NL2010316C2 - Zitmeubel met opstaanhulp. - Google Patents

Description

Zitmeubel met opstaanhulp.

De uitvinding heeft betrekking op een zitmeubel met opstaanhulp, omvattende een zitmeubellichaam met zitdeel, rugdeel, eventueel met een uitklapbare voetensteun, evenals met zitmeubelzijwanden, waaraan beslagdelen zijn bevestigd en/of voorzien, verder omvattende een constructiedeel, dat via een stangenmechanisme met het zitmeubellichaam en/of diens beslagdelen is gekoppeld.

Een dergelijk zitmeubel is bijvoorbeeld bekend uit DE 20 2010 005 420 U1.

Bij het bekende zitmeubel is aan het zitmeubellichaam een zitdeel, een rugdeel en eventueel ook een uitklapbare voetensteun voorzien, waartoe het zitmeubellichaam aan zijn zijwanden is voorzien van beslagdelen, waaraan stangenmechanismen voor verstellen van het zitdeel, het rugdeel en eventueel de voetensteun zijn voorzien. Aanvullend is een verder constructiedeel voorzien, dat via stangenmechanisme met het zitmeubellichaam en/of diens beslagdelen is gekoppeld. In de stand der techniek is dit aanvullend constructiedeel een basisbeslagdeel, welke indirect of direct op het opstelvlak van het zitmeubel afsteunt. In de basistand, waarin het zitmeubel zich in de normale gebruikspositie bevindt, kan bijvoorbeeld via een motorisch aangedreven verstelaandrijving een verstellen van het zitdeel, het rugdeel en eventueel ook de uitklapbare voetensteun geschieden. De verstelmechanismen kunnen ook zodanig zijn vormgegeven, dat bij verstellen van het zitdeel en/of het rugdeel eveneens de voetensteun uitgeklapt of ingeklapt wordt. Een verdere functie bestaat er uit, dat het volledige zitmeubel van het constructiedeel kan worden opgetild, eventueel in een schuine stand, om de gebruiker hulp te bieden bij het opstaan uit het zitmeubel. Het zitmeubel kan bijvoorbeeld middels door een aandrijving van elektromotoren in de opstaanhulppositie worden overgebracht of ook uit de opstaanhulppositie in de basispositie worden teruggebracht.

Bij de traditionele zitmeubelen volgens de stand der techniek is steeds vereist, dat het constructiedeel, welke middels stangenmechanismen met het zitmeubellichaam is verbonden, vast op het opstelvlak van het zitmeubel wordt opgesteld. Hieruit volgen in zoverre nadelen, dat een op dergelijke wijze uitgevoerd zitmeubel slechts moeilijk uit zijn eenmaal ingenomen basisstand kan worden bewogen. Wanneer de gebruiker het zitmeubel bijvoorbeeld voor positioneren ten opzichte van een tafel of ten opzichte van een televisie wil verstellen, dan is het relatief moeilijk, het zitmeubel, welke als gevolg van de constructieve uitvoering zeer zwaar is uitgevoerd, overeenkomstig te bewegen.

Uitgaande van deze stand der techniek ligt aan de uitvinding ten grondslag, een zitmeubel met opstaanhulp te verschaffen, dat op eenvoudige wijze in verschillende posities kan worden versteld, zonder dat daartoe een grote krachtsinspanning noodzakelijk is.

Voor oplossen van dit probleem stelt de uitvinding voor, dat het constructiedeel met een op het opstelvlak van het zitmeubel opstelbare vloersteun om een verticale as verdraaibaar is verbonden.

Doordat het constructiedeel nu niet meer op het opstelvlak van het zitmeubel staat, maar op het opstelvlak de vloersteun staat en het constructiedeel, welke het zitmeubellichaam naast verdere bestanddelen draagt, met de vloersteun om een verticale as draaibaar is verbonden, is het mogelijk het zitmeubel op eenvoudige wijze vanuit een eenmaal ingenomen basispositie in een andere positie te verstellen, om deze bijvoorbeeld ten opzichte van een tafel of een televisietoestel of een overeenkomstig doel te positioneren.

Bij voorkeur is er daarbij in voorzien, dat de vloersteun op de wijze van een cirkelvormige voet is uitgevoerd.

