NL2012145B1

NL2012145B1 - Method for the seam between two asphalt strips.

Info

Publication number: NL2012145B1
Application number: NL2012145A
Authority: NL
Inventors: Albert Elfring Jan
Original assignee: Kws Infra B V
Priority date: 2013-01-24
Filing date: 2014-01-24
Publication date: 2016-06-21
Also published as: NL2012145A

Abstract

Werkwijze voor het behandelen van de naad tussen twee asfaltstroken van een wegdek door een naadmateriaal aan te brengen op de asfaltstroken en het naadmateriaal in de asfaltstroken te doen penetreren. Het naadmateriaal wordt vormvrij op de asfaltstroken aangebracht en wordt na het penetreren hard. Het naadmateriaal wordt door een over het wegdek strijkend en zich langs de naad voortbewegend wisserorgaan of fluïdumstraal in de asfaltstroken gepenetreerd.Method for treating the seam between two asphalt strips of a road surface by applying a seam material to the asphalt strips and causing the seam material to penetrate into the asphalt strips. The seam material is applied form-free to the asphalt strips and hardens after penetration. The seam material is penetrated by a wiper member or fluid jet passing over the road surface and moving along the seam into the asphalt strips.

Description

Werkwijze voor de naad tussen twee asfaltstroken.Method for the seam between two asphalt strips.

De uitvinding heeft betrekking op het met elkaar verbinden van de randen van aansluitingen, voegen en naden (in het navolgende gemeenschappelijk aangeduid met naden) in deklagen uit asfaltbeton van een weg.The invention relates to joining together the edges of connections, joints and seams (hereinafter collectively referred to as seams) in asphalt concrete coverings of a road.

Een naad bevindt zich tussen twee stroken die zijn gemaakt van hetzelfde materiaal, bijvoorbeeld twee stroken naast elkaar van ZOAB met dezelfde korrelmaatverdeling en hetzelfde gehalte bitumen. Een aansluiting bevindt zich tussen twee stroken die zijn gemaakt van verschillende materialen, bijvoorbeeld een strook van ZOAB naast een strook gietasfalt. De uitvinding vindt bijzondere toepassing bij een naad.A seam is located between two strips made of the same material, for example two strips next to each other of ZOAB with the same grain size distribution and the same bitumen content. A connection is located between two strips made of different materials, for example a strip of ZOAB next to a strip of cast asphalt. The invention finds particular application with a seam.

Gewoonlijk is de weg opgebouwd uit verschillende lagen, bijvoorbeeld een onderste fundatielaag, daarop een tussenlaag en daarop een deklaag. De deklaag wordt in de regel onder afschot dwars op de rijrichting gelegd, om hemelwater naar de zijkant af te voeren. De deklaag kan waterdicht zijn. Echter vindt de uitvinding bijzondere toepassing bij waterdoorlatende, poreuze deklagen, bijvoorbeeld ZOAB. Onder de bitumineuze deklaag met open poriën bevindt zich gewoonlijk een waterdichte laag, zodat hemelwater in de deklaag wordt opgenomen en daarbinnen naar de zijkant van de weg wordt afgevoerd.The road is usually made up of different layers, for example a bottom foundation layer, an intermediate layer on top and a top layer on top. The cover layer is generally laid with a slope transverse to the direction of travel, to drain rainwater to the side. The coating can be waterproof. However, the invention finds particular application with water-permeable, porous coatings, for example ZOAB. A watertight layer is usually present under the bituminous bituminous cover layer with open pores, so that rainwater is absorbed in the cover layer and is drained within it to the side of the road.

Naden in de deklaag ontstaan bijvoorbeeld wanneer op verschillende momenten in de tijd stroken deklaag naast elkaar worden gemaakt, zodat de ene strook al verdicht en afgekoeld is voordat de volgende strook daarnaast wordt gelegd.Seams in the cover layer arise, for example, when strips of cover layer are made next to each other at different times in time, so that one strip is already compacted and cooled before the next strip is laid next to it.

