NL2011889C2 - Inrichting voor het positioneren van een projector. - Google Patents

Inrichting voor het positioneren van een projector. Download PDF

Info

Publication number
NL2011889C2
NL2011889C2 NL2011889A NL2011889A NL2011889C2 NL 2011889 C2 NL2011889 C2 NL 2011889C2 NL 2011889 A NL2011889 A NL 2011889A NL 2011889 A NL2011889 A NL 2011889A NL 2011889 C2 NL2011889 C2 NL 2011889C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
swivel
adjusting
rotation
adjusting body
nut
Prior art date
Application number
NL2011889A
Other languages
English (en)
Inventor
Dennis Olfers
Luc Louis Isabella Muris
Original Assignee
Vogel S Holding Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Vogel S Holding Bv filed Critical Vogel S Holding Bv
Priority to NL2011889A priority Critical patent/NL2011889C2/nl
Priority to DE201420105680 priority patent/DE202014105680U1/de
Priority to FR1461919A priority patent/FR3014045B1/fr
Application granted granted Critical
Publication of NL2011889C2 publication Critical patent/NL2011889C2/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16MFRAMES, CASINGS OR BEDS OF ENGINES, MACHINES OR APPARATUS, NOT SPECIFIC TO ENGINES, MACHINES OR APPARATUS PROVIDED FOR ELSEWHERE; STANDS; SUPPORTS
    • F16M11/00Stands or trestles as supports for apparatus or articles placed thereon ; Stands for scientific apparatus such as gravitational force meters
    • F16M11/02Heads
    • F16M11/04Means for attachment of apparatus; Means allowing adjustment of the apparatus relatively to the stand
    • F16M11/06Means for attachment of apparatus; Means allowing adjustment of the apparatus relatively to the stand allowing pivoting
    • F16M11/10Means for attachment of apparatus; Means allowing adjustment of the apparatus relatively to the stand allowing pivoting around a horizontal axis
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16MFRAMES, CASINGS OR BEDS OF ENGINES, MACHINES OR APPARATUS, NOT SPECIFIC TO ENGINES, MACHINES OR APPARATUS PROVIDED FOR ELSEWHERE; STANDS; SUPPORTS
    • F16M11/00Stands or trestles as supports for apparatus or articles placed thereon ; Stands for scientific apparatus such as gravitational force meters
    • F16M11/02Heads
    • F16M11/18Heads with mechanism for moving the apparatus relatively to the stand
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16MFRAMES, CASINGS OR BEDS OF ENGINES, MACHINES OR APPARATUS, NOT SPECIFIC TO ENGINES, MACHINES OR APPARATUS PROVIDED FOR ELSEWHERE; STANDS; SUPPORTS
    • F16M11/00Stands or trestles as supports for apparatus or articles placed thereon ; Stands for scientific apparatus such as gravitational force meters
    • F16M11/20Undercarriages with or without wheels
    • F16M11/2007Undercarriages with or without wheels comprising means allowing pivoting adjustment
    • F16M11/2021Undercarriages with or without wheels comprising means allowing pivoting adjustment around a horizontal axis
    • F16M11/2028Undercarriages with or without wheels comprising means allowing pivoting adjustment around a horizontal axis for rolling, i.e. for creating a landscape-portrait rotation
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16MFRAMES, CASINGS OR BEDS OF ENGINES, MACHINES OR APPARATUS, NOT SPECIFIC TO ENGINES, MACHINES OR APPARATUS PROVIDED FOR ELSEWHERE; STANDS; SUPPORTS
    • F16M13/00Other supports for positioning apparatus or articles; Means for steadying hand-held apparatus or articles
    • F16M13/02Other supports for positioning apparatus or articles; Means for steadying hand-held apparatus or articles for supporting on, or attaching to, an object, e.g. tree, gate, window-frame, cycle
    • F16M13/027Ceiling supports
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16MFRAMES, CASINGS OR BEDS OF ENGINES, MACHINES OR APPARATUS, NOT SPECIFIC TO ENGINES, MACHINES OR APPARATUS PROVIDED FOR ELSEWHERE; STANDS; SUPPORTS
    • F16M2200/00Details of stands or supports
    • F16M2200/02Locking means
    • F16M2200/021Locking means for rotational movement
    • F16M2200/022Locking means for rotational movement by friction

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Clamps And Clips (AREA)
  • Pivots And Pivotal Connections (AREA)
  • Projection Apparatus (AREA)

