NL2012660B1 - Ship's winch. - Google Patents

Ship's winch. Download PDF

Info

Publication number
NL2012660B1
NL2012660B1 NL2012660A NL2012660A NL2012660B1 NL 2012660 B1 NL2012660 B1 NL 2012660B1 NL 2012660 A NL2012660 A NL 2012660A NL 2012660 A NL2012660 A NL 2012660A NL 2012660 B1 NL2012660 B1 NL 2012660B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
winch
ship
drum
winding
line
Prior art date
Application number
NL2012660A
Other languages
Dutch (nl)
Other versions
NL2012660A (en
Inventor
Fredericus Van Liebergen Gijsbertus
Original Assignee
Fredericus Van Liebergen Gijsbertus
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Fredericus Van Liebergen Gijsbertus filed Critical Fredericus Van Liebergen Gijsbertus
Priority to NL2012660A priority Critical patent/NL2012660B1/en
Priority to EP15164284.0A priority patent/EP2960199A1/en
Publication of NL2012660A publication Critical patent/NL2012660A/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2012660B1 publication Critical patent/NL2012660B1/en

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B66HOISTING; LIFTING; HAULING
    • B66DCAPSTANS; WINCHES; TACKLES, e.g. PULLEY BLOCKS; HOISTS
    • B66D1/00Rope, cable, or chain winding mechanisms; Capstans
    • B66D1/60Rope, cable, or chain winding mechanisms; Capstans adapted for special purposes
    • B66D1/74Capstans
    • B66D1/7494Self-tailing capstans
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B66HOISTING; LIFTING; HAULING
    • B66DCAPSTANS; WINCHES; TACKLES, e.g. PULLEY BLOCKS; HOISTS
    • B66D1/00Rope, cable, or chain winding mechanisms; Capstans
    • B66D1/60Rope, cable, or chain winding mechanisms; Capstans adapted for special purposes
    • B66D1/74Capstans
    • B66D1/7421Capstans having a vertical rotation axis
    • B66D1/7426Capstans having a vertical rotation axis driven by motor only

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Transmission Devices (AREA)

Abstract

Scheepslier omvattende een trommel, een wikkelring en een tiller. De trommel (4) heeft een uitwendig wikkeloppervlak (42) met een maatvaste wikkeldiameter. De wikkelring (43) heeft aan een buitenomtrek een aanlegvlak voor het laten aanliggen van het lijndeel tegen de wikkelring. Het aanlegvlak heeft een buitendiameter met een variabele grootte. De tiller is ingericht voor het geleiden van de lijn van de wikkelring naar het het wikkeloppervlak. In voorkomende situaties bij het zeilen vormen losse wikkelingen rondom de trommel een probleem. Volgens de uitvinding omvat de scheepslier een lierbesturing (5) met een instelaandrijving (51) die verbonden is met een instelmechanisme (50) voor het instellen van de variabele grootte van de buitendiameter van de wikkelring. Bij het uitvoeren van zeilmanoeuvres kan actief ingespeeld worden op de vorming van losse wikkelingen bij het met de lier vieren of aantrekken van een lijn.Ship's winch comprising a drum, a wrap-around ring and a tiller. The drum (4) has an external wrapping surface (42) with a dimensionally stable wrapping diameter. The winding ring (43) has an abutment surface on an outer circumference for allowing the line part to abut against the winding ring. The bearing surface has an outer diameter with a variable size. The tiller is adapted to guide the line from the winding ring to the winding surface. In common situations when sailing, loose windings around the drum are a problem. According to the invention, the ship's winch comprises a winch control (5) with a setting drive (51) connected to a setting mechanism (50) for setting the variable size of the outer diameter of the winding ring. When performing sailing maneuvers, you can actively anticipate the formation of loose windings when celebrating or putting on a line with the winch.

Description

Korte aanduiding: ScheepslierShort description: Ship's winch

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een scheepslier voor het doorvoeren van een lijn. De scheepslier omvat een gestel dat ingericht is voor het bevestigen van de scheepslier aan boord van een schip. De scheepslier omvat een trommel die om een axiale as roteerbaar verbonden is met het gestel. De trommel heeft een uitwendig wikkeloppervlak met een maatvaste wikkeldiameter. Het wikkeloppervlak strekt zich uit van een eerste axiaal einde naar een tweede axiaal einde van de trommel. In axiale richting heeft het wikkeloppervlak een lengte voor het opnemen van ten minste een wikkeling van een over de lier gevoerde lijn. De scheepslier omvat een trommelaandrijving voor het in rotatie aandrijven van de trommel. De trommel is bij het eerste axiaal einde voorzien van een wikkelring voor het geleiden van een lijndeel van een doorgevoerde lijn in een eerste omloop om de axiale as. De wikkelring heeft aan een buitenomtrek een aanlegvlak voor het laten aanliggen van het lijndeel tegen de wikkelring. Het aanlegvlak heeft een buitendiameter met een variabele grootte. Bij het eerste axiaal einde heeft de scheepslier een tiller. De tiller is ingericht voor het over een schroeflijnbaan geleiden van een lijndeel van de lijn van de wikkelring naar het eerste axiale einde van het wikkeloppervlak.The present invention relates to a ship's winch for the passage of a line. The ship's winch comprises a frame adapted to attach the ship's winch on board a ship. The ship's winch comprises a drum which is rotatably connected to the frame about an axial axis. The drum has an external wrapping surface with a dimensionally stable wrapping diameter. The winding surface extends from a first axial end to a second axial end of the drum. In the axial direction, the winding surface has a length for receiving at least one winding of a line carried over the winch. The ship's winch comprises a drum drive for driving the drum in rotation. The drum is provided at the first axial end with a winding ring for guiding a line part of a lead-through line in a first revolution about the axial axis. The winding ring has an abutment surface on an outer circumference for allowing the line part to abut against the winding ring. The bearing surface has an outer diameter with a variable size. The ship's winch has a tiller at the first axial end. The tiller is adapted to guide a line part of the line from the winding ring over a helical path to the first axial end of the winding surface.

Verder heeft de uitvinding betrekking op een samenstel, een zeiljacht en een werkwijze voor het bedienen van een scheepslier.The invention further relates to an assembly, a sailing yacht and a method for operating a ship's winch.

Uit NL2001300 is een scheepslier bekend met een trommel en een wikkelring die om een gemeenschappelijke as roteerbaar zijn. De wikkelring is voorzien van een geremd vrijlooplager en kan onafhankelijk roteren ten opzichte van de trommel. Bij het met behulp van de scheepslier inhalen van een lijn wordt een lijndeel opgenomen op de wikkelring en via een tiller overgebracht naar de trommel. Doordat de wikkelring onafhankelijk kan roteren ten opzichte van de trommel verschaft de wikkelring een remmende werking, waardoor het lijndeel strakker rond de trommel wordt gewikkeld. De wikkelring functioneert als zodanig als een tegenhoudmiddel. De wikkelring heeft een buitendiameter die variabel is in grootte. De variabele grootte van de buitendiameter is verkregen door de wikkelring te vormen met twee door een trekveer naar elkaar toe voorgespannen ringen, waarbij de ringen een taps gevormde buitenomtrek hebben. Door de tapse vorm van de buitenomtrek van de twee ringen ontstaat een V-vorm dat een aanlegvlak vormt voor het lijndeel. De variabele grootte van de buitendiameter wordt bepaald door een krachten-evenwicht tussen een door de trekveer opgewekte voorspankracht en een door een doorgevoerde lijn geleverde trekkracht. De variabele grootte is gunstig bij het afgeven van een lijn vanaf de scheepslier (in de richting van een zeil). Wanneer bij het afgeven van een lijn de trekkracht afneemt, ontspannen de wikkelingen en zouden de wikkelingen rondom de trommel los kunnen raken en zelfs lussen kunnen vormen die over elkaar heen gaan liggen en een goede werking van de scheepslier verstoren. Het vormen van lussen is bovendien gevaarlijk, omdat men verleid zou kunnen worden om de gevormde lussen met de hand op hun plaats te houden, waardoor een onwenselijke situatie kan ontstaan waarbij iemand met de vingers bekneld zou kunnen raken tussen de lijn en de trommel. Door het vergroten van de buitendiameter van het aanlegvlak van de wikkelring wordt het vormen van losse wikkelingen op de trommel echter tegengegaan. Door het vergroten van de buitendiameter van de wikkelring die meeroteert met de trommel wordt het lijndeel rondom de wikkelring met een hogere snelheid afgegeven dan de wikkelingen rondom de trommel, waardoor de afnemende trekkracht in de lijn gecompenseerd wordt en de wikkelingen rondom de trommel weer strak trekken.NL2001300 discloses a ship's winch with a drum and a winding ring that can be rotated about a common axis. The winding ring is equipped with a braked freewheel bearing and can rotate independently of the drum. When catching a line with the help of the ship's winch, a line part is picked up on the winding ring and transferred to the drum via a tiller. Because the winding ring can rotate independently with respect to the drum, the winding ring provides an inhibitory effect, whereby the line part is wound more tightly around the drum. The winding ring functions as such as a retaining means. The winding ring has an outer diameter that is variable in size. The variable size of the outer diameter is obtained by forming the winding ring with two rings biased towards each other by a tension spring, the rings having a tapered outer circumference. The tapered shape of the outer circumference of the two rings creates a V-shape that forms a contact surface for the line part. The variable size of the outer diameter is determined by a balance of forces between a biasing force generated by the tension spring and a pulling force supplied by a lead-through line. The variable size is favorable when delivering a line from the ship's winch (in the direction of a sail). When the pulling force decreases when a line is being delivered, the windings relax and the windings around the drum could loosen and even form loops that overlap and disrupt proper operation of the ship's winch. Moreover, the formation of loops is dangerous because one could be tempted to hold the loops formed in place by hand, whereby an undesirable situation may arise in which someone could get their fingers caught between the line and the drum. However, by increasing the outer diameter of the contact surface of the winding ring, the formation of loose windings on the drum is prevented. By increasing the outer diameter of the winding ring that rotates with the drum, the line part around the winding ring is delivered at a higher speed than the windings around the drum, whereby the decreasing tensile force in the line is compensated and the windings around the drum are tightened again .

Een probleem met betrekking tot deze scheepslier is echter dat er nog steeds een aantal situaties overblijven, waarbij de vorming van lussen op de trommel kan plaatsvinden. Dientengevolge kunnen alsnog onwenselijke situaties ontstaan, waarbij iemand met de vingers bekneld zou kunnen raken tussen de wikkelingen van een lijn en de trommel. Met name kunnen dergelijke situaties ontstaan, wanneer een trekkracht in een doorgevoerde lijn sterk fluctueert, bijvoorbeeld bij het overstag gaan van een zeiljacht.A problem with regard to this ship's winch, however, is that a number of situations still remain in which the formation of loops on the drum can take place. As a result, undesirable situations can still arise in which someone could get their fingers caught between the windings of a line and the drum. In particular, such situations may arise when a tensile force in a lead-through line fluctuates strongly, for example when tackling a sailing yacht.

De uitvinding beoogt om tenminste bovengenoemd probleem ten minste gedeeltelijk te ondervangen, dan wel om een bruikbaar alternatief te verschaffen. In het bijzonder heeft de uitvinding tot doel om een scheepslier te verschaffen, waarbij de scheepslier is ingericht om de vorming van losse wikkelingen rondom de trommel tegen te gaan.It is an object of the invention to at least partially obviate the above-mentioned problem, or to provide a usable alternative. In particular, it is an object of the invention to provide a ship's winch, the ship's winch being arranged to prevent the formation of loose windings around the drum.

Ten minste een van deze doelen is bereikt met een scheepslier, zoals gedefinieerd in conclusie 1.At least one of these goals has been achieved with a ship's winch as defined in claim 1.

