NL2009861C2

NL2009861C2 - Gespannen jaloeziesysteem.

Info

Publication number: NL2009861C2
Application number: NL2009861A
Authority: NL
Inventors: Ruben Hubert Jan Vries; Tuente Bastiaan Franciscus Klein; Thomas Johan Maria Haar; Harry Davids
Original assignee: Coulisse Bv
Priority date: 2012-11-22
Filing date: 2012-11-22
Publication date: 2014-05-27
Also published as: EP2735692A2; US20140138036A1

Description

GESPANNEN JALOEZIESYSTEEM

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een gespannen jaloeziesysteem, omvattende een toprail en een bodemrail, waartussen zich 5 ladderkoorden uitstrekken, waarin lamellen zijn opgenomen, waarin zich in de rails spankoorden uitstrekken voor bevestiging aan een oppervlak.

Gespannen raambekleding heeft als voordeel dat de rails langs de spankoorden beweegbaar zijn, waarmee de raambekleding steeds in de meest optimale stand kan worden ingesteld. Gespannen raambekleding is in diverse 10 vormen in de handel bekend, waaronder als gespannen jaloeziesysteem.

Een gespannen jaloeziesysteem volgens de aanhef is bijvoorbeeld bekend uit EP 2216484.

Bij het bekende gespannen jaloeziesysteem is het op maat maken, en met name het inkorten van de rail, een gecompliceerde taak, die door deskundigen wordt 15 uitgevoerd. Het bekende gespannen jaloeziesysteem wordt dientengevolge alleen als maatwerk aangeboden, d.w.z. dat het vooraf in de fabriek of op locatie op maat worden gemaakt.

Het is een doelstelling van de onderhavige uitvinding om een gespannen jaloeziesysteem te verschaffen dat geschikt is voor de doe-het-zelf markt.

2 0 Het gespannen jaloeziesysteem volgens de uitvinding heeft daartoe het kenmerk, dat zich in ten minste één van de rails verder een tuimelas uitstrekt voor bevestiging van de ladderkoorden, waarin in de rail, bij voorkeur tussen de ladderkoorden, een tuimelmechanisme is aangebracht voor het instellen van de stand van de lamellen door het roteren van de tuimelas, welk tuimelmechanisme een 2 5 behuizing omvat, die is ingericht voor aangrijping op de tuimelas, waarin de behuizing is ingericht voor geleiding van de spankoorden.

Dankzij de keuze voor een tuimelas en geleiding van de spankoorden via de behuizing van het tuimelmechanisme kan het tuimelmechanisme op nagenoeg elke gewenste positie in de rail worden aangebracht, waardoor de rail gemakkelijk is in te 3 0 korten tot de gewenste maat.

Bij voorkeur is de behuizing ingericht voor geleiding van de spankoorden nabij de bodem van de rail. De spankoorden worden door de behuizing enigszins naar beneden gedrukt en worden daarbij slechts over een minimale afstand omgeleid. Het gespannen jaloeziesysteem volgens de uitvinding verkrijgt hierdoor een optimale 35 spankoordomleiding waarbij het optreden van beschadiging aan de spankoorden 2 tengevolge van gebruik van het tuimelmechanisme zoveel mogelijk wordt vermeden. Deze spankoordomleiding langs de onderzijde van het tuimelmechanisme leidt daarnaast tot een compact ontwerp voor het tuimelmechanisme en maakt daarmee het gebruik van een rail met relatief kleine doorsnede mogelijk.

5 In een eerste voorkeursuitvoeringsvorm omvat de behuizing twee samenwerkende delen voor insluiting van de spankoorden, waarin het eerste behuizingsdeel is ingericht voor geleiding van de spankoorden langs de onderzijde ervan en waarin het tweede behuizingsdeel is ingericht voor geleiding van de spankoorden langs de bovenzijde ervan. Door de insluiting wordt er een 10 wrijvingskracht op de spankoorden uitgeoefend, hetgeen de veer en de spankoorden enigszins ontlast van het dragen van het gewicht van het jaloeziesysteem.

In een praktische voorkeursuitvoeringsvorm is de rail voorzien van een opening ter plaatse van het tuimelmechanisme en is het tweede behuizingsdeel losneembaar bevestigbaar aan de rail ter afsluiting van de opening. Deze praktische 15 voorkeursuitvoeringsvorm is vooral van voordeel bij een speciaal type rail met een verhoogde bodem, waarbij er een loze ruimte aanwezig is onder de bodem en tussen de zijkanten van de rail. Deze loze ruimte onttrekt het afsluitelement grotendeels aan het oog.