Door een dergelijke uitvoering van de vloersteun vormt de vloersteun geen storend element, dat bij verschillende opstellingen van het zitmeubellichaam ten opzichte van de vloersteun onevenwichtig opvalt. Bovendien wordt hierdoor onafhankelijk van de positie van het zitmeubel ten opzichte van de vloersteun een bepaalde stand gewaarborgd.

In een bijzondere voorkeursuitvoeringsvorm is er in voorzien, dat de vloersteun een ten opzichte van het constructiedeel uitstekende, verticaal gerichte steunhuls heeft, waarin een draaipen van het constructiedeel wordt gestoken.

Met een dergelijke uitvoering is het op eenvoudige wijze mogelijk, een op traditionele wijze uitgevoerd constructiedeel met de vloersteun te combineren, doordat een van deze delen een steunhuls en het andere een draaipen vormt, die in elkaar worden gestoken en zo een verdraaibaar element vormen, middels welke het constructiedeel met het zitmeubellichaam om een verticale as ten opzichte van de vloersteun kan worden verdraaid.

Een verdere voorkeursuitvoering voorziet er daarenboven in, dat een tussen het constructiedeel en het opstelvlak of de vloersteun werkzame draaiblokkering is voorzien, die manueel, middels een draadverbonden afstandsbediening of middels een elektrische of elektronische afstandsbediening afwisselend in een blokkeerstand of een vrijgeefstand verstelbaar is.

Dit maakt het de gebruiker mogelijk, de verdraaibeweeglijkheid van het constructie-deel tezamen met zitmeubellichaam te blokkeren, wanneer een gewenste positie is ingenomen, of juist de draaibeweeglijkheid vrij te geven, wanneer een verstellen van het zitmeubel gewenst is. Een louter toevallige verstelling is hierbij uitgesloten, wanneer de gebruiker de draaiblokkering in een blokkeerstand heeft ingesteld. Een dergelijke draaiblokkering kan direct tussen het constructiedeel en de vloersteun zijn voorzien. Het is echter ook mogelijk, op het constructiedeel een aanvullend element te voorzien, welke op het opstelvlak kan afsteunen. Met dit element kan dan het constructiedeel worden geblokkeerd, wanneer het overeenkomstige element afsteunt op het grondvlak en daarmee een draaibeweging van het constructiedeel ten opzichte van de vloersteun verhindert. Een dergelijke uitvoering is in het bijzonder zinvol en voordelig, wanneer dit zitmeubel in de opstaanhulppositie wordt gebracht, aangezien dan een verdraaien van het constructiedeel tezamen met zitmeubellichaam ongewenst is, aangezien dit gevaar voor de gebruiker kan opleveren.

In een verdere voorkeursuitvoering wordt er daarenboven in voorzien, dat het constructiedeel een stabiel framedeel met twee zijbeslagplaten en hiermee verbonden dwars schoren omvat, waaraan het stangenmechanisme evenals eventuele motorische aandrijving voor hun bediening is bevestigd of scharnierend is verbonden, en dat het framedeel in zijn centrum is voorzien van het de draaias vormende deel of een steunhuls of een steunpen als draaias.

Hierdoor wordt een eenvoudige, maar uiterst stabiele constructie verschaft.

In het bijzonder is er in voorzien, dat het framedeel midden tussen de zijbeslagplaten het constructieve middel draagt, welke de draaias vormt.

Ook dit draagt bij aan een kostengunstige vervaardiging en de bedrijfszekere uitvoering.

Een verdere bijzondere voorkeursuitvoering voorziet er in, dat het stangenmechanisme via een elektrisch bediende verstelaandrijving beweegbaar is, zodanig dat het zitmeubellichaam uit een normale gebruikspositie in een opstaanhulppositie en terug in de normale gebruikspositie verstelbaar is.

Overeenkomstig deze uitvoering wordt via een aan het constructiedeel aangebracht elektrisch bediende verstelaandrijving via het stangenmechanisme op het zitmeubellichaam ingewerkt, zodanig dat deze voor het normale gebruik in een normale gebruikspositie is ingesteld, waarin de gebruiker het zitmeubel als een normaal zitmeubel kan gebruiken. Door overeenkomstige bediening van de verstelaandrijving en daarmee het stangenmechanisme is een verstellen van het zitmeubellichaam in de opstaanhulp mogelijk.

