NL2012403B1 - Draagbare kachel voor vaste brandstoffen. - Google Patents
Draagbare kachel voor vaste brandstoffen. Download PDFInfo
- Publication number
- NL2012403B1 NL2012403B1 NL2012403A NL2012403A NL2012403B1 NL 2012403 B1 NL2012403 B1 NL 2012403B1 NL 2012403 A NL2012403 A NL 2012403A NL 2012403 A NL2012403 A NL 2012403A NL 2012403 B1 NL2012403 B1 NL 2012403B1
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- housing
- heater
- stove according
- combustion chamber
- tiles
- Prior art date
Links
Classifications
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F24—HEATING; RANGES; VENTILATING
- F24B—DOMESTIC STOVES OR RANGES FOR SOLID FUELS; IMPLEMENTS FOR USE IN CONNECTION WITH STOVES OR RANGES
- F24B1/00—Stoves or ranges
- F24B1/20—Ranges
- F24B1/202—Ranges specially adapted for travelling
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F24—HEATING; RANGES; VENTILATING
- F24B—DOMESTIC STOVES OR RANGES FOR SOLID FUELS; IMPLEMENTS FOR USE IN CONNECTION WITH STOVES OR RANGES
- F24B5/00—Combustion-air or flue-gas circulation in or around stoves or ranges
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Combustion & Propulsion (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Solid-Fuel Combustion (AREA)
Description
Draagbare kachel voor vaste brandstoffen
De uitvinding heeft betrekking op een kachel voor vaste brandstoffen, omvattende: een door een behuizing gedefinieerde verbrandingskamer voor het houden van vaste brandstof, waarbij een onderste deel van de behuizing is ingericht voor het dragen van vaste brandstof en een bovenzijde van de behuizing samenstel in hoofdzaak open is uitgevoerd. De uitvinding heeft tevens betrekking op een behuizing van een verbrandingskamer ten gebruike in een kachel overeenkomstig de uitvinding.
Volgens schatting gebruiken circa 2,5 miljard mensen hout om te koken. De bekende kachels zijn veelal inefficiënt en verbranden het hout slechts onvolledig, waardoor een aanzienlijke rookontwikkeling ontstaat die niet alleen giftig is voor mensen, maar tevens bijdraagt aan het broeikaseffect. Naar verwachting sterven jaarlijks 4 miljoen mensen aan vergiftiging door rookontwikkeling. Bij onvolledige verbranding van hout vindt met name onvolledige verbranding van vluchtige stoffen uit het hout plaats. Deze vluchtige stoffen ontsnappen reeds bij lage temperaturen uit het hout, maar ontsnappen significant sneller bij verhoogde temperaturen (>250°C). Vanaf circa 600°C zullen de vrijgekomen vluchtige stoffen verbranden en worden omgezet in minder schadelijke componenten. Echter, in veel kachels wordt deze hoge ontbrandingstemperatuur niet gehaald en/of is onvoldoende zuurstof aanwezig, waardoor de vluchtige stoffen niet of nauwelijks worden verbrand, hetgeen leidt tot een giftige rookontwikkeling.
Een doel van de uitvinding is het verschaffen van een verbeterde kachel waarmee een relatief schone verbranding kan worden gerealiseerd.
