NL2010363C2

NL2010363C2 - VENTILATION COMPOSITION, VALVE THEREFORE AND BUILDING WITH SUCH A VENTILATION COMPOSITION.

Info

Publication number: NL2010363C2
Application number: NL2010363A
Authority: NL
Inventors: Rudolf Hanewald
Original assignee: Brink Climate Systems B V
Priority date: 2013-02-26
Filing date: 2013-02-26
Publication date: 2014-08-27
Also published as: EP2770267A2; EP2770267A3

Abstract

A ventilation assembly comprises a ventilator (5) for generating an air flow, at least two rooms (6, 6') which can be provided with said air flow, and a valve (1) which is connected to said units for optionally providing the rooms with an air flow generated by the ventilator. The valve (1) comprises a valve housing (9) provided with at least three connecting stubs (11, 12, 13), to each of which is connected a room or the ventilator, respectively, and a valve body (18) which is accommodated in the valve housing. The valve housing (9) comprises a central chamber (14) into which the connecting stubs (11-13) issue. The valve body (18) has concentric concave and convex cylindrical or concentric concave and convex spherical forms (19, 20). The central chamber (14) also has an at least partially cylindrical or spherical concave form, respectively, so that the concave form of the central chamber (14) and the convex form of the valve body (18) are substantially concentric.

Description

Ventilatiesamenstel. klep daarvoor en gebouw met een dergeliik ventilatiesamenstelVentilation assembly. valve for this and a building with such a ventilation assembly

De uitvinding betreft een ventilatiesamenstel, omvattende een actieve eenheid voor het opwekken van een luchtstroming, tenminste twee met genoemde luchtstroming bedienbare passieve eenheden, alsmede klepmiddelen die zijn aangesloten op genoemde eenheden voor het naar keuze bedienen van de passieve eenheden met een luchtstroming opgewekt door de actieve eenheid, welke klepmiddelen een klep omvatten met een klepbehuizing voorzien van tenminste drie aansluitstompen op elk waarvan een der actieve en passieve eenheden is aangesloten, en een in de klepbehuizing opgenomen kleplichaam dat plaatsbaar is tegenover elk der aansluitstompen afzonderlijk voor het begrenzen en/of afsluiten van de stroming door die aansluitstomp onder vrijgave van de overige aansluitstompen, waarbij het kleplichaam door ten opzichte van elkaar uitgelijnde draaiorganen is ondersteund in de klepbehuizing.The invention relates to a ventilation assembly, comprising an active unit for generating an air flow, at least two passive units operable with said air flow, and valve means connected to said units for selectively operating the passive units with an air flow generated by the active flow unit, which valve means comprises a valve with a valve housing provided with at least three connecting stubs to each of which one of the active and passive units is connected, and a valve body accommodated in the valve housing which can be placed opposite each of the connecting stumps individually for limiting and / or closing off the flow through said connecting stub while releasing the other connecting stubs, wherein the valve body is supported in the valve housing by rotational members aligned with respect to each other.

Een dergelijk ventilatiesamenstel is bekend uit DE-A-3040051, en kan worden toegepast voor het verversen van de lucht in de vertrekken van het gebouw. Door de klepmiddelen op geschikte wijze te in te stellen kunnen een of meer vertrekken van een gebouw op gewenste wijze worden bediend. Dit kan bijvoorbeeld uitgevoerd worden op basis van de vraag naar ventilatie die zich in een bepaald vertrek voordoet.Such a ventilation assembly is known from DE-A-3040051, and can be used for refreshing the air in the rooms of the building. By adjusting the valve means in a suitable manner, one or more rooms of a building can be operated in a desired manner. This can be done, for example, based on the demand for ventilation that occurs in a particular room.

Verder is een ventilatiesamenstel bekend waarbij, afhankelijk van bijvoorbeeld de gemeten concentratie van C02 gas, kan de klep zodanig worden ingesteld dat in dat vertrek de lucht in versterkte mate wordt ververst. Het kan daarbij zowel gaan om het via de klepmiddelen toevoeren van lucht aan de vertrekken, danwel om het via de klep afzuigen van de lucht uit de vertrekken. De werking kan echter ook op andere wijze worden geregeld, zoals op basis van een vooraf ingesteld tijdprogramma.Furthermore, a ventilation assembly is known in which, depending on, for example, the measured concentration of CO2 gas, the valve can be adjusted such that the air is refreshed to a greater extent in that room. This may involve supplying air to the rooms via the valve means, or extracting the air from the rooms via the valve. However, the operation can also be controlled in another way, such as on the basis of a preset time program.