Deze naden worden zwaar belast door verkeer en weersinvloeden.These seams are heavily loaded by traffic and weather influences.

De stand van de techniek bevat vele voorstellen voor het versterken van de naad. Bijvoorbeeld het gebruik van een geprefabriceerde naadband die ofwel overlappend bovenop de naad wordt gelegd, ofwel tussen de flanken van de asfaltstroken ter weerszijden van de naad wordt geplaatst.The prior art contains many proposals for strengthening the seam. For example, the use of a prefabricated seam tape that is either overlapped on top of the seam or placed between the flanks of the asphalt strips on either side of the seam.

Geprefabriceerde bitumineuze naadbanden zijn bekend uit bijvoorbeeld EP1380692 (voor plaatsing tussen de flanken van twee stroken ZOAB, met een onderste waterdoorlatend deel) . Ook zijn geprefabriceerde bitumineuze naadbanden bekend die als een pleister bovenop de naad wordt gelegd nadat beide naast elkaar liggende stroken van de deklaag zijn uitgespreid en voltooid zodat de flanken spleetloos op elkaar aansluiten. DE19503940 openbaart het door frezen afschuinen van de flank van de bestaande asfaltstrook, waarna het vormvrije asfalt van de nieuwe strook wordt uitgespreid en zich hecht aan de schuine flank. EP0646675 openbaart een door mechanische inwerking gemakkelijk te plastificeren pasta die als een streng uit een doseermondstuk tegen de flank van de eerste strook wordt aangebracht. DE19939372 openbaart een geprefabriceerde naadband met T-vormig profiel voor plaatsing tussen de flanken. W02010011417 openbaart het verhitten van de flank van de eerste strook vlak voordat de naastliggende tweede strook wordt aangebracht met de asfaltspreidmachine. CN2334794 openbaart een handkar met een doseermondstuk om vanuit de kar continu vormvrij materiaal op de spieetvormige naad tussen twee voltooide stroken te doseren terwijl men de handkar langs de naad voortbeweegt. US4511283 openbaart iets vergelijkbaars. US4658802 openbaart een verhitte troffel om lokaal een naad te bewerken. Er zijn nog veel meer voorstellen gericht op het verhelpen van de problematiek van de naad.Prefabricated bituminous seam belts are known from, for example, EP1380692 (for placement between the flanks of two strips of ZOAB, with a lower water permeable part). Prefabricated bituminous seam tapes are also known which are laid on top of the seam as a plaster after both adjacent strips of the cover layer have been spread out and completed so that the flanks fit into each other gaplessly. DE19503940 discloses the chamfering of the flank of the existing asphalt strip, after which the form-free asphalt of the new strip is spread and adheres to the sloping flank. EP0646675 discloses a paste which is easy to plasticize by mechanical action and which is applied as a strand from a dosing nozzle against the flank of the first strip. DE19939372 discloses a prefabricated seam tape with T-shaped profile for placement between the flanks. WO2010011417 discloses heating the flank of the first strip just before the adjacent second strip is applied with the asphalt spreader. CN2334794 discloses a hand cart with a dispensing nozzle to continuously dose form-free material from the cart onto the spit-shaped seam between two completed strips while moving the hand cart along the seam. US4511283 discloses something similar. US4658802 discloses a heated trowel to locally process a seam. There are many more proposals aimed at solving the problems of the seam.

