NL2014891B1 - Werkwijze voor het vervaardigen van een brilmontuur dat is aangepast aan een brildrager. - Google Patents

Werkwijze voor het vervaardigen van een brilmontuur dat is aangepast aan een brildrager. Download PDF

Info

Publication number
NL2014891B1
NL2014891B1 NL2014891A NL2014891A NL2014891B1 NL 2014891 B1 NL2014891 B1 NL 2014891B1 NL 2014891 A NL2014891 A NL 2014891A NL 2014891 A NL2014891 A NL 2014891A NL 2014891 B1 NL2014891 B1 NL 2014891B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
frame
model
spectacle
head
spectacle frame
Prior art date
Application number
NL2014891A
Other languages
English (en)
Other versions
NL2014891A (nl
Inventor
Berend Benjamin Zweerts Jan
Adriaan Jonckheer Pieter
Original Assignee
Maydo B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Maydo B V filed Critical Maydo B V
Priority to NL2014891A priority Critical patent/NL2014891B1/nl
Priority to US15/578,217 priority patent/US10598962B2/en
Priority to PCT/NL2016/050388 priority patent/WO2016195488A1/en
Priority to EP16744893.5A priority patent/EP3304182A1/en
Publication of NL2014891A publication Critical patent/NL2014891A/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2014891B1 publication Critical patent/NL2014891B1/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G02OPTICS
    • G02CSPECTACLES; SUNGLASSES OR GOGGLES INSOFAR AS THEY HAVE THE SAME FEATURES AS SPECTACLES; CONTACT LENSES
    • G02C13/00Assembling; Repairing; Cleaning
    • G02C13/003Measuring during assembly or fitting of spectacles
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C64/00Additive manufacturing, i.e. manufacturing of three-dimensional [3D] objects by additive deposition, additive agglomeration or additive layering, e.g. by 3D printing, stereolithography or selective laser sintering
    • B29C64/30Auxiliary operations or equipment
    • B29C64/386Data acquisition or data processing for additive manufacturing
    • B29C64/393Data acquisition or data processing for additive manufacturing for controlling or regulating additive manufacturing processes
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29DPRODUCING PARTICULAR ARTICLES FROM PLASTICS OR FROM SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE
    • B29D12/00Producing frames
    • B29D12/02Spectacle frames
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B33ADDITIVE MANUFACTURING TECHNOLOGY
    • B33YADDITIVE MANUFACTURING, i.e. MANUFACTURING OF THREE-DIMENSIONAL [3-D] OBJECTS BY ADDITIVE DEPOSITION, ADDITIVE AGGLOMERATION OR ADDITIVE LAYERING, e.g. BY 3-D PRINTING, STEREOLITHOGRAPHY OR SELECTIVE LASER SINTERING
    • B33Y50/00Data acquisition or data processing for additive manufacturing
    • B33Y50/02Data acquisition or data processing for additive manufacturing for controlling or regulating additive manufacturing processes
    • GPHYSICS
    • G06COMPUTING; CALCULATING OR COUNTING
    • G06FELECTRIC DIGITAL DATA PROCESSING
    • G06F30/00Computer-aided design [CAD]
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C64/00Additive manufacturing, i.e. manufacturing of three-dimensional [3D] objects by additive deposition, additive agglomeration or additive layering, e.g. by 3D printing, stereolithography or selective laser sintering
    • B29C64/30Auxiliary operations or equipment
    • B29C64/386Data acquisition or data processing for additive manufacturing
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29LINDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBCLASS B29C, RELATING TO PARTICULAR ARTICLES
    • B29L2012/00Frames
    • B29L2012/005Spectacle frames
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B33ADDITIVE MANUFACTURING TECHNOLOGY
    • B33YADDITIVE MANUFACTURING, i.e. MANUFACTURING OF THREE-DIMENSIONAL [3-D] OBJECTS BY ADDITIVE DEPOSITION, ADDITIVE AGGLOMERATION OR ADDITIVE LAYERING, e.g. BY 3-D PRINTING, STEREOLITHOGRAPHY OR SELECTIVE LASER SINTERING
    • B33Y80/00Products made by additive manufacturing
    • GPHYSICS
    • G06COMPUTING; CALCULATING OR COUNTING
    • G06FELECTRIC DIGITAL DATA PROCESSING
    • G06F2111/00Details relating to CAD techniques
    • G06F2111/04Constraint-based CAD
    • GPHYSICS
    • G06COMPUTING; CALCULATING OR COUNTING
    • G06FELECTRIC DIGITAL DATA PROCESSING
    • G06F2119/00Details relating to the type or aim of the analysis or the optimisation
    • G06F2119/18Manufacturability analysis or optimisation for manufacturability

Abstract

De onderhavige uitvinding betreft een werkwijze voor het vervaardigen van een brilmontuur dat is aangepast aan een brildrager, in het bijzonder door middel van een 3D-print of andere additieve vervaardigingstechnieken. De onderhavige uitvinding verschaft daartoe een werkwijze omvattende de stappen van het verschaffen van een virtueel 3D model van een brilmontuur; het verschaffen van een virtueel 3D model van het hoofd van de brildrager dat ten minst een gedeelte van het hoofd van de brildrager omvat dat bij het dragen van het brilmontuur in contact is met het brilmontuur; het in een virtuele omgeving positioneren van het 3D model van het brilmontuur ten opzichte van het 3D model van het hoofd, zodat het 3D model van het hoofd het 3D model van het brilmontuur snijdt waar het genoemde gedeelte van het hoofd van de brildrager bij het dragen van het brilmontuur in contact is met het brilmontuur; het maken van een uitsnijding uit het 3D model van het brilmontuur volgens het snijdoppervlak van het 3D model van het brilmontuur en het 3D model van het hoofd; en het vervaardigen van ten minste een gedeelte van het brilmontuur op basis van het gedeelte van het 3D model van het brilmontuur waaruit de uitsnijding is gemaakt.