De ventilator wordt gewoonlijk elektronisch geregeld, zodanig dat het gewenste debiet kan worden gehandhaafd. Van belang daarbij is dat de stroming door het kanalenstelsel en door de klep zo weinig mogelijk weerstand oplevert. Daarnaast is van belang dat de dwarsafmetingen van die kanalen niet al te groot behoeft te worden gekozen ter verkrijging van een lage weerstand.The fan is usually electronically controlled so that the desired flow can be maintained. It is important here that the flow through the channel system and through the valve produces as little resistance as possible. In addition, it is important that the transverse dimensions of those channels need not be chosen too large to obtain a low resistance.

In de traditionele uitvoering van het ventilatiesamenstel bestaan de klepmiddelen uit tenminste twee afzonderlijke kleppen, voor elk vertrek één. Elke klep heeft ook een eigen aandrijving, die afhankelijk van de toestand in het betreffende vertrek wordt bestuurd. Het nadeel van deze uitvoering van het ventilatiesamenstel is dat de kosten relatief hoog zijn, vanwege de meerdere benodigde kleppen en aandrijvingenIn the traditional embodiment of the ventilation assembly, the valve means consist of at least two separate valves, one for each room. Each valve also has its own drive, which is controlled depending on the situation in the room concerned. The disadvantage of this embodiment of the ventilation assembly is that the costs are relatively high because of the multiple valves and drives required

Doel van de uitvinding is daarom bij een ventilatiesamenstel van het hiervoor beschreven type een vereenvoudigde en daardoor meer economische uitvoering te verschaffen. Dat doel wordt bereikt doordat het kleplichaam een schaalvormig klepgedeelte en tenminste een arm omvat die zich uitstrekt tussen een draaiorgaan en het schaalvormige klepgedeelte.The object of the invention is therefore to provide a ventilation assembly of the type described above with a simplified and therefore more economical design. This object is achieved in that the valve body comprises a shell-shaped valve section and at least one arm that extends between a rotary member and the shell-shaped valve section.

Bij het ventilatiesamenstel volgens de uitvinding kan met één enkele klep en bijbehorende enkele klepaandrijving, toch een veelvoud aan vertrekken worden bediend, afhankelijk van het aantal aansluitstompen dat de klep heeft. Bij voorkeur kan het kleplichaam tevens worden geplaatst in een positie in welke het kleplichaam zich bevindt tegenover geen der aansluitstompen, zodanig dat alle aansluitstompen worden vrijgegeven. In dat geval kunnen alle eenheden bediend worden met de door een ventilator opgewekte luchtstroom.In the ventilation assembly according to the invention, with a single valve and associated single valve drive, a plurality of rooms can still be operated, depending on the number of connecting stumps that the valve has. The valve body can preferably also be placed in a position in which the valve body is situated opposite none of the connecting stubs, such that all connecting stubs are released. In that case, all units can be operated with the air flow generated by a fan.

Het kleplichaam kan op verschillende wijzen verplaatsbaar zijn uitgevoerd. Als voorbeeld wordt genoemd een verschuifbaar kleplichaam. De voorkeur gaat uit naar een kleplichaam dat verdraaibaar is, zoals volgens een draaihartlijn dwars op de aansluitstompen. Een belangrijk voordeel van het ventilatiesamenstel volgens de uitvinding is dat het kleplichaam één en slechts één aandrijving nodig heeft. Dat levert een kostenvoordeel op, terwijl de besturing eenvoudiger kan zijn .The valve body can be made movable in various ways. A sliding valve body is mentioned as an example. Preference is given to a valve body that is rotatable, such as according to an axis of rotation transverse to the connecting stubs. An important advantage of the ventilation assembly according to the invention is that the valve body requires one and only one drive. This provides a cost advantage, while the control can be simpler.

Een dergelijke klep kan op allerlei manieren zijn uitgevoerd. Bij voorkeur omvat het kleplichaam daarvan concentrische concave en convexe cilindrische vormen of concentrische concave en convexe bolvormige vormen en heeft de centrale kamer een althans gedeeltelijk cilindrische respectievelijk concave vorm. Daarbij zijn de concave vorm van de centrale kamer en de convexe vorm van het kleplichaam in wezen concentrisch en vormt de uitmonding van elke aansluitstomp in de centrale kamer een klepzitting die samenvalt met de concave vorm van die kamer.Such a valve can be designed in various ways. The valve body thereof preferably comprises concentric concave and convex cylindrical shapes or concentric concave and convex spherical shapes and the central chamber has an at least partially cylindrical and concave shape. The concave shape of the central chamber and the convex shape of the valve body are essentially concentric and the mouth of each connecting stub in the central chamber forms a valve seat that coincides with the concave shape of that chamber.