Verder is bekend een naadreparatie uitgevoerd aan de A67 (tussen Someren en Geldrop, voorjaar 2 010) , de naadflanken waren sterk gerafeld. Ter plaatse van de naad werd een sleuf gefreesd van 15 centimeter breed en 5 centimeter diep. Daarna is de sleuf gereinigd met een zuig-veegwagen en handmatig gevuld met vormvrij, hardbaar reparatiemiddel {gemaakt op basis van koolzaadolie en bevat korrels die in afmeting gelijk zijn met die van ΖΟΔΒ). Vervolgens is het reparatiemiddel in de sleuf verdicht met een wals en besprenkeld met water om het uithardingsproces te starten. Alternatief werd de naad gevuld met het reparatiemiddel zonder van tevoren te freezen. De naad werd handmatig verdicht met een stamper en besprenkeld met water. De drainerende werking van de gerepareerde naad bleek niet minder dan die van het omringende ZOAB-wegdek. Voor deze reparatie moet de naad in het wegdek een minimale opening hebben van twee keer de korrelgrootte van het reparatiemiddel.Furthermore, a seam repair is known to have been carried out on the A67 (between Someren and Geldrop, spring 2 010), the seam flanks were strongly frayed. At the location of the seam, a slot was milled, 15 centimeters wide and 5 centimeters deep. The slot was then cleaned with a suction sweeper and manually filled with form-free, curable repair agent (made from rapeseed oil and contains grains that are the same size as ΖΟΔΒ). The repair agent in the slot is then compacted with a roller and sprinkled with water to start the curing process. Alternatively, the seam was filled with the repair means without freezing in advance. The seam was manually compacted with a pestle and sprinkled with water. The draining effect of the repaired seam was found to be no less than that of the surrounding ZOAB road surface. For this repair, the seam in the road surface must have a minimum opening of twice the grain size of the repair material.

Met de uitvinding wordt een snelle, duurzame en betrouwbare oplossing beoogd.The invention contemplates a fast, durable and reliable solution.

Daartoe wordt in het naadgebied bovenop de via de naad op elkaar aansluitende stroken deklaag een naadmateriaal opgebracht of gedoseerd en gezorgd dat dit naadmateriaal de deklaag penetreert.For this purpose, a seam material is applied or dosed in the seam area on top of the strips of covering layer which connect to each other via the seam and it is ensured that this seam material penetrates the covering layer.

