NL2008804C2 - Inrichting en werkwijze voor het bereiden van dranken door gebruikmaking van een capsule. - Google Patents
Inrichting en werkwijze voor het bereiden van dranken door gebruikmaking van een capsule. Download PDFInfo
- Publication number
- NL2008804C2 NL2008804C2 NL2008804A NL2008804A NL2008804C2 NL 2008804 C2 NL2008804 C2 NL 2008804C2 NL 2008804 A NL2008804 A NL 2008804A NL 2008804 A NL2008804 A NL 2008804A NL 2008804 C2 NL2008804 C2 NL 2008804C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- capsule
- holder
- holder part
- support structure
- preparing beverages
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A47—FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
- A47J—KITCHEN EQUIPMENT; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; APPARATUS FOR MAKING BEVERAGES
- A47J31/00—Apparatus for making beverages
- A47J31/06—Filters or strainers for coffee or tea makers ; Holders therefor
- A47J31/0657—Filters or strainers for coffee or tea makers ; Holders therefor for brewing coffee under pressure, e.g. for espresso machines
- A47J31/0668—Filters or strainers for coffee or tea makers ; Holders therefor for brewing coffee under pressure, e.g. for espresso machines specially adapted for cartridges
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Food Science & Technology (AREA)
- Apparatus For Making Beverages (AREA)
Description
Inrichting en werkwijze voor het bereiden van dranken door gebruikmaking van een capsule
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het bereiden van dranken door 5 gebruikmaking van een capsule, omvattende: ten minste één capsulehouder, welke capsulehouder een eerste houderdeel en een tweede houderdeel omvat, waarbij het eerste houderdeel en het tweede houderdeel onderling verplaatsbaar tussen een geopende toestand, waarin een capsule tussen de houderdelen kan worden geplaatst, en een gesloten positie, waarin de capsule wordt ingeklemd door de houderdelen zodat 10 water door de capsule kan worden geleiden voor het bereiden van een drank. De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het bereiden van dranken, in het bijzonder door gebruikmaking van een dergelijke inrichting.
Inrichtingen voor het bereiden van een drank, in het bijzonder koffie, door 15 gebruikmaking van een capsule zijn bekend. Een voorbeeld van een dergelijke inrichting wordt beschreven in EP 2103236. De bekende capsule omvat doorgaans een in hoofdzaak frustoconische behuizing bestaande uit een omtrekswand, een op de omtrekswand aansluitende kopse toevoerzijde, en een lateraal ten opzichte van de omtrekswand met de omtrekswand verbonden aangrijprand voor inklemming van de 20 capsule in een capsulehouder van de inrichting voor het bereiden van dranken. Een dergelijke capsule wordt doorgaans tevens aangeduid als een asymmetrische capsule, doordat overliggende zijden van een door de aangrijprand opgespannen vlak asymmetrische ten opzichte van elkaar zijn. De aangrijprand is verbonden met een folie dat tevens de afvoerzijde van de capsule vormt. De behuizing is gevuld met een te 25 extraheren substantie, zoals gemalen koffiebonen op basis waarvan de gewenste drank kan worden bereid. Daartoe wordt de capsule in een geopende capsulehouder van de inrichting gepositioneerd, waarna de capsulehouder wordt gesloten en de capsule wordt ingeklemd en de toevoerzijde van de capsule wordt geperforeerd, afhankelijk van de dimensionering van de capsule. Via de capsulehouder zal water onder relatief hoge druk 30 (6-20 bar) door de capsule worden geleid, alwaar het water in contact zal komen met de substantie onder vorming van de uiteindelijke drank. In de inrichting kunnen diverse asymmetrische capsules worden toegepast. Voorbeelden hiervan zijn beschreven in EP 0512468, EP, EP 2134611, en WO 2011/159162. Een belangrijk verschil tussen deze capsules is de vormgeving en werking van de door een folie gevormde afvoerzijde van 2 de capsule. In EP0512468 wordt een capsule beschreven, waarbij de afvoerzijde wordt gevormd door een hermetisch afgesloten folie, waardoor de folie als gevolg van drukopbouw in de capsule zodanig opbollen dat het folie zal worden geperforeerd door een perforatiestructuur die deel uitmaakt van de inrichting, als gevolg waarvan de 5 gevormde drank de capsule via de geperforeerde folie kan verlaten. In EP 2134611 wordt een capsule beschreven, waarbij de afvoerzijde wordt gevormd door een reeds geperforeerd folie, waardoor verdere perforatie van de afvoerzijde door de perforatiestructuur van de inrichting niet nodig is. In WO 2011/159162 wordt een capsule beschreven, waarbij de afvoerzijde wordt gevormd door een initieel hermetisch 10 gesloten folie, welk folie door een eigen, van de capsule deel uitmakende perforatiestructuur wordt geperforeerd tijdens inklemming van de capsule in de capsulehouder. Tijdens extractie zal de drank daarbij via de geperforeerde folie, via de eigen perforatiestructuur alsook via de van de capsulehouder deel uitmakende perforatiestructuur uit de capsulehouder stromen. Deze verschillende werkingsprincipes 15 van de verschillende capsules hebben invloed op de drukopbouw in de capsule, en op de uiteindelijke smaak van de drank. De behoefte bestaat om voor de smaak voor ieder type capsule te kunnen verbeteren.
Een doel van de uitvinding is het verschaffen van een verbeterde inrichting en 20 werkwijze voor het bereiden van dranken onder gebruikmaking van een capsule.
Een doel van de uitvinding is het verschaffen van een alternatieve inrichting en werkwijze voor het bereiden van dranken onder gebruikmaking van een capsule.
25 De uitvinding verschaft daartoe een inrichting voor het bereiden van dranken door gebruikmaking van een capsule, omvattende: ten minste één capsulehouder, welke capsulehouder een eerste houderdeel en een tweede houderdeel omvat, waarbij het eerste houderdeel en het tweede houderdeel onderling verplaatsbaar tussen een geopende toestand, waarin een capsule tussen de houderdelen kan worden geplaatst, en 30 een gesloten positie, waarin de capsule wordt ingeklemd door de houderdelen zodat water door de capsule kan worden geleiden voor het bereiden van een drank, waarbij ten minste één houderdeel is ingericht voor losneembare samenwerking met ten minste één draagstructuur ingericht voor het dragend aangrijpen op een afvoerzijde van de capsule. Door de draagstructuur losneembaar te laten samenwerken met het eerste 3 houderdeel, kan de draagstructuur eenvoudig worden verwijderd van het eerste houderdeel en daarmee eenvoudig worden verwijderd door een ander type draagstructuur. Op deze wijze is het mogelijk om het type draagstructuur aan te passen aan het type capsule dat in de capsulehouder wordt geplaatst. De draagstructuur kan 5 daarbij zijn ingericht als perforatiestructuur voor het perforeren van de afvoerzijde van de capsule, hetgeen bijzonder voordelig is ingeval een capsule van het type beschreven in EP0512468 wordt toegepast. Het is tevens denkbaar dat de draagstructuur is ingericht voor slechts het ondersteunen van de capsule en deze niet de perforeren, waardoor de draagstructuur doorgaans anders zal zijn vormgegeven om de smaak(sensatie) van de 10 met behulp van de capsule drank te kunnen verbeteren. Doorgaans zal iedere geschikte draagstructuur daarbij zijn voorzien van één of meerdere doorvoeropening voor drank. De hoeveelheid en grootte van de toegepaste doorvoeropeningen is doorgaans bijzonder afhankelijk van het specifieke type capsule dat wordt toegepast. Ingeval de capsule volgens EP0512468 wordt toegepast is een relatief dichte draagstructuur met relatief 15 kleine openingen voordelig, daar deze draagstructuur zowel als perforatiestructuur alsook als (koffie)filter fungeert. Ingeval de capsule volgens EP2134611 wordt toegepast is geen perforatie benodigd, en kan de draagstructuur slechts als ondersteunend element fungeren. Daar de voorgeperforeerde folie van een dergelijke capsule doorgaans relatief slap is, is een in hoofdzaak volledige ondersteuning van de 20 folie door de draagstructuur doorgaans voordelig, waardoor de toegepaste doorvoeropeningen een beperkte omvang zullen hebben. Ingeval de capsule volgens WO2011/159162 wordt toegepast is het vanwege de capsule-eigen perforatiestructuur juist voordelig om een relatief open draagstructuur toe te passen met relatief grote doorvoeropeningen, teneinde de stromingsweerstand voor de drank te kunnen beperken, 25 hetgeen de uiteindelijke structuur, smaak en smaakbeleving van de drank ten goede komt. Door de inrichting overeenkomstig de uitvinding geschikt te maken voor het makkelijk kunnen plaatsen en losnemen, en daarmee het kunnen vervangen van draagstructuren, kan op relatief eenvoudige wijze een geschikte type draagstructuur voor een toegepast type capsule in de inrichting worden toegepast. Bij voorkeur is de 30 draagstructuur voorzien van ten minste één handgreep voor het in de geopende toestand van de capsulehouder positioneren van de capsule tussen de houderdelen alsook het verwijderen van de capsule uit de capsulehouder. Toepassing van één of meerdere handvatten zal de handling van de draagstructuur en daarmee van capsule doorgaans aanzienlijk kunnen vergemakkelijken. Doordat de draagstructuur is ingericht voor het 4 ondersteunen van een afvoerzijde van de capsule, zal het houderdeel waarmee de draagstructuur samen kan werken tevens ten minste een deel van de afvoerzijde van de capsulehouder vormen. In dit octrooi schrift zal dit betreffende houderdeel doorgaans worden gevormd door het eerste houderdeel. Het is denkbaar dat naast de draagstructuur 5 ook een met de draagstructuur samenwerkend houderdeel, bij voorkeur het eerste houderdeel, is ingericht voor ondersteuning van een afvoerzijde van de capsule, althans in gesloten toestand van de capsulehouder. Daarbij is het mogelijk dat de draagstructuur initieel wordt gepositioneerd en wordt vastgehouden in een intermediaire positie (tussenpositie) tussen het eerste houderdeel en het tweede houderdeel in een geopende 10 toestand van de capsulehouder.