De klep die wordt toegepast in het ventilatiesamenstel kan de vorm hebben van een in wezen hol/bolle schaal, als gevolg waarvan de totale dikte van het kleplichaam beperkt kan blijven. Het voordeel daarvan is dat het kleplichaam nauwelijks weerstand oplevert met betrekking tot de lucht die daarlangs stroomt tussen twee min of meer uitgelijnde aansluitstompen. Anderzijds kan een dergelijk schaalvormig kleplichaam een geschikte afdichtende werking voor het gewenste, af te sluiten kanaal verschaffen. De klepzittingen werken zodanig met het kleplichaam samen dat de gewenste afdichting kan worden verzekerd. Indien gewenst is om een steeds een zekere lekstroom toe te laten, kunnen de vormen van het kleplichaam en van de klepzitting zodanig worden gekozen dat daartussen altijd een luchtspleet aanwezig is.The valve used in the ventilation assembly can be in the form of a substantially concave / convex shell, as a result of which the overall thickness of the valve body can remain limited. The advantage of this is that the valve body hardly yields any resistance with respect to the air flowing along it between two more or less aligned connecting stubs. On the other hand, such a shell-shaped valve body can provide a suitable sealing action for the desired channel to be sealed. The valve seats cooperate with the valve body in such a way that the desired seal can be ensured. If it is desired to allow a certain leakage flow in each case, the shapes of the valve body and of the valve seat can be chosen such that an air gap is always present between them.

De aansluitstompen kunnen op allerlei manieren zijn uitgevoerd; in het bijzonder kunnen deze een cirkelvormige of cilindrische dwarsdoorsnede bezitten. In dat geval kan de straal van de concave vorm van de centrale kamer en eventueel de straal van de convexe vorm van het kleplichaam groter zijn dan de straal der aansluitstompen. Een eenvoudige uitvoeringsvorm wordt verkregen indien de hartlijnen der aansluitstompen een gemeenschappelijk snijpunt bepalen en het middelpunt van de concave en convexe bolvormen van het kleplichaam samenvalt met het snijpunt der hartlijnen van de aansluitstompen.The connecting stubs can be designed in various ways; in particular, they may have a circular or cylindrical cross section. In that case, the radius of the concave shape of the central chamber and possibly the radius of the convex shape of the valve body can be greater than the radius of the connecting stubs. A simple embodiment is obtained if the axes of the connecting stubs determine a common intersection and the center of the concave and convex spherical shapes of the valve body coincides with the intersection of the axes of the connecting stubs.

Een klep met minimale afmetingen wordt verkregen indien de draaiophangingen daarvan de uiterste begrenzing van het kleplichaam vormen, gezien in doorsnede van het kleplichaam door de ophangingen en dwars op de draaihartlijnen van de draaiophangingen. Het kleplichaam strekt zich in dat geval over ongeveer 180° graden uit, gezien in omtreksrichting langs de hol/bolle vorm daarvan. Het denkbeeldige vlak waarin de samenvallende draaihartlijnen van de draaiophangingen liggen, snijdt het kleplichaam derhalve over een boog van in wezen 180°.A valve with minimal dimensions is obtained if the rotary suspensions thereof form the extreme boundary of the valve body, seen in cross-section of the valve body through the suspensions and transversely of the axis of rotation of the rotary suspensions. The valve body in that case extends about 180 degrees as seen in the circumferential direction along its hollow / convex shape. The imaginary plane in which the coinciding axes of rotation of the rotary suspensions are located therefore intersects the valve body through an arc of essentially 180 °.

Het kleplichaam bezit ten opzichte van elkaar uitgelijnde draai organen die zijn ondersteund in de klepbehuizing. Het kleplichaam behoeft niet in zijn geheel een hol/bolle schaalvorm te bezitten. Het kleplichaam omvat een schaalvormige klepgedeelte en tenminste een arm die zich uitstrekt tussen een draaiorgaan en het schaalvormige klepgedeelte. In het bijzonder kan het kleplichaam twee armen omvatten die zich aan tegenoverliggende einden van het schaalvormige klepgedeelte bevinden. Deze armen kunnen recht zijn uitgevoerd, hoewel ook gekromde armen mogelijk zijn. Bij voorkeur heeft het klepgedeelte, meer bij voorkeur het kleplichaam, een uniforme dikte. Daaronder wordt verstaan een gekromd element, zoals een plaatvormig element, met uniforme dikte, waarbij echter ter plaatse van de draaiophangingen lokale versterkingen zoals verdikkingen kunnen voorkomen. Eventueel kunnen ook verstevigingsribben aanwezig zijn op het materiaal met uniforme dikte. Het is echter ook mogelijk om het kleplichaam uit te voeren met een in zijn algemeenheid niet- uniforme dikte, met gebieden met een relatief grote dikte en gebieden met een relatief geringe dikte.The valve body has rotary members aligned with each other and supported in the valve housing. The valve body need not have a hollow / convex shell shape as a whole. The valve body comprises a dish-shaped valve section and at least one arm that extends between a rotary member and the dish-shaped valve section. In particular, the valve body may comprise two arms which are located at opposite ends of the shell-shaped valve section. These arms can be straight, although curved arms are also possible. Preferably the valve portion, more preferably the valve body, has a uniform thickness. This is understood to mean a curved element, such as a plate-shaped element, of uniform thickness, but local reinforcements such as thickenings can occur at the location of the rotary suspensions. Reinforcing ribs may also be present on the material of uniform thickness. However, it is also possible to design the valve body with a generally non-uniform thickness, with regions with a relatively large thickness and regions with a relatively small thickness.