Bij voorkeur wordt één of meer van het volgende toegepast: het naadmateriaal is vormvrij en hardbaar; de naar elkaar gekeerde flanken van de stroken sluiten spleetloos op elkaar aan voordat het naadmateriaal wordt opgebracht; in het naadgebied wordt geen spleet gemaakt voordat, tijdens en/of nadat het naadmateriaal wordt opgebracht; nadat de ene strook is uitgespreid en verdicht en eventueel afgekoeld wordt de andere strook uitgespreid en verdicht en eventueel afgekoeld voordat het naadmateriaal wordt opgebracht; de stroken zijn beide uitgespreid en verdicht en eventueel afgekoeld voordat het naadmateriaal wordt opgebracht; één van de stroken is een zgn. inlage; de ene strook is oud en de andere nieuw, bijvoorbeeld minimaal 1 of 5 jaar verschillend in leeftijd; één van de stroken is nog niet eerder opengesteld voor autoverkeer; een strook vervangt een eerdere strook die is verwijderd, bijvoorbeeld door frezen, voordat de strook werd aangebracht; de bovenkant van de flank van de ene strook ligt hoger dan die van de andere strook, bij voorkeur minimaal 1 of 2 millimeter hoger, bij voorkeur zodat het oppervlak van het wegdek ter plaatse van deze flanken een hoogtesprong van minimaal 1 of 2 millimeter vertoont; onder, bij voorkeur direct onder, de stroken ligt een waterdichte laag; één of beide van de stroken is waterdoorlatend, bij voorkeur over zijn gehele dikte; één of beide van de stroken bezit een open oppervlaktestructuur, bijvoorbeeld bestaat uit ZOAB, bijvoorbeeld 0-16 of 11-16 (bijvoorbeeld doordat voor het materiaal van de strook is toegepast een korrelmaatverdeling rond een gemiddelde); het bindmiddel in het naadmateriaal is in een overmaat aanwezig; het naadmateriaal bestaat uit bindmiddel en vulstoffen; het naadmateriaal bevat korrels kleiner dan 0,5 of 0,4 of 0,3 of 0,2 of 0,1 millimeter; het naadmateriaal wordt in de stroken gedwongen, bijvoorbeeld gedrukt of geperst, door dwangmiddelen, bijvoorbeeld door een wisserorgaan of een hydraulische of pneumatische druk, bijvoorbeeld van een fluïdumstraal (bijvoorbeeld het naadmateriaal wordt in een harde straal direct in het wegdek gespoten), welke bij voorkeur zich langs de naad voortbeweegt tijdens het doseren; gezorgd wordt dat het naadmateriaal de stroken impregneert, bij voorkeur in alleen het bovenste strookgebied, bij voorkeur voor maximaal 50% en/of minimaal 10% of minimaal 1 of 2 of 5 millimeter van de laagdikte van de strook; gezorgd wordt dat het naadmateriaal de stroken impregneert zodat minder dan 50% of 10% van de laagdikte van het naadmateriaal boven de stroken blijft; gezorgd wordt dat in de deklaag opgenomen water de met naadmateriaal geïmpregneerde naad horizontaal kan passeren; de stroken lopen in lengterichting van de weg; de stroken hebben een breedte in hoofdzaak gelijk aan een rijstrook van een weg voor autoverkeer; het naadmateriaal wordt gedoseerd tussen twee zijdelingse opsluitelementen, met, bij voorkeur gecentreerd, tussen zich de naad, welke bijvoorbeeld zich langs de naad voortbewegen tijdens het doseren; de opsluitelementen verhinderen het verspreiden van het naadmateriaal over het wegdek; de tussenruimte tussen de opsluitelementen bedraagt maximaal 15 of 20 centimeter; de lengte van de opsluitelementen bedraagt maximaal 2 meter; de dwangmiddelen en opsluitelementen bewegen zich synchroon voort; het bindmiddel van het naadmateriaal is bitumineus of een thermoplast, bijvoorbeeld is of bevat het naadmateriaal een emulsie; de dikte van de deklaag bedraagt tussen 5 millimeter en 2 of 5 centimeter; gezorgd wordt dat geen of in hoofdzaak geen naadmateriaal bovenop de stroken achterblijft, bijvoorbeeld door alle gedoseerde naadmateriaal te dwingen de stroken te penetreren of door overtollig naadmateriaal te verwijderen, bijvoorbeeld met een wisserorgaan; het wisserorgaan is tussen de opsluitelementen werkzaam; het naadmateriaal verschaft een gesloten oppervlaktestructuur aan de deklaag of maakt het oppervlak van de deklaag minimaal 80% minder poreus; het naadmateriaal wordt op een bevochtigde deklaag gedoseerd; door de asfaltspreidmachine in een laag aangebracht heet en vormvrij asfaltbeton wordt door de over de laag rijdende wals zijdelings, bij voorkeur rechtstreeks, tegen de vormvaste eerste flank van de voltooide naastliggende strook gedrukt en vormt onder afkoeling een vormvaste tweede flank, waarbij bij voorkeur de eerste flank niet is voorbehandeld met bijvoorbeeld een primer of hechtmiddel of naadband.Preferably, one or more of the following is used: the seam material is form-free and curable; the flanks of the strips facing each other adjoin each other gaplessly before the seam material is applied; no slit is made in the seam area before, during and / or after the seam material is applied; after one strip has been spread and compacted and optionally cooled, the other strip is spread and compacted and optionally cooled before the seam material is applied; the strips are both spread and compacted and possibly cooled before the seam material is applied; one of the strips is a so-called inlay; one strip is old and the other new, for example at least 1 or 5 years different in age; one of the lanes has not been opened to car traffic before; a strip replaces an earlier strip that has been removed, for example by milling, before the strip was applied; the top of the flank of one strip is higher than that of the other strip, preferably at least 1 or 2 millimeters higher, preferably so that the surface of the road surface at these flanks shows a height jump of at least 1 or 2 millimeters; there is a watertight layer below, preferably directly below, the strips; one or both of the strips is water-permeable, preferably over its entire thickness; one or both of the strips has an open surface structure, for example consists of ZOAB, for example 0-16 or 11-16 (for example, because a grain size distribution around an average is used for the material of the strip); the binder is present in an excess in the seam material; the seam material consists of binder and fillers; the seam material contains grains smaller than 0.5 or 0.4 or 0.3 or 0.2 or 0.1 millimeter; the seam material is forced into the strips, for example pressed or pressed, by coercive means, for example by means of a wiper member or a hydraulic or pneumatic pressure, for example from a fluid jet (for example the seam material is injected directly into the road surface in a hard jet), which preferably moves along the seam during dosing; it is ensured that the seam material impregnates the strips, preferably in the upper strip region only, preferably up to 50% and / or at least 10% or at least 1 or 2 or 5 millimeters of the layer thickness of the strip; it is ensured that the seam material impregnates the strips so that less than 50% or 10% of the layer thickness of the seam material remains above the strips; it is ensured that water contained in the cover layer can pass horizontally through the seam impregnated with seam material; the strips run in the longitudinal direction of the road; the strips have a width substantially equal to a traffic lane of a road; the seam material is dosed between two lateral retaining elements, with, preferably centered, the seam between them, which, for example, move along the seam during dosing; the retaining elements prevent the seam material from spreading over the road surface; the space between the locking elements is a maximum of 15 or 20 centimeters; the maximum length of the locking elements is 2 meters; the coercive means and confining elements move synchronously; the binder of the seam material is bituminous or a thermoplastic, for example, the seam material is or contains an emulsion; the thickness of the cover layer is between 5 millimeters and 2 or 5 centimeters; it is ensured that no or substantially no seam material remains on top of the strips, for example by forcing all metered seam material to penetrate the strips or by removing excess seam material, for example with a wiper member; the wiper member is operative between the retaining elements; the seam material provides a closed surface structure to the cover layer or makes the surface of the cover layer at least 80% less porous; the seam material is dosed onto a wetted cover layer; hot and form-free asphalt concrete layered by the asphalt spreading machine is pressed sideways, preferably directly, by the roller running over the layer against the form-retaining first flank of the completed adjacent strip and forms a form-retaining second flank while cooling, flank is not pre-treated with, for example, a primer or adhesive or seam tape.