Description

Korte aanduiding: Inrichting voor het positioneren van een projector.
Beschrijving
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het positioneren van een projector volgens de aanhef van conclusie 1.
Een dergelijke inrichting wordt getoond in de figuren van de Chinese publicatie CN 2022288878 U. Bij deze inrichting kan een gebruiker het verstelorgaan blokkeren door bediening van een kantelbare hendel. Het is inherent aan deze inrichting dat het verstelorgaan tijdens bediening van de kantelbare hendel aanmerkelijk beweegt hetgeen een nauwkeurige positionering van de projector in de weg staat.
De uitvinding beoogt een positioneringsinrichting te verschaffen die een robuuste en gemakkelijke wijze van blokkering van het verstelorgaan in een gewenste zwenkstand mogelijk maakt. Hiertoe kenmerkt de inrichting zich door de kenmerkende maatregelen van conclusie 1. De blokkering van het stellichaam kan dankzij de toepassing van de klemdelen die respectievelijk aangrijpen op de bovenzijde en de onderzijde van het stellichaam kan vanwege die aangrijping robuuster zijn dan de blokkering volgens de stand van de techniek omdat een groter oppervlak van het stellichaam beschikbaar is om te worden aangegrepen door de klemdelen. Binnen het kader van de onderhavige uitvinding is het overigens niet alleen mogelijk dat de beide klemdelen absoluut gezien naar elkaar toe bewegen maar ook dat één van beide klemdelen een vaste positie inneemt en het andere klemdeel naar het ene klemdeel wordt geforceerd/bewogen om de gewenste inklemming van het stellichaam te realiseren. De benodigde klemkracht kan op constructief voordelige wijze worden gerealiseerd doordat de blokkeermiddelen een trekorgaan omvatten dat werkzaam is tussen het bovenste klemdeel en op het onderste klemdeel voor het naar elkaar toe forceren van het bovenste klemdeel en het onderste klemdeel. Onder gebruikmaking van de wartel kan de blokkering relatief eenvoudig en snel en bij voorkeur handmatig, dat wil zeggen zonder gebruik making van gereedschap, worden gerealiseerd. Daarbij is het van belang te begrijpen dat men handelingen die noodzakelijk zijn om de blokkering te realiseren vaak op onhandige posities moet uitvoeren, bijvoorbeeld staande op een ladder.
Een uitermate gunstige uitvoeringsvorm wordt verkregen indien het basisorgaan een boven het stellichaam voorzien bovenste opsluitdeel en een onder het stellichaam voorzien onderste opsluitdeel omvat welk bovenste opsluitdeel en welk onderste opsluitdeel samen daartussen de boogvormige doorgang bepalen het bovenste klemdeel wordt gevormd door het bovenste opsluitdeel en het onderste klemdeel wordt gevormd door het onderste opsluitdeel. Aldus wordt het aantal benodigde onderdelen van de inrichting beperkt terwijl bovendien het stellichaam over een relatief groot oppervlak kan worden aangegrepen voor de inklemming van het stellichaam door de beide opsluitdelen.
Indien het verstellichaam een opening heeft en het trekorgaan zich door de opening heen uitstrekt kan een gunstige belasting op mechanisch belaste onderdelen van de positioneringsinrichting worden verkregen.
Laatstgenoemd voordeel is ook aan de orde indien het trekorgaan een hartlijn heeft die het centrum van de boogvorm van het stellichaam snijdt.
Een gunstige belasting op onderdelen van de positioneringsinrichting kan worden verkregen indien het trekorgaan zich door de wartel heen uitstrekt en/of indien het trekorgaan een hartlijn heeft die samen valt met de draai-as.
In zijn algemeenheid geldt dat bij voorkeur ten minste één van het eerste warteldeel en het tweede warteldeel ten minste één concentrisch ten opzichte van de draai-as voorziene hellende rand heeft waarlangs ten minste één tegendeel van de andere van het eerste warteldeel en het tweede warteldeel tijdens verdraaiing van de wartel verloopt.
Bij verdere voorkeur verloopt de hellende rand over maximaal 360 graden. Aldus kan de blokkering worden bewerkstellig door de wartel over maximaal één volledige omwenteling te verdraaien. Bovendien kunnen dergelijke warteldelen in relatief eenvoudige matrijzen worden geproduceerd.
Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm heeft ten minste één van het eerste warteldeel en het tweede warteldeel drie afzonderlijke concentrisch ten opzichte van de draai-as voorziene hellende randen die ieder op dezelfde axiale positie zijn gelegen en die over op elkaar aansluitende 120 graden verlopen. Door gebruik te maken van drie hellende randen wordt een bijzonder stabiele interactie tussen het eerste warteldeel en het tweede warteldeel gerealiseerd. Doordat de voor blokkering noodzakelijke verdraaiing maximaal 120 graden is, kan in één handmatige slag van de wartel de blokkering worden gerealiseerd. Ook dergelijke warteldelen kunnen in relatief eenvoudige matrijzen worden geproduceerd.
Het is gebleken dat indien de helling van de hellende rand dusdanig is dat bij verdraaiing van de wartel in de eerste draairichting over 10 graden, het eerste warteldeel en het tweede warteldeel over een afstand gelegen tussen 0,15 mm en 0,35 mm van elkaar af bewegen, snel een robuuste blokkering kan worden verkregen.
Een uitermate gunstige uitvoeringsvorm kan verder worden verkregen indien het basisorgaan een verder bevestigingsorgaan omvat via welke de inrichting kan worden bevestigd aan de omgeving van de inrichting waarbij het basisorgaan koppelmiddelen omvat voor het losmaakbaar koppelen van een, bij voorkeur bovenste, uiteinde van het trekorgaan en het verder bevestigingsorgaan. Via het verdere bevestigingsorgaan is het trekorgaan aldus verbonden met de omgeving van de inrichting, zoals dat typisch een plafond van een ruimte is, waarbij een starre verbinding tussen die omgeving en de positioneringsinrichting volgens de uitvinding kan worden verkregen.
Een in praktijk praktische uitvoeringsvorm wordt verkregen indien de wartel tussen het verder bevestigingsorgaan en het verstelorgaan is voorzien.
Een starre verbinding tussen de positioneringsinrichting en de omgeving van de positioneringsinrichting kan met name zeer eenvoudig worden gerealiseerd indien één van het eerste warteldeel en het tweede warteldeel bij verdraaiing van de wartel in de eerste draairichting naar het verdere bevestigingsorgaan beweegt voor het creëren van een drukbelasting op het verdere bevestigingsorgaan. De drukbelasting draagt zorg voor een starre koppeling tussen omgeving en positioneringsinrichting met name indien de drukbelasting op afstand van de draai-as wordt gerealiseerd.
Binnen laatstgenoemd kader geniet het de voorkeur dat het verdere bevestigingsorgaan een ronde dwarsdoorsnede heeft. De drukbelasting kan dan op die ronde dwarsdoorsnede worden uitgeoefend waarbij de grootte van de drukbelasting kan worden ingesteld door geschikte verdraaiing van de wartel in de eerste draairichting.
De uitvinding zal navolgend nader worden toegelicht aan de hand van de omschrijving van een mogelijke uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding onder verwijzing naar figuur 1 die een isometrische explosieweergave van een positioneringsinrichting 1 volgens de uitvinding toont.
Positioneringsinrichting 1 omvat een samengesteld basisorgaan 2 en een samengesteld verstelorgaan 3. Verstelorgaan 3 omvat een schijfvormige bevestigingsplaat 4 met drie, over circa 120 graden verlopende spiraalvormige groeven 5. Via een drietal niet nader getoonde armen kan een projector met bevestigingsplaat 4 worden verbonden op een wijze die de vakman op zich bekend is, bijvoorbeeld zoals deze bekend is van de plafondsteun van de firma Vogel’s die op de markt wordt aangeboden onder de naam PPC 1000. Bevestigingsplaat 4 omvat twee tegenover elkaar gelegen opstaande randen 6, ieder met twee horizontaal georiënteerde sleufgaten 7 en daartussen een rond gat 8 dat is voorzien van een inwendig schroefdraad.
In geassembleerde toestand bevindt een koppellichaam 28 zich tussen de opstaande randen 6. Het koppellichaam 28 heeft een viertal boringen 9 die in lijn zijn gelegen met sleufgaten 7. In ieder van de boringen 9 is een koppelpen 10 opgenomen die zich door het bijbehorend sleufgat 7 uitstrekt. Aan de bovenzijde omvat koppellichaam 28 twee opstaande randen 11 ieder met een U-vormige uitsparing 12. In de U-vormige uitsparingen 12 rusten de uiteinden van een wormwiel 13. In de uiteinden van het wormwiel 13 zijn op de hartlijn daarvan zeskantige uitsparingen 14 voorzien.
