NL2009185C2

NL2009185C2 - CUTTER CLEANER WITH SUPPORTED CUTTING HEAD.

Info

Publication number: NL2009185C2
Application number: NL2009185A
Authority: NL
Inventors: G Rard Louis Marie Schrieck
Original assignee: Schrieck Dredging Technology B V V D
Priority date: 2012-07-13
Filing date: 2012-07-13
Publication date: 2014-01-14
Also published as: WO2014011034A1

Abstract

A cutter suction dredger comprises a pontoon (1), a ladder (2), one end of which is suspended from the pontoon, which ladder can be brought into a downwardly directed position with respect to the pontoon, a cutter head (3) for cutting off rock or soil on the other end of the ladder, an extraction unit for extracting rock or soil which has been cut loose, at least one spud pole (4), interacting with the pontoon, for anchoring the pontoon with respect to a water bed (24), as well as a supporting device (49, 52, 53) close to the cutter head for supporting the cutter head with respect to the water bed. In addition, stabilization means (59, 65, 66) are provided to stabilize the cutter head (3) and/or ladder (2) with respect to and along the plane defined by the water bed.

Description

Snij kop zuiger met ondersteunde sniikopCutting head piston with supported cutting head

De uitvinding betreft een snijkopzuiger, omvattende een ponton, een ladder waarvan een eind aan de ponton is opgehangen, welke ladder ten opzichte van de 5 ponton in een neerwaarts gerichte stand brengbaar is, een snijkop voor het afsnijden van rots of grond aan het andere eind van de ladder, een afzuiginstallatie voor het afzuigen van losgesneden rots of grond, tenminste een met de ponton samenwerkende spudpaal voor het verankeren van de ponton ten opzichte van een waterbodem alsmede een steuninrichting nabij de snijkop ter ondersteuning van de snijkop ten opzichten van 10 de waterbodem, waarbij stabilisatiemiddelen zijn voorzien ter stabilisatie van de snijkop en/of ladder ten opzichte van en langs het door de waterbodem bepaalde vlak.The invention relates to a cutter suction dredger, comprising a pontoon, a ladder whose end is suspended from the pontoon, which ladder can be brought into a downwardly oriented position relative to the pontoon, a cutting head for cutting off rock or soil at the other end of the ladder, a suction installation for extracting loose rock or soil, at least one spud pole cooperating with the pontoon for anchoring the pontoon with respect to a water bottom and a support device near the cutting head for supporting the cutting head with respect to the water bottom , wherein stabilizing means are provided for stabilizing the cutting head and / or ladder relative to and along the surface defined by the water bottom.

Een dergelijke snijkopzuiger is bekend uit JP-A-2001279708. Met behulp van de stabilisatiemiddelen daarvan kan de snijkop en/of ladder in een vaste positie ten opzichte van de waterbodem gestabiliseerd. Het doel van de uitvinding is een 15 verbeterde stabilisatie te verschaffen, door middel waarvan de snijkop en/of de ladder op een meer flexibele wijze kunnen worden ondersteund ten opzichte van de waterbodem. Dat wordt bereikt doordat de steuninrichting in hoogterichting verstelbaar is opgehangen aan de ladder, bijvoorbeeld door middel van een zuiger/cilinderinrichting. Daardoor kan de snijkop op een gewenste diepte worden 20 ingesteld.Such a cutter suction dredger is known from JP-A-2001279708. With the aid of the stabilizing means thereof, the cutting head and / or ladder can be stabilized in a fixed position relative to the water bottom. The object of the invention is to provide an improved stabilization, by means of which the cutting head and / or the ladder can be supported in a more flexible manner relative to the water bottom. This is achieved in that the support device is adjustable in height for hanging from the ladder, for example by means of a piston / cylinder device. As a result, the cutting head can be adjusted to a desired depth.

Een verdere snijkopzuiger is bekend uit NL-A-6711816. Aan het vrije eind van de ladder van deze bekende snijkopzuiger bevindt zich een steunplaat die door middel van hydraulische zuiger/cilinderinrichtingen verstelbaar is. Door de steunplaat tegen de bodem te drukken kan de snijkop het bodemprofiel blijven volgen, ook wanneer 25 deining optreedt. De snijkop wordt in bedrijf heen en weer bewogen over de bodem, en stapsgewijze vooruit bewogen na elke zwaaibeweging van de ponton en de ladder. De steunplaat moet daarbij over de bodem glijden.A further cutter suction dredger is known from NL-A-6711816. At the free end of the ladder of this known cutter suction dredger there is a support plate which is adjustable by means of hydraulic piston / cylinder devices. By pressing the support plate against the bottom, the cutting head can continue to follow the bottom profile, also when swell occurs. The cutting head is moved back and forth over the bottom during operation, and moved stepwise forward after each swinging movement of the pontoon and the ladder. The supporting plate must thereby slide over the bottom.

Het nadeel van deze bekende steuninrichting is dat de stabilisatie van de snijkop ten opzichte van de bodem beperkt is. Slechts het ongewenst op en neer bewegen kan 30 daarmee worden bestreden. Verder kan de steuninrichting tenminste een uitsteeksel omvatten dat in de waterbodem dringbaar is. Bij de snijkopzuiger volgens de uitvinding kan de snijkop dan niet alleen in verticale richting worden gestabiliseerd, maar ook dwars daarop in het vlak van de bodem. Deze verdere stabilisatie wordt verkregen 2 doordat het uitsteeksel van de steuninrichting in de bodem dringt. De steuninrichting levert daarbij een plaatsvaste positionering van de snijkop ten opzichte van de bodem en belemmert de voorwaartse beweging terwijl de zwaaibeweging mogelijk blijft. De steuninrichting neemt daardoor grotendeels de functie van de spudpaal over.The disadvantage of this known support device is that the stabilization of the cutting head relative to the bottom is limited. Only undesired up and down movement can thereby be combated. The support device can further comprise at least one protrusion which can be penetrated into the water bottom. With the cutter suction dredger according to the invention, the cutter head can then not only be stabilized in the vertical direction, but also transversely thereto in the plane of the bottom. This further stabilization is obtained in that the protrusion of the supporting device penetrates into the ground. The supporting device thereby provides a stationary positioning of the cutting head relative to the bottom and impedes the forward movement while the swinging movement remains possible. The supporting device thereby largely takes over the function of the spud pole.

5 Normalerwijze positioneert de spudpaal de snijkop plaatsvast ten opzichte van de bodem tijdens de zwaaibeweging rond de spudpaal, en wel volgens de straal van de zwaaibeweging. Daardoor kan een regelmatige snede in de bodem worden gemaakt.Normally the spud pole positions the cutter head relative to the bottom during the swinging movement around the spuding pole, namely according to the radius of the swinging movement. This allows a regular cut to be made in the soil.

