NL2013188B1

NL2013188B1 - Melkveehouderijsysteem.

Info

Publication number: NL2013188B1
Application number: NL2013188A
Authority: NL
Inventors: Louis Loosveld Serge
Original assignee: Lely Patent Nv
Priority date: 2014-07-15
Filing date: 2014-07-15
Publication date: 2016-09-13
Also published as: EP3169150B1; US20170150694A1; EP3169150A1; WO2016010418A1

Abstract

Een melkveehouderijsysteem voor gebruik bij een stalomgeving voor melkdieren en omvattende ten minste één melkdiergerelateerde inrichting voor uitvoeren van een melkdiergerelateerde handeling, in het bijzonder op een of meer van de melkdieren, en een besturing voor besturen van het melkveehouderijsysteem, met een communicatiesysteem omvattende een eerste communicatieinrichting en een door een persoon draagbare tweede communicatieinrichting, waarbij het melkveehouderijsysteem is ingericht voor vaststellen van een parameterwaarde van een parameter betreffende de gesteldheid van de persoon, en waarbij de besturing is ingericht voor genereren van een informatieboodschap en voor op de tweede communicatieinrichting aan de persoon kenbaar maken van de informatieboodschap in afhankelijkheid van de vastgestelde parameter. Doordat het melkveehouderijsysteem de gesteldheid van de ontvangende persoon kan beoordelen, kan het systeem een keuze maken bij het versturen en/of kenbaar maken van de informatie aan de persoon, zodat beter kan worden gewaarborgd dat de te versturen informatie goed zal worden verwerkt, en niet wordt genegeerd of verkeerd verwerkt doordat de persoon bijvoorbeeld een hoog stressniveau ondervindt.

Description

Melkveehouderijsysteem

De uitvinding heeft betrekking op een melkveehouderijsysteem voor gebruik bij een stalomgeving voor melkdieren en omvattende ten minste één melkdiergerelateerde inrichting die is ingericht voor uitvoeren van een melkdiergerelateerde handeling, in het bijzonder op een of meer van de melkdieren, en een besturing voor besturen van het melkveehouderijsysteem en genereren van informatieboodschappen, en met een communicatiesysteem omvattende een eerste communicatieinrichting die tenminste is ingericht voor versturen van de informatieboodschappen, en een tweede communicatieinrichting die tenminste is ingericht voor ontvangen en aan een persoon kenbaar maken van de informatieboodschappen die zijn verstuurd door de eerste communicatieinrichting.

Dergelijke melkveehouderijsystemen zijn op zich bekend. Voorbeelden zijn melkrobots en andere automaten, die bij een storing of dergelijke een alarmboodschap versturen naar een ontvanger van een operator, die daardoor niet altijd aanwezig hoeft te zijn. Bij ontvangst van een alarm of andere boodschap kan de operator vervolgens desgewenst actie ondernemen.

Vanwege voortschrijdende automatisering en schaalvergroting komt het steeds meer voor dat taken en machines geheel of gedeeltelijk geautomatiseerd worden. In de praktijk blijkt de doelmatigheid van een dergelijk systemen, waarbij informatie zoals alarmen worden doorgegeven aan bedienende of andere personen, niet altijd optimaal. Dit kan tot gevolg hebben dat de doorgegeven informatie niet, niet voldoende of te laat wordt verwerkt, hetgeen nadelige gevolgen kan hebben voor de melkdieren en/of delen van het melkveehouderijsysteem. Omdat melkdieren levende have is, kan het snel leiden tot schade voor de gezondheid van de dieren, en daardoor indirect ook voor mensen, doordat bijvoorbeeld de voedselvoorziening in gevaar komt. Dit is uiteraard onwenselijk.

Het is dan ook een doel van de onderhavige uitvinding om een verbeterd melkveehouderijsysteem te verschaffen dat althans de mogelijkheid biedt om doelmatiger met de informatieboodschappen om te gaan.

De uitvinding verschaft daartoe een melkveehouderijsysteem volgens conclusie 1, in het bijzonder een melkveehouderijsysteem voor gebruik bij een stalomgeving voor melkdieren en omvattende ten minste één melkdiergerelateerde inrichting die is ingericht voor uitvoeren van een melkdiergerelateerde handeling, in het bijzonder op een of meer van de melkdieren, en een besturing voor besturen van het melkveehouderijsysteem en genereren van informatieboodschappen, en met een communicatiesysteem omvattende een eerste communicatieinrichting die tenminste is ingericht voor versturen van de informatieboodschappen, en een tweede communicatieinrichting die tenminste is ingericht voor ontvangen en aan een persoon kenbaar maken van de informatieboodschappen die zijn verstuurd door de eerste communicatieinrichting, waarbij het melkveehouderijsysteem is ingericht voor vaststellen van een parameterwaarde van een parameter betreffende de gesteldheid van de persoon, en waarbij de besturing is ingericht voor het versturen en/of aan de persoon kenbaar maken van de informatieboodschap in afhankelijkheid van de vastgestelde parameterwaarde.

