan de hoeveelheid van de andere configuratie-stereo-isomeer (hetero-stereo-isomeer (Hetero-SI)) van bromadiolon. In een samenstelling volgens de uitvinding is de hoeveelheid Homo-SI van bromadiolon in de samenstelling meer dan 50% van de totale hoeveelheid bromadiolon.
De uitvinders hebben geconstateerd dat de configuratie-stereo-isomeren van bromadiolon bij de doelsoorten schadelijke knaagdieren niet dezelfde remanentie in de lever vertonen, en dat de homo-stereo-isomeer van bromadiolon die, volgens EP 0 147 052, de configuratie-stereo-isomeer is die hardnekkiger wordt vastgehouden in het weefsel van andere zoogdieren dan knaagdieren en in het weefsel van vogelsoorten die rodenticide aassoorten eten of de karkassen van knaagdieren die met dergelijke aassoorten zijn vergiftigd, in feite de configuratie-stereo-isomeer van bromadiolon is met de zwakste remanentie in de lever bij de doelsoorten knaagdieren, met name bij de doelsoorten schadelijke knaagdieren. De uitvinders hebben geconstateerd dat wanneer de homo-stereo-isomeer van bromadiolon wordt opgenomen door een schadelijk knaagdier van de doelsoort, deze homo-stereo-isomeer sneller uit de lever verdwijnt dan een hetero-stereo-isomeer wanneer het schadelijke knaagdier een samenstelling heeft geconsumeerd volgens de uitvinding. Een dood of levend knaagdier van de schadelijke doelsoort dat de genoemde samenstelling heeft opgenomen, is minder schadelijk voor andere zoogdieren en voor vogels die het schadelijke knaagdier consumeren, en in het bijzonder voor roofdieren (andere zoogdieren en vogels) die bij voorkeur de ingewanden van hun prooi en met name hun lever consumeren.
De uitvinders hebben onder andere geconstateerd dat een dergelijke samenstelling volgens de uitvinding, die in meerderheid bestaat uit homo-stereo-isomeren van bromadiolon met een geringere remanentie in de lever bij de doelsoorten schadelijke knaagdieren, inderdaad de mogelijkheid biedt om de doelsoorten schadelijke knaagdieren op effectieve wijze te bestrijden.
Gunstigerwijs kan de samenstelling ook een andere stereo-isomeer van bromadiolon bevatten, hetero-stereo-isomeer genoemd, waarin de koolstoffen 1 en 3 uit de groep 3-hydroxy-l-fenylpropyl van bromadiolon verschillende absolute configuraties hebben. Gunstigerwi js is de genoemde hetero-stereo-isomeer van bromadiolon in de samenstelling aanwezig in een percentage dat lager is dan 50% -met name lager dan 30%, bij voorkeur tussen 0% en 20% en in het bijzonder lager dan 10% - van de hoeveelheid bromadiolon. Gunsti-gerwijs kan de samenstelling vrij zijn van hetero-stereo-isomeer van bromadiolon.
De uitvinding betreft dus elke samenstelling waarin de hoeveelheid van de homo-stereo-isomeer van bromadiolon in meerderheid aanwezig is. De uitvinding betreft dus elke samenstelling waarin de hoeveelheid van de homo-stereo-isomeer van bromadiolon in verhouding tot het totaal van configuratie-stereo-isomeren - homo-stereo-isomeer en hetero-stereo-isomeer - als hoofdbestand- deel aanwezig is in bromadiolon.
Gunstigerwijs en volgens de uitvinding is de homo-stereo-isomeer in de samenstelling aanwezig in een percentage dat hoger is dan 50% van de hoeveelheid bromadiolon - met name hoger dan 70%, bij voorkeur tussen 80% en 100%, en beter nog tussen 90% en 99%. Gunstigerwijs is de homo-stereo-isomeer in de samenstelling aanwezig in een percentage tussen de 92% en 97% in verhouding tot de hoeveelheid bromadiolon. Gunstigerwijs en volgens de uitvinding is de homo-stereo-isomeer in de samenstelling aanwezig in een percentage van ongeveer 100% in verhouding tot de hoeveelheid bromadiolon .
Gunstigerwijs en volgens de uitvinding vertoont de homo-stereo-isomeer van bromadiolon bij de doelsoorten knaagdieren in de lever een remanentie die lager is dan die van de andere confi-guratie-stereo-isomeer (hetero-stereo-isomeer) van bromadiolon.
Gunstigerwijs en volgens de uitvinding vertoont de homo-stereo-isomeer van bromadiolon bij proton-NMR in CDC<3 twee verschillende multipletten. Hierbij wordt het ene multiplet gecentreerd met een chemische verschuiving (δ) van circa 2,35 ppm en het andere met een chemische verschuiving (δ) van circa 3,05 ppm, en correspondeert ieder multiplet met één van de twee methylproto-nen die worden gedragen door koolstof 2 uit de groep 3-hydroxy-l-fenylpropyl. Bij proton-NMR kunnen de homo-stereo-isomeer en de hetero-stereo-isomeer van bromadiolon worden onderscheiden aan de hand van het verschil in chemische verschuiving van de twee me-thylprotonen die worden gedragen door koolstof 2 uit de groep 3-hydroxy-l-fenylpropyl van bromadiolon. Ook kunnen we bij proton-NMR de homo-stereo-isomeer en de hetero-stereo-isomeer van bromadiolon onderscheiden aan de hand van het verschil in chemische verschuiving (4,70 ppm tegen 4,95 ppm) van de protonen die worden gedragen door respectievelijk koolstof 1 en 3 uit de groep 3-hydroxy-l-fenylpropyl van bromadiolon.
Gunstigerwijs en volgens de uitvinding is de massaverhouding van bromadiolon in de samenstelling lager dan 200 ppm (200 mg bromadiolon per kg samenstelling). Gunstigerwijs ligt de massaverhouding van bromadiolon tussen 10 ppm en 100 ppm (10 mg tot 100 mg bromadiolon per kg samenstelling), met name tussen 10 ppm en 50 ppm (10 mg tot 50 mg bromadiolon per kg samenstelling), bij voorkeur in de orde van grootte van 15 ppm (15 mg bromadiolon per kg samenstelling).
Gunstigerwijs en volgens de uitvinding ligt de (massa-, mo-laire of volume)verhouding van bromadiolon tussen 1 ppm en 106 ppm, dat wil zeggen tussen 1 mg en 106 mg bromadiolon per kilogram samenstelling. Het kan derhalve gaan om een pure samenstelling die uitsluitend bestaat uit bromadiolon, of om een vloeibare oplossing die bromadiolon bevat en een oplosmiddel, of zelfs om een premix in vaste vorm.
De uitvinding betreft ook het gebruik van een samenstelling volgens de uitvinding als rodenticide aas voor de doelsoorten schadelijke knaagdieren.
De uitvinding betreft een rodenticide aas dat een samenstelling bevat volgens de uitvinding. De uitvinding betreft een rodenticide aas dat een samenstelling bevat volgens de uitvinding, en een excipiëns dat eetbaar is voor de doelsoorten schadelijke knaagdieren om de consumptie van de samenstelling door de specifieke schadelijke knaagdieren mogelijk te maken. De uitvinding betreft dus ook een dergelijk rodenticide aas dat een samenstelling bevat die als hoofdbestanddeel een hoeveelheid van de homo-stereo-isomeer van bromadiolon bevat en een eetbaar excipiëns. In het bijzonder is het eetbare excipiëns op zichzelf niet rodenticide en bevat dit geen rodenticide verbindingen.
