NL2008859C2 - Meerwandig plaatmateriaal en eindprofiel alsmede filterband daarvoor. - Google Patents

Meerwandig plaatmateriaal en eindprofiel alsmede filterband daarvoor. Download PDF

Info

Publication number
NL2008859C2
NL2008859C2 NL2008859A NL2008859A NL2008859C2 NL 2008859 C2 NL2008859 C2 NL 2008859C2 NL 2008859 A NL2008859 A NL 2008859A NL 2008859 A NL2008859 A NL 2008859A NL 2008859 C2 NL2008859 C2 NL 2008859C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
sheet material
filter tape
end profile
material according
profile
Prior art date
Application number
NL2008859A
Other languages
English (en)
Inventor
Johannes Wilhelmus Gerardus Hooft
Original Assignee
Multifoil Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Multifoil Bv filed Critical Multifoil Bv
Priority to NL2008859A priority Critical patent/NL2008859C2/nl
Priority to EP13729504.4A priority patent/EP2855792B1/en
Priority to PCT/NL2013/050372 priority patent/WO2013176543A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2008859C2 publication Critical patent/NL2008859C2/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04CSTRUCTURAL ELEMENTS; BUILDING MATERIALS
    • E04C2/00Building elements of relatively thin form for the construction of parts of buildings, e.g. sheet materials, slabs, or panels
    • E04C2/54Slab-like translucent elements
    • E04C2/543Hollow multi-walled panels with integrated webs

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Building Environments (AREA)
  • Filtering Of Dispersed Particles In Gases (AREA)