Volgens de uitvinding omvat de scheepslier een lierbesturing. De lierbesturing omvat een instelaandrijving die werkzaam verbonden is met een instelmechanisme voor het instellen van de variabele grootte van de buitendiameter van het aanlegvlak van de wikkelring. Door bediening van de instelaandrijving is de grootte van de buitendiameter van het aanlegvlak actief regelbaar.According to the invention, the ship's winch comprises a winch control. The winch control comprises a setting drive which is operatively connected to a setting mechanism for setting the variable size of the outer diameter of the contact surface of the winding ring. The size of the outside diameter of the contact surface can be actively controlled by operating the adjustment drive.

Door de actieve aansturing van de wikkelring kunnen verschillende voordelen worden verkregen. Een voordeel is dat de instelling van de grootte van de buitendiameter van het aanlegvlak wordt bepaald door de instelaandrijving en daardoor onafhankelijk van een optredende trekkracht in een doorgevoerde lijn instelbaar is.Various advantages can be obtained by actively controlling the winding ring. An advantage is that the adjustment of the size of the outer diameter of the contact surface is determined by the adjustment drive and is therefore adjustable independently of an occurring tensile force in a fed-through line.

Een verder voordeel is bijvoorbeeld dat het instellen van de wikkelring op afstand bediend kan worden. Een bemanningslid van een zeiljacht kan voor het aangaan van een bepaalde manoeuvre, bijvoorbeeld voor het overstag gaan, de scheepslier aansturen vanaf een op afstand gelegen positie, bijvoorbeeld vanaf een stuurmanspositie. Voor het uitvoeren van verschillende zeilmanoeuvres is het voordelig dat het instellen van de wikkelring op commando kan worden uitgevoerd. Een aan bakboord opgestelde eerste scheepslier kan hierdoor tegelijk met een op stuurboord opgestelde tweede scheepslier worden bediend. Voor het overstag gaan kan de eerste scheepslier worden aangestuurd om bijvoorbeeld een lijn te vieren, terwijl de tweede scheepslier kan worden aangestuurd om een lijn aan te trekken. De aansturing van de scheepslier kan een stap omvatten, waarbij de wikkelring eerst vergroot of verkleind wordt alvorens de trommelaandrijving wordt aangestuurd en trekspanningen in de lijn gaan oplopen of afnemen. De wikkelring kan bijvoorbeeld bij de eerste scheepslier worden vergroot, terwijl de wikkelring bij de tweede scheepslier wordt verkleind voordat de lijn gevierd respectievelijk aangetrokken wordt. Door de wikkelring tijdig, bij voorkeur dus vooraf, op een bij de zeilmanoeuvre behorende gewenste buitendiameter in te stellen kan zo met voordeel een meer betrouwbare werking van de scheepslier worden verkregen.A further advantage is, for example, that the adjustment of the winding ring can be operated remotely. A crew member of a sailing yacht can, prior to engaging a certain maneuver, for example before tacking, control the ship's winch from a remote position, for example from a helmsman's position. For carrying out different sailing maneuvers, it is advantageous that the setting of the winding ring can be carried out on command. A first ship's winch arranged on port side can hereby be operated simultaneously with a second ship's winch arranged on starboard. Before tacking, the first ship's winch can be driven to, for example, celebrate a line, while the second ship's winch can be driven to pull a line. The steering of the ship's winch can comprise a step in which the winding ring is first enlarged or reduced before the drum drive is driven and tensile stresses in the line increase or decrease. For example, the wrapping ring can be enlarged at the first ship's winch, while the wrapping ring at the second ship's winch is reduced before the line is celebrated or drawn on. By adjusting the winding ring in time, preferably in advance, to a desired outer diameter associated with the sailing maneuver, a more reliable operation of the ship's winch can thus be obtained with advantage.

In een uitvoeringsvorm van de scheepslier volgens de uitvinding is de grootte van de buitendiameter van het aanlegvlak is door bediening van het instelmechanisme instelbaar op een buitendiameter die kleiner is dan de wikkeldiameter van het wikkeloppervlak. In een situatie dat een trekkracht in een doorgevoerde lijn afneemt, is het mogelijk om de grootte van de buitendiameter van het aanlegvlak door middel van bediening van de in stel aandrijving zodanig in te stellen dat de grootte van de buitendiameter kleiner is dan de wikkeldiameter van het wikkeloppervlak. Dit is voordelig in een situatie dat een lijn met de lier wordt ingehaald en van de wikkelring naar de trommel wordt overgebracht. Door de kleinere buitendiameter van het aanlegvlak zal een op de wikkelring opgenomen wikkel een relatief kleine diameter hebben dan de grootte van de wikkeldiameter. Bij het overbrengen van deze relatief kleine wikkel naar de trommel zal deze wikkel de grootte van de wikkeldiameter moeten aannemen, waardoor de wikkel strak gespannen wordt. Door dit effect van het straktrekken van wikkelingen op de trommel, wordt tegengegaan dat de wikkelingen op de trommel gaan lussen. Door het straktrekken is de kans op het ontstaan van losse wikkelingen op de trommel verminderd. Met voordeel is daardoor de betrouwbaarheid van de werking van de scheepslier verhoogd.In an embodiment of the ship's winch according to the invention, the size of the outer diameter of the contact surface is adjustable by operating the adjusting mechanism to an outer diameter that is smaller than the winding diameter of the winding surface. In a situation where a tensile force in a lead-through line decreases, it is possible to adjust the size of the outside diameter of the contact surface by operating the actuator so that the size of the outside diameter is smaller than the winding diameter of the wrapping surface. This is advantageous in a situation where a line with the winch is overtaken and transferred from the winding ring to the drum. Due to the smaller outer diameter of the contact surface, a winding received on the winding ring will have a relatively small diameter than the size of the winding diameter. When transferring this relatively small winding to the drum, this winding will have to assume the size of the winding diameter, so that the winding is tightly tensioned. This effect of tightening windings on the drum prevents the windings from looping on the drum. Tightening reduces the chance of loose windings on the drum. Advantageously, the reliability of the operation of the ship's winch is thereby increased.

In een uitvoeringsvorm van de scheepslier volgens de uitvinding is de wikkelring integraal gevormd met de trommel. De trommel en de wikkelring kunnen uit een stuk vervaardigd zijn of twee vast aan elkaar bevestigde onderdelen omvatten. Bij voorkeur heeft de trommel een cilindrisch mantelvlak, waarbij een gedeelte van het cilindrisch mantelvlak een wikkeloppervlak vormt en waarbij een aansluitend gedeelte de wikkelring vormt. Typisch heeft het wikkeloppervlak een constante wikkeldiameter of is het wikkeloppervlak licht conisch uitgevoerd in een richting van de wikkelring vandaan. Bij voorkeur omvat de wikkelring aan een buitenomtrek een groef voor het opnemen van een lijndeel. De groef kan in de trommel zijn opgenomen voor de integrale vorming van de wikkelring in de trommel.In one embodiment of the ship's winch according to the invention, the winding ring is integrally formed with the drum. The drum and the winding ring can be made in one piece or comprise two parts fixed to each other. The drum preferably has a cylindrical lateral surface, wherein a portion of the cylindrical lateral surface forms a wrapping surface and a contiguous portion forms the wrapping ring. Typically, the winding surface has a constant winding diameter or the winding surface is slightly conical in a direction away from the winding ring. The winding ring preferably comprises an groove on an outer circumference for receiving a line part. The groove may be received in the drum for the integral formation of the winding ring in the drum.

De groef heeft bij voorkeur een afgeronde dwarsdoorsnede. De groef heeft dan een ronde groeibodem en groefwanden. De groefbodem heeft een buitendiameter die kleiner is dan de wikkeldiameter van het wikkeloppervlak. De groefwanden zorgen voor een axiale opsluiting van een in de groef opgenomen lijndeel.The groove preferably has a rounded cross-section. The groove then has a round growth bottom and groove walls. The groove bottom has an outer diameter that is smaller than the wrapping diameter of the wrapping surface. The groove walls ensure axial confinement of a line part received in the groove.

De uitvoeringsvorm, waarbij de trommel en de wikkelring integraal zijn gevormd is voordelig, omdat zowel de wikkelring als de trommel gelagerd kunnen worden op dezelfde lagering. De trommel is in rotatie gelagerd ten opzichte van het gestel. De lagering van de trommel is zodanig gedimensioneerd dat deze geschikt is om grote optredende belastingen te weerstaan. Het is voordelig om de wikkelring integraal te vormen met de trommel, omdat de wikkelring dan tevens gelagerd is op de lagering van de trommel en daarmee tevens ingericht is om grote belastingen op de wikkelring te weerstaan. Het is bovendien een voordeel dat bij een trommel en wikkelring uit een stuk geen extra afzonderlijke lagering nodig is voor de lagering van de wikkelring.The embodiment in which the drum and the winding ring are integrally formed is advantageous because both the winding ring and the drum can be mounted on the same bearing. The drum is mounted in rotation relative to the frame. The bearing of the drum is dimensioned such that it is suitable to withstand large loads occurring. It is advantageous to form the winding ring integrally with the drum, because the winding ring is then also mounted on the bearing of the drum and is therefore also designed to withstand large loads on the winding ring. Moreover, it is an advantage that with a one-piece drum and winding ring no additional separate bearing is required for bearing winding.

In een alternatieve uitvoeringsvorm van de scheepslier volgens de uitvinding is de wikkelring een afzonderlijk onderdeel. De wikkelring is dan separaat van de trommel in rotatie gelagerd ten opzichte van het gestel. In een uitvoering daarvan omvat de wikkelring een vrijlooplager, waarbij de wikkelring in een eerste rotatierichting van de trommel onafhankelijk van de trommel roteerbaar is met de trommel en waarbij de wikkelring in een tegenovergestelde tweede rotatierichting van de trommel meeroteert. In de eerste rotatierichting van de trommel kan een lijn die verbonden is met een zeil worden ingehaald en van de wikkelring naar de trommel worden overgebracht. In de eerste rotatierichting kan de wikkelring een rotatiesnelheid hebben die lager is dan de rotatiesnelheid van de trommel. Dit heeft het gunstige effect dat de wikkelingen op de trommel tijdens het inhalen van de lijn worden strak getrokken. In de tweede rotatierichting van de trommel kan een lijn die verbonden is met een zeil worden afgegeven en van de trommel naar de wikkelring worden overgebracht. Door het meedraaien van de wikkelring met de trommel draagt de wikkelring bij in het afgeven van de lijn, waardoor een opstropen van de lijn wordt tegengegaan en de werking van de Herwordt bevorderd.In an alternative embodiment of the ship's winch according to the invention, the winding ring is a separate part. The winding ring is then rotated separately from the drum relative to the frame. In one embodiment thereof, the winding ring comprises a freewheel bearing, the winding ring being rotatable with the drum independently of the drum in a first direction of rotation of the drum and the winding ring rotating in an opposite second direction of rotation of the drum. In the first direction of rotation of the drum, a line connected to a tarpaulin can be overtaken and transferred from the winding ring to the drum. In the first direction of rotation, the winding ring can have a rotation speed that is lower than the rotation speed of the drum. This has the favorable effect that the windings on the drum are pulled tight during the line-up. In the second direction of rotation of the drum, a line connected to a sail can be dispensed and transferred from the drum to the winding ring. By turning the winding ring along with the drum, the winding ring contributes to the dispensing of the line, thereby preventing the line from rolling up and promoting the functioning of the Her.