Ook bij gebruik van de steuninrichting speelt de spudpaal nog wel een rol, namelijk om bij aanvang van de zwaaibeweging met gebruik van het glijdorgaan de 10 straal in te stellen. In verband met het in stand houden van de straal is echter de spudpaal niet meer nodig, aangezien de taak daarvan dan is overgenomen door de in steunrichting.Even when the support device is used, the spud pole still plays a role, namely to adjust the radius at the start of the swinging movement using the slider. However, in connection with maintaining the radius, the spud pole is no longer necessary, since the task thereof is then taken over by the direction of support.

Een belangrijk voordeel daarvan is dat de spudpaal tijdens de zwaaibeweging niet meer stijf met de ponton verbonden hoeft te zijn. Dat maakt het mogelijk om de 15 spudpaal verend op te hangen, waardoor deze minder zwaar zal worden belast.An important advantage of this is that the spud pole no longer needs to be rigidly connected to the pontoon during the swinging movement. This makes it possible to suspend the spud pole resiliently, so that it will be loaded less heavily.

Verder kan de steuninrichting draaibaar volgens een in wezen verticale hartlijn zijn opgehangen aan de ladder. Daardoor kan de verplaatsingsrichting worden ingesteld onder een hoek α ten opzichte van de dwars-verhaalrichting. In het bijzonder kan de steuninrichting een naar de waterbodem keerbaar steunvlak bezitten dat afsteunbaar is 20 op de waterbodem, en het tenminste ene uitsteeksel uitsteekt ten opzichte van dat steunvlak.Furthermore, the support device can be rotatably suspended from the ladder according to an essentially vertical axis. As a result, the direction of movement can be adjusted at an angle α with respect to the cross-story direction. In particular, the support device can have a support surface that can be turned towards the water bottom and that can be supported on the water bottom, and that the at least one protrusion protrudes relative to that support surface.

De steuninrichting kan zodanig zijn uitgevoerd dat deze kantelbaar is tussen een stabilisatiepositie waarin het steunvlak gericht is naar en afsteunbaar is op de waterbodem en het uitsteeksel dringbaar is in de waterbodem, en een vrijgeefpositie 25 waarin het steunvlak en het uitsteeksel op afstand van de waterbodem ondersteunbaar zijn. In de vrijgeefpositie is de steuninrichting vrij verplaatsbaar; in dat geval heeft deze geen stabiliserende werking. In het bijzonder kan de steuninrichting zijn uitgevoerd met een glijdorgaan dat kantelbaar is tussen een rustpositie op afstand van de waterbodem en een glijdpositie waarin het glijdorgaan onder steunb aar en verglijdbaar is op de 30 waterbodem, welke rustpositie van het glijdorgaan samenhangt met de stabilisatiepositie van de steuninrichting en welke glijdpositie van het glijdorgaan samenhangt met de vrijgeefpositie van de steuninrichting.The support device can be designed such that it is tiltable between a stabilization position in which the support surface is directed towards and supportable on the water bottom and the protrusion can be penetrated into the water bottom, and a release position in which the support surface and the protrusion can be supported at a distance from the water bottom to be. The supporting device is freely movable in the release position; in that case it has no stabilizing effect. In particular, the support device can be designed with a sliding member that is tiltable between a resting position at a distance from the water bottom and a sliding position in which the sliding member is supported and slidable on the water bottom, which resting position of the sliding member is related to the stabilizing position of the supporting device and which sliding position of the sliding member is associated with the releasing position of the supporting device.

33

De steuninrichting kan op verschillende manieren zijn uitgevoerd. Volgens een eerste mogelijkheid kan deze als een voet zijn gevormd (fig. 5-6b). In dat geval kunnen zowel de voet als het glijdorgaan zijn opgenomen op een gestel dat kantelbaar is opgehangen aan de ladder en dat bijvoorbeeld aandrijfbaar is door een hydraulische 5 zuiger/cilinderinrichting. Door het gestel in de gewenste positie te kantelen, kan ofwel de voet op de bodem worden ondersteund ter stabilisatie van de snijkop bij de zwaaibeweging, danwel het glijdorgaan ter verplaatsing van de snijkop dwars op de zwaaibeweging in het vlak van de waterbodem.The support device can be designed in various ways. According to a first possibility, it can be formed as a foot (Figs. 5-6b). In that case, both the foot and the sliding member can be accommodated on a frame which is tiltably suspended on the ladder and which is drivable for example by a hydraulic piston / cylinder device. By tilting the frame in the desired position, either the foot on the bottom can be supported to stabilize the cutting head during the swiveling movement, or the sliding member for displacing the cutting head transversely to the swiveling movement in the plane of the water bottom.

Volgens een andere uitvoeringsvorm kan de steuninrichting zijn uitgevoerd als 10 een rol met een omwentelingssymmetrisch oppervlak, welk oppervlak is voorzien van het tenminste ene uitsteeksel (fig. 7a-10). De snijkop kan daarbij in zwaairichting worden verplaatst door de rol te roteren. In het bijzonder kan daarbij de hartlijn van de rol een positie hebben in een verticaal vlak evenwijdig aan of samenvallend met de langsrichting van de ponton en is het omtreksoppervlak van de rol voorzien van een 15 reeks op afstand zich van elkaar bevindende uitsteeksels en/of van een in omtreksrichting lopend mes (fig. 7a-8c). Bij het verrollen van de rol komen achtereenvolgens de uitsteeksels van de reeks in samenwerking met de bodem. Het alternatieve mes kan bij het verrollen van de rol steeds in de bodem grijpen, ter stabilisatie van de snijkop tijdens de zwaaibeweging.According to another embodiment, the support device can be in the form of a roller with a rotationally symmetrical surface, which surface is provided with the at least one protrusion (Figs. 7a-10). The cutting head can thereby be moved in the swinging direction by rotating the roller. In particular, the axis of the roll can herein have a position in a vertical plane parallel to or coinciding with the longitudinal direction of the pontoon and the peripheral surface of the roll is provided with a series of spaced apart protrusions and / or with a knife running in the circumferential direction (Figs. 7a-8c). When rolling the roll, the protrusions of the series consecutively come into association with the bottom. The alternative knife can always engage in the ground when the roller is being rolled, to stabilize the cutting head during the swinging movement.

20 In een bijzondere uitvoering kan de rol een cilindrisch oppervlakgedeelte alsmede een als bol gekromde of kegelvormig kop uitgevoerd glijdorgaan omvatten. Door de rol te kantelen naar de vrijgeefpositie komt de kop op de bodem te steunen. De uitsteeksel of het mes die zich op het cilindrische oppervlakgedeelte bevinden komen dan vrij van de bodem, zodanig dat de snijkop verplaatst kan worden, bijvoorbeeld 25 stapsgewijze vooruit verplaatst kan worden.In a special embodiment, the roller may comprise a cylindrical surface portion as well as a glider designed as a spherical or conical head. By tilting the roll to the release position, the head comes to rest on the bottom. The protrusion or the knife located on the cylindrical surface portion then comes free from the bottom, such that the cutting head can be moved, for example can be moved stepwise in advance.