Een voorbeeld is als volgt:An example is as follows:

Eerst wordt een eerste strook deklaag aangebracht door uitspreiden van vormvrij asfaltbeton, welke aansluitend in de nog hete toestand door erover heen rijden met een wals zodanig wordt verdicht dat door het afkoelen en verdichten een stevige ZOAB deklaag ontstaat. Vervolgens wordt daarnaast liggend een volgende dergelijke strook aangebracht en wederom verdicht en afgekoeld om een stevige ZOAB deklaag te verkrijgen. Bij het maken van de volgende strook wordt het vormvrije materiaal ervan door de rijdende wals zijdelings rechtstreeks tegen de vormvaste flank van de naastliggende strook gedrukt.First, a first strip of cover layer is applied by spreading form-free asphalt concrete, which is then compacted in the still hot condition by driving over it with a roller in such a way that a solid ZOAB cover layer is created by cooling and compacting. Next, a further such strip is applied lying down and again compacted and cooled in order to obtain a solid ZOAB cover layer. When making the next strip, its form-free material is pressed laterally directly by the rolling roller against the form-retaining flank of the adjacent strip.

Direct na voltooien van de volgende strook wordt een sloof over het wegdek voortgeschoven, gecentreerd op de naad tussen de twee stroken. In de sloof is een over het wegdek schuivende wisserstrip geplaatst die haaks staat op de twee zijwanden van de sloof. Stroomopwaarts van de wisser wordt vormvrij naadmateriaal in de sloof gedoseerd. De wisser drukt dit naadmateriaal in de stroken. De zijwanden van de sloof houden het naadmateriaal binnen de sloof.Immediately after completing the next lane, a trench is pushed over the road surface, centered on the seam between the two lanes. A wiper strip has been placed over the road surface and is perpendicular to the two side walls of the ditch. Upstream of the wiper, form-free seam material is metered into the ditch. The wiper presses this seam material into the strips. The side walls of the barge keep the seam material within the barge.

