NL2009158B1 - Werkwijze voor het leggen van een pijpleiding en daarbij te gebruiken bergingstank. - Google Patents

Werkwijze voor het leggen van een pijpleiding en daarbij te gebruiken bergingstank. Download PDF

Info

Publication number
NL2009158B1
NL2009158B1 NL2009158A NL2009158A NL2009158B1 NL 2009158 B1 NL2009158 B1 NL 2009158B1 NL 2009158 A NL2009158 A NL 2009158A NL 2009158 A NL2009158 A NL 2009158A NL 2009158 B1 NL2009158 B1 NL 2009158B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
storage tank
pipes
transport
route
pipeline
Prior art date
Application number
NL2009158A
Other languages
English (en)
Other versions
NL2009158A (nl
Inventor
Christiaan Bols René
Original Assignee
Christiaan Bols René
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Christiaan Bols René filed Critical Christiaan Bols René
Priority to NL2009158A priority Critical patent/NL2009158B1/nl
Publication of NL2009158A publication Critical patent/NL2009158A/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2009158B1 publication Critical patent/NL2009158B1/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16LPIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16L1/00Laying or reclaiming pipes; Repairing or joining pipes on or under water
    • F16L1/024Laying or reclaiming pipes on land, e.g. above the ground
    • F16L1/028Laying or reclaiming pipes on land, e.g. above the ground in the ground
    • F16L1/036Laying or reclaiming pipes on land, e.g. above the ground in the ground the pipes being composed of sections of short length

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Loading And Unloading Of Fuel Tanks Or Ships (AREA)
  • Sewage (AREA)

Abstract

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het leggen van een pijpleiding. Deze werkwijze omvat de stappen van: - het bepalen van een tracé voor de pijpleiding, - het met een vrachtwagen over de weg naar een overslaglocatie in de buurt van het tracé aanvoeren van een aantal pijpen, - het met behulp van een bergingstank overslaan van de pijpen van de vrachtwagen op de bergingstank, - het met de bergingstank door het land naar het tracé transporteren van de pijpen, - het met behulp van de bergingstank bij het tracé neerleggen van de pijpen, en - het met elkaar verbinden van de pijpen. De uitvinding betreft verder een bergingstank die bedoeld is voor gebruik in een dergelijke werkwijze.