De uitvinding maakt hierbij gebruik van het inzicht dat de persoon die het bericht ontvangt en moet verwerken daar niet altijd goed toe in staat is. Het niet in staat zijn van de persoon kan velerlei redenen en oorzaken hebben, zoals nog nader zal worden toegelicht, maar het onderhavige systeem kan hiermee rekening houden in de manier waarop de informatieboodschap wordt overgebracht naar de ontvangende persoon, zodat althans beter kan worden gewaarborgd dat de informatie optimaal aankomt en kan worden verwerkt. Belangrijk om op te merken is dat de onderhavige uitvinding geen betrekking heeft op instellingen waarmee, of een systeem waarbij, de gebruiker zelf zijn communicatieinrichting actief instelt op "niet storen", of doorverbindt naar voicemail, een ander nummer of dergelijke. Bijvoorbeeld loopt de gebruiker hiermee eerder het gevaar dat alarmmeldingen of dergelijke onnodig laat worden ontvangen, omdat de "niet-storen" instelling te laat wordt opgeheven. Ook is zowel bij instellen als bij opheffen/veranderen van de instelling een actieve handeling van de gebruiker vereist, hetgeen niet altijd wenselijk is. Bij de onderhavige uitvinding is het daarentegen zo dat het melkveehouderijsysteem zelf is ingericht om te bepalen hoe, d.w.z. in afhankelijkheid van de door het systeem vastgestelde parameter, de informatieboodschap zal worden overgebracht. Hierbij wordt nogmaals opgemerkt dat dit niet omvat dat het systeem alleen maar vaststelt dat de gebruiker/ontvanger zijn communicatieinrichting op "niet storen", "doorverbinden" of dergelijke heeft ingesteld, maar dat het systeem op basis van een niet actief door de gebruiker/ontvanger door te geven parameter beslist hoe de informatieboodschap te versturen. Het is daarnaast natuurlijk nog steeds een optie dat de besturing een "niet-storen"-modus omvat, waarin informatieboodschappen hetzij niet ontvangen worden (en er bijvoorbeeld een bericht zoals een ingesproken bericht wordt teruggestuurd), hetzij worden vastgehouden en pas later worden kenbaar gemaakt. In een dergelijke uitvoeringsvorm is ook duidelijk dat de onderhavige uitvinding méér is dan een niet-storenmodus, aangezien ook wanneer die niet-storenmodus niet is ingeschakeld er informatieberichten kunnen worden tegengehouden, vertraagd of dergelijke, maar nu in afhankelijkheid van die vastgestelde parameterwaarde. Merk op dat het bovendien mogelijk kan zijn dat de tweede modus van de besturing door de gebruiker uitschakelbaar is, zodat in die toestand de besturing c.q. het veehouderijsysteem werkt als een systeem uit de stand van de techniek, afgezien van deze omschakelbaarheid.

Het communicatiesysteem omvat een eerste communicatieinrichting om informatie te versturen en een tweede communicatieinrichting om de informatie te ontvangen. Uiteraard is het voorts mogelijk, maar niet noodzakelijk, dat er communicatie van de tweede naar de eerste communicatieinrichting is. De tweede communicatieinrichting kan hierbij fysiek verbonden zijn met andere delen van de besturing, in het bijzonder de eerste communicatieinrichting, zoals met een draad. Voorbeelden van dergelijke tweede communicatieinrichtingen zijn bijvoorbeeld een computer, zoals een managementcomputer, of een vaste telefoon waarnaar een gesproken sms-bericht of dergelijke kan worden gestuurd. Het is echter bij voorkeur een draadloos met de eerste communicatieinrichting verbonden of verbindbare communicatieinrichting. Hieronder zullen daarover nog nadere details worden gegeven.

In de onderhavige uitvinding omvat het melkveehouderijsysteem voorts een melkstalomgeving met ten minste één melkdiergerelateerde inrichting voor uitvoeren van een melkdiergerelateerde handeling, in het bijzonder op een of meer van de melkdieren. Met een melkdiergerelateerde handeling wordt bij de onderhavige uitvinding een handeling bedoeld die in een melkstalomgeving wordt uitgevoerd op of ten behoeve van een (niet-humaan) melkdier. In het bijzonder wordt hiermee bedoeld een handeling die op het lichaam van het melkdier wordt uitgevoerd, zoals melken van een melkdier, of een daaraan gekoppelde handeling zoals speenreiniging of nabehandeling, voeren, borstelen of koelen of anderszins behandelen van het melkdier. Ook bedoeld zijn handelingen die dierlijke producten betreffen en worden uitgevoerd in of bij de stalomgeving voor de melkdieren, zoals behandelen en/of verplaatsen en/of samenstellen van veevoer, verplaatsen of verwijderen van mest of beddingmateriaal en dergelijke.