Volgens weer en andere uitvoeringsvorm kan de steuninrichting zijn uitgevoerd als een rol met een omwentelingssymmetrisch oppervlak waarvan de hartlijn horizontaal en dwars is gericht ten opzichte van de ladder, alsmede een reeks regelmatig over de omtrek van de rol verdeelde uitsteeksels, zoals evenwijdig aan de 30 hartlijn van de rol gerichte messen (fig. 9, 10). Dergelijke messen laten de zwaaibeweging toe, doch belemmeren de voorwaartse beweging. Een voorwaartse beweging wordt echter mogelijk gemaakt door de rol te verdraaien, waarbij achtereenvolgende messen in de bodem gedrukt worden. In verband met het beheersen 4 en stabiliseren van de snijkop, kan de rol samenwerken met een remorgaan voor het instellen van een vaste rotatiepositie van de rol. Verder kan de rol samenwerken met een aandrijving voor het in rotatie brengen van de rol.According to yet another embodiment, the support device can be designed as a roller with a rotationally symmetrical surface, the axis of which is oriented horizontally and transversely to the ladder, and a series of protrusions regularly distributed over the circumference of the roller, such as parallel to the axis. of the roll-oriented blades (Figs. 9, 10). Such knives allow the swinging movement, but hinder the forward movement. However, a forward movement is made possible by rotating the roller, whereby successive knives are pressed into the bottom. In connection with the control 4 and stabilization of the cutting head, the roller can cooperate with a brake member for adjusting a fixed rotational position of the roller. Furthermore, the roller can cooperate with a drive for rotating the roller.

Bij voorkeur is de ladder aan een eind draaibaar opgehangen aan de ponton en 5 op afstand van de draaibare ophanging door middel van een hijskabel en een deiningcompensator opgehangen aan de ponton. Door de ladder aan de hijsdraad te laten zakken, kan de steunrichting op de grond worden gezet. Met behulp van de deiningcompensator kan de steuninrichting betrouwbaar op de grond steunend worden gehouden. In die toestand kan de snijkop geleidelijk in de bodem dringen, onder 10 invloed van het aanpassen van de positie van de steuninrichting ten opzicht van de snijkop.Preferably, the ladder is pivotally suspended from the pontoon at one end and is suspended from the pontoon by means of a hoisting cable and a swell compensator from the pivotable suspension. By lowering the ladder on the hoisting wire, the support direction can be placed on the ground. The support device can be reliably supported on the ground with the aid of the swell compensator. In that state, the cutting head can gradually penetrate the bottom, under the influence of adjusting the position of the support device with respect to the cutting head.

In het voorgaande is een uitvoeringsvorm beschreven waarbij de steuninrichting ten opzichte van de bodem is gestabiliseerd door een of meer uitsteeksels. Het is echter niet altijd nodig dergelijke uitsteeksels ter stabilisatie aan de steuninrichting toe te 15 passen. In plaats van dergelijke uitsteeksel, of in aanvulling daarop, kan volgens een tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding zich tussen de spudpaal en de ladder een verbindingsmiddel met instelbare lengte uitstrekken.In the foregoing, an embodiment has been described in which the support device is stabilized relative to the bottom by one or more protrusions. However, it is not always necessary to use such protrusions for stabilization on the support device. Instead of such a protrusion, or in addition thereto, according to a second embodiment of the invention, a connecting means of adjustable length can extend between the spud pole and the ladder.

Door middel van een dergelijke ingestelde verbinding kan de grootste beweging van de steuninrichting en de snijkop ten opzichte van de ondergrond in horizontale 20 richting in verregaande mate worden beperkt. Tijdens de zwaaibeweging bevindt de verbinding zich dicht boven de bodem tussen het onderste gedeelte van de spudpaal en de onderkant van de ladder. De kracht in de verbinding leidt tot een naar achteren gerichte kracht op de ladder. Als gevolg daarvan, en door de afstand van de verbinding tijdens de zwaaibeweging te fixeren, wordt elke beweging van de snijkop in de 25 horizontale richting langs de lengteas van de ponton tegengegaan.By means of such a set connection, the greatest movement of the support device and the cutting head relative to the substrate in the horizontal direction can be largely restricted. During the swinging movement, the connection is close to the bottom between the lower part of the spud pole and the bottom of the ladder. The force in the connection leads to a rear-facing force on the ladder. As a result, and by fixing the distance of the connection during the swinging movement, any movement of the cutting head in the horizontal direction along the longitudinal axis of the pontoon is prevented.

Bij voorkeur is een lengte-instelinrichting voorzien door middel waarvan de lengte van de verbinding tussen de spudpaal en de ladder kan worden ingesteld. Volgens een eerste mogelijkheid kan de verbinding daartoe vast zijn verbonden met de spudpaal. Het is mogelijk, dat de bevestiging van de verbinding met de spudpaal 30 zodanig laag is gelegen, dat de verbinding in onder spanning staande toestand de bovenkant van de waterbodem niet kan raken tijdens de rotatiebeweging van de snijkop. Het is echter niet noodzakelijk om de verbinding vast te verbinden met de spudpaal. Ook is het mogelijk, dat de bevestiging van de verbinding met de spudpaal 5 zich bevindt op een geleiding, bijvoorbeeld een ring of een buisvormig orgaan, welke door de spudpaal wordt geleid en zich in en/of om de spudpaal kan bewegen en waarvan de hoogte op de spudpaal voor en/of tijdens de rotatiebeweging van de snij kop kan worden ingesteld, door bijvoorbeeld een in of op de spudpaal bevindende zuiger-5 cilinderinrichting.A length-adjusting device is preferably provided by means of which the length of the connection between the spud pole and the ladder can be adjusted. According to a first possibility, the connection can for this purpose be fixedly connected to the spud pole. It is possible that the attachment of the connection to the spud pole 30 is so low that the connection, when under tension, cannot touch the top of the water bottom during the rotational movement of the cutting head. However, it is not necessary to firmly connect the connection to the spud pole. It is also possible that the attachment of the connection to the spud pole 5 is located on a guide, for example a ring or a tubular member, which is guided through the spud pole and can move in and / or around the spud pole and the height of which can be adjusted on the spud pole before and / or during the rotational movement of the cutting head, for example by a piston-cylinder device located in or on the spud pole.