Verstelorgaan 3 omvat verder een uit plaatmateriaal vervaardigd stellichaam 15 met een boogvormig steldeel 16 aan ieder van twee tegenover elkaar gelegen uiteinden waarvan het stellichaam 15 is voorzien van een neerwaarts gerichte rand 17. In ieder van de neerwaarts gerichte randen 17 zijn twee concentrische boogvormige sleufgaten 18 en daartussen een rond gat 19 voorzien. In geassembleerde toestand strekken de neerwaarts gerichte randen 17 zich juist uit aan de buitenzijde van de opstaande randen 6 van bevestigingsplaat 4 en strekken koppelpennen 10 zich door de sleufgaten 18 en 7 uit. Verder zijn bouten 29 via gaten 19 in gaten 8 verdraaid. Op een wijze die navolgend niet nader zal worden toegelicht maar op zich bekend van de eerder genoemde plafondsteun PPC 1000 kan de combinatie van het koppellichaam 28 en de bevestigingsplaat 4, alsmede de eventueel met de bevestigingsplaat 4 verbonden projector om een horizontale zwenkas zwenken ten opzichte van het stellichaam 15 waarbij de koppelpennen 10 zich door de lengte van sleufgaten 18 bewegen. De genoemde zwenkas valt samen met de hartlijnen van bouten 29, en gaten 8 en 19.
In het boogvormig steldeel 16 van het stellichaam 15 is een in bovenaanzicht rechthoekig en in zijaanzicht boogvormige uitsparing 20 voorzien. De twee tegenover elkaar gelegen langsranden van uitsparing 20 zijn voorzien van vertandingen 21. In geassembleerde toestand zijn deze vertandingen 21 in aangrijping met de schroefdraad van wormwiel 13. Rotatie van wormwiel 13 om de hartlijn daarvan, welke rotatie teweeg kan worden gebracht door rotatie van een inbussleutel die in één van de twee zeskantige uitsparingen 19 steekt, zal er toe leiden dat stellichaam 15 om een horizontale zwenkas gaat zwenken waarbij het boogvormig steldeel 16 in zijn eigen vlak blijft. De betreffende zwenkas valt samen met de hartlijn van de boogvorm van steldeel 16.
Het basisorgaan 2 omvat een in hoofdzaak schijfvormig onderste opsluitdeel 31 en eveneens in hoofdzaak schijfvormig bovenste opsluitdeel 32. Het onderste opsluitdeel 31 bevindt zich direct onder het boogvormig steldeel 16 van stellichaam 15 terwijl het bovenste opsluitdeel 32 zich juist daarboven bevindt. Aan de naar het boogvormig steldeel 16 gerichte zijde is het onderste opsluitdeel 31 gebogen vormgegeven waarbij de boogvorm aansluit op die van steldeel 16. Aan de naar boogvormig steldeel 16 gerichte onderzijde heeft het bovenste opsluitdeel 32 eveneens een gebogen vorm die aansluit op de boogvorm van steldeel 16. Het onderste opsluitdeel 31 en het bovenste opsluitdeel 32 bepalen derhalve daartussen een boogvormige doorgang waarvan de boogvorm overeenkomt met die van steldeel 16. Steldeel 16 van stellichaam 15 strekt zich door deze doorgang heen uit.
Basisorgaan 2 omvat verder onder het onderste opsluitdeel 31 een stalen beugel 33 dat in geassembleerde toestand van positioneringsinrichting 1 een behuizing vormt voor de opstaande randen 11 en wormwiel 13. Het onderste opsluitdeel 31 rust op beugel 33. Aan de bovenzijde van beugel 33 omvat basisorgaan 2 een trekstang 34. Aan het bovenste uiteinde van trekstang 34 is deze voorzien van schroefdraad dat samenwerkt met moer 35 welke later nog zal worden besproken. De trekstang 34 strekt zich uit door centrale doorgangen die zijn voorzien in het onderste opsluitdeel 31 en het bovenste opsluitdeel 32 alsmede door uitsparing 20 van het stellichaam 15.
Basisorgaan 2 omvat verder een wartel 36 waardoorheen trekstang 34 zich in geassembleerde toestand ook uitstrekt. Wartel 36 heef een eerste warteldeel 37 en een tweede warteldeel 38. De wartel 36 is centraal boven het bovenste opsluitdeel 32 voorzien. Hiertoe omvat het bovenste opsluitdeel 32 een centreringsdeel 51 met een hellende schuine rondgaande flank 52. Aan de onderzijde is het eerste warteldeel 37 voorzien van een niet nader getoonde uitsparing die overeenkomstig is vormgegeven als centreringsdeel 51. Bovenstaand omschreven configuratie maakt het mogelijk dat het bovenste opsluitdeel 32 gemakkelijk om de hartlijn van trekstang 34 ten opzichte van het eerste warteldeel kan verdraaien, hetgeen wenselijk is om een projector te kunnen verstellen.
