NL2011042C2 - Plantenpot. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Plantenpot Beschrijving

De onderhavige uitvinding verschaft een plantenpot omvattende een bodem, een op de bodem aansluitende staande wand en een verstijfde omgezette rand aan de bovenzijde van de staande wand welke omgezette rand een neerwaarts gericht randdeel alsmede een omgezet randdeel heeft dat de staande wand en het neerwaartse gerichte randdeel onderling verbindt. Een dergelijke plantenpot wordt omschreven in de Amerikaanse publicatie US 6134832. Dergelijke plantenpotten moeten bij toepassing waarbij de plantenpotten gevuld zijn met substraat waarin een plant groeit, geschikt zijn om aan het omgezette randdeel opgepakt te worden of daaraan opgehangen te worden in het geval de plantenpot een hangpot betreft. Om de plantenpot ter plaatse van de bovenrand een verhoogde stijfheid te geven, hetgeen nodig is om substantiële vervorming van de plantenpot bij bovengenoemde belasting daarop te voorkomen, is de bovenrand bij de omschreven plantenpot omgezet. Daar waar voorgaand of navolgend wordt gesproken over “omgezet” wordt deze term niet gebruikt om te verwijzen naar een voorafgaande zetbewerking maar wordt slechts gedoeld op de vorm die het resultaat is van een hypothetisch omzetting. In casu is die vorm in hoofdzaak die van een omgekeerde U-vorm waarbij de twee neerwaarts gerichte poten van de omgekeerde U-vorm worden bepaald door het neerwaarts gerichte randdeel en (een deel van) de staande wand terwijl het lijfdeel van de omgekeerde U-vorm, dat de twee neerwaarts gerichte poten van de omgekeerde U-vorm onderling verbindt, wordt bepaald door het omgezette randdeel. Verder is de plantenpot volgens US 6134832 aan de binnenzijde van de omgezette bovenrand op regelmatige afstand van elkaar voorzien van radiale schotten die extra weerstand bieden tegen vervorming van de omgezette bovenrand en daarmee van de plantenpot als geheel.

De uitvinding beoogt een plantenpot te verschaffen waarvan de omgezette bovenrand verbeterde stijfheidseigenschappen bezit. Hiertoe kenmerkt de plantenpot volgens de uitvinding zich doordat de plantenpot is voorzien van een profilering ten minste op het omgezette randdeel. Met behulp van een dergelijke profilering kan de stijfheid van de omgezette rand worden verhoogd. Deze eigenschap kan worden gebruikt door bij gelijkblijvend gewicht een plantenpot te verschaffen die stijver is, dan wel om bij gelijkblijvende stijfheid een lichtere plantenpot te verschaffen. In het laatste geval kan de plantenpot met dunnere wanddelen worden uitgevoerd hetgeen tijdens het spuitgietproces waarmee de plantenpot kan worden geproduceerd tot een kortere cyclustijd kan leiden.

Het effect van de profilering is met name aan de orde indien de profilering zich over ten minste het grootste deel van de lengte van de omgezette rand uitstrekt.

Ook is de stijfheid van de omgezette rand er bij gebaat indien de profilering ook op de staande wand en/of op het neerwaarts gerichte randdeel is voorzien.

Het is gunstig gebleken dat de profilering ten minste deels draadvormig is. Met de draadvorm wordt hier niet beoogd om tot uitdrukking te brengen dat de draadvorm een bepaalde dwarsdoorsnede zou moeten bezitten. Wel wordt beoogd om de langwerpige vorm van de profilering tot uitdrukking te brengen.

Bij voorkeur is de dwarsdoorsnede van de draadvorm dusdanig dat de breedte van de draadvorm in dwarsdoorsnede gezien afneemt in de richting van het oppervlak van de omgezette rand waar de profilering op is voorzien. Aldus kan een goede aansluiting en daarmee krachtendoorleiding van de profilering op de omgezette rand worden gerealiseerd.

Een verbeterd materiaalgebruik kan verder worden verkregen indien de hoogte van de draadvorm over de lengte van de profilering verloopt. Aldus kan voor een beperkte hoogte worden gekozen daar waar relatief gezien het effect van de profilering op de stijfheid het kleinste is.

Het kan voordelig zijn indien de profilering aan de binnenzijde van de omgezette rand is voorzien. Aldus wordt de profilering aan het zicht onttrokken.