Description

Werkwijze voor het leggen van een pijpleiding en daarbij te gebruiken bergingstank
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het leggen van een pijpleiding, omvattende de stappen van: a) het bepalen van een tracé voor de pijpleiding, b) het met een vrachtwagen over de weg naar een overslaglocatie in de buurt van het tracé aanvoeren van een aantal pijpen, c) het overslaan van de pijpen van de vrachtwagen op een rupsvoertuig, d) met het rupsvoertuig door het land naar het tracé transporteren van de pijpen, e) het bij het tracé neerleggen van de pijpen, en f) het met elkaar verbinden van de pijpen.
Een dergelijke werkwijze is algemeen bekend, en wordt toegepast bij het leggen van pijpleidingen, bijvoorbeeld voor het transport van gassen of vloeistoffen over grote afstanden.
Tot nu toe is het zo dat pijpen die onderdeel moeten vormen van een aan te leggen pijpleiding door middel van een vrachtwagen over de weg naar een locatie gebracht worden in de buurt van de plaats waar de pijpleiding zal komen te lopen. Dit omdat pijpleidingen in het algemeen het kortst mogelijke traject tussen twee punten zullen volgen, en liefst op enige afstand van bebouwing en dergelijke om overlast zo veel mogelijk te vermijden. Omdat vrachtwagens niet buiten de verharde weg hun lading kunnen afgeven, worden de pijpen op de overslaglocatie van de vrachtwagen genomen en daarop een ander voertuig geplaatst, dat wel geschikt is om in het terrein te rijden. Daartoe wordt meestal gebruik gemaakt van een mobiele kraan, rupskraan, telekraan of draadkraan, die de pijpen van de vrachtwagen neemt en deze op een speciale pijpentransporteur legt. Deze transporteur is een omgebouwde bulldozer met aan weerszijden een aantal jukken voor het dragen van de pijpen. De mobiele kraan kan gevormd worden door een graafmachine met aan het eind van zijn graafarm een speciaal gereedschap voor het opnemen van de pijpen. Wanneer de transporteur beladen is, rijdt deze door het terrein naar de plaats langs de sleuf waar de pijpen gebruikt zullen gaan worden. Daar wordt de transporteur gelost door een tweede mobiele kraan.
De pijpen hebben in de praktijk een lengte tussen 15 en 20 meter bij een diameter van 1 meter 20 (48 inch).
Het gewicht van dergelijke pijpen kan bijna 15 ton bedragen. Dit brengt met zich mee dat een vrachtwagen slechts twee of drie van dergelijke pijpen kan aanvoeren, terwijl de speciale pijptransporteur afhankelijk van de bodemgesteldheid vier tot zes pijpen zal kunnen transporteren, dus twee vrachtwagenladingen. Met de bekende werkwijze is het mogelijk in een werkdag van 10 uur ongeveer 500 meter pijpleiding aan te leggen.
De bekende werkwijze heeft een aantal nadelen. In de eerste plaats vergt deze aanzienlijke investeringen, aangezien er naast de speciale pijpentransporteur twee mobiele kranen nodig zijn, een voor het lossen van de vrachtwagens op de overslaglocatie en een voor het lossen van de pijpentransporteur bij de sleuf. Bovendien heeft het gebruik van een pijpentransporteur op basis van een bulldozeronderstel het nadeel hierdoor het terrein zwaar belast wordt. Dit is het gevolg van de starre constructie en de geringe lengte van het loopwerk van een bulldozer. Bovendien kan deze pijpentransporteur niet op de weg rijden, omdat het stalen loopwerk het wegdek zou beschadigen. Dit brengt met zich mee dat, wanneer een pijpleiding een weg kruist, de pijpentransporteur ter plaatse met behulp van een dieplader moet worden "overgezet". Dit is omslachtig en tijdrovend.
De uitvinding heeft nu tot doel een werkwijze van de hiervoor beschreven soort te verschaffen, waarbij deze nadelen zich niet of althans in mindere mate voordoen. Volgens de uitvinding wordt dit bij een dergelijke werkwijze bereikt, doordat de stappen c), d) en e) uitgevoerd worden door een bergingstank.
Door gebruik te maken van een bergingstank, die de pijpen vanaf de vrachtwagen kan nemen, door het land kan transporteren en daar weer kan neerleggen, kan volstaan worden met aanzienlijk minder materieel dan bij de conventionele werkwijze. De bergingstank vervult immers de functie van zowel pijpentransporteur als mobiele kraan. Bovendien is een bergingstank als gevolg van de onafhankelijke vering van het loopwerk en het langere loopvlak minder belastend voor het terrein dan de pijpentransporteur op basis van een bulldozer. Ook is een tank aanzienlijk sneller en wendbaarder. Doordat het loopwerk van een tank bovendien rubber blokken omvat, beschadigt een bergingstank het wegdek niet of nauwelijks. Daardoor is het mogelijk met de tank over de weg van de ene naar de andere locatie te rijden, en kan een bergingstank in elk geval een weg oversteken, die de pijpleiding eventueel kruist. Tenslotte heeft een bergingstank voldoende eigen gewicht om stabiel te blijven wanneer bij het laden of lossen van de pijpen een behoorlijke afstand overbrugd moet worden.
