NL2010834C2

NL2010834C2 - TILTABLE TRAMPOLINE.

Info

Publication number: NL2010834C2
Application number: NL2010834A
Authority: NL
Inventors: Richard Bos
Original assignee: Bosan B V
Priority date: 2013-05-22
Filing date: 2013-05-22
Publication date: 2014-07-21
Also published as: DE102014107206A1; DE102014107206B4; NL2010834B3; BE1021601B1

Abstract

A trampoline comprising: - a rack; - a frame fixed to the frame; A sprung surface fixed to the frame, wherein the frame is mounted on the frame about at least one pivot axis. Due to the fact that the jumping surface is fixed to the frame, it is possible to position the spring surface at an angle by folding the frame. In this way, on such a trampoline, it is also possible to carry out exercises for which such an angle is desirable or required.

Description

Kantelbare trampolineTilting trampoline

De uitvinding betreft een trampoline, omvattend: - een onderstel; 5 - een frame, bevestigd aan het onderstel; en - een springoppervlak, bevestigd aan het frame.The invention relates to a trampoline, comprising: - an undercarriage; 5 - a frame attached to the frame; and - a jumping surface attached to the frame.

Dergelijke trampolines worden gebruikt voor sport, waaronder wedstrijden, training maar evenzeer voor ontspanning. Dergelijke trampolines kennen een toepassing op allerhande 10 locaties, zoals bijvoorbeeld in gymnastiekzalen en sporthallen.Such trampolines are used for sports, including competitions, training but also for relaxation. Such trampolines have an application at all kinds of locations, such as, for example, in gyms and sports halls.

Vaak zijn dergelijke trampolines groot of zwaar.Such trampolines are often large or heavy.

Daardoor kan het ongemakkelijk en arbeidsintensief zijn om een dergelijke trampoline voor gebruik te installeren of na gebruik op te bergen. Eenmaal opgeborgen nemen dergelijke trampolines 15 vaak meer ruimte in dan strikt noodzakelijk. Ook is het mogelijk dat in opgeborgen toestand in een berging voor een dergelijke trampoline andere apparatuur wordt geplaatst. Hierdoor kan ingebruikname van de trampoline op een later moment verder worden bemoeilijkt.As a result, it can be uncomfortable and labor-intensive to install such a trampoline before use or to store it after use. Once stored, such trampolines 15 often take up more space than strictly necessary. It is also possible that in the stowed state in a storage room for such a trampoline other equipment is placed. As a result, commissioning of the trampoline can be further complicated at a later time.

20 Bovendien zijn dergelijke trampolines slechts in een beperkt aantal standen of zelfs slechts in één stand te gebruiken. Het is echter voor bepaalde toepassingen, zoals bijvoorbeeld tricking, wenselijk om bijvoorbeeld de hoek van het springoppervlak variabel, dan wel traploos in te kunnen stellen.Moreover, such trampolines can only be used in a limited number of positions or even only in one position. However, for certain applications, such as, for example, tricking, it is desirable to be able, for example, to adjust the angle of the jumping surface variably or continuously.

25 In dat geval is het vaak noodzakelijk om de trampoline gedeeltelijk op of aan andere objecten te plaatsen. Dit is ongemakkelijk en onwenselijk, onder meer omdat dit de stabiliteit en daarmee de veiligheid van het gebruik van de trampoline kan verminderen.In that case it is often necessary to place the trampoline partially on or on other objects. This is uncomfortable and undesirable, among other things because it can reduce the stability and thus the safety of the use of the trampoline.

30 Het is nu een doel van de uitvinding om de bovengenoemde nadelen te verminderen of zelfs te voorkomen.It is now an object of the invention to reduce or even prevent the abovementioned disadvantages.

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt met een trampoline volgens de aanhef, die gekenmerkt wordt doordat het frame rond ten minste één kantelas kantelbaar is aangebracht aan 2 het onderstel.This object is achieved according to the invention with a trampoline according to the preamble, which is characterized in that the frame is arranged tiltably on at least one tilt axis on the chassis.

Doordat het springoppervlak bevestigd is aan het frame is het mogelijk om door het kantelen van het frame het springoppervlak onder een hoek te plaatsen. Op die manier kunnen 5 op een dergelijke trampoline ook oefeningen worden uitgeoefend waarvoor een dergelijke hoek gewenst of vereist is.Because the jumping surface is attached to the frame, it is possible to tilt the jumping surface by tilting the frame. In this way exercises can also be performed on such a trampoline for which such an angle is desired or required.

