NL2012112C2

NL2012112C2 - PLANT HOLDER AND METHOD.

Info

Publication number: NL2012112C2
Application number: NL2012112A
Authority: NL
Inventors: René Meij
Original assignee: Fleur Cd B V
Priority date: 2014-01-20
Filing date: 2014-01-20
Publication date: 2015-07-21

Description

Titel: Plantenhouder en werkwijzeTitle: Plant holder and method

De uitvinding heeft betrekking op een plantenhouder voor het stabiliseren van een plant- of bloemstengel, in het bijzonder een stengel van een orchidee.The invention relates to a plant holder for stabilizing a plant or flower stalk, in particular a stalk of an orchid.

In de praktijk zijn diverse bevestigingsmiddelen bekend voor het fixeren van orchideestengels aan stabibserende hulpstructuren, zoals stokjes. Hoewel sommige bevestigingsmiddelen uitstekend voldoen bbjkt het stabiliseren van de stengels een arbiedsintensief proces. Zo kost het fixeren van een tweetal stengels in de praktijk al gauw zes handelingen, namelijk per stengel het inbrengen van een stokje, en het bevestigen van twee klemmetjes aan het stokje en de stengel, op verschillende hoogtes. Ook kan materiaal verloren gaan doordat klemmetjes per ongeluk op de grond kunnen vallen.Various fixing means are known in practice for fixing orchid stems to stabilizing auxiliary structures, such as sticks. Although some fasteners are excellent, stabilizing the stems is an area-intensive process. For example, fixing two stems in practice can easily cost six operations, namely inserting a stick per stem and attaching two clips to the stick and the stem at different heights. Material can also be lost because clips could accidentally fall to the ground.

De uitvinding beoogt een plantenhouder voor het stabiliseren van een plant- of bloemstengel, in het bijzonder een stengel van een orchidee, waarbij minder handelingen vereist zijn. Daartoe omvat de plantenhouder een afstandhouder voorzien van een meervoudig aantal grijporganen, elk voor het aangrijpen van een plant- of bloemstengel.It is an object of the invention to provide a plant holder for stabilizing a plant or flower stalk, in particular a stalk of an orchid, wherein fewer operations are required. To that end, the plant holder comprises a spacer provided with a multiple number of gripping members, each for gripping a plant or flower stalk.

Door tenminste twee grijporganen in te zetten die via een afstandhouder aan elkaar zijn bevestigd, kan het aantal vereist handelingen drastisch afnemen. Nu kan in principe immers worden volstaan met het bevestigen van de grijporganen aan beide stengels, eenmaal voor beide stengels. Verder is de kans op verlies van materiaal aanzienlijk afgenomen, door de grotere structuren.By using at least two gripping members which are connected to each other via a spacer, the number of required operations can be drastically reduced. After all, it is now sufficient in principle to attach the gripping members to both stems, once for both stems. Furthermore, the risk of material loss has decreased considerably due to the larger structures.

De uitvinding berust tenminste gedeeltehjk op het inzicht dat twee stengels die zich in elkaar nabijheid bevinden, zoals het geval is in een pot met tenminste twee stengels, elkaar kunnen stabiliseren. Uiteraard kan het principe ook worden toegepast op drie of meer stengels die dicht bijeen staan, door toepassing van een afstandshouder die is voorzien van meer dan twee grijporganen.The invention is based at least in part on the insight that two stems that are in proximity to each other, as is the case in a pot with at least two stems, can stabilize each other. Of course, the principle can also be applied to three or more stems that are close together, by using a spacer that is provided with more than two gripping members.

Opgemerkt wordt dat octrooipublicatie NL 1 003 273 een plantsteeldrager met een spiraalvormig verbindingsdeel beschrijft, en dat octrooipublicatie CH 296 279 twee in elkaar geschoven draadklemmen voor het bijeenhouden van vier wijnstokranken beschrijft.It is noted that patent publication NL 1 003 273 describes a plant stem support with a spiral-shaped connecting part, and that patent publication CH 296 279 describes two thread clamps pushed together for holding four vine vines together.

Voorts wordt op gemerkt dat octrooipublicatie GB 328 438 een plantensteun met een drager en een aantal armen met grijper beschrijft, en dat US 4 483 098 een plantensteun met draagstok en twee tegenover elkaar gelegen klemmen beschrijft.It is further noted that patent publication GB 328 438 describes a plant support with a carrier and a number of arms with gripper, and that US 4 483 098 describes a plant support with a carrying pole and two opposite clamps.