De uitvinding verschaft daartoe een kachel van het in aanhef genoemde type, omvattende: een door een behuizing gedefinieerde verbrandingskamer voor het houden van vaste brandstof, waarbij een onderste deel van de behuizing is ingericht voor het dragen van vaste brandstof en een bovenzijde van de behuizing samenstel in hoofdzaak open is uitgevoerd, en waarbij een zijwand van de behuizing is voorzien van meerdere luchtinlaatopeningen, ten minste één ventilator voor het opwekken van een luchtstroom, en ten minste één geleidingsstructuur voor het geleiden van de door de ventilator opgewekte luchtstroom via de luchtinlaatopeningen tot in de verbrandingskamer, waarbij de behuizing van de verbrandingskamer een draagframe omvat, en meerdere met het draagframe gekoppelde vuurvaste tegels, waarbij de tegels ten minste een deel van de zijwand van de behuizing vormen. De kachel overeenkomstig de uitvinding is ingericht voor het realiseren van een relatief schoon (volledig) verbrandingsproces van vaste brandstoffen, waarbij de uitstoot van schadelijke stoffen, zoals koolstofmonoxide en gecondenseerde vluchtige stoffen, aanzienlijk kan worden beperkt. De vaste brandstoffen hierbij worden bij voorkeur gevormd door biomassa, zoals hout, plantenresten, dierlijke resten, of kolen, doch het is tevens denkbaar andersoortige vaste brandstoffen te verbranden in de kachel overeenkomstig de uitvinding. Deze verbeterde verbranding wordt veroorzaakt door een tweetal aspecten. Een eerste aspect dat bijdraagt aan een verbeterde verbranding is de geforceerde luchtcirculatie die wordt toegepast in de kachel, waarbij middels de ten minste ene ventilator een luchtstroom wordt opgewekt die via de geleidingsstructuur en de luchtinlaatopeningen in de verbrandingskamer wordt geleid. Hierdoor wordt de verbrandingskamer geforceerd voorzien van aanvullende zuurstof, hetgeen het verbrandingsproces ten goede komt.
Een tweede aspect dat bijdraagt aan het realiseren van een verbeterde verbranding is de toepassing van de vuurvaste tegels als wand van de verbrandingskamer. De tegels definiëren ten minste een deel van een de verbrandingskamer omsluitende zijwand, en staan derhalve in direct contact met de te verbranden vaste brandstoffen. De tegels zijn doorgaans vervaardigd uit een klei(mineraal) omvattend materiaal, zoals chamotte en vermiculiet. De tegels kenmerken zich door een relatief hoge warmtecapaciteit, waardoor deze warmte die ontstaat in de verbrandingskamer relatief lang kunnen vasthouden, waardoor de verbrandingskamer relatief lang op hoge temperatuur kan worden gehouden, hetgeen (het rendement van) de verbranding van onder meer de vrijgekomen vluchtige stoffen ten goede komt, waardoor minder schadelijke stoffen in de geproduceerde rookgassen aanwezig zullen zijn. De kachel is bij voorkeur draagbaar uitgevoerd en bij nadere voorkeur voorzien van één of meerdere handgrepen voor het kunnen verplaatsen van de kachel. Dit maakt het mogelijk om de relatief schone kachel overeenkomstig de uitvinding relatief eenvoudig te verplaatsen en te installeren.
De geleidingsstructuur sluit aan op zowel de ten minste ene ventilator alsook op de luchtinlaatopeningen. Daar de luchtinlaatopeningen met name in een zijwand van de behuizing van de verbrandingskamer zijn aangebracht is het voordelig ingeval de behuizing ten minste gedeeltelijk, of zelfs volledig, wordt omsloten door de geleidingsstructuur. Het is voordelig ingeval de behuizing losneembaar is opgenomen in de geleidingstructuur, waardoor de behuizing uit de geleidingsstructuur kan worden genomen. Deze modulaire opbouw van de kachel maakt het vervangen van (delen van) de behuizing relatief eenvoudig. Hierbij zal de geleidings structuur doorgaans fungeren als mand of korf voor de - tevens mandvormige - behuizing van de verbrandingskamer. Hierbij is het voordelig ingeval tussen een buitenwand van de geleidingsstructuur en een buitenwand van de behuizing van de verbrandingskamer een ringvormige luchtkolom wordt gevormd. De luchtkolom wordt aangewend voor het geleiden van de luchtstroom van de ventilator via de luchtinlaatopening tot in de verbrandingskamer. Bovendien wordt de lucht die via deze luchtkolom wordt geleid reeds voorverwarmd, waardoor de aan de verbrandingskamer toegevoerde, voorverwarmde lucht de temperatuur in de verbrandingskamer niet noemenswaardig zal laten dalen. Daarnaast werkt de luchtkolom als soort van isolerende tussenlaag, waardoor de temperatuur van een buitenzijde van de buitenwand van de geleidingsstructuur aanzienlijk lager kan blijven dan de temperatuur in de verbrandingskamer, hetgeen de kans op verwondingen aan de kachel tegengaat. De behuizing van de verbrandingskamer wordt doorgaans ondersteund door de geleidingsstructuur. Bij nadere voorkeur is de geleidingsstructuur ingericht voor het op afstand houden van de verbrandingskamer ten opzichte van de ventilator, waardoor oververhitting van de ventilator kan worden voorkomen.