Description

Werkwijze voor het vervaardigen van een brilmontuur dat is aangepast aan een brildrager
De onderhavige uitvinding betreft een werkwijze voor het vervaardigen van een brilmontuur dat is aangepast aan een brildrager, in het bijzonder door middel van een 3D-print of andere additieve vervaardigingstechnieken.
Nieuwe vervaardigingstechnieken, zoals 3D-print of andere additieve vervaardigingstechniek, maken het mogelijk om voor relatief geringe kosten een enkel product te vervaardigen. Deze technieken lenen zich daarmee voor het volgens de specifieke wensen van een persoon vervaardigen van een product. In een virtuele omgeving kan een 3D-model van het product worden gemaakt op basis van de wensen van de betreffende persoon, waarna op basis van het virtuele 3D-model het product wordt vervaardigd door toepassing van een 3D-print of andere additieve vervaardigingstechniek.
Ook voor de vervaardiging van brilmonturen worden 3D-print of andere additieve vervaardigingstechnieken toegepast om brilmontuur te vervaardigen met een vormgeving en afmetingen die voldoen aan de wensen en gelaatseigenschappen van een persoon. In een bekende toepassing wordt een 3D-model van een brilmontuur in een virtuele omgeving aangepast aan de persoon die het brilmontuur zal dragen, hierna de brildrager genoemd, op basis van biometrische eigenschappen van het hoofd van de brildrager, om zo een brilmontuur te vervaardigen dat een hoger draagcomfort heeft. Als probleem daarbij wordt ervaren dat het oorspronkelijke ontwerp van het brilmontuur zoals ontworpen door de ontwerper bij het aanpassen van het brilmontuur op basis van biometrische eigenschappen van het gelaat van de brildrager verandert. Dit leidt er mogelijk toe dat het uiterlijk van het vervaardigde, aangepaste model dusdanig afwijkt van het uiterlijk van het onaangepaste brilmontuur dat de brildrager het uiterlijk van het vervaardigde, aangepaste model niet meer aanstaat. Dit laatste is met name voor opticiens die een aldus vervaardigd brilmontuur willen aanbieden een risico. Er is immers een kans dat bij of na het aanpassen van het brilmontuur, of zelfs na het vervaardigen van het brilmontuur, de brildrager niet tevreden is met de vormgeving van het brilmontuur. Een bijkomend probleem is dat ontwerpers van brilmonturen niet graag zien dat de vormgeving van de door hun ontworpen brilmonturen zodanig worden aangepast dat de vormgeving zichtbaar verandert. Daarbij is tevens gebleken is dat het voor ontwerpers moeilijk is een brilmontuur te ontwerpen dat na aanpassing aan een specifieke brildrager door middel van vervorming van delen van het brilmontuur, nog een vormgeving heeft die hetzelfde aandoet als het oorspronkelijke ontwerp.
De onderhavige uitvinding heeft onder meer als doel ten minste één van de hiervoor geschetste problemen te verminderen.
De onderhavige uitvinding verschaft daartoe een werkwijze omvattende de stappen van: - het verschaffen van een virtueel 3D model van een brilmontuur; - het verschaffen van een virtueel 3D model van het hoofd van de brildrager dat ten minst een gedeelte van het hoofd van de brildrager omvat dat bij het dragen van het brilmontuur in contact is met het brilmontuur; - het in een virtuele omgeving positioneren van het 3D model van het brilmontuur ten opzichte van het 3D model van het hoofd, zodat het 3D model van het hoofd het 3D model van het brilmontuur snijdt waar het genoemde gedeelte van het hoofd van de brildrager bij het dragen van het brilmontuur in contact is met het brilmontuur; - het maken van een uitsnijding uit het 3D model van het brilmontuur volgens het snijdoppervlak van het 3D model van het brilmontuur en het 3D model van het hoofd; - het vervaardigen van ten minste een gedeelte van het brilmontuur op basis van het gedeelte van het 3D model van het brilmontuur waaruit de uitsnijding is gemaakt.
Bij de werkwijze volgens de uitvinding wordt een gedeelte van een brilmontuur waarmee het hoofd van de brildrager in contact is bij het dragen van het brilmontuur, aangepast aan het oppervlak van het hoofd op de locatie waar dat gedeelte van het brilmontuur in contact is met het hoofd. Het aangepaste gedeelte van het brilmontuur wordt aldus gevormd naar het oppervlak van het hoofd van de brildrager zodat het brilmontuur op de betreffende contactlocatie bijzonder comfortabel draagt, in het bijzonder als gevolg van het verdelen van de drukpunten over een groter contactoppervlak. Het brilmontuur is daarmee aangepast aan de brildrager en voelt voor de brildrager als aan hem aangepast, zonder de verdere vormgeving van het brilmontuur, dat wil zeggen de gedeelten die niet in contact zijn met het hoofd, zodanig aan te passen dat de vormgeving van het brilmontuur verloren gaat. Door een uitsnijding uit het onaangepaste 3D-model van het brilmontuur te maken, wordt vermeden dat vormen en lijnen in de vormgeving van het brilmontuur, en de verhoudingen daartussen, zoals gekozen door de ontwerper, worden vervormd bij het aanpassen van het brilmontuur. Zo wordt vermeden dat de vormgeving van het ongepaste brilmontuur zodanig wordt aangepast dat de vormgeving van het vervaardigde, aangepaste brilmontuur voor de brildrager wat vormgeving betreft anders aandoet dan het onaangepaste brilmontuur. Doordat bij de werkwijze volgens de uitvinding lijnen en vormen, als ook de verhoudingen daartussen, niet worden vervormd, blijft de oorspronkelijke vormgeving van het brilmontuur zoals ontworpen door de ontwerper behouden. Daarbij is een 3D ontwerp voor een brilmontuur relatief eenvoudig geschikt te maken voor de werkwijze volgens de uitvinding door in een 3D model van het oorspronkelijke brilmontuur materie toe te voegen aan de gedeeltes van het brilmontuur die in het oorspronkelijke ontwerp reeds zijn vormgegeven om in contact te zijn met het hoofd van de brildrager. Deze toegevoegde materie wordt bij het uitvoeren van de werkwijze weer ten minste gedeeltelijk uitgesneden. Een eventueel niet uitgesneden gedeelte van de toegevoegde materie blijkt geen relevante invloed te hebben op de oorspronkelijke vormgeving van het brilmontuur.
Het behoud van de oorspronkelijke vormgeving van het brilmontuur zoals ontworpen door de ontwerper bij het aanpassen van een brilmontuur volgens de werkwijze volgens de uitvinding, blijkt voor de ontwerper, de opticien, en de brildrager, tot een gewenst resultaat te leiden.
Opgemerkt wordt dat het 3D model van het hoofd van de brildrager ten opzichte waarvan het 3D model van het brilmontuur wordt gepositioneerd in de werkwijze volgens de uitvinding, niet het gehele hoofd van de brildrager hoeft te omvatten, maar ten minste een gedeelte van het hoofd van de brildrager omvat dat bij het dragen van het brilmontuur in contact is met het brilmontuur, zoals (een gedeelte van) de neus van de brildrager. Het opnemen van aanvullende gedeeltes van het hoofd van de brildrager in het 3D model van het hoofd kan wel helpen bij het positioneren van het 3D model van het brilmontuur ten opzichte van het 3D model van het hoofd, en heeft daarmee de voorkeur.
Bij voorkeur omvat in de werkwijze volgens de uitvinding het vervaardigen op basis van een 3D model, het vervaardigen door middel van een additieve vervaardigingstechniek, bij voorkeur een 3D printtechniek.
Bij voorkeur omvat het verschaffen van het 3D model van het hoofd het scannen van ten minste een gedeelte van het hoofd van de brildrager middels een 3D scanproces, in het bijzonder gebruikmakend van een zogenaamde 3D scanner, of het genereren van het 3D model op basis van een reeks 2D foto’s van ten minste een gedeelte van het hoofd van de brildrager. Het 3D model van het hoofd kan het 3D model zijn dat direct resulteert uit het 3D scanproces of het 3D model dat direct resulteert uit het genereren van een 3D model op basis van 2D foto’s, maar kan tevens een 3D model zijn dat is afgeleid van het resulterende 3D model.
In de werkwijze volgens de uitvinding is een virtuele omgeving in het bijzonder een computer gegenereerde virtuele omgeving, zoals een zogenaamd “3D modeling space” in een 3D CAD (Computer-Aided Design) computerprogramma. In een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding is de virtuele omgeving waarin het 3D model van het brilmontuur ten opzichte van het 3D model van het hoofd wordt gepositioneerd een visuele virtuele omgeving. Een visuele omgeving is bijzonder geschikt bij het positioneren van de 3D modellen ten opzichte van elkaar, in het bijzonder indien het positioneren door een persoon zoals de opticien geschiedt. In een gunstige uitvoeringsvorm daarvan wordt bij het in de virtuele omgeving positioneren van het 3D model van het brilmontuur ten opzichte van het 3D model van het hoofd, visueel gemarkeerd in de virtuele omgeving waar het 3D model van het brilmontuur en het 3D model van het hoofd elkaar snijden. Aldus wordt het positioneren van het 3D model van het brilmontuur ten opzichte van het 3D model van het hoofd ten einde deze 3D modellen elkaar te laten snijden, vereenvoudigd. Alternatief is voorzien dat de 3D modellen ten opzichte van elkaar worden gepositioneerd op basis van mathematische modellen en mathematische berekeningen zonder dat de 3D modellen in de virtuele omgeving visueel worden gemaakt.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding omvat het 3D model van het brilmontuur de montuurvoorkant, en omvat het 3D model van het hoofd ten minste de neus van de brildrager, waarbij: - in de virtuele omgeving de montuurvoorkant van het 3D model van het brilmontuur ten opzichte van het 3D model van het hoofd wordt gepositioneerd, zodat de neus van het 3D model van het hoofd de montuurvoorkant van het 3D model van het brilmontuur snijdt waar de montuurvoorkant van het brilmontuur op de neus van de brildrager wordt gedragen in een gewenste draagpositie; - een uitsnijding uit de montuurvoorkant van het 3D model van het brilmontuur wordt gemaakt volgens het snijdoppervlak van de montuurvoorkant van het 3D model van het brilmontuur en de neus van het 3D model van het hoofd; en - de montuurvoorkant wordt vervaardigd op basis van de montuurvoorkant van het 3D model van het brilmontuur waaruit de uitsnijding is gemaakt.