Description

Meerwandig plaatmateriaal en eindprofiel alsmede filterband daarvoor.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op meerwandig plaatmateriaal omvattende een eerste plaatlichaam en een tweede plaatlichaam die onderling door een stelsel van 5 tussenschotten zijn gescheiden en daartussen een aantal spouwkanelen insluiten, waarbij de spouwkanalen aan een kops uiteinde van het plaatmateriaal naast elkaar ventilerend en waterpermeabel, doch stofdicht zijn afgesloten met een filterband, en waarbij een eindprofiel aan het kopse uiteinde van het plaatmateriaal is aangebracht dat een doorlopend ventilatiekanaal omvat dat zich in een richting dwars op de spouwkanalen daarin uitstrekt en 10 daarbij door het filterband van de spouwkanalen is gescheiden. De uitvinding heeft verder betrekking op een eindprofiel en een filterband voor dergelijk meerwandig plaatmateriaal.
Meerwandig plaatmateriaal van de in de aanhef beschreven soort wordt op grote schaal ingezet voor bouwkundige toepassingen in bijvoorbeeld lichtstraten, serres, carports en 15 andere overkappingen. Veelal gaat het daarbij om een toepassing buitenshuis waarbij de voor de plaatlichamen een geschikte transparante of translucente kunststof is toegepast, zoals polycarbonaat of polymethylmetahcrylaat (PMMA). Dit laatste materiaal wordt ook wel aangeduid als plexiglas of perspex, naar hun respectieve commerciële merknamen. Vanuit energetisch oogpunt wordt daarbij bij voorkeur uitgegaan van meerwandig, in het bijzonder 20 dubbelwandig, plaatmateriaal dat dankzij de holle spouwkanalen daarin een uitstekende thermische isolatiewaarde kent. De transparante of translucente uitvoering waarborgt daarenboven een doeltreffende lichtinval.
Een probleem dat zich met name bij toepassingen buitenshuis voordoet, is dat door toetreding 25 van vocht en vuil in de spouwkanalen op den duur micro-organismen zoals schimmels en algen zich daarvan meester zullen maken. Deze aangroei van micro-organismen manifesteert zich in de vorm van een ontsierende en verduisterende aanzetting in de spouwkanalen die door het doorzichtige plaatmateriaal van buitenaf zichtbaar is. Om dit tegen te gaan zijn de spouwkanalen aan hun uiteinde stofdicht afgesloten zodat een voedingsbodem voor micro-30 organismen en schimmelsporen uit de spouwkanalen wordt geweerd. Voor deze afsluiting wordt een stofdicht, maar ventilerend filterband toegepast, dat tussen het spouwkanalen en de omgeving een adequate damp- en vochtuitwisseling toelaat maar kleine en grotere (stof)deeltjes zoveel mogelijk buiten houdt. Hiertoe kan het band aan een rugzijde van zelf- 2 klevende laag zijn voorzien, waarmee het eenvoudig om het kopse uiteinde wordt gehecht, waarna het geheel vervolgens wordt voorzien van een beschermingsprofiel dat over het filterband wordt aangebracht.
5 Het aanbrengen van het eventueel reed zelf-klevende filterband op het kopse uiteinde tezamen met het beschermingsprofiel, is in de praktijk in zekere zin omslachtig en vereist bovendien de nodige zorgvuldigheid. Uit Europese octrooiaanvrage nummer EP 2.327.844 is een eindprofiel bekend dat in een enkele bewerking op het kopse uiteinde wordt aangebracht en waarin het filterband reeds vooraf is aangebracht. Dit bekende eindprofiel wordt in vlakke 10 vorm geleverd en handmatig in een U-vorm gezet, in welke toestand het profiel over het kopse uiteinde past. Het filterband strekt zich in de uitgevouwen toestand uit tussen een liggend been en een aangrenzend staand been van het profiel. Tussen het filterband en de daarmee aldus overspannen hoek van het profiel bevindt zich aldus een ventilatiekanaal dat via het filterband in open communicatie met de spouwkanalen verkeert.
15
In de praktijk blijkt dit bekende eindprofiel echter verre van ideaal. In de opgezette toestand blijkt in de eerste plaats een maatvastheid van het profiel en daardoor een naadloze aansluiting op het plaatmateriaal niet zelden problematisch. Bovendien kan het profiel tot voorbij het filterband op het kopse uiteinde worden geschoven, waardoor het filterband 20 ongemerkt kan inscheuren of losscheuren en op den duur alsnog schimmelvorming en/of algengroei in de spouwkanalen zal optreden. Omdat het plaatmateriaal op dat moment reeds in een overkappingsconstructie zal zijn verwerkt, leidt vervanging in een dergelijk stadium tot een aanzienlijke kostenpost. Tot slot vergt een gecontroleerde uitvouwbaarheid van het bekende profiel de aanwezigheid van een stel voorgevormde verzwakkingsbanen daarin in 25 combinatie met een relatief beperkte wanddikte, waardoor een langs-stabiliteit van het bekende profiel eveneens relatief beperkt is. Het bekende profiel kent daardoor slechts een geringe buigweerstand.
Met de onderhavige uitvinding wordt onder meer beoogd te voorzien in meerwandig 30 plaatmateriaal en een eindprofiel van de in de aanhef beschreven soort waarmee deze nadelen doeltreffend worden vermeden.
3