Bij voorkeur hijst de bergingstank in stap c) de pijpen van de vrachtwagen en plaatst deze op een transportjuk. Zo kan de vrachtwagen snel worden gelost.
Daarbij worden de pijpen in stap c) bij voorkeur op een op de bergingstank aangebracht transportjuk geplaatst. De bergingstank fungeert dan zelf als pijpentransporteur.
Anderzijds of daarnaast is het ook denkbaar dat de pijpen op een transportjuk geplaatst worden, dat op een door de bergingstank getrokken aanhanger aangebracht is. In dat geval fungeert de bergingstank dus (mede) als trekker voor een niet-zelfrijdende pijpentransporteur. Overigens kan in dat geval ook de bergingstank zelf worden beladen, waardoor meer pijpen in een keer kunnen worden getransporteerd.
Voor de stappen c) en e) wordt bij voorkeur gebruik gemaakt van een op de bergingstank aangebrachte telescopische kraan. Een dergelijke telescopische kraan heeft een relatief groot bereik, zeker in vergelijking met de arm van een graafmachine, waardoor pijpen van verder weg kunnen worden opgenomen en ook over een grotere afstand kunnen worden weggelegd, zonder dat daarvoor verplaatsingen van de bergingstank zelf nodig zijn.
De uitvinding heeft verder betrekking op een bergingstank die gebruikt kan worden bij een werkwijze als hiervoor beschreven.
In een voorkeursuitvoering is deze bergingstank voorzien van ten minste één transportjuk voor pijpen.
Het transportjuk is bij voorkeur ingericht om de pijpen in de rijrichting te dragen. Hierdoor kunnen de pijpen, die relatief lang zijn, goed worden ondersteund en op stabiele wijze worden getransporteerd.
Ter verhoging van de transportcapaciteit en ter verbetering van de stabiliteit is de bergingstank bij voorkeur voorzien van twee aan weerszijden van de tank aangebrachte transportjukken. Deze jukken kunnen beweegbaar zijn tussen een ingetrokken transportstand en een uitgestoken gebruiksstand. Deze beweging kan hydraulisch worden aangedreven.
De bergingstank is verder bij voorkeur voorzien van een telescopische kraan.
In een voorkeursuitvoering van de bergingstank is de kraan roteerbaar daarop gelagerd. Zo kunnen pijpen op verschillende posities ten opzichte van de bergingstank worden opgenomen en neergelegd.
Bij voorkeur heeft de telescopische kraan een capaciteit van ten minste 40 ton-meter, meer bij voorkeur ten minste 70 ton-meter en meest bij voorkeur ten minste 100 ton-meter. Zo kunnen relatief grote en zware pijpen over een relatief groot bereik worden verplaatst.
Teneinde de stabiliteit van de bergingstank bij gebruik van de telescopische kraan te verhogen, is deze bij voorkeur voorzien van stempels. Deze stempels kunnen, bijvoorbeeld hydraulisch, beweegbaar zijn tussen een ingetrokken transportstand en een uitgestoken gebruiksstand.
Verder is de bergingstank bij voorkeur voorzien van middelen voor het trekken van een aanhanger. Hierdoor kan zoals gezegd de transportcapaciteit worden vergroot.
Door gebruik te maken van een bergingstank kan de productiviteit ten opzichte van de conventionele werkwijze worden verdubbeld, terwijl de investeringen lager zijn. het is met behulp van een bergingstank mogelijk om meer dan een kilometer pijpleiding per werkdag aan te leggen.
De uitvinding wordt nu toegelicht aan de hand van een voorbeeld, waarbij verwezen wordt naar de bijgevoegde tekening, waarin:
Figuur 1 een schematisch aanzicht is van de aanleg van een pijpleiding, waarin het tracé van de leiding en een overslaglocatie getoond zijn, alsmede een vrachtwagen en een bergingstank,
Figuur 2 een schematisch perspectivisch aanzicht is van de bergingstank tijdens het hanteren van een pijp, Figuur 3 een zijaanzicht is van de bergingstank met de telescopische kraan in ingeschoven toestand,
Figuur 4 een met figuur 3 overeenkomend aanzicht is van de bergingstank met transportjukken en pijpen,
Figuur 5 een vooraanzicht is van de bergingstank van figuur 1, waar een van de zij stempels in uitgestoken toestand is getoond, en