Een bijzondere verdere voorkeursuitvoering voorziet er hierbij in, dat de draaiblokke-ring met de verstelaandrijving elektrisch of mechanisch is gekoppeld zodanig dat bij in gebruik name van de verstelaandrijving voor verstellen van het zitmeubellichaam in de opstaanhulp evenals bij in deze positie ingesteld zitmeubellichaam en bij terug verstellen in de normale gebruikspositie de draaiblokkering in de blokkeerstand is ingesteld en in de normale gebruikspositie de draaiblokkering in de vrijgavestand is ingesteld.

Middels deze uitvoering wordt bereikt, dat zonder verder toedoen van de gebruiker de draaiblokkering in de blokkeerstand wordt ingesteld, zodra de gebruiker de verstelaandrijving voor het verstellen van het zitmeubellichaam in de opstaanhulppositie bedient. Via een overeenkomstige met de bediening van de verstelaandrijving gekoppelde schakelaar of via een elektrische koppeling van deze elementen met elkaar wordt bereikt, dat dan, wanneer de gebruiker de verstelaandrijving voor het verstellen van het zitmeubellichaam in de opstaanhulppositie brengt, tegelijkertijd de draaiblokkering in de blokkeerstand wordt ingesteld, zodat het draaien van de zetel dan gedwongen wordt verhinderd. Slechts dan, wanneer het zitmeubel weer in de basisstand is ingesteld, wordt automatisch de draaiblokkering gedeblokkeerd en in de vrijgavestand ingesteld, zodat dan de draaibeweging van het zitmeubel mogelijk wordt gemaakt.

Hierdoor wordt een hoge zekerheid voor de gebruiker bereikt.

Een verdere bijzondere voorkeursuitvoering voorziet er in dat, de draaiblokkering een reminrichting betreft, die op het constructiedeel is bevestigd en waarvan de remmiddelen in de vrijgavestand de steunhuls vrijgeven evenals in de blokkeerstand tegen de steunhuls of diens onderdelen aanliggen, zodanig dat ze een draaibeweging van constructiedeel verhinderen.

Deze uitvoering is een bijzondere eenvoudige constructieve oplossing, die zonder hoge kosten bij zitmeubelen van deze soort achteraf kan worden toegepast.

In een bijzondere voorkeursuitvoering is er daarbij in voorzien dat de reminrichting een blokrem betreft, waarvan de remvoeringen tegen de mantel van de steunhuls kunnen worden aan gelegd.

Door deze uitvoering, waarbij bij voorkeur twee remvoeringen tegenover elkaar gelegen zijn voorzien, wordt een voorkeurswerking tegen geringe constructieve kosten gerealiseerd.

Verder is er bij voorkeur in voorzien, dat twee halve boogvormige remvoeringen zijn voorzien, die aan een boogeindgedeelte van verspringingen zijn voorzien, die door op het constructiedeel aangebrachte, parallel aan de draaias uitgevoerde bout doorstoken zijn, die een scharnierlager voor de remvoeringen vormt, en dat op afstand van de verspringing aan ieder remvoering een verstelhefboom gefixeerd of uitgevoerd is, waarbij de op afstand van de remvoeringen liggende einden van de verstelhefboom middels een elektrische aandrijving of een mechanische bedieningsmiddel naar elkaar toe beweegbaar zijn voor het sluiten van de remvoeringen en van elkaar weg beweegbaar zijn voor het openen van de remvoeringen.

Hierdoor wordt een hoge bedrijfszekerheid bereikt, waarbij wederom overeenkomstige uitvoeringen met relatief geringe kosten zijn te realiseren.

De bediening kan bijvoorbeeld middels elektrische aandrijfmotoren met eindschakelaars geschieden of ook middels lineaire aandrijving. Er kunnen ook uitvoeringsvormen worden gerealiseerd, waarbij de bediening met mechanische middelen, bijvoorbeeld middels een Bowdenkabel wordt gerealiseerd.