Bij een optimaal gebalanceerde voorkeursuitvoeringsvorm zijn in de rails één 2 0 of meer wrijvingscomponenten aangebracht voor het geleiden van de spankoorden, waarin de wrijvingscomponenten zijn voorzien van een tweede behuizing omvattende een derde en een vierde samenwerkend, losneembaar aan elkaar te bevestigen behuizingsdeel voor insluiting van de spankoorden, waarin het derde behuizingsdeel is ingericht voor geleiding van de spankoorden langs de onderzijde ervan en waarin 2 5 het vierde behuizingsdeel is ingericht voor geleiding van de spankoorden langs de bovenzijde ervan. De insluiting van de spankoorden tussen de behuizingsdelen van de wrijvingscomponenten vergroot de wrijving op de spankoorden. Dit ontlast de spankoorden en de daarmee verbonden veren verder van het gewicht van het jaloeziesysteem, waardoor deze minder aan slijtage onderhevig zijn.

30 Een verdere voorkeursuitvoeringsvorm biedt optimale geleiding van de spankoorden doordat de behuizingsdelen zijn voorzien van één of meer rolassen voor geleiding van de spankoorden. De geleiding van de spankoorden is nog verder verbeterd in de voorkeursuitvoeringsvorm, waarin de samenwerkende behuizingsdelen complementair gevormd zijn. Volgens een verdere uitwerking zijn de 35 samenwerkende behuizingsdelen algemeen wigvormig.

3

In een elegante voorkeursuitvoeringsvorm is in de behuizing een overbrenging, omvattende een samenwerkende wormschroef en wormwiel, aangebracht, waarin het wormwiel op de tuimelas is aangebracht en waarin het tuimelmechanisme middelen omvat voor het bedienen van de wormschroef.

5 Bij een economische voorkeursuitvoeringsvorm omvatten de bedieningsmiddelen een knop, die bij voorkeur losneembaar bevestigbaar is aan het tuimelmechanisme. Deze voorkeursuitvoeringsvorm leidt tot diverse besparingen, onder andere op verpakkingskosten en daarmee tevens op transport- en opslagkosten.

10 Volgens een optimale voorkeursuitvoeringsvorm met een maximaal in te korten rail verlopen de spankoorden tussen de toprail en de bodemrail via de doorvoergaten in de lamellen ter plaatse van de ladderkoorden.

De onderhavige uitvinding zal nu verder worden toegelicht aan de hand van 15 de figuren, waarin:

Figuur 1 een schematisch aanzicht toont van een gespannen jaloeziesysteem volgens de uitvinding;

Figuur 2 een schematisch aanzicht toont van een deel van de toprail van het systeem uit figuur 1; 2 0 Figuur 3 het deelaanzicht uit figuur 2 schematisch vanuit een ander gezichtspunt toont;

Figuur 4 het deelaanzicht uit figuur 2 en 3 in doorsnede toont;

Figuur 5 het deelaanzicht van figuur 2 in explosieaanzicht toont; en

Figuren 6A en 6B een additionele wrijvingscomponent tonen met 2 5 uiteengenomen delen respectievelijk in gebruikspositie.

Figuur 1 toont een gespannen jaloeziesysteem 1 volgens de uitvinding in schematisch aanzicht. Jaloeziesysteem 1 omvat een toprail 2 en een bodemrail 3, waartussen zich ladderkoorden 9 uitstrekken, waarin lamellen 6 zijn opgenomen. In 30 de rails 2,3 verlopen spankoorden 4. De spankoorden 4 verlopen tussen de toprail 2 en de bodemrail 3 via doorvoergaten ter plaatse van de ladderkoorden 9 in de lamellen 6. Bevestigingsmiddelen 5, bijvoorbeeld spanschoenen, zijn voorzien voor bevestiging van de spankoorden 4 aan een oppervlak, bijvoorbeeld een kozijnoppervlak. Elk van de rails is voorzien van een handgreep 8 voor beweging van 35 de rail langs spankoorden 4. Een tuimelas 7 strekt zich parallel uit aan de 4 spankoorden 4 in rail 2. Er is een tuimelmechanisme 10 voorzien op toprail 2 voor het instellen van de stand van de lamellen 6 door rotatie van de tuimelas.

Figuren 2 tot en met 5 tonen schematisch een deelaanzicht van rail 2 met tuimelmechanisme 10 vanuit verschillende gezichtspunten en in doorsnede en in 5 explosieaanzicht.

Tuimelmechanisme 10 heeft een eerste behuizingsdeel 11, dat is voorzien van een doorgang 13 voor de tuimelas 7. Ten behoeve van de montage bestaat eerste behuizingsdeel 11 bij voorkeur uit twee componenten 11A en 11B die een overbrenging 12, 15 insluiten. De overbrenging is bij voorkeur gevormd door een 10 wormwiel 12, dat op tuimelas 7 is aangebracht, en een wormschroef 15 voor aandrijving van het wormwiel 12. In het verlengde van de wormschroef 15 strekt zich een bedieningsknop 16 uit voor het bedienen van de wormwieloverbrenging.