De montuurvoorkant van een brilmontuur is het gedeelte van het brilmontuur dat de glazen draagt. De montuurvoorkant rust bij het dragen van het brilmontuur op de neus van de brildrager. Door volgens deze uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding de montuurvoorkant van het 3D model van het brilmontuur ten opzichte van het 3D model van het hoofd van de brildrager te positioneren zodat de montuurvoorkant van het 3D model van het brilmontuur de neus van het 3D model van het hoofd snijdt waar de montuurvoorkant van het brilmontuur op de neus van de brildrager wordt gedragen in een gewenste draagpositie, en vervolgens een uitsnijding uit de montuurvoorkant van het 3D model van het brilmontuur te maken volgens het snijdoppervlak van de montuurvoorkant van het 3D model van het brilmontuur en de neus van het 3D model van het hoofd, wordt het gedeelte van de montuurvoorkant van het brilmontuur dat in contact is met de neus van de brildrager gevormd naar het oppervlak van de neus, zodat de montuurvoorkant bijzonder comfortabel op de neus draagt, zonder hinderlijke drukpunten.
Daarbij is dankzij de 3D-uitsnijding uit de montuurvoorkant van het brilmontuur van het oppervlak van de neus, de positie van de montuurvoorkant ten opzichte van de neus vastgelegd, zodat de montuurvoorkant voor de brildrager het meest comfortabel aanvoelt wanneer de brildrager de montuurvoorkant in de positie op de neus heeft geplaatst die bij het aanpassen van het brilmontuur is gekozen als gewenste draagpositie. Zo wordt de brildrager gestimuleerd om de montuurvoorkant in de gekozen positie te dragen. Dit is in het bijzonder gunstig wanneer de brilglazen die door de montuurvoorkant worden gedragen worden ingemeten op basis van de bij het aanpassen van het brilmontuur gekozen positie van de montuurvoorkant op de neus van de brildrager. De brilglazen bevinden zich dan in de optimale positie daarvan ten opzichte van de ogen, wanneer de brildrager de montuurvoorkant in de gekozen draagpositie ten opzichte van de neus draagt. Door de brildrager te stimuleren om de montuurvoorkant in de gekozen draagpositie daarvan te dragen, is de werking van de brilglazen optimaal, hetgeen bij draagt aan het comfort wat de brildrager ervaart bij het dragen van het brilmontuur.
Hoewel door de uitsnijding uit de montuurvoorkant van het brilmontuur van het oppervlak van de neus het brilmontuur voor de brildrager bij het dragen daarvan als aan hem aangepast aanvoelt, zijn dankzij het uitsnijden de vormen en lijnen van de montuurvoorkant die bijzonder bepalend voor de vormgeving van het brilmontuur als geheel, niet vervormd. Door het maken van een uitsnijding uit de montuurvoorkant van het 3D model van het brilmontuur wordt de montuurvoorkant aldus aangepast aan de brildrager zonder de vormen en lijnen van de vormgeving van de montuurvoorkant en de verhoudingen daartussen te vervormen.
Bij de positie van een montuurvoorkant van een brilmontuur ten opzichte van het hoofd van de brildrager, is onderscheid te maken tussen de locatie op de neus van de brildrager waar de montuurvoorkant in contact is met de neus en de kanteling van de montuurvoorkant in het zogenaamde sagittale vlak van het hoofd van de brildrager. Het sagittale vlak is een anatomische vlak dat het lichaam, waaronder het hoofd, in een linker en rechter helft verdeelt.
In een gunstige uitvoeringvorm van de werkwijze volgens de uitvinding waarbij de montuurvoorkant van het 3D model van het brilmontuur ten opzichte van het 3D model van het hoofd wordt gepositioneerd, omvat dit positioneren, het positioneren van de montuurvoorkant van het 3D model van het brilmontuur in een locatie op de neus van het 3D model van het hoofd die correspondeert met de locatie op de neus waar de montuurvoorkant zich bevindt in de gewenste draagpositie van de montuurvoorkant.
De montuurvoorkant rust bij het dragen van een brilmontuur op een locatie op de neus, ofwel op een locatie langs het neusbeen. Door de montuurvoorkant van het 3D model van het brilmontuur te positioneren in een locatie op de neus van het 3D model van het hoofd, waarbij de montuurvoorkant van het 3D model van het brilmontuur de neus van het 3D model van het hoofd snijdt en een uitsnijding wordt gemaakt uit de montuurvoorkant van het 3D model van het brilmontuur volgens het snijdoppervlak, resulteert na vervaardiging een montuurvoorkant die bijzonder comfortabel draagt bij positionering van de montuurvoorkant op de locatie langs het neusbeen die correspondeert met de locatie op de neus van de brildrager die is gekozen bij het positioneren van de montuurvoorkant van het 3D model van het brilmontuur ten opzichte van de neus van het 3D model van het hoofd.
In een gunstige uitvoeringvorm daarvan, omvat de werkwijze vóór dit positioneren van de montuurvoorkant van het 3D model van het brilmontuur, het in het virtuele 3D model van het hoofd markeren van de locatie op de neus waar de montuurvoorkant zich bevindt in de gewenste draagpositie van de montuurvoorkant. Door vóór het positioneren van de montuurvoorkant van het 3D model van het brilmontuur ten opzichte van het 3D model van het hoofd, de locatie op de neus waar de montuurvoorkant zich bevindt in de gewenste draagpositie van de voorkant te markeren, wordt het positioneren van de montuurvoorkant van het 3D model van het brilmontuur ten opzichte van het 3D model van het hoofd in de virtuele omgeving vereenvoudigd. Het markeren van de locatie op de neus waar de montuurvoorkant zich bevindt in de gewenste draagpositie van de montuurvoorkant maakt aldus een gunstige uitvoeringsvorm van de werkwijze mogelijk, waarbij het positioneren van de montuurvoorkant van het 3D model van het brilmontuur in een locatie op de neus van het 3D model van het hoofd wordt uitgevoerd afhankelijk van de gemarkeerde locatie in het 3D model van het hoofd.
In een gunstige uitvoeringsvorm omvat het op het 3D model van het hoofd markeren van de locatie op de neus waar de montuurvoorkant zich bevindt in de gewenste draagpositie van de montuurvoorkant, het op de neus van de brildrager markeren van een locatie die de locatie representeert waar de montuurvoorkant zich in de gewenste draagpositie bevindt, vóór het verschaffen van het 3D model van de brildrager, en wordt het 3D model van de brildrager verschaft op basis van de neus van de brildrager met de daarop gemarkeerde locatie. Aldus kan op de werkelijke neus van de brildrager de locatie op de neus waar de montuurvoorkant zich bevindt in de gewenste draagpositie van het brilmontuur worden gemarkeerd. Volgens een alternatieve uitvoeringsvorm wordt de markering in de virtuele omgeving in het 3D model van de drager aangebracht.
In een verdere gunstige uitvoeringvorm van de werkwijze volgens de uitvinding waarbij de montuurvoorkant van het 3D model van het brilmontuur ten opzichte van het 3D model van het hoofd wordt gepositioneerd, omvat dit positioneren het kantelen van de montuurvoorkant van het 3D model van het brilmontuur ten opzichte van de neus van het 3D model van het hoofd in het sagittale vlak van het hoofd. Door het kantelen van de montuurvoorkant van het 3D model van het brilmontuur ten opzichte van de neus van het 3D model van het hoofd in het sagittale vlak van het hoofd is de zogenaamde pantoscopische hoek van de montuurvoorkant in te stellen. De instelling van de pantoscopische hoek van de montuurvoorkant is van belang voor een juiste postionering van de glazen ten opzichte van de ogen bij het dragen van het brilmontuur. De pantoscopische hoek kan positief of negatief zijn. Een negatieve pantoscopische hoek wordt ook wel een retroscopische hoek genoemd.
Opgemerkt wordt dat om het uit de montuurvoorkant van het 3D model van het brilmontuur snijden van de neus van het 3D model van het hoofd het 3D model van het hoofd ten minste de neus van de brildrager omvat. Echter bij het kiezen van de gewenste positie van de montuurvoorkant van het brilmontuur ten opzichte van het hoofd wordt bij voorkeur rekening gehouden met de positie van de ogen in het hoofd van de brildrager. Dit laatste in het bijzonder aangezien de montuurvoorkant de glazen draagt waarvan de ogen bij het dragen van het brilmontuur gebruik maken om beter te kunnen zien. Daarom omvat in een voorkeursuitvoeringsvorm het 3D model van het hoofd ten minste een representatie van de ogen van de brildrager. Bij voorkeur wordt daarbij het positioneren van de montuurvoorkant van het 3D model van de brildrager ten opzichte van het 3D model van het hoofd uitgevoerd afhankelijk van de genoemde representatie van de ogen van de brildrager.
Zoals hieronder nader beschreven omvat het 3D model van het hoofd in andere gunstige uitvoeringsvormen naast de neus ook andere delen van het hoofd van de brildrager om de positionering van de montuurvoorkant ten opzichte van het 3D model van het hoofd van de brildrager op te baseren.
Om te verzekeren dat de montuurvoorkant bij het dragen daarvan in de gewenste draagpositie alleen in contact is met de neus van de brildrager en niet met andere delen van het gelaat van de brildrager, omvat in een verdere gunstige uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding het virtuele 3D model van het hoofd ten minste het gelaat van de brildrager, en wordt bij het positioneren van de montuurvoorkant van het 3D model van het brilmontuur ten opzichte van het 3D model van het hoofd, de montuurvoorkant van het 3D model van het brilmontuur zodanig ten opzichte van het 3D model van het hoofd gepositioneerd, dat het 3D model van het hoofd de montuurvoorkant van het 3D model van het brilmontuur alleen snijdt waar de montuurvoorkant op de neus wordt gedragen in de gewenste draagpositie daarvan.