Met voordeel is ten minste één inrichting een autonome inrichting, zoals een melkrobot, omdat het met name bij een dergelijke autonome inrichting de bedoeling is dat er niet aldoor toezicht is. Om deze reden zal het relatief vaker kunnen voorkomen dat een persoon die belast is met toezicht op het melkveehouderijsysteem, althans de autonome inrichting, met een andere bezigheid of taak bezig is, of anderszins niet optimaal de informatieboodschap kan verwerken. De ten minste ene inrichting kan echter ook een andere autonome inrichting betreffen, zoals een autonome voeraandrukker zoals de Lely Juno™, of een niet-autonome inrichting of machine, zoals een conventionele melkmachine/melkcarrousel, veevoeraandrukker, voermenginrichting enzovoort. Deze laatste machines kunnen niet volledig autonoom werken, zo vereist de conventionele melkmachine/melkcarrousel het met de hand aansluiten van de melkbekers, maar een ander deel van de bewerking kunnen ze wel automatisch uitvoeren, in dit geval het melken zelf. Daarom is het mogelijk dat de inrichting althans een deel van de tijd gelijkgeschakeld kan worden met een (volledig) autonome inrichting, zodat met de uitvinding dan dezelfde voordelen ontstaan.

In uitvoeringsvormen is de besturing ingericht voor het versturen van de informatieboodschap van de eerste communicatieinrichting naar de tweede communicatieinrichting en het op de tweede communicatieinrichting kenbaar maken van de informatieboodschap aan de persoon in een eerste modus voor niet vertraagde communicatie naar de tweede communicatieinrichting indien de vastgestelde parameterwaarde voldoet aan een eerste criterium, en voor van de eerste communicatieinrichting naar de tweede communicatieinrichting versturen en/of op de tweede communicatieinrichting aan de persoon kenbaar maken van de informatieboodschap in een tweede, andere modus indien, en in het bijzonder zolang, de vastgestelde parameterwaarde voldoet aan een tweede, ander criterium. In de eerste modus wordt aldus de informatieboodschap zo snel mogelijk aan de persoon doorgegeven, zowel wat betreft het van de eerste naar de tweede communicatieinrichting versturen van de informatieboodschap, als het op de tweede communicatieinrichting aan de persoon kenbaar maken van de informatieboodschap, zoals met een lees- of hoorbaar signaal of boodschap. In feite betreft het doorsturen dus doorsturen aan de tweede communicatieinrichting, maar hierbij wordt er wel van uitgegaan dat de tweede communicatieinrichting zich ook daadwerkelijk bij de beoogde persoon bevindt, zodat de persoon de informatie ontvangt. Anders komt het voordeel van de uitvinding immers nauwelijks tot uiting. Met "zo snel mogelijk" wordt hier bedoeld dat er geen bewuste vertragingen zijn ingebouwd, anders dan de door de techniek opgelegde, zoals overdrachtssnelheid en snelheid van intern verwerken van de informatie. Met bewuste vertraging is bijvoorbeeld bedoeld het door het communicatiesysteem of de besturing als geheel verzamelen van boodschappen om deze eenmaal per vaste periode, zoals een uur, door te geven. In de eerste modus wordt aldus de informatieboodschap zo snel mogelijk bij de beoogde persoon gebracht. Dit zal van voordeel zijn indien de vastgestelde parameterwaarde voldoet aan het eerste criterium, dat zodanig gekozen is dat de kans groot is dat de ontvangende persoon goed in staat is de informatieboodschap optimaal te verwerken.

Mocht de vastgestelde param eterwaarde niet voldoen aan het eerste criterium, dan zal de besturing, indien, en in het bijzonder zolang, wel aan het tweede criterium voldaan is, dat bijvoorbeeld doch niet uitsluitend complementair is aan het eerste criterium, de informatieboodschap van de eerste communicatieinrichting naar de tweede communicatieinrichting versturen en/of op de tweede communicatieinrichting kenbaar maken aan de persoon, in de tweede, andere modus. De besturing gaat over tot deze tweede modus indien uit de vastgestelde parameterwaarde blijkt dat de kans groot, althans voldoende groter, is dat de ontvangende persoon de informatieboodschap onvoldoende doelmatig kan verwerken. Aldus kan het melkveehouderijsysteem ermee rekening houden dat de ontvanger niet optimaal kan reageren. Hoe en onder welke voorwaarden het melkveehouderijsysteem, en in het bijzonder de besturing, reageert, zal hieronder nader worden toegelicht.

In uitvoeringsvormen omvat het eerste criterium dat de vastgestelde parameterwaarde een vooraf bepaalde waarde heeft of ligt in een vooraf bepaald interval, en omvat het tweede criterium dat de parameterwaarde niet de voorafbepaalde waarde heeft of ligt buiten dat interval, in het bijzonder in een tweede interval ligt. Met behulp van een dergelijke parameter kan het melkveehouderijsysteem dan onderscheid maken teneinde de juiste modus te kiezen. Merk op dat het aantal modi ook zou kunnen worden uitgebreid naar drie of meer, met een dienovereenkomstig aantal criteria. De parameterwaarde kan hierbij een fysieke waarde betreffen, maar ook een relatieve of zelfs abstracte waarde, zoals "persoon is bezig", al zal een dergelijke waarde veelal worden bepaald op basis van een of meer fysieke waarden. Voorts mag het interval een-of zelfs tweezijdig onbegrensd zijn. Dit laatste geval houdt in dat het eerste criterium luidt dat de parameterwaarde buiten een begrensd interval ligt. Vaak zal het interval echter tweezijdig begrensd zijn. Het interval kan een reëel interval betreffen, zoals met fysieke waarden, of ook natuurlijke of gehele getalswaarden of een verzameling abstracte waarden omvatten.