De maximale hoogte van de profilering is bij voorkeur twee maal de dikte van het omgezette randdeel of het neerwaarts gerichte randdeel op de posities waar de profilering op het omgezette randdeel of het neerwaarts gerichte randdeel is voorzien.

Om de stijfheid in alle richtingen gelijk te houden geniet het de voorkeur dat de profilering in een regelmatig patroon over de lengte van de omgezette rand is voorzien. Een dergelijk patroon kan bijvoorbeeld slingerend of golfvormig zijn.

Ter verhoging van de weerstand tegen vervorming van de plantenpot geniet het de voorkeur dat de profilering verstijvingsdelen omvat, bij voorkeur draadvormige, die een hoek insluiten met de lengterichting van de omgezette rand. Aldus wordt met name weerstand geboden tegen het tot een ovale vorm vervormen van een aanvankelijk ronde plantenpot.

De verstijvingsdelen zijn met name effectief indien de grootte van de hoek is gelegen tussen 30 graden en 60 graden.

Eenzelfde voordeel is aan de orde indien de verstijvingsdelen ten minste ten dele boogvormig zijn.

Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm sluiten naburige verstijvingsdelen V-vormig op elkaar aan waarbij de V-vormige aansluitingen aan de zijde van de staande wand zijn voorzien.

Ter verdere verhoging van de stijfheid geniet het ook de voorkeur dat de omgezette rand tussen de staande wand en het neerwaartse gerichte randdeel is voorzien van zich radiaal uitstrekkende schotten. De schotten zijn bij voorkeur op regelmatige afstand van elkaar voorzien. Bij voorkeur is de steek in het regelmatige patroon van de schotten gelijk aan de steek in het regelmatig patroon van de verstijvingsdelen.

De voordelen van de uitvinding, althans voor zover die het productieproces van de plantenpot betreffen, komen met name tot uitdrukking indien de plantenpot een spuit gegoten product is.

De onderhavige uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van het omschrijven van een voorkeursuitvoeringsvorm daarvan onder verwijzing naar de navolgende figuren:

Figuur 1 toont in onderaanzicht een plantenpot volgens de uitvinding;

Figuur 2 toont een verticale dwarsdoorsnede in perspectivisch onderaanzicht van de bovenrand van de plantenpot volgens figuur 1;

Figuur 3 toont in perspectivisch onderaanzicht een deel van de omgezette bovenrand volgens figuur 1.

Plantenpot 1 volgens figuur 1 betreft een spuit gegoten kunststof product en omvat een bodem 2 met een centraal gelegen verhoogd bodemdeel 3 waarin een aantal openingen 4 zijn voorzien via welke overtollig water uit plantenpot 1 kan ontwijken. Op de omtrek van de cirkelvormige bodem 2 sluit een staande, naar buiten toe hellende, wand 5 aan. Aan de bovenzijde van deze staande wand 5 is de plantenpot 1 voorzien van een verstijfde omgezette rand 6. De uitvinding richt zich nu met name op de uitvoeringsvorm van deze verstijfde omgezette rand 6.

Zoals goed zichtbaar in figuur 2 heeft de omgezette rand 6 een neerwaarts gericht randdeel 7 alsmede een omgezet randdeel 8. Tezamen met het bovenste deel van de staande wand 5 vormen het neerwaarts gerichte randdeel 7 en het omgezette randdeel 8 een omgekeerde U-vorm. Het omgezette randdeel 8 verloopt vlak en althans in hoofdzaak evenwijdig aan bodem 2. Het neerwaarts gerichte randdeel 7 heeft een licht bolle vorm en een enigszins verdikt uiteinde 9.

Aan de binnenzijde van de omgezette rand 6 is deze voorzien van een profilering 10 die zich zowel uitstrekt over (het bovenste deel van staande wand 5), het omgezette randdeel 8 en (het bovenste deel van) het neerwaarts gerichte randdeel 7. De profilering is draadvormig en bestaat uit boogvormige en draadvormige verstijvingsdelen 11a, 11b die in een regelmatig patroon over vrijwel de volledige omtrek van de omgezette rand 6 zijn voorzien. Dit patroon is onderbroken ter plaatse van aangrijppunten 14 voor haken waarmee de plantenpot als een hangpot kan worden opgehangen. De hoogte van de draadvorm is gelijk aan de dikte van het omgezette randdeel 8. De breedte van de draadvorm neemt af in de richting van het onderliggende omgezette randdeel 8 dan wel in de richting van het neerwaarts gerichte randdeel 7.