Voor het eenvoudig kantelen is het mogelijk dat de trampoline voorzien is van aangrijpmiddelen, zoals handvaten. Bijvoorbeeld kunnen deze aangebracht zijn aan het frame of 10 eventuele (scharnierbare) poten.For easy tilting it is possible that the trampoline is provided with gripping means, such as handles. For example, these can be arranged on the frame or any (hinged) legs.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is het frame kantelbaar tussen een horizontale en een verticale positie.In a preferred embodiment, the frame is tiltable between a horizontal and a vertical position.

Wanneer het frame, en daarmee het springoppervlak in de horizontale positie is kan de trampoline gebruikt worden voor de 15 op dit moment meest gebruikelijke toepassingen voor een trampoline in een horizontale positie.When the frame, and hence the jumping surface, is in the horizontal position, the trampoline can be used for the currently most common applications for a trampoline in a horizontal position.

Wanneer het frame vervolgens in de verticale positie wordt gebracht, kan men de trampoline in een dergelijke positie opbergen. Ook kan de trampoline dan andere functies dienen, 20 bijvoorbeeld als scheidingswand.When the frame is subsequently brought into the vertical position, the trampoline can be stored in such a position. The trampoline can then also serve other functions, for example as a partition wall.

In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat de trampoline vergrendelingsmiddelen, voor het vergrendelen van de trampoline in één van beide posities, alsmede ten minste één positie tussen één van beide posities.In a preferred embodiment the trampoline comprises locking means, for locking the trampoline in one of both positions, as well as at least one position between one of the two positions.

25 Door de trampoline te voorzien van vergrendelingsmiddelen, is het mogelijk de trampoline in een bepaalde stand tussen de horizontale positie en de verticale positie te vergrendelen. Als gevolg van de zwaartekracht, maar ook als gevolg van het gebruik van de trampoline zal de 30 trampoline zonder gebruik van vergrendelingsmiddelen de neiging hebben om richting de horizontale positie te komen.By providing the trampoline with locking means, it is possible to lock the trampoline in a certain position between the horizontal position and the vertical position. As a result of gravity, but also as a result of the use of the trampoline, the trampoline will tend to move towards the horizontal position without the use of locking means.

Hierbij dient de vergrendeling twee doelen: enerzijds om het frame in gebruik veilig in een bepaalde positie tussen de horizontale positie en de verticale positie te zekeren, 3 anderzijds om het frame buiten gebruik in verticale stand te zekeren. Het is mogelijk dat voor deze doelen verschillende eisen worden gesteld aan het soort en de aard van de vergrendeling. Het is derhalve ook mogelijk dat voor elk doel 5 voorzien wordt in een verschillende vergrendeling.The locking serves two purposes here: on the one hand to secure the frame in use in a certain position between the horizontal position and the vertical position, and on the other hand to secure the frame in vertical position when not in use. It is possible that different requirements are set for the purposes of the type and nature of the lock. It is therefore also possible for a different lock to be provided for each target.

In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat het onderstel: - aan weerszijden van de kantelas aangebrachte verticale geleiders voor het in verticale richting geleiden van de kantelas; en 10 - ten minste twee scharnierend aan het frame, tegenoverliggend aan de verticale geleiders, aangebrachte poten.In a preferred embodiment the chassis comprises: - vertical guides arranged on either side of the tilting axis for guiding the tilting axis in the vertical direction; and - at least two legs arranged pivotally on the frame opposite the vertical conductors.

Door een dergelijk onderstel verzekert men een ondersteuning van de trampoline in elke positie waarbij de trampoline verbonden is met een ondervlak, zoals een grond.Such a chassis ensures that the trampoline is supported in any position where the trampoline is connected to a bottom surface, such as a ground.

15 Aan de eerste rand van het frame verzorgen de verticale geleiders aan de kantelas van de trampoline de ondersteuning voor het frame. Tegenoverliggend aan deze geleiders zijn twee poten aangebracht aan het frame voor verdere ondersteuning.At the first edge of the frame, the vertical guides on the tilting axis of the trampoline provide the support for the frame. Opposite to these guides, two legs are provided on the frame for further support.