Ook wordt opgemerkt dat octrooipublicatie NL 1 028 223 plantbindbeugels met twee scharnierbaar met elkaar gekoppelde armen beschrijft.It is also noted that patent publication NL 1 028 223 describes plant binding brackets with two pivotally coupled arms.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een werkwijze voor het stabiliseren van tenminste twee plant- of bloemstengels.The invention also relates to a method for stabilizing at least two plant or flower stems.

Verdere voordelige uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn weergegeven in de volgconclusies.Further advantageous embodiments of the invention are shown in the subclaims.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld dat in de tekening is weergegeven. In de tekening toont:The invention will be further elucidated on the basis of an exemplary embodiment shown in the drawing. In the drawing:

Fig. 1 een schematisch aanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van een plantenhouder overeenkomstig de uitvinding;FIG. 1 is a schematic view of a first embodiment of a plant container according to the invention;

Fig. 2 een schematisch aanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van een plantenhouder overeenkomstig de uitvinding;FIG. 2 is a schematic view of a second embodiment of a plant holder according to the invention;

Fig. 3 een schematisch aanzicht van een derde uitvoeringsvorm van een plantenhouder overeenkomstig de uitvinding;FIG. 3 is a schematic view of a third embodiment of a plant holder according to the invention;

Fig. 4 een schematisch aanzicht van een vierde uitvoeringsvorm van een plantenhouder overeenkomstig de uitvinding;FIG. 4 is a schematic view of a fourth embodiment of a plant container according to the invention;

Fig. 5 een schematisch aanzicht van een vijfde uitvoeringsvorm van een plantenhouder overeenkomstig de uitvinding;FIG. 5 is a schematic view of a fifth embodiment of a plant container according to the invention;

Fig. 6 een schematisch aanzicht van een zesde uitvoeringsvorm van een plantenhouder overeenkomstig de uitvinding;FIG. 6 is a schematic view of a sixth embodiment of a plant container according to the invention;

Fig. 7 een schematisch aanzicht van een zevende uitvoeringsvorm van een plantenhouder overeenkomstig de uitvinding;FIG. 7 is a schematic view of a seventh embodiment of a plant container according to the invention;

Fig. 8 een schematisch aanzicht van een achtste uitvoeringsvorm van een plantenhouder overeenkomstig de uitvinding;FIG. 8 is a schematic view of an eighth embodiment of a plant container according to the invention;

Fig. 9 een schematisch aanzicht van een negende uitvoeringsvorm van een plantenhouder overeenkomstig de uitvinding;FIG. 9 is a schematic view of a ninth embodiment of a plant container according to the invention;

Fig. 10 een schematisch aanzicht van een tiende uitvoeringsvorm van een plantenhouder overeenkomstig de uitvinding;FIG. 10 is a schematic view of a tenth embodiment of a plant container according to the invention;

Fig. 11 een schematisch aanzicht van een elfde uitvoeringsvorm van een plantenhouder overeenkomstig de uitvinding;FIG. 11 is a schematic view of an eleventh embodiment of a plant container according to the invention;

Fig. 12 een schematisch aanzicht van een twaalfde uitvoeringsvorm van een plantenhouder overeenkomstig de uitvinding; enFIG. 12 is a schematic view of a twelfth embodiment of a plant container according to the invention; and

Fig. 13 een schematisch aanzicht van een dertiende uitvoeringsvorm van een plantenhouder overeenkomstig de uitvinding.FIG. 13 is a schematic view of a thirteenth embodiment of a plant container according to the invention.

De figuren zijn slechts schematisch weergaven van een voorkeursuitvoering van de uitvinding. In de figuren zijn gelijke of corresponderende onderdelen met dezelfde verwijzingscijfers aangegeven.The figures are only schematic representations of a preferred embodiment of the invention. In the figures, identical or corresponding parts are indicated with the same reference numerals.

In Figuur 1 is een eerste uitvoering van een plantenhouder 1 conform de uitvinding getoond, voor het stabiliseren van een plant- of bloemstengel, in het bijzonder een stengel van een orchidee zoals een phalanopsis. De houder 1 heeft een afstandhouder 2, gevormd als een langwerpig element, die is voorzien van een tweetal grijporganen 3, 4 die zich aan de uiteinden van de houder 2 bevinden. De grijporganen 3, 4 zijn bedoeld om elk een steel van een bloem of plant aan te grijpen.Figure 1 shows a first embodiment of a plant holder 1 according to the invention, for stabilizing a plant or flower stem, in particular a stem of an orchid such as a phalanopsis. The holder 1 has a spacer 2, formed as an elongate element, which is provided with two gripping members 3, 4 which are located at the ends of the holder 2. The gripping members 3, 4 are intended to each engage a stem of a flower or plant.