Ter verdere verhoging van de stijfheid is de omgezette rand 6 verder op regelmatige afstand van elkaar voorzien van zich radiaal uitstrekkende schotten 12 zoals die op zich al bekend zijn uit de stand van de techniek. Paren van verstijvingsdelen 11a en 11b die zich tussen twee naburige schotten 12 uitstrekken sluiten aan de zijde van staande wand 5 V-vormig op elkaar aan. Raaklijnen op het midden van de boogvormige verstijvingsdelen 11a, 11b sluiten een hoek 13 met elkaar in van circa 90°. Paren van verstijvingsdelen 11a, 11b die aan tegenover elkaar gelegen zijden van een schot 12 zijn voorzien, zijn spiegel symmetrisch ten opzichte van schot 12 en vormen tezamen een boog van circa 150°, zij het dat die boog ter plaatse van het bijbehorend schot 12 is onderbroken.

De vrije uiteinden van de verstijvingsdelen 11a, 11b bezitten een afnemende hoogte en breedte. De maximale hoogte van de draadvormige verstijvingsdelen 11a, 11b is circa 1,5 mm.

Door toepassing van profilering 10 kan de dikte van de wanden van de omgezette rand 6 dunner zijn uitgevoerd, bijvoorbeeld typisch 0,2 mm dunner, bij gelijkblijvende stijfheid. Alhoewel de profilering 10 zelf uiteraard ook materiaal vergt, is er netto sprake van enige materiaalbesparing maar bovendien kan plantenpot 1 bij het spuitgieten daarvan met een kortere cyclustijd worden geproduceerd.

Claims (17)

1. Plantenpot omvattende een bodem, een op de bodem aansluitende staande wand en een verstijfde omgezette rand aan de bovenzijde van de staande wand welke omgezette rand een neerwaarts gericht randdeel alsmede een omgezet randdeel heeft dat de staande wand en het neerwaartse gerichte randdeel onderling verbindt, met het kenmerk, dat de plantenpot is voorzien van een profilering ten minste op het omgezette randdeel en op het neerwaarts gerichte randdeel.

2. Plantenpot volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de profilering zich over ten minste het grootste deel van de lengte van de omgezette rand uitstrekt.

3. Plantenpot volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de profilering ook op de staande wand is voorzien.

4. Plantenpot volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de profilering ook op het neerwaarts gerichte randdeel is voorzien.

5. Plantenpot volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de profilering ten minste deels draadvormig is.

6. Plantenpot volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de dwarsdoorsnede van de draadvorm dusdanig is dat de breedte van de draadvorm in dwarsdoorsnede gezien afneemt in de richting van het oppervlak van de omgezette rand waar de profilering op is voorzien.

7. Plantenpot volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat de hoogte van de draadvorm over de lengte van de profilering verloopt.

8. Plantenpot volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de profilering aan de binnenzijde van de omgezette rand is voorzien.

9. Plantenpot volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de maximale hoogte van de profilering twee maal de dikte is van het omgezette randdeel of het neerwaarts gerichte randdeel op de posities waar de profilering op het omgezette randdeel of het neerwaarts gerichte randdeel is voorzien.

10. Plantenpot volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de profilering in een regelmatig patroon over de lengte van de omgezette rand is voorzien.

11. Plantenpot volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de profilering verstijvingsdelen omvat die een hoek insluiten met de lengterichting van de omgezette rand.

12. Plantenpot volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de grootte van de hoek is gelegen tussen 30 graden en 60 graden.

13. Plantenpot volgens conclusie 11 of 12, met het kenmerk, dat de verstijvingsdelen ten minste ten dele boogvormig zijn.

14. Plantenpot volgens één van de conclusies 11 tot en met 13, met het kenmerk, dat naburige verstijvingsdelen V-vormig op elkaar aansluiten.

15. Plantenpot volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de V-vormige aansluitingen aan de zijde van de staande wand zijn voorzien.

16. Plantenpot volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de omgezette rand tussen de staande wand en het neerwaartse gerichte randdeel is voorzien van zich radiaal uitstrekkende schotten.

17. Plantenpot volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de plantenpot een spuit gegoten product is.