NL2013399B1 - Werkwijze voor het vervaardigen van een houder geschikt voor het bevatten van een plant, alsmede houder vervaardigd middels voornoemde werkwijze. - Google Patents

Werkwijze voor het vervaardigen van een houder geschikt voor het bevatten van een plant, alsmede houder vervaardigd middels voornoemde werkwijze. Download PDF

Info

Publication number
NL2013399B1
NL2013399B1 NL2013399A NL2013399A NL2013399B1 NL 2013399 B1 NL2013399 B1 NL 2013399B1 NL 2013399 A NL2013399 A NL 2013399A NL 2013399 A NL2013399 A NL 2013399A NL 2013399 B1 NL2013399 B1 NL 2013399B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
holder part
holder
female mold
concave inside
fiber material
Prior art date
Application number
NL2013399A
Other languages
English (en)
Inventor
Johannes Van Kester Cornelis
Original Assignee
C J Van Kester Holding B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by C J Van Kester Holding B V filed Critical C J Van Kester Holding B V
Priority to NL2013399A priority Critical patent/NL2013399B1/nl
Priority to PCT/NL2015/050592 priority patent/WO2016036241A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2013399B1 publication Critical patent/NL2013399B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G9/00Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
    • A01G9/02Receptacles, e.g. flower-pots or boxes; Glasses for cultivating flowers
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G9/00Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
    • A01G9/02Receptacles, e.g. flower-pots or boxes; Glasses for cultivating flowers
    • A01G9/022Pots for vertical horticulture
    • A01G9/024Hanging flower pots and baskets
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47GHOUSEHOLD OR TABLE EQUIPMENT
    • A47G7/00Flower holders or the like
    • A47G7/02Devices for supporting flower-pots or cut flowers
    • A47G7/08Covers for flower-pots, e.g. ornamental pots

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Cultivation Receptacles Or Flower-Pots, Or Pots For Seedlings (AREA)
  • Cultivation Of Plants (AREA)

Abstract

De uitvinding betreft een werkwijze voor het vervaardigen van een planthouder, omvattend: het verschaffen van een eerste vrouwelijke mal met een concave binnenzijde, het verschaffen van een eerste mannelijke mal met een convexe buitenzijde waarvan de vorm hoofdzakelijk overeenkomt met de vorm van de concave binnenzijde van de eerste vrouwelijke mal, het aanbrengen van een eerste hoeveelheid vezelmateriaal aan de concave binnenzijde van de eerste vrouwelijke mal, het samenpersen van de eerste hoeveelheid vezelmateriaal tussen de eerste vrouwelijke mal en de eerste mannelijke mal ter vorming van een eerste houderdeel, het verschaffen van een tweede vrouwelijke mal met een concave binnenzijde waarin een langwerpige uitsparing is aangebracht waarvan de hartlijn zich loodrecht uitstrekt ten opzichte van de concave binnenzijde, het verschaffen van een tweede mannelijke mal met een convexe buitenzijde waarvan de vorm hoofdzakelijk overeenkomt met de vorm van de concave binnenzijde van de tweede vrouwelijke mal, met een langwerpig lichaam dat zich loodrecht op de convexe buitenzijde, van de convexe buitenzijde weg uitstrekt, het aanbrengen van een tweede hoeveelheid vezelmateriaal aan de concave binnenzijde van de tweede vrouwelijke mal, het samenpersen van de tweede hoeveelheid vezelmateriaal tussen de tweede vrouwelijke mal en de tweede mannelijke mal, ter vorming van een tweede houderdeel met een langwerpige inbrengopening en het bevestigen van het eerste houderdeel aan het tweede houderdeel ter vorming van de houder.