In een uitvoeringsvorm van de scheepslier volgens de uitvinding omvat het instelmechanisme van de wikkelring ten minste een instelnok. Bij voorkeur omvat het instelmechanisme meerdere over de omtrek verdeelde instelnokken. De ten minste ene nok is opgenomen in een kamer. De kamer is gepositioneerd aan de buitenomtrek van de wikkelring. Bij voorkeur is de kamer gepositioneerd in de groef aan de buitenomtrek van de wikkelring. De ten minste ene instelnok is beweegbaar van een eerste nok eindstand I naar een tweede nok eindstand II. Bij voorkeur is de instelnok beweegbaar in een radiale richting. In de eerste nok eindstand I heeft het aangrijpvlak een eerste buitendiameter ‘d1’. In de tweede nok eindstand II heeft het aangrijpvlak een tweede buitendiameter ‘d2’. De tweede buitendiameter ‘d2’ is groter dan de eerste buitendiameter ‘d1’. De variabele grootte van de buitendiameter van het aanlegvlak is afhankelijk van de positie van de ten minste ene instelnok ten opzichte van de kamer.In an embodiment of the ship's winch according to the invention, the adjusting mechanism of the winding ring comprises at least one adjusting cam. The adjusting mechanism preferably comprises a plurality of adjusting cams distributed over the circumference. The at least one cam is included in a room. The chamber is positioned on the outer circumference of the wrap ring. Preferably the chamber is positioned in the groove on the outer circumference of the winding ring. The at least one adjusting cam is movable from a first cam end position I to a second cam end position II. The adjusting cam is preferably movable in a radial direction. In the first cam end position I, the engagement surface has a first outer diameter "d1". In the second cam end position II, the engagement surface has a second outer diameter "d2". The second outside diameter "d2" is larger than the first outside diameter "d1". The variable size of the outer diameter of the contact surface depends on the position of the at least one adjustment cam relative to the chamber.

In een uitvoeringsvorm van de scheepslier volgens de uitvinding is de eerste buitendiameter ‘d1’ van het aangrijpvlak bij de eerste nok eindstand I kleiner dan de wikkeldiameter van het wikkeloppervlak en de tweede buitendiameter ‘d2’ van het aangrijpvlak bij de tweede nok eindstand II groter is dan de wikkeldiameter van het wikkeloppervlak. Bij het met behulp van de lier inhalen van een lijn die met een zeil verbonden is, is het voordelig om de buitendiameter van het aanlegvlak van de wikkelring in te stellen op de eerste buitendiameter ‘d1’, omdat hierdoor de wikkelingen op de trommel strak worden getrokken. Bij het met behulp van de lier afgeven van een lijn die met een zeil verbonden is, is het voordelig om de buitendiameter van het aanlegvlak van de wikkelring in te stellen op de tweede buitendiameter ‘d2’, omdat hierdoor de lijn vanaf de wikkelring met een grotere snelheid wordt afgegeven, waardoor tevens de wikkelingen op de trommel strak worden getrokken. Met voordeel kan met deze uitvoeringsvorm van de lier dus zowel bij het inhalen als bij het afgeven van een lijn het risico op de vorming van losse wikkelingen rondom de trommel verminderd worden.In an embodiment of the ship's winch according to the invention, the first outer diameter 'd1' of the engagement surface at the first cam end position I is smaller than the winding diameter of the winding surface and the second outer diameter 'd2' of the engagement surface at the second cam end position II is larger then the winding diameter of the winding surface. When overtaking a line connected with a sail with the help of the winch, it is advantageous to adjust the outer diameter of the contact surface of the winding ring to the first outer diameter 'd1', because this causes the windings on the drum to become taut drawn. When delivering a line connected to a sail with the aid of the winch, it is advantageous to adjust the outer diameter of the contact surface of the winding ring to the second outer diameter 'd2', because this causes the line from the winding ring to have a greater speed is delivered, so that the windings on the drum are also pulled taut. Advantageously, this embodiment of the winch therefore reduces the risk of forming loose windings around the drum both when overtaking and when delivering a line.

In een uitvoeringsvorm van de scheepslier volgens de uitvinding omvat de instelaandrijving een hydraulisch circuit. In het hydraulisch circuit is een hydraulische pomp opgenomen. Via ten minste een leiding is de pomp in stromingsverbinding met een drukkamer voor het uitoefenen van een drukkracht op de ten minste een instelnok van het instelmechanisme. De drukkamer is gepositioneerd aan een binnen gelegen zijde van de ten minste ene instelnok. Door het uitoefenen van een druk kan de instelnok tegen de tegendruk die door een lijndeel wordt geleverd naar buiten worden bewogen, zodat de wikkeling van het lijndeel een grotere diameter krijgt. Hiermee is de aansturing en instelbaarheid van de grootte van de buitendiameter van het aanlegvlak van de wikkelring hydraulisch. Door de hydraulische aansturing is een robuuste en in werking betrouwbare configuratie van de lier verkregen.In an embodiment of the ship's winch according to the invention, the adjusting drive comprises a hydraulic circuit. A hydraulic pump is included in the hydraulic circuit. Via at least one line, the pump is in flow communication with a pressure chamber for exerting a pressure force on the at least one adjusting cam of the adjusting mechanism. The pressure chamber is positioned on an inner side of the at least one adjusting cam. By applying a pressure, the adjusting cam can be moved outwards against the back pressure supplied by a line part, so that the winding of the line part acquires a larger diameter. With this, the control and adjustability of the size of the outer diameter of the contact surface of the winding ring is hydraulic. Due to the hydraulic control, a robust and reliable operation of the winch has been achieved.

In een voordelige uitvoeringsvorm van de scheepslier volgens de uitvinding omvat de lier ten minste een met de lierbesturing werkzaam verbonden sensor. De sensor is ingericht voor het meten van een optredende kracht die representatief is voor een optredende trekkracht in de doorgevoerde lijn. Vervolgens is de variabele grootte van de buitendiameter van het aangrijpvlak van de wikkelring in afhankelijkheid van de optredende trekkracht in de doorgevoerde lijn doormiddel van de instelaandrijving en het instelmechanisme instelbaar. Door de aanwezigheid van de ten minste ene sensor kan de grootte van de buitendiameter van het aanlegvlak van de wikkelring direct aangepast worden in een situatie dat een trekkracht in een doorgevoerde lijn veranderd. Met behulp van de ten minste ene sensor wordt direct een veranderende situatie gedetecteerd. In vergelijking tot een menselijk ingrijpen kan door toepassing van de lierbesturing met ten minste een sensor snel en nauwkeurig ingespeeld worden op veranderende situaties. Met name tijdens manoeuvres tijdens het zeilen, zoals het overstag gaan zal de trekkracht in een lijn snel kunnen veranderen. Door de aanwezigheid van de ten minste ene sensor worden veranderingen snel gedetecteerd en wordt het risico kleiner dat de veranderende trekkrachten tot storingen leiden in de werking van de lier. Met voordeel draagt de aanwezigheid van de ten minste ene sensor bij aan een zelfstandige werking van de lier.In an advantageous embodiment of the ship's winch according to the invention, the winch comprises at least one sensor operatively connected to the winch control. The sensor is adapted to measure an occurring force that is representative of an occurring tensile force in the lead-through line. The variable size of the outside diameter of the engagement surface of the winding ring can then be adjusted in dependence on the tensile force occurring in the fed-through line by means of the adjusting drive and the adjusting mechanism. Due to the presence of the at least one sensor, the size of the outer diameter of the contact surface of the winding ring can be directly adjusted in a situation that a tensile force changes in a fed-through line. With the help of the at least one sensor, a changing situation is immediately detected. In comparison with human intervention, the winch control with at least one sensor can quickly and accurately respond to changing situations. Especially during maneuvers during sailing, such as tacking, the pulling force in a line can change quickly. Due to the presence of the at least one sensor, changes are quickly detected and the risk is reduced that the changing tensile forces lead to malfunctions in the operation of the winch. The presence of the at least one sensor advantageously contributes to an independent operation of the winch.

In een verdere uitvoeringsvorm van de scheepslier volgens de uitvinding is de lierbesturing werkzaam verbonden met een motor van de trommelaandrijving voor het aansturen van de rotatiesnelheid van de trommel. Naast het aansturen van de instel-aandrijving van de wikkelring kan tevens de rotatiesnelheid van de trommel worden geregeld. Hiermee ontstaan verdere mogelijkheden om te anticiperen op veranderende situaties. De grootte van de buitendiameter van het aanlegvlak van de wikkelring kan ingesteld worden in combinatie met een instelling van de rotatiesnelheid van de trommel. Bij het afgeven van een lijn kan de grootte van de buitendiameter van het aanlegvlak bijvoorbeeld vergroot worden, waarbij tevens de rotatiesnelheid van de trommel verminderd wordt in een situatie dat een trekkracht in de lijn afneemt. De regeling van de rotatiesnelheid van de trommel met behulp van de lierbesturing verbetert verder de mogelijkheden van een zelfstandig werkzame lier.In a further embodiment of the ship's winch according to the invention, the winch control is operatively connected to a motor of the drum drive for controlling the rotation speed of the drum. In addition to controlling the setting drive of the winding ring, the rotation speed of the drum can also be controlled. This creates further opportunities to anticipate changing situations. The size of the outer diameter of the contact surface of the winding ring can be adjusted in combination with an adjustment of the rotation speed of the drum. When delivering a line, the size of the outer diameter of the bearing surface can be increased, for example, whereby the rotational speed of the drum is also reduced in a situation where a pulling force in the line decreases. The control of the rotation speed of the drum with the aid of the winch control further improves the possibilities of an independently operating winch.

In een uitvoeringsvorm van de scheepslier volgens de uitvinding is de lierbesturing verbonden met een weergavescherm voor het weergeven van ten minste een parameter. Bij voorkeur is het weergavescherm gepositioneerd aan een bovenzijde van de lier, zodanig dat het weergavescherm voor een gebruiker tijdens gebruik in een zichtlijn ligt. Bij voorkeur is het weergavescherm gepositioneerd op een kap van de lier. De parameter betreft een voor het zeilen relevante parameter. De weergegeven parameter betreft bijvoorbeeld een lijnsnelheid, een trekkracht in de lijn et cetera. De lijnsnelheid kan bijvoorbeeld afgeleid zijn van de rotatiesnelheid van de trommel. Bij voorkeur betreft de parameter een door de ten minste ene sensor gemeten waarde, bijvoorbeeld een optredende belasting die werkzaam is op de lier.In one embodiment of the ship's winch according to the invention, the winch controller is connected to a display screen for displaying at least one parameter. The display screen is preferably positioned on a top side of the winch, such that the display screen for a user is in a line of sight during use. Preferably, the display screen is positioned on a winch cap. The parameter is a relevant parameter for sailing. The parameter shown relates, for example, to a line speed, a pulling force in the line, etc. The line speed can for example be derived from the rotation speed of the drum. The parameter preferably relates to a value measured by the at least one sensor, for example an occurring load acting on the winch.

In een uitvoeringsvorm van de scheepslier volgens de uitvinding is de lierbesturing werkzaam koppelbaar met een hoofdbesturing van een schip. Door de lierbesturing te integreren in de hoofdbesturing kan de lierbesturing en daarmee de lier centraal en op afstand bediend worden. De lier kan bijvoorbeeld vanuit een kajuit van een schip bediend worden.In an embodiment of the ship's winch according to the invention, the winch control can be operably coupled to a main control of a ship. By integrating the winch control into the main control, the winch control and thus the winch can be operated centrally and remotely. The winch can for example be operated from a cabin of a ship.

Voorts heeft de uitvinding betrekking op een samenstel van de scheepslier volgens de uitvinding en ten minste een opslagtrommel voor het opslaan van een over de lier gevoerde lijn. De opslagtrommel zorgt eventueel verder voor een trekkracht op de van de lier afkomstige lijn, hetgeen bijdraagt aan het strak houden van wikkelingen op de trommel.The invention further relates to an assembly of the ship's winch according to the invention and at least one storage drum for storing a line carried over the winch. The storage drum optionally further provides a tensile force on the line coming from the winch, which contributes to keeping the windings tight on the drum.