Volgens een tweede, alternatieve mogelijkheid kan bijvoorbeeld zijn voorzien dat het verbindingsmiddel is uitgevoerd als een draad die verplaatsbaar is geleid langs een geleiding aan de spudpaal en vanaf die geleiding zich achterwaarts uitstrekt naar en is verbonden met een verankering die verankerd is in de waterbodem en die zich bij 10 voorkeur bevindt aan de van de snij kop afgekeerde zijde van de spudpaal. De geleiding kan bestaan uit een oogvormig orgaan, welke aan de spudpaal is bevestigd. Ook is het mogelijk dat dit oogvormig orgaan is bevestigd aan een ring of een buisvormig orgaan, welke om de spudpaal is bevestigd en over een bepaalde hoogte langs de spudpaal kan bewegen of bewogen kan worden.According to a second, alternative possibility, it can be provided, for example, that the connecting means is designed as a wire which is movably guided along a guide on the spud pole and extends backwards from that guide to and is connected to an anchor anchored in the water bottom and which is preferably on the side of the spud pole remote from the cutting head. The guide may consist of an eye-shaped member which is attached to the spud pole. It is also possible that this eye-shaped member is attached to a ring or a tubular member, which is mounted around the spud pole and can move or be moved along a certain height along the spud pole.

15 Vervolgens zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van de in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeelden.Subsequently, the invention will be further elucidated on the basis of the exemplary embodiments represented in the figures.

Fig. 1 toont een schematische langsdoorsnede door een bekende snijkopzuiger.FIG. 1 shows a schematic longitudinal section through a known cutter suction dredger.

Fig. 2 toont een schematisch bovenaanzicht van een bekende snijkopzuigerFIG. 2 shows a schematic top view of a known cutter suction dredger

Fig. 3 a en b tonen verticale doorsnede van voorbeelden van met de snijkop 20 mogelijk aan te snijden grondprofielen in een waterbodem.FIG. 3 a and b show vertical sectional views of examples of soil profiles possibly to be cut with the cutting head 20 in a water bottom.

Fig. 4a toont de orbitaalbeweging van een lange oppervlakte-golf op ondiep water en fig. 4b definitie schets van de 6 hoofdbewegingen van een drijvende snijkopzuiger.FIG. 4a shows the orbital movement of a long surface wave on shallow water and FIG. 4b shows a definition of the 6 main movements of a floating cutter suction dredger.

Fig. 5 toont een schematische langsdoorsnede door een eerste uitvoeringsvorm 25 van de snijkopzuiger volgens de uitvinding.FIG. 5 shows a schematic longitudinal section through a first embodiment of the cutter suction dredger according to the invention.

Fig. 6a toont een zijaanzicht van het onderste eind van de ladder met steuninrichting.FIG. 6a shows a side view of the lower end of the ladder with support device.

Fig. 6b toont een bovenaanzicht volgens VIb van fig. 6a.FIG. 6b shows a top view according to VIb of FIG. 6a.

Fig. 7a toont het zijaanzicht van een tweede variant van de steuninrichting in 30 een eerste positie.FIG. 7a shows the side view of a second variant of the support device in a first position.

Fig. 7b toont een bovenaanzicht volgens Vllb van fig. 7a.FIG. 7b shows a top view according to Vllb of FIG. 7a.

Fig. 7c toont een tweede positie van de steuninrichting.FIG. 7c shows a second position of the support device.

Fig. 7d toont een zijaanzicht van de rol van de steuninrichting.FIG. 7d shows a side view of the roll of the support device.

66

Fig. 7e toont een vooraanzicht van de rol.FIG. 7e shows a front view of the roll.

Fig. 8a toont een zijaanzicht van een derde variant van de steuninrichting.FIG. 8a shows a side view of a third variant of the support device.

Fig. 8b toont een vooraanzicht van de rol van fig. 8a.FIG. 8b shows a front view of the roll of FIG. 8a.

Fig. 8c toont een bovenaanzicht volgens VIIIc volgens fig. 8a.FIG. 8c shows a top view according to VIIIc according to FIG. 8a.

5 Fig. 9 toont een vierde variant van de steuninrichting.FIG. 9 shows a fourth variant of the support device.

Fig. 10 toont een bovenaanzicht volgens X van fig. 9.FIG. 10 shows a top view according to X of FIG. 9.

Fig. 1 la toont een kopaanzicht van een variant van de rol.FIG. 1a shows a front view of a variant of the roll.

Fig. 1 lb toont een zijaanzicht van de rol van fig. 1 laFIG. 11b shows a side view of the roll of FIG. 11a

Fig. 12 toont een schematische langsdoorsnede door een tweede 10 uitvoeringsvorm van de snijkopzuiger volgens de uitvinding.FIG. 12 shows a schematic longitudinal section through a second embodiment of the cutter suction dredger according to the invention.

Fig. 13 toont een schematische langsdoorsnede door een derde uitvoeringsvorm van de snijkopzuiger volgens de uitvindingFIG. 13 shows a schematic longitudinal section through a third embodiment of the cutter suction dredger according to the invention

Fig. 1 en 2 tonen een typische uitvoeringsvorm van een snijkopzuiger.FIG. 1 and 2 show a typical embodiment of a cutter suction dredger.

Deze zuiger heeft een ponton 1 als drijflichaam met daaraan scharnierend opgehangen 15 een ladder 2. Het ondereinde van de ladder 2 hangt aan een hijsdraad 6 welke met ladderlier 7 kan worden versteld. Het boveneinde van de ladder 2 hangt in scharnierpunten 20 aan de ponton 1. De vaste ondergrond 24 wordt aangesneden met behulp van een om de lengte as van de ladder 2 roterende snijkop 3. De ponton 1 wordt langs zijn lengte as op zijn plaats gehouden door middel van de (werk)spudpaal 4.This piston has a pontoon 1 as the floating body with a ladder 2 hinged to it. The lower end of the ladder 2 hangs from a hoisting wire 6 which can be adjusted with ladder winch 7. The upper end of the ladder 2 hangs at pivot points 20 on the pontoon 1. The fixed surface 24 is cut with the aid of a cutting head 3 rotating about the longitudinal axis of the ladder 2. The pontoon 1 is held in place along its longitudinal axis by by means of the (work) spud pole 4.

20 (Hulp)spudpaal 5 wordt gebruikt bij het verplaatsen van spudpaal 4. De spudpalen 4 en 5 kunnen met zuiger-cilinderinrichtingen 8 worden opgehesen. De spudpaal 4 staat vertikaal in de neergelaten werktoestand in de waterbodem 24 met een bepaalde indringdiepte 26 en bovenaan in twee geleideringen 42 die bevestigd zijn aan paalwagen 9 met wielen 12 met aslijnen 13, welke paalwagen d.m.v. zuiger-25 cilinderinrichting 10 horizontaal kan worden bewogen over een horizontale geleiding 11.(Auxiliary) spud pole 5 is used for moving spud pole 4. Spud poles 4 and 5 can be lifted with piston-cylinder devices 8. The spud pole 4 stands vertically in the lowered working condition in the water bottom 24 with a certain penetration depth 26 and at the top in two guide rings 42 which are attached to pole carriage 9 with wheels 12 with axle lines 13, which pole carriage by means of. piston-cylinder device 10 can be moved horizontally over a horizontal guide 11.