Om te verzekeren dat de wimpers van de brildrager bij het dragen daarvan in de gewenste draagpositie vrij zijn van de door de montuurvoorkant gedragen glazen, omvat in een verdere gunstige uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding het virtuele 3D model van het hoofd ten minste de wimpers van de brildrager, omvat het 3D model van het brilmontuur ten minste een representatie van de locatie van de glazen in de montuurvoorkant, en wordt bij het positioneren van de montuurvoorkant van het 3D model van het brilmontuur ten opzichte van het 3D model van het hoofd, de montuurvoorkant van het 3D model van het brilmontuur zodanig ten opzichte van het 3D model van het hoofd gepositioneerd op basis van de representatie van de glazen, dat de wimpers van het 3D model van het hoofd vrij zijn van de in de montuurvoorkant te positioneren glazen.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding omvat het 3D model van het brilmontuur de montuurveren van het aan te passen brilmontuur, waarbij de positie van de montuurveren van het 3D model van het brilmontuur is geassocieerd met de positie montuurvoorkant van het 3D model van het brilmontuur.
De montuurveren van een brilmontuur rusten bij het dragen van het brilmontuur over het algemeen op de oren van de brildrager nabij de aanzet van de oren aan het hoofd. Elke montuurveer is met de montuurvoorkant van het brilmontuur verbonden, in het algemeen door middel van een scharnier. Deze verbinding bepaalt de positionering van de montuurveren ten opzichte van de montuurvoorkant. Bij het dragen van het brilmontuur bepalen de vormen en afmetingen van de montuurveren, de door de verbinding tussen de montuurveren en de montuurvoorkant bepaalde positionering van de montuurveren ten opzichte van de montuurvoorkant, de locatie op de neus van de brildrager waar het brilmontuur in contact is met de neus, en de locatie waar de montuurveren rusten op het hoofd van de brildrager, de hiervoor beschreven kanteling van de montuurvoorkant in het sagittale vlak en daarmee de positionering van de montuurvoorkant ten opzichte van het hoofd van de brildrager. Door volgens deze gunstige uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding de montuurveren en de door de verbinding met de montuurvoorkant opgelegde onderlinge positie tussen de montuurveren en de montuurvoorkant op te nemen in het 3D model van het brilmontuur, en in het 3D model van het hoofd een representatie op te nemen van de locatie waar het brilmontuur bij het dragen daarvan in contact is met het hoofd van de brildrager, is bij het positioneren van de montuurvoorkant van het 3D model van het brilmontuur ten opzichte van de neus van het 3D model van het hoofd rekening te houden met de montuurveren. Bij voorkeur omvat de werkwijze daarbij naast het vervaardigen van de montuurvoorkant van het brilmontuur tevens het vervaardigen van de montuurveren op basis van de montuurveren van het 3D model van het brilmontuur.
Het laatst genoemde gunstige maatregel dat de werkwijze volgens de uitvinding naast het vervaardigen van de montuurvoorkant van het brilmontuur tevens het vervaardigen van de montuurveren op basis van de montuurveren van het 3D model van het brilmontuur omvat, maakt in het bijzonder een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding mogelijk. In deze verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat de werkwijze volgens de uitvinding tevens het in de virtuele omgeving aanpassen van de montuurveren van het 3D model van het brilmontuur, waarbij de montuurveren worden vervaardigd op basis van de aangepaste montuurveren van het 3D model van het brilmontuur. Deze voorkeursuitvoeringsvorm maakt het in het bijzonder een uitvoeringsvorm mogelijk waarbij de montuurveren van het 3D model van het brilmontuur worden aangepast aan de positie van de montuurvoorkant van het 3D model van het brilmontuur ten opzichte van het 3D model van het hoofd bij of na het positioneren van de montuurvoorkant van het 3D model van het brilmontuur ten opzichte van het 3D model van het hoofd. Aldus wordt het positioneren van de montuurvoorkant van het 3D model van het brilmontuur ten opzichte van het 3D model van het hoofd minder afhankelijk van de montuurveren van het brilmontuur, zodat er bij het positioneren van de montuurvoorkant van het 3D model van het brilmontuur ten opzichte van het 3D model van het hoofd bijvoorbeeld meer vrijheid is bij het positioneren van de montuurvoorkant afhankelijk van de ogen van de brildrager. Om het aanpassen van de montuurveren van het 3D model van het brilmontuur bij of na het positioneren van de montuurvoorkant van het 3D model van het brilmontuur ten opzichte van het 3D model van het hoofd te vereenvoudigen, wordt in een gunstige uitvoeringsvorm bij het aanpassen van de montuurveren van het 3D model van het brilmontuur, de positie van de montuurvoorkant van het 3D model van het brilmontuur ten opzichte van het 3D model van het hoofd vastgehouden.
Bij het aanpassen van de montuurveren van het 3D model van het brilmontuur aan de positie van de montuurvoorkant van het 3D model van het brilmontuur ten opzichte van het 3D model van het hoofd bij of na het positioneren van de montuurvoorkant van het 3D model van het brilmontuur ten opzichte van het 3D model van het hoofd, worden de montuurveren aangepast afhankelijk van de positie van de montuurvoorkant van het 3D model van het brilmontuur ten opzichte van het 3D model van het hoofd. In de werkwijze volgens de uitvinding waarbij de montuurveren van het 3D model van het brilmontuur worden aangepast, worden deze aanvullend of alternatief aangepast afhankelijk van ten minste één van: - de tussen de montuurvoorkant van het 3D model van het brilmontuur en de montuurveren van het 3D model van het brilmontuur gedefinieerde beperkingen voor wat betreft de positie van de montuurvoorkant ten opzichte van de montuurveren; - de kromming van het 3D model van het hoofd waarlangs de montuurveren van het 3D model van het brilmontuur verlopen; en - de locatie in het 3D model van het hoofd die de locatie op de oren van de brildrager representeert waar de montuurveren bij het dragen van het brilmontuur op de oren rusten.
Het aanpassen van de montuurveren van het 3D model van het brilmontuur kan volgens de uitvinding betrekking hebben op verschillende kenmerken van de montuurveren.
In een uitvoeringsvorm omvat het aanpassen van de montuurveren van het 3D model van het brilmontuur het aanpassen van de lengte van de montuurveren.
In een aanvullende of alternatieve uitvoeringsvorm omvat het aanpassen van de montuurveren van het 3D model van het brilmontuur, het aanpassen van de kromming van de montuurveren van het 3D model van het brilmontuur in een anatomisch dwarsvlak van het hoofd.
In een aanvullende of alternatieve uitvoeringsvorm omvat het aanpassen van de montuurveren van het 3D model van het brilmontuur, het aanpassen van de oriëntatie van de montuurveren van het 3D model van het brilmontuur ten opzichte van de montuurvoorkant van het 3D model van het brilmontuur.
De bovengenoemde aanpassingen hebben op zich geen relevante invloed op de bij het dragen van het brilmontuur zichtbare vormgeving van het brilmontuur, echter met name bij het aanpassen van de oriëntatie van de montuurveren van het 3D model van het brilmontuur ten opzichte van de montuurvoorkant van het 3D model van het brilmontuur, is het mogelijk dat tegenover elkaar gelegen gedeeltes van de montuurvoorkant en de betreffende montuurveer van het 3D model van het brilmontuur een opvallende afwijkende oriëntatie hebben, hetgeen de vormgeving van het brilmontuur verstoort. Om dit te vermijden worden in een voorkeursuitvoeringsvorm bij of na het aanpassen van de montuurveren van het 3D model van het brilmontuur voor elke montuurveer, tegenover elkaar gelegen gedeeltes van de montuurvoorkant en de betreffende montuurveer van het 3D model van het brilmontuur aan elkaar aangepast door het aanpassen van ten minste één van beide gedeeltes.
Hoewel in een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding een uitsnijding uit de montuurvoorkant van het 3D model van het brilmontuur wordt gemaakt ten einde een montuurvoorkant te vervaardigen die is aangepast aan het oppervlak van de neus van de brildrager waarmee de montuurvoorkant bij het dragen van het brilmontuur in contact is, is het aanvullend of alternatief mogelijk om een uitsnijding uit de montuurveren van het 3D model van het brilmontuur te maken ten einde montuurveren te vervaardigen die zijn aangepast aan een oppervlak van het hoofd van de brildrager waarmee de montuurveren bij het dragen van het brilmontuur is contact zijn.
Aldus betreft de onderhavige uitvinding tevens een uitvoeringvorm van de werkwijze volgens de uitvinding waarbij: - het 3D model van het brilmontuur de montuurveren omvat, en omvat het 3D model van het hoofd ten minste het gedeelte van het hoofd van de brildrager waarmee de montuurveren in contact zijn in een gewenste draagpositie; - in de virtuele omgeving de montuurveren van het 3D model van het brilmontuur ten opzichte van het 3D model van het hoofd worden gepositioneerd, zodat het 3D model van het hoofd de montuurveren van het 3D model van het brilmontuur snijdt waar de montuurveren van het brilmontuur in contact zijn met het hoofd van de brildrager in de gewenste draagpositie; - een uitsnijding uit de montuurveren van het 3D model van het brilmontuur wordt gemaakt volgens het snijdoppervlak van het de montuurveren van het 3D model van het brilmontuur en het 3D model van het hoofd; en - de montuurveren wordt vervaardigd op basis van de montuurveren van het 3D model van het brilmontuur waaruit de uitsnijding is gemaakt.