Het kleplichaam is plaatsbaar is in een aantal draaiposities gelijk aan het aantal pijpstompen vermeerderd met een, waarvan tenminste drie draaiposities betrekking hebben op het respectievelijk begrenzen en/of afsluiten van de stroming door telkens een van de tenminste drie aansluitstompen onder vrijlating van de overige twee aansluitstompen en waarvan de andere draaipositie betrekking heeft op het verschaffen van een vrije verbinding tussen alle aansluitstompen. In het bijzonder kunnen drie en slechts drie aansluitstompen zijn voorzien, waarbij twee der aansluitstompen ten opzichte van elkaar zijn uitgelijnd en de derde aansluitstomp onder een rechte hoek gericht is ten opzichte van de onderling uitgelijnde aansluitstompen, en de vier draaiposities van het kleplichaam telkens twee aan twee onder een rechte hoek ten opzichte van elkaar zijn verdraaid.The valve body can be placed in a number of rotary positions equal to the number of pipe stumps plus one, at least three of which are rotary positions related to respectively limiting and / or shutting off the flow through one of the at least three connecting stubs while leaving the remaining two connecting stubs free. and whose other pivotal position relates to providing a free connection between all connecting stubs. In particular, three and only three connecting stubs can be provided, two of the connecting stubs being aligned with respect to each other and the third connecting stub pointing at a right angle with respect to the mutually aligned connecting stubs, and the four rotational positions of the valve body two at each two are rotated at right angles to each other.

Een bijzonder gunstige uitvoering voor het bevorderen van een ongestoorde luchtstroming kan worden verkregen in de uitvoering waarbij het schaalvormige kleplichaam zodanig is gevormd dat, indien het kleplichaam zich bevindt in de vierde positie, dit kleplichaam geheel buiten de inwendige contour van de door de twee ten opzichte van elkaar uitgelijnde aansluitstompen bepaalde doorgang ligt.A particularly favorable embodiment for promoting undisturbed air flow can be obtained in the embodiment in which the shell-shaped valve body is shaped such that, if the valve body is in the fourth position, this valve body is completely outside the inner contour of the two from each other aligned connection stubs.

Bij voorkeur is een aanslag voorzien voor het beperken van de draaiuitslag van het kleplichaam. Deze aanslag kan bijvoorbeeld de draaipositie bepalen die betrekking heeft op het verschaffen van de vrije verbinding tussen alle aansluitstompen. Verder kan de klepbehuizing een uitlezing omvatten waaraan de draaipositie van het kleplichaam herkenbaar is. De aanslag kan de nulpositie of uitgangspositie bepalen van het kleplichaam. De bijbehorende besturing van het kleplichaam kan van deze nulpositie gebruik maken om dat kleplichaam te positioneren in de gewenste stand ten opzichte van de aansluitstompen.Preferably, a stop is provided for limiting the turning angle of the valve body. This stop can, for example, determine the pivotal position that relates to providing the free connection between all connecting stubs. Furthermore, the valve housing may comprise a readout at which the rotational position of the valve body can be recognized. The stop can determine the zero position or starting position of the valve body. The associated control of the valve body can use this zero position to position that valve body in the desired position relative to the connecting stubs.

De uitvinding betreft verder een klep voor het ventilatiesamenstel zoals hiervoor beschreven, omvattende omvat een klepbehuizing voorzien van tenminste drie aansluitstompen en een in de klepbehuizing opgenomen kleplichaam dat verdraaibaar is volgens een draaihartlijn dwars op de aansluitstompen zodanig dat het kleplichaam plaatsbaar is tegenover telkens een der aansluitstompen voor het begrenzen en/of afsluiten van de stroming door die aansluitstomp, waarbij klepbehuizing een centrale kamer omvat waarin de aansluitstompen uitmonden. Deze klep wordt gekenmerkt doordat het kleplichaam een schaalvormige klepgedeelte en tenminste een arm omvat die zich uitstrekt tussen een draaiorgaan en het schaalvormige klepgedeelte.The invention further relates to a valve for the ventilation assembly as described above, comprising a valve housing provided with at least three connecting stubs and a valve body accommodated in the valve housing which is rotatable along a axis of rotation transverse to the connecting stubs such that the valve body can be positioned opposite one of the connecting stubs in each case for limiting and / or shutting off the flow through said connecting stub, wherein valve housing comprises a central chamber into which the connecting stubs open. This valve is characterized in that the valve body comprises a shell-shaped valve section and at least one arm that extends between a rotary member and the shell-shaped valve section.