Een bijzondere voorkeursuitvoering voorziet er in, dat de verstelhefboom van een remvoering via een scharnierbaar verbonden hefboom met een einde van een draaihefboom is verbonden, die door een aandrijfas van een elektromotor verdraaibaar is en die in de verstelhefboom van de andere remvoering draaibaar wordt gehouden, waarbij aan deze verstelhefboom een aanslag is voorzien, waar de draaihefboom in de beide eindposities afwisselend tegenaan ligt.

Ook hierbij wordt met bedrijfszekere middelen een kosteneffectieve oplossing verschaft.

Uitvoeringsvoorbeelden van de uitvinding zijn in de tekening afgebeeld en worden in het hiernavolgende nader beschreven.

Hierin toont:

Figuur 1 een zitmeubel volgens de uitvinding met opstaanhulp in de normale gebruikspositie;

Figuur 2 dezelfde in de opstaanhulppositie.

Figuur 3 een detail van het zitmeubel bij vrijgegeven reminrichting in aanzicht van schuin onder gezien;

Figuur 4 dezelfde van boven gezien;

Figuur 5 dezelfde in een zijaanzicht;

Figuur 6 het detail van Figuur 3 in de remstand;

Figuur 7 het detail in het aanzicht overeenkomstig Figuur 4 gezien.

Het zitmeubel omvat in principe een zitmeubellichaam 1 met zitdeel 2, rugdeel 3 en uitklapbare voetensteun 4, waarbij het zitmeubellichaam is voorzien van zijwanden, waarvan er in de tekening slechts één wordt getoond, waaraan beslagdelen 5 zijn bevestigd. De bekleding van het zitmeubel is in de tekening niet uitvoerig afgebeeld, maar vanzelfsprekend aanwezig.

Het zitmeubel omvat verder een constructiedeel 6, dat via stangenmechanisme 7 met het zitmeubellichaam en/of diens beslagdelen 5 is gekoppeld. De beslagkinematiek van het zitmeubel is zodanig uitgevoerd, dat eventueel een verstellen van zitdeel 2 naar voren of naar achteren kan geschieden en daarnaast een verstellen van het rugdeel 3 uit de relatief opstaande positie, die in de tekening wordt getoond, in een schuin naar achter hellende positie mogelijk is. Verder is door de overeenkomstige beslagkinematiek het zelfstandig uitklappen van de voetensteun 4 bijvoorbeeld bij verlagen van rugdeel 3 mogelijk. Aanvullend is door motorische aandrijving een verstellen van het totale zitmeubellichaam ten opzichte van constructiedeel 6 mogelijk gemaakt, zodat het zitmeubellichaam uit de positie, die in Figuur 1 wordt getoond, in de opstaanhulppositie, die in Figuur 2 wordt getoond, opgeheven en gekanteld kan worden.

Volgens de uitvinding is het constructiedeel 6 met een op het opstelvlak van het zitmeubel opstelbare vloersteun 8 om een verticale as draaibaar verbonden. De verticale as is met 9 aangeduid. In het uitvoeringsvoorbeeld is de vloersteun 8 in de vorm van een cirkelvormige voet uitgevoerd, die ongeveer een diameter heeft, die met de lengte van het lichaam van het zitmeubel overeenkomt.

Om een bijzonder geschikte verbinding tussen constructiedeel 6 en vloersteun 8 te verschaffen, is de vloersteun 8 uitgerust met een van het constructiedeel 6 uitstekend, verticaal gerichte steunhuls 10, waarin een draaipen 11 van het constructiedeel 6 is gestoken.

Bij voorkeur is voorzien, echter in de tekening niet op zich afgebeeld, in een tussen constructiedeel 6 en het opstelvlak of tussen het constructiedeel 6 en de vloersteun 8 werk zame draaiblokkering voorzien, die manueel bijvoorbeeld middels een Bowdenkabel of dergelijke of middels een elektrische of elektronische verstelmechanisme via een afstandsbediening of afstandschakeling in de blokkeerstand of vrijgavestand verstelbaar is. Een dergelijke draaiblokkering kan bijvoorbeeld tussen steunhuls 10 en draaipen 11 zijn voorzien. De inrichting van een dergelijke draaiblokkering dient ertoe zeker te stellen dat het zitmeubel dan, wanneer het in de opstaanhulppositie overeenkomstig Figuur 4 is gebracht, niet met zijn zitmeubellichaam ten opzichte van de vloersteun 8 kan draaien.