Aldus worden de montuurveren aangepast aan het oppervlak van het hoofd waarmee de montuurveren in contact zijn bij het dragen van het brilmontuur. Bij voorkeur omvat het 3D model van het hoofd daarbij ten minste het gedeelte van het hoofd nabij de aanzet van de oren aan het hoofd. Aldus worden de montuurveren, in het bijzonder de vrije einden daarvan, aan het oppervlak van het hoofd aangepast nabij de aanzet van de oren aan het hoofd. Wederom geldt dat door een dergelijke aanpassing, het brilmontuur voor de brildrager als aan hem aangepast aanvoelt. Door de uitsnijding wordt daarbij vervorming van vormen en lijnen van de montuurveren en de verhouding daartussen vermeden.
In een gunstige uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding omvat het verschaffen van het 3D model van het brilmontuur, het op basis van de breedte van het hoofd van de brildrager kiezen van een 3D model uit een verzameling 3D modellen van brilmonturen met verschillende breedtes.
De onderhavige uitvinding wordt in het vervolg nader toegelicht aan de hand van uitvoerings voorbeelden, die in de bij gevoegde figuren schematisch zijn getoond. Het betreffen niet-limitatieve uitvoeringsvoorbeelden. In de figuren toont: - figuren 1 en 2 een virtuele omgeving met daarin in perspectivisch aanzicht een 3D model van een aan te passen brilmontuur en een 3D model van het hoofd van een brildrager; - figuur 3A in perspectivisch aanzicht het 3D model van een aan te passen brilmontuur en een gedeelte van het 3D model van het hoofd van een brildrager van figuur 2; - figuur 3B in perspectivisch aanzicht het 3D model van het aan te passen brilmontuur van figuur 3A na uitsnijding; - figuur 4A in perspectivisch aanzicht het 3D model van het brilmontuur van figuur 3B vanuit een ander oogpunt; - figuur 4B in vooraanzicht het 3D model van het brilmontuur van figuur 4A; - figuren 5 tot en met 7 in een schematisch zijaanzicht op het 3D model van het brilmontuur en het 3D model van het hoofd in de virtuele omgeving van figuren 1 en 2, het positioneren van de montuurvoorkant van het 3D model van het brilmontuur ten opzichte van het 3D model van het hoofd; - figuren 8 en 9 in een schematisch zijaanzicht op het 3D model van het brilmontuur en het 3D model van het hoofd in de virtuele omgeving van figuren 1 en 2, het aanpassen van de montuurveren van het 3D model van het brilmontuur; - figuren 10 en 11 in een schematisch bovenaanzicht op het 3D model van het brilmontuur en het 3D model van het hoofd in de virtuele omgeving van figuren 1 en 2, het aanpassen van de montuurveren van het 3D model van het brilmontuur; - figuren 12 en 13 in een schematisch zijaanzicht op het 3D model van het brilmontuur en het 3D model van het hoofd in de virtuele omgeving van figuren 1 en 2, het op elkaar aanpassen van de montuurvoorkant en de montuurveren van het 3D model van het brilmontuur; - figuren 14 en 15 in een schematisch zijaanzicht op het 3D model van het brilmontuur en het 3D model van het hoofd in de virtuele omgeving van figuren 1 en 2, het aanpassen van de montuurveren van het 3D model van het brilmontuur door middel van uitsnijding; - figuur 16 in een schematisch zijaanzicht het 3D model van het brilmontuur van figuren 13 en 14 na uitsnijding uit de montuurveren; - figuur 17 schematisch de vervaardiging volgens de werkwijze van de uitvinding van een aangepast 3D model van een brilmontuur.
In figuur 1 zijn een 3D model van een aan te passen brilmontuur 1 en een 3D model van het hoofd 3 van een brildrager waaraan het 3D model van het brilmontuur 1 moet worden aangepast getoond in door een computer systeem gegenereerde virtuele omgeving 5.
Het 3D model van het hoofd 3 van de brildrager is verkregen middels een 3D scanproces. Het 3D model van het hoofd 3 omvat het gelaat 7 van de brildrager, waaronder de neus 9 en de gedeeltes 11 van het hoofd bij de aanzet van de oren 13 van de brildrager waarmee het brilmontuur bij het dragen daarvan in contact zal zijn.
Het 3D model van het brilmontuur 1 omvat de montuurvoorkant 15 en de montuurveren 17, 19, waarbij de positie van de montuurvoorkant 15 is geassocieerd met de positie van de montuurveren 17, 19.
In figuur 2 is getoond dat in de virtuele omgeving 5 de montuurvoorkant 15 van het 3D model van het brilmontuur 1 ten opzichte van het 3D model van het hoofd 3 is gepositioneerd, zodat de neus 9 van het 3D model van het hoofd 3 de montuurvoorkant 15 van het 3D model van het brilmontuur 1 snijdt waar de montuurvoorkant 15 van het brilmontuur 1 op de neus 9 van de brildrager wordt gedragen in een gewenste draagpositie. Zoals getoond is in de virtuele omgeving 5 visueel gemarkeerd door middel van arcering S waar de montuurvoorkant 15 van het 3D model van het brilmontuur 1 en de neus 9 van het 3D model van het hoofd 3 elkaar snijden.
In figuur 3A is in perspectivisch aanzicht de achterzijde van het 3D model van het brilmontuur 1 en een gedeelte van het 3D model van het hoofd 3, in het bijzonder een gedeelte rond de neus 9 van het 3D model van het hoofd 3, van figuur 2 getoond. Getoond is dat het oppervlak van de neus van 3D model van het hoofd 3 de montuurvoorkant 15 van het 3D model van het brilmontuur 1 snijdt. Door een uitsnijding uit de montuurvoorkant 15 van het 3D model van het brilmontuur 1 te maken volgens het snijdoppervlak van de montuurvoorkant 15 van het 3D model van het brilmontuur 1 en de neus 9 van het 3D model van het hoofd 3, wordt de montuurvoorkant 15 van het 3D model van het brilmontuur 1 aangepast aan de neus van de brildrager zonder de vormgeving van het brilmontuur, in het bijzonder de vormen en lijnen van de vormgeving en de verhoudingen daartussen, te vervormen. Bij het uitsnijden worden aldus de gedeeltes X van de montuurvoorkant 15 van het 3D model van het brilmontuur 1 af gesneden. In figuur 3B is in perspectivisch aanzicht de achterzijde van het 3D model van het brilmontuur 1 getoond na het maken van de uitsnijding U uit de montuurvoorkant 15. In figuur 4A is in perspectivisch aanzicht de voorzijde het 3D model van het brilmontuur 1 getoond na het maken van de uitsnijding U uit de montuurvoorkant 15. In figuur 4B is in vooraanzicht de voorzijde het 3D model van het brilmontuur 1 getoond na het maken van de uitsnijding U uit de montuurvoorkant 15. Zoals blijkt uit figuur 4B is de uitsnijding in vooraanzicht niet waar te nemen. De vormgeving van de aan de brildrager aangepaste montuurvoorkant 15 van het brilmontuur 1 is niet gewijzigd door de uitsnijding.
De montuurvoorkant 15 en de montuurveren 17, 19 van het brilmontuur 1 zijn vervolgens te vervaardigen op basis van het 3D model van het brilmontuur 1 na het maken van de uitsnijding, in het bijzonder door middel van een additieve vervaardigingstechniek, bij voorkeur een 3D printtechniek. Na het verbinden van de aldus vervaardigde montuurvoorkant 15 en de montuurveren 17, 19 door middel van scharnieren resulteert dan een brilmontuur dat bijzonder comfortabel op de neus draagt wanneer deze door de brildrager wordt gedragen met de montuurvoorkant 15 in de gewenste draagpositie die vóór het uitsnijden in de virtuele omgeving 5 is gekozen. Doordat de uitsnijding een 3D uitsnijding is, is de gewenste draagpositie van de montuurvoorkant op de neus eenduidig in de montuurvoorkant 15 gedefinieerd. De brildrager kan aldus waarnemen wanneer de montuurvoorkant 15 in de gekozen gewenste draagpositie wordt gedragen, en wordt zo gestimuleerd de montuurvoorkant 15 in de gekozen gewenste draagpositie te dragen.
In figuren 5 tot en met 7 is het positioneren van de montuurvoorkant 15 van het 3D model van het brilmontuur 1 ten opzichte van het 3D model van het hoofd 3 vóór het maken van de uitsnijding meer in detail getoond, in het bijzonder in een schematisch zijaanzicht op het 3D model van het brilmontuur 1 en het 3D model van het hoofd 3 in de virtuele omgeving 5.
Aan de hand van figuren 5 en 6 is getoond dat bij het positioneren van de montuurvoorkant 15 van het 3D model van het brilmontuur 1 ten opzichte van het 3D model van het hoofd 3, de montuurvoorkant 15 van het 3D model van het brilmontuur 1 in de locatie op de neus 9 van het 3D model van het hoofd 3 wordt gepositioneerd waar de montuurvoorkant 15 zich bevindt in de gewenste draagpositie van de montuurvoorkant 15. In figuur 5 is getoond dat op de neus 9 van het 3D model van het hoofd 3 de locatie op de neus door middel van een markering 21 is gemarkeerd waar de montuurvoorkant 15 zich bevindt in de gewenste draagpositie van de montuurvoorkant 15. Door de montuurvoorkant 15 van het 3D model van het brilmontuur 1 langs het neusbeen 9a in de richting van pijl A te verplaatsen, is de montuurvoorkant 15 van het 3D model van het brilmontuur 1 in de locatie op de neus 9 van het 3D model van het hoofd 3 te positioneren, zoals getoond in figuur 6, waar de montuurvoorkant 15 zich bevindt in de gewenste draagpositie van de montuurvoorkant 15. De markering 21 op de neus 9 van het 3D model van het hoofd 3 helpt daarbij om de montuurvoorkant 15 in de juiste locatie te positioneren. Door middel van de arcering S is schematisch aangeduid waar de montuurvoorkant 15 van het 3D model van het brilmontuur 1 en de neus 9 van het 3D model van het hoofd 3 elkaar snijden.
Aan de hand van figuren 6 en 7 is getoond dat bij het positioneren van de montuurvoorkant 15 van het 3D model van het brilmontuur 1 ten opzichte van het 3D model van het hoofd 3, de montuurvoorkant 15 van het 3D model van het brilmontuur 1 in het sagittale vlak van het hoofd, dat parallel verloopt aan het vlak van de tekening, te kantelen is in de richting van pijl B ten einde de pantoscopische hoek α in te stellen.
Zoals getoond in de figuren 5 tot en met 7, is indien het 3D model van het hoofd 3 het gelaat van de brildrager omvat bij het positioneren van de montuurvoorkant van het 3D model van het brilmontuur ten opzichte van het 3D model van het hoofd 3 te verifiëren dat het 3D model van het hoofd 3 de montuurvoorkant 15 van het 3D model van het brilmontuur 1 alleen snijdt waar de montuurvoorkant 15 op de neus 9 wordt gedragen in de gewenste draagpositie. Indien het 3D model van het hoofd tevens de wimpers van de brildrager omvat (niet getoond), is bij het positioneren van de montuurvoorkant 15 van het 3D model van het brilmontuur 15 ten opzichte van het 3D model van het hoofd 3 te verifiëren dat de wimpers van het 3D model van het hoofd 3 vrij zijn van de in de montuurvoorkant 15 te positioneren glazen.