In uitvoeringsvormen is in de tweede modus de besturing ingericht om te wachten met versturen van de informatieboodschap van de eerste communicatieinrichting of met het kenbaar maken van de informatieboodschap aan de persoon totdat hetzij de vastgestelde parameterwaarde voldoet aan het eerste criterium, hetzij totdat er aan een derde criterium is voldaan. Op deze wijze kan voldoende worden gewaarborgd dat de informatieboodschap doelmatig wordt verwerkt. Het derde criterium kan bijvoorbeeld omvatten dat een of meer van de vastgestelde parameterwaarden in een vooraf bepaalde mate verbetert, d.w.z. de overschrijding van een grenswaarde relatief of absoluut met een vooraf bepaalde mate afneemt.

In uitvoeringsvormen is in de tweede modus de besturing ingericht om de boodschap te versturen naar een andere, derde communicatieinrichting. Aldus kan de besturing, ingeval het waarschijnlijk is dat bij de ontvangende persoon de informatieboodschap ongewis zal worden verwerkt, ervoor kiezen om de informatieboodschap naar een alternatieve persoon, d.w.z. een derde communicatieinrichting, te versturen. Merk op dat dit niet omvat de parameter of situatie dat een telefoontje of dergelijke wordt doorgeschakeld indien een telefoon-of andere communicatielijn bezet is. Het gaat om een parameter van de persoon, niet van het toestel zelf.

In uitvoeringsvormen is de besturing ingericht voor het versturen van informatieboodschappen met verschillende prioriteit, zoals zuivere informatie, attentiesignalen en alarmsignalen, en is de besturing ingericht voor van de eerste communicatieinrichting naar de tweede communicatieinrichting versturen of op de tweede communicatieinrichting kenbaar maken van de informatieboodschappen in afhankelijkheid van de prioriteit. Hierbij houdt de besturing bij het inschatten van of en hoe doelmatig de informatie kan worden verwerkt door de ontvanger rekening met de mogelijke impact van de informatieboodschap. Zo zal bij verwachte matige aandacht een zuiver informatieve boodschap waarschijnlijk worden genegeerd, maar een alarm nog wel worden verwerkt. Het kan dan zinvol zijn om het versturen van de zuiver informatieve boodschap uit te stellen tot na het versturen van een alarm, omdat daarna wellicht de concentratie en aandacht zijn verbeterd. Een en ander kan uiteraard door middel van de vast te stellen parameterwaarden worden bewaakt.

In uitvoeringsvormen is de parameter een lichaamsgesteldheidspara-meter van de persoon, en omvat het melkveehouderijsysteem een werkzaam met de besturing verbonden sensor voor meten van de parameterwaarde van de persoon. Die sensor, of een van de sensoren, is bijvoorbeeld verschaft nabij de besturing of de melkdiergerelateerde inrichting, maar in het bijzonder op de tweede communicatieinrichting zodat de sensor veelal nabij de beoogde persoon is, namelijk de drager van de tweede communicatieinrichting. Als parameter is hierbij gekozen voor een lichaamsgesteldheidsparameter. Deze kunnen een duidelijke inschatting verschaffen omtrent de concentratie van de persoon, of de mate waarin binnenkomende informatieboodschappen doelmatig kunnen worden verwerkt. Het is echter niet uitgesloten om andere of aanvullende parameters te meten. De sensor is werkzaam met de besturing verbonden, zoals direct met de besturing communicerend, of met de tweede communicatieinrichting of anderszins. Bijvoorbeeld vormt de sensor een onderdeel van de tweede communicatieinrichting, maar noodzakelijk is dat niet. Het kan bijvoorbeeld een camera met beeldherkenning omvatten, die is ingericht om uit de lichaamskenmerken, zoals houding van hoofd en lichaam, gezichtsuitdrukking, bewegingssnelheid enzovoort een concentratieniveau te bepalen, al dan niet indicatief of relatief. Dergelijke systemen zijn op zich bekend uit bijvoorbeeld de automobielwereld. De camera kan op de tablet- of laptopcomputer of smartphone zijn verschaft maar ook in een stalomgeving of een kantoor. De camera kan persoonvolgend zijn.

Hier wordt voorts opgemerkt dat de besturing zelflerend kan zijn, waarbij de besturing is ingericht om ten minste het eerste criterium bij te stellen op basis van reacties op informatieboodschappen die in het verleden aan de persoon kenbaar zijn gemaakt. Indien bij een bepaalde parameterwaarde bijvoorbeeld een gegeven informatieboodschap die tijdige of zelfs onmiddellijke actie behoefde toch werd genegeerd, dan kan de besturing concluderen dat de gemeten parameterwaarde toch nog viel in een interval waarbij de concentratie van de gebruiker onvoldoende was. De randen van het interval ten behoeve van het eerste criterium kunnen dan dienovereenkomstig actief worden aangepast door de besturing.