Het tuimelmechanisme 10 is bestemd voor het instellen van de stand van de lamellen 6 door het roteren van de tuimelas 7.

15 Bevestigingsmiddelen 17 dienen ter bevestiging van de componenten 11A en 11B aan elkaar. Bij voorkeur omvatten deze bevestigingsmiddelen pennen 17.

Volgens de uitvinding is het eerste behuizingsdeel 11 ingericht voor geleiding van de spankoorden 4 langs de onderzijde van het behuizingsdeel 11. Het eerste behuizingsdeel 11 drukt de spankoorden 4 enigszins richting de onderzijde van rail 2 2 0 en zorgt daarbij voor een minimale omleiding van de spankoorden 4 zonder deze te beschadigen. Geleidingselementen, zoals rolassen 14 bevinden zich op omleidpunten nabij de onderzijde van eerste behuizingsdeel 11 voor geleiding van de spankoorden 4. De vorm van de onderzijde van de eerste behuizingsdeel 11 is algemeen wigvormig.

2 5 In rail 2 is een opening 2A aangebracht, die zich in de onderzijde van de rail 2 bevindt ter plaatse van het tuimelmechanisme 10. Volgens de uitvinding is er een tweede behuizingsdeel 20 voorzien, dat losneembaar bevestigbaar is in de opening 2A om deze af te sluiten. In de getoonde uitvoeringsvorm heeft rail 2 aan de onderzijde een loze ruimte, die zich uitstrekt onder de bodem 2B van rail 2 en tussen 30 de zijwanden 2C van rail 2. In deze loze ruimte kan het tweede behuizingsdeel 20 aan het oog worden onttrokken.

Het tweede behuizingsdeel 20 is ingericht voor geleiding van de spankoorden 4 langs de bovenzijde van het tweede behuizingsdeel. Tweede behuizingsdeel 20 en eerste behuizingsdeel 11 hebben een complementaire vorm en sluiten de 35 spankoorden in. De vorm van de bovenzijde van tweede behuizingsdeel 20 is bij 5 voorkeur algemeen wigvormig. Het tweede behuizingsdeel 20 is aan weerszijden op omleidpunten voorzien van geleidingselementen, zoals rolassen 21, voor een optimale geleiding van de spankoorden 4.

In de toprail 2 en in de bodemrail 3 zijn verder één of meer 5 wrijvingscomponenten 30 aangebracht voor het geleiden van de spankoorden 4. De wrijvingscomponenten 30 kunnen op elke gewenste positie in de rail worden bevestigd. In figuur 1 zijn drie voorkeursposities voor de wrijvingscomponenten gemarkeerd. Figuren 6A en 6B tonen een schematisch aanzicht van een additionele wrijvingscomponent 30 met uiteengenomen delen respectievelijk in gebruikspositie.

10 Elke wrijvingscomponent 30 is voorzien van een behuizing omvattende een derde en een vierde samenwerkend behuizingsdeel 31 respectievelijk 32, voor insluiting van de spankoorden 4. Het derde behuizingsdeel 31 is ingericht voor geleiding van de spankoorden langs de onderzijde ervan en het vierde behuizingsdeel 32 is ingericht voor geleiding van de spankoorden langs de 15 bovenzijde ervan.

Derde behuizingsdeel 31 en vierde behuizingsdeel 32 hebben een complementaire vorm en sluiten de spankoorden in.

Het derde behuizingsdeel 31 drukt de spankoorden 4 enigszins richting de onderzijde van vierde behuizingsdeel 32 en zorgt daarbij voor een minimale 2 0 omleiding van de spankoorden 4 zonder deze te beschadigen. Geleidingselementen, zoals rolassen 34 bevinden zich op omleidpunten nabij de onderzijde van derde behuizingsdeel 31 voor geleiding van de spankoorden 4. De vorm van de onderzijde van het derde behuizingsdeel 31 is algemeen wigvormig.

De vorm van de bovenzijde van vierde behuizingsdeel 32 is bij voorkeur 2 5 algemeen wigvormig. Het vierde behuizingsdeel 32 is aan weerszijden op omleidpunten voorzien van geleidingselementen, zoals rolassen 34, voor een optimale geleiding van de spankoorden 4. Het vierde behuizingsdeel 32 is ingericht om losneembaar in de rails te worden bevestigd, bij voorkeur door middel van klemming.

3 0 Het derde en vierde behuizingsdeel zijn losneembaar aan elkaar te bevestigen, bijvoorbeeld middels een klikverbinding. In de getoonde voorkeursuitvoeringsvorm omvat de klikverbinding een verende lip 35 en een uitsparing 36 voor opname van de lip.