De kachel omvat bij voorkeur een onderstel, welke onderstel is ingericht voor het ondersteunen van de geleidingsstructuur, en waarbij de ventilator is verbonden met het onderstel. Het is voordelig ingeval de kachel ten minste één herlaadbare krachtbron, zoals een herlaadbare batterij of accu, omvat voor het aandrijven van de ventilator. Dit maakt het mogelijk om de draagbare kachel toe te passen op locaties waar geen elektriciteitsnet aanwezig is. Met name in ontwikkelingslanden kan de autonoom functionerende draagbare kachel overeenkomstig de uitvinding voordelig worden toegepast. Het opladen van de krachtbron kan geschieden middels een elektrische aansluiting, via welke de krachtbron (tijdelijk) aan het elektriciteitsnet kan worden gehangen. Het is tevens denkbaar de krachtbron te koppelen met een zonnepaneel, via welke de krachtbron kan worden opgeladen. Het zonnepaneel kan tevens direct zijn gekoppeld met de ventilator. Het zonnepaneel kan onlosmakelijk zijn verbonden met een deel van de kachel, doch het is tevens denkbaar dat het zonnepaneel als module kan worden gekoppeld met de kachel.
Daar ten minste een deel van de binnenzijde van de behuizing, bij voorkeur de volledige binnenzijde van de behuizing, wordt gevormd door de vuurvaste tegels, is het voordelig ingeval één of meerdere tegels zijn voorzien van meerdere luchtinlaatopeningen. Hierdoor zal de luchtstroom via de tegels in de verbrandingskamer worden geleid. Het is hierbij voordelig ingeval een bovenste deel van de tegel voorzien is van meer luchtinlaatopeningen dan een onderste deel van de tegel, waarbij bij nadere voorkeur de bovenste luchtinlaatopeningen zijn ingericht voor het geleiden van de luchtstroom richting een onderste deel van de verbrandingskamer. Hiertoe zijn de luchtinlaatopeningen eventueel onder een hoek georiënteerd (ten opzichte van een horizontaal). De luchtstroom volgens voomoemde uitvoeringsvorm van de kachel genereert een soort turbulente luchtmengsel dat zeer voordelig om tot een volledige verbranding te kunnen komen. De verklaring hiervoor is onder meer gelegen in het feit dat de brandbare gassen langer in de verbrandingskamer worden gehouden, en derhalve meer tijd hebben om volledig verbranden voordat deze uiteindelijk de verbrandingskamer verlaten. De optimale positionering en hoek van de luchtinlaatopeningen hangt sterk af van de vormgeving en dimensionering van de kachel, alsmede van de brandstof die in de kachel wordt aangebracht.