Omdat hierbij enerzijds geleiders zijn aangebracht en op 20 een afstand hiervan de poten scharnierend zijn aangebracht, is het hiermee mogelijk om het frame met behulp van de geleiders te kantelen. Omdat de poten scharnierend aan het frame zijn aangebracht, zullen deze het contact van de trampoline met het ondervlak waarborgen.Because conductors are arranged here on the one hand and the legs are hinged at a distance therefrom, it is hereby possible to tilt the frame with the aid of the conductors. Because the legs are hinged to the frame, they will ensure the contact of the trampoline with the bottom surface.

25 Bij voorkeur zijn zowel de poten als de verticale geleiders aangebracht aan tegenoverliggende randen van het frame, om zodoende de stabiliteit van het frame en daarmee de trampoline te verbeteren en het gebruiksgemak voor het kantelen van het frame te vergroten.Preferably both the legs and the vertical guides are arranged on opposite edges of the frame, so as to improve the stability of the frame and thus the trampoline and to increase the ease of use for tilting the frame.

30 De geleiders kunnen bestaan uit geleidingsbanen, maar kunnen ook geheel of gedeeltelijk bestaan uit ten minste één muur en middelen, zoals rolmiddelen, voor het geleiden van het frame langs deze muur.The guides can consist of guide tracks, but can also consist entirely or partially of at least one wall and means, such as rolling means, for guiding the frame along this wall.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat het 4 onderstel verder: - een stuurstang, met één eind scharnierend aangebracht aan ten minste één van de poten; en - een hulpstang, met één eind scharnierend aangebracht 5 aan het andere eind van de stuurstang, waarbij het ene eind van de hulpstang geleid is in de aangrenzende geleider en waarbij het andere eind van de hulpstang scharnierend is aangebracht aan het frame.In a further preferred embodiment the 4 chassis further comprises: - a control rod, hinged at one end to at least one of the legs; and - an auxiliary rod, with one end pivotally arranged at the other end of the control rod, wherein one end of the auxiliary rod is guided in the adjacent guide and wherein the other end of the auxiliary rod is hinged to the frame.

Hiermee wordt bereikt dat door het kantelen van het 10 frame de poten tegelijkertijd worden gekanteld. Hierdoor blijft contact met het ondervlak optimaal gewaarborgd.This achieves that the legs are tilted simultaneously by tilting the frame. This ensures optimum contact with the bottom surface.

In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat de trampoline verder een afstandsoppervlak, aangebracht tussen het springoppervlak en de kantelas en/of het frame voor het op 15 afstand houden van het springvlak van de kantelas en/of het frame.In a preferred embodiment, the trampoline further comprises a spacing surface arranged between the spring surface and the tilt axis and / or the frame for keeping the spring surface of the tilt axis and / or the frame at a distance.

Het is voordelig om te voorzien in een afstandsvlak tussen de kantelas en het springoppervlak indien de trampoline geplaatst is nabij een muur. In dergelijke situaties bestaat het 20 risico dat men bij gebruik van de trampoline onbedoeld tegen de muur springt. Door het voorzien in een afstandsoppervlak wordt de veiligheid van het gebruik van de trampoline aldus verbeterd.It is advantageous to provide a distance plane between the tilt axis and the spring surface if the trampoline is placed near a wall. In such situations there is a risk of accidentally jumping against the wall when using the trampoline. The safety of the use of the trampoline is thus improved by providing a spacing surface.

Daarnaast biedt het afstandsoppervlak ruimte voor hulpverlening bij de sprongen van een persoon op het 25 springoppervlak.In addition, the distance surface provides room for assistance with the jumps of a person on the jumping surface.

Ook is een springoppervlak doorgaans aan het frame opgehangen door middel van een ophanging, zoals veermiddelen.A spring surface is also generally suspended from the frame by means of a suspension, such as spring means.

Een dergelijke afstandsoppervlak kan tevens fungeren voor het afdekken van de ophanging.Such a distance surface can also function to cover the suspension.

30 In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm bedraagt de breedte van het afstandsoppervlak haaks op de kantelas ten minste 70 centimeter, bijvoorkeur ten minste 90 centimeter.In a further preferred embodiment, the width of the distance surface perpendicular to the tilt axis is at least 70 centimeters, preferably at least 90 centimeters.

Bij gebruik van de trampoline nabij een muur wordt op die manier verder gewaarborgd dat er een voldoende afstand 5 bestaat tussen het springoppervlak en de muur. De veiligheid van het gebruik wordt hierdoor verder verbeterd. Bovendien ontstaat hierdoor de mogelijkheid van hulpverlening op de trampoline.When the trampoline is used close to a wall, it is furthermore ensured in this way that there is a sufficient distance between the jumping surface and the wall. This further improves the safety of use. Moreover, this creates the possibility of assistance on the trampoline.