In een uitvoeringsvorm van het samenstel volgens de uitvinding omvat het samenstel een scheepslier volgens de uitvinding in combinatie met ten minste twee opslagtrommels. Uiteinden van lijnen afkomstig van verschillende typen zeilen van een zeiljacht kunnen continu met de opslagtrommels verbonden blijven. De lijn afkomstig van een grootzeil kan continu verbonden blijven met een toebehorende opslagtrommel. De lijn afkomstig van een genakkerzeil kan continu verbonden blijven met een toebehorende opslagtrommel. De lier kan achtereenvolgens door een eerste lijn af te nemen en een volgende lijn op te nemen gebruikt worden in combinatie met de verschillende opslagtrommels.In an embodiment of the assembly according to the invention, the assembly comprises a ship's winch according to the invention in combination with at least two storage drums. Ends of lines from different types of sails of a sailing yacht can be continuously connected to the storage drums. The line coming from a mainsail can be continuously connected to an associated storage drum. The line originating from a genakker sail can be continuously connected to an associated storage drum. The winch can be successively taken by taking a first line and taking a next line in combination with the different storage drums.

Voorts heeft de uitvinding betrekking op een zeiljacht omvattende een scheepslier volgens de uitvinding. In een uitvoeringsvorm van het zeiljacht omvat het zeiljacht een hoofdbesturing die werkzaam verbonden is met de lierbesturing. Hierdoor is de lier door middel van hoofdbesturing van het zeiljacht met voordeel op afstand bedienbaar. In een uitvoeringsvorm omvat het zeiljacht een samenstel van een lier volgens de uitvinding en ten minste een opslagtrommel voor het opslaan van een via de lier doorgevoerde lijn. In een uitvoeringsvorm zijn zowel de lier als de opslagtrommel op het dek van het zeiljacht gepositioneerd. De ten minste ene opslagtrommel kan op het dek achter de lier zijn opgesteld. In een andere uitvoeringsvorm kan de lier op het dek van het zeiljacht zijn gepositioneerd en de opslagtrommel benedendeks. In een andere uitvoeringsvorm kunnen zowel de opslagtrommel als de lier benedendeks zijn gepositioneerd.The invention further relates to a sailing yacht comprising a ship's winch according to the invention. In one embodiment of the sailing yacht, the sailing yacht comprises a main control operatively connected to the winch control. As a result, the winch can be operated remotely by means of main control of the sailing yacht. In one embodiment the sailing yacht comprises an assembly of a winch according to the invention and at least one storage drum for storing a line fed through the winch. In one embodiment, both the winch and the storage drum are positioned on the deck of the sailing yacht. The at least one storage drum can be arranged on the deck behind the winch. In another embodiment, the winch may be positioned on the deck of the sailing yacht and the storage drum below deck. In another embodiment, both the storage drum and the winch may be positioned below deck.

Voorts heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het bedienen van de scheepslier, waarbij de werkwijze de stappen omvat van het verschaffen van een scheepslier volgens de uitvinding en het aanpassen van de grootte van de buitendiameter van het aanlegvlak van de wikkelring door het met de lierbesturing bedienen van de instelaandrijving van het instelmechanisme.The invention further relates to a method for operating the ship's winch, the method comprising the steps of providing a ship's winch according to the invention and adjusting the size of the outer diameter of the contact surface of the winding ring by controlling it with the winch control operating the adjustment drive of the adjustment mechanism.

In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding wordt de grootte van de buitendiameter zodanig aangepast dat de buitendiameter van het aanlegvlak kleiner wordt dan een wikkeldiameter van het wikkeloppervlak van de trommel. Dit heeft het voordeel dat wikkelingen bij het inhalen van een lijn strakker om het wikkeloppervlak van de trommel kunnen worden gevoerd. Dit is met name voordelig bij hoge inhaalsnelheden.In an embodiment of the method according to the invention, the size of the outer diameter is adjusted such that the outer diameter of the contact surface becomes smaller than a winding diameter of the winding surface of the drum. This has the advantage that windings can be fed tighter around the winding surface of the drum when overtaking a line. This is particularly advantageous at high catch-up speeds.

In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding wordt de lierbesturing vanuit een hoofdbesturing van een zeiljacht aangestuurd. Dit heeft het voordeel dat de lier op afstand kan worden aangestuurd zonder dat een bemanningslid bij de lier aanwezig is.In an embodiment of the method according to the invention, the winch control is controlled from a main control of a sailing yacht. This has the advantage that the winch can be controlled remotely without a crew member being present at the winch.

In een uitvoeringsvorm van werkwijze volgens de uitvinding wordt door middel van een sensor een kracht gemeten die representatief is voor een optredende trekkracht in een doorgevoerde lijn over de lier. Door de sensor wordt een stuursignaal aan de lierbesturing gezonden, waarbij de trommelaandrijving en/of de instelaandrijving wordt aangestuurd op basis van het door de sensor toegezonden stuursignaal.In an embodiment of the method according to the invention, a force is measured by means of a sensor which is representative of an occurring tensile force in a fed-through line over the winch. A control signal is sent by the sensor to the winch control, the drum drive and / or the adjustment drive being controlled on the basis of the control signal sent by the sensor.

In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding is de lierbesturing werkzaam verbonden met een weergavescherm en wordt technische informatie weergegeven op het weergavescherm. De technische informatie heeft betrekking op de condities bij het zeilen. Op het weergavescherm wordt bijvoorbeeld een parameter, zoals mijn snelheid en/of optredende trekkracht tijdens bedrijf weergegeven.In one embodiment of the method according to the invention, the winch controller is operatively connected to a display screen and technical information is displayed on the display screen. The technical information relates to the sailing conditions. On the display screen, for example, a parameter such as my speed and / or occurring traction force during operation is displayed.

Een eerste aspect van de uitvinding heeft betrekking op een scheepslier volgens conclusie 1.A first aspect of the invention relates to a ship's winch according to claim 1.

Een tweede aspect van de uitvinding heeft betrekking op een scheepslier volgens de aanhef van conclusie 1 met het kenmerk dat de scheepslier een lierbesturing omvat met een instelaandrijving die verbonden is met een instelmechanisme voor het instellen van de variabele grootte van de buitendiameter van het aanlegvlak van de wikkelring, waarbij de grootte van de buitendiameter van het aanlegvlak door bediening van het instelmechanisme instelbaar is, waarbij de buitendiameter instelbaar is op een buitendiameter die groter of gelijk is aan de wikkeldiameter van het wikkeloppervlak.A second aspect of the invention relates to a ship's winch according to the preamble of claim 1, characterized in that the ship's winch comprises a winch control with a setting drive connected to a setting mechanism for setting the variable size of the outer diameter of the contact surface of the winding ring, wherein the size of the outer diameter of the contact surface is adjustable by operating the adjusting mechanism, the outer diameter being adjustable to an outer diameter that is greater than or equal to the winding diameter of the winding surface.

Een derde aspect van de uitvinding heeft betrekking op een scheepslier volgens de aanhef van conclusie 1 met het kenmerk dat de scheepslier een lierbesturing omvat, waarbij de lierbesturing verbonden is met een weergavescherm voor het weergeven van ten minste een parameter, zoals een lijnsnelheid en/of trekkracht.A third aspect of the invention relates to a ship's winch according to the preamble of claim 1, characterized in that the ship's winch comprises a winch control, the winch control being connected to a display screen for displaying at least one parameter, such as a line speed and / or traction.

Een vierde aspect van de uitvinding heeft betrekking op een scheepslier volgens de aanhef van conclusie 1 met het kenmerk dat de scheepslier een lierbesturing omvat, waarbij de lierbesturing werkzaam koppelbaar is met een hoofdbesturing van een schip, zodanig dat de lier op afstand bedienbaar is.A fourth aspect of the invention relates to a ship's winch according to the preamble of claim 1, characterized in that the ship's winch comprises a winch control, wherein the winch control can be operably coupled to a main control of a ship, such that the winch can be operated remotely.

Het zal de vakman duidelijk zijn dat technische details die hierin besproken zijn aan de hand van de scheepslier volgens het eerste aspect van de uitvinding, indien gewenst, combineerbaar zijn met een scheepslier volgens een of meer van de andere aspecten volgens de uitvinding.It will be apparent to those skilled in the art that technical details discussed herein with reference to the ship's winch according to the first aspect of the invention may, if desired, be combined with a ship's winch according to one or more of the other aspects of the invention.

Verdere uitvoeringsvormen van de scheepslier, het samenstel, het zeiljacht in de werkwijze volgens de uitvinding zijn weergegeven in de onderconclusies.Further embodiments of the ship's winch, the assembly, and the sailing yacht in the method according to the invention are shown in the subclaims.

De uitvinding zal nader worden uitgelegd aan de hand van bijgevoegde tekeningen. De tekeningen illustreren een praktische uitvoeringsvorm van de scheepslier volgens de uitvinding en mogen niet worden beschouwd in beperkende zin voor de beschermings-omvang, waarbij:The invention will be further explained with reference to the accompanying drawings. The drawings illustrate a practical embodiment of the ship's winch according to the invention and should not be considered as limiting the scope of protection, wherein:

Figuur 1A een aanzicht in perspectief toont van een uitvoeringsvorm van de scheepslier volgens de uitvinding;Figure 1A shows a perspective view of an embodiment of the ship's winch according to the invention;

Figuren 1B-1E respectievelijk een voor-, zij-, bovenaanzicht en schematisch aanzicht in dwarsdoorsnede tonen van de scheepslier, zoals getoond in figuur 1A;Figures 1B-1E show a front, side, top and schematic cross-sectional view, respectively, of the ship's winch, as shown in Figure 1A;

Figuur 1F een aanzicht in detail toont van een eerste en een tweede nok eindstand I en II van een instelmechanisme van de scheepslier.Figure 1F shows a detail view of a first and a second cam end positions I and II of a ship's winch adjustment mechanism.

De figuren 1A-1E tonen in verschillende aanzichten een uitvoeringsvorm van de scheepslier 1 volgens de uitvinding. Figuur 1A toont de lier 1 in een aanzicht in perspectief. De figuren 1B, 1C en 1D tonen respectievelijk een zijaanzicht, vooraanzicht en bovenaanzicht van de lier 1, zoals getoond in figuur 1A. Figuur 1E toont een aanzicht in dwarsdoorsnede van de lier 1 over de lijn B-B, zoals weergegeven in figuur 1D.Figures 1A-1E show in different views an embodiment of the ship's winch 1 according to the invention. Figure 1A shows the winch 1 in a perspective view. Figures 1B, 1C and 1D show a side view, front view and top view of the winch 1, respectively, as shown in figure 1A. Figure 1E shows a cross-sectional view of the winch 1 along the line B-B, as shown in Figure 1D.

De lier 1 is ingericht voor het doorvoeren van een lijn, in het bijzonder een schoot van een zeil aan boord van een schip, in het bijzonder een zeiljacht, meer in het bijzonder een groot zeiljacht van ten minste 15 m lengte.The winch 1 is arranged for carrying a line, in particular a sheet of a sail on board a ship, in particular a sailing yacht, more in particular a large sailing yacht of at least 15 m in length.

De scheepslier 1 heeft een gestel 2. Het gestel 2 vormt een voet van de lier 1. Het gestel 2 heeft een vlakke onderzijde voor de plaatsing van de lier 1 op een dek van een schip, in het bijzonder op het dek van een zeiljacht. Het gestel 2 heeft boutgaten om het gestel 2 met een boutverbinding vast te zetten. Het getoonde type lier 1 wordt ook wel een kaapstaander lier, in het Engels een capstan winch, genoemd. De lier 1 wordt ook wel schootslier genoemd.The ship's winch 1 has a frame 2. The frame 2 forms a foot of the winch 1. The frame 2 has a flat underside for placing the winch 1 on a deck of a ship, in particular on the deck of a sailing yacht. The frame 2 has bolt holes for securing the frame 2 with a bolt connection. The type of winch 1 shown is also referred to as a capstan winch, a capstan winch in English. The winch 1 is also referred to as a streamer.