Bij voorkeur omvat het constructiedeel 6 een stabiel framedeel met twee zijbeslagpla-ten, waarvan in de tekening slechts die ene zichtbaar is, en met deze beide zijbeslagplaten verbonden dwarsschoren, waaraan het stangenmechanisme 7 evenals eventueel de motorische aandrijving voor diens bediening bevestigd of scharnierbaar is verbonden. Aanvullend is het framedeel van het constructiedeel 6 in zijn centrum voorzien van het de draaias 9 vormende deel of een steunhuls of een steunpen 11 als draaisas.

Het framedeel van het constructiedeel 6 is bij voorkeur midden tussen de beide zijbeslagplaten met het constructieve midden uitgerust, welke de draaias 9 vormt.

De uitvoering volgens de uitvinding combineert het tot nu toe mogelijke verstelcomfort van zitmeubelen met opstaanhulp met de aanvullende functie, dat het zitmeubel op eenvoudige wijze naar bepaalde punten kan worden gericht of gedraaid.

In de Figuren 3 tot en met 7 wordt een detail van een bijzondere uitvoeringsvorm getoond. Hierbij is voorzien in een draaiblokkering, die hiernavolgend nader zal worden beschreven.

Bij alle uitvoeringsvormen is er in voorzien, dat het stangenmechanisme 7 middels een elektrisch bekrachtigde verstelaandrijving beweegbaar is. Bijvoorbeeld kan een lineaire verstelaandrijving zijn voorzien, me welke het zitmeubellichaam 1 uit de normale gebruikspositie overeenkomstig Figuur 1 in de opstaanhulppositie overeenkomstig Figuur 2 en terug in de normale gebruikspositie verstelbaar is.

De draaiblokkering, die later nog op zich zal worden toegelicht, wordt zodanig met deze verstelaandrijving elektrisch of mechanisch gekoppeld, dat wanneer de gebruiker de verstelaandrijving bedient, om het zitmeubellichaam uit de basispositie overeenkomstig Figuur 1 in de opstaanhulppositie overeenkomstig Figuur 2 te brengen, automatisch en gedwongen ook de draaiblokkering in de blokkeerstand wordt ingesteld. Deze situatie wordt gehandhaafd tot het zitmeubellichaam weer in de normale gebruikspositie wordt teruggebracht. Het wordt hierdoor zeker gesteld, dat de gebruiker niet onopzettelijk, dan, wanneer het zitmeubel in de opstaanhulppositie wordt ingesteld, ook een verdraaiing van het zitmeubellichaam 1 ten opzichte van de vloersteun 8 begint, hetgeen tot onzekerheden kan leiden.

In het bijzonder is de draaiblokkering een reminrichting, die aan constructiedeel 6 tussen diens zijwanden bijvoorbeeld in het gedeelte van enige dwarsschoren is gefixeerd, waarbij de remmiddelen van de reminrichting in de vrijgavestand de steunhuls 10 van de vloersteun 8 vrijgeven, zodat de draaipen 11 en daarmee het zitmeubellichaam 1 vrij verdraaibaar is. In de blokkeerstand liggen de remmiddelen tegen de steunhuls 10 of diens onderdelen aan en verhinderen de relatieve draaibeweging tussen de draaipen 11 en de steunhuls 10, zodat een hoge zekerheid voor de gebruiker wordt bereikt, wanneer deze het zitmeubel in de opstaanhulppositie verstelt.