In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat de trampoline 5 hijsmiddelen, voor het hijsen van de kantelas en daarmee kantelen van het frame.In a preferred embodiment, the trampoline 5 comprises hoisting means, for hoisting the tilting axis and thereby tilting the frame.

Door de trampoline te voorzien van hijsmiddelen, kan het frame op een eenvoudige wijze en met een geringere inspanning worden gekanteld. Bij voorkeur hijsen deze hijsmiddelen in een 10 substantieel verticale richting aan de kantelas, waardoor het frame op een efficiënte manier wordt gekanteld.By providing the trampoline with lifting means, the frame can be tilted in a simple manner and with less effort. These hoisting means preferably hoist in a substantially vertical direction on the tilting axis, whereby the frame is tilted in an efficient manner.

De hijsmiddelen kunnen in diverse vormen zijn uitgevoerd, zoals bijvoorbeeld door middel van één of meerdere kettingen, (hydraulische) cilinders, een bevestiging aan ten 15 minste één as met een schroefdraaimechanisme, et cetera.The hoisting means can be designed in various forms, such as for instance by means of one or more chains, (hydraulic) cylinders, a mounting on at least one axis with a screw-turning mechanism, et cetera.

In een voorkeursuitvoeringsvorm omvatten de hijsmiddelen ten minste één band, welke band met één eind is aangebracht aan een spoel en met het andere eind aan het frame nabij de kantelas .In a preferred embodiment, the hoisting means comprise at least one belt, which belt is arranged with one end on a spool and with the other end on the frame near the tilt axis.

20 Door het gebruik van banden is het mogelijk om op een gemakkelijke manier het frame langs de kantelas te kantelen. Daarbij bieden banden onder meer het voordeel dat ze relatief compact zijn op te bergen, bijvoorbeeld op een spoel.By using tires, it is possible to tilt the frame along the tilt axis in an easy way. In addition, tires offer the advantage that they can be stored in a relatively compact manner, for example on a spool.

In een voorkeursuitvoeringsvorm omvatten de hijsmiddelen 25 een verbindingsas met op de verbindingsas op afstand van elkaar aangebrachte spoelen.In a preferred embodiment, the hoisting means 25 comprise a connecting shaft with spools arranged spaced apart from each other on the connecting shaft.

Het gebruik van spoelen heeft, in het specifiek bij hijsmiddelen zoals banden en/of kettingen, als voordeel dat de hijsmiddelen eenvoudig aan de verbindingsas kunnen worden 30 opgeborgen. Bovendien kan in de aansturing van de hijsmiddelen voorzien zijn via de verbindingsas, waardoor de op de verbindingsas aangebrachte spoelen met gelijke snelheid hijsen. Op die manier wordt tevens de kracht over de lengte van de verbindingsas en aldus de kantelas verdeeld. Hierdoor wordt de 6 kans verkleind dat de hijsmiddelen en daardoor het frame mogelijk scheef lopen of zelfs blokkeren.The use of spools has the advantage, in particular with hoisting means such as belts and / or chains, that the hoisting means can easily be stored on the connecting shaft. Moreover, the control of the hoisting means can be provided via the connecting shaft, so that the coils arranged on the connecting shaft hoist at the same speed. In this way the force is also distributed over the length of the connecting axis and thus the tilt axis. This reduces the chance that the hoisting means and thereby the frame may be skewed or even blocked.

Overigens is het ook mogelijk om bij gebruik van slechts één band of ketting gebruik te maken van één of meerdere 5 spoelen, eventueel aangebracht aan een verbindingsas.Incidentally, it is also possible to use one or more coils, optionally provided on a connecting shaft, when only one band or chain is used.

In een voorkeursuitvoeringsvorm omvatten de hijsmiddelen een torsiesensor voor het detecteren van verlies van spanning op ten minste één van de hijsmiddelen en een met de torsiesensor verbonden blokkering, voor het blokkeren van de hijsmiddelen bij 10 het detecteren van het verlies van spanning.In a preferred embodiment, the hoisting means comprise a torsion sensor for detecting loss of tension on at least one of the hoisting means and a blockage connected to the torsion sensor, for blocking the hoisting means on detecting the loss of tension.