Description

Werkwijze voor het vervaardigen van een houder geschikt voor het bevatten van een plant, alsmede houder vervaardigd middels voornoemde werkwijze
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een houder geschikt voor het bevatten van een plant. De uitvinding betreft tevens een dergelijke houder verkregen via voornoemde werkwijze.
Stand van de techniek
Uit de stand van de techniek is een handmatige werkwijze bekend om dergelijke, veelal bolvormige, planthouders te vervaardigen. In het bijzonder worden hierbij de Japanse ‘Kokedama’-planthouders genoemd voor het opkweken van bijvoorbeeld Bonsaiboompjes. Dergelijke planthouders zijn begroeid met mos of soortgelijk plantaardig materiaal om de planthouder een natuurlijke aanblik te geven. Volgens de gangbare methode worden dergelijke planthouders volledig met de hand opgebouwd.
Een nadeel van de bovengenoemde, handmatige werkwijze is dat deze alleen uitgevoerd kan worden door een persoon die voldoende handvaardigheid (ofwel: ‘groene vingers’) bezit om dergelijke planthouders met de gewenste kwaliteit te vervaardigen. In de praktijk betekent dit dat dergelijke planthouders slechts beschikbaar zijn voor een relatief kleine groep mensen. Daarnaast is deze handmatige werkwijze behoorlijk arbeidsintensief te noemen.
Doel van de uitvinding
Een doel van de uitvinding is derhalve om een, bij voorkeur bolvormige, houder geschikt voor het bevatten van een plant te vervaardigen, met de gewenste kwaliteit, zonder dat daar een persoon met een hoge mate van handvaardigheid voor nodig is.
Beschrijving van de uitvinding
Daartoe wordt volgens de uitvinding een werkwijze verschaft voor het vervaardigen van een houder geschikt voor het bevatten van een plant, omvattende de stappen van: het verschaffen van een eerste vrouwelijke mal met een concave binnenzijde, het verschaffen van een eerste mannelijke mal met een convexe buitenzijde waarvan de vorm hoofdzakelijk overeenkomt met de vorm van de concave binnenzijde van de eerste vrouwelijke mal, het aanbrengen van een eerste hoeveelheid vezelmateriaal aan de concave binnenzijde van de eerste vrouwelijke mal, het samenpersen van de eerste hoeveelheid vezelmateriaal tussen de concave binnenzijde van de eerste vrouwelijke mal en de convexe buitenzijde van de eerste mannelijke mal ter vorming van een eerste houderdeel van de houder, het verschaffen van een tweede vrouwelijke mal met een concave binnenzijde waarin een langwerpige uitsparing is aangebracht waarvan een hartlijn zich loodrecht op de concave binnenzijde uitstrekt, het verschaffen van een tweede mannelijke mal met een convexe buitenzijde waarvan de vorm hoofdzakelijk overeenkomt met de vorm van de concave binnenzijde van de tweede vrouwelijke mal, met een langwerpig lichaam dat zich loodrecht op de convexe buitenzijde, van de convexe buitenzijde weg, uitstrekt, waarbij het langwerpige lichaam passend in de langwerpige uitsparing kan worden opgenomen, het aanbrengen van een tweede hoeveelheid vezelmateriaal aan de concave binnenzijde van de tweede vrouwelijke mal, het samenpersen van de tweede hoeveelheid vezelmateriaal tussen de concave binnenzijde van de tweede vrouwelijke mal en de convexe buitenzijde van de tweede mannelijke mal, waarbij het langwerpige lichaam passend in de langwerpige uitsparing wordt opgenomen, ter vorming van een tweede houderdeel van de houder met een langwerpige inbrengopening, en het bevestigen van het eerste houderdeel aan het tweede houderdeel ter vorming van de houder.