Gunstigerwijs en volgens de uitvinding bevat het eetbare excipiëns minimaal een voedingsmiddel dat wordt gekozen uit de groep van graankorrels - met name gepelde graankorrels -, maalsels van graankorrels, meel van graankorrels, vlokken van graankorrels, zemelen van graangewassen en van korrels van niet-graangewassen, bijvoorbeeld korrels van luzerne - met name in gepelde vorm, in gemalen vorm, in meelvorm, in de vorm van vlokken of zemelen. Het eetbare excipiëns kan elke soort draagstof bevatten die geschikt is om door de doelsoorten schadelijke knaagdieren te worden geconsumeerd .
Gunstigerwijs bevat het eetbare excipiëns minimaal een voedingsmiddel dat wordt gekozen uit de groep van voedingsmiddelen van plantaardige oorsprong en voedingsmiddelen van dierlijke oorsprong. Gunstigerwijs bevat het eetbare excipiëns minimaal een voedingsmiddel dat wordt gekozen om de eetlust bij de doelsoorten schadelijke knaagdieren te stimuleren. In het bijzonder bevat het eetbare excipiëns minimaal een voedingsmiddel dat wordt gekozen uit de groep van korrels van één of meer graangewassen, gepelde korrels van één of meer graangewassen, maalsels van korrels van één of meer graangewassen, vlokken van korrels van één of meer graangewassen, zemelen van één of meer graangewassen, en meel van korrels van één of meer graangewassen. Bij wijze van voorbeeld: graangewassen kunnen worden gekozen uit de groep van haver, tarwe, gerst, maïs, soja en rijst.
Gunstigerwijs bevat een eetbaar excipiëns minimaal een voedingsmiddel dat wordt gekozen uit de groep bestaande uit zoete voedingsmiddelen. Het kan bijvoorbeeld gaan om voedingsmiddelen die minimaal een suiker bevatten die wordt gekozen uit de groep van sacharose, lactose, fructose en glucose. Het kan gaan om een suikerstroop - bijvoorbeeld een suikerstroop die is verkregen door hydrolyse van zetmeel - of een suikerstroop die is verkregen door hydrolyse van sacharose (stroop van invertsuiker), of een suikerstroop van bieten, of een ahornsiroop of rietsuiker, of een stroop van rietsuiker.
Gunstigerwijs bevat het eetbare excipiëns minimaal een voedingsmiddel dat wordt gekozen uit de groep van vlokken en meel van het kiemwit van de kokosnoot (kopra). Gunstigerwijs bevat het eetbare excipiëns minimaal een voedingsmiddel dat wordt gekozen uit de groep van noten, hazelnoten en amandelen - geraspt en/of als poeder.
Gunstigerwijs bevat het eetbare excipiëns minimaal een voedingsmiddel dat wordt gekozen uit de groep van plantaardige vetten, plantaardige oliën (bijvoorbeeld koolzaadolie, sojavet, zonnebloemolie, cacaoboter, arachideolie, pindakaas, maïsolie, palmolie) , dierlijke vetten en dierlijke oliën (boter, reuzel, vis-olie).
Gunstigerwijs bevat het eetbare excipiëns minimaal een voedingsmiddel dat wordt gekozen uit de groep van dierlijke eiwitten. Bij wijze van voorbeeld noemen we melkpoeder - met name magere- melkpoeder -, eieren - met name eieren in poedervorm - en hydroly-saten van dierlijke eiwitten.
Gunstigerwijs en volgens de uitvinding is bromadiolon in het aas aanwezig in een massaverhouding lager dan 200 ppm, dat wil zeggen 200 mg bromadiolon per kg aas. Gunstigerwijs ligt de massaverhouding van bromadiolon tussen 10 ppm en 100 ppm (10 mg tot 100 mg bromadiolon per kg aas), met name tussen 10 ppm en 50 ppm (10 mg tot 50 mg bromadiolon per kg aas), en bij voorkeur in de orde van grootte van 15 ppm (15 mg bromadiolon per kg aas).
Het gebruik van een aas volgens de uitvinding dat als hoofdbestanddeel de homo-stereo-isomeer van bromadiolon bevat, is minder gevaarlijk voor soorten die worden blootgesteld aan het risico van primaire intoxicatie (consumptie van het aas volgens de uitvinding door een kind of door een niet-doeldier - bijvoorbeeld door een hond) wanneer de massaverhouding van bromadiolon in het aas matig is. Voor soorten die worden blootgesteld aan het risico van secundaire intoxicatie, is het dergelijk gebruik minder gevaarlijk wanneer de resthoeveelheid bromadiolon in het lichaam van een - dood of levend - vergiftigd knaagdier dat kan worden geconsumeerd door de genoemde soorten, wordt verminderd door het versnelde eliminatie verschijnsel van de homo-stereo-isomeer.
Gunstigerwijs is het rodenticide aas aanwezig in vaste vorm. Gunstigerwijs kan het rodenticide aas volgens de uitvinding de vorm hebben van balletjes, blokvormige korrels of pastakorrels die gegeten kunnen worden door de doelsoorten schadelijke knaagdieren, of van een vaste substantie waaraan kan worden geknaagd door de specifieke schadelijke knaagdieren. Gunstigerwijs kan het vaste rodenticide aas volgens de uitvinding de vorm hebben van een hard blok, een halfhard blok of een gel.
Gunstigerwijs heeft het rodenticide aas de vorm van een poeder. In het bijzonder is een dergelijk rodenticide aas zodanig aangepast dat het op de vacht van het/de beoogde schadelijke knaagdier(en) terechtkomt en door het/de dier(en) wordt ingeslikt wanneer dit/deze zich schoonmaken.
Gunstigerwijs kan het rodenticide aas een vloeibare vorm hebben. Het rodenticide aas is dan een drank.
Gunstigerwijs bevat het rodenticide aas minimaal een kleurstof. Een dergelijke kleurstof kan in het bijzonder worden gebruik om het genoemde aas een kleur te geven die gemakkelijk is te detecteren en te herkennen door een persoon die met het rodenticide aas moet werken.
Gunstigerwijs bevat het rodenticide aas minimaal een conserveermiddel dat geschikt is om de houdbaarheid te garanderen tijdens het opslaan.
Gunstigerwijs bevatten de samenstelling en het rodenticide aas van een speciale variant volgens de uitvinding uitsluitend bromadiolon als rodenticide stof. In het bijzonder zijn de samenstelling en het rodenticide aas volgens de uitvinding vrij van enige andere stollingsremmende stof voor gebruik als rodenticide.
In een andere variant volgens de uitvinding kunnen de samenstelling en het rodenticide aas echter een andere rodenticide stof bevatten dan bromadiolon en/of een willekeurig ander bestrijdingsmiddel, zoals een insecticide en/of een acaricide.
De uitvinding betreft eveneens een werkwijze voor de bestrijding van bepaalde doelsoorten schadelijke knaagdieren, waarbij een hoeveelheid aas wordt verspreid dat het volgende bevat: o bromadiolon, in meerderheid aanwezig in de vorm van een homo-stereo-isomeer, met de formule 3-[3-(4'-bromo-[1,1'-bifenyl]-4-yl)-3-hydroxy-l-fenylpropyl]-4-hydroxy-2H-l-benzopyran-2-on, waarbij de koolstoffen 1 en 3 uit de groep 3-hydroxy-l-fenylpropyl dezelfde absolute configuratie hebben, en o een excipiëns dat voor de doelsoorten schadelijke knaagdieren eetbaar is.