Om het beoogde doel te bereiken heeft meerwandig plaatmateriaal van de in de aanhef genoemde soort volgens de uitvinding als kenmerk dat het eindprofiel een althans in hoofdzaak vormvast lichaam omvat dat inwendig tussen het ventilatiekanaal en de spouwkanalen van ten minste één schouder is voorzien, die aan een binnenwand daarvan 5 uitgaat en die al of niet rechtstreeks tegen het kopse uiteinde stuit. Aldus omvat het eindprofiel een vormvast en daarmee vormgereed lichaam dat daardoor in belangrijke mate maatvast zal zijn om een nauwkeurige passing op het plaatmateriaal te verzekeren. De ten minste één schouder, die inwendig in het profiel is voorzien en al of niet rechtsreeks tegen het kopse uiteinde stuit, fungeert als een voelbare eindstop die een correcte en uniforme montage 10 bevordert. Het ventilatiekanaal bevindt zich voorbij deze schouder, zodat tevens een onbeperkte werking daarvan zal zijn gewaarborgd.
Teneinde de spouwkanalen over in hoofdzaak hun volledige uiteinde via het filterband te laten ademen, heeft een bijzondere uitvoeringsvorm van het plaatmateriaal volgens de uitvinding 15 als kenmerk dat het filterband zich uitstrekt van de ten minste ene schouder naar een tegenoverliggende binnenwand van het eindprofiel, in het bijzonder van de ten minste ene schouder tot een tegenoverliggende schouder die van de tegenoverliggende binnenwand uitgaat, waarbij het filterband de spouwkanalen van het ventilatiekanaal scheidt. Aldus strekt het filterband zich nagenoeg volvlaks uit over de genoemde uiteinden van de spouwkanalen, 20 zodat deze optimaal ventileren en afwateren zonder dat stof en vuildeeltjes kunnen binnendringen.
Om tegen te gaan dat contaminatie tussen het eindprofiel en het plaatmateriaal door in de spouwkanalen kan binnendringen, heeft een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van het 25 plaatmateriaal volgens de uitvinding als kenmerk dat de ten minste ene schouder aan een naar het kopse uiteinde gerichte zijde een hermetische afdichting draagt, in het bijzonder een elastische rups van een plastisch afdichtingsmiddel, meer in het bijzonder van een drukgevoelige viskeuze kleefmassa zoals een smeltlijm, een butylpasta of een geschuimde kunststof. De afdichting ligt aldus besloten en opgesloten tussen de schouder en een kops 30 uiteinde van een plaatlichaam waartegen de schouder stuit. Dit zorgt aldus voor de gewenste hermetische afsluiting van de spouwkanalen. Eventuele variaties in maatvoering en/of vlakheid kunnen daarbij worden opgevangen door een elasticiteit en daardoor samendrukbaar karakter van de afdichting die zich in het werk naar beide onderdelen zal zetten.
4
Het filterband is niet alleen ventilerend maar ook water doorlatend. Eventueel condens kan daardoor via het filterband uit de spouwkanalen ontwijken en komt vervolgens in het ventilatiekanaal terecht. Teneinde dergelijk eventueel condensvocht doeltreffend af te voeren, 5 heeft een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van het plaatmateriaal volgens de uitvinding als kenmerk dat het eindprofiel in het ventilatiekanaal van ten minste één drainageopening is voorzien. De drainage opening wordt daarbij ten minste in een laagst gelegen wand van het ventilatiekanaal voorzien.
10 Een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van het plaatmateriaal volgens de uitvinding heeft als kenmerk dat het eindprofiel althans in hoofdzaak U-vormig is met een stel afhangende wanden die aan weerszijde op laterale randen van hoofdoppervlakken van beide plaatlichamen aanliggen. Het eindprofiel kan daarbij met beide afhangende benen van het U-profiel eenvoudigweg op en om het plaatmateriaal worden geschoven, eventueel onder 15 tussenkomst van een hecht- en/of afdichtingsmiddel, totdat de schouder tegen het kopse uiteinde stuit. Deze voelbare eindstop is een onmiddellijke indicatie voor een correcte montage.
Met het oog op toepassing in een slecht licht hellend dakvlak heeft een verdere bijzondere 20 uitvoeringsvorm van het plaatmateriaal volgens de uitvinding als kenmerk dat het eindprofiel in hoofdzaak L-vormig is met een relatief korte afhangende eerste wand die althans nagenoeg vlak aanligt met het eerste plaatlichaam en tegen het kopse uiteinde daarvan stuit en met een langere afhangende tweede wand die aanligt op een laterale rand van een hoofdoppervlak van het tweede plaatlichaam. Doordat daarbij de eerste wand van het eindprofiel vlak aanligt met 25 het eerste plaatlichaam wordt daartussen een opstaande rand of richel vermeden waar anders water en/of vuil achter zou kunnen verzamelen en ophopen.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is het plaatmateriaal volgens de uitvinding gekenmerkt doordat het eindprofiel het filterband omvat. Het filterband wordt aldus tezamen met het 30 eindprofiel in één handeling aangebracht op het kopse uiteinde van het plaatmateriaal. Indien bovendien, zoals hiervoor aangegeven, een hermetisch afdichting reeds op de schouder in het profiel is voorzien, kan aldus de volledige eindafwerking van het plaatmateriaal op een bijzonder praktische en doeltreffende wijze worden uitgevoerd.
5