De behuizing van de verbrandingskamer is een soort van mand of korf waarin de vaste brandstoffen kunnen worden aangebracht. Een onderste deel van de behuizing, ingericht voor het dragen van de vaste brandstoffen, wordt bij voorkeur gevormd door een deel van het draagframe, in het bijzonder een in hoofdzaak gesloten bodemelement daarvan. Optioneel kan een draagplateau voor de vaste brandstoffen tevens worden ingeklemd door de tegels. Dit draagplateau zal alsdan bij voorkeur gelegen zijn boven en op afstand van een bodemelement van de behuizing van de verbrandingskamer. Dit gesloten bodemelement of eventueel bovenliggend draagplateau wordt doorgaans gevormd door een (metalen) plaat, welke plaat een vlakke of niet-vlakke, zoals bijvoorbeeld een kegelvormige geometrie kan hebben. Door het bodemelement (of draagplateau) in hoofdzaak gesloten uit te voeren kan worden voorkomen dat as of ander gruis kan vallen op een doorgaans onder het bodemelement gepositioneerde ventilator. Het draagframe omvat bij voorkeur meerdere opstaande, bij nadere voorkeur in hoofdzaak verticale, spijlen. Door toepassing van de spijlen wordt een kooi gecreëerd voor het kunnen vasthouden van de vuurvaste tegels. Daarbij is het voordelig ingeval ieder spijl is ingericht voor het afdekken van een in hoofdzaak verticale naad tussen twee aansluitende tegels. Daar de tegels veelal in hoofdzaak vlak zijn uitgevoerd en onderling onder een hoek op elkaar aansluiten, is het voordelig ingeval ten minste een aantal spijlen een in hoofdzaak V-vormige dwarsdoorsnede hebben, zodat de spijlen nauw kunnen aanliggen tegen de aansluitende tegels. Een bovenzijde van de behuizing wordt bij voorkeur gevormd door een topelement, bij nadere voorkeur een ringvormig element, waaraan de spijlen zijn gekoppeld. De spijlen zijn tevens gekoppeld met het bodemelement. In een voorkeursuitvoering is ten minste een aantal spijlen verplaatsbaar verbonden met het bodemelement en/of het topelement, en is iedere spijl gekoppeld met een drangelement, zoals een drukveer of trekveer, welk drangelement tevens is gekoppeld met het bodemelement en/of het topelement voor het naar elkaar toe dringen van het bodemelement en het topelement. Deze dringende werking van het draagframe zorgt voor een actieve inklemming van de tegels in longitudinale richting (verticale richting) van de behuizing van de verbrandingskamer. Bovendien zorgt de, doorgaans door de drangelementen begrensde, onderlinge verplaatsbaarheid van het topelement en het bodemelement van het draagframe ervoor dat dit een thermische werking (uitzetten en samentrekken) van de tegels en het draagframe toelaat, waardoor de materiaalspanningen in de tegels en het draagframe kunnen worden beperkt, en hetgeen de duurzaamheid van de behuizing van de verbrandingskamer ten goede komt. Een aanvullende voordeel van het (enigszins) deformeerbare draagframe is dat de tegels op deze wijze vereenvoudigd kunnen worden geplaatst en worden verwijderd, zonder dat hiervoor demontage van het draagframe benodigd is. Bij voorkeur is de maximale onderlinge verplaatsing van het bodemelement en het topelement beperkt tot een afstand van 1-5 millimeter. Deze verplaatsing is doorgaans in hoofdzaak lineair, en strekt zich bij voorkeur uit in een in hoofdzaak verticale richting, en/of een richting die in hoofdzaak evenwijdig is aan één van de langszijden en/of longitudinale as van de tegels. Het is tevens denkbaar om ten minste een aantal spijlen onder tussenkomst van een drangelement te koppelen met het bodemelement alsmede onder tussenkomst van een ander drangelement te koppelen met het topelement. In een alternatieve uitvoeringsvariant zijn is ten minste een aantal spijlen als zodanig veerkrachtig uitgevoerd, zodanig dat deze spijlen zelf zijn ingericht voor het naar elkaar toe dringen van het bodemelement en het topelement, waardoor geen separate drangelementen benodigd zouden zijn.