In het bijzonder is de reminrichting 12 een blokrem, waarvan de remvoeringen 13, 14 tegen de mantel van steunhuls 10 kunnen worden aangelegd. Hierdoor zijn twee halve boogvormige remvoeringen 13, 14 voorzien, die aan een einddeel van de halve boogvorm zijn voorzien van verspringingen 15, 16, die door een aan een constructiedeel 6 voorzien, parallel aan diens draaias 19 opgestelde bout 17 doorstoken zijn, die een scharnierlager voor de remvoeringen 13, 14 vormt. Op afstand van deze verspringingen 15, 16 zijn aan de mantel van iedere remvoering 13, 14 verstelhefbomen 18, 19 gefixeerd of uitgevoerd. De op afstand van de remvoeringen 13, 14 liggende einden van de verstelhefbomen 18, 19 zijn middels een elektrisch aandrijfmiddel 20, bijvoorbeeld een elektromotor met aandrijving, naar elkaar toe beweegbaar voor het sluiten van de remvoeringen 13, 14 of van elkaar af beweegbaar voor het openen van de remvoeringen 13, 14.

De verstelhefboom 18 van de ene remvoering 13 is middels een scharnierend verbonden hefboom 21 met een einde van een draaihefboom 22 verbonden. Deze draaihefboom 22 is met een aandrijfas 23 van een elektromotor direct of indirect verdraaibaar. De aandrijfas 23 is in de verstelhefboom 19 van de andere remvoering 14 draaibaar gehouden. Op verstelhefboom 19 is een aanslag 24 voorzien, waartegen de draaihefboom 22 in de beide afwisselende eindposities bij een overeenkomstige draaibeweging aanligt.

In de Figuur 3 en in de Figuren 4 en 5 wordt een positie getoond, waarin de remvoeringen 13, 14 geopend zijn. Wordt nu middels het aandrijfmiddel 20 (elektromotor met aandrijving) de aandrijfas 23 verdraaid (vanuit de stand overeenkomstig Figuur 3 met de klok mee in de stand overeenkomstig Figuur 6), dan beweegt de hefboom 22 via de hefboom 21 en de verstelhefboom 18 de remvoering 13 en tegelijkertijd het remvoering 14 via de verstelhefboom 19 in de sluitpositie, die in Figuur 6 wordt getoond. De draaiweg van de draaihefboom 22 wordt begrensd, aangezien de draaihefboom 22 in de positie overeenkomstig Figuur 6 tegen de aanslag 24 aan ligt. Dezelfde werking kan ook met een eindschakelaar worden verkregen, die de motor of de stelmiddelen is toebedeeld. Wanneer vanuit de sluitstand overeenkomstig Figuur 6 een openen van remvoeringen 13, 14 gewenst is, wordt het aandrijfmiddel 20 in tegengestelde richting in beweging gebracht en draait de hefboom 22 met de aandrijfas 23 tegen de klok in uit de positie overeenkomstig Figuur 6 in de positie overeenkomstig Figuur 3, totdat het vrij einde van de draaihefboom 22, welk is weggedraaid van de aanlegstand met de hefboom 21, tegen de aanslag 24 aanligt. De beweging is dan beëindigd en de remvoeringen 13, 14 zijn geopend.

Terwijl in de Figuren 3 en 6 het overeenkomstige uitvoeringsvoorbeeld van schuin onder wordt getoond, wordt in Figuren 4 en 7 het overeenkomstige constructiedeel van boven in bovenaanzicht getoond. In Figuur 5 is dit element afgebeeld in zijaanzicht.

De uitvinding is niet beperkt tot de uitvoeringsvoorbeelden, maar binnen het kader van het geopenbaarde veelzijdig variabel.

Alle nieuwe, in de beschrijving en/of tekening getoonde enkele of combinatie kenmerken worden als onderdeel van de uitvinding gezien.

Claims (12)

1. Zitmeubel met opstaanhulp, omvattende een zitmeubellichaam (1) met zitdeel (2), rugdeel (3), eventueel met een uitklapbare voetensteun (4), evenals met zitmeubelzijwanden, waaraan beslagdelen (5) zijn bevestigd en/of zijn voorzien, verder omvattende een construc-tiedeel (6), dat via stangenmechanisme (7) met het zitmeubellichaam (1) en/of diens beslagdelen (5) is gekoppeld, met het kenmerk, dat het constructiedeel (6) met een op het opstel-vlak van het zitmeubel opstelbare vloersteun (8) om een verticale draaias (9) draaibaar is verbonden.

2. Zitmeubel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de vloersteun (8) is uitgevoerd als een cirkelvormige voet.