De warteldelen 37 en 38 zijn ingericht om onderling bij verdraaiing van het tweede warteldeel 38 ten opzichte van het eerste warteldeel 37 om een verticale draai-as die samenvalt met de hartlijn van de warteldelen 37, 38 alsmede met de hartlijn van trekstang 34, dusdanig samen te werken dat het eerste warteldeel 37 en het tweede warteldeel 38 zich, afhankelijk van de draairichting, van elkaar af te bewegen of juist naar elkaar toe te bewegen. Anders gezegd wijzigt de axiale afmeting van wartel 36 vanwege verdraaiing van het tweede warteldeel 38 ten opzichte van het eerste warteldeel 37. Hiertoe omvat ieder van de warteldelen 37, 38 op gelijke radiale afstand drie afzonderlijke, concentrisch ten opzichte van de draai-as voorziene, hellende randen 39 respectievelijk 40. Hellende randen 39 zijn naar boven gericht terwijl hellende randen 40 neerwaarts zijn gericht, leder van de drie hellende randen 39 respectievelijk 40 strekken zich uit over een derde volledige omwenteling. De drie hellende randen 39 respectievelijk 40 van ieder van de warteldelen 37, 38 zijn op dezelfde axiale positie gelegen. De helling van de hellende randen 39, 40 is dusdanig dat bij verdraaiing van de wartel over 10 graden (binnen het bereik van 120 graden van iedere hellende rand 39, 40), het eerste warteldeel en het tweede warteldeel over een afstand van 0,25 mm van elkaar af of juist naar elkaar toe bewegen. De hellende randen 39, 40 zijn tijdens werkzaamheid van wartel 36 op elkaar gelegen en werken samen.
Het eerste warteldeel 37 omvat verder in axiale richting gezien onder de hellende randen 39 en in radiale richting gezien aan de buitenzijde van hellende randen 39 naar buiten gerichte vertandingen 41. Het tweede warteldeel 38 omvat eveneens in axiale richting gezien onder hellende randen 40 en in radiale richting gezien aan de buitenzijde van hellende randen 40 vertandingen 42 waarbij de afstand tussen de tanden van de vertandingen 42 aanmerkelijk groter is dan de afstand tussen de tanden van vertandingen 41. Bij verdraaiing van het tweede warteldeel 38 ten opzichte van het eerste warteldeel 37 werken vertandingen 41 en 42 samen, niet alleen om een beperkte weerstand te bieden tegen ongewenste verdraaiing van de warteldelen 37, 38 ten opzichte van elkaar, maar ook om degene die het tweede warteldeel 38 verdraait een tactiele en hoorbare draai-ervaring te verschaffen.
Het tweede warteldeel 38 is aan de bovenzijde daarvan voorzien van een cirkelvormige oplegrand 53 waarop een positioneringsschijf 54 en een opvulring 55 rusten.
Het basisorgaan 2 omvat verder een U-vormige beugel 60 die vormgesloten, althans voor zover dit verdraaiing van beugel 60 om de hartlijn van trekstang 34 betreft, is opgenomen in positioneringsschijf 54. Beugel 60 heeft twee omhoog gerichte staande poten 61 die onderling met elkaar zijn verbonden via afgeknot V-vormig liggend lijfdeel 62. Aan de bovenzijde van staande poten 61 alsmede in lijfdeel 62 zijn respectievelijk gaten 63, 64 voorzien. Nabij het bovenste uiteinde van trekstang 34 strekt deze zich uit door opening 64 waarbij in geassembleerde toestand moer 35 op het schroefdraad dat is voorzien aan dit bovenste uiteinde van trekstang 34 is gedraaid. Tussen de staande poten 61 van beugel 60 omvat basisorgaan 2 een veermechanisme 65 met een liggend buisvormig behuizingsdeel 66 met daarbinnen een veerbehuizingsdeel 67 dat met uitstekende nokken 68 hangt in uitsparingen 69 aan de bovenste uiteinden van de staande poten 61. Het veerbehuizingsdeel 67 heeft een horizontale boring 70 die in geassembleerde toestand in lijn is gelegen met gaten 63. In deze boring 70 bevindt zich een drukveer 71. Aan weerszijden van deze drukveer 71 zijn bout-moer-combinaties 72 voorzien. De moeren van de bout-moer-combinaties 72 zijn opgenomen in uitsparingen 73 van het veerbehuizingsdeel 67 en bevinden zich derhalve in geassembleerde toestand aan de binnenzijden van de staande poten 61. De bouten van de bout-moer combinaties zijn via gaten 63 in de bouten gedraaid. Ervan uit gaande dat de moeren van de bout-moer-combinaties 72 zich aan de buitenzijde van het veerbehuizingsdeel 67 bevinden en dat de bouten in de moeren zijn gedraaid van de bout-moer-combinaties 72 kunnen de bouten in beperkte mate naar elkaar toe worden gedrukt tegen de werking van drukveer 71 in.