In uitvoeringsvormen omvat de parameter een stressniveauparameter, in het bijzonder een versnelling, een hartslag, een bloeddruk en/of een ademhalingsfrequentie, en omvat de sensor een accelerometer, een hartslagmeter, een bloeddrukmeter en/of een ademhalingsfrequentiemeter. Alternatieve of aanvullende parameters zijn bedieningssnelheid en/of -precisie en/of -kracht van de tweede communicatieinrichting, en omvat de sensor een toetsaanslagsnelheidsmeter en/of -precisiemeter en/of -krachtmeter. Met name bij moderne bedieningsinterfaces met aanraakscherm is dit een aantrekkelijke uitvoering. Een hoog stressniveau is een duidelijke indicatie dat de ontvangende persoon minder goed in staat is om de informatieboodschap juist en/of tijdig te verwerken. Een dergelijk stressniveau kan op vele manieren worden gemeten, en in het bijzonder met behulp van de aangegeven sensoren. Bijvoorbeeld kan een hartslagmeter zijn verschaft die de hartslag van de persoon meet. Indien of zolang volgens een eerste criterium de hartslag boven een bepaalde grenswaarde is, kan de besturing bijvoorbeeld wachten met versturen van de boodschap. De accelerometer meet of de persoon onderhevig is aan versnellingen. Dat kan namelijk een indicatie zijn van al dan niet onrustige bewegingen, zoals lopen, autorijden of het uitvoeren van allerlei handelingen. Dergelijke situaties zijn indicatief voor een verlaagd concentratieniveau met betrekking tot binnenkomende informatieboodschappen. Hierbij wordt opgemerkt dat de accelerometer, indien ingebouwd in de tweede communicatieinrichting, in feite de versnellingen van die tweede communicatieinrichting meet, maar hierbij wordt ervan uitgegaan dat de versnellingen van de persoon vergelijkbaar zijn. Voorts wordt opgemerkt dat de genoemde sensoren ook apart op de persoon kunnen zijn verschaft, zoals een hartslagmeter (zoals bekend van fitnesshulpmiddelen), een bloeddruk- of ademhalingsfrequentiemeter. Alternatieven zijn zeker denkbaar, zoals op basis van gezichtsherkenning of een kijkrichtingsensor, zoals op zich reeds bekend uit de autoindustrie voor vaststellen van in slaap vallen van een bestuurder. Ook aan de hand van de manier van bedienen kan een stressniveau worden afgeleid. Indien het aantal toetsaanslagen of de aanslagkracht hoger ligt dan een absolute drempelwaarde, of bijvoorbeeld een aan een al dan niet lopend gemiddelde voor de persoon die de tweede communicatieinrichting bedient gekoppelde relatieve drempelwaarde, dan kan dat een duidelijke indicatie zijn van een verhoogd stressniveau. Daarop kan de besturing besluiten tot overschakelen naar de tweede modus.

In uitvoeringsvormen omvat de parameterwaarde een omgevingsparameterwaarde van de persoon, in het bijzonder een geluidsdrukniveau rond de persoon of een positie van de persoon. Deze parameterwaarde kan een alternatieve of aanvullende indicatie zijn van de concentratie van de persoon. Zo zal de persoon in een lawaaiige omgeving minder goed de informatie kunnen ontvangen, opnemen en/of verwerken. De te gebruiken sensor is dan in het bijzonder een geluiddrukmeter. Ook kan het in afhankelijkheid van de positie moeilijk voor de persoon zijn om de informatie te verwerken. Bijvoorbeeld kan een informatieboodschap in een deel van een huiselijke omgeving moeilijk te verwerken zijn, zoals een badkamer. Ook wanneer de persoon zich niet in of in de buurt van de stalomgeving bevindt, kan het moeilijk(er) zijn om de informatie te verwerken, zoals in het buitenland, op het water, in een bos, winkel of dergelijke. Een en ander kan bijvoorbeeld worden vastgelegd in de vorm van gps-coördinaten. Er kan dan een gebied worden gekozen, waarbij, indien de ontvanger c.q. de tweede communicatieinrichting zich in dat gebied bevindt, de tweede modus wordt gekozen door de besturing. Andere configuraties zijn ook mogelijk.

