NL2011063C2

NL2011063C2 - Air heater.

Info

Publication number: NL2011063C2
Application number: NL2011063A
Authority: NL
Inventors: Arend Ferdinandus Vries
Original assignee: Thermobile Ind B V
Priority date: 2013-06-28
Filing date: 2013-06-28
Publication date: 2015-01-05
Also published as: EP3014193B1; EP3014193A1; WO2014209111A1

Claims

1. Luchtverwarmer, welke luchtverwarmer omvat: een verwarmingseenheid, welke verwarmingseenheid omvat: - een buisvormige verbrandingskamer, welke verbrandingskamer een omtrekswand heeft en is voorzien van een luchtinlaat voor verbrandingslucht en een rookgasuitlaat, welke verbrandingskamer verder is voorzien van een brander voor het verbranden van brandstof in een verwarmingskamer en het daarbij produceren van rookgas, welke brander een brandstofinlaat heeft, - een hulsvormige warmtewisselaar, waarbij de hulsvormige warmtewisselaar coaxiaal met de verbrandingskamer is opgesteld, welke hulsvormige warmtewisselaar een rookgasinlaat en een rookgasuitlaat omvat, welke rookgasinlaat is verbonden met de rookgasuitlaat van de verbrandingskamer voor het ontvangen van rookgas van de verbrandingskamer en het inbrengen van het rookgas in de hulsvormige warmtewisselaar, welke hulsvormige warmtewisselaar een binnenste wand, een buitenste wand en een voorste wand heeft waarbij ten minste de binnenste wand en de buitenste wand zijn ingericht om verwarmd te worden door het rookgas, - een eerste ringvormige luchtdoorgang voor verwarmde lucht, welke zich uitstrekt tussen de omtrekswand van de verbrandingskamer en de binnenste wand van de hulsvormige warmtewisselaar, - een behuizing, waarin de verwarmingseenheid is aangebracht, welke behuizing een omtrekswand, een gecombineerde luchtinlaat voor het inbrengen van lucht in de behuizing en een verwarmde-lucht-uitlaat voor het afgeven van verwarmde lucht uit de behuizing omvat, welke verwarmde-lucht-uitlaat in fluïde verbinding staat met de eerste ringvormige luchtdoorgang, in welke behuizing een tweede luchtdoorgang aanwezig is tussen de omtrekswand van de behuizing en de buitenste wand van de hulsvormige warmtewisselaar, welke tweede luchtdoorgang in fluïde verbinding staat met de verwarmde-lucht-uitlaat van de behuizing, een ventilator voor het naar binnen trekken van lucht in de behuizing door de gecombineerde luchtinlaat, welke ventilator in de behuizing is aangebracht, een luchtverdeelkamer voor het ontvangen van lucht die de behuizing binnen is getrokken door de ventilator en voor het verschaffen van deze lucht aan de eerste ringvormige luchtdoorgang en de tweede luchtdoorgang, welke luchtverdeelkamer aanwezig is in de behuizing stroomafwaarts van de ventilator en stroomopwaarts van de verwarmingseenheid, welke luchtverdeelkamer in fluïde verbinding staat met de eerste ringvormige luchtdoorlaat en de tweede luchtdoorlaat, waarbij de voorste wand van de hulsvormige warmtewisselaar de vorm van een afgeknotte kegel heeft die convergeert in de richting weg van de ventilator.

2. Luchtverwarmer volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de voorste wand van de hulsvormige warmtewisselaar is ingericht om te worden verwarmd door het rookgas.

3. Luchtverwarmer volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de voorste wand van de hulsvormige warmtewisselaar deels de luchtverdeelkamer begrenst.

4. Luchtverwarmer volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de voorste wand van de hulsvormige warmtewisselaar een buitenste rand en een binnenste rand heeft, waarbij de buitenste rand een grotere diameter heeft dan de binnenste rand, en waarbij de verbrandingskamer een voorste wand heeft die gericht is naar de luchtverdeelkamer, waarbij de voorste wand van de verbrandingskamer stroomafwaarts van de buitenste rand van de voorste wand van de hulsvormige warmtewisselaar is opgesteld.

5. Luchtverwarmer volgens conclusie 4, waarbij de voorste wand van de verbrandingskamer stroomafwaarts is opgesteld van de binnenste rand van de voorste wand van de hulsvormige warmtewisselaar.