De grijporganen 3, 4 zijn elk voorzien van een basis 5, 6 en een tweetal armen 7-10 die scharnierend aan de basis zijn bevestigd. De armen zijn aan hun uiteinde voorzien van een vergrendelmechanisme, uitgevoerd als koppelorganen die bij het sluiten van de armen om de stengel van een plant of bloem aan elkaar koppelen, zodat de aangrijping van het grijporgaan aan de stengel een duurzaam karakter heeft. In de getoonde uitvoeringsvorm zijn de koppelorganen uitgevoerd met weerhaakjes 11-14 die zelfvergrendelend aan elkaar koppelen. In principe zijn andersoortige koppelorganen ook toepasbaar, zoals een klikverbinding.The gripping members 3, 4 are each provided with a base 5, 6 and a pair of arms 7-10 which are hinged to the base. The arms are provided at their end with a locking mechanism, designed as coupling members which, when closing the arms around the stem of a plant or flower, connect to each other, so that the engagement of the gripping member on the stem has a durable character. In the embodiment shown, the coupling members are designed with barbs 11-14 which couple to each other in a self-locking manner. In principle, other types of coupling members can also be applied, such as a snap connection.

Bij voorkeur is de plantenhouder integraal gevormd, bij grote voorkeur uit een kunststof. Hierbij kunnen de scharnierende verbindingen tussen de basis 5, 6 en de armen 7-10 als een zogenaamde elastische ‘hinge’ zijn uitgevoerd die een opening 15-18 vrijlaten, zodat de armen over een zeker hoekbereik vrij kunnen scharnieren en toch relatief stijf kunnen zijn.The plant holder is preferably integrally formed, more preferably from a plastic. The hinged connections between the base 5, 6 and the arms 7-10 can be designed as a so-called elastic 'hinge' that leave an opening 15-18 free, so that the arms can pivot freely over a certain angular range and yet can be relatively rigid .

Voorts is de afstandhouder voorzien van een dragend element 19 voor het dragen van de plantenhouder 1. Het dragende element is bijvoorbeeld een stok of steun die met het onderste uiteinde in de grond kan worden geplaatst. Het dragende element 19 is via een koppelverbinding 20 aan het langwerpige deel verbonden, bij voorkeur ongeveer halverwege.The spacer is further provided with a supporting element 19 for supporting the plant holder 1. The supporting element is, for example, a stick or support which can be placed in the ground with its lower end. The supporting element 19 is connected to the elongated part via a coupling connection 20, preferably approximately halfway.

Figuur 2 toont een schematisch aanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van een plantenhouder 1 overeenkomstig de uitvinding. Hierbij is de afstandhouder niet voorzien van een dragend element, maar van een opneemmodule 21 voor het opnemen van een separaat dragend element voor het dragen van de plantenhouder. De opneemmodule bevindt zich bij voorkeur ongeveer halverwege het langwerpige deel, en heeft de vorm van een half open bus 22 die de bovenkant, van een dragen element, zoals een stokje, kan opnemen, als een hoedje. Figuur 2 toont de opneemmodule 21 separaat in een perspectivisch aanzicht.Figure 2 shows a schematic view of a second embodiment of a plant holder 1 according to the invention. Here, the spacer is not provided with a supporting element, but with a receiving module 21 for receiving a separate supporting element for carrying the plant holder. The receiving module is preferably located approximately midway along the elongate member, and is in the form of a half-open sleeve 22 which can receive the top of a supporting element, such as a stick, as a hat. Figure 2 shows the recording module 21 separately in a perspective view.

Figuur 3 toont een schematisch aanzicht van een derde uitvoeringsvorm van een plantenhouder 1 overeenkomstig de uitvinding, waarbij enkele varianten van het langwerpige element separaat zijn weergegeven. Zo is een langwerpig element getoond met een bevestigingselement 23 om een attribuut zoals een informatiekaartje aan te bevestigen. Ook is een langwerpig element getoond met een paneel 24 voor het weergeven van informatie zoals de naam van de plant of kweker.Figure 3 shows a schematic view of a third embodiment of a plant holder 1 according to the invention, wherein some variants of the elongate element are shown separately. For example, an elongated element is shown with an attachment element 23 for attaching an attribute such as an information card. An elongated element is also shown with a panel 24 for displaying information such as the name of the plant or grower.