Basisorgaan 2 omvat verder een bevestigingshuls 80 met een open onderzijde. Aan de bovenzijde is bevestigingshuls 80 voorzien van diverse bevestigingsgaten 81 waarmee bevestigingshuls 80 vast kan worden geschroefd aan het plafond van een ruimte. Verder omvat bevestigingshuls 80 in de cilindrische wand daarvan twee tegenover elkaar gelegen gaten 82.
De bouten van de bout-moer-combinaties 72 hebben ieder een schijfvormige kop 74 met een kraag 75. De diameter van bevestigingshuls 80 is dusdanig dat beugel 60 daar binnen past. De betreffende diameter komt overeen met die van opvulringen 54, 55.
Bij ingebruikstelling van positioneringsinrichting 1 wordt eerst bevestigingshuls 80 tegen een plafond geschroefd. Vervolgens wordt het andere deel van positioneringsinrichting 1 opgehangen aan deze bevestigingshuls 80 door bout-moer-combinaties 72 tegen de werking van drukveer 71 in naar elkaar toe te bewegen waardoor de koppen 74 van de bout-moer-combinaties 74 juist binnen de binnendiameter van bevestigingshuls 80 passen waarna het genoemde andere deel van de positioneringsinrichting 1 omhoog wordt bewogen dusdanig dat de koppen 74 vanwege de werking van drukveer 71 in de gaten 82 vallen. Het makkelijkste is het als dan een projector reeds is bevestigd aan de bevestigingsplaat 4 maar strikt noodzakelijk is dit niet. Vervolgens kunnen de bouten van bout-moer combinaties 72 worden verdraaid zodat deze tegen de binnenzijde van de wand van de bevestingshuls 80 aandrukken voor een starre koppeling.
De warteldelen 37, 38 van wartel 36 zijn in die situatie dusdanig ten opzichte van elkaar verdraaid dat de axiale maat van wartel 36 het kleinste is. Vervolgens wordt het verstelorgaan 3 dusdanig versteld, onder andere door verdraaiing van wormwiel 13, zodanig dat er sprake is van een optimale oriëntatie van de projector. Om deze oriëntatie vervolgens te blokkeren/fixeren wordt het tweede warteldeel 38 over een hoek gelegen tussen 0 en 120 graden gedraaid waardoor de axiale maatvoering van wartel 36 toeneemt. Hierdoor gaat klemming optreden die trekstang 34 (verder) op trek belast. De verdraaiing van moer 35 op de trekstang 34 is hier op afgestemd. Het tweede warteldeel 38 drukt de opvulringen 54, 55 naar boven tegen de onderzijde van de bevestigingshuls 80 aan de omtrek daarvan. Hierdoor ontstaat een zeer starre koppeling tussen bevestigingshuls 80 en het tweede warteldeel 38. Het eerste warteldeel 37 drukt het bovenste opsluitdeel 32 neerwaarts en het steldeel 16 waardoor het boogvormig steldeel 16 van stellichaam 15 ingeklemd wordt tussen het bovenste opsluitdeel 32 en het onderste opsluitdeel 31. Bovendien wordt aldus een verhoogde weerstand tegen verdraaiing van het bovenste opsluitdeel 32 ten opzichte van het eerste warteldeel 37 verhoogt zodat ook de draaistand van de projector om de hartlijn van de trekstang 34 wordt gefixeerd. Vanwege trekstang 34 is er, los van de eventuele rek die optreedt in trekstang 34, sprake van een vaste afstand tussen het onderste opsluitdeel 31 en de beugel 60 of de gaten 82 in bevestigingshuls 80. Aldus vindt dus ook een zeer robuuste blokkering plaats van de zwenkstand van stellichaam 15. Deze blokkering kan uitermate eenvoudig door een persoon teweeg worden gebracht, namelijk slechts door het tweede warteldeel 38 over ten hoogste 120 graden te verdraaien. De blokkering kan ook uitermate eenvoudig ongedaan worden gemaakt, namelijk door het tweede warteldeel 38 over ten hoogste 120 graden in de tegengestelde richting te verdraaien.
De uitvinding is niet beperkt tot de bovenstaand omschreven uitvoeringsvorm van de uitvinding maar wordt bepaald door de navolgende conclusies. Voor zover in de voorgaande omschrijving van de mogelijke uitvoeringsvorm van de uitvinding delen dan wel onderdelen die getoond worden in figuur 1 niet zijn toegelicht, zijn die onderdelen niet specifiek van belang voor de uitvinding en/of reeds bekend uit de plafondsteun PPC 1000 en behoeven zij hier om die reden geen nadere toelichting.