Bij trampolines met banden en/of kettingen, kan het gebeuren dat tijdens het gebruik van de hijsmiddelen er verlies van spanning op de hijsmiddelen optreedt. Als gevolg hiervan kan de trampoline plotselinge en soms onvoorspelbare bewegingen 15 maken. Om de veiligheid van de trampoline te waarborgen kan de trampoline voorzien worden van een torsiesensor. Deze torsiesensor kan bijvoorbeeld aangebracht zijn langs een verbindingsas, en kan bij het detecteren van een verlies van spanning op de hijsmiddelen deze hijsmiddelen geheel of 20 gedeeltelijk blokkeren.With trampolines with tires and / or chains, it can happen that during the use of the lifting equipment there is a loss of tension on the lifting equipment. As a result, the trampoline can make sudden and sometimes unpredictable movements. To guarantee the safety of the trampoline, the trampoline can be equipped with a torsion sensor. This torsion sensor can for instance be arranged along a connecting axis, and can completely or partially block these lifting means when detecting a loss of tension on the hoisting means.

Indien de trampoline voor andere doeleinden reeds voorzien is van vergrendelingsmiddelen, is het mogelijk de torsiesensor met deze vergrendelingsmiddelen te verbinden om een blokkering bij verlies van spanning te bereiken.If the trampoline is already provided with locking means for other purposes, it is possible to connect the torsion sensor to these locking means in order to achieve a blockage in the event of loss of tension.

25 In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat de trampoline bevestigingsmiddelen, geschikt voor de bevestiging van de trampoline aan een muur, plafond en/of vloer.In a preferred embodiment, the trampoline comprises fastening means, suitable for fastening the trampoline to a wall, ceiling and / or floor.

Zo kan het frame bijvoorbeeld door middel van op de trampoline aanwezige geleiders, de verbindingsas, de 30 vergrendelingsmiddelen, of hiermee verbonden middelen worden bevestigd.The frame can for instance be fixed by means of guides present on the trampoline, the connecting axis, the locking means, or means connected thereto.

Op die manier kan de trampoline door het kantelen van het frame na gebruik gemakkelijk, compact en veilig worden opgeborgen. Omdat het frame hiermee op een makkelijk 7 toegankelijke plaats kan worden opgeborgen, blijft de trampoline hierdoor doorgaans makkelijk toegankelijk.In this way, the trampoline can be stored easily, compactly and safely by tilting the frame after use. Because this allows the frame to be stored in an easily accessible 7 place, the trampoline usually remains easily accessible.

In de voorgaande beschrijving is uitgegaan van een in hoofdzaak rechthoekig frame en een in hoofdzaak rechthoekig 5 springoppervlak. Het is echter ook mogelijk dat het frame en/of het springoppervlak een andere vorm heeft, bijvoorbeeld dat het ovaal of meerhoekig is.In the foregoing description, a substantially rectangular frame and a substantially rectangular jumping surface are assumed. However, it is also possible that the frame and / or the jumping surface has a different shape, for example that it is oval or polygonal.

Deze en andere kenmerken van de uitvinding worden nader toegelicht aan de hand van de bijgaande tekeningen.These and other features of the invention are further elucidated with reference to the accompanying drawings.

10 Figuur 1 toont in perspectivisch aanzicht een uitvoeringsvorm van de uitvinding.Figure 1 shows in perspective view an embodiment of the invention.

Figuur 2 toont in zijaanzicht een dwarsdoorsnede van de uitvoeringsvorm van de uitvinding volgens figuur 1.Figure 2 is a side view of a cross-section of the embodiment of the invention according to Figure 1.

In figuur 1 is de trampoline 1 volgens de uitvinding 15 getoond, bevestigd aan een muur 2. De trampoline 1 is hier getoond in horizontale positie. De trampoline 1 omvat een springoppervlak 3, bevestigd aan een frame 4 dat rondom het springoppervlak 3 loopt. Het springoppervlak 3 is geplaatst op afstand van de rand van het frame 4 door middel van het 20 afstandsoppervlak 5.Figure 1 shows the trampoline 1 according to the invention, attached to a wall 2. The trampoline 1 is shown here in a horizontal position. The trampoline 1 comprises a jumping surface 3, attached to a frame 4 that runs around the jumping surface 3. The jumping surface 3 is placed at a distance from the edge of the frame 4 by means of the distance surface 5.