In uitvoeringsvormen is de besturing ingericht voor vaststellen van de parameterwaarde als "bezig" indien de persoon bezig is met één van een vooraf bepaalde groep activiteiten omvattende het bedienen van een onderdeel van de melkveehouderijsysteem, in het bijzonder van de tweede communicatieinrichting, of van een met het melkveehouderijsysteem, in het bijzonder de tweede communicatieinrichting, in informatieuitwisselingsverbinding zijnde inrichting, en "niet-bezig" indien dat niet het geval is. De parameterwaarde "bezig", of een technisch equivalent daarvan, heeft betrekking op situaties waarin vaststelbaar is dat de ontvangende persoon bezig is met een activiteit die zijn aandacht opeist. Het vaststellen daarvan kan bijvoorbeeld geschieden door vast te stellen of de persoon de tweede communicatieinrichting bedient, zoals door knoppen te bedienen of informatie in te voeren. Alternatief of aanvullend kan het vaststelbaar zijn dat de persoon met een andere activiteit bezig is, zoals met name het bedienen van een direct of indirect met de tweede communicatieinrichting verbonden inrichting, zoals een andere inrichting van het melkveehouderijsysteem, met name een melkmachine of -robot, voerinrichting, veemanagementcomputer enzovoort. Daartoe kan de besturing bedieningssignalen ontvangen, en op basis daarvan de parameterwaarde "bezig" of "niet-bezig" toekennen. In afhankelijkheid van deze parameterwaarde kan dan de informatieboodschap worden verstuurd, d.w.z. direct en onvertraagd, of vertraagd, of naar een andere ontvanger, enz. Een duidelijk voorbeeld hiervan betreft het bedienen van een computer als tweede communicatieinrichting. Die computer is dan met name een managementcomputer die bestemd en ingericht is voor beheer van het melkveehouderijsysteem. Dit kan een desktop- of laptopcomputer betreffen, doch ook varianten daarvan zoals een laptop- of tabletcomputer, of zelfs een smartphone met een of meer "apps". Indien de tweede communicatieinrichting vaststelt dat de persoon informatie invoert, of andere informatie verwerkt of de communicatieinrichting anderszins gebruikt, zoals fotograferen, telefoneren of muziek luisteren, kan de besturing de tweede modus kiezen.

In uitvoeringsvormen omvat de melkdiergerelateerde inrichting een melkinrichting, met name een melkrobot of een melkcarrousel, of een sprayrobot of een autonoom stalvoertuig zoals mestschuif of voerdrukker. Dergelijke vaak ingewikkelde inrichtingen, die ook nog eens met variabele en veelal onvoorspelbare levende have te maken hebben, kunnen een veelheid aan informatieboodschappen versturen, de interpretatie waarvan soms een geringe, maar soms ook grote aandacht vereist. Zo kan het wel zijn dat bij een melkcarrousel met conventionele melkinrichtingen de melkbekers handmatig worden aangesloten, maar een melkdier kan de bekers wel eens aftrappen, hetgeen buiten het directe zicht van de aansluitende persoon gebeurt. De dan vereiste informatieboodschap kan in sommige omstandigheden niet of niet goed worden opgepakt, zodat het versturen ervan volgens de uitvinding kan worden geoptimaliseerd. De uitvinding komt nog meer tot uiting bij volledig autonome melkdiergerelateerde inrichtingen, omdat deze in beginsel zonder directe menselijke supervisie werken, en er dus bij een storing altijd sprake zal zijn van een te versturen informatieboodschap, die ook nog eens optimaal moet worden verwerkt omdat er enige tijd overheen zal gaan voordat de toezicht houdende persoon bij de inrichting is.

Het communicatiesysteem is niet bijzonder beperkt. In het bijzonder omvat het communicatiesysteem Bluetooth®, ZigBee®, wifi, een mobiele telefoonverbinding of internetverbinding. Met behulp van dergelijke communicatiesystemen is een efficiënte informatieoverdracht onder vele omstandigheden mogelijk, en zijn er tevens uitgebreide variatiemogelijkheden in de wijze van overdracht. Bijvoorbeeld hebben mobiele telefoonverbindingen en (dito) internetverbindingen een uitgebreide dekking, en zijn zij door de vele beschikbare extra's, zoals sensoren en toepassingen ("apps") zeer geschikt om te worden toegepast in de onderhavige uitvinding.

In uitvoeringsvormen omvat de tweede communicatieinrichting een zogenaamde "wearable", zoals een mobiele telefoon, een pda, een laptop, een smart watch, smart glasses of een tabletcomputer. Dergelijke tweede communicatieinrichtingen zijn eenvoudig op de persoon draagbaar. Daarnaast zijn steeds meer van dergelijke inrichtingen reeds standaard voorzien van een of meer sensoren die nuttig zijn in het kader van de onderhavige uitvinding, zoals een camera, een accelerometer enzovoort, zodat met een eenvoudig softwareprogramma (of "app") deze sensor kan worden gebruikt voor bepalen van een of meer parameterwaarden. Uiteraard is het ook mogelijk om een of meer sensoren dedicated te verschaffen op de inrichting, of om een alternatieve communicatieinrichting te verschaffen, zoals een pager of zelfs een camera met communicatiemiddelen.

De uitvinding zal hierna worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarbij de enige figuur een schematisch aanzicht toont van een uitvoeringsvorm van een melkveehouderijsysteem volgens de uitvinding.

Figuur 1 toont een schematisch aanzicht van een melkveehouderijsysteem 1 volgens de uitvinding.

Het melkveehouderijsysteem 1 is verschaft in een melkstalomgeving 2 voor koeien 3, en omvat een melkrobot 4 onder besturing van een besturing 5 met een eerste communicatieinrichting 6.

Met 7 is een eerste persoon aangeduid, die een tweede communicatieinrichting 8 en een hartslagmeter 9 draagt. Met 10 is een geluiddrukmeter en met 11 een communicatiesatelliet aangeduid.