De uitvinding betreft dus een werkwijze voor de bestrijding van bepaalde doelsoorten schadelijke knaagdieren, waarbij een hoeveelheid aas wordt verspreid dat het volgende bevat: o bromadiolon in de vorm van een configuratie-stereo- isomeer van bromadiolon, homo-stereo-isomeer genoemd, met de formule 3-[3-(4'-bromo-[1,1'-bifenyl]-4-yl)-3-hydroxy-l-fenylpropyl]-4-hydroxy-2H-l-benzopyran-2-on, waarbij de koolstoffen 1 en 3 uit de groep 3-hydroxy-l-fenylpropyl van de genoemde homo-stereo-isomeer dezelfde absolute configuratie hebben, en o een excipiëns dat eetbaar is voor de doelsoorten schadelijke knaagdieren; waarin het aas op zodanige wijze wordt gekozen dat de homo-stereo-isomeer als hoofdbestanddeel aanwezig is in bromadiolon.
De uitvinding betreft dus een werkwijze voor de bestrijding van de doelsoorten schadelijke knaagdieren waarbij een hoeveelheid aas volgens de uitvinding wordt verspreid, dat wil zeggen een aas dat als hoofdbestanddeel een hoeveelheid van de homo-stereo-isomeer van bromadiolon bevat, en waarbij de genoemde hoeveelheid aas voldoende is om de knaagdieren te doden. Er wordt dus een hoeveelheid aas verspreid waarin het hoofdbestanddeel van bromadiolon de homo-stereo-isomeer van bromadiolon is, en waarbij de genoemde bromadiolon bij het doeldier van de schadelijke knaagdiersoort in de lever een verminderde remanentie heeft, maar een langdurige ro-denticide werkzaamheid. De werkwijze volgens de uitvinding biedt dus de mogelijkheid om secundaire vergiftiging te beperken bij andere zoogdieren dan knaagdieren en bij vogels die zich kunnen voeden met dode of levende vergiftigde knaagdieren, maar die een geringere hoeveelheid - en met name een niet-dodelijke hoeveelheid -bromadiolon bevatten. De werkwijze volgens de uitvinding biedt eveneens de mogelijkheid een dergelijke secundaire vergiftiging te beperken bij andere zoogdieren dan knaagdieren en bij vogels die zich bij voorkeur voeden met de ingewanden - in het bijzonder met de lever - van de genoemde vergiftigde, dode of levende knaagdieren .
Gunstigerwijs en volgens de uitvinding is de aanwezigheid van de homo-stereo-isomeer in de bromadiolon in het aas hoger dan 50% - met name hoger dan 70%, bij voorkeur tussen 80% en 100%, en beter nog tussen 90% en 99%. Gunstigerwijs komt de homo-stereo-isomeer in het aas voor in een hoeveelheid tussen de 92% en 97% in verhouding tot de hoeveelheid bromadiolon. Gunstigerwijs en volgens de uitvinding komt de homo-stereo-isomeer in het aas voor in een hoeveelheid van ongeveer 100% in verhouding tot de hoeveelheid bromadiolon.
Gunstigerwijs en volgens de uitvinding wordt het aas zo gekozen dat de bromadiolon in het aas aanwezig is in een massaverhouding lager dan 200 ppm, dat wil zeggen 200 mg bromadiolon per kg aas. Gunstigerwijs ligt de massaverhouding van bromadiolon tussen 10 ppm en 100 ppm (10 mg tot 100 mg bromadiolon per kg aas), met name tussen 10 ppm en 50 ppm (10 mg tot 50 mg bromadiolon per kg aas), en bij voorkeur in de orde van grootte van 15 ppm (15 mg bromadiolon per kg aas).
Gunstigerwijs en als variant volgens de uitvinding wordt de genoemde massaverhouding van bromadiolon in het aas zodanig gekozen, in combinatie met de verspreide hoeveelheid, dat de doelsoor-ten schadelijke knaagdieren in de loop van één enkele aaneengesloten periode van 24 uur een hoeveelheid aas eten die voldoende is om dodelijk te zijn voor de genoemde doelsoorten schadelijke knaagdieren die het genoemde aas eten. Een aas volgens deze variant van de uitvinding is dodelijk bij één enkele opname, in het Engels "one-shot" genoemd.
Gunstigerwijs en volgens deze variant van de uitvinding ligt de genoemde massaverhouding van bromadiolon in het aas in de orde van grootte van 50 ppm.
Gunstigerwijs wordt, volgens een andere variant van de uitvinding, de genoemde massaverhouding van bromadiolon in het aas in combinatie met de verspreide hoeveelheid aas zodanig gekozen, dat de doelsoorten schadelijke knaagdieren een hoeveelheid bromadiolon consumeren die: - niet dodelijk is voor de doelsoorten schadelijke knaagdieren die het genoemde aas eten gedurende een aaneengesloten periode van 24 uur, en; - voldoende is om dodelijk te zijn voor de doelsoorten schadelijke knaagdieren die het genoemde aas eten gedurende meer dan één periode - met name gedurende meerdere aaneengesloten perioden van 24 uur -, en waarbij de genoemde perioden opeenvolgend zi jn.
Deze andere variant van de uitvinding beoogt dus ook in het bijzonder een werkwijze voor de bestrijding van de doelsoorten schadelijke knaagdieren, waarbij een hoeveelheid aas wordt verspreid die dodelijk is voor de doelsoorten schadelijke knaagdieren die dit aas veelvuldig eten, en niet dodelijk is voor de niet-doelsoorten knaagdieren of andere dieren die dit aas incidenteel eten. We spreken dan over een bestrijdingswerkwijze via "multido- sering", ofwel "multi-feeding" in het Engels. Bij een dergelijke werkwijze volgens de uitvinding is het eten van aas door een schadelijk knaagdier uit de doelsoort gedurende een periode van 24 uur onvoldoende om bij dit dier de dood teweeg te brengen, terwijl herhaaldelijke consumptie van hoeveelheden aas gedurende minimaal twee opeenvolgende dagen wel de dood teweeg kan brengen van het schadelijke knaagdier uit de doelsoort.
De uitvinding betreft dus een werkwijze voor de bestrijding van een knaagdierpopulatie behorende tot de doelsoort waarbij aan deze doelsoort een hoeveelheid rodenticide aas ter beschikking wordt gesteld die door deze schadelijke knaagdieren kan worden gegeten, en waarbij de genoemde hoeveelheid aas voldoende is om deze schadelijke knaagdieren die het genoemde aas gedurende meerdere dagen consumeren, te doden.
Bij een werkwijze volgens de uitvinding wordt aan de doelsoort schadelijke knaagdieren een hoeveelheid aas ter beschikking gesteld die voldoende is om de eetlust van de doelsoort schadelijke knaagdieren te bevredigen, waarbij het genoemde aas als hoofdbestanddeel een hoeveelheid van de homo-stereo-isomeer van broma-diolon bevat.
Gunstigerwijs en volgens de uitvinding wordt de verspreide hoeveelheid aas en de massaverhouding van bromadiolon van het aas zodanig gekozen dat een doeldier uit de schadelijke knaagdiersoort dagelijks per kilogram lichaamsgewicht tussen 0,20 en 10 mg bromadiolon kan opnemen, met name tussen 0,2 en 2,0 mg per kilogram.
Bij een werkwijze volgens de uitvinding wordt de verspreide hoeveelheid aas en de massaverhouding van bromadiolon in het aas zodanig aangepast dat het aas gedurende meerdere dagen door de doelsoorten schadelijke knaagdieren kan worden gegeten, terwijl de volgende risico's worden beperkt: — risico's op primaire intoxicatie bij niet-doelsoorten zoogdieren en vogels die slechts incidenteel en bij hoge uitzondering een dergelijk aas zullen eten; — risico's op secundaire intoxicatie bij roofdieren die één of meer - dode of levende - doeldieren van de schadelijke knaagdiersoort consumeren die een hoeveelheid van het genoemde aas hebben gegeten.