Het frame 4 is hierbij verbonden met poten 6, 7, voorzien van wielen 8, 9. Poot 7 kent (en poot 6 op soortgelijke wijze) naast de scharnierbare aanbrenging aan het frame 4 scharnierpunt 10.The frame 4 is herein connected to legs 6, 7, provided with wheels 8, 9. Leg 7 has (and leg 6 in a similar manner) in addition to the hinged arrangement on the frame 4 pivot point 10.

25 Onder het frame 4 is de trampoline 1 voorzien van een verbindingsas 12. Deze verbindingsas 12 is aangebracht in geleiders 13, 14 aan weerszijden van het frame 4. Deze geleiders zijn door middel van bevestigingsmiddelen 15, 16 verbonden met de muur 2. Voor de geleiding in de geleiders 13, 14 is de 30 verbindingsas 12 voorzien van wielen 17, zoals blijkt uit figuur 2.Under the frame 4, the trampoline 1 is provided with a connecting shaft 12. This connecting shaft 12 is arranged in conductors 13, 14 on either side of the frame 4. These conductors are connected to the wall 2 by means of fixing means 15, 16. When guided in the guides 13, 14, the connecting shaft 12 is provided with wheels 17, as can be seen from Figure 2.

De verbindingsas 12 en de poten 6, 7 zijn aan elkaar verbonden via stuurstangen 18. In figuur 1 is getoond dat stuurstang 18 aan het ene uiteinde scharnierbaar is verbonden 8 met poot 7 en met het andere uiteinde scharnierbaar is verbonden met verbindingsas 12. Tevens loopt tussen de verbindingsas 12 en het frame 4 een eveneens aan beide zijden scharnierbaar aangebrachte hulpstang 19. Op die manier vormen delen van het 5 frame 4, poot 7, stuurstang 18 en hulpstang 19 een parallellogramvormig stangenstelsel. Op die manier wordt in combinatie met geleiders 13, 14 bereikt dat bij het kantelen van het frame 4 van de horizontale positie zoals getoond naar een meer verticale positie de poten 6, 7 in hoofdzaak in dezelfde 10 verticale stand blijven en daarmee de trampoline ondersteunen.The connecting shaft 12 and the legs 6, 7 are connected to each other via control rods 18. Figure 1 shows that control rod 18 is pivotally connected at one end to 8 with leg 7 and is pivotally connected to connecting shaft 12 at the other end. between the connecting shaft 12 and the frame 4 an auxiliary rod 19 which is likewise pivotally arranged on both sides. In this way parts of the frame 4, leg 7, control rod 18 and auxiliary rod 19 form a parallelogram-shaped rod system. In this way it is achieved in combination with guides 13, 14 that when the frame 4 is tilted from the horizontal position as shown to a more vertical position, the legs 6, 7 remain substantially in the same vertical position and thereby support the trampoline.

In figuur 1 is een deel van het afstandsoppervlak 5 weggelaten. Op die manier is zichtbaar dat de verbindingsas 12 parallel aan de muur 2 en het frame 4 loopt tot aan de tegenoverliggende zijde, alwaar de verbindingsas 12 is verbonden 15 met poot 6 (niet getoond).In Figure 1, part of the spacer surface 5 has been omitted. In this way it is visible that the connecting shaft 12 runs parallel to the wall 2 and the frame 4 up to the opposite side, where the connecting shaft 12 is connected to leg 6 (not shown).

Voor het kantelen van het frame 4 is de trampoline 1 voorzien van hijsbanden 21, 22, 23, 24, 25, 26. Deze hijsbanden 21, 22, 23, 24, 25, 26 zijn aan het ene uiteinde verbonden met het frame 4 en aan het andere uiteinde verbonden met spoelen 27, 20 28, 29, 30, 31, 32. Deze spoelen zijn verbonden met een hijsas 33, verbonden met de muur 2 door middel van muurbevestigingen 34, 35, 36, 37.For tilting the frame 4, the trampoline 1 is provided with hoisting belts 21, 22, 23, 24, 25, 26. These hoisting belts 21, 22, 23, 24, 25, 26 are connected at one end to the frame 4 and connected at the other end to coils 27, 20, 28, 29, 30, 31, 32. These coils are connected to a hoisting axle 33, connected to the wall 2 by means of wall mounts 34, 35, 36, 37.