Bij voorkeur omsluit het draagframe de tegels in hoofdzaak. De tegels vormen hierdoor een (opstaande) binnenwand van de verbrandingskamer definiërende behuizing. Het is bovendien voordelig ingeval een buitenzijde van de tegels ten minste gedeeltelijk onbedekt wordt gelaten door het draagframe. Dit vergemakkelijkt enerzijds het geleiden van lucht tot in de verbrandingskamer. Bovendien kan het draagframe op deze wijze met een beperkte hoeveelheid materiaal worden vervaardigd, hetgeen het gewicht van de behuizing aanzienlijk reduceert, hetgeen praktisch is tijdens het transporteren van de draagbare kachel. Alhoewel de tegels gekromd kunnen worden uitgevoerd en tezamen een cilinder kunnen vormen, zijn de vuurvaste tegels vanuit kostenoogpunt veelal in hoofdzaak vlak uitgevoerd. Teneinde de (kopse zijden van de) in hoofdzaak vlakke tegels relatief efficiënt op elkaar te kunnen laten aansluiten is het voordelig ingeval iedere tegel in dwarsdoorsnede een in hoofdzaak trapeziumvormige vormgeving heeft.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een behuizing van een verbrandingskamer overeenkomstig de uitvinding. Voordelen en uitvoeringsvarianten van de behuizing zijn reeds in het voorgaande op uitvoerige wijze beschreven.
De uitvinding zal worden verduidelijkt aan de hand van in navolgende figuren weergegeven niet-limitatieve uitvoeringsvoorbeelden. Hierin toont: figuur 1 een perspectivisch aanzicht op een draagbare kachel overeenkomstig de uitvinding, figuur 2 een perspectivische dwarsdoorsnede van de kachel volgens figuur 1, figuur 3 een perspectivisch aanzicht op een behuizing van een verbrandingskamer zoals toegepast in een kachel volgens figuur 1, en figuur 4 een perspectivisch detailaanzicht op een onderzijde van de behuizing volgens figuur 3. figuur 1 toont een perspectivisch aanzicht op een draagbare kachel 1 overeenkomstig de uitvinding. De kachel 1 omvat een metalen onderstel 2 voorzien een ventilator 3 (zie figuur 2), een herlaadbare krachtbron 4, alsmede een elektrische aansluiting 5, zoals een USB-aansluiting of netaansluiting, voor het opladen van de krachtbron 4. Het onderstel 2 is tevens voorzien van een schakelaar (niet-weergegeven) voor het kunnen inschakelen en uitschakelen van de ventilator 3, en van een controlelampje 6 waaraan kan worden gezien of de ventilator 3 is ingeschakeld dan wel uitgeschakeld. Een bovenzijde 2a van het onderstel 2 is geopend uitgevoerd, zodanig dat een door de ventilator 3 opgewekte luchtstroom via de bovenzijde 2a uit het onderstel 3 wordt geleid tot in een voorverwarmingsruimte 7 die wordt begrensd door de bovenzijde 2a van het onderstel 2, een op het onderstel 2 gemonteerde geleidingsstructuur 8, en een in de geleidingsstructuur 8 aangebrachte behuizing 9 voor een verbrandingskamer 10 voor vaste brandstoffen, zoals biomassa, in het bijzonder hout. In figuur 2 is getoond dat een bodemelement 11 van de behuizing 9 op afstand is gepositioneerd van het onderstel 2, waardoor een thermische scheiding aanwezig is tussen het onderstel 2 en de behuizing 9, hetgeen de levensduur van de in het onderstel 2 opgenomen elektronica, in het bijzonder de ventilator 3 ten goede komt. De geleidingsstructuur 8 heeft een in hoofdzaak cilindrische vormgeving en omvat een in hoofdzaak gesloten buitenwand 12 waaraan een tweetal handvatten 13 is bevestigd middels popnagels 14. Een ringvormige bovenwand 15 van de geleidingsstructuur 8 is tevens gesloten uitgevoerd en is ingericht voor het dragen van een pannendrager 16. Zoals getoond in figuur 2 sluit de bovenwand 15 van de geleidingsstructuur 8 aan op een binnenwand 17 die op afstand is gelegen van de buitenwand 12. De geleidingsstructuur 8, en in het bijzonder de binnenwand 17 daarvan omsluit in hoofdzaak de