Een tweede persoon 12 draagt een derde communicatieinrichting 13. Het melkveehouderijsysteem 1 omvat aldus een communicatiesysteem dat op zijn beurt tenminste de communicatieinrichtingen 6 en 8, en optioneel ook de derde communicatieinrichting 13.

Het melkveehouderijsysteem 1 omvat een melkstalomgeving 2 voor melkdieren zoals melkkoeien 3. De stalomgeving 2 is daarbij aangepast aan het soort melkvee dat erin is ondergebracht, en omvat een of meer melkdiergerelateerde inrichtingen. In dit geval is bijvoorbeeld een melkrobot 4 verschaft, die is ingericht voor autonoom melken van de koeien 3. Daartoe is een besturing 5 verschaft.

Wanneer een melking van de koe 3 mislukt, de melk vervuild is, de koe 3 een mastitisattentie krijgt, er een mechanische of andere storing is, enzovoort, zal de besturing 5 een informatieboodschap willen versturen naar een toezicht houdende eerste persoon 7, via de eerste en tweede communicatieinrichtingen 6 en 8, bijvoorbeeld een gsm-zender respectievelijk een mobiele telefoon. Hierbij kan gebruik worden gemaakt van de communicatiesatelliet 11. Alternatief is 6 een Bluetooth®- of wifizender, en 8 een Bluetooth®- of wifiontvanger, of een ander communicatie-systeem, en is de satelliet 11 niet nodig.

De genoemde boodschap kan verschillend van aard en prioriteit zijn. Zo zal een storing aan de melkrobot 4 die verder melken onmogelijk maakt of zelfs de gezondheid van het op dat moment te melken dier bedreigt, een veel hogere prioriteit hebben dan een mastitisindicatie van een koe 3. Het kan dus van belang zijn om zo goed mogelijk te waarborgen dat de eerste persoon 7, die de informatieboodschap ontvangt, de informatie goed verwerkt en zo nodig handelend optreedt.

Allerlei omstandigheden kunnen dat informatieverwerkende en handelende vermogen beïnvloeden, zoals een verhoogd stressniveau en een hoog niveau aan omgevingsgeluid. Om daarmee rekening te kunnen houden omvat het systeem 1 hier bijvoorbeeld een hartslagmeter 9 en een geluiddrukmeter 10, die werkzaam verbonden zijn met de besturing, hetzij direct, hetzij via tenminste de tweede communicatieinrichting. Indien de hartslagmeter bijvoorbeeld een hartslag van meer dan 100 slagen per minuut meet, dan concludeert het systeem 1, in het bijzonder de tweede communicatieinrichting 8 of besturing 5, dat de eerste persoon 7 niet goed in staat is om de te versturen informatie, of eventueel reeds verstuurde maar nog niet kenbaar gemaakt informatie, te verwerken. Alternatief of aanvullend, indien het geluiddrukniveau zoals gemeten door de geluiddrukmeter 10 boven de 70dB(A) ligt, dan concludeert de het systeem, in het bijzonder de tweede communicatieinrichting 8 of besturing 5, dat de eerste persoon 7 niet goed in staat is om de te versturen informatie te verwerken. Uiteraard zijn andere waarden voor de parameters mogelijk, alsmede andere parameters, die dan bijbehorende sensoren vereisen. Hierboven zijn reeds lichaams- en hoofdhouding genoemd.

Ook is het mogelijk om vast te stellen of de eerste persoon 7 "bezig" is, doordat het systeem 1 kijkt naar bedienen van de tweede communicatieinrichting 8 of eventueel van de melkrobot 4. Bij dit laatste kan het voordelig zijn om de positie van de eerste persoon 7, zoals te bepalen met behulp van bijv. gps-coördinaten van de tweede communicatieinrichting 8, te koppelen met de positie van de melkrobot. Indien de eerste persoon 7 "bezig" is, dan kan de besturing eveneens vaststellen dat de eerste persoon niet goed in staat is om de informatieboodschap goed en snel te verwerken.

Indien het systeem 1 heeft vastgesteld dat de eerste persoon 7 niet goed in staat is om de te versturen of verstuurde informatie te verwerken, kan het besluiten om te wachten met het versturen of kenbaar maken (zoals op een telefoonscherm tonen) totdat de parameterwaarden in een toegestaan bereik liggen. Dit kan bijvoorbeeld gelden voor niet-spoedeisende informatieboodschappen. Voor spoedeisende boodschappen, zoals alarmen en storingen, kan het systeem 1 er alternatief voor kiezen om de informatieboodschap naar een alternatief te sturen, in dit geval een tweede persoon 12, die een derde communicatieinrichting 13 draagt, zoals een mobiele telefoon of tablet-computer.

De getoonde uitvoeringsvorm is niet beperkend bedoeld, doch slechts om de uitvinding te verduidelijken. De beschermingsomvang wordt bepaald aan de hand van de aangehechte conclusies.