Gunstigerwijs en volgens de uitvinding wordt de verspreide hoeveelheid aas, de massaverhouding van bromadiolon in het aas en de hoeveelheid van de homo-stereo-isomeer van bromadiolon in de bromadiolon zodanig aangepast dat het eten van het aas dodelijk is voor de doelsoorten schadelijke knaagdieren die het aas dagelijks eten gedurende minimaal 2 perioden van 24 uur - met name 3 tot 7 perioden waarbij de genoemde perioden opeenvolgend zijn.
Gunstigerwijs en volgens de uitvinding wordt de verspreide hoeveelheid aas, de massaverhouding van bromadiolon in het aas en de hoeveelheid van de homo-stereo-isomeer van bromadiolon zodanig aangepast dat kort na de derde dag van een periode van drie opeenvolgende dagen, waarbij in de genoemde periode ten minste één keer per dag van het aas wordt gegeten, bij de doelsoorten schadelijke knaagdieren in de lever een hoeveelheid bromadiolon wordt bereikt die lager is dan of gelijk aan 30 pg bromadiolon per gram lever van het doeldier van de schadelijke knaagdiersoort.
De periode van drie opeenvolgende dagen waarin een beoogd schadelijk knaagdier het aas binnenkrijgt, kan beginnen vanaf de eerste opname van het aas door een doeldier van de schadelijke knaagdiersoort. De periode kan eveneens beginnen op het moment dat het aas wordt verspreid.
De uitvinding betreft eveneens een samenstelling, een roden-ticide aas en een werkwijze voor de bestrijding van beoogde schadelijke knaagdieren, die worden gekenmerkt door een combinatie van alle of een deel van de hiervoor of hierna genoemde eigenschappen.
Overige doelstellingen, eigenschappen en voordelen van de uitvinding zullen naar boven komen bij het lezen van de navolgende beschrijving en voorbeelden, die niet beperkend zijn en die betrekking hebben op bijgevoegde figuren. Hierbij dient het volgende te worden opgemerkt: - Figuur 1 is een detail van het spectrum van een proton-NMR van de hetero-stereo-isomeer van bromadiolon; - Figuur 2 is een detail van het spectrum van een proton-NMR van de homo-stereo-isomeer van bromadiolon van een samenstelling volgens de uitvinding; - Figuur 3 is een detail van het spectrum van een proton-NMR van een mengsel van de homo-stereo-isomeer en de hetero-stereo-isomeer van bromadiolon; - Figuur 4 is een grafische voorstelling van het verloop van de concentratie stereo-isomeren van de bromadiolonconfiguratie in de lever, en; - Figuur 5 is een grafische weergave door middel van een histogram van het effect van een werkwijze volgens de uitvinding op de stollingstijd van de beoogde knaagdieren.
In een samenstelling volgens de uitvinding bevat het bromadiolon als hoofdbestanddeel een hoeveelheid van de homo-stereo-isomeer van bromadiolon. De uitvinders hebben ontdekt dat het mogelijk is om een dergelijke homo-stereo-isomeer van bromadiolon te verkrijgen via scheiding van de configuratie-stereo-isomeren van bromadiolon.
Door middel van dunnelaagchromatografie van een mengsel con-figuratie-stereo-isomeren van bromadiolon op siliciumgel of op een Nova-pak®Silica siliciumkolom met "flash"-pakking met een mobiele fase die wordt gevormd door 70% petroleumether en 30% chloroform (flow van 1 ml/min.) kunnen de twee configuratie-stereo-isomeren van bromadiolon worden gescheiden.
Ook kunnen de twee configuratie-stereo-isomeren van bromadiolon worden gescheiden door middel van HPLC-chromatografie op een omgekeerde-fasekolom van het type "LiChrospher®100 RP-18 Endcapped" van Merck met een lengte van 250 mm en een binnendiameter van 4 mm. De omgekeerde stationaire fase heeft een korrelgrootte van 5 pm en een specifieke oppervlakte van 220 m2/g. De mobiele fase bestaat uit een mengsel van methanol (72%) en water (28%) aangezuurd met 0,0025 M H3P04. Het debiet van de mobiele fase bedraagt 1,0 ml/min en de detectie wordt uitgevoerd door middel van spectrofo-tometrie met een golflengtebereik van 260 nm. Men detecteert en verzamelt de homo-stereo-isomeer van bromadiolon waarvan de reten-tietijd ongeveer 19,44 min. bedraagt, en de hetero-stereo-isomeer van bromadiolon waarvan de retentietijd ongeveer 21,71 min. bedraagt .
De homo-stereo-isomeer uit de bromadiolon kan eveneens wor- den geprepareerd via zuivering door middel van hogedrukvloeistof-chromatografie (HPLC) onder de volgende condities: — De stationaire fase is een XBRIDGE Ci8-siliciumkolom van 150 mm x 4,6 mm; — De mobiele fase wordt gevormd door een gradiënt van samenstelling A en B, waarvan de eigenschappen worden gegeven in tabel 1 hierna; — Het debiet van de mobiele fase in de stationaire fase bedraagt 1 ml/min.; — In de stationaire fase wordt een temperatuur van 40°C gehandhaafd; — De detectie wordt uitgevoerd door middel van fotometrie met een golflengtebereik van 265 nm; — Het injectievolume bedraagt 10 pL.
Tabel 1
Met deze chromatografie kan de homo-stereo-isomeer, die een retentietijd heeft van ongeveer 17,1 minuten, worden gescheiden van een tweede configuratie-stereo-isomeer van bromadiolon, hete-ro-stereo-isomeer genoemd, met een retentietijd van ongeveer 17,9 minuten.
Er moet echter worden opgemerkt dat de vervanging van methanol door acetonitril in samenstelling B van de mobiele fase leidt tot omkering van de elutievolgorde van de homo-stereo-isomeer en de hetero-stereo-isomeer van bromadiolon.
Door middel van onderzoek via proton-NMR (1H-NMR) in CDC<3 van de configuratie-stereo-isomeren van bromadiolon kan worden bevestigd dat: — De configuratie-stereo-isomeer met de kortste retentie-tijd (ongeveer 17,1 min.) een proton-NMR-spectrum ^H-NMR) vertoont in CDC(3, waarvan een detail wordt weergegeven in figuur 2, en waarin twee verschillende multipletten, het ene gecentreerd met ongeveer 2,35 ppm en het andere met 3,05 ppm, ieder corresponderen met één van de twee methylprotonen die worden gedragen door koolstof 2 uit de groep 3-hydroxy-l-fenylpropyl van de homo-stereo-isomeer; — De configuratie-stereo-isomeer met de langste retentie-tijd (ongeveer 17,9 min.) een proton-NMR-spectrum (1H-RMN) vertoont in CDC(3, waarvan een detail wordt weergegeven in figuur 1, en waarin een complex multiplet, gecentreerd met ongeveer 2,75 ppm, correspondeert met de twee methylprotonen die worden gedragen door koolstof 2 uit de groep 3-hydroxy-l-fenylpropyl van de hetero-stereo-isomeer.
Remming van het vitamine K-epoxidereductasecomplex 1 (VKORC1) in vitro door de homo-stereo-isomeer en de hetero-stereo-isomeer van bromadiolon