behuizing 9 die losneembaar in de geleidingstructuur 8 is opgenomen. De behuizing 9 omvat een draagframe 18, welk draagframe het bodemelement 11, een topelement 19, en met het bodemelement 11 en het topelement 19 verbonden in hoofdzaak verticale staanders 20, 21 omvat. Het draagframe 18 is ingericht voor het vasthouden en omsluiten van meerdere langwerpige vuurvaste tegels 22. De tegels 22 hebben een in dwarsdoorsnede trapeziumvormige dwarsdoorsnede (zie figuren 1 en 3) en sluiten op de langszijden nauw op elkaar aan, waardoor de verbrandingskamer 10 wordt gevormd. Iedere tegel 22 is voorzien van meerdere luchtinlaatopeningen 23, waarbij een bovenste deel van iedere tegel 22 is voorzien van meer luchtinlaatopeningen 23 dan het onderste deel van de betreffende tegel 22, zoals getoond in figuren en 3. Door de ventilator 3 in de door de voorverwarmingsruimte 7 geblazen lucht wordt via de luchtinlaatopeningen 23 in de verbrandingskamer 10 geleid, hetgeen bijdraagt aan een schonere verbranding van de vaste brandstof. De in het bovenste deel van de tegels 22 aangebrachte luchtinlaatopeningen 23 hebben bij voorkeur een hellende oriëntatie, zodanig dat lucht in neerwaartse richting in de verbrandingskamer 10 wordt geblazen, hetgeen tevens bijdraagt aan een verbeterde verbranding, zoals reeds in het voorgaande is toegelicht. Bovendien wordt door toepassing van de tegels 22 de verbrandingskamer 10 relatief goed op temperatuur gehouden, hetgeen het rendement van het verbrandingsproces verder verhoogt. De behuizing 9 omvat twee typen staanders 20, 21. Een eerste staander 20 heeft een in dwarsdoorsnede V-vormige dwarsdoorsnede en is zodanig gepositioneerd dat een tussen aansluitende tegels 22 gevormde naad 22a in hoofdzaak wordt afgedicht. Een tweede type staander 21 wordt gevormd door een spijl 21 die aan een bovenzijde is bevestigd met het topelement 19, en aan een onderzijde het bodemelement 11 doorsteekt en via een drukveer 24 is verbonden met het bodemelement 11 (zie tevens figuur 4). Door toepassing van de drukveren 24 worden het topelement 19 en het bodemelement 11 naar elkaar toe gedrongen, hetgeen enerzijds de tegels 22 opsluit in het draagframe 18 en anderzijds thermische werking van het draagframe 18 en de tegels 22 kan compenseren, hetgeen de duurzaamheid van de behuizing 9 aanzienlijk verhoogt. Optioneel wordt door de tegels 22 onderling een draagplateau 25 ingeklemd voor het dragen van de vaste brandstof, waardoor het onderliggende bodemelement relatief schoon zal blijven. Dit draagplateau 25 kan bijvoorbeeld zijn vervaardigd uit metaal of een klei omvattende materiaal, zoals bijvoorbeeld chamotte.
Het moge duidelijk zijn dat de uitvinding niet beperkt is tot de hier weergegeven en beschreven uitvoeringsvoorbeelden, maar dat binnen het kader van de bijgaande conclusies legio varianten mogelijk zijn, die voor de vakman op dit gebied voor de hand zullen liggen.
Claims (25)
1. Draagbare kachel voor vaste brandstoffen, omvattende: een door een behuizing gedefinieerde verbrandingskamer voor het houden van vaste brandstof, waarbij een onderste deel van de behuizing is ingericht voor het dragen van vaste brandstof en een bovenzijde van de behuizing samenstel in hoofdzaak open is uitgevoerd, en waarbij een zijwand van de behuizing is voorzien van meerdere luchtinlaatopeningen, ten minste één ventilator voor het opwekken van een luchtstroom, en ten minste één geleidings structuur voor het geleiden van de door de ventilator opgewekte luchtstroom via de luchtinlaatopeningen tot in de verbrandingskamer, waarbij de behuizing van de verbrandingskamer een draagframe omvat, en meerdere met het draagframe gekoppelde vuurvaste tegels, waarbij de tegels ten minste een deel van de zijwand van de behuizing vormen.