In een voorkeursuitvoering zijn het eerste houderdeel en het tweede houderdeel onderling verplaatsbaar in een in hoofdzaak verticale richting. Op deze wijze zal de draagstructuur de capsule continu ondersteunen, zowel in de geopende toestand alsook 15 de gesloten toestand van de capsulehouder. Een dergelijke verticale extractie is doorgaans vanuit kwalitatief oogpunt voordelig, doordat water op deze wijze op relatief gelijkmatige, relatief door de capsule kan worden geleid, hetgeen het extractieproces en de uiteindelijke drankkwaliteit doorgaans ten goede komt.
20 In de gesloten toestand van de capsulehouder zal de capsule doorgaans worden ingeklemd door het eerste houderdeel en het tweede houderdeel. Daarbij is het denkbaar dat ook de draagstructuur wordt ingeklemd en fysiek aangrijpt op beide houderdelen, afhankelijk van de vormgeving van de draagstructuur. Ingeval de draagstructuur is voorzien van een handvat, dan zal het handvat doorgaans permanent uitsteken ten 25 opzichte van de capsulehouder.
De capsulehouder is bij voorkeur ingericht voor opname van asymmetrische capsules. Daardoor is het voordelig ingeval de capsulehouder is ingericht voor opname van een in hoofdzaak frustoconisch vormgegeven behuizing van de capsule. Bij voorkeur is een 30 inwendige zijde van de capsulehouder, in het bijzonder van het tweede houderdeel, tevens ten minste gedeeltelijk frustoconisch uitgevoerd.
Zoals reeds aangeven kan het voordelig zijn ingeval de inrichting een perforatiestructuur omvat voor het perforeren van een afvoerzijde van een zich in de 5 capsulehouder in gesloten toestand bevindende capsule. Dit zal doorgaans afhankelijk zijn van het type capsule. De perforatiestructuur maakt daarbij bij voorkeur deel uit van de draagstructuur. Daarbij kan de perforatiestructuur integraal deel uitmaken van de draagstructuur. Het is echter tevens mogelijk om de perforatiestructuur losneembaar te 5 koppelen met een overig deel van de draagstructuur, hetgeen vanuit praktisch en economisch oogpunt voordelig kan zijn. Het is tevens denkbaar dat de perforatiestructuur deel uitmaakt, en bij voorkeur losneembaar gekoppeld is, met het houderdeel dat de afvoerzijde van de capsulehouder vormt. Daarbij kan het voordelig zijn ingeval dit betreffende houderdeel, doorgaans het eerste houderdeel, losneembaar is 10 gekoppeld met een overig deel van de inrichting, zodat dit houderdeel relatief eenvoudig vervangen en/of gereinigd kan worden. De perforatiestructuur omvat één of meerdere perforatie-elementen ingericht voor het perforeren van de afvoerzijde van de capsule. In en/of tussen de perforatie-elementen zal de perforatiestructuur doorgaans zijn voorzien van één of meerdere doorvoeropeningen (afvoeropeningen) voor drank.
15
In een verdere voorkeursuitvoering van de inrichting omvat de inrichting geleidingsmiddelen voor het geleiden van een capsule tot ten minste gedeeltelijk tussen de houderdelen in de geopende toestand van de capsulehouder. De geleidingsmiddelen kunnen daarbij zijn ingericht voor het geleiden van de draagstructuur, en daarmee van 20 de capsule. De geleidingsmiddelen kunnen daarbij één of meerdere profielen (“runners”) omvat die de draagstructuur en/of de capsule geleidend omgrijpen. Het is tevens denkbaar dat de draagstructuur als zodanig is voorzien van één of meerdere geleidingselementen voor het geleiden en positioneren van de capsule ten opzichte van de draagstructuur.
25
In een voordelige uitvoeringsvorm van de inrichting overeenkomstig de uitvinding is ten minste één houderdeel voorzien van een afdichtingselement voor het in hoofdzaak vloeistofdicht (waterdicht) aangrijpen op de capsule in de gesloten toestand van de capsulehouder. Alhoewel de capsule tevens kan zijn voorzien van een 30 afdichtingselement, kan het bijzonder voordelig zijn om ten minste één houderdeel tevens te laten voorzien van ten minste één afdichtingselement. Het afdichtingselement kan daarbij binnen een door het betreffende houderdeel omsloten volume zijn gelegen waardoor een laterale afdichting van de capsule kan worden gerealiseerd. Het is tevens denkbaar dat het afdichtingselement aan een kopse zijde van een houderdeel is 6 gepositioneerd, waardoor een afdichtende inklemming van een lateraal uitkragende aangrijprand van de capsule kan worden gerealiseerd.
Alhoewel de inrichting overeenkomstig de uitvinding in de markt zonder draagstructuur 5 kan worden aangeboden, waarbij één of meerdere draagstructuren separaat dienen te worden aangeschaft, is het denkbaar dat de inrichting overeenkomstig de uitvinding reeds één (of meerdere) draagstructuren omvat bij aanschaf. De draagstructuur zal daarbij zijn ingericht voor losneembare samenwerking met ten minste één houderdeel. Bij voorkeur is de draagstructuur in een bereidingspositie vergrendelbaar ten opzichte 10 van het ten minste ene houderdeel. Daartoe kan de draagstructuur en/of het houderdeel zijn voorzien van een vergrendelelement. Vergrendeling voorkomt abusievelijke verplaatsing van de draagstructuur ten opzichte van de houder vóór of tijdens het bereidingsproces, en waarborgt en solide uitlijning tussen beide componenten. Teneinde de capsule uit te kunnen lijnen ten opzichte van de draagstructuur is het voordelig 15 ingeval de draagstructuur is ingericht voor meerzijdige omgeving van een capsule.
Daartoe kan een onderzijde (afvoerzijde) van de capsule afsteunen op de draagstructuur, en kan de draagstructuur zijn voorzien van een opstaande rand voor het in zijwaartse richting beperken van de verplaatsing van de capsule. Op deze wijze kan onjuiste positionering van de capsule in de capsulehouder worden tegengegaan.
20
De draagstructuur kan ten minste gedeeltelijk of zelfs volledig zijn vervaardigd uit een afdichtend materiaal voor het afdichten van de capsule in de capsulehouder in gesloten toestand. Bij voorkeur wordt daarbij een veerkrachtig, in het bijzonder elastisch materiaal, zoals (siliconen)rubber, toegepast.
25
Afhankelijk van het type capsule dat wordt gebruikt in de inrichting, zal de draagstructuur meer of minder doorvoeropeningen voor drank omvatten. Ingeval geen perforatie van de afvoerzijde van de capsule benodigd is, en de afvoerzijde van de capsule als zodanig voldoende stevig is, kunnen de doorvoeropening een substantieel 30 deel, bij voorkeur groter dan 50%, bij nadere voorkeur groter dan 75%, van de afvoerzijde onbedekt laten, waardoor afvoer van de drank via de draagstructuur relatief onbelemmerd kan plaatsvinden. Het is daarbij denkbaar dat de grootte van één of meerdere doorvoeropeningen reguleerbaar is en optioneel kan worden aangepast aan het type te gebruiken capsule. Daarbij is het denkbaar dat de draagstructuur één of meerdere 7 diafragma’s omvat, waarbij ieder diafragma een opening met een reguleerbare grootte insluit.