Een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van het plaatmateriaal heeft volgens de uitvinding als kenmerk dat het filterband over het kopse uiteinde is aangebracht en dat tussen het filterband en het eindprofiel een elastische afdichting is voorzien, waarbij meer in het bijzonder de 5 afdichting een schuimlaag omvat die als althans ten dele dekkende toplaag van het filterband is voorzien. Aldus is het filterband reeds voorzien van de latere afdichting met het eindprofiel. Het filterband wordt nu eerst op het kopse uiteinde aangebracht en in het bijzonder daaromheen geslagen om de spouwkanalen ventilerend maar niettemin stofdicht af te sluiten vooraleer het eindprofiel daarop aan te brengen. De afdichtende toplaag van het filterband 10 zorgt nu voor een hermetische afsluiting met het eindprofiel zodat contaminatie daar niet tussendoor kan toetreden en zich nestelen.
Met voordeel is een verdere uitvoeringsvorm van het plaatmateriaal volgens de uitvinding gekenmerkt doordat het eindprofiel een monolithisch lichaam omvat, in het bijzonder een 15 extrusielichaam van aluminium of een kunststof. Een dergelijk extrusielichaam kan op iedere gewenste lengte uit een eindloos extrusieprofiel worden bevrijd en kan op grote schaal tegen lage kosten worden geproduceerd.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een eindprofiel van de soort zoals hiervoor werd 20 beschreven in een toepassing in het plaatmateriaal volgens de uitvinding en een uniek filterband dat daarbij met voordeel kan worden toegepast. Volgens de uitvinding is het filterband daarbij gekenmerkt door een stofdicht maar ventilerend en drainerend filtersysteem op een mechanisch stabiele drager, welk filterband aan tegenoverliggende longitudinale randen een samendrukbare afdichtingsstrook draagt. In een bijzondere uitvoeringsvorm is het 25 filterband volgens de uitvinding daarbij gekenmerkt doordat het filtersysteem een hydrofiel gaas omvat op een polyester drager, welke drager een dikte heeft van de orde van 200-300 micron. Het gaas omvat daarbij in het bijzonder een non-woven met een geschikte, voldoende fijne poriëndistributie, van al of niet hetzelfde materiaal als de drager. De mechanisch stabiele drager laat evenwel ook andere filtersystemen toe, zoals bijvoorbeeld een permeabele 30 membraan of een schuim met een open poriënstructuur dat op de drager werd afgezet. Met name door toepassing van een membraan kan richting worden gegeven aan een vloeistoftransport daardoorheen, zodat een toetreding van vocht van buitenaf naar de spouwkanalen toe kan worden verhinderd, althans tegen gegaan.
6
Volgens de uitvinding heeft een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van het filterband volgens de uitvinding als kenmerk dat de afdichtingsstrook een geschuimde kunststof omvat, in het bijzonder van een kunststof genomen uit een groep van polyethyleen, polychloropreen 5 (neopreen) en poly-ethyleen-propyleen-diëen (EPDM), en aan een rugzijde van de drager is aangebracht.
De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van een aantal uitvoeringsvoorbeelden en een bijbehorende tekening. In de tekening toont: 10 figuur 1 een dwarsdoorsnede van een uitvoeringsvoorbeeld van meerwandig plaatmateriaal; figuur 2 een langsdoorsnede aan een kopsuiteinde van een eerste uitvoeringsvoorbeeld van meerwandig plaatmateriaal volgens de uitvinding; figuur 3 een langsdoorsnede aan een kopsuiteinde van een tweede uitvoeringsvoorbeeld van meerwandig plaatmateriaal volgens de uitvinding; 15 figuur 4 een langsdoorsnede aan een kopsuiteinde van een derde uitvoeringsvoorbeeld van meerwandig plaatmateriaal volgens de uitvinding; figuur 5 een langsdoorsnede aan een kopsuiteinde van een vierde uitvoeringsvoorbeeld van meerwandig plaatmateriaal volgens de uitvinding; figuur 6A-C dwarsdoorsneden van verschillende uitvoeringsvoorbeelden van een 20 eindprofiel voor toepassing met een meerwandig plaatmateriaal volgens de uitvinding; en figuur 7 in dwarsdoorsnede een uitvoeringsvorm van een filterband voor toepassing in het eindprofiel volgens de uitvinding.
De figuren zijn daarbij overigens zuiver schematisch en niet op schaal getekend. Met name 25 kunnen sommige dimensies terwille van de duidelijkheid in meer of mindere mate overdreven zijn weergeven. Overeenkomstige delen zijn in de figuren met eenzelfde verwijzingscijfer aangeduid.
Het plaatmateriaal van figuur 1 omvat een eerste plaatlichaam 1 en een tweede plaatlichaam 30 2, beiden van een geschikte transparante of translucente kunststof zoals polymethylmethacrylaat (PMMA) of polycarbonaat. De beide plaatlichamen 1,2 worden op een onderlinge afstand van elkaar gehouden door een stel tussenschotten 3 die zich over een volle lengterichting van de plaatlichamen uitstrekken en aldus daartussen een aantal parallelle 7 spouwkanalen 4 van elkaar scheiden. Dergelijk plaatmateriaal wordt in de praktijk op grote schaal toegepast in licht doorlatende overkappingsconstructies, zoals serres, carports, lichtstraten en lichtkoepels.