Figuur 6 een met figuur 5 overeenkomend aanzicht is van de bergingstank met transportjukken en pijpen.
Om een pijpleiding 1 te leggen wordt eerst een tracé 2 voor de leiding bepaald, waarna pijpen 3 worden aangevoerd die naast het tracé 2 met elkaar verbonden worden tot een leiding. Vervolgens wordt ter plaatse van het gemarkeerde tracé 2 een sleuf gegraven, waar de leiding 1 in geplaatst wordt. De pijpen 2 worden geproduceerd in een fabriek en op een vrachtwagen 4 over de weg 5 aangevoerd. Omdat pijpleidingen in het algemeen op enige afstand van overige infrastructuur worden aangelegd, en vrachtwagens meestal niet geschikt zijn om in het terrein te rijden, moeten de pijpen 3 door een speciaal daartoe geschikt terreinvoertuig van de weg 5 naar het tracé 2 worden getransporteerd. Daartoe wordt de vrachtwagen 4 op een overslaglocatie 6 gelost, en worden de pijpen 3 daar overgenomen door het terreinvoertuig.
Volgens de uitvinding wordt als terreinvoertuig voor het transporteren van de pijpen 3 door het terrein 7 tussen de overslaglocatie 6 en het tracé 2 gebruik gemaakt van een bergingstank 8. Deze bergingstank is voorzien van een loopwerk 9 met twee rupsen 10 die over wielen 11 lopen. Deze wielen 11 zijn onafhankelijk opgehangen, en de rupsen 10 zijn relatief lang, zodat de oppervlaktedruk relatief gering is, en het terrein dus niet al te zeer wordt beschadigd wanneer de bergingstank 8 passeert.
De bergingstank 8 is verder voorzien van transportjukken 12 aan weerszijden van zijn chassis 13, waarop de pijpen 3 vervoerd kunnen worden. Deze transportjukken 12 kunnen hydraulisch in- en uitgeklapt worden, zodat de breedte van de bergingstank 8 beperkt blijft wanneer deze geen pijpen vervoert. De transportjukken 12 zijn voorzien van schalen 23, waarvan de afmetingen zijn aangepast aan de diameter van de te transporteren pijpen 3. Eventueel kunnen voor gebruik in geaccidenteerd terrein nog extra schalen voorzien zijn, waarmee de pijpen 3 kunnen worden ingeklemd om wegglijden of -rollen te voorkomen.
Verder is de bergingstank 8 voorzien van een telescopische kraan 14, waarvan de voet 15 roteerbaar om een verticale as V gelagerd is in het chassis 13. De arm 16 van de kraan 14 is zwenkbaar om een horizontale as H gelagerd in de voet 15. De arm 16 vertoont een eerste segment 16A en een zwenkbaar daarmee verbonden tweede segment 16B. Het segment 16B vormt de basis van het telescopisch deel, dat een drietal uitschuifbare segmenten 16C-E omvat die door middel van hydraulische vijzels 17, 18 ten opzichte van elkaar uit en ingeschoven kunnen worden. De zwenkbeweging van het tweede segment 16B ten opzichte van het eerste segment 16A vindt plaats door middel van een hydraulische vijzel 19, terwijl de zwenkbeweging van de arm 16 ten opzichte van de voet 15 bewerkstelligd wordt door een hydraulische vijzel 20 .
De capaciteit van de telescopische kraan 14 en het formaat, de prestaties en het gewicht van de bergingstank 8 zijn afgestemd op de te verwachten lasten. In de praktijk zullen de pijpen 3 een gewicht van hooguit 15 ton hebben. Om dergelijke pijpen over bijvoorbeeld een afstand van 7 of 8 meter te kunnen opnemen of afleggen is een kraan 14 nodig met een capaciteit van ten minste 100 ton-meter. Voor lichtere werkzaamheden, bijvoorbeeld het verwerken van pijpen met kleinere diameters en/of lengtes zou volstaan kunnen worden met een berginstank 8 met een kleinere kraan 14, bijvoorbeeld een kraan van 40 of 50 ton-meter.
Het eigen gewicht van de bergingstank 8 en de spoorbreedte van zijn loopwerk 9 moeten groot genoeg zijn om de pijpen 3 ook naast de bergingstank 8 te kunnen hanteren. Gezien de lengte van de pijpen 3 worden deze immers in langsrichting van de bergingstank 8, dus in de rijrichting geplaatst op de transportjukken 12 aan de zijkanten. Om te voorkomen dat de bergingstank 8 onder deze last zou kantelen is een eigen gewicht in de orde van 60 ton - inclusief de kraan 14 - bij een spoorbreedte van 2,5 tot 3 meter wel een vereiste.
De afmetingen en capaciteit van de telescopische kraan 14 zijn daarbij ook zodanig, dat de pijpen 3 in de vlucht gedraaid kunnen worden. Dit houdt in dat de kraan 14 het gewicht van een pijp 3 moet kunnen dragen wanneer de arm 16 over ten minste de halve lengte van de pijp 3 telescopisch is uitgeschoven.