Een afvoerzijde van de draagstructuur, id est een van een aangrijpzijde afgekeerde zijde 5 van de draagstructuur, is bij voorkeur voorzien van één of meerdere (naar beneden uitkragende) puntvormige (taps toelopende) geleidingen voor het vergemakkelijkt kunnen loslaten van op de draagstructuur gevormde drankdruppels. Hierdoor kan het achterblijven van druppels op de draagstructuur zoveel mogelijk worden voorkomen, waardoor morsen van druppels tijdens manuele verplaatsing (verwijdering) van de 10 draagstructuur zoveel mogelijk kan worden tegengegaan.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een systeem voor het bereiden van dranken door gebruikmaking van een capsule, omvattende een inrichting overeenkomstig de uitvinding en een capsule. De capsule grijpt daarbij aan op een ondersteunende 15 draagstructuur die althans gedeeltelijk in de capsulehouder is gepositioneerd. De capsule is daarbij bij voorkeur van het asymmetrische type. De capsule omvat bij voorkeur een behuizing die ten minste gedeeltelijk is gevuld met een te extraheren en/of op te lossen substantie, zoals gemalen koffie, voor het bereiden van een drank, welke behuizing is voorzien van een toevoerzijde voor het in de capsule leiden van een 20 vloeistof, zoals water, en van een op afstand van de toevoerzijde gelegen afvoerzijde voor het afvoeren van door de capsule geleide van extract en/of opgeloste substantie voorziene vloeistof, waarbij de behuizing omvateen omtrekswand, een met de omtrekswand verbonden kopse zijde, en een met de omtrekswand op afstand van de kopse zijde verbonden lateraal uitkragende aangrijprand voor het kunnen laten 25 inklemmen van de capsule in de capsulehouder, en waarbij de afvoerzijde initieel is afgeschermd door een al dan niet voorgeperforeerd folie. De bij voorkeur in hoofdzaak starre (vormvaste) behuizing is doorgaans gedeeltelijk of volledig gevuld met een extraheerbaar of oplosbaar levensmiddel, zoals thee, instant soep, koffie, instant chocolademelk, et cetera.
30
De uitvinding heeft verder betrekking op een draagstructuur kennelijk bestemd voor gebruik in een inrichting overeenkomstig de uitvinding. Uitvoeringsvarianten en voordelen van de draagstructuur zijn reeds in het voorgaande op uitvoerige wijze beschreven.
8
De uitvinding heeft daarnaast betrekking op een werkwijze voor het bereiden van dranken, in het bijzonder door toepassing van een systeem overeenkomstig de uitvinding, omvattende de stappen: A) het laten samenwerken van een capsule met een 5 draagstructuur voor de capsule, B) het door een gebruiker positioneren van het tijdens stap A) gevormde samenstel in een geopende capsulehouder van een inrichting voor het bereiden van dranken, C) het sluiten van een capsulehouder onder insluiting van het samenstel, D) het leiden van water door de ingesloten capsule onder vorming van de drank, en E) het uit de capsule en de capsulehouder leiden van de drank Na stap E) zal 10 de capsulehouder worden geopend en kan de draagstructuur met daarop de capsule manueel worden verwijderd.
De toevoerzijde van de meeste bekende capsules wordt in de capsulehouder geperforeerd door toepassing van één of meerdere snij delementen die zijn verbonden 15 met een (tweede) houderdeel van de capsulehouder. De toevoerzijde van de capsule kan daarbij uit diverse materialen zijn vervaardigd. De meest toegepaste materialen zijn aluminium en kunststof, in het bijzonder een thermoplastisch kunststof, zoals polypropeen. Ingeval de toevoerzijde ten minste gedeeltelijk uit kunststof is vervaardigd zal een gevormde perforatie zichzelf doorgaans enigszins verkleinen doordat kunststof 20 een geheugenmateriaal vormt en de neiging heeft terug te deformeren. Hierdoor komt het voor dat het kunststof relatief nauw aansluit op de omtrekszijden van de één of meerdere snij del ementen, hetgeen toevoer van water tot in de capsule aanzienlijk kan belemmeren.
25 Een doel van de uitvinding is hiervoor een oplossing te verschaffen.
Daartoe verschaft de uitvinding een inrichting voor het bereiden van dranken door gebruikmaking van een capsule, omvattende: ten minste één capsulehouder, welke capsulehouder een eerste houderdeel en een tweede houderdeel omvat, waarbij het 30 eerste houderdeel en het tweede houderdeel onderling verplaatsbaar tussen een geopende toestand, waarin een capsule tussen de houderdelen kan worden geplaatst, en een gesloten positie, waarin de capsule wordt ingeklemd door de houderdelen zodat water door de capsule kan worden geleiden voor het bereiden van een drank, ten minste één vergrendelelement voor het in hoofdzaak fixeren van de capsule ten opzichte van 9 ten minste het eerste houderdeel, en ten minste één met het tweede houderdeel verbonden snij delement voor het perforeren van een toevoerzijde van de capsule, waarbij het eerste houderdeel en het tweede houderdeel onderling axiaal roteerbaar zijn, zodanig dat door het ten minste ene snijdelement een in hoofdzaak lijnvormige snede 5 wordt gerealiseerd in de toevoerzijde van de capsule. Door de onderlinge axiale rotatie van de capsule ten opzichte van het tweede houderdeel kunnen één of meerdere (kromme) lijnvormige snedes worden getrokken waardoor de toevoerzijde permanent goed geopend wordt, en waardoor een gedegen toevoer van water tot in de capsule verbeterd kan worden. Dit geldt met name voor capsules waarvan de toevoerzijde uit 10 kunststof is vervaardigd. Echter, de inrichting overeenkomstig de uitvinding is evenzeer geschikt om samen te werken met capsules waarvan de toevoerzijde uit een andersoortig materiaal is vervaardigd.
De axiale rotatie van de houderdelen, en daarmee van de vergrendelde capsule ten 15 opzichte van het tweede houderdeel geschiedt daarbij bij voorkeur tijdens het sluiten van de capsulehouder. Voordeel hiervan is dat de snij del ementen tijdens het sluiten van de capsulehouder reeds een cirkelsegmentvormige (lijnvormige) snede aanbrengt in de toevoerzijde, waarbij verschillende delen van het snij del ementen worden aangewend voor het realiseren van de snede. Dit komt de belasting van de snij del ementen en 20 daarmee de levensduur van de snij del ementen doorgaans ten goede. Het is echter tevens denkbaar dat de inrichting is ingericht voor het onderling axiaal laten roteren van de houderdelen na het sluiten van de capsulehouder. Dit kan vanuit constructief oogpunt de voorkeur genieten.
25 De inrichting omvat bij voorkeur ten minste één aandrijfelement voor het onderling axiaal laten roteren van de houderdelen. Het aandrijfelement kan elektromechanisch van aard zijn en bij voorkeur een elektromotor omvatten voor het onderling axiaal laten roteren van de houderdelen. Het is tevens denkbaar dat de inrichting ten minste één bedieningselement omvat voor het handmatig openen en sluiten van de capsulehouder. 30 Toepassing van een bedieningselement (handvat) is gebruikelijk in bekende inrichtingen voor het met behulp van een capsule bereiden van een drank. Koppeling van het laten roteren van de houderdelen met het bedienen van het bedieningselement is relatief eenvoudig en efficiënt. In een voorkeursuitvoering is het ten minste één bedieningselement derhalve zodanig gekoppeld met de capsulehouder dat tijdens het 10 handmatig openen en sluiten van de capsulehouder de houderdelen axiaal ten opzichte van elkaar worden geroteerd.
De maximale rotatiehoek van de lijnvormige snedes is bij voorkeur gelegen tussen 20 5 en 90 graden. Een hoek binnen een dergelijke bereik waarborgt enerzijds voldoende opening van de toevoerzijde, onderwijl overmatige opening van de toevoerzijde kan worden toegegaan. Bij relatief lange snedes is de kans op gapen (openstaan) van de snedes groter, waardoor de inhoud van de capsule zich via de toevoerzijde zou kunnen verwijderen. Door iedere snede te begrenzen op 90 graden kan de toevoerzijde als 10 zodanig als filter voor de inhoud van de capsule blijven fungeren.
In een voorkeuruitvoering omvat de inrichting een ten minste gedeeltelijk helixvormige geleiding ingericht voor samenwerking met ten minste één houderdeel voor het axiaal laten roteren van het betreffende houderdeel. Doorgaans zal deze geleiding aangrijpen 15 op een buitenzijde van het betreffende houderdeel, bij voorkeur het tweede houderdeel. Een dergelijke geleiding resulteert in een axiale rotatie van de houderdelen tijdens het sluiten (op openen) van de capsulehouder. Bij voorkeur zal slechts het tweede houderdeel axiaal roteerbaar zijn uitgevoerd, en zal het eerste houderdeel niet axiaal roteerbaar zijn uitgevoerd. Vanuit constructief oogpunt is dit doorgaans het meest 20 voordelig.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een systeem voor het bereiden van dranken door gebruikmaking van een capsule, omvattende een inrichting overeenkomstig de uitvinding, en een capsule.