Figuren 4-6 tonen schematische aanzichten van een vierde, vijfde en zesde uitvoeringsvorm van een plantenhouder 1 overeenkomstig de uitvinding. In de vierde uitvoeringsvorm heeft de afstandhouder een cirkelvorm 25. In de getoonde uitvoering heeft de plantenhouder 1 drie grijporganen 3, 4, 26 die evenredig in omtreksrichting aan de afstandhouder 25 zijn bevestigd. Elk van de grijporganen heeft een paar armen 7-10, 27, 28 die tijdens gebruik de stengels omsluiten. In de vijfde uitvoeringsvorm heeft de afstandhouder een stervorm met een drietal benen 30-32 die op een knooppunt 33 aan elkaar zijn bevestigd. Aan de uiteinde van de benen 30-32 bevinden zich de grijporganen 3, 4, 26. In de zesde uitvoeringsvorm heeft de afstandhouder een driehoeksvorm met een drietal benen 34-36. De grijporganen 3, 4, 26 zijn aan de hoekpunten van de driehoeksvorm bevestigd.Figures 4-6 show schematic views of a fourth, fifth and sixth embodiment of a plant holder 1 according to the invention. In the fourth embodiment, the spacer has a circular shape 25. In the embodiment shown, the plant holder 1 has three gripping members 3, 4, 26 which are attached to the spacer 25 proportionally in circumferential direction. Each of the gripping members has a pair of arms 7-10, 27, 28 which enclose the stems during use. In the fifth embodiment, the spacer has a star shape with three legs 30-32 which are attached to each other at a node 33. At the end of the legs 30-32 are the gripping members 3, 4, 26. In the sixth embodiment the spacer has a triangular shape with three legs 34-36. The gripping members 3, 4, 26 are attached to the corner points of the triangle shape.

Op gemerkt wordt dat ook andere geometrieën mogelijk zijn, bijvoorbeeld andere veelhoeken, zoals een vierhoek of vijfhoek, of andere stervormen, met meer dan drie benen, bijvoorbeeld vier of vijf benen.It is noted that other geometries are also possible, for example other polygons, such as a quadrilateral or pentagon, or other star shapes, with more than three legs, for example four or five legs.

Figuur 7 toont een schematisch aanzicht van een zevende uitvoeringsvorm van een plantenhouder 1 overeenkomstig de uitvinding, waarbij de opneemmodule zoals weergegeven in Fig. 2 anders is uitvoerd, namehjk als een gedeeltelijk open klem 40 met vergrendelingsvingers 41, 42 die een dragend element, zoals een stokje, klemmend kunnen omgeven. Uiteraard zijn ook andere geometrieën en/of technieken mogelijk om een dragend element te bevestigen aan de afstandhouder 2.Figure 7 shows a schematic view of a seventh embodiment of a plant holder 1 according to the invention, the receiving module as shown in Figs. 2 is designed differently, in particular as a partially open clamp 40 with locking fingers 41, 42 which can clampingly surround a supporting element, such as a stick. Of course, other geometries and / or techniques are also possible to attach a supporting element to the spacer 2.

Figuur 8 toont een schematisch aanzicht van een achtste uitvoeringsvorm van een plantenhouder 1 overeenkomstig de uitvinding. Hierbij heeft het grijporgaan een basis 45, 46 en een met de hand vervormbaar klemdraad 47, 48 dat om de stengel kan worden gevouwen, en optioneel weer aan de basis van het grijporgaan kan worden bevestigd.Figure 8 shows a schematic view of an eighth embodiment of a plant holder 1 according to the invention. The gripping member herein has a base 45, 46 and a manually deformable clamping wire 47, 48 which can be folded around the stem and optionally fixed again to the base of the gripping member.

Figuur 9 toont een schematisch aanzicht van een negende uitvoeringsvorm van een plantenhouder 1 overeenkomstig de uitvinding, waarbij het vergrendelmechanisme van de grijporgaanarmen is voorzien van een meervoudig aantal klemelementen om de stengel met verschillende maatvoering te kunnen omsluiten. Concreet is een meervoudig aantal weerhaakjes 50, 51 gevormd zodat de stengel nauwer en ruimer kan worden omsloten. Echter, ook andere vergrendelmechanismes zijn toepasbaar, zoals hierboven beschreven. Hierdoor is de plantenhouder inzetbaar voor het stabiliseren van stengels met verschillende dikte. Voorts is een bevestigingselement 43 voorzien op de open klem 40 om een attribuut zoals een informatiekaartje aan te bevestigen.Figure 9 shows a schematic view of a ninth embodiment of a plant holder 1 according to the invention, wherein the locking mechanism of the gripper arms is provided with a multiple number of clamping elements for enclosing the stem with different dimensions. Specifically, a plurality of barbs 50, 51 are formed so that the stem can be enclosed more narrowly and more generously. However, other locking mechanisms are also applicable, as described above. This makes the plant holder suitable for stabilizing stems with different thicknesses. Furthermore, an attachment element 43 is provided on the open clamp 40 to attach an attribute such as an information card.