5 Hoewel de toegepaste kunststoffen op zichzelf waterdicht zijn, zijn de beide plaatlichamen niettemin in een zekere mate waterdampdoorlatend. Hierdoor kan zich onvermijdelijk condens in de spouwkanalen vormen. Om enerzijds dergelijk condens uit de spouwkanalen te kunnen evacueren en anderzijds te vermijden dat dit voeding zou kunnen geven aan een ontsierende aanzetting van micro-organismen zoals algen en schimmels in de spouwkanalen, is 10 het plaatmateriaal aan een kopsuiteinde, dat wil zeggen het uiteinde waar de spouwkanalen openen, afgesloten met een ventilerend filterband 10 dat weliswaar water en waterdamp doorlatend is, maar louter dusdanig fijne poriën bevat dat stofdeeltjes en pollen worden tegen gehouden en dus niet in de spouwkanalen kunnen toetreden. Een in de praktijk en ook hier daarvoor toegepast filterband omvat een non-woven gaas van polyestervezels.
15
Het plaatmateriaal volgens de uitvinding draagt aan het kopse uiteinde een eindprofiel 20 met daarin een doorlopend ventilatiekanaal 30 dat zich, dwars op de spouwkanalen, over een volle lengte daarin uitstrekt en door het bedoelde filterband 10 van de spouwkanalen 4 is gescheiden. Aldus wordt een vrije ventilatie en afwatering vanuit de spouwkanalen 4 via het 20 ventilatiekanaal bevorderd, terwijl het filterband 10 omgekeerd stofdeeltjes en anderszins een voedingsbodem voor de aangroei van micro-organismen in de spouwkanalen tegen houdt. Voor een adequate drainage van het ventilatiekanaal 30 zijn op gezette punten drainage-openingen 35 in een laagste wand van het ventilatiekanaal 30 voorzien.
25 Het eindprofiel 20 omvat conform de uitvinding een althans in hoofdzaak vormvast lichaam met ten minste één schouder 21,22 die van een binnenwand daarvan uitgaat. In dit voorbeeld is voor het eindprofiel 20 als zodanig gekozen voor een geëxtrudeerd lichaam, bij voorkeur van aluminium of een geschikte kunststof, dat op iedere gewenste lengte uit één geheel en tegen relatief lage productiekosten kan worden vervaardigd. De schouders 21,22 vormen daarmee 30 één monolithisch geheel en vergen geen additionele productiestappen. Het filterband 10 is aan weerszijden met de schouders 21,22 verlijmd, zodat het ventilatiekanaal 30 daarmee hermetisch is afgesloten.
8
Hoewel in de figuren het filterband 10 steeds, mede terwille van de duidelijkheid, als een enkelvoudig lichaam is weergeven, wordt hiervoor telkens met voordeel uitgegaan van een samengesteld filterband zoals getoond in figuur 7. Dit filterband omvat een gecshikt filtersysteem zoals een non-woven of anderszins een gaas 10 met een gewenste 5 poriëndistributie dat in de filterende eigenschappen voorziet op een mechanisch stabiele drager 11, zoals bijvoorbeeld een polyesterfolie met een dikte van de orde van 200-300 micron. In de drager 11 zijn relatief forse, macroscopische perforaties 15 voorzien, bijvoorbeeld met een diameter van enkele millimeters, die een afdoende luchttransport door het band 10,11 verzekeren. Aan beide flanken zijn al of niet zelf-klevende rupsen 13 10 aangebracht van een geschuimde kunststof of een al of niet natuurlijk rubber die van de orde van enkele millimeters, bijvoorbeeld 2 millimeter, buiten het gaas 10 uitsteken en voor een vergelijkbaar deel met het gaas overlappen.
Een geschuimde uitvoering van polyethyleen, polychloropreen (neopreen) en poly-ethyleen-15 propyleen-diëen (EPDM) blijkt in dit verband bijzonder goed dienst te kunnen doen. In het gerede product zorgen de rupsen of stroken 13 daarvan voor een adequate bevestiging en hermetische randafdichting van het filterband dat door middel van de stroken 13 op de schouders 21,22 gehecht. Voor het filterband is met voordeel uitgegaan van een gaas 10 met hydrofiele eigenschappen om zo een efficiënte en effectieve drainage van de spouwkanalen te 20 waarborgen.
Het eindprofiel 20 stuit met beide schouders 21,22 tegen het kopse uiteinde van het plaatmateriaal 1,2. Dit levert een herkenbare, namelijk voelbare, eindstop op van het eindprofiel ten teken dat dit op correcte wijze is aangebracht. Het in hoofdzaak U-vormige 25 eindprofiel schuift daardoor nimmer verder over het kopse uiteinde zodat het ventilatiekanaal 30 over zijn volle breedte beschikbaar blijft en zijn ventilerende functie blijft vervullen. Ook beschermen de schouders 21,22 hierbij het relatief kwetsbare filterband 10 tegen een inwerking daarop door een onverhoopte scherpe rand van het kopse uiteinde van het plaatmateriaal.
30
Een geschikte afdichting 40, zoals een elastische kitrand een drukgevoelige viskeuze kleefmassa zoals een smeltlijm, een butylpasta, een geschuimde kunststof of een al of niet synthetisch rubber, tussen de schouders 21,22 en de beide plaatlichamen 1,2 zorgt ook hier 9 voor een hermetische afsluiting die de spouwkanalen voor een toetreding van stofdeeltjes en dergelijke behoedt. Bovendien ondersteunt deze kitrand 40 een duurzame bevestiging van het eindprofiel 20 op het kopse uiteinde, die daarnaast wordt bewerkstelligd door een adequate verlijming van beide vrije afhangende wanden 25,26 (benen) van het U-profiel 20 op beide 5 daarvoor beschikbare laterale randen van de hoofdoppervlakken van de plaatlichamen 1,2.
Ook de afdichting 40 is met voordeel reeds vooraf in het profiel 20 voorzien, zodat voor een afmontage of anderszins afwerking van het plaatmateriaal 1,2 louter een verlijming daarop van het eindprofiel volstaat.