25
De uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze voor het bereiden van dranken, in het bijzonder door toepassing van een dergelijk systeem, omvattende de stappen: F) het in een geopende capsulehouder van een inrichting voor het bereiden van dranken positioneren van een capsule, G) het vergrendelen van de capsule ten opzichte van een 30 eerste houderdeel van de capsule, H) het sluiten van de capsulehouder door het naar elkaar toe bewegen van het eerste houderdeel en een tweede houderdeel, waarbij ten minste één met het tweede houderdeel verbonden snij delement een toevoerzijde van de capsule perforeert, I) het axiaal laten roteren van beide houderdelen ten opzichte van elkaar zodat het ten minste ene snij del ement een in hoofdzaak lijnvormige snede 11 aanbrengt in de toevoerzijde, J) het leiden van water door de ingesloten capsule onder vorming van de drank, en K) het uit de capsule en de capsulehouder leiden van de drank. Daarbij kan een overlap in tijd plaatsvinden tussen stap F) en stap G). Tevens kan een overlap in tijd plaatsvinden tussen stap H) en stap G). Ook kunnen stap H) en 5 stap I) elkaar overlappen en bij voorkeur (volledig) gelijktijdig plaatsvinden.
De uit de stand van techniek bekende inrichting vereist dat de capsule is voorzien van een afdichtelement voor het afdichten van de capsule in de capsulehouder. Echter, het ontwerpen van een solide afdichtelement blijkt relatief lastig en maakt de capsule 10 relatief kostbaar. De behoefte bestaat aan een inrichting die tevens geschikt is voor samenwerking met een capsule die niet is voorzien van een (deugdelijk) afdichtelement.
Daartoe verschaft de uitvinding een inrichting voor het bereiden van dranken door gebruikmaking van een capsule, omvattende: ten minste één capsulehouder, welke 15 capsulehouder een eerste houderdeel en een tweede houderdeel omvat, waarbij het eerste houderdeel en het tweede houderdeel onderling verplaatsbaar tussen een geopende toestand, waarin een capsule tussen de houderdelen kan worden geplaatst, en een gesloten positie, waarin een afvoerzijde van de capsule ten minste gedeeltelijk wordt afgeschermd door het eerste houderdeel en een toevoerzijde van de capsule ten 20 minste gedeeltelijk wordt afgeschermd door het tweede houderdeel, zodat water door de capsule kan worden geleid voor het bereiden van een drank, ten minste één met een binnenzijde van het tweede houderdeel verbonden afdichtelement voor het in hoofdzaak waterdicht klemmend aangrijpen op een omtrekszijde van de capsule, en ten minste één uitstootelement voor het verwijderen van een door het tweede houderdeel ingeklemde 25 capsule ten opzichte van het tweede houderdeel. Door het tweede houderdeel te voorzien van een afdichtelement ingericht voor het onder klemming afdichten van een capsule is een separaat afdichtelement voor een capsule niet langer noodzakelijk. Teneinde te voorkomen dat de capsule blijft vastzitten in het tweede houderdeel is ten minste één uitstootelement voorzien dat de capsule na gebruik kan losduwen van het 30 afdichtelement en daarmee van het tweede houderdeel. Daarbij is het voordelig ingeval het ten minste ene uitstootelement verplaatsbaar is gekoppeld met het tweede houderdeel. Het uitstootelement kan daarbij bijvoorbeeld worden gevormd door een vinger of door een veerkrachtig element.
12
Bij voorkeur is het ten minste ene uitstootelement ten minste gedeeltelijk opgenomen in een door het tweede houderdeel omsloten volume, waardoor het uitstootelement de capsule duwend kan verwijderen van het tweede houderdeel. Bovendien kan de capsulehouder op deze wijze relatief compact worden uitgevoerd.
5
Ook in deze inrichting overeenkomstig de uitvinding omvat het tweede houderdeel ten minste één snijdelement voor het aanbrengen van een perforatie in de toevoerzijde van de capsule. Het is daarbij echter denkbaar dat het ten minste ene uitstootelement en het ten minste ene snijdelement onderling integraal met elkaar zijn verbonden. Hierbij is het 10 denkbaar dat het snijdelement in eerste instantie is ingericht voor het aanbrengen van een perforatie in de toevoerzijde van de capsule, waarbij na gebruik van de capsule hetzelfde snijdelement fungeert als uitstootelement voor het verwijderen van de capsule uit de capsulehouder.
15 In een bijzondere voorkeursuitvoering omvat het tweede houderdeel ten minste twee ten opzichte van elkaar beweegbare, in het bijzonder zwenkbare houdersegmenten. De beweegbaarheid van de houdersegmenten maakt het mogelijk om het tweede houderdeel als zodanig te openen en te sluiten, teneinde het zowel het aanbrengen van de capsule in het tweede houderdeel alsook het verwijderen van de capsule uit het 20 tweede houderdeel, met name vanwege de aanwezigheid van het afdichtelement in het tweede houderdeel, te kunnen vergemakkelijken. Het is voordelig ingeval het ten minste ene afdichtelement volledig rondom aansluit op de capsule, waardoor een randafdichting ontstaat. Het afdichtelement is bij voorkeur vervaardigd uit een elastisch materiaal, in het bijzonder een rubber, meer in het bijzonder een schuimrubber. Veelal 25 wordt het ten minste ene afdichtelement gevormd door een O-ring.
Het uitstootelement is bij voorkeur verplaatsbaar tussen een passieve positie, waarin een capsule kan worden ingeklemd door het tweede houderdeel, en een actieve positie, waarin de capsule uit het tweede houderdeel wordt gedrukt. Daarbij is het voordelig 30 ingeval het uitstootelement wordt verplaatst naar de actieve positie tijdens het openen van de capsulehouder. Op deze wijze kan een betrouwbare verwijdering van de capsule ten opzichte van het tweede houderdeel op relatief eenvoudige wijze worden gewaarborgd.
13
De uitvinding heeft voorts betrekking op een systeem voor het bereiden van dranken door gebruikmaking van een capsule, omvattende een inrichting overeenkomstig de uitvinding, en een capsule.
5 De uitvinding heeft daarnaast betrekking op een werkwijze voor het bereiden van dranken, in het bijzonder door toepassing van een dergelijk systeem, omvattende de stappen: L) het in een geopende capsulehouder van een inrichting voor het bereiden van dranken positioneren van een capsule, M) het sluiten van de capsulehouder door het naar elkaar toe bewegen van het eerste houderdeel en een tweede houderdeel, waarbij de 10 capsule althans wordt ingeklemd door het tweede houderdeel, N) het leiden van water door de ingesloten capsule onder vorming van de drank, O) het uit de capsule en de capsulehouder leiden van de drank, P) het openen van de capsulehouder, en Q) het door middels ten minste één uitstootelement uit het tweede houderdeel verwijderen van de capsule.
15
Een probleem van de uit de stand van techniek bekende inrichting is dat de relatief natte capsules na het bereiden van een drank worden gedeponeerd in een onderliggende afvalhouder door het openen van de capsulehouder dan wel in de capsulehouder blijven zitten ingeval de gebruiker de capsulehouder niet opent. Daarbij kan relatief snel 20 schimmelvorming optreden, hetgeen ongewenst is, en met name in de capsulehouder bijzonder gewenst is. De behoefte bestaat om deze schimmelvorming tegen te gaan.
De uitvinding verschaft daartoe een inrichting voor het bereiden van dranken door gebruikmaking van een capsule, omvattende: ten minste één capsulehouder, welke 25 capsulehouder een eerste houderdeel en een tweede houderdeel omvat, waarbij het eerste houderdeel en het tweede houderdeel onderling verplaatsbaar tussen een geopende toestand, waarin een capsule tussen de houderdelen kan worden geplaatst, en een gesloten positie, waarin een afvoerzijde van de capsule ten minste gedeeltelijk wordt afgeschermd door het eerste houderdeel en een toevoerzijde van de capsule ten 30 minste gedeeltelijk wordt afgeschermd door het tweede houderdeel, zodat water door de capsule kan worden geleid voor het bereiden van een drank, ten minste één met het tweede houderdeel gekoppelde en met een pomp gekoppelde watervoorraadhouder voor het onder druk in het tweede houderdeel leiden van water, ten minste één met het tweede houderdeel gekoppelde en met een compressor gekoppelde luchtleiding voor het 14 onder druk in het tweede houderdeel leiden van lucht, en ten minste één besturingseenheid voor het aansturen van de pomp en het aansturen van de compressor. Door de capsule na het er doorheen leiden van water gedurende een (korte) tijdsduur te doorblazen met lucht kan de capsule aanzienlijk droger worden gemaakt, hetgeen 5 schimmelvorming aanzienlijk zal reduceren. Bovendien zal het droogblazen van de gebruikte capsule tevens een koelend effect hebben op de capsule, waardoor een gebruiker zich minder snel zal verbranden aan de capsule. Bovendien zal het droogblazen van de capsule lekkage van de capsule aanzienlijk reduceren, waardoor morsen van drank uit de capsule tevens kan worden tegengegaan.