In het bijzonder kan het kleplichaam concentrische concave en convexe cilindrische of concentrische concave en convexe bolvormige vormen omvatten, de centrale kamer een althans gedeeltelijk cilindrische respectievelijk bolvormige concave vorm hebben, de concave vorm van de centrale kamer en de convexe vorm van het kleplichaam in wezen concentrisch zijn en de uitmonding van elke aansluitstomp in de centrale kamer een klepzitting vormen die samenvalt met de concave vorm van die kamer.In particular, the valve body may comprise concentric concave and convex cylindrical or concentric concave and convex spherical shapes, the central chamber having an at least partially cylindrical or spherical concave shape, the concave shape of the central chamber and the convex shape of the valve body being essentially concentric and the mouth of each connecting stub in the central chamber form a valve seat that coincides with the concave shape of that chamber.

Tevens betreft de uitvinding een gebouw, omvattende meerdere vertrekken alsmede een ventilatiesamenstel zoals hiervoor beschreven, waarbij tenminste twee der vertrekken door middel van een luchtkanaal zij aangesloten op een respectievelijke aansluitstomp en een andere aansluitstomp is aangesloten op een ventilator. Het kan daarbij zowel gaan om een zuigende ventilator die lucht aan de vertrekken onttrekt, als om een blazende ventilator die lucht aan de vertrekken toevoert. Het ventilatiesamenstel kan als alternatief ook een warmte-terugwineenheid omvatten.The invention also relates to a building comprising several rooms and a ventilation assembly as described above, wherein at least two of the rooms are connected by means of an air duct to a respective connecting stub and another connecting stub is connected to a fan. This can be both a suction fan that extracts air from the rooms and a blowing fan that supplies air to the rooms. The ventilation assembly may alternatively also comprise a heat recovery unit.

Vervolgens zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.The invention will be explained in more detail below with reference to an exemplary embodiment shown in the figures.

Figuur 1 toont een aanzicht in perspectief op de klep van het ventilatiesamenstel.Figure 1 shows a perspective view of the valve of the ventilation assembly.

Figuur 2 toont een aan zicht in perspectief op het inwendige de klep waarbij een helft van de klepbehuizing is verwijderd.Figure 2 shows a perspective view of the interior of the valve with one half of the valve housing removed.

Figuur 3 toont de doorsnede door de klep volgens III-III van figuur 1.Figure 3 shows the section through the valve according to III-III of Figure 1.

Figuur 4 toont een schematisch aanzicht van een gebouw met het ventilatiesamenstel.Figure 4 shows a schematic view of a building with the ventilation assembly.

Zoals weergegeven in figuur 4 is in een gebouw een ventilatiesamenstel aanwezig dat bestaat uit de kleppen 1, Γ, de via een toevoerleiding 2 respectievelijk afvoerleiding 34 daarop aangesloten warmte-terugwineenheid met ventilator 5 en de via leidingen 3, 3’ respectievelijk leidingen 32, 32’ en mondstukken 4, 4’ respectievelijk mondstukken 33, 33’ daarop aangesloten vertrekken 6, 6’. De warmte-terugwineenheid is via de uitlaat 30 en de inlaat 31 aangesloten op de buitenomgeving. De klep wordt bestuurd door een regeleenheid 7, die gegevens ontvangt aangaande de toestand in de vertrekken zoals gemeten door een sensor 8, 8’. Het kan daarbij gaan om de concentraties van bepaalde gassen, zoals 02 en/of C02 en dergelijke. Op basis van de genieten concentratiewaarden en een regelalgoritme wordt de klep zodanig ingesteld dat het vertrek waar een behoefte aan verse lucht ontstaat, extra wordt bediend. Ook de ventilator wordt op deze manier aangestuurd. Door middel van de warmte-terugwineenheid kan de uit de vertrekken afgezogen lucht in warmtewisseling worden gebracht ten opzichte van de binnentredende lucht. De klep 1 kan echter ook worden toegepast bij een toevoer en/of afvoer zonder warmtewisseling.As shown in Figure 4, a ventilation assembly is present in a building which consists of the valves 1, the heat recovery unit with fan 5 connected thereto via a supply pipe 2 and discharge pipe 34 and the pipes 32, 32, respectively via pipes 3, 3 ' 'and nozzles 4, 4' and nozzles 33, 33 'respectively, rooms 6, 6' connected thereto. The heat recovery unit is connected to the outside environment via the outlet 30 and the inlet 31. The valve is controlled by a control unit 7, which receives data regarding the condition in the rooms as measured by a sensor 8, 8 ". This may involve the concentrations of certain gases, such as O2 and / or CO2 and the like. Based on the enjoyment concentration values and a control algorithm, the valve is set in such a way that the room where a need for fresh air arises is additionally served. The fan is also controlled in this way. By means of the heat recovery unit, the air extracted from the rooms can be brought into heat exchange with respect to the incoming air. However, the valve 1 can also be used for a supply and / or discharge without heat exchange.