Via de bovengenoemde werkwijze kan op voordelige wijze een planthouder vervaardigd worden, waarbij een eindresultaat met de gewenste kwaliteit wordt gegarandeerd. Bij voorkeur wordt de werkwijze machinaal uitgevoerd om tot een hoge productiesnelheid te kunnen komen en de prijs per planthouder te drukken. Middels de hierboven beschreven werkwijze wordt de planthouder zo beschikbaar voor een groot publiek. Het vezelmateriaal verschaft de benodigde stevigheid en bevordert de vocht-, voedingsstof-, en warmteregulerende eigenschappen van de planthouder. Daarbij is het mogelijk dat zowel aan de binnenzijde als de buitenzijde van de planthouder plantgroei wordt gerealiseerd of bevorderd. Het langwerpige lichaam zorgt er daarbij voor dat automatisch een uitsparing wordt gevormd waarin de plant ingebracht en opgenomen kan worden.
Een de voorkeur hebbende uitvoeringsvorm betreft een voornoemde werkwijze, waarbij: de concave binnenzijde van de eerste vrouwelijke mal holrond is, de convexe buitenzijde van de eerste mannelijke mal bolrond is, bij het samenpersen van de eerste hoeveelheid vezelmateriaal tussen de holronde binnenzijde van de eerste vrouwelijke mal en de bolronde buitenzijde van de eerste mannelijke mal een eerste, nagenoeg halfrond houderdeel van een bolvormige houder wordt gevormd, de concave binnenzijde van de tweede vrouwelijke mal holrond is, de convexe buitenzijde van de tweede mannelijke mal bolrond is, bij het samenpersen van de tweede hoeveelheid vezelmateriaal tussen de holronde binnenzijde van de tweede vrouwelijke mal en de bolronde buitenzijde van de tweede mannelijke mal een tweede, nagenoeg halfrond houderdeel van de bolvormige houder wordt gevormd, en bij het bevestigen van het eerste houderdeel aan het tweede houderdeel een bolvormige houder wordt gevormd.
De langwerpige uitsparing betreft bij voorkeur een cilindrische uitsparing en het langwerpige lichaam betreft bij voorkeur een cilindrisch lichaam.
Het vlak dat samenhangt met de bevestigingszone zal dikwijls samenvallen met de equator van de bolvormige planthouder. Dit vlak kan echter ook parallel of hellend zijn aan de equator en op afstand van deze equator zijn gesitueerd.
De planthouder kan een uiterlijke vorm hebben anders dan de bolvorm. Echter dient dan beseft te worden dat mogelijk afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke aanblik van de planthouder.
Daarnaast dient begrepen te worden dat doorgaans de kluit van de plant, dan wel de pot waarin de kluit is opgenomen, in de planthouder zal worden geplaatst en niet zozeer de plant ‘als geheel’.
Bij voorkeur geschiedt het bevestigen van het eerste houderdeel aan het tweede houderdeel door middel van persen, zodat een stevige verbinding tussen de houderdelen, zoals houderhelften, wordt verkregen.
Een andere uitvoeringsvorm betreft een werkwijze, waarbij de eerste dan wel tweede hoeveelheid vezelmateriaal voor het samenpersen ingebed wordt in een rubberachtig of latexachtig materiaal zodat het eerste dan wel tweede houderdeel rubber of latex bevat. Dit bevordert de constructieve elasticiteit van de planthouder.