10 Figuur 3 toont een voorkeursuitvoeringsvorm van het eindprofiel dat hiervoor aan de hand van figuur 2 werd beschreven. Anders dan bij het voorgaand voorbeeld is het filterband 10 in dit geval aan een buitenzijde, dat wil zeggen een naar de randen van het plaatlichaam 1,2 gewende zijde, van de schouders 21,22 aangebracht. Dit vergemakkelijkt een sub-assemblage van het eindprofiel, waarbij dit vooraf van het filterband 10 is voorzien en een afdichtingsrups 15 40 daarop is aangebracht. De rubberachtige afdichtingsrups 40 beschermt daarbij het filterband 10 dat nu min of meer rechtstreeks in contact komt met een eventueel scherpe rand van het plaatmateriaal opdat bij een eindmontage het filterband 10 daardoor niet zal worden beschadigd. Ook in dit voorbeeld strekt het filterband 10 zich over een volledig oppervlak van schouder 21 tot schouder 22 uit.
20
In plaats van een U-vormig profiel kan ook een anders gevormd profiel als eindprofiel volgens de uitvinding worden toegepast. Figuur 4 geeft daarvan een voorbeeld, waarbij in plaats van een U-vormig profiel is uitgegaan van een eindprofiel dat in hoofdzaak L-vormig is. Een afhangende, relatief korte eerste wand 25 sluit daarbij althans nagenoeg vlak aan op het 25 eerste plaatlichaam 1, zodat een opstaande rand of richel 27, zoals die aan een tegenoverliggende zijde van het plaatmateriaal aanwezig is, aan deze zijde wordt vermeden. Aan de tegenoverliggende zijde gaat een langere afhangende tweede wand 26 van het profiel uit die, net zoals bij beide voorgaande uitvoeringsvoorbeelden, met een daarvoor beschikbare laterale rand van het hoofdoppervlak van het tweede plaatlichaam 2 is verlijmd.
30
Het filterband 10 is in dit geval diagonaal in het profiel opgespannen. Enerzijds is het band 10 daarbij aan de schouder 22 gehecht die van de langere wand uitgaat. Anderzijds strekt het filterband 10 zich uit tot in de hoek met de tegenoverliggende, kortere wand waartegen het 10 filterband eveneens is gehecht. Tussen het profiel 20 en het plaatmateriaal 1,2 is ook hier een afdichtingsrand 40 van een geschikte synthetische elastomeer of natuurlijk rubber toegepast om een hermetische afdichting van de spouwkanalen 4 te waarborgen.
5 In plaats van in of op het eindprofiel 20 kan het filterband 10 ook zelfstandig over het kopse uiteinde van het plaatmateriaal worden aangebracht, alvorens het eindprofiel aan te brengen. Een uitvoeringsvoorbeeld daarvan is in figuur 5 weergegeven. Het filterband 10 omvat hier een fijnmazig non-woven of anderszins gaas 10, zie figuur 7, met de gewenste filterende eigenschappen waarop aan een rugzijde langs beide langranden een smal spoor van een zelf-10 klevende laag is aangebracht. Het filterband 10 is, zoals weergegeven, met de rugzijde om het kopse uiteinde van het plaatmateriaal geslagen en met de zelf-klevende lijmlaag op beide hoofoppervlakken daarvan gehecht. Aan een zichtzijde omvat het filterband een toplaag 12 van een samendrukbaar, afdichtend schuim, zoals bijvoorbeeld polyurethaanschuim, of een al of niet synthetisch rubber. Een dergelijke schuimlaag kan daarbij over het volledige oppervlak 15 van het filterband zijn voorzien, in welk geval daarin een open cellenstructuur wordt toegepast om de gewenste ventilatie en drainage door het band te behouden, dan wel, zoals hier, slechts aan de rand zijn toegepast, waarbij een vrij filterend oppervlak van het non-woven 11 daartussen wordt vrijgelaten en voornoemde eis niet aan de samendrukbare laag 12 behoeft te worden gesteld.
20
Uiteindelijk wordt een eindprofiel 20 op het kopse uiteinde geschoven totdat dit met de daarin voorzien schouders 21,22 op het kopse uiteinde stuit. De vrij afhangende benen 25,26 van dit profiel worden op de beide vrije hoofoppervlakken van het plaatmateriaal verlijmd ten behoeve van een duurzame bevestiging. De geschuimde toplaag 12 van het filterband zorgt nu 25 voor een adequate afdichting tussen beide onderdelen onderling en voor een stofdichte afdichting van de spouwkanalen. Eventuele diktevariaties van het plaatmateriaal worden daardoor eenvoudigweg opgevangen.
In figuur 6A-6C zijn uiteenlopende uitvoeringsvoorbeelden van eindprofielen in 30 dwarsdoorsnede weergeven zoals die in de hiervoor beschreven uitvoeringsvoorbeelden van het plaatmateriaal volgens de uitvinding toepasbaar zijn. De profielen zijn direct klaar voor gebruik om over het kopse uiteinde van het plaatmateriaal te worden toegepast. Eventueel dient het profiel slechts op de gewenste lengte te worden ingekort. Een daartoe voorzien 11 schutvel 50 van siliconenpapier of dergelijke beschermt de afdichtingsrand 40 die in het profiel is voorzien om hermetisch op het plaatmateriaal af te sluiten.
Hoewel de uitvinding hiervoor aan de hand van louter enkele uitvoeringsvoorbeelden nader 5 werd toegelicht moge het duidelijk zijn dat de uitvinding daartoe geenszins is beperkt.
Integendeel zijn voor een gemiddelde vakman binnen het kader van de uitvinding nog vele variaties en verschijningsvormen mogelijk.