De wisserstrip kan worden vervangen door een ander dwangmiddel, zoals een op het wegdek gerichte en langs de naad voortbewegende, dus over het wegdek strijkende, luchtstraal. Of het naadmateriaal kan in een harde straal op het wegdek worden gespoten zodat de straal van naadmateriaal de deklaag direct penetreert.The wiper strip can be replaced by another coercive means, such as an air jet directed at the road surface and moving along the seam, i.e. passing over the road surface. Or the seam material can be sprayed on the road surface in a hard jet so that the jet of seam material directly penetrates the cover layer.

Het dwangmiddel kan eveneens zonder sloof worden tegepastThe coercive means can also be used without a slave

De uitvinding wordt verder toegelicht aan de hand van de tekening die een niet-beperkend uitvoeringsvoorbeeld toont.The invention is further elucidated with reference to the drawing, which shows a non-limiting exemplary embodiment.

Fig. 1 toont in perspectief het aanleggen van een nieuwe strook naast een bestaande strook;FIG. 1 shows in perspective the construction of a new strip next to an existing strip;

Fig. 2 toont in perspectief een sloof;FIG. 2 shows a gap in perspective;

Fig. 3 toont een zijaanzicht in doorsnede van het wegdek en de sloof;FIG. 3 shows a side view in section of the road surface and the ditch;

Fig. 4 toont het bovenaanzicht van fig. 3.FIG. 4 shows the top view of FIG. 3.

Fig. 1 toont achter elkaar een asfaltspreidmachine, een rijdende wals en de op de naad gecentreerde sloof met de voortbeweging en de doseer- en verdere randapparatuur.FIG. 1 shows one behind the other an asphalt spreader, a rolling roller and the gutter centered with the propulsion and the dosing and further peripheral equipment.

Fig. 2 toont de sloof die twee zijwanden, parallel aan de naad te stellen, en de wisser haaks daarop bezit.FIG. 2 shows the gap which has two side walls, parallel to the seam, and the wiper has a square angle thereto.

Fig. 3 en 4 tonen hoe het in de sloof gedoseerde naadmateriaal door de wisser wordt gedwongen van bovenaf in het wegdek te penetreren.FIG. 3 and 4 show how the seam material dosed into the trench is forced by the wiper to penetrate into the road surface from above.

Andere uitvoeringen waarbij het naadmateriaal wordt gedwongen de asfaltstroken te penetreren behoren eveneens tot de uitvinding.Other embodiments in which the seam material is forced to penetrate the asphalt strips also belong to the invention.

Claims

A method for treating the seam between two asphalt strips of a road surface by applying a seam material to the asphalt strips and causing the seam material to penetrate into the asphalt strips.

2. Method according to claim 1, the seam material is form-free and is applied form-free to the asphalt strips.

3. Method according to claim 2, the seam material is curable and hardens after penetration.

4. Method according to one of the preceding claims, the seam material is forced into the asphalt strips.

5. Method according to one of the preceding claims, the seam material is pressed or pressed into the asphalt strips.

6. Method according to one of the preceding claims, the seam material is penetrated into the asphalt strips by coercive means.

7. Method according to one of the preceding claims, the seam material is penetrated into the asphalt strips by a wiper member.

8. Method according to one of the preceding claims, the seam material is penetrated by a fluid jet into the asphalt strips.

9. Method according to one of the preceding claims 6-8, the coercive means move along the seam.

10. Method according to one of the preceding claims, the seam material impregnates the asphalt strips.

11. Method according to one of the preceding claims, the seam material penetrates only the upper strip area.

12. Method according to one of the preceding claims, the seam material penetrates a maximum of 50% of the layer thickness of the asphalt strip.

Method according to one of the preceding claims, the seam material penetrates at least 10% of the layer thickness of the asphalt strip.

Method according to one of the preceding claims, the seam material penetrates at least 5 millimeters of the layer thickness of the asphalt strip.

Method according to one of the preceding claims, the seam material penetrates the asphalt strip so that less than 10% of the layer thickness of the seam material remains above the asphalt strips.