Bij voorkeur wordt het eerste houderdeel aan het tweede houderdeel bevestigd door middel van vulkaniseren om een duurzame verbinding te verkrijgen.
Anderszins kan het bevestigen van het eerste houderdeel aan het tweede houderdeel geschieden door middel van verlijmen of samenbinden.
Bij voorkeur wordt de buitenzijde van het eerste dan wel tweede houderdeel begroeid met plantaardig materiaal, zoals mos, om een natuurlijke aanblik te verschaffen en de groeiomgeving van de plant te optimaliseren.
Op voordelige wijze omvat de eerste dan wel tweede hoeveelheid vezelmateriaal kokosvezel om de planthouder naast een natuurlijk uiterlijk en een geoptimaliseerde groeiomgeving een duurzaam karakter te geven.
Een uitvoeringsvorm betreft voorts een werkwijze, waarbij het vezelmateriaal van de houder is gespoeld met meststoffen ter bevordering van plantgroei.
Een weer verder uitvoeringsvorm betreft een werkwijze, waarbij het eerste houderdeel zich in de gebruikspositie aan de onderzijde bevindt en voor inbrengen van een plant in de houder een schotel op een bodem van het eerste houderdeel wordt aangebracht. Zo kan overtollig water eenvoudig worden opgevangen.
Voorts is het voordelig om een bodem van het eerste houderdeel van een binnenwaarts gerichte indeuking wordt voorzien, waarbij het eerste houderdeel zich in de gebruikspositie aan de onderzijde bevindt, om de stabiliteit van de planthouder te bevorderen. Dit geldt in het bijzonder bij een bolvormige houder.
De uitvinding betreft voorts een, bij voorkeur bolvormige, houder geschikt voor het bevatten van een plant, vervaardigd volgens de voorgaande werkwijze.
Korte beschrijving van de figuren
De uitvinding zal hieronder nader aan de hand van een in de tekening afgebeeld uitvoeringsvoorbeeld verduidelijkt worden. Daarbij tonen:
Fig. 1 een bolvormige Kokedama-planthouder volgens de stand van de techniek;
Fig. 2 een eerste stadium van de werkwijze volgens de uitvinding;
Fig. 3 een tweede stadium van de werkwijze volgens de uitvinding;
Fig. 4 een voorbeeld van een bolvormige planthouder verkregen middels de werkwijze volgens de uitvinding;
Fig. 5 een variant waarbij de planthouder een cilindrische uitsparing heeft in de vorm van een afgeknotte kegel;
Fig. 6 een variant waarbij een ophangkoord aan de bovenzijde van de planthouder is bevestigd;
Fig. 7 een variant waarbij een schotel op de bodem van de planthouder is aangebracht; en
Fig. 8 een variant waarbij de bodem van de planthouder binnenwaarts ingedeukt is.
Uitgebreide beschrijving van de figuren
In fig. 1 is een bolvormige Kokedama-planthouder 1 volgens de stand van de techniek getoond met een inbrengopening 14 waarin een plant 2 met een kluit of een plantpot is geplaatst. De buitenzijde van de planthouder 1 is doorgaans bekleed met mos of een soortgelijk plantaardig materiaal.
In de figuren 2 en 3 wordt een de voorkeur hebbende werkwijze voor het vervaardigen van een houder 1 volgens de uitvinding getoond, waarbij de houder 1 bolvormig is.