Figuur 10 toont een schematisch aanzicht van een tiende uitvoeringsvorm van een plantenhouder overeenkomstig de uitvinding. Elk van de grijporganen 3, 4 is voorzien van een basis 5, 6 en een tweetal armen 7-10 die aan de respectievehjke basis zijn bevestigd. De armen 7-10 zijn elastisch vervormbaar en zijn ingericht om een plant- of bloemstengel klemmend aan te grijpen of borgend op te sluiten. Voorts definiëren de uiteinden 7A, 8A, 9A, 10A van de armen 7-10 een opneemopening 60, 61 voor de plant- of bloemstengel. De grootte van de opneemopening 60, 61 is aanpasbaar door de armen ten opzichte van elkaar te vervormen. Door de armen naar elkaar toe te bewegen verkleint de opneemopening 60, 61. Evenzo vergroot de opneemopening 60, 61 door de armen van elkaar vandaan te bewegen. Zo kan de plant- of bloemstengel door het grijporgaan 3, 4 tussen de armen 7-10 worden opgenomen. Wanneer de stengel voldoende dik is klemt de elastische veerkracht van de armen de stengel in het aangrijporgaan.Figure 10 shows a schematic view of a tenth embodiment of a plant holder according to the invention. Each of the gripping members 3, 4 is provided with a base 5, 6 and a pair of arms 7-10 which are fixed to the respective base. The arms 7-10 are elastically deformable and are adapted to clampingly grip or securely lock up a plant or flower stem. Furthermore, the ends 7A, 8A, 9A, 10A of the arms 7-10 define a receiving opening 60, 61 for the plant or flower stalk. The size of the receiving opening 60, 61 is adjustable by deforming the arms relative to each other. By moving the arms towards each other, the receiving opening 60, 61 decreases. Similarly, the receiving opening 60, 61 increases by moving the arms away from each other. The plant or flower stem can thus be received by the gripping member 3, 4 between the arms 7-10. When the stem is sufficiently thick, the elastic spring force of the arms clamps the stem into the engaging member.

De elastisch vervormbare armen 7-10 omgeven een aangrijpruimte 62, 63 die is gelegen tussen de basis 5, 6 van het grijporgaan 3, 4 en de opneemopening 60, 61. Tijdens gebruik wordt de stengel klemmend opgenomen of borgend opgesloten in de aangrijpruimte 62, 63 van het aangrijporgaan 3, 4. Voorts zijn twee bevestigingselementen 43A,B voorzien op de afstandhouder 2, in de getoonde uitvoeringsvorm ongeveer halverwege en tegenover elkaar opgesteld. De bevestigingselementen 43A,B dienen om een attribuut zoals een informatiekaartje aan te bevestigen. Uiteraard kan de afstandhouder ook zijn voorzien van slechts één bevestigingselement, of van meer dan twee bevestigingselementen bijvoorbeeld drie bevestigingselementen. Verdere kunnen de bevestigingselement op een andere positie en/of oriëntatie op de afstandhouder zijn aangebracht bijvoorbeeld met dezelfde oriëntatie en evenredig verdeeld in de lengterichting van de afstandhouder.The elastically deformable arms 7-10 surround an engaging space 62, 63 which is located between the base 5, 6 of the gripping member 3, 4 and the receiving opening 60, 61. During use, the stem is clampingly received or securely locked in the engaging space 62, 63 of the engaging member 3, 4. Furthermore, two fastening elements 43A, B are provided on the spacer 2, in the embodiment shown positioned approximately halfway and opposite each other. The mounting elements 43A, B serve to attach an attribute such as an information card. The spacer can of course also be provided with only one fixing element, or with more than two fixing elements, for example three fixing elements. Furthermore, the fastening element can be arranged at a different position and / or orientation on the spacer, for example with the same orientation and equally distributed in the longitudinal direction of the spacer.