De scheepslier 1 heeft een trommel 4. De trommel 4 is roteerbaar om een axiale as 41 verbonden met het gestel 2. De lier 1 omvat een trommelaandrijving 40 voor het in rotatie aandrijven van de trommel 4. De trommelaandrijving 40 is deels gepositioneerd in een inwendige ruimte van de trommel 4. De trommelaandrijving 40 omvat bijvoorbeeld een tandwieloverbrenging, bij voorkeur een planetaire tandwieloverbrenging, tussen een motor of lierhendel aangedreven as en de trommel.The ship's winch 1 has a drum 4. The drum 4 is rotatably connected to the frame 2 about an axial axis 41. The winch 1 comprises a drum drive 40 for driving the drum 4 in rotation. The drum drive 40 is partially positioned in an interior space of the drum 4. The drum drive 40 comprises, for example, a gear transmission, preferably a planetary gear transmission, between a motor or winch-driven shaft and the drum.

De trommel 4 heeft een uitwendig mantelvlak. Het mantelvlak vormt een wikkel-oppervlak 42. Het wikkeloppervlak 42 heeft een bepaalde wikkeldiameter voor het opnemen van ten minste een wikkeling van een doorgevoerde lijn. De wikkeldiameter van het wikkeloppervlak 42 is bepaald, hetgeen betekent dat de wikkeldiameter van het wikkeloppervlak 42 in maatvoering vast is. De buitenmaat van het wikkeloppervlak 42 is statisch, niet-dynamisch, niet-instelbaar en niet-variabel.The drum 4 has an external lateral surface. The lateral surface forms a winding surface 42. The winding surface 42 has a certain winding diameter for receiving at least one winding of a lead-through line. The winding diameter of the winding surface 42 is determined, which means that the winding diameter of the winding surface 42 is fixed in dimensions. The outer dimension of the wrapping surface 42 is static, non-dynamic, non-adjustable and non-variable.

Het wikkeloppervlak 42 kan een wikkeldiameter hebben met een constante maat die bijvoorbeeld tussen 15 cm en 60 cm ligt, zodat het wikkeloppervlak 42 cilindrisch is. Het wikkeloppervlak 42 kan in axiale richting een licht toenemende wikkeldiameter hebben, zodat het wikkeloppervlak 42 enigszins conisch is. Het wikkeloppervlak 42 strekt zich uit van een eerste axiaal einde naar een tweede axiaal einde. In axiale richting heeft het wikkeloppervlak een lengte voor het opnemen van de ten minste een wikkeling van de doorgevoerde lijn. Typisch, heeft het wikkeloppervlak 42 een lengte voor het opnemen van ten minste drie wikkelingen, in het bijzonder ten minste vijf wikkelingen van de doorgevoerde lijn.The wrapping surface 42 can have a wrapping diameter with a constant size that is, for example, between 15 cm and 60 cm, so that the wrapping surface 42 is cylindrical. The winding surface 42 can have a slightly increasing winding diameter in the axial direction, so that the winding surface 42 is somewhat conical. The winding surface 42 extends from a first axial end to a second axial end. The winding surface has a length in axial direction for receiving the at least one winding of the lead-through line. Typically, the winding surface 42 has a length for receiving at least three windings, in particular at least five windings of the lead-through line.

De trommel 4 is bij het eerste axiaal einde voorzien van een wikkelring 43. De wikkelring 43 is ingericht voor het geleiden van een lijndeel van een doorgevoerde lijn in een eerste omloop om de axiale as 41. De wikkelring 43 geleid het lijndeel over ten minste een gedeelte van een in hoofdzaak cirkelvormige baan. Aan de buitenomtrek heeft de wikkelring 43 een aanlegvlak 431. Het aanlegvlak dient voor het laten aanliggen van het lijndeel tegen de wikkelring 43. Het aanlegvlak 431 heeft een variabele buitendiameter. De buitendiameter is variabel in grootte. Tijdens bedrijf kan de grootte van de buitendiameter van het aanlegvlak 431 worden ingesteld.At the first axial end, the drum 4 is provided with a winding ring 43. The winding ring 43 is adapted to guide a line part of a lead-through line in a first turn about the axial axis 41. The winding ring 43 guides the line part over at least one portion of a substantially circular path. On the outer circumference, the winding ring 43 has an abutment surface 431. The abutment surface serves to make the line part abut against the winding ring 43. The abutment surface 431 has a variable outer diameter. The outer diameter is variable in size. During operation, the size of the outer diameter of the abutment surface 431 can be adjusted.

Nabij het eerste axiaal einde van het wikkeloppervlak omvat de scheepslier een tiller 6. De tiller 6 is ingericht voor het geleiden van een lijndeel. Tijdens gebruik van de lier 1 ligt een lijn omgeslagen rondom de wikkelring 43, de tiller 6 en ten minste eenmaal rondom het wikkeloppervlak 42 of ten minste een deel daarvan. De lijn volgt een schroeflijnvormige baan. De tiller 6 dient voor het geleiden van het lijndeel over de baan in de vorm van een schroeflijn. De tiller 6 geleidt het lijndeel vanaf het aanlegvlak 431 van de wikkelring 43 naar het eerste einde van het wikkeloppervlak 42 van de trommel 4.Near the first axial end of the winding surface, the ship's winch comprises a tiller 6. The tiller 6 is adapted to guide a line part. During use of the winch 1 a line is wrapped around the winding ring 43, the tiller 6 and at least once around the winding surface 42 or at least a part thereof. The line follows a helical path. The tiller 6 serves to guide the line part along the path in the form of a helix. The tiller 6 guides the line part from the abutment surface 431 of the winding ring 43 to the first end of the winding surface 42 of the drum 4.

De grootte van de variabele buitendiameter van het aanlegvlak 431 is instelbaar door middel van een lierbesturing 5. De lierbesturing 5 omvat een instelaandrijving 51 die werkzaam verbonden is met een instelmechanisme 50 voor het instellen van de grootte van de variabele buitendiameter van het aanlegvlak 431. De grootte van de variabele buitendiameter van het aanlegvlak 431 is door de aanwezigheid van de lierbesturing 5 actief regelbaar.The size of the variable outer diameter of the abutment surface 431 is adjustable by means of a winch control 5. The winch control 5 comprises an adjustment drive 51 which is operatively connected to an adjustment mechanism 50 for adjusting the size of the variable outer diameter of the abutment surface 431. The The magnitude of the variable outer diameter of the abutment surface 431 can be actively controlled by the presence of the winch control.

Door de instelaandrijving 51 te bedienen is het instelmechanisme 50 instelbaar zodanig dat de buitendiameter van het aanlegvlak 431 kleiner in te stellen is dan de wikkeldiameter van het wikkeloppervlak 42. Bij het met de lier 1 inhalen van een lijn is het voordelig om de buitendiameter van het aanlegvlak 43 kleiner te laten zijn dan de wikkeldiameter van het wikkeloppervlak 42, omdat hierdoor de lijn strak op het wikkeloppervlak 42 kan worden opgenomen. Dit is met name voordelig in situaties waarbij de trekkracht op een lijn fluctueert en eventueel tijdelijk wegvalt. Bij het doorvoeren van een lijn op de lier 1, wordt de aanvankelijk kleine diameter van een wikkeling van de lijn rondom het aanlegvlak 431 van de wikkelring 43 via de tiller 6 overgebracht naar het wikkeloppervlak 42. Door de ten opzichte van het aanlegvlak 431 grotere wikkeldiameter van het wikkeloppervlak 42 zal de lijn in een wikkeling op het wikkeloppervlak 42 strak getrokken worden. Door het strak aanbrengen van de wikkelingen op het wikkeloppervlak 42 is het risico verlaagd dat wikkelingen op het wikkeloppervlak 42 gaan slippen of zelfs over elkaar heen lussen. Door het verkleinen van de buitendiameter van het aanlegvlak 43 tot een maat die kleiner is dan de wikkeldiameter van het wikkeloppervlak 42 wordt de vorming van losse lussen op het wikkeloppervlak 42 tegen gegaan en is het risico verlaagd dat de lijn op de lier tijdens bedrijf gaat slippen of vast zou lopen.By operating the adjusting drive 51, the adjusting mechanism 50 is adjustable such that the outer diameter of the abutment surface 431 can be adjusted to be smaller than the winding diameter of the winding surface 42. When overtaking a line with the winch 1, it is advantageous to adjust the outer diameter of the winding that the abutment surface 43 be smaller than the winding diameter of the winding surface 42, because this allows the line to be tightly received on the winding surface 42. This is particularly advantageous in situations where the pulling force on a line fluctuates and possibly temporarily disappears. When a line is passed on the winch 1, the initially small diameter of a winding of the line around the contact surface 431 of the winding ring 43 is transferred via the tiller 6 to the winding surface 42. The winding diameter larger than the contact surface 431 from the winding surface 42, the line will be drawn tightly in a winding on the winding surface 42. By tightly applying the windings to the winding surface 42, the risk is reduced that windings on the winding surface 42 will slip or even loop over one another. By reducing the outer diameter of the abutment surface 43 to a size smaller than the winding diameter of the winding surface 42, the formation of loose loops on the winding surface 42 is prevented and the risk of the line on the winch slipping during operation is reduced or get stuck.

In de getoonde uitvoeringsvorm van de wikkelring 43 omvat het aanlegvlak 431 een groef. De groef strekt zich uit rondom de buitenomtrek van de wikkelring 43. Het groef-vormige aanlegvlak 431 heeft groefwanden welke een doorgevoerde lijn zijdelings opsluiten, dus in een axiale richting van de trommel. Hiermee wordt tegengegaan dat een doorgevoerde lijn zich in axiale richting verplaatst ten opzichte van de wikkelring 43. De groef heeft een groeibodem met een ronding voor een uniforme verdeling van optredende krachten over de wikkelring.In the shown embodiment of the winding ring 43, the contact surface 431 comprises a groove. The groove extends around the outer circumference of the winding ring 43. The groove-shaped abutment surface 431 has groove walls which enclose a lead-through laterally, i.e. in an axial direction of the drum. This prevents a passed line from moving in the axial direction with respect to the winding ring 43. The groove has a growth bottom with a curve for a uniform distribution of occurring forces over the winding ring.

In de getoonde uitvoeringsvorm omvat het instelmechanisme 50 ten minste een instelnok 50.1. In de getoonde uitvoeringsvorm omvat het instelmechanisme 50 twaalf rond de omtrek verdeelde instelnokken 50.1, 50.2, 50.3... 50.11, 50.12. De ten minste ene instelnok 50.1 is opgenomen in een kamer 432 die gepositioneerd is aan de buitenomtrek van de wikkelring 43. De kamer 432 is gepositioneerd in de groef die het aanlegvlak 431 vormt. De instelnok 50.1 is in radiale richting beweegbaar opgenomen in de kamer 432.In the embodiment shown, the adjusting mechanism 50 comprises at least one adjusting cam 50.1. In the embodiment shown, the adjusting mechanism 50 comprises twelve adjusting cams 50.1, 50.2, 50.3 ... 50.11, 50.12 distributed around the circumference. The at least one adjusting cam 50.1 is received in a chamber 432 which is positioned on the outer circumference of the winding ring 43. The chamber 432 is positioned in the groove forming the abutment surface 431. The adjustment cam 50.1 is accommodated movably in the radial direction in the chamber 432.

Tijdens bedrijf is de grootte van de buitendiameter van het aanlegvlak 431 afhankelijk van de actief ingestelde positie van de ten minste ene instelnok 50.1. De instelnok 50.1 kan ten opzichte van de kamer 432 bewegen, zodanig dat de instelnok 50.1 in instelbare mate uitsteekt buiten de buitenomtrek van de wikkelring 43. De instelnok 50.1 kan ook in een eindstand geheel binnen de kamer 432 zijn opgenomen, zodanig dat de buitenomtrek van de wikkelring 43 bepalend is voor de kleinste maat van de grootte van de buitendiameter van het aanlegvlak 431. Hiermee heeft de buitendiameter van het aanlegvlak 431 een kleinste maat. De instelnok 50.1 kan in radiale richting buiten de kamer 432 uitsteken, zodanig dat de instelnok 50. 1 bepalend is voor de grootte van de buitendiameter van het aanlegvlak 431.During operation, the size of the outside diameter of the abutment surface 431 depends on the actively set position of the at least one setting cam 50.1. The adjusting cam 50.1 can move relative to the chamber 432 such that the adjusting cam 50.1 extends beyond the outer circumference of the winding ring 43. The adjusting cam 50.1 can also be received in an end position entirely within the chamber 432 such that the outer circumference of the winding ring 43 determines the smallest measure of the size of the outer diameter of the bearing surface 431. The outer diameter of the bearing surface 431 hereby has a smallest size. The adjustment cam 50.1 can extend outside the chamber 432 in the radial direction, such that the adjustment cam 50.1 determines the size of the outer diameter of the contact surface 431.