Fig. 2 illustreert een eerste werkwijzestadium en wel het verschaffen van een eerste vrouwelijke mal 3 met een holronde binnenzijde en het verschaffen van een eerste mannelijke mal 4 met een bolronde buitenzijde waarvan de vorm en kromming hoofdzakelijk overeenkomt met de vorm en kromming van de holronde binnenzijde van de eerste vrouwelijke mal 3. Een eerste hoeveelheid vezelmateriaal 5 wordt aangebracht aan de holronde binnenzijde van de eerste vrouwelijke mal 3. Daarna volgt het samenpersen van de eerste hoeveelheid vezelmateriaal 5 tussen de holronde binnenzijde van de eerste vrouwelijke mal 3 en de bolronde buitenzijde van de eerste mannelijke mal 4 ter vorming van een eerste, nagenoeg halfrond houderdeel 6 van de bolvormige houder 1.
Fig. 3 toont een tweede werkwijzestadium met het verschaffen van een tweede vrouwelijke mal 7 met een holronde binnenzijde waarin een nagenoeg cilindrische uitsparing 11 is aangebracht waarvan de hartlijn 12 is uitgelijnd met een krommingsradiaal van de holronde binnenzijde ofwel zich loodrecht op de binnenzijde uitstrekt. Tevens wordt een tweede mannelijke mal 8 verschaft met een bolronde buitenzijde waarvan de vorm en kromming hoofdzakelijk overeenkomt met de vorm en kromming van de holronde binnenzijde van de tweede vrouwelijke mal 7. De tweede mannelijke mal 8 heeft een nagenoeg cilindrisch lichaam 13 dat zich langs een krommingsradiaal van de bolronde buitenzijde ofwel loodrecht op de buitenzijde, van de bolronde buitenzijde weg, zoals neerwaarts, uitstrekt, waarbij het cilindrische lichaam 13 passend in de cilindrische uitsparing 11 kan worden opgenomen. Zoals getoond, wordt een tweede hoeveelheid vezelmateriaal 9 aan de holronde binnenzijde van de tweede vrouwelijke mal 7 aangebracht. De tweede hoeveelheid vezelmateriaal 9 wordt dan tussen de holronde binnenzijde van de tweede vrouwelijke mal 7 en de bolronde buitenzijde van de tweede mannelijke mal 8 samengeperst, waarbij het cilindrische lichaam 13 passend in de cilindrische uitsparing wordt opgenomen, ter vorming van een tweede, nagenoeg halfrond houderdeel 10 van de bolvormige houder 1 met een nagenoeg cilindrische inbrengopening 14. Deze inbrengopening 14 zal zich tijdens gebruik doorgaans aan de bovenzijde bevinden. Als laatste stap wordt het eerste houderdeel aan het tweede houderdeel bevestigd ter vorming van de bolvormige houder 1. Dit bevestigen van het eerste houderdeel 6 aan het tweede houderdeel 10 kan bijvoorbeeld geschieden door middel van persen.
De eerste dan wel tweede hoeveelheid vezelmateriaal 5, 9 kan voor het samenpersen ingebed worden in een rubberachtig of latexachtig materiaal (niet getoond) zodat het eerste dan wel tweede houderdeel 6, 10 rubber of latex bevat.
Zoals getoond in fig. 4, kan het eerste houderdeel 6 tevens aan het tweede houderdeel 10 worden bevestigd door middel van vulkaniseren. Fig. 4 toont de verbindingszone 17 die dan beide houderdelen 6, 10 met elkaar verbindt. Anderszins kan het bevestigen van het eerste houderdeel 6 aan het tweede houderdeel 10 geschieden door middel van verlijmen of samenbinden. De buitenzijde van het eerste dan wel tweede houderdeel 6, 10 wordt bij voorkeur begroeid met plantaardig materiaal, zoals mos. De eerste dan wel tweede hoeveelheid vezelmateriaal 5, 9 omvat bij voorkeur kokosvezel en het vezelmateriaal van de bolvormige houder 1 is bij voorkeur gespoeld met meststoffen ter bevordering van plantgroei.