Figuur 11 toont een schematisch aanzicht van een elfde uitvoeringsvorm van een plantenhouder overeenkomstig de uitvinding. De getoonde uitvoeringsvorm is in grote trekken gelijk aan de tiende uitvoeringsvorm. Nu is de afstandhouder 2 echter niet voorzien van bevestigingselementen voor bevestiging van een attribuut zoals een informatiekaartje. Verder is de geometrie van de elastisch vervormbare armen 7-10 afwijkend. De uiteinden 7A, 8A, 9A, 10A van de armen 7-10 zijn voorzien van verdikkingen 7B, 8B, 9B, 10B met een glijprofiel zodat de stengel met relatief weinig weerstand tot in de aangrijpruimte 62, 63 kan schuiven, maar daaruit slechts met relatief veel weerstand weer kan ontsnappen wanneer de armen 7-10 zich in de ontspannen toestand bevinden. De stengel is dan borgend opgesloten door de elastisch vervormbare armen, ofwel klemmend door genoemde armen ofwel vrij beweegbaar in de lengterichting van de stengel wanneer de stengel dunner is dan de diameter van de aangrijpruimte 62, 63.Figure 11 shows a schematic view of an eleventh embodiment of a plant holder according to the invention. The embodiment shown is broadly similar to the tenth embodiment. However, now the spacer 2 is not provided with fastening elements for fastening an attribute such as an information card. Furthermore, the geometry of the elastically deformable arms 7-10 is different. The ends 7A, 8A, 9A, 10A of the arms 7-10 are provided with thickenings 7B, 8B, 9B, 10B with a sliding profile so that the stem can slide into the engagement space 62, 63 with relatively little resistance, but only therefrom with relatively much resistance can escape again when the arms 7-10 are in the relaxed state. The stem is then locked securely by the elastically deformable arms, either clamping through said arms or freely movable in the longitudinal direction of the stem when the stem is thinner than the diameter of the engagement space 62, 63.

Figuur 12 toont een schematisch aanzicht van een twaalfde uitvoeringsvorm van een plantenhouder overeenkomstig de uitvinding. De plantenhouder 1 vertoont gelijkenis met de houders zoals getoond in Fig. 1 en 10. Zo heeft de plantenhouder in Fig. 12 grijporganen 3, 4 zoals bij de houder van Fig. 1 en bevestigingselementen 43A,B zoals bij de houder van Fig. 10. De afstandhouder 2 is voorzien van openingen 65 om tegen te gaan dat vocht zich verzamelt op de afstandhouder 2. Het ontstaan van reservoirs met stilstaand water wordt aldus tegengegaan. Hierbij wordt opgemerkt dat ook andere uitvoeringsvormen van de plantenhouder afstandhouders kunnen omvatten die zijn voorzien van openingen.Figure 12 shows a schematic view of a twelfth embodiment of a plant holder according to the invention. The plant holder 1 is similar to the holders as shown in Figs. 1 and 10. The plant holder in Figs. 12 gripping members 3, 4 as with the holder of FIG. 1 and fastening elements 43A, B as with the holder of FIG. 10. The spacer 2 is provided with openings 65 to prevent moisture from collecting on the spacer 2. The formation of reservoirs with standing water is thus prevented. It is noted here that also other embodiments of the plant holder may comprise spacers which are provided with openings.

Voorts is de plantenhouder in Fig. 12 voorzien van twee opneemorganen die zich bevinden tussen enerzijds bovengenoemde grijporganen 3, 4 en anderzijds de afstandhouder 2. De opneemorganen hebben elk twee armen 81, 82; 83, 84 die de grijporganen 3, 4 verbinden met de afstandhouder 2 en U-profielen vormen die opneemruimtes 89, 90 omgeven. De opening van de U-profielen bevinden zich aan de zijde van de aangrijporganen 3, 4 zodat een stokje via het naasthggende aangrijp orgaan 3, 4 in de opneemruimte 89, 90 van het opneemorganen kan worden geschoven. Zo kan bij gebruik van de plantenhouder desgewenst eerst een stokje of ander dragend element tot in een opneemruimte 89, 90 worden geschoven, waarna de stengel van een plant of bloem wordt bevestigd aan het grijporgaan 3, 4. De opneemorganen zijn optioneel voorzien van een enkelvoudig of meervoudig aantal klemvingers 85, 86, 87, 88, ook stokklemmers genoemd, voor het als een veer klemmend in de opneemruimte 89, 90 opnemen van het stokje of ander dragend element. Zo kunnen dragende elementen met verschillende diameters klemmend worden opgenomen door de opneemorganen. Zo kan één plantenhouder een dragend element met verschillende diameters, bijvoorbeeld tussen circa 3.5 mm tot circa 6.5 mm, klemmend opnemen.Furthermore, the plant holder in FIG. 12 provided with two pick-up members which are located between the above-mentioned gripping members 3, 4 on the one hand and the spacer 2 on the other hand. 83, 84 which connect the gripping members 3, 4 to the spacer 2 and form U-profiles surrounding receiving spaces 89, 90. The opening of the U-profiles are located on the side of the engaging members 3, 4 so that a stick can be pushed into the receiving space 89, 90 of the receiving members via the adjacent engaging member 3, 4. Thus, when using the plant holder, if desired, a stick or other supporting element can first be slid into a receiving space 89, 90, whereafter the stem of a plant or flower is attached to the gripping member 3, 4. The receiving members are optionally provided with a single or multiple number of clamping fingers 85, 86, 87, 88, also referred to as pole clampers, for receiving the stick or other supporting element clampingly into the receiving space 89, 90. For example, supporting elements with different diameters can be clampedly received by the pick-up members. For example, one plant holder can clampingly accommodate a supporting element with different diameters, for example between approximately 3.5 mm and approximately 6.5 mm.