Method according to one of the preceding claims, the binder in the seam material is present in an excess.

17. Method according to one of the preceding claims, the seam material consists of binder and fillers.

18. Method according to one of the preceding claims, the seam material contains granules smaller than 0.2 millimeters.

A method according to any one of the preceding claims, wherein the asphalt strips are from ZOAB and a watertight layer is immediately below and the seam material is penetrated into the asphalt strips such that water contained in the asphalt strips can pass through the seam impregnated with seam material horizontally .

A method according to any one of the preceding claims, the seam material is dosed between two lateral containment elements, with the seam between them, the containment elements prevent the seam material from spreading freely over the road surface.

A method according to any one of the preceding claims, the retaining elements are advanced along the seam during dosing of seam material.

Method according to one of the preceding claims, the coercive means and confining elements move synchronously.

A method according to any one of the preceding claims, the binder of the seam material is bituminous or a thermoplastic.

A method according to any one of the preceding claims, the seam material is or contains an emulsion.

Method according to one of the preceding claims, it is ensured that no or substantially no seam material remains on top of the asphalt strips.

26. Method according to one of the preceding claims, all metered seam material is forced to penetrate the asphalt strips.

Method according to one of the preceding claims, surplus seam material is removed with a wiper member.

Method according to one of the preceding claims, the coercive means are active between the confining elements.

29. Method according to one of the preceding claims, the seam material provides a closed surface structure to the cover layer.

Method according to one of the preceding claims, the seam material makes the surface of the cover layer at least 80% less porous.

A method according to any one of the preceding claims, the seam material is dosed onto a wetted cover layer.

A method according to any one of the preceding claims, ensuring that after dosing and penetrating, the top of the seam material is at a level equal to or lower than the level of the top of the asphalt strips in the portion impregnated with the seam material.

A method according to any one of the preceding claims, wherein the asphalt strips are from ZOAB and a watertight layer is immediately below and the seam material is penetrated into the asphalt strips such that an upper layer part of the asphalt strips is impregnated with seam material while a lower layer part of the asphalt strips remain free of seam material and water in the asphalt strips passes the seam impregnated with seam material horizontally by flowing over the watertight layer and underneath the seam material in the asphalt layers.

A method according to any one of the preceding claims, stroking the coercive means over the surface of the asphalt strips.

A method according to any one of the preceding claims, the seam material is injected directly into the asphalt layers in a material jet.

36. A method according to any one of the preceding claims, the material is forced into the asphalt layers by means of a gaseous jet.

A method according to any one of the preceding claims, the seam being formed by the flanks pressed against each other of the adjacent asphalt strips.

A method according to any one of the preceding claims, the asphalt strips extend in the longitudinal direction of the road, the asphalt strips have a width substantially equal to a traffic lane of a road, the thickness of the asphalt strips being between 5 millimeters and 2 centimeters, the asphalt spreader applied in a layer of hot and form-free asphalt concrete is pressed sideways and directly by the roller running over the layer against the form-retaining first flank of the completed adjacent asphalt strip and forms a form-retaining second flank while cooling, the first flank not being pretreated with a primer or adhesive or seam tape, the flanks of the asphalt strips facing each other fit gaplessly before the seam material is applied, no gap is made in the seam area before, during and after the seam material is applied, after the one asphalt strip has been spread and the other asphalt strip u. and compacted and cooled it spread and compacted and cooled before the seam material is applied, one asphalt strip is old and the other new, at least 1 year different in age, this other, new asphalt strip has not previously been opened for car traffic, this new asphalt strip replaces an earlier strip that has been removed, by milling, before this new asphalt strip is applied.

A method according to any one of the preceding claims, the top of the flank of one asphalt strip being at least 2 millimeters higher than that of the other asphalt strip, so that the surface of the road surface at these flanks shows a height jump of at least 2 millimeters.

Method according to one of the preceding claims, the seam material is applied to the asphalt strips in the liquid state.

A method according to any one of the preceding claims, the seam material being applied to the asphalt strips in the state of a paste.