De remmende werking van twee preparaten die respectievelijk zijn verrijkt met de homo-stereo-isomeer (Homo-SI) en met de hetero-stereo-isomeer (Hetero-SI) van bromadiolon werd beoordeeld door meting van de activiteit van de vitamine K epoxide reductase (VKOR, "Vitamin K epoxide reductase"), gekatalyseerd door de le-vermicrosomen bij ratten die gevoelig waren voor VKA-verbindingen (verbindingen met vitamine K-antagonisten). De configuratie-stereo-isomeren van bromadiolon worden gedeeltelijk gezuiverd door middel van HPLC-chromatografie op basis van compositiegradiënt (A/B), zoals beschreven in tabel 1 hiervoor. Het preparaat dat is verrijkt met Homo-SI bestaat voor 96% uit Homo-SI en voor 4% uit Hetero-SI. Het preparaat dat is verrijkt met Hetero-SI bestaat voor 96% uit Hetero-SI en voor 4% uit Homo-SI. Uit analyse van de remmingscurven van de VKOR-activiteit als functie van de inhibi-torconcentratie blijkt dat de waarden van de inhibitieconstanten (Ki) voor Homo-SI in de buurt liggen van 30 nM, en voor Hetero-SI in de buurt van 50 nM. De remmende werking op het toxicologische doelwit van de beide isomeren is dus vergelijkbaar.
Remanentie in de lever van de homo-stereo-isomeer (Homo-SI) en de hetero-stereo-isomeer (Hetero-SI) van bromadiolon bij ratten
Op dag 0 wordt aan laboratoriumratten (Sprague Dawley-ratten, Charles River, Saint germain sur l'Arbresle, Frankrijk) met een lichaamsgewicht van ongeveer 200 g via dwangvoeding een oplossing van Homo-SI in een olie/DMSO-mengsel toegediend, of een oplossing van Hetero-SI in een zelfde olie/DMSO-mengsel in een dosering van 3,0 mg bromadiolon per kilogram rat. De ratten worden in leven gehouden via dagelijkse subcutane injecties van een vitamine K-oplossing in een dosering van 0,1 U per rat. Op dag +1, dag +3, dag +7, dag +14 en dag +21 worden 4 ratten geanestheseerd met isofluraan en vervolgens gedood. De levers worden verwijderd en ingevroren voor onderzoek. De ontwikkeling in de tijd van de gemiddelde leverconcentraties van de configuratie-stereo-isomeren "Homo-SI" () en "Hetero-SI" (O) worden geanalyseerd door middel van HPLC. Deze staan hierna vermeld in tabel 2 en worden weergegeven in figuur 4 (het symbool () geeft de Homo-SI weer en het symbool (O) de Hetero-SI).
Tabel 2
Vanaf dag +1 is de gemiddelde concentratie Homo-SI in de lever van de ratten lager dan de gemiddelde concentratie Hetero-SI in de lever van de ratten die via dwangvoeding op dag 0 een gelijke aanvangsdosis bromadiolon hebben opgenomen. De Homo-SI vertoont een significant lagere remanentie in de lever dan de Hetero-SI.
Remanentie in de lever van de configuratie-stereo-isomeren Homo-SI en Hetero-SI van bromadiolon bij mannelijke ratten
De hierna genoemde, met configuratie-stereo-isomeren Homo-SI of Hetero-SI verrijkte samenstellingen worden geprepareerd volgens één van de chromatografiemethoden die hiervoor zijn beschreven, in de volgende molaire verhoudingen: - Homo-SI/Hetero-SI; 80/20; - Homo-SI/Hetero-SI; 4/96;
Op dag 0 wordt aan 16 mannelijke laboratoriumratten (Sprague Dawley-ratten, Charles River, Saint germain sur l'Arbresle, Frankrijk) met een lichaamsgewicht van ongeveer 200 g via dwangvoeding een dosis van het hiervoor genoemde 80/20-mengsel of 4/96-mengsel toegediend, in een dosering van 3,8 mg bromadiolon per kilogram rat. De ratten worden in leven gehouden met dagelijkse subcutane injecties van een vitamine K-oplossing. Op dag +1, dag +3, dag +5 en dag +10 worden 4 ratten geanestheseerd met isofluraan en vervolgens gedood. De levers worden verwijderd en ingevroren voor onderzoek. De gemiddelde leverconcentraties van de isomeren Homo-SI en Hetero-SI van de mannelijke ratten worden geanalyseerd door middel van HPLC en staan hierna vermeld in tabel 3.
Tabel 3
De totale concentratie bromadiolon (7,85 pg/g) in de lever van de mannelijke ratten die zijn behandeld met het 80/20-mengsel (Homo-SI/Hetero-SI) van bromadiolon in een dosering van 3,8 mg bromadiolon per kilogram rat, is met name op dag +1 lager dan de totale concentratie bromadiolon (14,96 pg/g) in de lever van de mannelijke ratten die op dezelfde dag zijn behandeld met het 4/96-mengsel (Homo-SI/Hetero-SI). Het 80/20-mengsel is dus minder remanent in de lever van de behandelde ratten. Deze resultaten tonen aan dat de stereo-isomeer Homo-SI van bromadiolon bij mannelijke ratten een significant lagere remanentie in de lever heeft dan de configuratie-stereo-isomeer Hetero-SI van bromadiolon.
Remanentie in de lever van de configuratie-stereo-isomeren Homo-SI en Hetero-SI van bromadiolon bij vrouwelijke ratten
De hierna genoemde, met configuratie-stereo-isomeren Homo-SI of Hetero-SI verrijkte samenstellingen worden geprepareerd volgens één van de chromatografiemethoden die hiervoor zijn beschreven, in de volgende molaire verhoudingen: - Homo-SI/Hetero-SI; 80/20; - Homo-SI/Hetero-SI; 20/80.
De vrouwelijke ratten krijgen dezelfde behandeling als de mannelijke ratten, welke hiervoor is beschreven. De gemiddelde le-verconcentraties van de isomeren Homo-SI en Hetero-SI van de vrouwelijke ratten worden geanalyseerd door middel van HPLC en staan hierna vermeld in tabel 4.
Tabel 4
De configuratie-stereo-isomeer Homo-SI van bromadiolon heeft een significant lagere remanentie in de lever dan de configuratie-stereo-isomeer Hetero-SI van bromadiolon bij vrouwelijke ratten.
Toediening van een samenstelling die is verrijkt met Homo-SI via meerdere opnamen ("multi-feeding")
Aan groepen van 3 mannelijke of vrouwelijke laboratoriumratten (Sprague Dawley-ratten van 200 g) wordt gedurende drie dagen (dag 0, dag +1 en dag +2) dagelijks via dwangvoeding een bromadio-lon-samenstelling toegediend die 96% Homo-SI en 4% Hetero-SI bevat, in de volgende doseringen: — 0,05 mg bromadiolon per kilogram rat, of; — 0,1 mg bromadiolon per kilogram rat, of; — 0,25 mg bromadiolon per kilogram rat, of; — 0,5 mg bromadiolon per kilogram rat, of; — 0,75 mg bromadiolon per kilogram rat.
Bij deze ratten wordt bloed afgenomen en op dag +3 wordt de stollingstijd (Quick-tijd, uitgedrukt in seconden) van het plasma gemeten met behulp van de "Neoplastine Cl Determination of Prothrombin Time"-kit (Diagnostica Stago, Asnière, Frankrijk) op een apparaat van het type Thrombotimer option 2 plus (Behnk Electro-nik, Norderstedt, Duitsland).
De verkregen resultaten worden gegeven in figuur 5, waarin de stollingstijd van de vrouwelijke ratten wordt weergegeven door de gearceerde histogrammen en de stollingstijd van de mannelijke ratten door de volledig gekleurde histogrammen. Ter informatie vermelden we dat de normale waarde voor de stollingstijd van niet-behandelde ratten ongeveer 10 tot 20 seconden bedraagt.
De herhaaldelijke opname gedurende 3 opeenvolgende dagen van een dagelijkse dosis van 0,25 mg van het mengsel dat is verrijkt (96/4) met de configuratie-stereo-isomeer Homo-SI van bromadiolon is voldoende om een stollingseffect, een bloeding en de dood teweeg te brengen bij (mannelijke en vrouwelijke) ratten.
Aas dat 50 ppm bromadiolon bevat voor opname met meerdere ingestiemomenten ("multi-feeding") door knaagdieren