Figuur 13 toont een schematisch aanzicht van een dertiende uitvoeringsvorm van een plantenhouder overeenkomstig de uitvinding. De plantenhouder 1 vertoont gelijkenis met de houder zoals getoond in Fig. 10. Echter, nu zijn de aangrijporganen 3, 4 niet parallel aan de lengteas van de afstandhouder 2 georiënteerd, maar dwars daarop. Zo zijn de elastische armen 7-10 in Fig. 13 niet symmetrische uitgevoerd, maar is een eerste elastische vinger 7, 8 voorzien van een U-bocht, terwijl een tweede elastische vinger 9, 10 in hoofdzaak langwerpig is, en korter dan de eerste elastische vinger. Beide vingers zijn via een basis 5, 6 aan de respectievelijke uiteinden van de afstandhouder 2 bevestigd. De eventuele stokjes en planten- of bloemenstelen worden nu in een dwarsrichting, zijwaarts, dwars op de lengteas van de afstandhouder 2 door de aangrijporganen 3, 4 opgenomen. Voorts zijn de aangrijporganen 3, 4 elk optioneel voorzien van een stokklemmer 70, 71 waarvan de werking hierboven is beschreven in relatie met de stokklemmers 85-88 van de uitvoering getoond in Fig. 12.Figure 13 shows a schematic view of a thirteenth embodiment of a plant holder according to the invention. The plant holder 1 is similar to the holder as shown in Figs. 10. However, now the engagement members 3, 4 are not oriented parallel to the longitudinal axis of the spacer 2, but transversely thereto. For example, the elastic arms 7-10 in FIG. 13 is not symmetrical, but a first elastic finger 7, 8 is provided with a U-bend, while a second elastic finger 9, 10 is substantially elongated, and shorter than the first elastic finger. Both fingers are attached via a base 5, 6 to the respective ends of the spacer 2. The possible sticks and plant or flower stems are now received by the gripping members 3, 4 in a transverse direction, sideways, transversely of the longitudinal axis of the spacer 2. Furthermore, the engagement members 3, 4 are each optionally provided with a pole clamp 70, 71, the operation of which is described above in relation to the pole clamp 85-88 of the embodiment shown in FIG. 12.

Het stabiliseren van plant- of bloemstengels kan als volgt in de praktijk worden gebracht. Als eerste wordt met een eerste grijporgaan van de plantenhouder een eerste plant- of bloemstengel aangegrepen, en bij voorkeur omsloten. Vervolgens wordt een tweede plant- of bloemstengel aangegrepen, met een tweede grijporgaan van dezelfde plantenhouder. Aangezien beide grijporganen mechanisch aan elkaar zijn verbonden kunnen de stengels in evenwicht worden gehouden. Indien de plantenhouder is voorzien van een dragend element kan deze in de grond tussen de stengels worden geplaatst, zodat direct een stabiel geheel is verkregen. Alternatief kan een separaat dragend element worden toegevoegd en bevestigd aan de afstandhouder. Voorts kunnen dragende elementen bij de stengels worden geplaatst, of bestaande dragende elementen worden gekoppeld aan de afstandhouder. Optioneel kan een tweede plantenhouder worden bevestigd aan de stengels, op een andere hoogte, om een nog meer stabiel geheel te verkrijgen.The stabilization of plant or flower stems can be practiced as follows. Firstly, a first plant or flower stem is engaged with a first gripping member of the plant holder, and is preferably enclosed. Subsequently, a second plant or flower stem is engaged, with a second gripping member of the same plant holder. Since both gripping members are mechanically connected to each other, the stems can be kept in balance. If the plant holder is provided with a supporting element, it can be placed in the soil between the stems, so that a stable whole is immediately obtained. Alternatively, a separate bearing element can be added and attached to the spacer. Furthermore, bearing elements can be placed at the stems, or existing bearing elements can be coupled to the spacer. Optionally a second plant holder can be attached to the stems, at a different height, to obtain an even more stable whole.