De hijsas 33 is hierbij verbonden met een aandrijving 38. Deze aandrijving 38 zorgt voor de overbrenging van een 25 kracht op de hijsas 33 en daarmee het op- of afrollen van de banden 21, 22, 23, 24, 25, 26 op de spoelen 27, 28, 29, 30, 31, 32 en daarmee het kantelen van het frame 4. Ook is deze aandrijving 38, bedienbaar via een bediening (niet getoond), voorzien van een blokkering (niet getoond) voor het blokkeren 30 van de banden 21, 22, 23, 24, 25, 26 in elke gewenste stand. Hierdoor is het mogelijk om de trampoline 1 ook onder elke gewenste hoek van het frame 4 ten opzichte van vloer 20 te gebruiken. Ook wordt deze blokkering gebruikt voor het blokkeren van de trampoline 1 in het geval van verlies van spanning op de 9 banden 21, 22, 23, 24, 25, 26.The hoisting axle 33 is herein connected to a drive 38. This drive 38 ensures the transmission of a force on the hoisting axle 33 and with it the rolling up or unrolling of the belts 21, 22, 23, 24, 25, 26 on the spools. 27, 28, 29, 30, 31, 32 and thus the tilting of the frame 4. Also, this drive 38, operable via an operation (not shown), is provided with a block (not shown) for blocking the tires 30 21, 22, 23, 24, 25, 26 in any desired position. This makes it possible to also use the trampoline 1 at any desired angle of the frame 4 relative to floor 20. This blocking is also used to block the trampoline 1 in the event of loss of tension on the 9 belts 21, 22, 23, 24, 25, 26.

In figuur 2 zijn deze aspecten van de uitvinding verder toegelicht. Hier is de trampoline 1 getoond met frame 4 onder een schuine hoek ten opzichte van vloer 20 en muur 2. Hierbij 5 valt tevens op dat zowel de verbindingsas 12 als het frame 4 door middel van wielen 17, 39 zijn aangebracht in de geleiding 13 .These aspects of the invention are further explained in Figure 2. Here, the trampoline 1 is shown with frame 4 at an oblique angle with respect to floor 20 and wall 2. It is also striking here that both the connecting shaft 12 and the frame 4 are arranged in the guide 13 by means of wheels 17, 39.

Claims

A trampoline, comprising: - an undercarriage; 5. a frame attached to the frame; and - a spring surface, fixed to the frame, characterized in that the frame is mounted on the chassis for tilting about at least one tilt axis.

Trampoline according to claim 1, wherein the frame is tiltable between a horizontal and a vertical position.

3. Trampoline according to claim 2, wherein the trampoline comprises locking means, for locking the trampoline in one of both positions, as well as at least one position between one of the two positions.

4. Trampoline as claimed in any of the foregoing claims, wherein the underframe comprises: - vertical guides arranged on either side of the tilting axis for guiding the tilting axis in vertical direction; and - at least two legs arranged pivotally on the frame opposite the vertical conductors.

The trampoline of claim 4, wherein the undercarriage further comprises: 25. a control rod, hinged at one end to at least one of the legs; and - an auxiliary rod, with one end pivotally arranged at the other end of the control rod, wherein one end of the auxiliary rod is guided in the adjacent guide and wherein the other end of the auxiliary rod is hinged to the frame.

Trampoline according to one of the preceding claims, further comprising a spacing surface arranged between the spring surface and the tilt axis and / or the frame for keeping the spring surface of the tilt axis and / or the frame at a distance.

Trampoline according to claim 6, wherein the width of the distance surface perpendicular to the tilt axis is at least 70 centimeters, preferably at least 90 centimeters.

Trampoline according to one of the preceding claims, wherein the trampoline comprises hoisting means, for hoisting the tilting axis and thereby tilting the frame.

9. Trampoline according to claim 8, wherein the hoisting means comprise at least one belt, which belt is arranged with one end on a spool and with the other end on the frame near the tilt axis.

10. Trampoline according to claim 8 or 9, wherein the hoisting means comprise a connecting shaft with spools arranged on the connecting shaft 15 spaced apart from each other.

11. Trampoline as claimed in any of the claims 8, 9 or 10, wherein the hoisting means comprise a torsion sensor for detecting loss of tension on at least one of the hoisting means and a blocking connected to the torsion sensor, for blocking the hoisting means at detecting the loss of voltage.

12. Trampoline as claimed in any of the foregoing claims, wherein the trampoline comprises fixing means, suitable for fixing the trampoline to a wall, ceiling and / or floor.