Claims (14)

1. Meerwandig plaatmateriaal omvattende een eerste plaatlichaam en een tweede plaatlichaam die onderling door een stelsel van tussenschotten zijn gescheiden en daartussen 5 een aantal spouwkanelen insluiten, waarbij de spouwkanalen aan een kops uiteinde van het plaatmateriaal naast elkaar ventilerend en waterpermeabel, doch stofdicht zijn afgesloten met een filterband, en waarbij een eindprofiel aan het kopse uiteinde van het plaatmateriaal is aangebracht dat een doorlopend ventilatiekanaal omvat dat zich in een richting dwars op de spouwkanalen daarin uitstrekt en daarbij door het filterband van de spouwkanalen is 10 gescheiden, met het kenmerk dat het eindprofiel een althans in hoofdzaak vormvast lichaam omvat dat inwendig tussen het ventilatiekanaal en de spouwkanalen van ten minste één schouder is voorzien, die aan een binnenwand daarvan uitgaat en die al of niet rechtstreeks tegen het kopse uiteinde stuit.
2. Meerwandig plaatmateriaal volgens conclusie 1 met het kenmerk dat het filterband zich uitstrekt van de ten minste ene schouder naar een tegenoverliggende binnenwand van het eindprofiel, in het bijzonder van de ten minste ene schouder tot een tegenoverliggende schouder die van de tegenoverliggende binnenwand uitgaat, waarbij het filterband de spouwkanalen van het ventilatiekanaal scheidt. 20
3. Meerwandig plaatmateriaal volgens conclusie 1 of 2 met het kenmerk dat de ten minste ene schouder aan een naar het kopse uiteinde gerichte zijde een hermetische afdichting draagt, in het bijzonder een elastische rups van een plastisch afdichtingsmiddel, meer in het bijzonder van een drukgevoelige viskeuze kleefmassa zoals een smeltlijm, een 25 butylpasta, en al of niet natuurlijk rubber of een geschuimde kunststof.
4. Meerwandig plaatmateriaal volgens één of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk dat het eindprofiel in het ventilatiekanaal van ten minste één drainageopening is voorzien. 30
5. Meerwandig plaatmateriaal volgens één of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk dat het eindprofiel althans in hoofdzaak U-vormig is met een stel afhangende wanden die aan weerszijde op laterale randen van hoofdoppervlakken van beide plaatlichamen aanliggen.
6. Meerwandig plaatmateriaal volgens één of meer der conclusies 1 tot en met 4 met het 5 kenmerk dat het eindprofiel in hoofdzaak L-vormig is met een relatief korte afhangende eerste wand die althans nagenoeg vlak aanligt met het eerste plaatlichaam en tegen het kopse uiteinde daarvan stuit en met een langere afhangende tweede wand die aanligt op een laterale rand van een hoofdoppervlak van het tweede plaatlichaam.
7. Meerwandig plaatmateriaal volgens één of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk dat het eindprofiel het filterband omvat.
8. Meerwandig plaatmateriaal volgens één of meer der conclusies 1 tot en met 6 met het kenmerk dat het filterband over het kopse uiteinde is aangebracht en dat tussen het filterband 15 en het eindprofiel een elastische afdichting is voorzien.
9. Meerwandig plaatmateriaal volgens conclusie 8 met het kenmerk dat de afdichting een schuimlaag omvat die als althans ten dele dekkende toplaag van het filterband is voorzien.
10. Meerwandig plaatmateriaal volgens één of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk dat het eindprofiel een monolithisch lichaam omvat, in het bijzonder een extrusielichaam van aluminium of een kunststof.
11. Eindprofiel van de soort zoals toegepast in het meerwandig plaatmateriaal volgens één 25 of meer der voorgaande conclusies.
12. Filterband omvattende een stofdicht maar ventilerend en drainerend filtersysteem op een mechanisch stabiele drager, welk filterband aan tegenoverliggende longitudinale randen een samendrukbare afdichtingsstrook draagt. 30
13. Filterband volgens conclusie 12 met het kenmerk dat het filtersysteem een hydrofiel gaas omvat op een polyester drager, welke drager een dikte heeft van de orde van 200-300 micron.
14. Filterband volgens conclusie 12 of 13 met het kenmerk dat de afdichtingsstrook een geschuimde kunststof omvat, in het bijzonder van een kunststof genomen uit een groep van polyethyleen, polychloropreen (neopreen) en poly-ethyleen-propyleen-diëen (EPDM), en aan een rugzijde van de drager is aangebracht. 5
NL2008859A 2012-05-23 2012-05-23 Meerwandig plaatmateriaal en eindprofiel alsmede filterband daarvoor. NL2008859C2 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2008859A NL2008859C2 (nl) 2012-05-23 2012-05-23 Meerwandig plaatmateriaal en eindprofiel alsmede filterband daarvoor.
EP13729504.4A EP2855792B1 (en) 2012-05-23 2013-05-22 Multi-walled plate material and end profile therefore
PCT/NL2013/050372 WO2013176543A1 (en) 2012-05-23 2013-05-22 Multi-walled plate material and end profile as well as filter tape therefore