Zoals weergegeven in de figuren 2-4, bestaat de klep 1 uit een klepbehuizing 9 die de twee helften 9’en 9” omvat welke via het verbindingsvlak 10 aan elkaar zijn verbonden. De klepbehuizing 9 heeft drie pijpstompen 11, 12 en 13, waarbij twee pijpstompen 11,13 ten opzichte van elkaar zijn uitgelijnd en de derde pijpstomp 12 onder een rechte hoek is gericht ten opzichte van de uitgelijnde pijpstompen 11, 13. De pijpstompen 11-13 hebben in het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld een cirkelvormige of cilindrische inwendige dwarsdoorsnede; andere vormen zijn echter ook mogelijk.As shown in Figures 2-4, the valve 1 consists of a valve housing 9 which comprises the two halves 9 'and 9' which are connected to each other via the connecting surface 10. The valve housing 9 has three pipe stubs 11, 12 and 13, wherein two pipe stubs 11, 13 are aligned with respect to each other and the third pipe stub 12 is directed at a right angle to the aligned pipe stubs 11, 13. The pipe stubs 11-13 have a circular or cylindrical internal cross section in the exemplary embodiment shown; however, other forms are also possible.

De pijpstompen monden uit in een centrale kamer 14 die in dit uitvoeringsvoorbeeld gedeeltelijk concaaf bolvormig is. De aansluitstompen 11-13 monden in deze centrale kamer 14 uit met klepzitting 15, 16 respectievelijk 17. De centrale kamer heeft een concave bolvormige vorm, terwijl de klepzittingen 15-17 samenvallen met de denkbeeldige bol die de bolvorm van de centrale kamer bepaalt.The pipe stubs open into a central chamber 14 which in this exemplary embodiment is partially concave spherical. The connecting stubs 11-13 open into this central chamber 14 with valve seat 15, 16 and 17. The central chamber has a concave spherical shape, while the valve seats 15-17 coincide with the imaginary sphere that determines the spherical shape of the central chamber.

Het kleplichaam 18 heeft een schaalvormig klepgedeelte 21 dat concave en convexe bolvormige oppervlakken 19 respectievelijk 20 heeft. Omdat het middelpunt van de bol die het convexe oppervlak 20 bepaalt samenvalt met de het middelpunt van de bol die het concave inwendige van de klepbehuizing 9 bepaalt, kan de klep precies ten opzichte van de klepzittingen 15-17 worden geplaatst. Daarbij kunnen de stralen van de bolvormen zodanig worden gekozen dat een luchtspleet overblijft tussen het kleplichaam 18 en de klepzittingen 15-17.The valve body 18 has a shell-shaped valve portion 21 which has concave and convex spherical surfaces 19 and 20, respectively. Because the center of the sphere defining the convex surface 20 coincides with the center of the sphere defining the concave interior of the valve housing 9, the valve can be positioned precisely relative to the valve seats 15-17. The radii of the spherical shapes can thereby be chosen such that an air gap remains between the valve body 18 and the valve seats 15-17.

Het kleplichaam bezit aan tegenoverliggende einden van het schaalvormige klepgedeelte armen 23, die via draai ophangingen 24 zijn opgehangen in de centrale kamer 14 van de klepbehuizing 9. Deze draai ophangingen 24 zijn ten opzichte van elkaar uitgelijnd. Het kleplichaam 18 is rond deze draaiophangingen draaibaar in vier verschillende standen. In de in figuur 2 weergegeven toestand is het kleplichaam 18 zodanig verdraaid dat de aansluitstomp 11 is geblokkeerd. In die stand slaat het kleplichaam aan tegen een kant van de aanslag 25. Alternatieve draaistanden zij die waarin de andere twee aansluitstompen 12 en 13 zijn geblokkeerd. Tenslotte is een vierde draaistand mogelijk waarin het kleplichaam tegen de ander kant van de aanslag 25 aanslaat. Het kleplichaam bevindt zich dan in de holte van de centrale kamer 14 die is bepaald door de gesloten holle wand 27 zoals weergegeven in de doorsnede van figuur 3. De contour 26 van het kleplichaam is zodanig gekozen dat in deze vierde draaistand, de doortocht tussen de uitgelijnde aansluitstompen 11,13 geheel vrij is, zonder te worden afgeschermd door (een deel van) het kleplichaam 18.The valve body has arms 23 at opposite ends of the shell-shaped valve section, which are suspended via rotary suspensions 24 in the central chamber 14 of the valve housing 9. These rotary suspensions 24 are aligned with respect to each other. The valve body 18 can be rotated around these rotary suspensions in four different positions. In the state shown in Figure 2, the valve body 18 is rotated such that the connecting stub 11 is blocked. In that position, the valve body abuts against one side of the stop 25. Alternative rotational positions are those in which the other two connecting stubs 12 and 13 are blocked. Finally, a fourth turning position is possible in which the valve body abuts against the other side of the stop 25. The valve body is then located in the cavity of the central chamber 14 which is defined by the closed hollow wall 27 as shown in the section of Figure 3. The contour 26 of the valve body is selected such that in this fourth pivotal position, the passage between the aligned connecting stubs 11,13 is completely free, without being shielded by (a part of) the valve body 18.