Tijdens een baggergang (zwaaibeweging of rotatiebeweging) van de snijkop 3 wordt de voorzijde van snijkop 3 op een vaste afstand R van de spudpaal 4 gehouden door zuiger-cilinderinrichting 10 en lier 7 vast te houden terwijl een cirkelvormige 30 zwaaibeweging Z met straal R rond de spudpaal 4 wordt gemaakt. Aan het einde van elke zwaai Z wordt in de hoek een stap s vooruit gemaakt door de paalwagen 9 met zuiger-cilinderinrichting 10 een staplengte s ten opzichte van de ponton 1 achteruit te verplaatsen. Tijdens een zwaaibeweging wordt de onderzijde van de ladder 2 zijdelings 7 verhaald door aan één zijde met zijlier 19 de zijdraad 18, die aan voorzijanker 17 is verankerd, via klapschijf 47 binnen te halen en aan de andere zijde zijdraad 18 te vieren. Zo is de positie van de snijkop in de zijwaartse richting door beide draden 18 gecontroleerd, terwijl deze draden nog wel een laterale beweging en rotatiebeweging in 5 het verticale vlak door de lengteas van de ponton toelaten en ook een rotatie van de ponton om de as gevormd door een lijn door het virtuele scharnierpunt 31 en het ankerpunt 41 van de spudpaal.During a dredging (swinging or rotating) movement of the cutting head 3, the front side of cutting head 3 is held at a fixed distance R from the spud pole 4 by holding piston-cylinder device 10 and winch 7 while a circular swinging movement Z with radius R around the spud pole 4 is made. At the end of each swing Z, a step s is made in the corner by moving the pile carriage 9 with piston-cylinder device 10 a step length s backwards relative to the pontoon 1. During a swinging movement, the underside of the ladder 2 is laterally raised by pulling in on one side with side winch 19 the side wire 18, which is anchored to front side anchor 17, via folding disk 47 and on the other side celebrating side wire 18. The position of the cutting head in the lateral direction is thus controlled by both wires 18, while these wires still allow a lateral movement and rotational movement in the vertical plane through the longitudinal axis of the pontoon and also a rotation of the pontoon formed about the axis by a line through the virtual pivot point 31 and the anchor point 41 of the spud pole.

De losgesneden grond wordt via zuigbuis 14 en flexibele zuigzak 15 door pomp 16 opgezogen. Na een aantal zwaaien met stapgrootte s wordt de maximum 10 verlenging P van de zuiger-cilinderinrichting 10 van de paalwagen 9 bereikt. De zwaaibeweging wordt nu in het midden, in de hartlijn 48 van de snede, gestopt. Vervolgens wordt de spudpaal 5 neergelaten in waterbodem 24 waarna de spudpaal 4 wordt gehesen en paalwagen 9 met zuiger-cilinderinrichting 10 weer wordt teruggetrokken naar de startpositie. Vervolgens wordt de spudpaal 4 neergelaten in de 15 waterbodem 24 en de spudpaal 5 weer gehesen. Daarna wordt de zwaaibeweging voortgezet en aan het einde van de snede wordt in de hoek weer met stap s gestapt. In fig. 3 a en 3b is een mogelijk snedenpatroon gegeven van sneden A t/m H met stapgrootte s en snede-hoogte d.The soil that has been cut loose is sucked in by pump 16 via suction pipe 14 and flexible suction bag 15. After a number of swings with step size s, the maximum extension P of the piston-cylinder device 10 of the pick-up carriage 9 is reached. The swinging movement is now stopped in the middle, in the center line 48 of the cut. Subsequently, the spud pole 5 is lowered into water bottom 24, whereafter the spud pole 4 is hoisted and pole truck 9 with piston-cylinder device 10 is retracted back to the starting position. Subsequently, the spud pole 4 is lowered into the water bottom 24 and the spud pole 5 is lifted again. The swinging movement is then continued and, at the end of the cut, steps are again made in the corner. Figs. 3a and 3b show a possible cut pattern of cuts A to H with step size s and cut height d.

Fig. 4a toont de orbitaalbeweging van een lange oppervlakte-golf in relatief 20 ondiep water. Snijkopzuigers werken in relatief ondiep water en dit soort lange golven heeft een groot effect op het bewegingsgedrag van de ponton. Duidelijk is te zien dat bij een lange golf op ondiep water zowel een horizontale beweging met amplitude u als een verticale beweging met amplitude w optreedt (zie ook figuur 4b). De snijkop zal daardoor eveneens bewegingen ondergaan, met als gevolg dat zowel horizontale 25 belastingen als verticale belastingen op de snijkopzuiger worden uitgeoefend.FIG. 4a shows the orbital movement of a long surface wave in relatively shallow water. Cutter suction dredgers work in relatively shallow water and these types of long waves have a major effect on the movement behavior of the pontoon. It can clearly be seen that with a long wave on shallow water both a horizontal movement with amplitude u and a vertical movement with amplitude w occur (see also figure 4b). The cutting head will therefore also undergo movements, with the result that both horizontal loads and vertical loads are exerted on the cutter suction dredger.

Met als doel de problemen die samenhangen met deze bewegingen van de snijkop te beperken, is de in de figuur 5 weergegeven kantelarm 27 met steunvlak 52 tussen de ladder 2 en de ondergrond 24 voorzien. Met behulp van de stelcilinder 28 kan de kantelarm 27 worden gedraaid, en tijdens de zwaaibeweging bijvoorbeeld omhoog 30 of omlaag worden ingesteld zodanig dat het steunvlak 52 blijft aanliggen op de ondergrond en de snijkop op een gewenste diepte blijft. Op deze wijze kan de positie van de snijkop 3 ten opzichte van de ondergrond 24 zowel in verticale als in horizontale richting worden ingesteld. De positie in verticale richting van het steunvlak 52, en 8 daarmee van de snij kop 3, ten opzichte van de ondergrond 24 kan gemeten worden met behulp van de lengtemeting 56 en de DGPS hoogtemeting met opnemer 57. Met deze meetapparatuur kan het steunvlak met de snij kop op een zodanige diepte worden ingesteld dat de diepte van de snijkop op het gewenste niveau blijft. Tegelijk gaat het 5 steunvlak tijdens de zwaaibeweging de ongewenste grote bewegingen van de snijkop, veroorzaakt door golven, tegen in zowel horizontale als verticale richting. Daardoor nemen ook de door de golfbeweging veroorzaakte krachten op de spudpalen 4, 5 en de ponton 1 af. Ook de kans op schade neemt af, terwijl de werkbaarheid toeneemt.With the aim of limiting the problems associated with these movements of the cutting head, the tilting arm 27 with support surface 52 between the ladder 2 and the substrate 24 is provided in figure 5. The tilting arm 27 can be rotated with the aid of the adjusting cylinder 28, and can be adjusted up or down during the swinging movement, for example, so that the support surface 52 remains on the substrate and the cutting head remains at a desired depth. In this way the position of the cutting head 3 relative to the substrate 24 can be adjusted both in the vertical and in the horizontal direction. The position in vertical direction of the supporting surface 52, and therefore the cutting head 3, relative to the substrate 24 can be measured with the aid of the length measurement 56 and the DGPS height measurement with sensor 57. With this measuring equipment the support surface can the cutting head must be set at a depth such that the depth of the cutting head remains at the desired level. At the same time, during the swinging movement, the supporting surface counteracts the undesired large movements of the cutting head caused by waves in both the horizontal and vertical directions. As a result, the forces on the spud poles 4, 5 and the pontoon 1 caused by the wave movement also decrease. The chance of damage also decreases, while the workability increases.