Er wordt een rodenticide aas bereid volgens de uitvinding door middel van dispersie van een hoeveelheid bromadiolon in een pasta op basis van meel en plantaardig vet, zodat een aas wordt verkregen dat 50 mg bromadiolon bevat per kilogram (50 ppm broma- diolon). Een dergelijk aas volgens de uitvinding wordt bereid met een samenstelling (93/7) van bromadiolon die 93% Homo-SI en 7% He-tero-SI bevat. Ter vergelijking worden eveneens aastypen bereid die het volgende bevatten: - 2% Homo-SI en 98% Hetero-SI (2/98), of; - 18% Homo-SI en 82% Hetero-SI (18/82).
Er worden ratten (15 Sprague Dawley (SD)-ratten, waarvan 9 mannetjes en 6 vrouwtjes, en 15 wilde ratten, waarvan 9 mannetjes en 6 vrouwtjes) in afzonderlijke kooien gezet. Gedurende 4 dagen (dag 1, dag 2, dag 3 en dag 4) krijgt elke rat een hoeveelheid aas die voldoende is om het dier te verzadigen. Na afloop van deze 4 dagen wordt voer gegeven waarin geen aas aanwezig is. De dagelijkse consumptie van elke aassoort wordt gemeten door middel van weging. Wanneer een dier sterft, wordt de lever verwijderd, ingevroren en bewaard om de concentratie configuratie-stereo-isomeren van bromadiolon in de lever te onderzoeken.
De gemiddelde dagelijkse consumptie van het aas door de ratten en de gemiddelde tijdsduur tot het sterven van de dieren (sterftecijfer) staan hierna vermeld in tabel 5.
Tabel 5
Van een aas volgens de uitvinding (93/7) wordt door Sprague-Dawley-ratten of door wilde ratten een zelfde gemiddelde dagelijkse hoeveelheid gegeten als van aastypen (2/98 of 18/82) die niet zijn verrijkt met de configuratie-stereo-isomeer Homo-SI van bromadiolon. Met een aas volgens de uitvinding (93/7) dat is verrijkt met de configuratie-stereo-isomeer Homo-SI van bromadiolon kan een sterftecijfer van 100% worden bereikt en dus een maximale rodenti-cide werkzaamheid.
In tabel 6 hierna worden de resultaten weergegeven van de leverconcentraties. In de kolom "Homo-SI / Hetero-SI" wordt de (molaire of gewichts)hoeveelheid van de homo-stereo-isomeer (Homo-SI) weergegeven in verhouding tot de (molaire of gewichts) hoeveelheid van de hetero-stereo-isomeer (Hetero-SI) in het aas dat aan de ratten ter beschikking wordt gesteld. De term "Residu" geeft het percentage bromadiolon (Homo-SI en Stereo-SI) weer dat wordt aangetroffen in de lever van de geteste ratten, in verhouding tot de totale hoeveelheid bromadiolon die door elke rat is opgenomen.
Tabel 6
De gemiddelde concentratie bromadiolon in de lever van de dode ratten bedraagt 87 pg per rat die is behandeld met het aasty-pe Homo-SI/Hetero-SI (93/7) volgens de uitvinding, en 231 pg per rat die is behandeld met het aastype Homo-SI/Hetero-SI (2/98).
Bij vergelijking van het gebruik van het bromadiolon 93/7-aastype dat als hoofdbestanddeel een hoeveelheid Homo-SI bevat, met het gebruik van de aastypen (2/98) en (18/82) die als hoofdbestanddeel een hoeveelheid Hetero-SI bevatten, wordt het residuper-centage in het eerste geval geminimaliseerd.
Een aastype dat nog sterker is verrijkt met Homo-SI, dat wil zeggen een aas dat de configuratie-stereo-isomeren van bromadiolon Homo-SI en Hetero-SI bevat in een verhouding van 95/5, en zelfs 98/2, is dus geschikt om residuhoeveelheden bromadiolon in de lever van knaagdieren en de secundaire toxiciteit van deze dieren voor roof- of aasdieren die knaagdieren of hun kadavers eten, te beperken.
Aas dat 15 ppm bromadiolon bevat voor opname met meerdere inqestiemomenten ("multi-feedinq") door knaagdieren
Er worden aastypen bereid in de vorm van een pasta op basis van meel en plantaardig vet, waarin 15 mg bromadiolon per kilogram aas (15 ppm bromadiolon) zit. Dergelijke aastypen worden bereid met bromadiolon-samenstellingen die het volgende bevatten: — 96% Homo-SI en 4% Hetero-SI - (96/4), of; — 2% Homo-SI en 98% Hetero-SI - (2/98).
Er worden ratten (10 Sprague Dawley (SD)-ratten, waarvan 5 mannetjes en 5 vrouwtjes) van 8 weken oud en met een gewicht van ongeveer 200 g in afzonderlijke kooien gezet. Gedurende 4 dagen (dag 1, dag 2, dag 3 en dag 4) krijgt elke rat een hoeveelheid aas die voldoende is om het dier te verzadigen. Na afloop van deze 4 dagen wordt voer gegeven waarin geen aas aanwezig is. De dagelijkse consumptie van elke aassoort wordt gemeten door middel van weging. Wanneer een dier sterft, wordt de lever verwijderd, ingevroren en bewaard voor onderzoek van de concentratie bromadiolon-isomeren in de lever. 1. Homo-SI/Hetero-SI (96/4)-aas met 15 ppm bromadiolon volgens de uitvinding
De gemiddelde dagelijks geconsumeerde hoeveelheid aas door elk van de 10 SD-ratten bedraagt 13,2 g (±3,3 g). Alle ratten sterven tussen dag 4 en dag 7. De gemiddelde opgenomen hoeveelheid bromadiolon door de SD-ratten bedraagt 0,79 mg (± 0,19 mg), ofwel 0,76 mg (± 0,19 mg) Homo-SI en 0,03 mg (± 0,008 mg) Hetero-SI. Wanneer de rat sterft, is de totale gemiddelde residuhoeveelheid bromadiolon in de lever, uitgedrukt in pg, per gram lever van de rat 10,61 pg/g. Wanneer de ratten sterven, zijn de gemiddelde re-siduhoeveelheden van elk van de isomeren Homo-SI en Hetero-SI in de lever respectievelijk 9,61 pg/g en 0,99 pg/g. 2. Homo-SI/Hetero-SI (2/98)-aas met 15 ppm bromadiolon volgens de uitvinding
Bij wijze van vergelijking wordt opgemerkt dat de gemiddelde hoeveelheid aas die dagelijks door elk van de 10 SD-ratten wordt gegeten 13,8 g (±2,4g) bedraagt. Over het algemeen sterven de ratten tussen dag 4 en dag 8. Eén rat sterft op dag 10. De gemiddelde opgenomen hoeveelheid bromadiolon door de SD-ratten bedraagt 0,832 mg (± 0,145 mg), ofwel 0,016 mg (± 0,003 mg) Homo-SI en 0,816 mg (± 0,143 mg) Hetero-SI. Wanneer de rat sterft, is de totale gemiddelde residuhoeveelheid bromadiolon in de lever, uitgedrukt in pg, per gram lever van de rat 18,53 pg/g. Wanneer de rat sterft, zijn de gemiddelde residuhoeveelheden van de configuratie-stereo-isomeren Homo-SI en Hetero-SI in de lever respectievelijk 0,24 pg/g en 18,29 pg/g.
Met een aas dat als hoofdbestanddeel een hoeveelheid van de homo-stereo-isomeer Homo-SI van bromadiolon bevat, kan dus de residuhoeveelheid bromadiolon in de kadavers van knaagdieren die dit aas hebben gegeten worden geminimaliseerd, terwijl de werkzaamheid als rodenticide blijft behouden in vergelijking tot een aastype dat als hoofdbestanddeel een hoeveelheid van de hetero-stereo-isomeer Hetero-SI van bromadiolon bevat.
Het spreekt voor zich dat de uitvinding kan worden gebruikt in talloze uitvoerings- en toepassingsvarianten. In het bijzonder komen een samenstelling, een rodenticide aas en een werkwijze voor de bestrijding van beoogde schadelijke knaagdieren in aanmerking voor een oneindig aantal varianten, zowel ten aanzien van de formulering van het aas als van de toepassingsmethoden van de werkwijze.