10
In een voorkeursuitvoering is het tweede houderdeel voorzien van een eerste toevoeropening voor water en een tweede toevoeropening voor lucht. Deze toevoeropeningen kunnen gescheiden van elkaar zijn uitgevoerd, doch kunnen tevens worden gevormd door een en dezelfde (gemeenschappelijke) opening.
15
De besturingseenheid is bij voorkeur ingericht voor het gedurende een eerste tijdsduur inschakelen van de pomp en het na verstrijken van de eerste tijdsduur gedurende een tweede tijdsduur inschakelen van de compressor. Daarbij is de eerste tijdsduur bij voorkeur gelegen tussen 5 en 30 seconde, hetgeen gebruikelijk is voor de bereiding van 20 de meeste dranken. De tweede tijdsduur is bij voorkeur gelegen tussen 0,5 en 2 seconde, hetgeen enerzijds voldoende lang is om een groot deel van het resterende vocht te verwijderen uit de capsule en anderzijds voldoende kort is om een gebruiker niet te lang te laten wachten alvorens de capsule kan worden verwijderd uit de capsulehouder. De besturingseenheid is bij voorkeur gekoppeld met een detectie-element voor het 25 detecteren van de toestand van de capsulehouder. Bij nadere voorkeur is de besturingseenheid ingericht voor het slechts inschakelen van de compressor ingeval door het detectie-element wordt gedetecteerd dat de capsulehouder gesloten is.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een systeem voor het bereiden van dranken 30 door gebruikmaking van een capsule, omvattende een dergelijke inrichting overeenkomstig de uitvinding en een capsule. Daarbij is althans een toevoerzijde van de capsule bij voorkeur in hoofdzaak luchtdicht en waterdicht opgesloten in de capsulehouder in gesloten toestand, teneinde water en lucht achtereenvolgens door de capsule te kunnen leiden.
15
De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het bereiden van dranken, in het bijzonder door toepassing van een dergelijk systeem, omvattende de stappen: R) het in een geopende capsulehouder van een inrichting voor het bereiden van dranken 5 positioneren van een capsule, S) het sluiten van de capsulehouder door het naar elkaar toe bewegen van het eerste houderdeel en een tweede houderdeel, waarbij een toevoerzijde van de capsule in hoofdzaak waterdicht wordt ingesloten door de capsulehouder, T) het onder druk via het tweede houderdeel leiden van water door de ingesloten capsule onder vorming van de drank, U) het uit de capsule en de 10 capsulehouder leiden van de drank, V) het onder druk via het tweede houderdeel leiden van lucht door de ingesloten capsule onder ten minste gedeeltelijke droging van de capsule, W) het openen van de capsulehouder, en X) het uit het tweede houderdeel verwijderen van de capsule. Daar kan een overlap in tijd plaatsvinden tussen stap T) en stap U). Tevens kan een overlap in tijd plaatsvinden tussen stap U) en stap V).
15
De meeste uit de stand van techniek bekende inrichtingen zijn gebaseerd op een horizontaal extractieproces, waarbij water in een min of meer horizontale lijn door de capsule wordt geperst. Voordeel hiervan is dat een gebruikte capsule slechts onder invloed van zwaartekracht na gebruik in een onderliggende afvalhouder kan vallen, 20 hetgeen vanuit constructief oogpunt gunstig is. Nadeel is echter dat het extractieproces als gevolg van de zwaartekracht niet homogeen verloopt, waarbij de grootste waterfractie door een onderste deel van de (horizontaal georiënteerde) capsule en slechts een beperkt deel door een bovenste deel van de (horizontaal georiënteerde) capsule, hetgeen ten koste gaat van de kwaliteit van het extractieproces. Een verticaal 25 uitgevoerd extractieproces is vanuit oogpunt van kwaliteit voordeliger, en geniet derhalve de voorkeur. De behoefte bestaat dan ook aan een inrichting die is ingericht voor het extraheren van een verticaal georiënteerde capsule die na gebruik op relatief efficiënte wijze kan worden verwijderd.
30 De uitvinding verschaft daartoe een inrichting voor het bereiden van dranken door gebruikmaking van een capsule, omvattende: ten minste een gestel, ten minste één met het gestel verbonden capsulehouder, welke capsulehouder een eerste houderdeel en een tweede houderdeel omvat, waarbij het eerste houderdeel en het tweede houderdeel onderling verplaatsbaar zijn langs een in hoofdzaak verticale as tussen een geopende 16 toestand, waarin een capsule tussen de houderdelen kan worden geplaatst, en een gesloten positie, waarin een afvoerzijde van de capsule ten minste gedeeltelijk wordt afgeschermd door het eerste houderdeel en een toevoerzijde van de capsule ten minste gedeeltelijk wordt afgeschermd door het tweede houderdeel, zodat water door de 5 capsule kan worden geleid voor het bereiden van een drank, waarbij het eerste houderdeel is ingericht voor ondersteuning van de capsule, en waarbij het eerste houderdeel verplaatsbaar is verbonden met het gestel tussen een bereidingspositie, waarin het eerste houderdeel in hoofdzaak in lijn is gelegen met het tweede houderdeel, en een lospositie, waarin het tweede houderdeel uit lijn is gelegen met het tweede 10 houderdeel voor het kunnen verwijderen van een gebruikte capsule. Een probleem bij een (in hoofdzaak) verticale extractie is dat de capsule dient te worden ondersteund door een eerste houderdeel, waarbij onder het eerste houderdeel een drinkbeker is gepositioneerd, waardoor de capsule na gebruik niet in een onderliggende afvalhouder kan worden gedeponeerd. De inrichting verschaft hiertoe de oplossing om het de 15 capsule dragende houderdeel verplaatsbaar te monteren aan het gestel, waardoor de capsule na gebruik vanuit de bereidingspositie kan worden weggeleid naar de lospositie alwaar de capsule manueel dan wel automatisch kan worden verwijderd van het eerste houderdeel. Ingeval automatische lossing van de capsule gewenst is, bij voorkeur in een onder de lospositie gelegen afvalhouder, dan is het voordelig ingeval het eerste 20 houderdeel in de lospositie roteerbaar is om een as die in hoofdzaak samenvalt met een door het eerste houderdeel opgespannen vlak. Door het eerste houderdeel op deze wijze kantelbaar uit te voeren, kan de gebruikte capsule onder invloed van de zwaartekracht worden gelost. Veelal is het daarbij voordelig ingeval het eerste houderdeel onder tussenkomst van een arm verplaatsbaar is verbonden met het gestel. De verplaatsing van 25 het eerste houderdeel van de bereidingspositie naar de lospositie geschiedt daarbij bij voorkeur in een in hoofdzaak horizontaal vlak. In de bereidingspositie zal de verplaatsing van het eerste houderdeel bij voorkeur in een verticale richting geschieden bij sluiting van de capsulehouder. Op deze wijze zal het eerste houderdeel zijn ingericht voor het afleggen van een L-vormig verplaatsingstraject. Het is tevens denkbaar dat het 30 eerste houderdeel niet in verticale richting verplaatsbaar is, doch dat het tweede houderdeel in verticale richting verplaatsbaar is voor het kunnen sluiten (en openen) van de capsulehouder.
17
De uitvinding heeft tevens betrekking op een systeem voor het bereiden van dranken door gebruikmaking van een capsule, omvattende een dergelijke inrichting overeenkomstig de uitvinding, en een capsule. Daarbij zal de capsule worden ondersteund door het eerste houderdeel.
5
De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het bereiden van dranken, in het bijzonder door toepassing van een dergelijk systeem, omvattende de stappen: Y) het op een eerste houderdeel van een geopende capsulehouder van een inrichting voor het bereiden van dranken positioneren van een capsule, Z) het sluiten van de 10 capsulehouder door het in in hoofdzaak verticale richting naar elkaar toe bewegen van het eerste houderdeel en een tweede houderdeel, AA) het via het tweede houderdeel leiden van water door de ingesloten capsule onder vorming van de drank, BB) het uit de capsule en de capsulehouder leiden van de drank, CC) het openen van de capsulehouder, DD) het verplaatsen van het eerste houderdeel ten opzichte van het 15 tweede houderdeel vanuit een bereidingspositie naar een lospositie, en EE) het in de lospositie van het eerste houderdeel verwijderen van het eerste houderdeel verwijderen van de gebruikte capsule. Daarbij wordt tijdens stap EE) het eerste houderdeel bij voorkeur geroteerd (gekanteld) over een as die in hoofdzaak samenvalt met een door het eerste houderdeel opgespannen vlak. Tijdens stap Y) bevindt het eerste houderdeel zich 20 bij voorkeur in de lospositie, waarna het eerste houderdeel, na plaatsing van de capsule, wordt verplaatst naar de bereidingspositie, alvorens stap Z) wordt uitgevoerd.
De uitvinding zal worden verduidelijkt aan de hand van in navolgende figuren weergegeven niet-limitatieve uitvoeringsvoorbeelden. Hierin toont: 25 Figuur 1 een geopende capsulehouder, draagstructuur en capsule voor het bereiden van dranken.