Zoals in verder detail getoond in Figuur 1F, is de instelnok 50. 1 in de kamer 432 in radiale richting beweegbaar tussen een eerste nok eindstand I en een tweede nok eindstand II. In de eerste nok eindstand I heeft het aanlegvlak een eerste of kleinste buitendiameter ‘dT. In de tweede nok eindstand II is de instelnok 50.1 naar buiten verplaatst en heeft het aanlegvlak 431 een tweede of grootste buitendiameter ‘d2’. In de eerste nok eindstand I steekt de instelnok 50.1 niet of slechts over een beperkte afstand buiten de kamer 432. In de tweede nok eindstand II steekt de instelnok 50.1 in radiale richting verder uit buiten de kamer 432 dan in de eerste nok eindstand I, en zodanig dat de buitendiameter van het aanlegvlak 4323 vergroot is. In de tweede nok eindstand II is de tweede buitendiameter ‘d2’ groter dan de eerste buitendiameter ‘d1’.As shown in further detail in Figure 1F, the adjustment cam 50.l in the chamber 432 is movable in radial direction between a first cam end position I and a second cam end position II. In the first ridge end position I, the bearing surface has a first or smallest outer diameter "dT. In the second cam end position II, the adjusting cam 50.1 is moved outwards and the contact surface 431 has a second or largest outer diameter "d2". In the first cam end position I, the setting cam 50.1 does not protrude, or only over a limited distance, outside the chamber 432. In the second cam end position II, the setting cam 50.1 extends further out of the chamber 432 in the radial direction than in the first cam end position I, and such that the outer diameter of the abutment surface 4323 is increased. In the second cam end position II, the second outer diameter "d2" is larger than the first outer diameter "d1".

De eerste buitendiameter van het aanlegvlak 431 heeft in de eerste nok eindstand I een grootte die ten minste 1 cm, in het bijzonder 2 cm kleiner is dan de kleinste wikkeldiameter van het wikkeloppervlak 42.The first outer diameter of the abutment surface 431 has a size in the first cam end position I which is at least 1 cm, in particular 2 cm smaller than the smallest winding diameter of the winding surface 42.

De tweede buitendiameter van het aanlegvlak 431 heeft in de tweede nok eindstand een grootte die ten minste 1 cm, in het bijzonder ten minste 2 cm, groter is dan de wikkeldiameter van het wikkeloppervlak 42.The second outer diameter of the abutment surface 431 has a size in the second cam end position that is at least 1 cm, in particular at least 2 cm, larger than the winding diameter of the winding surface 42.

De ten minste ene nok 50.1 is in radiale richting beweegbaar van de eerste naar de tweede nok eindstand over een afstand van ten minste 1 cm, in het bijzonder ten minste 2 cm en/of ten hoogste 6 cm, in het bijzonder ten hoogste 4 cm. Deze maatvoering is gunstig in de toepassing van de lier bij een zeiljacht met een trommel met een wikkeldiameter van ten minste 30 cm, in het bijzonder ten minste 40 cm, bijvoorbeeld ongeveer 45 cm, waarbij hoge lijnsnelheden bereikt kunnen worden bij het inhalen en afgeven van een doorgevoerde lijn. De buitendiameter van het aangrijpvlak kan dan in voldoende mate vergroot of verkleind worden om hoge pieken in de lijnsnelheden van tot wel 5 m/s op te vangen.The at least one cam 50.1 is movable in radial direction from the first cam to the second cam end position over a distance of at least 1 cm, in particular at least 2 cm and / or at most 6 cm, in particular at most 4 cm . This dimensioning is favorable in the use of the winch on a sailing yacht with a drum with a winding diameter of at least 30 cm, in particular at least 40 cm, for example about 45 cm, whereby high line speeds can be achieved when catching up and delivering a implemented line. The outside diameter of the engagement surface can then be increased or decreased to a sufficient extent to accommodate high peaks in the line speeds of up to 5 m / s.

De instelaandrijving 51 is in de getoonde uitvoeringsvorm hydraulisch uitgevoerd. De instelaandrijving 51 omvat een hydraulische pomp die opgenomen is in een hydraulisch circuit. Het hydraulisch circuit omvat een drukkamer 433. De drukkamer 433 is voorzien voor het genereren van een hydraulische druk op een instelnok voor het in positie instellen van de instelnok 50.1. De drukkamer 433 is gepositioneerd aan een naar binnen gekeerde zijde van de ten minste ene instelnok 50.1. De drukkamer 433 is ringvormig. De ringvormige drukkamer 433 is gepositioneerd aan een binnen gelegen omtreksvlak van de wikkelring 43. Hierdoor is een integrale drukkamer 433 voorzien voor de bediening van een verscheidenheid aan instelnokken 50.1... 50.12. In een variant zou een spindel aandrijving van enkele instelnokken kunnen zijn voorzien in combinatie met bijvoorbeeld een elektromotor.In the embodiment shown, the adjustment drive 51 is of hydraulic design. The adjustment drive 51 comprises a hydraulic pump which is included in a hydraulic circuit. The hydraulic circuit comprises a pressure chamber 433. The pressure chamber 433 is provided for generating a hydraulic pressure on an adjustment cam for adjusting the adjustment cam 50.1 in position. The pressure chamber 433 is positioned on an inward side of the at least one adjusting cam 50.1. The pressure chamber 433 is annular. The annular pressure chamber 433 is positioned on an inner circumferential surface of the winding ring 43. This provides an integral pressure chamber 433 for operating a variety of adjustment cams 50.1 ... 50.12. In a variant, a spindle drive could be provided with a few setting cams in combination with, for example, an electric motor.

Zoals in figuren 1B en 1C getoond omvat de lierbesturing 5 ten minste een sensor 52. De sensor 52 is ingericht voor het meten van een optredende kracht die representatief is voor een optredende trekkracht in de over de lier 1 gevoerde lijn. De sensor 52 is bijvoorbeeld ingericht voor het tijdens bedrijf meten van een optredende kracht tussen de trommel 4 en de tiller 6. De door de sensor 52 gemeten kracht is representatief voor de spanning van de wikkelingen rondom de trommel 4 en de tiller 6 en zijn indicatief voor de mate waarin de wikkelingen strak rondom de lier zijn gevoerd.As shown in figures 1B and 1C, the winch controller 5 comprises at least one sensor 52. The sensor 52 is adapted to measure an occurring force which is representative of an occurring tensile force in the line carried over the winch 1. The sensor 52 is, for example, adapted to measure an occurring force between the drum 4 and the tiller 6 during operation. The force measured by the sensor 52 is representative of the voltage of the windings around the drum 4 and the tiller 6 and are indicative. for the extent to which the windings are tightly wrapped around the winch.

In een variant kan de sensor 52 zijn ingericht voor het meten van een optredende kracht tussen de trommel 4 en het gestel 2. In een andere variant kan de sensor 52 zijn ingericht voor het tijdens bedrijf meten van een optredende kracht tussen het gestel 2 en een ondergrond, waarop het gestel is gemonteerd. De ondergrond is een vaste basis, zoals een dek van een schip. De sensor 52 kan gepositioneerd zijn in een van de bevestigingsbouten, waarmee het gestel 2 bevestigd is op de vaste basis. Met behulp van de sensor 52 kan een totale trekbelasting op de lier 1 worden gemeten.In a variant, the sensor 52 can be arranged for measuring an occurring force between the drum 4 and the frame 2. In another variant, the sensor 52 can be arranged for measuring an occurring force between the frame 2 and a frame during operation. surface on which the frame is mounted. The subsurface is a fixed basis, such as a ship's deck. The sensor 52 can be positioned in one of the mounting bolts, with which the frame 2 is mounted on the fixed base. A total tensile load on the winch 1 can be measured with the aid of the sensor 52.

De lierbesturing 5 is werkzaam verbonden met de sensor 52. Een afgegeven sensorsignaal van de sensor 52 wordt door de lierbesturing 5 omgezet naar een stuursignaal, waarmee de instelaandrijving 51 wordt aangestuurd of bijgeregeld. Door het aansturen van de instelaandrijving 51 wordt het instelmechanisme 50 bediend en daarmee wordt de variabele grootte van de buitendiameter van het aangrijpvlak 431 van de wikkelring 43 ingesteld. De grootte van de buitendiameter van het aangrijpvlak 431 wordt tijdens bedrijf mede in afhankelijkheid van een gemeten optredende kracht die representatief is voor een optredende trekkracht in de gevoerde lijn ingesteld. Met behulp van de sensor 52 kan de instelaandrijving 51 real-time worden aangestuurd, zodanig dat direct kan worden geanticipeerd op een veranderende situatie van een afnemende of oplopende trekkracht in een lijn.The winch control 5 is operatively connected to the sensor 52. An output sensor signal from the sensor 52 is converted by the winch control 5 into a control signal, with which the adjustment drive 51 is controlled or adjusted. By actuating the adjustment drive 51, the adjustment mechanism 50 is operated and thereby the variable size of the outer diameter of the engagement surface 431 of the winding ring 43 is adjusted. The size of the outside diameter of the engagement surface 431 is adjusted during operation partly in dependence on a measured occurring force which is representative of an occurring tensile force in the lined line. With the aid of the sensor 52, the adjustment drive 51 can be controlled in real time, such that it is possible to directly anticipate a changing situation of a decreasing or increasing tractive force in a line.

Met voordeel kan de scheepslier 1 door de aanwezigheid van de sensor 52 en de lierbesturing 5 zelfstandig opereren. Bovendien kan de lierbesturing 5 door middel van een afstandsbediening op afstand bediend worden. De afstandsbediening is bij voorkeur geïntegreerd in een hoofdbesturing van een zeiljacht.Advantageously, the ship's winch 1 can operate independently due to the presence of the sensor 52 and the winch controller 5. Moreover, the winch control 5 can be operated remotely by means of a remote control. The remote control is preferably integrated in a main control of a sailing yacht.

Verder omvat de lierbesturing 5 een weergavescherm 81. Het weergavescherm 81 is gepositioneerd aan een bovenzijde van de lier 1. Het weergavescherm 81 is hier centraal gepositioneerd op een kap 8. De kap 8 is gepositioneerd op de trommel 4 en de tiller 6 aan een van het gestel 2 afgekeerde zijde. Door de positionering aan de bovenzijde is het weergavescherm 81 goed zichtbaar tijdens bedrijf. Het weergavescherm 81 is ingericht voor het weergeven van ten minste een parameter. De parameter betreft een voor het zeilen representatieve parameter, zoals bijvoorbeeld een gemeten lijnsnelheid of trekkracht van de over de lier 1 gevoerde lijn. In het bijzonder omvat de parameter ten minste een door de sensor 52 gemeten waarde. Het weergavescherm 81 heeft ten minste een weergave veld. Hier heeft het weergavescherm 81 twee weergavevelden voor het weergeven van een optredende belasting en een lijnsnelheid.Furthermore, the winch controller 5 comprises a display screen 81. The display screen 81 is positioned on a top side of the winch 1. The display screen 81 is here centrally positioned on a cap 8. The cap 8 is positioned on the drum 4 and the tiller 6 on one of the side 2 turned away. Due to the positioning on the top side, the display screen 81 is clearly visible during operation. The display screen 81 is arranged to display at least one parameter. The parameter is a parameter representative of sailing, such as, for example, a measured line speed or tensile force of the line carried over winch 1. In particular, the parameter comprises at least one value measured by the sensor 52. The display screen 81 has at least one display field. Here, the display screen 81 has two display fields for displaying an occurring load and a line speed.