Om de bergingstank 8 stabiel te houden tijdens het werken met uitgestoken kraanarm 16 is deze voorzien van stempels 24 aan de zijkanten en een stempel 25 aan de voorkant. Zo kan de bergingstank over driekwart van zijn omtrek gestempeld worden. Het voorste stempel 25 wordt hier gevormd door een dozerblad, dat vaak al onderdeel vormt van de vaste uitrusting van de bergingstank 8. Dit dozerblad 25 kan door middel van hydraulische vijzeis 26 worden uitgeklapt tot het vlak op de grond ligt, en zo een stempel vormt. Elk zijstempel 24 omvat een plank 27 die zich ongeveer over de lengte van het loopwerk 9 uitstrekt. Deze plank 27 is met zwenkarmen 28 bevestigd aan de zijkant van de bergingstank 8 en kan door hydraulische vijzels 29 worden in- en uitgeklapt.
De bergingstank 8 is tenslotte ook nog voorzien van middelen 21 voor het daaraan bevestigen van een aanhanger 22, bijvoorbeeld een rupsvoertuig of ander een terreinvoertuig zonder eigen aandrijving. Deze bevestigingsmiddelen zijn bijvoorbeeld ingericht voor het opnemen van één eind van een trekstang of trekframe, waarvan het andere eind aan de aanhanger 22 bevestigd kan zijn. Dergelijke bevestigingsmiddelen 21 kunnen zowel aan de achterzijde als aan de voorzijde van de bergingstank 8 zijn voorzien.
In figuur IA is te zien hoe de bergingstank 8 een vrachtwagen 4 lost die met pijpen 3 beladen is, en deze pijpen 3 aflegt op transport jukken 12 langs zijn eigen zijkanten. Daarnaast wordt een deel van de pijpen 3 op een aanhanger 22 geladen, die in het getoonde voorbeeld achter de bergingstank 8 gekoppeld is. Voor het lossen van de vrachtwagen 4 en het beladen van de bergingstank 8 en de aanhanger 22 wordt gebruik gemaakt van de uitschuifbaarheid van de kraan 14 en de draaibaarheid daarvan om de verschillende assen V, H.
Nadat de bergingstank 8 en eventueel de aanhanger 22 geheel beladen zijn, rijdt de bergingstank 8 door het terrein 7 naar het tracé 2. Overigens kan naar of langs het trace een service road of zandbaan zijn aangelegd om de begaanbaarheid te verbeteren. Daar worden wederom met behulp van de kraan 14 de pijpen 3 van de bergingstank 8 gelost en langs het tracé 2 gelegd, zoals getoond in figuur 1B.
Wanneer een aanhanger 22 meegevoerd is, worden ook daarvan de pijpen 3 gelost en naast de het tracé 2 geplaatst.
Daarbij worden de pijpen 3 enigszins 'in verstek' op zandhopen 30 geplaatst. Doordat de bergingstank 8 zeer wendbaar is, en bovendien de kraan 14 zeer veel bewegingen mogelijk maakt, kunnen de pijpen 3 nauwkeurig naast het tracé gelegd worden, zodat deze vervolgens eenvoudig met elkaar verbonden kunnen worden.
Zodra alle pijpen 3 gelost zijn, keert de bergingstank 8 weer terug naar de overslaglokatie 6 voor het ophalen van een nieuwe lading pijpen.
De zo aangevoerde pijpen 3 worden vervolgens gericht en met elkaar verbonden tot een pijpenstreng. Daarna of tegelijkertijd wordt langs het gemarkeerde trace 2 een sleuf gegraven, waar de pijpenstreng uiteindelijk in geplaatst wordt.
Zo kan door gebruik te maken van een bergingstank die zowel een mobiele kraan als een transportvoertuig vormt, een hoge productiviteit worden bereikt bij het aanvoeren van pijpen voor het aanleggen van een pijpleiding. Overigens is de bergingstank door zijn veelzijdigheid ook voor andere werkzaamheden bruikbaar. Zo maakt de relatief grote en sterke kraan de tank geschikt voor allerhande hijswerkzaamheden, zowel stilstaand als rijdend. Zo kan de bergingstank 8 ook gebruikt worden voor het transporteren en in de sleuf plaatsen van betonnen verankeringselementen voor de pijpleiding. Ook kan de bergingstank 8 ingezet worden bij het tot een parabool trekken of hijsen van de pijpenstreng alvorens deze in de sleuf geplaatst wordt (fig. 1B) , en bij het uiteindelijk in de sleuf neerlaten van de pijpenstreng. Dit zijn werkzaamheden waarbij meerdere kranen betrokken zijn. Tenslotte is de bergingstank meestal ook uitgerust is met een lier waardoor zware lierwerkzaamheden en ook bergingswerkzaamheden natuurlijk mogelijk zijn. Verder kan de tank door geschikt gekozen werktuigen daaraan toe te voegen ook gebruikt worden voor het uitvoeren van grondwerkzaamheden, bijvoorbeeld frezen of diepploegen.
Hoewel de uitvinding hiervoor is toegelicht aan de hand van een voorbeeld, zal het duidelijk zijn dat deze daartoe niet is beperkt, maar op velerlei wijze kan worden gevarieerd. De omvang van de uitvinding wordt dan ook uitsluitend bepaald door de nu volgende conclusies.