6. Luchtverwarmer volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de hulsvormige warmtewisselaar een rookgaskamer omvat die is opgesteld tussen de rookgasinlaat en de rookgasuitlaat, welke rookgaskamer ten minste deels wordt begrensd door de voorste wand, de binnenste wand, en/of de buitenste wand van de hulsvormige warmtewisselaar, optioneel door de voorste wand, de binnenste wand, de buitenste wand en/of achterste wand van de hulsvormige warmtewisselaar.

7. Luchtverwarmer volgens conclusie 6, waarbij de rookgaskamer een ringvormige vorm heeft.

8. Luchtverwarmer volgens conclusie 6 of 7, waarbij de hulsvormige warmtewisselaar een rookgaspad omvat dat zich uitstrekt tussen de rookgasinlaat en de rookgasuitlaat, welk rookgaspad gedefinieerd wordt door stroomrichtelementen die zijn opgesteld in de rookgaskamer.

9. Luchtverwarmer volgens conclusie 8, waarbij het rookgaspad een gekronkelde vorm heeft.

10. Luchtverwarmer volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de verbrandingskamer cilindrisch is, bij voorkeur cilindrisch met een cirkelvormige dwarsdoorsnede.

11. Luchtverwarmer volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de luchtverdeelkamer in fluïde verbinding staat met de verbrandingsluchtinlaat van de verbrandingskamer.

12. Luchtverwarmer volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de luchtverwarmer verder een derde luchtdoorlaat omvat welke zich uitstrekt tussen deluchtverdeelkamer en de verwamde-lucht-uitlaat, welke zicht optioneel ten minste deels uitstrekt door de hulsvormige warmtewisselaar.

13. Werkwijze voor het verwarmen van een ruimte waarbij een luchtverwarmer wordt gebruikt volgens een van de voorgaande conclusies, welke werkwijze de volgende stappen omvat: - het toevoeren van brandstof en lucht aan de brander van de verbrandingskamer, het verbranden van brandstof in de verbrandingskamer, waardoor de omtrekswand van de verbrandingskamer verwarmd wordt en rookgas geproduceerd wordt, - het verwijderen van het rookgas van de verbrandingskamer via de rookgasuitlaat van de verbrandingskamer en het binnenbrengen van het rookgas in de hulsvormige warmtewisselaar via de rookgasinlaat van de warmtewisselaar, - het laten stromen van het rookgas van de rookgasinlaat van de hulsvormige warmtewisselaar naar de rookgasuitlaat van de hulsvormige warmtewisselaar, waardoor ten minste de binnenste wand en de buitenste wand van de hulsvormige warmtewisselaar verwarmd worden, het inbrengen van lucht in de behuizing via de gecombineerde luchtinlaat van de behuizing door het laten draaien van de ventilator, het binnenbrengen van deze lucht in de luchtverdeelkamer, het genereren van een eerste luchtstroom van de luchtverdeelkamer naar de verwarmde-lucht-uitlaat van de behuizing via de eerste ringvormige luchtdoorlaat, in welke eerste ringvormige luchtdoorlaat de eerste luchtstroom wordt verwarmd door de omtrekswand van de verbrandingskamer en door de binnenste wand van de hulsvormige warmtewisselaar, het genereren van een tweede luchtstroom van de luchtverdeelkamer naar de verwarmde-lucht-uitlaat van de behuizing via de tweede luchtdoorlaat, in welke tweede luchtdoorlaat de tweede luchtstroom wordt verwarmd door de buitenste wand van de hulsvormige warmtewisselaar, - het afgeven van de aldus verwarmde eerste luchtstroom en de aldus verwarmde tweede luchtstroom vanuit de behuizing via de verwarmde-lucht-uitlaat van de behuizing.

14. Werkwijze volgens conclusie 13, waarbij de voorste wand van de hulsvormige warmtewisselaar wordt verwarmd door het rookgas.

15. Werkwijze volgens conclusie 14, waarbij de lucht in de luchtverdeelkamer en/of de eerste ringvormige luchtdoorlaat wordt verwarmd door de voorste wand van de hulsvormige warmtewisselaar.

16. Luchtverwarmingssystem, omvattende: - een kar met ten minste een wiel, - een luchtverwarmer volgens een van de conclusies 1-12, waarbij de luchtverwarmer is gemonteerd op de kar.

17. Systeem volgens conclusie 16, waarbij het systeem verder een brandstofreservoir en/of een schakelkast omvat, welk brandstofreservoir en/of schakelkast bij voorkeur zijn bevestigd op of geïntegreerd in de kar.