Zoals weergegeven in de doorsnede van figuur 3, is een aandrijving 28 voorzien voor het verdraaien van het kleplichaam 18 tussen de diverse draaiposities. Het kan daarbij gaan om een elektromotor met besturingsmodule die is gekoppeld met de regelinrichting 7. Deze onderdelen zijn tevens verbonden met de in figuur 1 getoonde uitlezing 29, zodanig dat aan de buitenzijde de stand van het kleplichaam kan worden afgelezen.As shown in the cross-section of Figure 3, a drive 28 is provided for rotating the valve body 18 between the various positions of rotation. This may be an electric motor with a control module which is coupled to the control device 7. These components are also connected to the readout 29 shown in Figure 1, such that the position of the valve body can be read on the outside.

Hoewel in de figuren een uitvoering is weergegeven waarvan het kleplichaam en de centrale kamer zijn bepaald door bolvormen, kunnen deze elementen ook cilindrisch zijn uitgevoerd.Although an embodiment of the valve body and the central chamber is shown in the figures, these elements can also be cylindrical.

Lijst van verwijzingstekens 1., 1’. Klep 2. Leiding 3., 3’. Leiding 4., 4’. Mondstuk 5. Warmte-terugwineenheid/ventilator 6., 6’. Vertrek 7. Regel eenheid 8., 8’ Sensor 9., 9’., 9”. Klepbehuizing 10. Verbindingsvlak 11., 11’., 11”. Aansluitstomp 12., 12’., 12”. Aansluitstomp 13., 13’., 13”. Aansluitstomp 14. Centrale kamer 15., 16., 17 Klepzitting 18. Kleplichaam 19. Concave bolvorm 21. Convexe bolvorm 22. Schaalvormig klepgedeelte 23. Arm 24. Draaiophanging 25. Aanslag 26. Contour kleplichaam 27. Dichte wand centrale kamer 28. Aandrijving kleplichaam 29. Uitlezing 30. Uitlaat 31. Inlaat 32., 32’. Leiding 33., 33’. Mondstuk 34. AfvoerleidingList of reference characters 1., 1 ". Valve 2. Line 3., 3 ". Lead 4. 4 ". Nozzle 5. Heat recovery unit / fan 6, 6 ". Departure 7. Control unit 8., 8 "Sensor 9., 9"., 9 ". Valve housing 10. Connection surface 11., 11 ", 11". Connection socket 12., 12 ", 12". Connection stub 13., 13 ", 13". Connection stub 14. Central chamber 15., 16., 17 Valve seat 18. Valve body 19. Concave spherical shape 21. Convex spherical shape 22. Scale-shaped valve section 23. Arm 24. Turn suspension 25. Stopper 26. Contour valve body 27. Density of central chamber 28. Drive valve body 29. Readout 30. Outlet 31. Inlet 32., 32 '. Conduit 33., 33 ". Nozzle 34. Drain line

Claims

A ventilation assembly, comprising an active unit (5) for generating an air flow, at least two passive units (6, 6 ') that can be operated with said air flow, and valve means connected to said units for selectively operating the passive units with an air flow generated by the active unit, which valve means comprise a valve (1) with a valve housing (9) provided with at least three connecting stubs (11, 12, 13) on each of which one of said active and passive units (6, 6) ') is connected, and a valve body (18) accommodated in the valve housing (9) that can be placed opposite each connecting stub separately while releasing the other connecting stubs, the valve body (18) being supported by rotating members (23) aligned with each other in the valve housing (19). characterized in that the valve body (18) comprises a shell-shaped valve section (21) and at least one arm (22) extending between a rotary member (23) and the shell-shaped valve section (21).