3. Zitmeubel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de vloersteun (8) is voorzien van een van het constructiedeel (6) uitstekende, verticaal gerichte steunhuls (10), waarin een draaipen (11) van het constructiedeel (6) is gestoken.

4. Zitmeubel volgens één of meer van de conclusie 1 tot en met 3, met het kenmerk, dat een tussen het constructiedeel (6) en het opstelvlak of de vloersteun (8) werkzame draaiblokkering is voorzien, die manueel, middels draadverbonden afstandsbediening of middels elektrische of elektronische afstandsbediening afwisselend in een blokkeerstand of een vrijgavestand kan worden ingesteld.

5. Zitmeubel volgens één of meer van de conclusie 1 tot en met 4, met het kenmerk, dat het constructiedeel (6) een stabiel framedeel met twee zijbeslagplaten en hiermee verbonden dwarsschoren omvat, waaraan het stangenmechanisme (7) evenals eventueel motorische aandrijving voor diens bediening zijn bevestigd of scharnierbaar zijn verbonden, en dat het framedeel in zijn centrum is voorzien van het de draaias (9) vormende deel of een steunhuls of een draaipen (11) als draaias (19).

6. Zitmeubel volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het framedeel midden tussen de zijbeslagplaten het constructieve middel draagt, dat de draaias (9) vormt.

7. Zitmeubel volgens één of meer van de conclusie 1 tot en met 6, met het kenmerk, dat het stangenmechanisme (7) via een elektrisch bediende verstelaandrijving beweegbaar is, zodanig dat het zitmeubellichaam (1) uit een normale gebruikspositie in een opstaanhulppositie en terug in de normale gebruikspositie verstelbaar is.

8. Zitmeubel volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de draaiblokkering met de verstelaandrijving elektrisch of mechanisch zodanig is gekoppeld, dat bij in gebruik name van de verstelaandrijving voor het verstellen van het zitmeubellichaam (1) in de opstaanhulppositie evenals bij in deze positie ingesteld zitmeubellichaam (1) en tot terugverstellen in de normale gebruikspositie de draaiblokkering in de blokkeerstand is ingesteld en in de normale gebruikspositie de draaiblokkering in de vrijgavestand is ingesteld.

9. Zitmeubel volgens één of meer van de conclusie 3 tot en met 8, met het kenmerk, dat de draaiblokkering een reminrichting is, die op het constructiedeel (6) is bevestigd en waarvan remmiddelen in de vrijgavestand de steunhuls (10) vrijgeven evenals in de blokkeerstand tegen de steunhuls (10) of diens onderdelen aanliggen, zodanig dat ze een draaibeweging van constructiedeel (6) verhinderen.

10. Zitmeubel volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de reminrichting (12) een blokrem is, waarvan remvoeringen (13, 14) tegen de mantel van de steunhuls (10) kunnen worden aan gelegd.

11. Zitmeubel volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat twee halve boogvormige remvoeringen zijn voorzien, die aan een boogeindgedeelte zijn voorzien van verspringingen, die door een op constructiedeel (6) voorzien, parallel aan de draaias (9) opgestelde bout (17) zijn doorstoken, die een scharnierlager voor de remvoeringen vormt, en dat op afstand van de verspringingen (15, 16) aan iedere remvoering (13, 14) een verstelhefboom (18, 19) vast is verbonden of is uitgevoerd, waarbij de op afstand van de remvoeringen (13, 14) liggende einden van de verstelhefboom (18, 19) middels een elektrisch aandrijfmiddel (20) of een mechanisch bedieningsmiddel naar elkaar toe beweegbaar zijn voor het sluiten van de remvoeringen (13, 14) en van elkaar af voor het openen van de remvoeringen (13, 14).

12. Zitmeubel volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de verstelhefboom (18) van een remvoering (13) via een scharnierend verbonden hefboom (21) met het einde van een draaihefboom (22) is verbonden, die middels een aandrijfas (23) van een elektromotor verdraaibaar is en die in de verstelhefboom (19) van de andere remvoering (14) draaibaar wordt gehouden, waarbij aan deze verstelhefboom (19) een aanslag (24) is gevormd, tegen welke de draaihefboom (22) in de beide eindstanden afwisselend aan ligt.