In figuren 5 tot en met 7 is getoond dat bij het positioneren van de montuurvoorkant 15 van het 3D model van het brilmontuur 1 ten opzichte van het 3D model van het hoofd 3, de positie van de montuurveren 17, 19, van het 3D model van het brilmontuur 1 ten opzichte van het 3D model van het hoofd 3 is gewijzigd als gevolg van de met elkaar geassocieerde posities van de montuurvoorkant 15 en de montuurveren 17, 19 van het 3D model van het brilmontuur 1. In figuur 7 is getoond dat na het positioneren van de montuurvoorkant 15 van het 3D model van het brilmontuur 1 ten opzichte van het 3D model van het hoofd 3 de montuurveren 17, 19 niet in contact zijn met de in het 3D model van het hoofd door middel van markering 23 gemarkeerde locatie bij de aanzet van de oren 13 die de locatie representeert waar bij het dragen van het brilmontuur de montuurveren in contact zijn met het hoofd. In het vervolg wordt aan de hand van figuren 7 tot en met 13 het aanpassen van de montuurveren 17,19, van het 3D model van het brilmontuur 1 getoond. Bij het aanpassen van de montuurveren 17, 19, van het 3D model van het brilmontuur 1, wordt de positie van de montuurvoorkant 15 van het 3D model van het brilmontuur 1 ten opzichte van het 3D model van het hoofd 3 vast gehouden, zodat de gekozen draagpositie van de montuurvoorkant 15 niet wordt verstoord.
Aan de hand van figuren 7 en 8 is getoond dat de oriëntatie van de montuurveren 17, 19 van het 3D model van het brilmontuur 1 ten opzichte van de montuurvoorkant 15 van het 3D model van het brilmontuur 1 wordt aangepast door de montuurveren 17, 19, ten opzichte van de montuurvoorkant 15 te roteren rond een gedefinieerde rotatieaslijn 25 in de richting van pijl B, zodat de montuurveren 17, 19, in contact zijn met de locatie bij de aanzet van de oren 13 van het 3D model van het hoofd 3 die de locatie representeert waar bij het dragen van het brilmontuur 1 de montuurveren 17, 19, in contact zijn met het hoofd.
Aan de hand van figuren 8 en 9 is getoond dat de lengte h van de montuurveren 17, 19 van het 3D model van het brilmontuur 1 wordt aangepast in aan aangepaste lengte 12, waarbij de haakvormige einden 17a, 19a van de montuurveren 17, 19 in de richting van pijl D worden verplaatst, zodat de haakvormige einden 17a, 19a van de montuurveren 17, 19 aansluiten op de aanzet van de oren 13.
Aan de hand van figuren 10 en 11 is getoond, in het bijzonder in een schematisch bovenaanzicht op het 3D model van het brilmontuur 1 en het 3D model van het hoofd 3 in de virtuele omgeving 5, dat de kromming van de montuurveren 17, 19 van het 3D model van het brilmontuur 1 wordt aangepast in een anatomisch dwarsvlak van het hoofd dat parallel verloopt aan het vlak van de tekening. In het bijzonder wordt dit verwezenlijkt door gedeeltes van de montuurveren 17, 19 van het 3D model van het brilmontuur 1 van het 3D model van het hoofd 3 vandaan te verplaatsen in de richting van pijlen E in afhankelijkheid van de kromming van het gedeelte van het hoofd 3 waarlangs de montuurveren 17, 19 verlopen.
Aan de hand van figuren 10 en 11 wordt opgemerkt dat de breedte b van het 3D model van het brilmontuur 1 is afgestemd op de breedte van het hoofd, in het bijzonder de afstand a tussen de slapen van het hoofd. Aangezien een verbreding van de montuurvoorkant 15 van het 3D model van het brilmontuur 1 lastig is zonder de vormgeving van de montuurvoorkant 15 te wijzigen, dat wil zeggen de vormen en lijnen daarvan te vervormen, is het 3D model van het brilmontuur 1 gekozen uit een uit een verzameling 3D modellen van brilmonturen 1 met verschillende breedtes b, waarbij de vormgeving van de respectieve brilmonturen 1 van verschillende breedtes b zorgvuldig door de ontwerper is gekozen, zodat de brilmonturen van verschillende breedtes b voor wat betreft de vormgeving daarvan corresponderen. In plaats van het aanpassen van de lengte en/of kromming van de montuurveren van het 3D model van het brilmontuur zoals hiervoor beschreven, is het alternatief mogelijk om het 3D model van het brilmontuur 1 te kiezen uit een verzameling 3D modellen van brilmonturen 1 met montuurveren 17,19 met verschillende lengtes en/of kromming. Ook is het alternatief mogelijk om het 3D model van het brilmontuur 1 samen te stellen uit een 3D model van een montuurvoorkant 15 gekozen uit een verzameling 3D modellen van montuurvoorkanten 15 met verschillende breedte b en een 3D model van montuurveren 17, 19 gekozen uit een verzameling 3D modellen van montuurveren 17, 19 met verschillende lengtes en/of kromming. Aldus is het mogelijk het aanpassen van de lengte en/of kromming van de montuurveren 17, 19 en eventuele daarmee samenhangende vervorming van de vormgeving van de montuurveren 17, 19 te vermijden. Dit laatste kan van belang zijn bij montuurveren 17, 19 die een bijzonder uitgesproken vormgeving hebben.
Zoals getoond in figuur 12 sluiten als gevolg van het aanpassen van de montuurveren 17, 19 van het 3D model van het brilmontuur 1, in het bijzonder als gevolg van het aanpassen van de oriëntatie van de montuurveren 17, 19 van het 3D model van het brilmontuur 1 ten opzichte van de montuurvoorkant 15 van het 3D model van het brilmontuur 1, de montuurveren 17, 19 en de montuurvoorkant 15 niet meer op elkaar aan zoals in de in figuur 7 getoonde uitgangssituatie. Aan de hand van figuren 12 en 13 is getoond dat tegenover elkaar gelegen gedeeltes van de montuurvoorkant 15a, 15b en de montuurveren 17b, 19b van het 3D model van het brilmontuur aan elkaar worden aangepast door het aanpassen van het aan de montuurvoorkant 15 aanliggende einde 17b, 19b van de montuurveren 17, 19.
Aan de hand van figuren 14 en 15 is getoond dat het volgens de uitvinding tevens mogelijk is om een uitsnijding uit de montuurveren 17, 19 van het 3D model van het brilmontuur 1 te maken ten einde de montuurveren 17, 19 van het 3D model van het brilmontuur 1 aan te passen aan het gedeelte van het hoofd waarmee de montuurveren 17, 19 bij het dragen van het brilmontuur in contact zijn met het hoofd. Aan de hand van figuren 14 en 15 is getoond dat analoog aan de situatie zoals getoond in figuren 7 en 8 de oriëntatie van de montuurveren 17, 19 van het 3D model van het brilmontuur 1 ten opzichte van de montuurvoorkant 15 van het 3D model van het brilmontuur 1 wordt aangepast door de montuurveren 17, 19 ten opzichte van de montuurvoorkant 15 te roteren rond een gedefinieerde rotatieaslijn 25 tot in een gewenste draagpositie van de montuurveren 17, 19, in de richting van pijl C. Zoals getoond in figuur 15, worden daarbij de montuurveren 17, 19 van het 3D model van het brilmontuur 1 zodanig gepositioneerd ten opzichte van het 3D model van het hoofd 3, dat de montuurveren 17, 19 van het 3D model van het brilmontuur 1 het 3D model van het hoofd 3 snijden waar de montuurveren 17, 19 van het brilmontuur 1 in contact zullen zijn met het hoofd van de brildrager in de gewenste draagpositie daarvan. Door uit de montuurveren 17, 19 van het 3D model van het brilmontuur 1 een uitsnijding te maken volgens het snijdoppervlak van de montuurveren 17, 19 van het 3D model van het brilmontuur 1 en het 3D model van het hoofd 3, resulteert een 3D model van een aangepast brilmontuur 1 waarvan de montuurveren 17, 19 zijn aangepast aan de brildrager. Zoals getoond is in de virtuele omgeving 5 visueel gemarkeerd door middel van arcering S waar de montuurveren 17, 19 van het 3D model van het brilmontuur 1 en het 3D model van het hoofd 3 elkaar snijden.
In figuur 16 is het aangepaste 3D model van het brilmontuur 1 met montuurveren 17, 19, waaruit een uitsnijding U is gemaakt getoond. De montuurvoorkant 15 en de montuurveren 17, 19 van het brilmontuur 1 zijn vervolgens te vervaardigen op basis van het 3D model van het brilmontuur na het maken van de uitsnijding, in het bijzonder door middel van een additieve vervaardigingstechniek, bij voorkeur een 3D printtechniek. Na het verbinden van de aldus vervaardigde montuurvoorkant 15 en de montuurveren 17, 19 door middel van scharnieren resulteert dan een brilmontuur 1 dat bijzonder comfortabel op de oren draagt wanneer deze door de brildrager wordt gedragen met de montuurveren in de gewenste draagpositie die vóór het uitsnijden in de virtuele omgeving is gekozen. Indien tevens zoals hiervoor beschreven een uitsnijding is gemaakt uit de montuurvoorkant 15 van het brilmontuur 1, resulteert een brilmontuur dat zowel bijzonder comfortabel op de neus draagt als comfortabel op de oren.
In figuur 17 is een monitor 27 getoond van het computer systeem dat de virtuele omgeving genereert, waarbij de monitor 27 de virtuele omgeving 5 met daarin het 3D model van het brilmontuur 1 na het aanpassen daarvan visueel weergeeft. In figuur 17 is schematisch getoond door middel van een pijl van de monitor 27 naar een 3D printer 29, dat vanuit het computer systeem instructies worden gegeven aan de 3D printer 29 om op basis van het aangepaste 3D model van het brilmontuur 1 een brilmontuur te vervaardigen door middel van een 3D print techniek. In figuur 17 is op de 3D printer 29 reeds een gedeelte van de montuurvoorkant van het te vervaardigen brilmontuur getoond. In figuur 17 is schematisch getoond door middel van een pijl van de 3D printer 29 naar het vervaardigde brilmontuur 1, dat na het vervaardigen van de montuurvoorkant 15 en de montuurveren 17, 19 van het brilmontuur 1 en het verbinden van de aldus vervaardigde montuurvoorkant 15 en de montuurveren 17, 19 door middel van scharnieren een fysiek model van het brilmontuur 1 resulteert dat correspondeert aan het 3D model van het brilmontuur 1.
De onderhavige uitvinding is niet beperkt tot de bovenbeschreven uitvoeringsvoorbeelden. De gevraagde rechten worden bepaald door de navolgende conclusies, binnen de strekking waarvan velerlei modificaties denkbaar zijn.