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2008859A NL2008859C2 (nl) 2012-05-23 2012-05-23 Meerwandig plaatmateriaal en eindprofiel alsmede filterband daarvoor.
NL2008859 2012-05-23

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2008859C2 true NL2008859C2 (nl) 2013-11-26

Family

ID=48628888

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2008859A NL2008859C2 (nl) 2012-05-23 2012-05-23 Meerwandig plaatmateriaal en eindprofiel alsmede filterband daarvoor.

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP2855792B1 (nl)
NL (1) NL2008859C2 (nl)
WO (1) WO2013176543A1 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL2019243B1 (nl) * 2017-07-13 2019-01-30 Multifoil Bv Meerwandig plaatmateriaal en filterband

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0920899A1 (en) * 1997-11-25 1999-06-09 Harry George Rhodes Filtration assembly
US20020155250A1 (en) * 2001-04-23 2002-10-24 Park Lane Conservatories Ltd. Glazing panel closure

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB9211266D0 (en) * 1992-05-28 1992-07-15 Newdawn & Sun Ltd Apparatus and method for closing open ends in multi-wall structures
US5417743A (en) * 1994-01-21 1995-05-23 W. L. Gore & Associates, Inc. Self-adhesive vent filter and adsorbent assembly with a diffusion tube
GB2412928B (en) * 2004-04-02 2008-11-26 Michael David Thompson Closure member
ATE352680T1 (de) * 2004-05-19 2007-02-15 Mp Masterplast Int Llc Abschlussprofilleisten für hohlplatten
GB0918075D0 (en) 2009-10-15 2009-12-02 Rhodes Harry G Adhesive end enclosure

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0920899A1 (en) * 1997-11-25 1999-06-09 Harry George Rhodes Filtration assembly
US20020155250A1 (en) * 2001-04-23 2002-10-24 Park Lane Conservatories Ltd. Glazing panel closure

Also Published As

Publication number Publication date
EP2855792B1 (en) 2017-08-23
EP2855792A1 (en) 2015-04-08
WO2013176543A1 (en) 2013-11-28

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP1507950B1 (de) Dichtungsband
CA2658079C (en) Archable flashing
ATE512275T1 (de) Rahmenanordnung und verfahren zur sicherung von glasscheiben gegen aufprall
US20160176448A1 (en) Tonneau panel locking feature
CA2910515C (en) Improvements relating to greenhouses
US20120324810A1 (en) Modified glazing assembly for rough openings
US7527554B2 (en) Rollable roof ridge and ventilation element
WO2007042038A3 (en) A window element, a profiled pultruded panel, a system of a profiled pultruded panel and one or more fixation elements, a covering of a building or a house, a building or a house, a method of providing an outer weather resistant covering, and a building element
US4858405A (en) Building system for windows, enclosures, buildings and the like
NL2008859C2 (nl) Meerwandig plaatmateriaal en eindprofiel alsmede filterband daarvoor.
US9702468B2 (en) Seal system including water management feature
US8967228B2 (en) Temporary window
GB2412928A (en) Closure member for multi - wall sheeting
NL1003851C2 (nl) Afsluitband, alsmede kunststof plaatmateriaal dat met behulp hiervan is afgesloten en werkwijze voor het afsluiten van kunststof plaatmateriaal.
EP2327844A2 (en) End clip
ES2359013T3 (es) Elemento de ventilación en forma de banda con una tira flexible.
NL2012549B1 (nl) Meerwandig plaatmateriaal en afsluitband daarvoor.
DE10333823A1 (de) Abdichtende Folienbahn, Fensterrahmen mit einer solchen Bahn und Verwendung dieser Bahn
NL9201618A (nl) Ruitsamenstel en afsluitband daarvoor.
CA2472836C (en) Fastener for holding two sheets of flexible material to a frame
US20080134553A1 (en) Vehicle provided with a clamping profile that is secured along a wall of the vehicle for fixing advertising material to the vehicle
US20020155250A1 (en) Glazing panel closure
DE20220241U1 (de) Dichtungsband
NL2019243B1 (nl) Meerwandig plaatmateriaal en filterband
GB2175633A (en) Device for collecting window pane condensation

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20180601