Figuur 2 een geopende capsulehouder en draagstructuur met capsule Figuur 3 een gesloten capsulehouder met draagstructuur en capsule Figuur 4 een na brouwen geopende capsulehouder.
30 Figuur 5 het wegnemen van een gebruikte capsule uit de capsulehouder Figuur 6 het wegnemen van een gebruikte capsule uit de draagstructuur Figuur 7 een inlegstuk voor de draagstructuur Figuur 8 de plaatsing van het inlegstuk in de draagstructuur 18
Figuur 9 de plaatsing van een capsule zonder perforatieplaat in een draagstructuur in een geopende capsulehouder
Figuur 10 de draagstructuur met perforatieplaat en capsule zonder perforatieplaat in de capsulehouder 5 Figuur 11 een gesloten capsulehouder met draagstructuur en capsule zonder perforatieplaat
Figuur 12 een geopende capsulehouder met perforatiemessen Figuur 13 de perforatie van een capsule in een capsulehouder door perforatiemessen Figuur 14 de rotatie van de perforatiemessen 10 Figuur 15 de capsulehouder met perforatiemessen
Figuur 16 de perforatie van een capsule in een capsulehouder door perforatiemessen Figuur 17 de rotatie van de perforatiemessen en de formatie van een toevoersleuf Figuur 18 een geopende capsulehouder met perforatie-elementen en een uitstootelement Figuur 19 een gesloten capsulehouder met een uitstootelement 15 Figuur 20 het uitstoten van een gebruikte capsule door het uitstootelement
Figuur 21 een systeem voorbereiden van drank Figuur 22 het systeem met een capsulehouder in geopende toestand Figuur 23 het systeem tijdens het sluiten van de capsulehouder Figuur 24 het systeem tijdens het verder sluiten van de capsulehouder 20 Figuur 25 het systeem met een gesloten capsulehouder, gereed voor de toevoer van water.
Figuur 1 toont een capsulehouder 1 in geopende toestand, omvattende een eerste houderdeel 2 en een tweede houderdeel 3, een koffiecapsule 4 en een draagstructuur 5 25 voor de capsule, uitgerust met een geprofileerde handgreep 6. De capsule is in het algemeen frustoconisch van vorm en heeft een uitkragende aangrijprand 7. Aan een afvoerzijde 8 is de capsule voorzien van een afsluitend folie 9, voor het afsluiten en conserveren van de koffie in de capsule wanneer de capsule niet wordt gebruikt om koffie te brouwen. De afvoerzijde kan tevens voorzien zijn van een perforatieplaat 10 30 voor het perforeren van het afsluitfolie. De draagstructuur voor de capsule is uitgerust met een geprofileerde handgreep 6, die uitsteekt ten opzichte van de capsulehouder wanneer de capsulehouder in gesloten toestand is. De draagstructuur 5 is voorzien van een opstaande rand 11 voor het meerzijdig omsluiten en borgen van de capsule 4 op de draagstructuur 5. De draagstructuur kan, indien de capsule niet met een perforatieplaat 19 10 is uitgerust, worden voorzien van een perforatieplaat voor het perforeren van het afsluitfolie van de capsule. Het eerste houderdeel is ingericht voor het ontvangen van de draagstructuur voor de capsule. Het omvat daartoe een eerste rand 12 waarbij de straal in hoofdzaak gelijk is aan de straal van de draagstructuur, waardoor na plaatsing van de 5 draagstructuur in het eerste houderdeel de speling tussen beide onderdelen beperkt wordt. Het eerste houderdeel kan ook zodanig vormgegeven worden dat de losse draagstructuur voor een capsule overbodig is. In dat geval is de opstaande rand voor het meervoudig omsluiten van de capsule op het eerste houderdeel aanwezig, als ook een eventuele perforatieplaat. Het tweede houderdeel van de capsulehouder is in hoofdzaak 10 gelijkvormig aan de capsule om een afdichting van de capsule in de houder te waarborgen. Het tweede houderdeel is uitgerust met een aantal uitstekende perforatie-elementen 13 voor het perforeren van de toevoerzijde 14 van de capsule wanneer de capsulehouder in gesloten toestand wordt gebracht.
15 Figuur 2 toont de capsulehouder 1 in geopende toestand waarbij in het eerste houderdeel 2 van de capsulehouder 1 een draagstructuur 5 voor een capsule 4 is geplaatst. In de draagstructuur is een capsule voorzien. De uitkragende aangrijprand 7 van de capsule 4 wordt omsloten door de opstaande rand 11 van de draagstructuur voor een meerzijdige omsluiting van de capsule in de draagstructuur.
20
Figuur 3 toont de capsulehouder 1 in gesloten toestand. Na plaatsing van een capsule 4 in de draagstructuur 5 voor de capsule en het plaatsen van de draagstructuur in het eerste houderdeel 2 zijn het eerste en tweede houderdeel 3 naar elkaar toe bewogen om zich om de geplaatste capsule 4 te sluiten. Tijdens deze beweging dringen de 25 uitstekende perforatie-elementen 13 van het tweede houderdeel 3 door de toevoerzijde 14 van de geplaatste capsule 4. De sluitende beweging van de houderdelen van de capsulehouder 1 oefent in de laatste fase van de beweging druk uit op de capsule 4. De uitkragende rand 7 van de capsule 4 wordt tussen het tweede houderdeel 3 en de draagstructuur 5 geklemd, en de uitstekende delen 14 van de perforatieplaat 10 van de 30 capsule 4 worden, indien aanwezig, door het afsluitende folie aan de afvoerzijde 8 van de capsule 4 gedrukt. De capsulehouder 1 is in deze toestand klaar voor het brouwen van koffie. Warm water wordt onder druk via een aanvoeropening 15 in het tweede houderelement 3 door de, door de uitstekende perforatie-elementen 13 gecreëerde, perforaties 16 aan de toevoerzijde 14 van de capsule geloodst. Het warme water 20 extraheert koffie uit de capsule 4, waarna de koffie door de, door de perforatieplaat 10 gecreëerde, perforaties aan de afvoerzijde 8 van de capsule loopt en, via openingen 17 in de draagstructuur en opening 18 in het eerste houderdeel, uiteindelijk in een niet getoonde koffiebeker terecht komt.
5
Figuren 4, 5, en 6 tonen het openen van de capsulehouder 1 na het brouwen van een kop koffie. Na het brouwen van de koffie worden de houderdelen 2 en 3 van de capsulehouder 1 van elkaar af bewogen, waarna de draagstructuur 5 van het eerste houderdeel 2 verwijderd kan worden. De aanwezigheid van de draagstructuur 5 en 10 bijbehorend geprofileerde handvat 6 zorgt ervoor dat de warme koffiecapsule 4 niet direct vastgepakt hoeft te worden. Indien geen draagstructuur 5 wordt geplaatst, is het wachten tot de capsule 4 is afgekoeld doorgans noodzakelijk, ter voorkoming van brandwonden. Figuur 4 toont de capsule 4 in de draagstructuur 5 na het brouwen van de kop koffie, figuur 5 toont het wegnemen van de draagstructuur 5 van het eerste 15 houderdeel 2, en figuur 6 toont het wegnemen van de capsule 4 van de draagstructuur 5.
Figuren 7 en 8 tonen de capsulehouder 1 in geopende toestand en een draagstructuur 5 voor een capsule die niet van een perforatieplaat is voorzien. Op de draagstructuur voor een capsule wordt een perforatieplaat 19 geplaatst die is uitgerust met openingen voor 20 het doorvoeren van koffie. Figuur 7 toont de draagstructuur en de perforatieplaat als losse onderdelen, die in figuur 8 in elkaar zijn weergegeven.
Figuren 9, 10 en 11 tonen de capsulehouder 1 in geopende (figuur 9 en 10) en gesloten (figuur 11) toestand waarbij een capsule 4 wordt geplaatst die niet is voorzien van een 25 perforatieplaat. De capsule 4 zonder perforatieplaat wordt op eenzelfde manier als een capsule met perforatieplaat op de draagstructuur 5 voor een capsule geplaatst. De uitkragende rand 7 van de capsule 4 wordt door een opstaande rand 11 van de draagstructuur 5 meervoudig omsloten en het afsluitende folie 9 aan de afvoerzijde 8 van de capsule 4 rust op de perforatieplaat 19 van de draagstructuur 5. Bij de beweging 30 van de houderdelen 2 en 3 van de capsulehouder 1 wordt de uitkragende rand 7 van de capsule 4 tussen het tweede houderdeel 3 en de draagstructuur 5 geklemd en vindt perforatie van de toevoerzijde 14 van de capsule door uitstekende perforatie-elementen 13 plaats. De perforatieplaat 19 van de draagstructuur 5 voor de capsule is ingericht voor het perforeren van het afsluitende folie 9 van de capsule wanneer de druk binnenin 21 de capsule onder invloed van water een vooraf bepaalde druk bereikt. De perforatieplaat 19 creëert openingen in het afsluitende folie 9 waardoor gebrouwen koffie door openingen in de perforatieplaat, opening 17 in de draagstructuur voor de capsule en opening 18 in het eerste houderdeel 2 wordt doorgevoerd naar een niet getoonde 5 koffiebeker. Figuur 9 toont de capsulehouder in geopende toestand en draagstructuur die is uitgerust met een capsule. In figuur 10 is de draagstructuur in het eerste houderdeel geplaatst en figuur 11 toont de gesloten toestand waarin de capsule in de draagstructuur door de beide houderdelen wordt omsloten.