Claims (14)

1. Inrichting voor het positioneren van een projector, omvattende een basisorgaan, een verstelorgaan dat is voorzien van een bevestigingsorgaan voor het daaraan bevestigen van de projector en dat zwenkbaar om een, althans in gebruik, horizontale zwenkas met het basisorgaan is verbonden waarbij het basisorgaan blokkeermiddelen omvat voor het in een zwenkstand blokkeren van het verstelorgaan ten opzichte van het basisorgaan, het verstelorgaan omvattende een althans ten dele boogvormig stellichaam en het basisorgaan omvattende een met de boogvorm van het stellichaam overeenkomstige boogvormige doorgang door welke doorgang heen het stellichaam zich uitstrekt, waarbij de blokkeermiddelen een boven het stellichaam voorzien bovenste klemdeel en een onder het stellichaam voorzien onderste klemdeel omvatten die zijn ingericht om naar elkaar toe te worden geforceerd voor het klemmend tussen het bovenste klemdeel en het onderste klemdeel opnemen van het stellichaam en waarbij de blokkeermiddelen een trekorgaan omvatten dat werkzaam is tussen het bovenste klemdeel en het onderste klemdeel voor het naar elkaar toe forceren van het bovenste klemdeel en het onderste klemdeel, met het kenmerk, dat de blokkeermiddelen een wartel met een eerste warteldeel en een tweede warteldeel omvatten voor het door verdraaiing om een draai-as van het eerste warteldeel en het tweede warteldeel ten opzichte van elkaar in een eerste draairichting van elkaar af bewegen van het eerste warteldeel en het tweede warteldeel waarbij de warteldelen krachten uitoefenen op delen van het basisorgaan voor het op trek belasten van het trekorgaan en voor het door verdraaiing om de draai-as van het eerste warteldeel en het tweede warteldeel ten opzichte van elkaar in een tweede draairichting die tegengesteld is aan de eerste draairichting, naar elkaar toe bewegen van het eerste warteldeel en het tweede warteldeel voor het ontlasten van het trekorgaan.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het basisorgaan een boven het stellichaam voorzien bovenste opsluitdeel en een onder het stellichaam voorzien onderste opsluitdeel welk bovenste opsluitdeel en welk onderste opsluitdeel samen daartussen de boogvormige doorgang bepalen en dat het bovenste klemdeel wordt gevormd door het bovenste opsluitdeel en het onderste klemdeel wordt gevormd door het onderste opsluitdeel.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het verstellichaam een opening heeft en het trekorgaan zich door de opening heen uitstrekt.
4. Inrichting volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat het trekorgaan een hartlijn heeft die het centrum van de boogvorm van het stellichaam snijdt.
5. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het trekorgaan zich door de wartel heen uitstrekt.
6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het trekorgaan een hartlijn heeft die samen valt met de draai-as.
7. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat ten minste één van het eerste warteldeel en het tweede warteldeel ten minste één concentrisch ten opzichte van de draai-as voorziene hellende rand heeft waarlangs ten minste één tegendeel van de andere van het eerste warteldeel en het tweede warteldeel tijdens verdraaiing van de wartel verloopt.
8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de hellende rand over maximaal 360 graden verloopt.
9. Inrichting volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat ten minste één van het eerste warteldeel en het tweede warteldeel drie afzonderlijke concentrisch ten opzichte van de draai-as voorziene hellende randen heeft die ieder op dezelfde axiale positie zijn gelegen en die over op elkaar aansluitende 120 graden verlopen.
10. Inrichting volgens conclusie 7, 8 of 9, met het kenmerk, dat de helling van de ten minste ene hellende rand dusdanig is dat bij verdraaiing van de wartel in de eerste draairichting over 10 graden, het eerste warteldeel en het tweede warteldeel over een afstand gelegen tussen 0,15 mm en 0,35 mm van elkaar af bewegen.
11. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het basisorgaan een verder bevestigingsorgaan omvat via welke de inrichting kan worden bevestigd aan de omgeving van de inrichting waarbij het basisorgaan koppelmiddelen omvat voor het losmaakbaar koppelen van een, bij voorkeur bovenste, uiteinde van het trekorgaan en het verdere bevestigingsorgaan.
12. Inrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de wartel tussen het verder bevestigingsorgaan en het verstelorgaan is voorzien.
13. Inrichting volgens conclusie 11 of 12, met het kenmerk, dat één van het eerste warteldeel en het tweede warteldeel bij verdraaiing van de wartel in de eerste draairichting naar het verdere bevestigingsorgaan beweegt voor het creëren van een drukbelasting op het verdere bevestigingsorgaan.
14. Inrichting volgens conclusie 11, 12 of 13, met het kenmerk, dat het verdere bevestigingsorgaan een ronde dwarsdoorsnede heeft.
NL2011889A 2013-12-04 2013-12-04 Inrichting voor het positioneren van een projector. NL2011889C2 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2011889A NL2011889C2 (nl) 2013-12-04 2013-12-04 Inrichting voor het positioneren van een projector.
DE201420105680 DE202014105680U1 (de) 2013-12-04 2014-11-25 Vorrichtung zum Positionieren eines Projektors
FR1461919A FR3014045B1 (fr) 2013-12-04 2014-12-04 Dispositif de positionnement d'un projecteur