Met als doel de voorwaartse stapbeweging mogelijk te maken is volgens de 10 variant van figuur 6a, 6b een steunvlak in de vorm van een glijdschoen 54 voorzien. Deze glijdschoen is kantelbaar door middel van de stelcilinders 28 en 51 zoals weergegeven met de in figuur 6a gestippeld weergegeven positie. In deze positie maakt de glijschoen 54 glijbewegingen dwars op de zwaairichting mogelijk. In de met getrokken lijnen in figuur 6a weergegeven positie, rust het steunvlak 53 op de bodem, 15 en steekt het uitsteeksel, zoals een mesrand 59, georiënteerd volgens zwaairichting in de bodem. De beweging in de lengteas van de ponton, dwars op de zwaaibeweging, wordt dan tegen gegaan. Het steunvlak 53 is voorts draaibaar rond de verticale as 61 opgehangen, zodanig dat deze over de hoek α volgens figuur 6b kan worden verdraaid door middel van een samenstel 63 uit worm en tandwiel. Het steunvlak 53 kan nu 20 zodanig worden gemanipuleerd rond de verticale as 61 dat de afstand R kan worden gehandhaafd. In deze fase kan de functie van de spudpaal derhalve overgenomen worden door het steunvlak 53 met uitsteeksel 59.With the aim of making the forward step movement possible, according to the variant of Figs. 6a, 6b, a support surface in the form of a sliding shoe 54 is provided. This sliding shoe is tiltable by means of the adjusting cylinders 28 and 51 as shown with the position shown in broken lines in Figure 6a. In this position, the sliding shoe 54 allows sliding movements transversely of the swinging direction. In the position shown in solid lines in Fig. 6a, the supporting surface 53 rests on the bottom, and the protrusion, such as a knife edge 59, projects into the bottom oriented in the direction of swing. The movement in the longitudinal axis of the pontoon, perpendicular to the swinging movement, is then prevented. The supporting surface 53 is furthermore rotatably suspended around the vertical axis 61, such that it can be rotated through the angle α according to Figure 6b by means of an assembly 63 of worm and gear. The supporting surface 53 can now be manipulated around the vertical axis 61 in such a way that the distance R can be maintained. In this phase, the function of the spud pole can therefore be taken over by the support surface 53 with protrusion 59.

Figuren 8a-8c tonen een alternatief waarbij de verstelling van rol 49 rond de verticale as geschiedt door middel van een samenstel 63 uit worm en tandwiel. De rol 25 49 kan rond de verticale as 61 over 90° worden verdraaid, zoals weergegeven in figuur 8b. In die positie kan de stap s worden gemaakt aan het eind van de zwaaibeweging.Figures 8a-8c show an alternative in which the adjustment of roller 49 about the vertical axis takes place by means of an assembly 63 of worm and gear. The roller 49 can be rotated 90 ° around the vertical axis 61, as shown in Figure 8b. In that position, the step s can be made at the end of the swinging movement.

De snijkop is door de vlak daarvoor zich bevindende steun 52 ondersteund op de ondergrond; de steun fungeert aldus als een scharnierend ankerpunt van de ponton en de ladder. Bovendien kan de steun de positioneringfunctie van de spudpaal 30 overnemen, zoals reeds gesteld. De spudpaal is nu nog wel nodig om bij aanvang van de zwaaibeweging de afstand R in te stellen, maar het in stand houden van de afstand R kan daarna worden overgelaten aan de steuninrichting.The cutting head is supported on the ground by the support 52 located just before it; the support thus acts as a hinged anchor point of the pontoon and the ladder. Moreover, the support can take over the positioning function of the spud pole 30, as already stated. The spud pole is now still required to set the distance R at the start of the swinging movement, but maintaining the distance R can then be left to the support device.

99

In de variant van figuur 7a, 7c is de steun uitgevoerd als een rol 49 die draaibaar is rond as 50. De rol draagt een rondlopende mesrand 59, bijvoorbeeld in de vorm van een reeks puntvormige tanden 59 (zie figuren 7d, 7e). Deze uitvoering is in het bijzonder geschikt voor een relatief harde ondergrond, waarin een mes minder goed kan 5 worden ingedrongen. De rol 49 is tevens draaibaar over een hoek α rond de verticale as 61, door middel van een samenstel 63 uit worm en tandwiel zoals weergegeven in figuur 7b. Daarmee kan de straal R van de zwaaibeweging worden gehandhaafd.In the variant of Figs. 7a, 7c the support is designed as a roller 49 which is rotatable about axis 50. The roller carries a circumferential knife edge 59, for example in the form of a series of pointed teeth 59 (see Figs. 7d, 7e). This embodiment is particularly suitable for a relatively hard surface, into which a knife cannot penetrate as well. The roller 49 is also rotatable through an angle α around the vertical axis 61, by means of a worm and gear assembly 63 as shown in Figure 7b. The radius R of the swinging movement can hereby be maintained.

Verder is de rol 49 kantelbaar naar de in de figuur 7c weergegeven positie, waarin de rol 49 dan steunt op het bolvormige gedeelte 60 daarvan. Dit bolvormige gedeelte kan 10 zodanig afrollen/glijden over de ondergrond tijdens deze kantelbeweging dat de mesrand 59 vrij komt van de ondergrond. In die positie van de rol 49 kan de stap s aan het eind van de zwaaibeweging worden uitgevoerd. Door middel van de stelcilinders 28 kan de rol 49 in hoogte versteld worden ten opzichte van de ladder 2 en de snijkop 3.Furthermore, the roller 49 is tiltable to the position shown in Figure 7c, in which the roller 49 then rests on the spherical portion 60 thereof. This spherical portion can roll / slide over the substrate during this tilting movement such that the knife edge 59 is released from the substrate. In that position of the roller 49, the step s can be carried out at the end of the swinging movement. By means of the adjusting cylinders 28, the roller 49 can be adjusted in height relative to the ladder 2 and the cutting head 3.