Claims (13)

1. Samenstelling die bromadiolon bevat dat hoofdzakelijk aanwezig is in de vorm van een homo-stereo-isomeer met de formule 3-[3-(4'-bromo-[1,1'-bifenyl]-4-yl)-3-hydroxy-l-fenylpropyl]-4-hydroxy-2H-l-benzopyran-2-on, waarbij de koolstoffen 1 en 3 uit de groep 3-hydroxy-l-fenylpropyl dezelfde absolute configuratie hebben .
2. Samenstelling volgens claim 1, gekenmerkt door het feit dat de homo-stereo-isomeer van bromadiolon bij proton-NMR in CDCi3 twee verschillende multipletten vertoont, waarbij het ene wordt gecentreerd met een chemische verschuiving van circa 2,35 ppm en het andere met een chemische verschuiving van circa 3,05 ppm.
3. Samenstelling volgens claim 1 of 2, gekenmerkt door het feit dat de massaverhouding van bromadiolon tussen 1 ppm en 106 ppm ligt.
4. Rodenticide aas gekenmerkt door het feit dat dit een samenstelling volgens één van de claims 1 tot en met 3 bevat, en een voor de doelsoorten schadelijke knaagdieren eetbare excipiëns dat zodanig is gekozen dat de doelsoorten schadelijke knaagdieren de samenstelling kunnen eten.
5. Aas volgens claim 4, gekenmerkt door het feit dat het eetbare excipiëns minimaal een voedingsmiddel bevat dat wordt gekozen uit de groep van graankorrels, maalsels van graankorrels, meel van graankorrels, vlokken van graankorrels, zemelen van graangewassen en van korrels van niet-graangewassen.
6. Aas volgens één van de claims 4 of 5, gekenmerkt door het feit dat bromadiolon in het aas aanwezig is in een massaverhouding lager dan 200 ppm.
7. Werkwijze voor de bestrijding van bepaalde doelsoorten schadelijke knaagdieren waarbij een hoeveelheid aas wordt verspreid dat het volgende bevat: o bromadiolon, in meerderheid aanwezig in de vorm van een homo-stereo-isomeer, met de formule 3-[3-(4'-bromo-[1,1'-bifenyl]-4-yl)-3-hydroxy-l-fenylpropyl]-4-hydroxy-2H-l-benzopyran- 2-on, waarbij de koolstoffen 1 en 3 uit de groep 3-hydroxy-l-fenylpropyl dezelfde absolute configuratie hebben, en O een excipiëns dat voor de doelsoorten schadelijke knaagdieren eetbaar is.
8. Werkwijze volgens claim 7, gekenmerkt door het feit dat het aas zodanig wordt gekozen dat bromadiolon in het aas aanwezig is in een massaverhouding lager dan 200 ppm.
9. Werkwijze volgens één van de claims 7 of 8, gekenmerkt door het feit dat de genoemde massaverhouding van bromadiolon in het aas zodanig wordt gekozen, in combinatie met de verspreide hoeveelheid aas, dat de doelsoorten schadelijke knaagdieren in de loop van één enkele aaneengesloten periode van 24 uur een hoeveelheid aas eten die voldoende is om dodelijk te zijn voor de genoemde doelsoorten schadelijke knaagdieren die het genoemde aas opeten.
10. Werkwijze volgens één van de claims 7 of 8, gekenmerkt door het feit dat de genoemde massaverhouding van bromadiolon in het aas, in combinatie met de verspreide hoeveelheid aas, zodanig wordt gekozen dat de doelsoorten schadelijke knaagdieren een hoeveelheid bromadiolon eten die: - niet dodelijk is voor de doelsoorten schadelijke knaagdieren die het genoemde aas eten gedurende een aaneengesloten periode van 24 uur, en; - voldoende is om dodelijk te zijn voor de doelsoorten schadelijke knaagdieren die het genoemde aas eten gedurende meerdere aaneengesloten perioden van 24 uur.
11. Werkwijze volgens claim 10, gekenmerkt door het feit dat de verspreide hoeveelheid aas en de massaverhouding van bromadiolon van het aas zodanig worden gekozen dat een doeldier van de schadelijk knaagdiersoorten dagelijks per kilogram lichaamsgewicht tussen 0,20 en 10 mg bromadiolon kan opnemen.
12. Werkwijze volgens één van de claims 10 of 11, gekenmerkt door het feit dat de verspreide hoeveelheid aas, de massaverhouding van bromadiolon in het aas en de hoeveelheid van de ho-mo-stereo-isomeer van bromadiolon zodanig worden aangepast dat het eten van het aas dodelijk is voor de doelsoorten schadelijke knaagdieren die het aas dagelijks eten gedurende ten minste 2 perioden van 24 uur, waarbij de genoemde perioden opeenvolgend zijn.
13. Werkwijze volgens claim 10 tot en met 12, gekenmerkt door het feit dat de verspreide hoeveelheid aas, de massaverhouding van bromadiolon in het aas en de hoeveelheid van de homo-stereo-isomeer van de bromadiolon zodanig worden aangepast dat kort na de derde dag van een periode van drie opeenvolgende dagen, waarbij in de genoemde periode ten minste één keer per dag van het aas wordt gegeten, in de lever van de doelsoorten schadelijke knaagdieren een hoeveelheid bromadiolon wordt bereikt die lager is dan of gelijk aan 30 pg bromadiolon per gram lever van het doel-dier van de schadelijke knaagdiersoort..
NL2014936A 2014-06-13 2015-06-08 Bromadiolon bevattende samenstelling, rodenticide aas en werkwijze voor de bestrijding van bepaalde doelsoorten schadelijke knaagdieren. NL2014936B1 (nl)