In de getoonde en beschreven voorkeursuitvoeringsvorm is het 35 tuimelmechanisme aangebracht in de toprail 2. Het zal duidelijk zijn dat het 6 tuimelmechanisme desgewenst ook kan zijn aangebracht in de bodemrail 3. In de getoonde voorkeursuitvoeringsvorm zijn zowel de toprail 2 als de bodemrail 3 beweegbaar. Het zal duidelijk zijn dat dit niet noodzakelijk is en dat het tuimelmechanisme 10 volgens de uitvinding ook kan worden toegepast in een 5 gespannen jaloeziesysteem met één beweegbare rail. Verdere modificaties van de voorkeursuitvoeringsvorm, die onder de uitvindingsgedachte vallen, zijn denkbaar, bijvoorbeeld het gebruik van meerdere, in eikaars verlengde verlopende tuimelassen.

De uitvinding is derhalve uitdrukkelijk niet beperkt tot de getoonde en beschreven voorkeursuitvoeringsvorm, maar strekt zich uit tot alle 10 uitvoeringsvormen, die vallen binnen de beschermingsomvang van de bijgevoegde conclusies bezien in het licht van de voorgaande beschrijving en bijbehorende tekeningen.

15

Claims

1. Gespannen jaloeziesysteem, omvattende een toprail en een bodemrail, waartussen zich ladderkoorden uitstrekken, waarin lamellen zijn opgenomen, 5 waarin zich in de rails spankoorden uitstrekken voor bevestiging aan een oppervlak, met het kenmerk, dat zich in ten minste één van de rails verder een tuimelas uitstrekt voor bevestiging van de ladderkoorden, waarin in de rail, bij voorkeur tussen de ladderkoorden, een tuimelmechanisme is aangebracht voor het instellen van de stand van de lamellen door het roteren 10 van de tuimelas, welk tuimelmechanisme een behuizing omvat die is ingericht voor aangrijping op de tuimelas, waarin de behuizing is ingericht voor geleiding van de spankoorden.

2. Gespannen jaloeziesysteem volgens conclusie 1, waarin de behuizing is 15 ingericht voor geleiding van de spankoorden nabij de bodem van de rail.

3. Gespannen jaloeziesysteem volgens conclusie 1 of 2, waarin de behuizing twee samenwerkende delen omvat voor insluiting van de spankoorden, waarin het eerste behuizingsdeel is ingericht voor geleiding van de 2. spankoorden langs de onderzijde ervan en waarin het tweede behuizingsdeel is ingericht voor geleiding van de spankoorden langs de bovenzijde ervan.

4. Gespannen jaloeziesysteem volgens conclusie 3, waarin de toprail is voorzien van een opening ter plaatse van het tuimelmechanisme en waarin 2. het tweede behuizingsdeel losneembaar bevestigbaar is aan de toprail ter afsluiting van de opening.

5. Gespannen jaloeziesysteem volgens één van de voorgaande conclusies, waarin in de rails één of meer wrijvingscomponenten zijn aangebracht voor 3. het geleiden van de spankoorden, waarin de wrijvingscomponenten zijn voorzien van een tweede behuizing omvattende een derde en een vierde samenwerkend, losneembaar aan elkaar te bevestigen behuizingsdeel voor insluiting van de spankoorden, waarin het derde behuizingsdeel is ingericht voor geleiding van de spankoorden langs de onderzijde ervan en waarin het 3 5 vierde behuizingsdeel is ingericht voor geleiding van de spankoorden langs de bovenzijde ervan.

6. Gespannen jaloeziesysteem volgens één van de voorgaande conclusies 3-5, waarin de behuizingsdelen zijn voorzien van één of meer rolassen voor geleiding van de spankoorden.

7. Gespannen jaloeziesysteem volgens één van de voorgaande conclusies 3-6, 10 waarin de samenwerkende behuizingsdelen complementair gevormd zijn.

8. Gespannen jaloeziesysteem volgens één van de voorgaande conclusies 3-7, waarin de samenwerkende behuizingsdelen algemeen wigvormig zijn.

9. Gespannen jaloeziesysteem volgens één van de voorgaande conclusies, waarin in de behuizing van het tuimelmechanisme een overbrenging is aangebracht, omvattende een samenwerkende wormschroef en wormwiel, waarin het wormwiel op de tuimelas is aangebracht en waarin het tuimelmechanisme middelen omvat voor het bedienen van de wormschroef. 20

10. Gespannen jaloeziesysteem volgens conclusie 9, waarin de bedieningsmiddelen een knop omvatten, die bij voorkeur losneembaar bevestigbaar is aan het tuimelmechanisme. 2 5

11. Gespannen jaloeziesysteem volgens één van de voorgaande conclusies, waarin de lamellen zijn voorzien van doorvoergaten ter plaatse van de ladderkoorden, waarin de spankoorden tussen de toprail en de bodemrail verlopen via de doorvoergaten in de lamellen.