Zoals getoond in fig. 5, kan de cilindrische inbrengopening 14 tevens een soort van afgeknotte kegelvorm hebben. Eveneens toont fig. 5 dat de bolvormige houder 1 indien gewenst een relatief grote wanddikte kan hebben. Deze wanddikte kan bijvoorbeeld variëren van 2-30 mm, afhankelijk van de wensen van de betreffende consument of gebruiker. De buitendiameter van de planthouder 1 kan bijvoorbeeld 5 -20 cm bedragen, hoewel een kleinere of grotere buitendiameter niet ondenkbaar is. De cilindrische inbrengopening 14 kan zich eveneens relatief ver in de planthouder 1 uitstrekken, bijvoorbeeld tot wel 50-80% van de buitendiameter van de planthouder 1. Daarbij is het derhalve denkbaar dat zowel het eerste houderdeel 6 als het tweede houderdeel 10 van een cilindrische uitsparing wordt voorzien, waarbij deze uitsparingen bij bevestiging van de houderdelen 6, 10 een enkele, doorgaande uitsparing vormen.
Fig. 6 toont een variant waarbij de bolvormige planthouder 1 aan de bovenzijde (in de gebruikspositie) van een ophangkoord 18 of soortgelijke ophangmiddelen, zoals haakjes, oogjes, koperdraad, et cetera, wordt voorzien.
Fig. 7 toont een variant waarbij het eerste houderdeel 6 zich in de gangbare gebruikspositie aan de onderzijde bevindt en voor inbrengen van een plant 2 in de houder een schotel 15 op een bodem van het eerste houderdeel wordt aangebracht.
Fig. 8 toont tenslotte een uitvoeringsvoorbeeld waarbij een bodem van het eerste houderdeel 6 van een binnenwaarts gerichte indeuking 16 wordt voorzien. Alternatief kan de bodem ook aan de tijdens gebruik onderzijde afgevlakt worden.
Al naar gelang de wensen van de consument of gebruiker kunnen ook takjes, stukjes hout, steentjes, mos, kokosbrokjes en dergelijke door het vezelmateriaal worden gemengd. Met name mos kan in een vervolgstap op voordelige wijze in een kas tot groei gebracht worden om de houder een natuurlijke aanblik te geven. Eveneens kan het vezelmateriaal gevormd worden door - of aangevuld worden met - jute, katoen, of soortgelijke vezels, al dan niet van natuurlijke aard.
Om de duurzaamheid van de planthouder 1 te bevorderen kan deze worden ondergedompeld, dan wel bespoten of bekleed worden, met een daartoe geschikt (vloeibaar) materiaal.
Uiteraard kunnen de vezels gekleurd worden met een daartoe geschikte kleurstof.
Voorts voorziet de uitvinder een uitvoeringsvorm waarbij de eerste mannelijke mal met een bolronde buitenzijde gevormd wordt door een ballon, zoals een rubberen ballon. Bij het persen kan deze ballon enerzijds dienen als ‘mal’ en anderzijds kan door middel van het opblazen van de ballon (i.e. de opblaashandeling zelf) tegelijkertijd de benodigde persdruk op het vezelmateriaal verschaft worden.
Het moge duidelijk zijn dat de bovenstaande beschrijving is bedoeld om de werking van voorkeursuitvoeringen van de uitvinding te illustreren, en niet om de reikwijdte van de uitvinding te beperken. Uitgaande van de bovenstaande uiteenzetting zullen voor een vakman vele variaties evident zijn die zich bevinden binnen de uitvindingsgedachte en de reikwijdte van de onderhavige uitvinding.
Lijst met verwijzingscijfers 1. Bol vormige houder 2. Plant 3. Eerste vrouwelij ke mal 4. Eerste mannelijke mal 5. Eerste hoeveelheid vezelmateriaal 6. Eerste houderdeel 7. Tweede vrouwelijke mal 8. Tweede mannelijke mal 9. Tweede hoeveelheid vezelmateriaal 10. Tweede houderdeel 11. Cilindrische uitsparing 12. Hartlijn cilindrische uitsparing 13. Cilindrisch lichaam 14. Cilindrische inbrengopening 15. Schotel 16. Indeuking 17. Yerbindingszone 18. Ophangtouw