Claims (25)

1. Werkwijze voor het vervaardigen van een brilmontuur dat is aangepast aan een brildrager, omvattende de stappen van: - het verschaffen van een virtueel 3D model van het aan te passen brilmontuur; - het verschaffen van een virtueel 3D model het hoofd van de brildrager dat ten minste een gedeelte van het hoofd van de brildrager omvat dat bij het dragen van het brilmontuur in contact is met het brilmontuur; - het in een virtuele omgeving positioneren van het 3D model van het brilmontuur ten opzichte van het 3D model van het hoofd, zodat het 3D model van het hoofd het 3D model van het brilmontuur snijdt waar het genoemde gedeelte van het hoofd van de brildrager bij het dragen van het brilmontuur in contact is met het brilmontuur; - het maken van een uitsnijding uit het gedeelte van het 3D model van het brilmontuur volgens het snijdoppervlak van het 3D model van het brilmontuur en het 3D model van het hoofd; - het vervaardigen van ten minste een gedeelte van het brilmontuur op basis van het gedeelte van het 3D model van het brilmontuur waaruit de uitsnijding is gemaakt.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij - het 3D model van het brilmontuur de montuurvoorkant omvat; - het 3D model van de brildrager ten minste de neus van de brildrager omvat; - in de virtuele omgeving de montuurvoorkant van het 3D model van het brilmontuur ten opzichte van het 3D model van het hoofd wordt gepositioneerd, zodat de neus van het 3D model van het hoofd de montuurvoorkant van het 3D model van het brilmontuur snijdt waar de montuurvoorkant van het brilmontuur op de neus van de brildrager wordt gedragen in een gewenste draagpositie; - een uitsnijding uit de montuurvoorkant van het 3D model van het brilmontuur wordt gemaakt volgens het snijdoppervlak van de montuurvoorkant van het 3D model van het brilmontuur en de neus van het 3D model van het hoofd; - de montuurvoorkant wordt vervaardigd op basis van de montuurvoorkant van het 3D model van het brilmontuur waaruit de uitsnijding is gemaakt.
3. Werkwijze volgens conclusie 2, waarbij het positioneren van de montuurvoorkant van het 3D model van het brilmontuur ten opzichte van het 3D model van het hoofd omvat: - het positioneren van de montuurvoorkant van het 3D model van het brilmontuur in de locatie op de neus van het 3D model van het hoofd waar de montuurvoorkant zich bevindt in de gewenste draagpositie van de montuurvoorkant.
4. Werkwijze volgens conclusie 2 of 3, verder omvattende vóór het positioneren van de montuurvoorkant van het 3D model van het brilmontuur ten opzichte van het 3D model van het hoofd: - het in het virtuele 3D model van het hoofd markeren van de locatie op de neus waar de montuurvoorkant zich bevindt in de gewenste draagpositie van de montuurvoorkant.
5. Werkwijze volgens conclusie 4, waarbij het in het virtuele 3D model van het hoofd markeren van de locatie op de neus waar de montuurvoorkant zich bevindt in de gewenste draagpositie van de montuurvoorkant, omvat: - het op de neus van de brildrager markeren van een locatie die de locatie representeert waar de montuurvoorkant zich in de gewenste draagpositie bevindt, vóór het verschaffen van een virtueel 3D model van het hoofd; en waarbij - het virtuele 3D model van de brildrager wordt verschaft op basis van de neus van de brildrager met de daarop gemarkeerde locatie.
6. Werkwijze volgens conclusie 3 en conclusie 4 of 5, waarbij het positioneren van de montuurvoorkant van het 3D model van het brilmontuur in de locatie op de neus van het 3D model van het hoofd waar de montuurvoorkant zich bevindt in de gewenste draagpositie van de montuurvoorkant wordt uitgevoerd afhankelijk van de gemarkeerde locatie in het virtuele 3D model van de brildrager.
7. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies 2 tot en met 6, waarbij het positioneren van de montuurvoorkant van het 3D model van het brilmontuur ten opzichte van het 3D model van het hoofd omvat: - het kantelen van de montuurvoorkant van het 3D model van het brilmontuur in het sagittale vlak van het hoofd.
8. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies 2 tot en met 7, waarbij: - het 3D model van het brilmontuur de montuurveren van het aan te passen brilmontuur omvat, waarbij de positie van de montuurveren van het 3D model van het brilmontuur is geassocieerd met de montuurvoorkant van het 3D model van het brilmontuur; en waarbij - het 3D model van het hoofd ten minste een representatie omvat van de locatie op het hoofd waar de montuurveren bij het dragen van het brilmontuur in contact zijn met het hoofd van de brildrager.
9. Werkwijze volgens conclusie 8, waarbij - de montuurveren worden vervaardigd op basis van de montuurveren van het 3D model van het brilmontuur.
10. Werkwijze volgens conclusie 9, waarbij de werkwijze tevens omvat: - het in de virtuele omgeving aanpassen van de montuurveren van het 3D model van het brilmontuur.
11. Werkwijze volgens conclusie 10, waarbij - de montuurveren van het 3D model van het brilmontuur worden aangepast aan de positie van de montuurvoorkant van het 3D model van het brilmontuur ten opzichte van het 3D model van het hoofd bij of na het positioneren van de montuurvoorkant van het 3D model van het brilmontuur ten opzichte van het 3D model van het hoofd.
12. Werkwijze volgens conclusie 10 of 11, waarbij - bij het aanpassen van de montuurveren van het 3D model van het brilmontuur, de positie van de montuurvoorkant van het 3D model van het brilmontuur ten opzichte van het 3D model van het hoofd wordt vastgehouden.
13. Werkwijze volgens één van de conclusies 10 tot en met 12, waarbij - de montuurveren van het 3D model van het brilmontuur worden aangepast afhankelijk van ten minste één van: - de tussen de montuurvoorkant van het 3D model van het brilmontuur en de montuurveren van het 3D model van het brilmontuur gedefinieerde beperkingen voor wat betreft de positie van de montuurvoorkant ten opzichte van de montuurveren; - de kromming van een gedeelte het 3D model van het hoofd waarlangs de montuurveren van het 3D model van het brilmontuur verlopen; en - de locatie in het 3D model van het hoofd die de locatie op de oren van de brildrager representeert waar de montuurveren bij het dragen van het brilmontuur op de oren rusten.
14. Werkwijze volgens één van de conclusies 10 tot en met 13, waarbij - het aanpassen van de montuurveren van het 3D model van het brilmontuur het aanpassen van de lengte van de montuurveren omvat.
15. Werkwijze volgens één van de conclusies 10 tot en met 14, waarbij - het aanpassen van de montuurveren van het 3D model van het brilmontuur, het aanpassen van de kromming van de montuurveren van het 3D model van het brilmontuur in een anatomisch dwarsvlak van het hoofd omvat.
16. Werkwijze volgens één van de conclusies 10 tot en met 15, waarbij - het aanpassen van de montuurveren van het 3D model van het brilmontuur, het aanpassen van de oriëntatie van de montuurveren van het 3D model van het brilmontuur ten opzichte van de montuurvoorkant van het 3D model van het brilmontuur omvat.
17. Werkwijze volgens één van de conclusies 10 tot en met 16, waarbij - bij of na het aanpassen van de montuurveren van het 3D model van het brilmontuur voor elke montuurveer, tegenover elkaar gelegen gedeeltes van de montuurvoorkant en de betreffende montuurveer van het 3D model van het brilmontuur aan elkaar worden aangepast door het aanpassen van ten minste één van beide gedeeltes.
18. Werkwijze volgens één van de conclusies 2 tot en met 17, waarbij - het virtuele 3D model van het hoofd ten minste het gelaat van de brildrager omvat; en waarbij - bij het positioneren van de montuurvoorkant van het 3D model van het brilmontuur ten opzichte van het 3D model van het hoofd, de montuurvoorkant van het 3D model van het brilmontuur zodanig ten opzichte van het 3D model van het hoofd wordt gepositioneerd, dat het 3D model van het hoofd de montuurvoorkant van het 3D model van het brilmontuur alleen snijdt waar de montuurvoorkant op de neus wordt gedragen in de gewenste draagpositie.
19. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies 2 tot en met 18, waarbij - het 3D model van het hoofd ten minste de wimpers van de brildrager omvat; - het 3D model van het brilmontuur ten minste een representatie van de locatie van de glazen in de montuurvoorkant omvat; en waarbij - bij het positioneren van het 3D model van de montuurvoorkant ten opzichte van het 3D model van het hoofd, het 3D model van de montuurvoorkant zodanig ten opzichte van het 3D model van het hoofd wordt gepositioneerd, dat de wimpers van het 3D model van het hoofd vrij zijn van de in de montuurvoorkant te positioneren glazen.
20. Werkwijze volgens één van de conclusies 1 tot en met 19, waarbij - het 3D model van het brilmontuur de montuurveren omvat; - het 3D model van het hoofd ten minste het gedeelte van het hoofd van de brildrager omvat waarmee de montuurveren in contact zijn in een gewenste draagpositie daarvan; - in de virtuele omgeving de montuurveren van het 3D model van het brilmontuur ten opzichte van het 3D model van het hoofd worden gepositioneerd, zodat het 3D model van het hoofd de montuurveren van het 3D model van het brilmontuur snijdt waar de montuurveren van het brilmontuur in contact zijn met het hoofd van de brildrager in de gewenste draagpositie daarvan; - een uitsnijding uit de montuurveren van het 3D model van het brilmontuur wordt gemaakt volgens het snijdoppervlak van de montuurveren van het 3D model van het brilmontuur en het 3D model van het hoofd; en - de montuurveren worden vervaardigd op basis van de montuurveren van het 3D model van het brilmontuur waaruit de uitsnijding is gemaakt.
21. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij - de virtuele omgeving waarin het 3D model van het brilmontuur ten opzichte van het 3D model van de brildrager wordt gepositioneerd een visuele virtuele omgeving is.
22. Werkwijze volgens conclusie 21, waarbij - bij het in de virtuele omgeving positioneren van het 3D model van het brilmontuur ten opzichte van het 3D model van het hoofd, visueel wordt gemarkeerd in de virtuele omgeving waar het 3D model van het brilmontuur en het 3D model van het hoofd elkaar snijden.
23. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij - het verschaffen van het 3D model van het brilmontuur, het op basis van de breedte van het hoofd van de brildrager kiezen van een 3D model uit een verzameling 3D modellen van brilmonturen met verschillende breedtes omvat.
24. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij - het op basis van een 3D model vervaardigen, het vervaardigen van het 3D model door middel van een additieve vervaardigingstechniek omvat, bij voorkeur een 3D printtechniek.
25. Werkwijze volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij - het verschaffen van het 3D model van het hoofd het scannen van ten minste een gedeelte van het hoofd van de brildrager middels een 3D scanproces omvat, of het genereren van het 3D model op basis van een reeks 2D foto’s van ten minste een gedeelte van het hoofd van de brildrager.
NL2014891A 2015-05-29 2015-05-29 Werkwijze voor het vervaardigen van een brilmontuur dat is aangepast aan een brildrager. NL2014891B1 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2014891A NL2014891B1 (nl) 2015-05-29 2015-05-29 Werkwijze voor het vervaardigen van een brilmontuur dat is aangepast aan een brildrager.
US15/578,217 US10598962B2 (en) 2015-05-29 2016-05-30 Method for manufacturing a spectacle frame adapted to a spectacle wearer
PCT/NL2016/050388 WO2016195488A1 (en) 2015-05-29 2016-05-30 Method for manufacturing a spectacle frame adapted to a spectacle wearer
EP16744893.5A EP3304182A1 (en) 2015-05-29 2016-05-30 Method for manufacturing a spectacle frame adapted to a spectacle wearer