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
FR1455445A FR3022111B1 (fr) 2014-06-13 2014-06-13 Composition comprenant de la bromadiolone, appat rodonticide et procede de lutte contre des rongeurs cibles nuisibles

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL2014936A true NL2014936A (nl) 2016-03-30
NL2014936B1 NL2014936B1 (nl) 2017-07-21

Family

ID=51570586

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2014936A NL2014936B1 (nl) 2014-06-13 2015-06-08 Bromadiolon bevattende samenstelling, rodenticide aas en werkwijze voor de bestrijding van bepaalde doelsoorten schadelijke knaagdieren.

Country Status (12)

Country Link
US (1) US9992997B2 (nl)
EP (1) EP3154340B1 (nl)
AR (1) AR100832A1 (nl)
AU (1) AU2015273548B2 (nl)
BE (1) BE1023532B1 (nl)
BR (1) BR112016029073B1 (nl)
CA (1) CA2950989C (nl)
FR (2) FR3022111B1 (nl)
MX (1) MX366729B (nl)
NL (1) NL2014936B1 (nl)
NZ (1) NZ727539A (nl)
WO (1) WO2015189318A1 (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR3045046B1 (fr) * 2015-12-11 2019-06-21 Liphatech Stereo-isomere de configuration de la bromadiolone, composition et appat rodonticide le comprenant et procede de lutte contre des rongeurs cibles nuisibles
FR3045047B1 (fr) * 2015-12-11 2019-08-23 Liphatech Stereo-isomere de configuration de la bromadiolone, composition et appat rodonticide le comprenant et procede de lutte contre des rongeurs cibles nuisibles
FR3045045B1 (fr) * 2015-12-11 2019-04-05 Liphatech Stereo-isomere de configuration de la bromadiolone, composition et appat rodonticide le comprenant et procede de lutte contre des rongeurs cibles nuisibles
CN114946840A (zh) * 2022-06-21 2022-08-30 四川世纪万森生物科技有限公司 一种毒鼠饵料增效配方

Family Cites Families (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB8333334D0 (en) * 1983-12-14 1984-01-18 Ici Plc Rodenticides
ITMI20080238A1 (it) * 2008-02-15 2009-08-16 Zapi Industrie Chimiche Spa Esca rodenticida a base di un'associazione sinergica di principi attivi anticoagulanti

Also Published As

Publication number Publication date
AR100832A1 (es) 2016-11-02
MX366729B (es) 2019-07-22
NZ727539A (en) 2022-11-25
AU2015273548A1 (en) 2017-01-12
US9992997B2 (en) 2018-06-12
FR3022111B1 (fr) 2016-07-01
BE1023532B1 (fr) 2017-04-25
EP3154340A1 (fr) 2017-04-19
MX2016016270A (es) 2017-10-12
FR3022112A1 (fr) 2015-12-18
FR3022112B1 (fr) 2018-09-07
US20170118982A1 (en) 2017-05-04
NL2014936B1 (nl) 2017-07-21
BR112016029073B1 (pt) 2021-06-29
BE1023532A1 (fr) 2017-04-25
AU2015273548B2 (en) 2018-11-08
EP3154340B1 (fr) 2018-08-15
FR3022111A1 (fr) 2015-12-18
CA2950989A1 (fr) 2015-12-17
WO2015189318A1 (fr) 2015-12-17
CA2950989C (fr) 2022-08-30
BR112016029073A2 (pt) 2017-08-22

Similar Documents

Publication Publication Date Title
Narra et al. The role of vitamin C as antioxidant in protection of biochemical and haematological stress induced by chlorpyrifos in freshwater fish Clarias batrachus
WO2015189320A1 (fr) Appât rodonticide et procédé de lutte contre des rongeurs cibles nuisibles mettant en œuvre un tel appât
NL2014936B1 (nl) Bromadiolon bevattende samenstelling, rodenticide aas en werkwijze voor de bestrijding van bepaalde doelsoorten schadelijke knaagdieren.
Farag et al. Neurobehavioral, physiological and inflammatory impairments in response to bifenthrin intoxication in Oreochromis niloticus fish: Role of dietary supplementation with Petroselinum crispum essential oil
Ferreira et al. Antiparasitic activity of Mentha piperita (Lamiaceae) essential oil against Piscinoodinium pillulare and its physiological effects on Colossoma macropomum (Cuvier, 1818)
Amiri Resketi et al. Dietary sour lemon (Citrus limon) peel essential oil supplementation for reduction of deltamethrin‐induced stress in rainbow trout (Oncorhynchus mykiss)
US20190335740A1 (en) Attractants for mice
WO2015189321A1 (fr) Composition comprenant de la diféthialone, appât rodonticide et procédé de lutte contre des rongeurs cibles nuisibles
US9706770B2 (en) Rodenticide bait comprising difenacoum and method for controlling target rodent pests
BE1029796A9 (fr) Composition rodonticide
US20230165242A1 (en) Rodenticidal bait and method of controlling target harmful rodents
EP3386965A1 (fr) Stéréo-isomère de la bromadiolone, composition et appât rodonticide le comprenant et procédé de lutte contre des rongeurs cibles nuisibles
Kassab et al. Study of Drastic Effects of Zeralenone on Cultured Nile Tilapia
US20180362487A1 (en) Stereoisomer of bromadiolone, composition and rodenticidal bait comprising same, and process for controlling target rodent pests
US20180370941A1 (en) Stereoisomer of flocoumafen, composition and rodenticide bait comprising same, and method for controlling target rodent pests
US20180362488A1 (en) Stereoisomer of flocoumafen, composition and rodenticide bait comprising same, and method for controlling target rodent pests
US20180362491A1 (en) Stereoisomer of flocoumafen, composition and rodenticide bait comprising same, and method for controlling target rodent pests
EP3386964A1 (fr) Stéréo-isomère de la bromadiolone, composition et appât rodonticide le comprenant et procédé de lutte contre des rongeurs cibles nuisibles

Legal Events

Date Code Title Description
PD Change of ownership

Owner name: VETAGRO SUP; FR

Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), ASSIGNMENT; FORMER OWNER NAME: LIPHATECH

Effective date: 20180523