Figuren 9 en 10 tonen een verder alternatief, waarbij een rol 49 om een as 50 15 verdraaibaar is die horizontaal en dwars op de lengteas van de ponton 1 is gericht, in de richting derhalve van de zwaaibeweging. De rol 49 draagt messen 65 die zich uitstrekken volgens de zwaaibeweging, zodat de verplaatsing van de steuninrichting en de snijkop tijdens de zwaaibeweging niet wordt gehinderd door de in de ondergrond reikende messen 65. De rol werkt tevens samen met de reminrichting 70 die de 20 verdraaiing van de rol rond de as 50 beïnvloedt. Wanneer de rol aldus verhinderd wordt te draaien rond de as 66, is de onderkant van de ladder 2 met de snijkop 3 niet horizontaal in de lengterichting van de ponton verplaatsbaar. Aan het eind van de zwaaibeweging kan de stap s worden gemaakt door de rem vrij te geven, de rol te verdraaien totdat de gewenste stapgrootte is bereikt waarna de rem geactiveerd wordt 25 voor het onverdraaibaar vastzetten van de rol 49. Vervolgens kan de zwaaibeweging in tegengestelde richting worden uitgevoerd. Met cilinder 64 kan de as 50 van rol 49 in sleuf 67 over een hoek α worden gedraaid om as 61.Figures 9 and 10 show a further alternative, in which a roller 49 is rotatable about an axis 50 which is oriented horizontally and transversely to the longitudinal axis of the pontoon 1, in the direction therefore of the swinging movement. The roller 49 carries knives 65 which extend in accordance with the swinging movement, so that the displacement of the support device and the cutting head during the swinging movement is not impeded by the knives 65 extending into the ground. The roller also cooperates with the braking device 70 which controls the rotation. of the roll around the axis 50. Thus, when the roll is prevented from rotating about the axis 66, the underside of the ladder 2 with the cutting head 3 cannot be moved horizontally in the longitudinal direction of the pontoon. At the end of the swinging movement, the step s can be made by releasing the brake, rotating the roller until the desired step size is reached, after which the brake is activated for the non-rotatable locking of the roller 49. Subsequently, the swinging movement can be done in opposite directions. direction. With cylinder 64, the axis 50 of roller 49 in slot 67 can be rotated through an angle α about axis 61.

De variant van de figuren 11a, 11b bezit een rol 49, draaibaar rond as 50, horizontaal en dwars op de lengteas van de ponton 1 in de zwaairichting. De rol 49 30 draagt reeksen snijdende schijven 66, welke reeksen evenwijdig zijn aan de as 50 en regelmatig zijn verdeeld over de omtrek van de rol 49. De as 71 van elke schijf 66 is loodrecht gericht op de as 50 van de rol, in wezen rakend aan het oppervlak van de rol 49 of evenwijdig aan een raaklijn aan dat oppervlak. Dergelijke schijven leiden tot een 10 lagere zijlierbelasting tijdens het zijdelings verhalen van de snijkop terwijl de grip op de ondergrond in de langsrichting van de ponton 1 door indringing van de schijven 66 in de ondergrond/rots gehandhaafd blijft.The variant of figures 11a, 11b has a roller 49, rotatable about axis 50, horizontally and transversely of the longitudinal axis of the pontoon 1 in the swinging direction. The roller 49 carries series of cutting discs 66, which are parallel to the axis 50 and are regularly distributed around the circumference of the roller 49. The axis 71 of each disc 66 is perpendicular to the axis 50 of the roller, essentially touching the surface of the roller 49 or parallel to a tangent to that surface. Such discs lead to a lower lateral winch load during lateral recovery of the cutting head while the grip on the substrate in the longitudinal direction of the pontoon 1 is maintained by penetration of the discs 66 into the substrate / rock.

In de uitvoeringsvorm van de snijkopzuiger volgens figuur 12 is de stabilisatie 5 van de steuninrichting verkregen door een draad 101 tussen verbindingspunt 23 op spudpaal 4 en schijf 30 aan het ondereinde van ladder 2; via deze schijf 30 loopt deze draad 101 naar lier 22 op ladder 2. De afstand R tussen spudpaal 4 en de voorzijde van snijkop 3 wordt ingesteld m.b.v. lier 22 op ladder 2. Aan het eind van de zwaai wordt draad 101 gevierd met staplengte s. Tijdens de zwaai wordt de lengte van 10 verbindingsmiddel 21 constant gehouden, waardoor de lengte R tussen punt 41 in spudpaal 4 en de voorzijde van de snijkop constant is. Tegelijkertijd wordt tijdens de zwaai paalwagen 9 met zuiger-cilinderinrichting 10 met een constante kracht achteruitgedrukt, waardoor verbindingsmiddel 21 strak blijft staan. Door de strakke draad 101 van verbindingsmiddel 21 blijft de horizontale positie van de steuninrichting 15 en van de snijkop 3 ten opzichte van de vaste ondergrond constant.In the embodiment of the cutter suction dredger according to Figure 12, the stabilization 5 of the support device is obtained by a wire 101 between connecting point 23 on spud pole 4 and disk 30 at the lower end of ladder 2; this wire 101 runs via this disc 30 to winch 22 on ladder 2. The distance R between the spud pole 4 and the front side of cutting head 3 is set by means of winch 22 on ladder 2. At the end of the swing, wire 101 is celebrated with step length s. During the swing, the length of connecting means 21 is kept constant, so that the length R between point 41 in spud pile 4 and the front of the cutting head is constant. At the same time, during the swing, pile truck 9 with piston-cylinder device 10 is pressed back with a constant force, so that connecting means 21 remains tight. Due to the tight wire 101 of connecting means 21, the horizontal position of the supporting device 15 and of the cutting head 3 with respect to the fixed surface remains constant.