Claims (13)

1. Werkwijze voor het leggen van een pijpleiding, omvattende de stappen van: a) het bepalen van een tracé voor de pijpleiding, b) het met een vrachtwagen over de weg naar een overslaglocatie in de buurt van het tracé aanvoeren van een aantal pijpen, c) het overslaan van de pijpen van de vrachtwagen op een rupsvoertuig, d) het met het rupsvoertuig door het land naar het tracé transporteren van de pijpen, e) het bij het tracé neerleggen van de pijpen, en f) het met elkaar verbinden van de pijpen, met het kenmerk, dat de stappen c), d) en e) uitgevoerd worden door een bergingstank.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de bergingstank in stap c) de pijpen van de vrachtwagen hijst en op een transportjuk plaatst.
3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de pijpen in stap c) op een op de bergingstank aangebracht transportjuk geplaatst worden.
4. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de pijpen in stap c) op een transportjuk geplaatst worden, dat aangebracht is op een door de bergingstank getrokken aanhanger. b. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat voor de stappen c) en e) gebruik gemaakt wordt van een op de bergingstank aangebrachte telescopische kraan.
6. Bergingstank, kennelijk bedoeld voor gebruik in een werkwijze volgens één der voorgaande conclusies.
7. Bergingstank volgens conclusie 6, gekenmerkt door ten minste één transportjuk voor pijpen.
8. Bergingstank volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het transportjuk ingericht is om de pijpen in de rijrichting te dragen.
9. Bergingstank volgens conclusie 7 of 8, gekenmerkt door twee aan weerszijden van de tank aangebrachte transportjukken.
10. Bergingstank volgens één der conclusies 6-9, gekenmerkt door een telescopische kraan.
11. Bergingstank volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de kraan roteerbaar op de tank gelagerd is.
12. Bergingstank volgens conclusie 10 of 11, met het kenmerk, dat de telescopische kraan een capaciteit heeft van ten minste 40 ton-meter, meer bij voorkeur ten minste 70 ton-meter en meest bij voorkeur ten minste 100 ton-meter.
13. Bergingstank volgens een der conclusies 6-12, gekenmerkt door stempels, die bij voorkeur hydraulisch beweegbaar zijn tussen een ingetrokken transportstand en een uitgestoken gebruiksstand.
14. Bergingstank volgens één der conclusies 6-12, gekenmerkt door middelen voor het trekken van een aanhanger.
NL2009158A 2011-07-09 2012-07-09 Werkwijze voor het leggen van een pijpleiding en daarbij te gebruiken bergingstank. NL2009158B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2009158A NL2009158B1 (nl) 2011-07-09 2012-07-09 Werkwijze voor het leggen van een pijpleiding en daarbij te gebruiken bergingstank.