Ventilation assembly according to claim 1, wherein the valve body (18) can be placed in a position in which the valve body is situated opposite none of the connecting stubs (11-13) while releasing all connecting stubs.

Ventilation assembly according to claim 1 or 2, wherein the valve body (18) is rotatable according to a axis of rotation transverse to the connecting stubs (11-13).

Ventilation assembly according to any one of the preceding claims, wherein the valve body (18) is coupled to one and only one drive (28).

Ventilation assembly according to one of the preceding claims, wherein valve housing (9) comprises a central chamber (14) into which the connecting stubs (11-13) open out, and the valve body (18) forms concentric concave and convex cylindrical or concentric concave and convex spherical shapes ( 19, 20), the central chamber (14) has an at least partially cylindrical or spherical concave shape, the concave shape of the central chamber (14) and the convex shape of the valve body (18) are essentially concentric and the mouth of each connecting stub in the central chamber forms a valve seat (15, 16, 17) that coincides with the concave shape of that chamber.

Ventilation assembly according to claim 5, wherein there is an air gap, preferably with a substantially uniform thickness, between the concave shape of the central chamber (14) and the convex shape of the valve body (18) for allowing a leakage current through that crack.

Ventilation assembly according to claim 5 or 6, wherein the connecting stubs (11-13) have a circular or cylindrical cross-section, and the radius of the concave shape of the central chamber (14) and optionally the radius of the convex shape of the valve body ( 18) is greater than the radius of the connecting stubs.

Ventilation assembly according to any of claims 5-7, wherein the axes of the connecting stubs (11-13) determine a common intersection and the radius of the concave and / or convex cylindrical shapes of the valve body (18) and the center of the concave and / or convex spherical shapes (19, 20) of the valve body (18) coincide with the intersection of the center lines of the connecting stubs (11-13).

Ventilation system according to any one of the preceding claims, wherein the rotary suspensions (23) form the extreme boundary of the valve body (18), viewed in cross section of the valve body through the rotary suspensions and transversely to the axis of rotation of the rotary suspensions.

Ventilation assembly according to any one of the preceding claims, wherein the valve body (18) comprises two arms (23) which are located at opposite ends of the shell-shaped valve section (21).

Ventilation assembly according to any one of the preceding claims, wherein the valve portion (21), preferably the valve body (18), has a uniform thickness.

A ventilation assembly according to any one of claims 5-11, wherein three and only three connecting stubs (11-13) are provided, two of the connecting stubs are aligned relative to each other and the third connecting stump is oriented at a right angle with respect to the mutually aligned connecting stubs, and the four rotational positions of the valve body are rotated two by two at right angles to each other.

Ventilation assembly according to 12, wherein the valve body (18) is shaped such that, if the valve body is in the fourth position, this valve body is completely outside the inner contour of the connecting stubs (11-13) aligned by the two relative to each other certain passage.

Ventilation assembly according to any one of the preceding claims, wherein the valve housing (9) comprises a readout (29) from which the rotational position of the valve body (18) can be recognized.

Ventilation assembly according to one of the preceding claims, wherein a stop (25) is provided for limiting the stroke of the valve body (18), preferably for determining a zero position for the valve control.

Ventilation assembly according to claims 2 and 15, wherein the stop (25) determines the position in which all connecting stubs (11-13) are released.

A valve assembly (1) for a ventilation assembly according to any one of the preceding claims, comprising a valve housing (9) provided with at least three connecting stubs (11-13) and a valve body (18) accommodated in the valve housing which is rotatable along a axis of rotation transverse to the axis of rotation. connection stubs such that the valve body can be positioned opposite one of the connection stubs for limiting and / or closing off the flow through that connection stub, wherein valve housing comprises a central chamber (14) into which the connection stubs open, characterized in that the valve body (18) shell-shaped valve section (21) and at least one arm (22) extending between a rotary member (23) and the shell-shaped valve section (21).

The valve (1) of claim 17, wherein the valve body (18) comprises concentric concave and convex cylindrical shapes or concentric concave and convex spherical shapes (19, 20), the central chamber (14) having an at least partially cylindrical or spherical concave The concave shape of the central chamber (14) and the convex shape of the valve body (18) are essentially concentric and the mouth of each connecting stub in the central chamber forms a valve seat (15-17) that coincides with the concave shape of that room.

The valve according to claim 17 or 18, wherein the valve housing (19) comprises two housing parts (19 ", 19") which are connected to each other according to a connecting surface in which the axes of the connecting stubs (11-13) lie.

A building comprising a plurality of rooms and a ventilation assembly according to any one of claims 1-16, wherein at least two of the rooms (6, 6 ') are connected to a respective connecting stub (11, 13) by means of an air duct (3, 3') ) and another connecting stub (12) is connected to a fan (5).