In fig. 13 wordt weer een andere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding getoond waarmee deze ook tijdens het verpalen in gebruik kan blijven. De draad 101 van verbindingsmiddel 21 tussen de ladder 2 en de spudpaal 4 loopt via een geleidingsconstructie 39 door of dicht langs spudpaal 4 naar een verankering 40 met de 20 waterbodem welke verankering is gepositioneerd achter de spudpaal 4 op de hartlijn van de snede. De spankracht Fs wordt ook hier ingesteld met zuiger-cilinderinrichting 10 en wordt via de draad 101 en verankering 40 opgevangen door de vaste ondergrond. Tijdens het verpalen ligt de as van de ponton op de hartlijn 48 van de snede in het midden van de zwaai. Daardoor loopt de voorgespannen draad 101 in een rechte lijn 25 van schijf 30 op de ladder naar het ankerpunt 40 en levert op geleidingsconstructie 39 nagenoeg geen dwarskracht en als gevolg daarvan optredende wrijvingskracht op spudpaal 4. Daarom kan de spudpaal 4 bij het verpalen vrij van de bodem worden getild en horizontaal vrij schuivend met behulp van geleiding 39 langs draad 101 worden verplaatst. Dit heeft het belangrijke en grote voordeel dat ook tijdens het 30 verpalen de verankering van de draad 101 met de vaste ondergrond in stand blijft en daarmee een horizontale beweging van de steuninrichting en van de snijkop wordt verhinderd.Fig. 13 shows yet another embodiment of the device according to the invention, with which it can also remain in use during the packaging. The wire 101 of connecting means 21 between the ladder 2 and the spud pole 4 runs through a guide structure 39 through or close to spud pole 4 to an anchor 40 with the water bottom, which anchor is positioned behind the spud pole 4 on the center line of the cut. The tension force Fs is also set here with piston-cylinder device 10 and is absorbed by the fixed surface via the wire 101 and anchoring 40. During peeling, the axis of the pontoon lies on the center line 48 of the cut in the center of the sweep. As a result, the prestressed wire 101 runs in a straight line 25 from disc 30 on the ladder to the anchor point 40 and provides virtually no transverse force on guide structure 39 and frictional force occurring on the spud pile 4 as a result. The bottom can be lifted and moved horizontally with the help of guide 39 along wire 101. This has the important and great advantage that the anchoring of the wire 101 with the fixed base remains in place even during peeling and thus horizontal movement of the supporting device and of the cutting head is prevented.

Claims

Cutter suction dredger, comprising a pontoon (1), a ladder (2), one end of which is suspended from the pontoon, which ladder can be brought into a downwardly facing position relative to the pontoon, a cutting head (3) for cutting off rock or soil at the other end of the ladder, a suction installation for extracting loose rock or soil, at least one spud pole (4) cooperating with the pontoon for anchoring the pontoon with respect to a water bottom (24) and a supporting device ( 49, 52, 53) near the cutting head to support the cutting head with respect to the water bottom, wherein stabilizing means (59, 65, 66) are provided for stabilizing the cutting head (3) and / or ladder (2) relative to and along the surface defined by the water bottom, characterized in that the support device (49, 52, 53) is adjustable in height direction on the ladder (2), for example by means of a piston / cylinder device (28). 15

The cutter suction dredger according to claim 1, wherein the support device (49, 52, 53) is pivotally suspended on the ladder (2) according to a substantially vertical axis (61) (Figs. 6b, 7b, 8c, 10).

The cutter suction dredger according to any one of claims 1-2, wherein the support device (49, 52, 53) comprises at least one protrusion (59, 65, 66) that can be penetrated into the water bottom.

4. Cutter suction dredger according to claim 5, wherein the support device (49, 52, 53) has a support surface (52, 53) that can be turned towards the water bottom (24) and that can be supported on the water bottom, and the at least one protrusion (59, 65) protrude with respect to that support surface (52, 53).

The cutter suction dredger according to claim 6, wherein the support device (49, 52, 53) is tiltable between a stabilization position in which the support surface (52, 53) is directed towards 30 and can be supported on the water bottom (24) and the projection (59) can be urged is in the water bottom, and a release position in which the support surface (52, 53) and the protrusion (59) can be supported at a distance from and / or free from the water bottom (24) (Figs. 5-8c).

The cutter suction dredger according to claim 5, wherein the support device (49, 52, 53) has a sliding member (54, 60) that is tiltable between a resting position at a distance from the water bottom and a sliding position in which the sliding member can be supported and slidable on the water bottom, which resting position of the sliding member (54, 60) is associated with the stabilizing position of the supporting device (49, 52, 53) and which sliding position of the sliding member (54, 60) is related to the release position of the supporting device.

The cutter suction dredger according to any one of claims 4-6, wherein the support device is designed as a foot (52, 53) (Figs. 5-6b). 10

The cutter suction dredger according to claims 6 and 7, wherein the foot (52, 53) and the glider (54) are mounted on a frame that is tiltably suspended from the ladder and that is drivable by, for example, a hydraulic piston / cylinder device (51). 15

The cutter suction dredger according to any one of claims 4-6, wherein the support device is designed as a roller (49) with a surface which is rotationally symmetrical, which surface is provided with the at least one protrusion (59, 65) (fig. 7a-10, 11) .

The cutter suction dredger according to claim 9, wherein the axis of the roll (49) has a position in a vertical plane parallel to or coinciding with the longitudinal direction of the pontoon (1) and the peripheral surface of the roll (49) is provided with a series spaced apart projections and / or of a circumferential knife (59) (Figs. 7a-8c). 25

The cutter suction dredger according to claims 6 and 10, wherein the roller (49) comprises a cylindrical surface portion and a glider designed as a spherical or conical head (60).

The cutter suction dredger according to claim 9, wherein the support device is designed as a roller (49) with a rotationally symmetrical surface, the axis of which (50) is oriented horizontally and transversely to the ladder (2), as well as a series regularly over the circumference of the roller distributed projections, such as blades (65) (Figs. 9, 10) or discs (66) directed parallel to the axis of the roller, whose axis of rotation (71) is perpendicular to the axis (50) and tangent to the surface of the roller roll, or parallel to a tangent on the surface of the roll, is oriented (Fig. 11).

13. Cutter suction dredger according to any one of claims 9-12, wherein the roller (49) cooperates with a brake member (70) for setting a fixed rotational position of the roller.

The cutter suction dredger according to any of claims 9-13, wherein the roller (49) cooperates with a drive (72) for rotating the roller.

A cutter suction dredger according to any one of the preceding claims, wherein a connecting means (21) of adjustable length extends between the spud pole and the ladder.

The cutter suction dredger according to claim 15, wherein a tensioning device (10) is provided for biasing the connecting means (21). 15

The cutter suction dredger according to any of claims 15-16, wherein a length adjustment device (22) is provided for adjusting the length of the connection between the spud pole (4) and the ladder (2).

The cutter suction dredger according to any of claims 15-17, wherein the connecting means (21) is rigidly connected to the spud pole (4) (Fig. 12).

The cutter suction dredger according to any of claims 15-17, wherein the connecting means (21) is movably guided along a guide (39) on the spud pole 25 (4) and extends from the guide to and is connected to an anchor (40) which can be anchored in the water bottom (24) and which is preferably located on the side of the spud pole (4) remote from the cutting head (3).

20. Cutter suction dredger according to any one of the preceding claims, wherein the ladder (2) is rotatably suspended at one end from the pontoon (1) and spaced apart from the rotatable suspension (20) by means of a hoisting cable (6) and a swell compensator ( 25) is suspended from the pontoon (1).