De uitvinding is niet beperkt tot het hier beschreven uitvoeringsvoorbeeld. Vele variaties zijn mogelijk.The invention is not limited to the exemplary embodiment described here. Many variations are possible.

Zo kan de plantenhouder in verschillende kleuren, bijvoorbeeld groen, bruin of zwart, worden uitgevoerd.The plant holder can thus be produced in different colors, for example green, brown or black.

Ook kan het grijporgaan zodanig zijn uitgevoerd dat zowel een stengel als een dragend element, zoals een stokje, wordt omsloten.The gripping member can also be embodied such that both a stem and a supporting element, such as a stick, are enclosed.

Dergelijke en andere varianten zijn bijvoorbeeld beschreven in de Nederlandse octrooipublicatie NL 1 035 644.Such and other variants are described, for example, in Dutch patent publication NL 1 035 644.

Opgemerkt wordt nog dat de aangrijporganen en de opneemorganen zoals hierboven beschreven in samenhang met de afstandhouder van de plantenhouder ook zonder afstandhouder kunnen worden uitgevoerd.It is further noted that the engaging members and the receiving members as described above in connection with the spacer of the plant holder can also be designed without a spacer.

Voorts wordt opgemerkt dat de plantenhouder met of zonder dragend element kan worden uitgevoerd.It is further noted that the plant holder can be designed with or without a supporting element.

Dergelijke varianten zullen de vakman duidelijk zijn en worden geacht te liggen binnen het bereik van de uitvinding, zoals verwoord in de hiernavolgende conclusies.Such variants will be clear to those skilled in the art and are understood to be within the scope of the invention as set forth in the following claims.

Claims

CLAIMS 1. Plant holder for stabilizing a plant or flower stem, in particular an orchid stem, comprising a spacer provided with a plurality of gripping members, each for gripping a plant or flower stem, the spacer being substantially embodied if an elongated element or substantially has a circular shape, a star shape or a polygonal shape such as a triangular shape, and wherein the plant holder is integrally formed.

2. Plant container according to claim 1, wherein the spacer is provided with a supporting element for carrying the plant container.

3. Plant container as claimed in any of the foregoing claims, wherein the spacer is provided with a receiving module for receiving a supporting element for carrying the plant holder.

A plant holder according to any one of the preceding claims, wherein the spacer is provided with a panel for displaying information.

A plant holder according to any one of the preceding claims, wherein the spacer is provided with a mounting element for attaching an attribute.

A plant holder according to any one of the preceding claims, wherein the plurality of gripping members are located at the ends of the spacer.

A plant holder according to any one of the preceding claims, wherein the gripping member comprises a base, as well as two arms that are hinged to the base and wherein the arms are provided with a locking mechanism for locking the ends of the arms to each other when engaging the stem of a plant or flower.

8. Plant container according to claim 7, wherein the locking mechanism comprises a multiple number of clamping elements for enclosing the stem with different dimensions.

A plant holder according to any one of the preceding claims, wherein the gripping member comprises a manually deformable clamping wire.

10. Plant holder as claimed in any of the foregoing claims, wherein the gripping member comprises a base, as well as two elastically deformable arms which are attached to the base and are adapted to clampingly grip or securely lock up a plant or flower stalk.

11. Plant holder as claimed in any of the foregoing claims, wherein ends of the arms define a receiving opening for the plant or flower stalk and wherein the size of the receiving opening is adjustable by deforming the arms relative to each other.

12. Plant holder as claimed in any of the foregoing claims, wherein the elastically deformable arms surround an engaging space which is situated between the base of the gripping member and the receiving opening.

A plant holder according to any one of the preceding claims, further comprising a pick-up member located between a gripping member and the spacer.

14. Plant holder as claimed in any of the foregoing claims, wherein the receiving member is provided with a clamping element for clampingly receiving a supporting element.

A plant holder according to any one of the preceding claims, wherein a gripping member is oriented transversely to the longitudinal axis of the spacer.

A method for stabilizing at least two plant or flower stems, in particular stems of an orchid, comprising the steps of: - engaging a plant or flower stalk with a first gripping member, and - engaging a second plant or flower stalk with a second gripping member which is attached to the first gripping member via a spacer according to claim 1.