2. Kachel volgens conclusie 1, waarbij de behuizing ten minste gedeeltelijk wordt omsloten door de geleidingsstructuur.
3. Kachel volgens conclusie 2, waarbij de behuizing losneembaar is opgenomen in de geleiding structuur.
4. Kachel volgens conclusie 2 of 3, waarbij tussen een buitenwand van de geleidingsstructuur en een buitenwand van de behuizing van de verbrandingskamer een ringvormige luchtkolom wordt gevormd.
5. Kachel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de geleidingsstructuur is ingericht voor het dragen van de behuizing van de verbrandingskamer.
6. Kachel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de geleidingsstructuur is ingericht voor het op afstand houden van de verbrandingskamer ten opzichte van de ventilator.
7. Kachel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de kachel een onderstel omvat, welke onderstel is ingericht voor het ondersteunen van de geleidings structuur, en waarbij de ventilator is verbonden met het onderstel.
8. Kachel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de kachel ten minste één herlaadbare krachtbron omvat voor het aandrijven van de ventilator.
9. Kachel volgens conclusie 8, waarbij de kachel ten minste één thermo-elektrisch element omvat voor het opladen van de krachtbron.
10. Kachel volgens conclusie 8 of 9, waarbij de kachel ten minste één zonnepaneel omvat voor het opladen van de krachtbron.
11. Kachel volgens een der conclusies 8-10, waarbij de kachel ten minste één elektrische aansluiting heeft voor het opladen van de krachtbron.
12. Kachel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij iedere tegel is voorzien van meerdere luchtinlaatopeningen.
13. Kachel volgens conclusie 12, waarbij een bovenste deel van de tegel is voorzien van meer luchtinlaatopeningen dan een onderste deel van de tegel.
14. Kachel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het draagframe een in hoofdzaak gesloten bodemelement omvat.
15. Kachel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het draagframe meerdere opstaande spijlen omvat.
16. Kachel volgens conclusie 15, waarbij ten minste een aantal spijlen zijn ingericht voor het afdekken van een in hoofdzaak verticale naad tussen twee aansluitende tegels.
17. Kachel volgens conclusie 15 of 16, waarbij een bovenzijde van het draagframe wordt gevormd door een ringvormig element waaraan de spijlen zijn gekoppeld.
18. Kachel volgens conclusie 14 en een der conclusie 15-17, waarbij ten minste een aantal spijlen zich uitstrekken tot onder het bodemelement.
19. Kachel volgens conclusie 14 en een der conclusies 15-17, waarbij het draagframe meerdere drangelementen omvat, waarbij ieder drangelement samenwerkt met een spijl en het bodemelement voor het dringen van het bodemelement richting een topelement van het draagframe onder inklemming van de tegels.
20. Kachel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het draagframe de tegels in hoofdzaak omsluit.
21. Kachel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij een binnenzijde van de tegels de verbrandingsruimte definieert.
22. Kachel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij een buitenzijde van de tegels ten minste gedeeltelijk onbedekt wordt gelaten door het draagframe.
23. Kachel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij ieder tegel in dwarsdoorsnede een in hoofdzaak trapeziumvormige vormgeving heeft.
24. Kachel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij ieder tegel ten minste gedeeltelijk is vervaardigd uit klei, in het bijzonder chamotte.