Zoals getoond in de figuren 1A-1C is de tiller 6 in de getoonde uitvoeringsvorm uitgevoerd als een rol 6. De rol 6, ook wel vrijlooprol 6 genoemd is vrij roteerbaar gelagerd ten opzichte van het gestel 2. De vrijlooprol is vrij roteerbaar om een rol-as 61. De vrijlooprol 6 is opgesteld naast de trommel 4. Zoals getoond in figuur 1C staat de rol-as 61 schuin onder een scherpe hoek α ten opzichte van de axiale as 41 van de trommel 4 en de wikkelring 43. Door de scheefstand van de vrijlooprol 6 ten opzichte van de trommel 4 en de wikkelring 43 wordt een lijndeel dat tijdens gebruik wordt ingehaald en om de vrijlooprol 6 heen ligt door een rotatie van de trommel 4 van de wikkelring 43 naar het wikkeloppervlak 42 bewogen. De vrijlooprol 6 heeft een omtreksvlak dat ten minste een lijngeleidingsgroef 62 omvat voor het geleiden van een doorgevoerde lijn. In de getoonde uitvoeringsvorm omvat het omtreksvlak meerdere, hier zes, lijngeleidingsgroeven 62. De ten minste ene lijngeleidingsgroef 62 strekt zich uit in een cirkelvormige baan rondom het omtreksvlak van de vrijlooprol 6. De lijngeleidingsgroef 62 heeft groefwanden voor het zijdelings insluiten van een lijndeel. De groefwanden verhinderen dat een lijndeel verschuift in een richting parallel aan de rol-as 61 en dragen bij aan een nauwkeurige geleiding van het lijndeel naar het wikkeloppervlak 42 van de trommel 4.As shown in figures 1A-1C, the tiller 6 in the embodiment shown is designed as a roller 6. The roller 6, also referred to as the free-running roller 6, is mounted for free rotation with respect to the frame 2. The free-running roller is freely rotatable about a roller axis 61. The freewheel roller 6 is arranged next to the drum 4. As shown in Fig. 1C, the roller axis 61 is inclined at an acute angle α with respect to the axial axis 41 of the drum 4 and the winding ring 43. Due to the skew position from the freewheel roller 6 with respect to the drum 4 and the winding ring 43, a line part that is caught up during use and surrounds the freewheel roller 6 is moved by a rotation of the drum 4 from the winding ring 43 to the winding surface 42. The freewheel roller 6 has a peripheral surface which comprises at least one line guide groove 62 for guiding a fed-through line. In the embodiment shown, the peripheral surface comprises a plurality of, here six, line guide grooves 62. The at least one line guide groove 62 extends in a circular path around the peripheral surface of the idler roller 6. The line guide groove 62 has groove walls for lateral enclosing a line part. The groove walls prevent a line part from sliding in a direction parallel to the roller axis 61 and contribute to an accurate guiding of the line part to the winding surface 42 of the drum 4.

Verder omvat de scheepslier 1 een inloopelement 21. Het inloopelement21 is gepositioneerd bij het eerste axiale einde van de trommel 4. Doorgaans is het eerste axiaal einde van de trommel 4 een inloopeinde, waarbij een lijn afkomstig van een zeil ingevoerd is in de lier 1. Het inloopelement 21 is in radiale richting gepositioneerd tegenover de wikkelring 43. Het inloopelement 21 dient voor het geleiden van een lijn bij het doorvoeren van de lijn over de trommel 4. Een doorgevoerde lijn ligt in radiale richting opgesloten tussen het inloopelement 21 en de wikkelring 43. Het inloopelement 21 omvat hier een loopwiel met een concaaf loopprofiel. Door het concaaf loopprofiel ligt een lijn tevens opgesloten in axiale richting. Door het inloopelement 21 wordt het wijken van de lijn vanaf de wikkelring 43 tegengegaan en is de doorvoer van de lijn langs de wikkelring 43 verder gewaarborgd.Furthermore, the ship's winch 1 comprises a lead-in element 21. The lead-in element 21 is positioned at the first axial end of the drum 4. Typically, the first axial end of the drum 4 is a lead-in end, a line from a sail being introduced into the winch 1. The lead-in element 21 is positioned in a radial direction opposite the winding ring 43. The lead-in element 21 serves to guide a line as the line passes through the drum 4. A lead-through line is enclosed in the radial direction between the lead-in element 21 and the winding ring 43 The run-in element 21 here comprises a running wheel with a concave running profile. Due to the concave running profile, a line is also locked in the axial direction. The run-in element 21 prevents the line from moving away from the winding ring 43 and the passage of the line along the winding ring 43 is further guaranteed.

De getoonde lier 1 omvat verder een uitloopelement 7 voor het geleiden van een lijn bij het doorvoeren van een lijn over de trommel 4. Het uitloopelement 7 is gepositioneerd bij het tweede axiale einde van de trommel 4 tegenover de wikkelring 43 dat bij het eerste axiale einde is gepositioneerd. Doorgaans is het tweede axiaal einde van de trommel 4 een uitloop einde, waarbij een lijn afkomstig van de trommel 4 van de lier 1 bij het inhalen van een lijn wordt afgevoerd van de lier 1. Via het uitloopelement 7 kan de lijn gevoerd worden naar een opslagtrommel die in serie met de lier 1 kan zijn opgesteld en een samenstel met de scheepslier 1 vormt.The winch 1 shown further comprises a run-out element 7 for guiding a line when passing a line over the drum 4. The run-out element 7 is positioned at the second axial end of the drum 4 opposite the winding ring 43 which at the first axial end is positioned. Usually the second axial end of the drum 4 is a run-out end, wherein a line coming from the drum 4 of the winch 1 is discharged from the winch 1 when a line is overtaken. Via the run-out element 7 the line can be fed to a storage drum which can be arranged in series with the winch 1 and forms an assembly with the ship's winch 1.

Naast de in de figuren getoonde uitvoeringsvorm zijn vele varianten mogelijk. De configuratie van het gestel van de getoonde scheepslier is geschikt voor het plaatsen van de lier op een dek van een zeiljacht. In een variant kan het gestel van de lier een configuratie hebben welke is ingericht voor een bevestiging beneden een dek van een zeiljacht, bijvoorbeeld op zijn kop. In de getoonde uitvoeringsvorm van de lier is de trommel integraal gevormd met de wikkelring. In een variant kunnen de wikkelring en trommel separate onderdelen zijn. De getoonde lier heeft een tiller in een uitvoeringsvorm van een schuin opgestelde vrijlooprol. In een variant kan de tiller een uitvoeringsvorm hebben als een geprofileerde opdrukbaan of een opdrukwiel, zoals bekend uit NL2001300 om een passerend lijndeel over te brengen van de wikkelring naar het wikkeloppervlak van de trommel.In addition to the embodiment shown in the figures, many variants are possible. The configuration of the ship winch shown is suitable for placing the winch on a sailing yacht deck. In a variant, the frame of the winch can have a configuration which is adapted for mounting below a deck of a sailing yacht, for example upside down. In the shown embodiment of the winch, the drum is integrally formed with the winding ring. In a variant, the winding ring and drum can be separate parts. The winch shown has a tiller in an embodiment of an inclined freewheel. In a variant, the tiller can have an embodiment such as a profiled printing path or a printing wheel, as known from NL2001300 for transferring a passing line part from the winding ring to the winding surface of the drum.

De beschermingsomvang voor de uitvinding is niet beperkt tot de getoonde en beschreven uitvoeringsvormen, maar bestrijkt de beschermingsomvang alle uitvoeringsvormen die vallen binnen de definitie van bijgaande conclusies.The scope of protection for the invention is not limited to the embodiments shown and described, but the scope of protection covers all embodiments that fall within the definition of appended claims.

Claims (18)