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2007075 2011-07-09
NL2007075 2011-07-09
NL2009158A NL2009158B1 (nl) 2011-07-09 2012-07-09 Werkwijze voor het leggen van een pijpleiding en daarbij te gebruiken bergingstank.
NL2009158 2012-07-09

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL2009158A NL2009158A (nl) 2013-01-14
NL2009158B1 true NL2009158B1 (nl) 2016-07-15

Family

ID=46581745

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2009158A NL2009158B1 (nl) 2011-07-09 2012-07-09 Werkwijze voor het leggen van een pijpleiding en daarbij te gebruiken bergingstank.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP2546560A1 (nl)
NL (1) NL2009158B1 (nl)

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3101530A (en) * 1960-08-29 1963-08-27 George A Coscia Method of fabricating elongated underground conduits
JP4390468B2 (ja) * 2003-03-24 2009-12-24 株式会社小松製作所 パイプレイヤ
WO2009049270A1 (en) * 2007-10-10 2009-04-16 Hi-Pointe Management Services, Inc. Apparatus, system, and method for concurrently laying multiple pipelines
JP2011523924A (ja) * 2008-05-29 2011-08-25 ボルボ コンストラクション イクイップメント アーベー キャブ昇降装置を備えるパイプ敷設機

Also Published As

Publication number Publication date
NL2009158A (nl) 2013-01-14
EP2546560A1 (en) 2013-01-16

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US7156603B2 (en) Road transportable loading machine for gondola cars
US9038835B2 (en) Crane mat carrier
JP6688796B2 (ja) 重量のある作業機を傾斜を有するベースにおいて移送する方法および移送機構
EP3401447B1 (en) Machine moving with chain tracks
US20100180475A1 (en) Heavy equipment vehicle for laying pipe
JP2015509472A5 (ja) キャリアシステム
CN107298134B (zh) 一种自装卸履带运输车
US20100108632A1 (en) Pipelayer Crane Excavator Apparatus and Methods
JPS5912508B2 (ja) 輸送車輌
US9617711B2 (en) Excavator
KR101843011B1 (ko) 윈치의 탈부착이 용이한 다목적 로우더
US10822209B1 (en) Lift attachment apparatus
US6843619B2 (en) Apparatus able typically to transform a frame mounted on crawler tracks into a pipe playing machine
NL2009158B1 (nl) Werkwijze voor het leggen van een pijpleiding en daarbij te gebruiken bergingstank.
US2903803A (en) Log handling apparatus
US20160280118A1 (en) Construction Machine Transport
US11479453B1 (en) Lift attachment apparatus
NL2024610B1 (en) A mobile heavy lift crane system
US10744923B2 (en) Extendible boom suspended vehicle towing
RU78762U1 (ru) Аварийно-ремонтное средство для работы на слабонесущих грунтах
US4221525A (en) Apparatus for transporting elongated members
GB2524996A (en) Support assembly
US11149876B2 (en) Pipeline laying apparatus and method for crossing steep terrain
CA2434367C (en) Road transportable loading machine for gondola cars
JP2005263406A (ja) クローラクレーンの傾斜角度調整装置および傾斜角度調整方法

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20180801