Claims (13)

1. Werkwijze voor het vervaardigen van een houder (1) geschikt voor het bevatten van een plant (2), omvattende de stappen van: het verschaffen van een eerste vrouwelijke mal (3) met een concave binnenzijde, het verschaffen van een eerste mannelijke mal (4) met een convexe buitenzijde waarvan de vorm hoofdzakelijk overeenkomt met de vorm van de concave binnenzijde van de eerste vrouwelijke mal, het aanbrengen van een eerste hoeveelheid vezelmateriaal (5) aan de concave binnenzijde van de eerste vrouwelijke mal, het samenpersen van de eerste hoeveelheid vezelmateriaal tussen de concave binnenzijde van de eerste vrouwelijke mal en de convexe buitenzijde van de eerste mannelijke mal ter vorming van een eerste houderdeel (6) van de houder, het verschaffen van een tweede vrouwelijke mal (7) met een concave binnenzijde waarin een langwerpige uitsparing (11) is aangebracht waarvan een hartlijn (12) zich loodrecht op de concave binnenzijde uitstrekt, het verschaffen van een tweede mannelijke mal (8) met een convexe buitenzijde waarvan de vorm hoofdzakelijk overeenkomt met de vorm van de concave binnenzijde van de tweede vrouwelijke mal, met een langwerpig lichaam (13) dat zich loodrecht op de convexe buitenzijde, van de convexe buitenzijde weg, uitstrekt, waarbij het langwerpige lichaam passend in de langwerpige uitsparing kan worden opgenomen, het aanbrengen van een tweede hoeveelheid vezelmateriaal (9) aan de concave binnenzijde van de tweede vrouwelijke mal, het samenpersen van de tweede hoeveelheid vezelmateriaal tussen de concave binnenzijde van de tweede vrouwelijke mal en de convexe buitenzijde van de tweede mannelijke mal, waarbij het langwerpige lichaam passend in de langwerpige uitsparing wordt opgenomen, ter vorming van een tweede houderdeel (10) van de houder met een langwerpige inbrengopening (14), het bevestigen van het eerste houderdeel aan het tweede houderdeel ter vorming van de houder (1).
2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij: de concave binnenzijde van de eerste vrouwelijke mal holrond is, de convexe buitenzijde van de eerste mannelijke mal bolrond is, bij het samenpersen van de eerste hoeveelheid vezelmateriaal tussen de holronde binnenzijde van de eerste vrouwelijke mal en de bolronde buitenzijde van de eerste mannelijke mal een eerste, nagenoeg halfrond houderdeel van een bolvormige houder wordt gevormd, de concave binnenzijde van de tweede vrouwelijke mal holrond is, de convexe buitenzijde van de tweede mannelijke mal bolrond is, bij het samenpersen van de tweede hoeveelheid vezelmateriaal tussen de holronde binnenzijde van de tweede vrouwelijke mal en de bolronde buitenzijde van de tweede mannelijke mal een tweede, nagenoeg halfrond houderdeel van een bolvormige houder wordt gevormd, bij het bevestigen van het eerste houderdeel aan het tweede houderdeel een bolvormige houder wordt gevormd.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij de langwerpige uitsparing een cilindrische uitsparing is en het langwerpige lichaam een cilindrisch lichaam is.
4. Werkwijze volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij het bevestigen van het eerste houderdeel aan het tweede houderdeel geschiedt door middel van persen.
5. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de eerste dan wel tweede hoeveelheid vezelmateriaal voor het samenpersen ingebed wordt in een rubberachtig of latexachtig materiaal zodat het eerste dan wel tweede houderdeel rubber of latex bevat.
6. Werkwijze volgens conclusie 5, waarbij het eerste houderdeel aan het tweede houderdeel wordt bevestigd door middel van vulkaniseren.
7. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het bevestigen van het eerste houderdeel aan het tweede houderdeel geschiedt door middel van verlijmen of samenbinden.
8. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de buitenzijde van het eerste dan wel tweede houderdeel begroeid wordt met plantaardig materiaal, zoals mos.
9. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de eerste dan wel tweede hoeveelheid vezelmateriaal kokosvezel omvat.
10. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het vezelmateriaal van de houder is gespoeld met meststoffen ter bevordering van plantgroei.
11. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het eerste houderdeel zich in de gebruikspositie aan de onderzijde bevindt en voor inbrengen van een plant in de houder een schotel (15) op een bodem van het eerste houderdeel wordt aangebracht.
12. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het eerste houderdeel zich in de gebruikspositie aan de onderzijde bevindt en een bodem van het eerste houderdeel van een binnenwaarts gerichte indeuking (16) wordt voorzien.
13. Houder geschikt voor het bevatten van een plant, vervaardigd volgens de werkwijze volgens een van de conclusies 1-12.
NL2013399A 2014-09-02 2014-09-02 Werkwijze voor het vervaardigen van een houder geschikt voor het bevatten van een plant, alsmede houder vervaardigd middels voornoemde werkwijze. NL2013399B1 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2013399A NL2013399B1 (nl) 2014-09-02 2014-09-02 Werkwijze voor het vervaardigen van een houder geschikt voor het bevatten van een plant, alsmede houder vervaardigd middels voornoemde werkwijze.
PCT/NL2015/050592 WO2016036241A1 (en) 2014-09-02 2015-08-25 Holder for containing a plant and method for producing such a holder