Claims

1. Melkveehouderijsysteem (1) voor gebruik bij een stalomgeving (2) voor melkdieren (3) en omvattende: ten minste één melkdiergerelateerde inrichting (4) die is ingericht voor uitvoeren van een melkdiergerelateerde handeling, in het bijzonder op een of meer van de melkdieren, en een besturing (5) voor besturen van het melkveehouderijsysteem en genereren van informatieboodschappen, en met een communicatiesysteem omvattende een eerste communicatieinrichting (6) die tenminste is ingericht voor versturen van de informatieboodschappen, en een tweede communicatieinrichting (8) die tenminste is ingericht voor ontvangen en aan een persoon (7) kenbaar maken van de informatieboodschappen die zijn verstuurd door de eerste communicatieinrichting, waarbij het melkveehouderijsysteem is ingericht voor vaststellen van een parameterwaarde van een parameter betreffende de gesteldheid van de persoon, en waarbij de besturing is ingericht voor het versturen en/of aan de persoon kenbaar maken van de informatieboodschap in afhankelijkheid van de vastgestelde parameterwaarde.

2. Melkveehouderijsysteem volgens conclusie 1, waarbij de besturing is ingericht voor het versturen van de informatieboodschap van de eerste communicatieinrichting naar de tweede communicatieinrichting en het op de tweede communicatieinrichting kenbaar maken van de informatieboodschap aan de persoon in een eerste modus voor niet vertraagde communicatie naar de tweede communicatieinrichting indien de vastgestelde parameterwaarde voldoet aan een eerste criterium, en voor van de eerste communicatieinrichting naar de tweede communicatieinrichting versturen en/of op de tweede communicatieinrichting aan de persoon kenbaar maken van de informatieboodschap in een tweede, andere modus indien, en in het bijzonder zolang, de vastgestelde parameterwaarde voldoet aan een tweede, ander criterium.

3. Melkveehouderijsysteem volgens conclusie 2, waarbij het eerste criterium omvat dat de vastgestelde parameterwaarde een vooraf bepaalde waarde heeft of ligt in een vooraf bepaald interval, en het tweede criterium omvat dat de parameterwaarde niet de voorafbepaalde waarde heeft of ligt buiten dat interval, in het bijzonder in een tweede interval.

4. Melkveehouderijsysteem volgens conclusie 2 of 3, waarbij in de tweede modus de besturing is ingericht om te wachten met versturen van de informatieboodschap van de eerste communicatieinrichting of met het kenbaar maken van de informatieboodschap aan de persoon totdat hetzij de vastgestelde param eterwaarde voldoet aan het eerste criterium, hetzij er aan een derde criterium is voldaan.

5. Melkveehouderijsysteem volgens een der conclusies 2-4, waarbij in de tweede modus de besturing is ingericht om de boodschap te versturen naar een andere, derde communicatieinrichting (13).

6. Melkveehouderijsysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de besturing is ingericht voor het versturen van informatieboodschappen met verschillende prioriteit, zoals zuivere informatie, attentiesignalen en alarmsignalen, en waarbij de besturing is ingericht voor van de eerste communicatieinrichting naar de tweede communicatieinrichting versturen of op de tweede communicatieinrichting kenbaar maken van de informatieboodschappen in afhankelijkheid van de prioriteit.

7. Melkveehouderijsysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de parameter een lichaamsgesteldheidsparameter van de persoon is, en het melkveehouderijsysteem een werkzaam met de besturing verbonden sensor (9, 10) omvat voor meten van de parameterwaarde van de persoon.

8. Melkveehouderijsysteem volgens conclusie 7, waarbij de parameter een stressniveauparameter omvat, in het bijzonder een versnelling, een hartslag, een bloeddruk en/of een ademhalingsfrequentie, en waarbij de sensor een accelerometer, een hartslagmeter (9), een bloeddrukmeter en/of een ademhalingsfrequentiemeter omvat.

9. Melkveehouderijsysteem volgens conclusie 7 of 8, waarbij de parameterwaarde een omgevingsparameterwaarde van de persoon omvat, in het bijzonder een geluidsdrukniveau rond de persoon of een positie van de persoon en waarbij de sensor een geluiddrukmeter (10) omvat.

10. Melkveehouderijsysteem volgens enige voorgaande conclusie, waarbij de besturing is ingericht voor vaststellen van de parameterwaarde als "bezig" indien de persoon bezig is met één van een voorafbepaalde groep activiteiten omvattende het bedienen van een onderdeel van de melkveehouderijsysteem, in het bijzonder van de tweede communicatieinrichting, of van een met het melkveehouderijsysteem, in het bijzonder de tweede communicatieinrichting, in informatieuitwisselingsverbinding zijnde inrichting, en "niet-bezig" indien dat niet het geval is.

11. Melkveehouderijsysteem volgens enige voorgaande conclusie, waarbij de melkdiergerelateerde inrichting een melkrobot (4), een melkcarrousel, een sprayrobot of een autonoom stalvoertuig zoals mestschuif of voerdrukker omvat.

12. Melkveehouderijsysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het communicatiesysteem Bluetooth®, ZigBee®, een mobiele telefoonverbinding of internetverbinding omvat.

13. Melkveehouderijsysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de tweede communicatieinrichting een wearable, zoals een mobiele telefoon (8, 13), een pda, een laptop, een smart watch, smart glasses of een tabletcomputer omvat.