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2014891A NL2014891B1 (nl) 2015-05-29 2015-05-29 Werkwijze voor het vervaardigen van een brilmontuur dat is aangepast aan een brildrager.

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL2014891A NL2014891A (nl) 2016-12-08
NL2014891B1 true NL2014891B1 (nl) 2017-01-31

Family

ID=53836158

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2014891A NL2014891B1 (nl) 2015-05-29 2015-05-29 Werkwijze voor het vervaardigen van een brilmontuur dat is aangepast aan een brildrager.

Country Status (4)

Country Link
US (1) US10598962B2 (nl)
EP (1) EP3304182A1 (nl)
NL (1) NL2014891B1 (nl)
WO (1) WO2016195488A1 (nl)

Families Citing this family (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US9470911B2 (en) 2013-08-22 2016-10-18 Bespoke, Inc. Method and system to create products
GB2559978A (en) 2017-02-22 2018-08-29 Fuel 3D Tech Limited Systems and methods for obtaining eyewear information
EP3410178A1 (de) * 2017-06-01 2018-12-05 Carl Zeiss Vision International GmbH Verfahren, vorrichtung und computerprogramm zum virtuellen anpassen einer brillenfassung
EP3662321A1 (fr) * 2017-08-03 2020-06-10 Oyyo Procédé de détermination de caractéristiques dimensionnelle s d'un article de vision, et procédé de fabrication et article de vision correspondant
WO2019036327A1 (en) * 2017-08-15 2019-02-21 True Hair Llc METHOD FOR GENERATING A 3D DIGITAL MODEL, PHYSICAL MOLD USED IN THE MANUFACTURE OF POSTICHES
US10685457B2 (en) 2018-11-15 2020-06-16 Vision Service Plan Systems and methods for visualizing eyewear on a user
KR20210054315A (ko) * 2019-11-05 2021-05-13 손금아 맞춤형 안경 제작 시스템 및 그 방법
CN111419537B (zh) * 2020-02-26 2022-04-19 东莞理工学院 一种个性化3d打印医用隔离眼罩的制备方法
AT523428B1 (de) * 2020-05-04 2021-08-15 Silhouette Int Schmied Ag Verfahren zum Herstellen eines Brillenbügels
CN112606402A (zh) * 2020-11-03 2021-04-06 泰州芯源半导体科技有限公司 应用多参数解析的产品制造平台
DE102021109381A1 (de) * 2021-04-14 2022-10-20 YOU MAWO GmbH Individualisierte brillenfassung und verfahren zum erzeugen von deren geometriedaten

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP2161611A1 (en) * 2008-09-04 2010-03-10 Essilor International (Compagnie Générale D'Optique) Method for optimizing the settings of an ophtalmic system
DE102009004380B4 (de) * 2009-01-12 2012-04-05 Rodenstock Gmbh Verfahren zum Herstellen einer individuellen Brillenfassung, Computerprogrammprodukt, Verwendung und Brillenfassungsherstellungsgerät
CN105264426B (zh) * 2013-06-07 2017-06-09 埃西勒国际通用光学公司 用于确定光学设备的方法
US9470911B2 (en) * 2013-08-22 2016-10-18 Bespoke, Inc. Method and system to create products
US20150127363A1 (en) * 2013-11-01 2015-05-07 West Coast Vision Labs Inc. Method and a system for facilitating a user to avail eye-care services over a communication network

Also Published As

Publication number Publication date
NL2014891A (nl) 2016-12-08
WO2016195488A1 (en) 2016-12-08
US20180149886A1 (en) 2018-05-31
EP3304182A1 (en) 2018-04-11
US10598962B2 (en) 2020-03-24

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2014891B1 (nl) Werkwijze voor het vervaardigen van een brilmontuur dat is aangepast aan een brildrager.
US11042046B2 (en) Wearable devices such as eyewear customized to individual wearer parameters
KR102353079B1 (ko) 주어진 안경 프레임에 따른 광학계를 계산하는 방법
US10451893B2 (en) Method for determining an optical equipment
US4762407A (en) Process for preparation of spectacles
CN112526766B (zh) 具有可变折光力的渐变眼镜片及其设计与生产方法
US9568748B2 (en) Methods of designing and fabricating custom-fit eyeglasses using a 3D printer
DE102018121742B4 (de) Verfahren und System zur virtuellen anatomischen Anpassung einer Brille
JP2007241276A (ja) 累進焦点眼鏡レンズの決定方法
EP3214595A1 (en) Procedure for ordering glasses, and corresponding procedures for manufacturing, supply and device
CN105874378A (zh) 用于确定定制光学设备的几何定义的方法
KR20210031748A (ko) 지역적 가변 굴절률을 갖는 프로그레시브 안경 렌즈 및 이의 설계를 위한 방법
EP3454110B1 (en) Progressive addition lens and method for manufacturing thereof
WO2020094845A1 (de) Verfahren zur herstellung wenigstens einer nasenauflage einer blickerfassungsbrille
BARBU 3D printing techniques in making custom eyeglasses frames
US20230333414A1 (en) Eyewear Measuring and Adjustment Mold
US20220004023A1 (en) Method for determining an optical equipment adapted to a wearer and processing device for determining an optical equipment adapted to a wearer
CN116305364A (zh) 一种眼镜模型生成方法及电子设备
WO2023200517A1 (en) Eyewear measuring and adjustment mold
CN114730102A (zh) 用于确定眼科镜片相对于配戴者参考系的配适位置的方法和系统以及用于确定眼科镜片的镜片设计的方法
JP2004341086A (ja) 累進屈折力レンズ
JPH0120723B2 (nl)