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2013399A NL2013399B1 (nl) 2014-09-02 2014-09-02 Werkwijze voor het vervaardigen van een houder geschikt voor het bevatten van een plant, alsmede houder vervaardigd middels voornoemde werkwijze.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2013399B1 true NL2013399B1 (nl) 2016-09-26

Family

ID=52472476

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2013399A NL2013399B1 (nl) 2014-09-02 2014-09-02 Werkwijze voor het vervaardigen van een houder geschikt voor het bevatten van een plant, alsmede houder vervaardigd middels voornoemde werkwijze.

Country Status (2)

Country Link
NL (1) NL2013399B1 (nl)
WO (1) WO2016036241A1 (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2023110597A1 (en) * 2021-12-14 2023-06-22 Floriate Holding B.V. Plant holder
NL2032707B1 (en) 2022-08-09 2024-02-16 C J Van Kester Holding B V Plant holder provided with a watertight layer of biodegradable material

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3958365A (en) * 1974-02-22 1976-05-25 Athol Thomas Proctor Horticultural aid
US5171390A (en) * 1989-11-20 1992-12-15 Travers Robert J Plant base cover
WO2003082536A1 (en) * 2002-03-31 2003-10-09 The Christian Church Community Trust Method and apparatus for producing plant container liners particularly from sphagnum moss
JP2003325055A (ja) * 2002-05-10 2003-11-18 Jardin Shinohara Inc 植物育生用培地及びその製造方法
JP2005323520A (ja) * 2004-05-13 2005-11-24 Giichi Kitagawa 苔玉及び苔玉栽培用器具並びに苔玉栽培方法
JP2013236567A (ja) * 2012-05-12 2013-11-28 Naotake Fukaya 苔玉の新たな製造形態

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3958365A (en) * 1974-02-22 1976-05-25 Athol Thomas Proctor Horticultural aid
US5171390A (en) * 1989-11-20 1992-12-15 Travers Robert J Plant base cover
WO2003082536A1 (en) * 2002-03-31 2003-10-09 The Christian Church Community Trust Method and apparatus for producing plant container liners particularly from sphagnum moss
JP2003325055A (ja) * 2002-05-10 2003-11-18 Jardin Shinohara Inc 植物育生用培地及びその製造方法
JP2005323520A (ja) * 2004-05-13 2005-11-24 Giichi Kitagawa 苔玉及び苔玉栽培用器具並びに苔玉栽培方法
JP2013236567A (ja) * 2012-05-12 2013-11-28 Naotake Fukaya 苔玉の新たな製造形態

Also Published As

Publication number Publication date
WO2016036241A1 (en) 2016-03-10

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US20100170154A1 (en) Stable flowerpot system
CN203675686U (zh) 木棉树盆栽结构
NL2013399B1 (nl) Werkwijze voor het vervaardigen van een houder geschikt voor het bevatten van een plant, alsmede houder vervaardigd middels voornoemde werkwijze.
US2896352A (en) Artificial articles imitating natural articles
CN206273080U (zh) 一种园林装饰用防摔花卉栽培花盆
CN2899434Y (zh) 水果生长定形套模
JP3149670U (ja) 茸及び草花栽培用竹筒
CN105691822A (zh) 一种竹编果呈及其制作方法
CN104137739A (zh) 鸡蛋皮核桃双舌面嫁接技术
CN201479631U (zh) 盆栽塑形结构
CN209756604U (zh) 一种花香铜鼓工艺品挂件
CN102369826A (zh) 模压生长瓜、果的方法
CN206565436U (zh) 一种可种植植物及培养植物的趣味首饰品
CN201667868U (zh) 营养土坨成型器
CN2865256Y (zh) 一种原木工艺花盆
NL2032707B1 (en) Plant holder provided with a watertight layer of biodegradable material
CN204031938U (zh) 蔓藤生长支架
CN204120303U (zh) 一种仿真花枝模具
CN208317763U (zh) 观赏植株种植瓶内定型装置
CN206154993U (zh) 麻丝线覆层饰物
KR200378397Y1 (ko) 하트 형상의 사과 재배용 과실성형틀
CN207948272U (zh) 一种便携保温的花盆
CN203896849U (zh) 悬挂式竹质绿色植物架
CN1231365C (zh) 用榛树穗花制作的工艺品
CN102100151A (zh) 食用菌种植异型容器-蘑菇树