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2011889 2013-12-04
NL2011889A NL2011889C2 (nl) 2013-12-04 2013-12-04 Inrichting voor het positioneren van een projector.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2011889C2 true NL2011889C2 (nl) 2015-06-08

Family

ID=50733253

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2011889A NL2011889C2 (nl) 2013-12-04 2013-12-04 Inrichting voor het positioneren van een projector.

Country Status (3)

Country Link
DE (1) DE202014105680U1 (nl)
FR (1) FR3014045B1 (nl)
NL (1) NL2011889C2 (nl)

Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1386025A (en) * 1920-09-01 1921-08-02 Reinhart W Pittman Tripod for cameras
NL1017602C2 (nl) * 2001-03-14 2002-09-17 Vogel S Holding Bv Steunconstructie.
US20030234335A1 (en) * 2002-06-24 2003-12-25 Umberg John R. Equipment security apparatus
US20040211872A1 (en) * 2003-04-11 2004-10-28 Jay Dittmer Secure mounting system for overhead mounted projector
US20080061200A1 (en) * 2006-09-13 2008-03-13 Bouissiere Michael F Mount with magnetic attachment and automatic safety latching
US20120037776A1 (en) * 2010-08-12 2012-02-16 Modernsolid Industrial Co., Ltd. Adjustable projector bracket assembly
CN202228878U (zh) * 2011-08-16 2012-05-23 宁波瑞国精机工业有限公司 投影仪支架

Patent Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1386025A (en) * 1920-09-01 1921-08-02 Reinhart W Pittman Tripod for cameras
NL1017602C2 (nl) * 2001-03-14 2002-09-17 Vogel S Holding Bv Steunconstructie.
US20030234335A1 (en) * 2002-06-24 2003-12-25 Umberg John R. Equipment security apparatus
US20040211872A1 (en) * 2003-04-11 2004-10-28 Jay Dittmer Secure mounting system for overhead mounted projector
US20080061200A1 (en) * 2006-09-13 2008-03-13 Bouissiere Michael F Mount with magnetic attachment and automatic safety latching
US20120037776A1 (en) * 2010-08-12 2012-02-16 Modernsolid Industrial Co., Ltd. Adjustable projector bracket assembly
CN202228878U (zh) * 2011-08-16 2012-05-23 宁波瑞国精机工业有限公司 投影仪支架

Also Published As

Publication number Publication date
FR3014045A1 (fr) 2015-06-05
DE202014105680U1 (de) 2015-03-06
FR3014045B1 (fr) 2018-04-20

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5358204A (en) Folding keyboard stand
US9400083B2 (en) Support apparatus for multiple display devices
EP0461838B1 (en) Adjustable tripod stand
US8066232B2 (en) Flat-screen monitor support
AU2006202439A1 (en) I.V. support stand and clamp apparatus
US5505415A (en) Tripod
US20230126607A1 (en) Seat Plate Gas Cylinder Quick-Release Device
NL2011889C2 (nl) Inrichting voor het positioneren van een projector.
KR20110122827A (ko) 연장가능한 레그를 포함하는 사다리와 같은 장치
JPH08506645A (ja) アングルヘッド三脚台
US11045002B1 (en) Quick-release footrest device
US6644928B1 (en) Retractable suspension device of a ceiling fan
US3930530A (en) Clamping device
US4781055A (en) Crimping machine
US6289952B1 (en) Pin router
EP3643590A1 (en) Adjustable structure for rear seat of bicycle
WO1999033695A1 (en) Support means
GB2417288A (en) Clamping device to steady the leg of an item of furniture
NL1020170C2 (nl) Inrichting voor het aandrukken van huis- en tuinafval in huishoudelijke afvalcontainers.
US7849562B2 (en) Device for a screen
WO2023061929A1 (en) A christmas tree stand
CA2885444A1 (en) Clamping devices for coupling objects to pipes or the like
NL1041909B1 (nl) Fietsstuur draaibaar maken: toevoegen extra knel-element en knop
NL1001937C2 (nl) Veiligheidsfietsslot.
US328174A (en) stillmaf babcock

Legal Events

Date Code Title Description
PD Change of ownership

Owner name: VOGEL'S IP B.V.; NL

Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), ASSIGNMENT; FORMER OWNER NAME: VOGEL'S HOLDING B.V.

Effective date: 20220516