25. Behuizing van een verbrandingskamer ten gebruike in een kachel volgens een der voorgaande conclusies.
Priority Applications (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2012403A NL2012403B1 (nl) | 2014-03-11 | 2014-03-11 | Draagbare kachel voor vaste brandstoffen. |
PCT/NL2015/050144 WO2015137800A1 (en) | 2014-03-11 | 2015-03-06 | Portable stove for solid fuels |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2012403A NL2012403B1 (nl) | 2014-03-11 | 2014-03-11 | Draagbare kachel voor vaste brandstoffen. |
Publications (2)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL2012403A NL2012403A (nl) | 2015-11-19 |
NL2012403B1 true NL2012403B1 (nl) | 2015-11-26 |
Family
ID=52823752
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL2012403A NL2012403B1 (nl) | 2014-03-11 | 2014-03-11 | Draagbare kachel voor vaste brandstoffen. |
Country Status (2)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL2012403B1 (nl) |
WO (1) | WO2015137800A1 (nl) |
Families Citing this family (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
TWI649516B (zh) * | 2016-06-06 | 2019-02-01 | 林瑜嘉 | 便攜式生質燃料爐 |
Family Cites Families (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US201238A (en) * | 1878-03-12 | Improvement in heating-stoves | ||
US3868943A (en) * | 1974-06-21 | 1975-03-04 | Hottenroth Fred William | Portable forced draft solid fuel burning cooker |
DE8524782U1 (de) * | 1985-08-30 | 1986-02-13 | Lapp, Volker, 6450 Hanau | Kompakt-Vielstoffkocher |
US5024208A (en) * | 1990-10-29 | 1991-06-18 | Zz Corp. | Portable stove |
CN101415998B (zh) * | 2006-02-16 | 2012-06-20 | 马丁·里奥尔特 | 便携式炉 |
RU2436015C2 (ru) * | 2006-06-26 | 2011-12-10 | Конинклейке Филипс Электроникс Н.В. | Печка, работающая на твердом топливе, с улучшенным сгоранием |
EP2318766A2 (en) * | 2008-07-23 | 2011-05-11 | First Energy Private Limited | Biomass stove apparatus and method for its use |
-
2014
- 2014-03-11 NL NL2012403A patent/NL2012403B1/nl active
-
2015
- 2015-03-06 WO PCT/NL2015/050144 patent/WO2015137800A1/en active Application Filing
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
WO2015137800A1 (en) | 2015-09-17 |
NL2012403A (nl) | 2015-11-19 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US5893358A (en) | Pellet fuel burner for heating and drying systems | |
US7861707B2 (en) | Gravity feed natural draft pellet stove | |
US20090165769A1 (en) | Solid fuel stove with improved combustion | |
CH621571A5 (nl) | ||
US6817354B2 (en) | Wood burning furnace | |
NL2012403B1 (nl) | Draagbare kachel voor vaste brandstoffen. | |
KR101029906B1 (ko) | 전기효율을 높이고 슬래그 품질을 향상시키며연소배가스로부터 증기를 생성하는 보일러 | |
KR20110010914A (ko) | 다기능 펠릿 연소기 | |
EA016403B1 (ru) | Способ сжигания твердого топлива и устройство для его осуществления | |
KR101224417B1 (ko) | 펠릿 난로 | |
NL2015429B1 (en) | Portable stove for solid fuels. | |
US4257391A (en) | Stepped concentric fire grate | |
RU89670U1 (ru) | Устройство для утилизации влажных отходов, содержащих органические материалы | |
KR102176946B1 (ko) | 휴대용 스토브 | |
KR101228792B1 (ko) | 고체 연료 보일러 | |
KR102297258B1 (ko) | 유해연소가스를 제거 가능한 펠릿 난로 | |
CN205619342U (zh) | 可移动炉拱的垃圾焚烧炉 | |
KR102106463B1 (ko) | 탈착가능한 연소판을 구비한 고체연료 연소기 | |
KR20100006637U (ko) | 다목적 하향식 화목연소장치 | |
EA012814B1 (ru) | Печь для приготовления пищи и обогрева | |
KR102152523B1 (ko) | 난방 기능을 갖는 보일러 겸용 난로장치 | |
US100982A (en) | Orlando clarke | |
NL1040651C2 (nl) | Energie zuinige en onderhoudsvrije automatische pellet, daarnaast ook alles brander, centrale water verwarmer, stoom kachel, energie centrale. | |
KR102367880B1 (ko) | 수직 연소방식 화목 투입구 설치용 착탈식 펠릿 연소장치를 갖는 펠릿 겸용 화목난로 | |
NL2008706C2 (nl) | Brander voor het verbranden van vast koolwaterstoffen bevattende brandstof. |