1. Scheepslier (1) voor het doorvoeren van een lijn omvattende: - een gestel (2) dat ingericht is voor het bevestigen van de scheepslier aan boord van een schip; - een trommel (4) die om een axiale as (41) roteerbaar verbonden is met het gestel (2), waarbij de trommel (4) uitwendig een wikkeloppervlak (42) heeft met een vaste wikkeldiameter, waarbij het wikkeloppervlak (42) zich uitstrekt van een eerste axiaal einde naar een tweede axiaal einde van de trommel (4) en in axiale richting een lengte heeft voor het opnemen van ten minste een wikkeling van een lijn; - een trommelaandrijving (40) voor het in rotatie aandrijven van de trommel (4); - waarbij de trommel (4) bij het eerste axiaal einde voorzien is van een wikkelring (43) voor het geleiden van een lijndeel van de lijn in een eerste omloop om de axiale as (41), waarbij de wikkelring (43) aan een buitenomtrek een aanlegvlak (431) heeft voor het laten aanliggen van het lijndeel tegen de wikkelring (43), waarbij het aanlegvlak (431) een buitendiameter heeft met een variabele grootte; en - een tiller (6) voor het over een schroeflijnbaan geleiden van een lijndeel van de lijn vanaf de wikkelring (43) naar het eerste axiale einde van het wikkeloppervlak (42) van de trommel (4); met het kenmerk, dat scheepslier (1) een lierbesturing (5) omvat met een instelaandrijving (51) die verbonden is met een instelmechanisme (50) voor het instellen van de variabele grootte van de buitendiameter van het aanlegvlak (431) van de wikkelring (43), waarbij de grootte van de buitendiameter van het aanlegvlak (431) door bediening van het instelmechanisme (50) instelbaar is.Ship's winch (1) for passing through a line comprising: - a frame (2) adapted to attach the ship's winch on board a ship; - a drum (4) rotatably connected to the frame (2) about an axial axis (41), the drum (4) externally having a wrapping surface (42) with a fixed wrapping diameter, the wrapping surface (42) extending from a first axial end to a second axial end of the drum (4) and has a length in axial direction for receiving at least one winding of a line; - a drum drive (40) for driving the drum (4) in rotation; - wherein the drum (4) is provided with a winding ring (43) at the first axial end for guiding a line part of the line in a first orbit around the axial axis (41), the winding ring (43) on an outer circumference has an abutment surface (431) for allowing the line part to abut against the winding ring (43), the abutment surface (431) having an outer diameter of a variable size; and - a tiller (6) for guiding a line part of the line over a helical path from the winding ring (43) to the first axial end of the winding surface (42) of the drum (4); characterized in that ship's winch (1) comprises a winch control (5) with a setting drive (51) connected to a setting mechanism (50) for setting the variable size of the outer diameter of the contact surface (431) of the winding ring (431) 43), wherein the size of the outer diameter of the contact surface (431) is adjustable by operating the adjusting mechanism (50). 2. Scheepslier (1) volgens conclusie 1, waarbij de grootte van de buitendiameter van het aanlegvlak (431) instelbaar is op een buitendiameter die kleiner is dan de wikkeldiameter van het wikkeloppervlak (42).The ship's winch (1) according to claim 1, wherein the size of the outer diameter of the contact surface (431) is adjustable to an outer diameter that is smaller than the winding diameter of the winding surface (42). 3. Scheepslier (1) volgens conclusie 1 of 2, waarbij de wikkelring (43) integraal gevormd is met de trommel (4).Ship's winch (1) according to claim 1 or 2, wherein the winding ring (43) is integrally formed with the drum (4). 4. Scheepslier (1) volgens ten minste één van de conclusies conclusie 1-3, waarbij het instelmechanisme (50) van de wikkelring (43) ten minste een instelnok (50.1... 50.12) omvat, bij voorkeur meerdere over de omtrek verdeelde instelnokken, waarbij de ten minste ene nok (50.1) is opgenomen in een kamer (432) die aan de buitenomtrek van de wikkelring (43) is gepositioneerd, waarbij de ten minste ene instelnok (50.1) beweegbaar is van een eerste nok eindstand (I), waarbij het aangrijpvlak (431) een eerste buitendiameter ‘d1’ heeft naar een tweede nok eindstand (II), waarbij het aangrijpvlak (431) een tweede buitendiameter ‘d2’ heeft, zodanig dat de variabele grootte van de buitendiameter van het aanlegvlak (431) afhankelijk is van de positie van de ten minste ene instelnok ten opzichte van de kamer (432).Ship's winch (1) according to at least one of claims 1 to 3, wherein the adjusting mechanism (50) of the winding ring (43) comprises at least one adjusting cam (50.1 ... 50.12), preferably several circumferentially distributed adjusting cams, wherein the at least one cam (50.1) is received in a chamber (432) positioned on the outer circumference of the winding ring (43), the at least one adjusting cam (50.1) being movable from a first cam end position (I ), wherein the engagement surface (431) has a first outer diameter "d1" to a second cam end position (II), wherein the engagement surface (431) has a second outer diameter "d2" such that the variable size of the outer diameter of the abutment surface ( 431) depends on the position of the at least one setting cam relative to the chamber (432). 5. Scheepslier (1) volgens conclusie 4, waarbij de eerste buitendiameter ‘d1’ van het aangrijpvlak (431) bij de eerste nok eindstand (I) kleiner is dan de wikkeldiameter van het wikkeloppervlak (42) en de tweede buitendiameter ‘d2’ van het aangrijpvlak (431) bij de tweede nok eindstand (II) groter is dan de wikkeldiameter van het wikkeloppervlak (42).The ship's winch (1) according to claim 4, wherein the first outer diameter "d1" of the engagement surface (431) at the first cam end position (I) is smaller than the wrapping diameter of the wrapping surface (42) and the second outer diameter "d2" of the engagement surface (431) at the second cam end position (II) is larger than the winding diameter of the winding surface (42). 6. Scheepslier (1) volgens conclusie 4 of 5, waarbij de instelaandrijving (51) een hydraulisch circuit omvat met een hydraulische pomp (51), waarbij de pomp (51) in stromingsverbinding is met een drukkamer (433) voor het uitoefenen van een drukkracht op de ten minste ene instelnok (50.1) van het instelmechanisme (50), waarbij de drukkamer (433) is gepositioneerd aan een binnen gelegen zijde van de ten minste ene instelnok (50.1).A ship's winch (1) according to claim 4 or 5, wherein the bias drive (51) comprises a hydraulic circuit with a hydraulic pump (51), the pump (51) being in flow communication with a pressure chamber (433) for exerting a compressive force on the at least one adjusting cam (50.1) of the adjusting mechanism (50), the pressure chamber (433) being positioned on an inner side of the at least one adjusting cam (50.1). 7. Scheepslier (1) volgens ten minste één van de voorgaande conclusies, waarbij de scheepslier (1) een met de lierbesturing (5) werkzaam verbonden sensor (52) omvat die ingericht is voor het meten van een optredende kracht die representatief is voor een optredende trekkracht in de doorgevoerde lijn, zodanig dat de variabele grootte van de buitendiameter van het aangrijpvlak (431) van de wikkelring (43) door de instelaandrijving (51) en het instelmechanisme (50) instelbaar is in afhankelijkheid van de optredende trekkracht in de doorgevoerde lijn.A ship's winch (1) according to at least one of the preceding claims, wherein the ship's winch (1) comprises a sensor (52) operatively connected to the winch control (5) and adapted to measure an occurring force representative of a tensile force occurring in the fed-through line, such that the variable size of the outside diameter of the engagement surface (431) of the winding ring (43) by the adjusting drive (51) and the adjusting mechanism (50) is adjustable in dependence on the occurring tensile force in the fed-through line. 8. Scheepslier (1) volgens ten minste één van de voorgaande conclusies, waarbij de lierbesturing (5) werkzaam verbonden is met een motor van de trommelaandrijving (40) voor het aansturen van de rotatiesnelheid van de trommel (4).A ship's winch (1) according to at least one of the preceding claims, wherein the winch control (5) is operatively connected to a motor of the drum drive (40) for controlling the rotational speed of the drum (4). 9. Scheepslier (1) volgens ten minste één van de voorgaande conclusies, waarbij de lierbesturing (5) verbonden is met een weergavescherm (81) voor het weergeven van ten minste een parameter, zoals een lijnsnelheid en/of trekkracht.Ship winch (1) according to at least one of the preceding claims, wherein the winch controller (5) is connected to a display screen (81) for displaying at least one parameter, such as a line speed and / or pulling force. 10. Scheepslier (1) volgens ten minste één van de voorgaande conclusies, waarbij de lierbesturing (5) werkzaam koppelbaar is met een hoofdbesturing van een schip, zodanig dat de scheepslier op afstand bedienbaar is.Ship winch (1) according to at least one of the preceding claims, wherein the winch control (5) can be operably linked to a ship's main control, such that the ship's winch can be operated remotely. 11. Samenstel van een scheepslier (1) volgens ten minste één van de voorgaande conclusies en ten minste een opslagtrommel voor het opslaan van een via de scheepslier doorgevoerde lijn.Assembly of a ship's winch (1) according to at least one of the preceding claims and at least one storage drum for storing a line fed through the ship's winch. 12. Zeiljacht omvattende een scheepslier (1) volgens ten minste één van de voorgaande conclusies, waarbij de scheepslier (1) een zeilschoot bedient.A sailing yacht comprising a ship's winch (1) according to at least one of the preceding claims, wherein the ship's winch (1) operates a sail bolt. 13. Zeiljacht volgens conclusie 12, waarbij het zeiljacht een hoofdbesturing omvat die werkzaam verbonden is met de lierbesturing.The sailing yacht of claim 12, wherein the sailing yacht comprises a main control operatively connected to the winch control. 14. Werkwijze voor het bedienen van een scheepslier, omvattende de stappen van: - het verschaffen van een scheepslier volgens ten minste één van de voorgaande conclusies, waarbij de scheepslier (1) een trommel (4) met een wikkeloppervlak (42) met een bepaalde wikkeldiameter heeft, een wikkelring (43) met een aanlegvlak (431), een lierbesturing (5), een instelmechanisme (50) met een instelaandrijving (51); - het aanpassen van de buitendiameter van het aanlegvlak (431) van de wikkelring (43) door het met de lierbesturing (5) bedienen van de instelaandrijving (51) van het instelmechanisme (50).A method for operating a ship's winch, comprising the steps of: - providing a ship's winch according to at least one of the preceding claims, wherein the ship's winch (1) has a drum (4) with a winding surface (42) having a certain has a winding diameter, a winding ring (43) with a contact surface (431), a winch control (5), a setting mechanism (50) with a setting drive (51); - adjusting the outer diameter of the contact surface (431) of the winding ring (43) by operating the adjusting drive (51) of the adjusting mechanism (50) with the winch control (5). 15. Werkwijze volgens conclusie 14, waarbij de buitendiameter zodanig wordt aangepast dat de buitendiameter van het aanlegvlak (431) kleiner wordt dan een wikkeldiameter van het wikkeloppervlak (42) van de trommel (4).The method of claim 14, wherein the outer diameter is adjusted such that the outer diameter of the abutment surface (431) becomes smaller than a wrapping diameter of the wrapping surface (42) of the drum (4). 16. Werkwijze volgens conclusie 14 of 15, waarbij de lierbesturing (5) wordt aangestuurd vanuit een hoofdbesturing van een zeiljacht.Method according to claim 14 or 15, wherein the winch control (5) is controlled from a main control of a sailing yacht. 17. Werkwijze volgens ten minste één van de conclusies 14-16, waarbij door middel van een sensor (52) een kracht gemeten wordt die representatief is voor een optredende trekkracht in een doorgevoerde lijn, waarbij door de sensor (52) een stuursignaal aan de lierbesturing (5) wordt gezonden, waarbij de trommelaandrijving (40) en/of de instelaandrijving (50) wordt aangestuurd op basis van het door de sensor (52) toegezonden stuursignaal.A method according to at least one of the claims 14-16, wherein a force is measured by means of a sensor (52) which is representative of an occurring tensile force in a fed-through line, wherein a control signal is applied to the winch control (5) is sent, the drum drive (40) and / or the adjustment drive (50) being driven on the basis of the control signal sent by the sensor (52). 18. Werkwijze volgens ten minste één van de conclusies 14-17, waarbij de lierbesturing (5) verbonden is met een weergavescherm (81), waarbij een parameter, zoals lijnsnelheid en/of optredende trekkracht tijdens bedrijf wordt weergegeven op het weergavescherm (81).A method according to at least one of claims 14-17, wherein the winch control (5) is connected to a display screen (81), wherein a parameter, such as line speed and / or occurring pulling force, is displayed on the display screen (81) during operation .
NL2012660A 2014-04-22 2014-04-22 Ship's winch. NL2012660B1 (en)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2012660A NL2012660B1 (en) 2014-04-22 2014-04-22 Ship's winch.
EP15164284.0A EP2960199A1 (en) 2014-04-22 2015-04-20 Ship's winch

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2012660A NL2012660B1 (en) 2014-04-22 2014-04-22 Ship's winch.

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL2012660A NL2012660A (en) 2016-02-03
NL2012660B1 true NL2012660B1 (en) 2016-07-18

Family

ID=51022999

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2012660A NL2012660B1 (en) 2014-04-22 2014-04-22 Ship's winch.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP2960199A1 (en)
NL (1) NL2012660B1 (en)

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
IT1198010B (en) * 1986-08-01 1988-12-21 Barbarossa Spa DEVICE FOR THE ADJUSTMENT OF THE DISTANCE BETWEEN THE JAWS OF THE MANGASCOTTA PULLEYS IN THE WINCHES, PARTICULARLY FOR NAUTICAL USE
NL2001300C2 (en) * 2007-11-20 2014-07-15 Gijsbertus Fredericus Liebergen SHIP WINCH, SHIP PROVIDED WITH SHIP WINCH.
EP2616380B1 (en) * 2010-09-17 2019-11-06 Harken Italy S.p.A. Winch provided with adjustable self-tailing and relative operation

Also Published As

Publication number Publication date
NL2012660A (en) 2016-02-03
EP2960199A1 (en) 2015-12-30

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US7913979B2 (en) Sailboat winch with self-storage of working line
US3799005A (en) Drum winch
US10370228B2 (en) Winch provided with adjustable self-tailing and relative operation
US20120080652A1 (en) Line storing yacht winch with tension-applying level wind mechanism
US9950915B2 (en) Winch system
US3985340A (en) Self tailing winch
US8814143B2 (en) Inclined drum arrangement for winch apparatus
US5271351A (en) Auto-sailing system
US6578823B1 (en) Antioverlap apparatus and method for winching devices
NL2012660B1 (en) Ship's winch.
NO320718B1 (en) Method and apparatus for controlling cable coiling and uncoiling in an electrically driven vehicle
US5829736A (en) Winch having drum of two diameters for alternative engagement by a line at two speeds
NL2001300C2 (en) SHIP WINCH, SHIP PROVIDED WITH SHIP WINCH.
EP0414707A4 (en) Powered sailboat winch
US1364579A (en) Cable controlling and storing means for winches
US20230227293A1 (en) Apparatus for winding and pulling a rope line at constant speed
DE102017119306B3 (en) Winder for a reeling line
US20100012008A1 (en) Furling group
FR3055608B1 (en) SAILING DEVICE AND NAUTICAL VEHICLE
WO2021074520A1 (en) Winch for handling, in particular for lifting, a load
FR2703769A1 (en) Device for measuring the length of a moving chain
ITPD20090285A1 (en) WINCH SERVO ASSISTED, IN PARTICULAR FOR THE HANDLING OF SAILING BOATS
GB2197834A (en) Sail reefing drum actuated by webbing
JPH02255432A (en) Capstan winch
CH637806A5 (en) REEL DRUM.

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20170501