10 Figuur 12 toont een uitvoeringsvorm waarin uitstekende perforatiemiddelen in een tweede houderdeel 103 van de capsulehouder 101, tevens omvattende eerste houderdeel 102, zijn uitgevoerd als messen 113. In de figuur is een draagstructuur 105 en capsule 104 met perforatieplaat 110 getoond, maar dit samenstel is vrij wisselbaar met een draagstructuur met perforatieplaat en een capsule.
15
Figuren 13 en 14 tonen de capsulehouder 101 in gesloten toestand, waarbij messen 113 de toevoerzijde 114 van de capsule 104 hebben geperforeerd. Het tweede houderdeel 103 van de capsulehouder is in deze uitvoeringsvorm niet voorzien van een aanvoeropening voor warm water die zich in de directe nabijheid van de uitstekende 20 perforatie-elementen bevindt. In plaats daarvan voeren de messen 113, die de toevoerzijde 114 van de capsule 104 hebben geperforeerd een roterende beweging uit. Tijdens die beweging trekken de messen sleuven in de toevoerzijde 114 van de capsule om het toevoeren van warm water onder druk mogelijk te maken. De messen voeren tijdens deze beweging bij voorkeur een rotatie uit tussen de 1 en de 45 graden. Het is 25 tevens mogelijk dat slechts één mes is voorzien voor het maken van een toevoersleuf. Figuur 13 toont een stand van de messen voordat rotatie plaatsvindt, terwijl figuur 14 een stand van de messen toont nadat rotatie heeft plaatsgevonden, waarbij de standen uit figuren 13 en 14 niet hetzelfde zijn.
30 Figuren 15, 16 en 17 tonen de werking van de messen 113 vanuit een ander perspectief. Tijdens de beweging van de twee houderdelen 102 en 103 van de capsulehouder 101 dringen de messen 113 door in de capsule 104 in de draagstructuur 105, waarna de messen 113 een rotatie beschrijven voor het vormen van toevoer sleuven 120 in de toevoerzijde 114 van de capsule, voor het toevoeren van warm water onder druk aan de 22 koffie in de capsule. Warm water onder druk dringt door de toevoersleuven 120 de capsule binnen, extraheert de koffie uit de capsule en verlaat via openingen 121 in de afvoerzijde 108 van de capsule, opening 117 van de draagstructuur en opening 118 van het eerste houderdeel de capsulehouder 101. Figuur 15 toont een stand waarin de 5 draagstructuur in het eerste houderdeel is geplaatst, maar de capsulehouder nog in open toestand is, waarbij nog geen perforatie door de messen heeft plaatsgevonden. In figuur 16 wordt het sluiten van de capsulehouder en het perforeren van de toevoerzijde van de capsule getoond. In figuur 17 heeft rotatie door de messen plaatsgevonden en is toevoersleuf 120 gevormd.
10
Figuren 18 en 19 tonen een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding waarbij een tweede houderdeel 203 van een capsulehouder 201 is uitgerust met een uitstootelement 222. In de figuur is een draagstructuur 205 en capsule 204 met perforatieplaat 210 getoond, maar dit samenstel is vrij wisselbaar met een draagstructuur met 15 perforatieplaat en een capsule. Het uitstootelement 222 is een beweegbaar element dat een beweging kan uitvoeren in het verticale vlak, gelegen in de lengterichting A van de capsule 204. Na het brouwen van de koffie bestaat het risico dat de capsule, doordat deze tijdens het brouwproces vocht opneemt zou kunnen uitzetten. Figuur 18 toont de losse onderdelen, die na sluiting van de capsulehouder in figuur 19 samenwerken om 20 zich om de geplaatste capsule te plaatsen.
Figuur 20 toont het openen van de capsulehouder 201 na het brouwen van de koffie, waarbij het uitstootelement 222 een gelijksoortige beweging beschrijft ten opzichte van de draagstructuur 205 om het plakken van de gebruikte capsule 204 aan het tweede 25 houderdeel 202 te voorkomen. Het uitstootelement 222 duwt in zijn beweging de gebruikte capsule 204 richting de draagstructuur 205.
Figuur 21 toont een inrichting 300 voor het zetten van koffie volgens de onderhavige uitvinding. De inrichting omvat een capsulehouder 301, bestaande uit een eerste 30 houderdeel 302 en een tweede houderdeel 303 voor het omsluiten van een capsule 304. De capsule 304 is in een draagstructuur 305 met geprofileerd handvat 306 geplaatst. De draagstructuur wordt in het eerste houderdeel 302 geplaatst waarna de capsulehouder 301 zich om de capsule 304 sluit. Het sluiten van de machine vindt plaats door het bewegen van hendel 323. Deze hendel 323 is via een kniegewricht 324 met de 23 capsulehouder 301 verbonden, waardoor de beweging van de hendel het openen en sluiten van de capsulehouder kan bewerkstelligen. De figuur toont tevens een optionele watertank 325 voor het opslaan van brouwwater, een ondersteuning 326 voor het ondersteunen van een niet getoonde koffiebeker voor het opvangen van gebrouwen 5 koffie en een opvangbak 327 voor het opvangen van eventueel gemorste koffie.
Figuren 22, 23, 24 en 25 tonen de voornaamste bewegingen van de houderdelen 302 en 303 onder invloed van de beweging van de hendel 323. Wanneer de capsulehouder 301 in geopende toestand is, zoals getoond in figuur 22 kan een capsule 304, eventueel 10 gepaard met een draagstructuur 305 in het eerste houderdeel 302 worden geplaatst. Na het plaatsen van de capsule 304 kan de hendel 323, vanuit een eerste stand waarin de capsulehouder geopend is, worden bewogen om de capsulehouder 301 te sluiten. In de getoonde uitvoeringsvorm is het eerste houderdeel 302 beweegbaar en het tweede houderdeel 303 is vast, maar andere verhoudingen zijn natuurlijk ook mogelijk. De 15 beweging van de hendel 323 brengt een verandering in het kniegewricht 324 teweeg, wat leidt tot een beweging van het eerste houderdeel 302 in de richting van het tweede houderdeel 303, en dus tot een sluitende beweging van de houderdelen zoals getoond in figuur 23. In figuur 24 is de hendel 323 bijna in een tweede stand die overeenkomt met een gesloten capsulehouder. Het eerste houderdeel 302 is tot het tweede houderdeel 303 20 genaderd en uitstekende perforatie-elementen 313 van het tweede houderdeel komen in contact met de toevoerzijde 314 van de capsule 304 zoals getoond in figuur 24. In figuur 25 is een tweede stand van de hendel 323 getoond. Tijdens de laatste beweging van de hendel, die via kniegewricht 324 aan de capsulehouder 301 is doorgevoerd hebben de perforatie-elementen 313 de toevoerzijde 314 van de capsule 304 25 geperforeerd. Indien een capsule 304 met perforatieplaat 310 is geplaatst vindt in dezelfde beweging tevens perforatie van het afsluitende folie van de afvoerzijde van de capsule plaats. Vervolgens wordt water op niet getoonde wijze onder druk en temperatuur gebracht en via niet getoonde middelen vanuit de watertank 325 naar de aanvoeropening 315 geleid.
30
Het moge duidelijk zijn dat de uitvinding niet beperkt is tot de hier weergegeven en beschreven uitvoeringsvoorbeelden, maar dat binnen het kader van de bijgaande conclusies legio varianten mogelijk zijn, die voor de vakman op dit gebied voor de hand zullen liggen.
Claims (84)
1. Inrichting voor het bereiden van dranken door gebruikmaking van een capsule, omvattende: 5. ten minste één capsulehouder, welke capsulehouder een eerste houderdeel en een tweede houderdeel omvat, waarbij het eerste houderdeel en het tweede houderdeel onderling verplaatsbaar tussen een geopende toestand, waarin een capsule tussen de houderdelen kan worden geplaatst, en een gesloten positie, waarin de capsule wordt ingeklemd door de houderdelen zodat water door de 10 capsule kan worden geleiden voor het bereiden van een drank, waarbij ten minste één houderdeel is ingericht voor losneembare samenwerking met ten minste één draagstructuur ingericht voor het dragen van de capsule.
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij het eerste houderdeel is ingericht voor 15 losneembare samenwerking met de draagstructuur, waarbij het eerste houderdeel ten minste een deel van een afvoerzijde van de capsulehouder vormt.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij ten minste één houderdeel van het eerste houderdeel en het tweede houderdeel is ingericht voor ondersteuning van een 20 afvoerzijde van de capsule, althans in gesloten toestand van de capsulehouder.
4. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het eerste houderdeel en het tweede houderdeel onderling verplaatsbaar zijn in een in hoofdzaak verticale richting. 25
5 M) het sluiten van de capsulehouder door het naar elkaar toe bewegen van het eerste houderdeel en een tweede houderdeel, waarbij de capsule althans wordt ingeklemd door het tweede houderdeel, N) het leiden van water door de ingesloten capsule onder vorming van de drank, O) het uit de capsule en de capsulehouder leiden van de drank,
5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het eerste houderdeel en het tweede houderdeel in de gesloten toestand zijn ingericht voor het onderling inklemmen van een deel van de capsule.
6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het eerste houderdeel en het tweede houderdeel in de gesloten toestand zijn ingericht voor het onderling inklemmen van een deel van de draagstructuur.
7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de capsulehouder is ingericht voor opname van een in hoofdzaak frustoconisch vormgegeven behuizing van de capsule.
8. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de inrichting een perforatiestructuur omvat voor het perforeren van een afvoerzijde van een zich in de capsulehouder in gesloten toestand bevindende capsule.
9. Inrichting volgens conclusie 8, waarbij de perforatiestructuur ten minste één 10 doorvoeropening voor bereide drank omvat.
10 P) het openen van de capsulehouder, en Q) het door middels ten minste één uitstootelement uit het tweede houderdeel verwijderen van de capsule.
10. Inrichting volgens conclusie 8 of 9, waarbij de perforatiestructuur losneembaar is gekoppeld met het houderdeel dat ten minste een deel van de afvoerzijde van de capsulehouder vormt. 15
11. Inrichting volgens conclusie 8 of 9, waarbij de perforatiestructuur integraal deel uitmaakt van het houderdeel dat ten minste een deel van de afvoerzijde van de capsulehouder vormt.
12. Inrichting volgens een der conclusies 8-11, waarbij de perforatiestructuur deel uitmaakt van de draagstructuur.
13. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij ten minste één houderdeel van het eerste houderdeel en het tweede houderdeel losneembaar gekoppeld 25 is met een overig deel van de inrichting.
14. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de inrichting geleidingsmiddelen omvat voor het geleiden van een capsule tot ten minste gedeeltelijk tussen de houderdelen in de geopende toestand van de capsulehouder. 30
15. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij ten minste één houderdeel is voorzien van een afdichtingselement voor het in hoofdzaak vloeistofdicht aangrijpen op de capsule in de gesloten toestand van de capsulehouder.
16. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de inrichting ten minste één draagstructuur ingericht voor het dragen van de capsule omvat, waarbij de draagstructuur is ingericht voor losneembare samenwerking met ten minste één houderdeel. 5
17. Inrichting volgens conclusie 16, waarbij de draagstructuur is ingericht om losneembaar te worden vergrendeld ten opzichte van het ten minste ene houderdeel.
18. Inrichting volgens conclusie 16 of 17, waarbij de draagstructuur is ingericht 10 voor meerzijdige omgeving van een capsule.
19. Inrichting volgens een der conclusies 16-18, waarbij de draagstructuur ten minste gedeeltelijk is vervaardigd uit een afdichtend materiaal voor het afdichten van de capsule in de capsulehouder in gesloten toestand. 15
20 F) het in een geopende capsulehouder van een inrichting voor het bereiden van dranken positioneren van een capsule, G) het vergrendelen van de capsule ten opzichte van een eerste houderdeel van de capsule, H) het sluiten van de capsulehouder door het naar elkaar toe bewegen van het eerste 25 houderdeel en een tweede houderdeel, waarbij ten minste één met het tweede houderdeel verbonden snij del em ent een toevoerzijde van de capsule perforeert, I) het axiaal laten roteren van beide houderdelen ten opzichte van elkaar zodat het ten minste ene snijdelement een in hoofdzaak lijnvormige snede aanbrengt in de toevoerzijde,
20. Inrichting volgens een der conclusies 16-19, waarbij de draagstructuur is voorzien van ten minste één handgreep voor het in de geopende toestand van de capsulehouder positioneren van de capsule tussen de houderdelen alsook het verwijderen van de capsule uit de capsulehouder. 20
21. Inrichting volgens een der conclusies 16-20, waarbij de draagstructuur is ingericht voor het vergrendelen van de capsule ten opzichte van de draagstructuur.
22. Inrichting volgens een der conclusies 16-21, waarbij ten minste één handgreep 25 van de draagstructuur zodanig is vormgegeven dat deze uitkraagt ten opzichte van de capsulehouder in de gesloten toestand.
23. Inrichting volgens een der conclusies 16-22, waarbij de draagstructuur is ingericht voor het ondersteunen van een afvoerzijde van de capsule. 30
24. Inrichting volgens conclusie 23, waarbij de draagstructuur ten minste één doorvoeropening voor drank omvat.
25. Inrichting volgens conclusie 24, waarbij de draagstructuur meerdere openingen voor drank omvat, waarbij de openingen een substantieel deel van de afvoerzijde onbedekt laten.
26. Inrichting volgens conclusie 24 of 25, waarbij de grootte van ten minste één doorvoeropening reguleerbaar is.
27. Inrichting volgens een der conclusies 16-26, waarbij de draagstructuur een aangrijpzijde voor aangrijping op een capsule omvat, en waarbij een aangrijpzijde 10 afgekeerde zijde van de draagstructuur een afvoerzijde vormt die is voorzien van ten minste één puntvormige geleiding het voor geleiden van door de draagstructuur geleide drank.
28. Systeem voor het bereiden van dranken door gebruikmaking van een capsule, 15 omvattende een inrichting volgens een der conclusies 1-27, en een capsule.
29. Draagstructuur kennelijk bestemd voor gebruik in een inrichting volgens een der conclusies 1-27.
30 Z) het sluiten van de capsulehouder door het in in hoofdzaak verticale richting naar elkaar toe bewegen van het eerste houderdeel en een tweede houderdeel, AA) het via het tweede houderdeel leiden van water door de ingesloten capsule onder vorming van de drank, BB) het uit de capsule en de capsulehouder leiden van de drank, CC) het openen van de capsulehouder, DD) het verplaatsen van het eerste houderdeel ten opzichte van het tweede houderdeel vanuit een bereidingspositie naar een lospositie, en EE) het in de lospositie van het eerste houderdeel verwijderen van het eerste 5 houderdeel verwijderen van de gebruikte capsule.
30 J) het leiden van water door de ingesloten capsule onder vorming van de drank, en K) het uit de capsule en de capsulehouder leiden van de drank.
30. Werkwijze voor het bereiden van dranken, in het bijzonder door toepassing van een systeem volgens conclusie 28, omvattende de stappen: A) het laten samenwerken van een capsule met een draagstructuur voor de capsule, B) het door een gebruiker positioneren van het tijdens stap A) gevormde samenstel in een geopende capsulehouder van een inrichting voor het bereiden van 25 dranken, C) het sluiten van een capsulehouder onder insluiting van het samenstel, D) het leiden van water door de ingesloten capsule onder vorming van de drank, en E) het uit de capsule en de capsulehouder leiden van de drank.
31. Inrichting voor het bereiden van dranken door gebruikmaking van een capsule, in het bijzonder volgens een der conclusies 1-27, omvattende: - ten minste één capsulehouder, welke capsulehouder een eerste houderdeel en een tweede houderdeel omvat, waarbij het eerste houderdeel en het tweede houderdeel onderling verplaatsbaar tussen een geopende toestand, waarin een capsule tussen de houderdelen kan worden geplaatst, en een gesloten positie, waarin de capsule wordt ingeklemd door de houderdelen zodat water door de capsule kan worden geleiden voor het bereiden van een drank, ten minste één vergrendelelement voor het in hoofdzaak fixeren van de capsule 5 ten opzichte van ten minste het eerste houderdeel, en - ten minste één met het tweede houderdeel verbonden snij delement voor het perforeren van een toevoerzijde van de capsule, waarbij het eerste houderdeel en het tweede houderdeel onderling axiaal roteerbaar zijn, zodanig dat door het ten minste ene snijdelement een in hoofdzaak lijnvormige snede 10 wordt gerealiseerd in de toevoerzijde van de capsule.
32. Inrichting volgens conclusie 31, waarbij de inrichting is ingericht voor het onderling axiaal laten roteren van de houderdelen tijdens het sluiten van de capsulehouder. 15
33. Inrichting volgens conclusie 31 of 32, waarbij de inrichting is ingericht voor het onderling axiaal laten roteren van de houderdelen na het sluiten van de capsulehouder.
34. Inrichting volgens een der conclusies 31-33, waarbij de inrichting ten minste één 20 aandrijfelement omvat voor het onderling axiaal laten roteren van de houderdelen.
35. Inrichting volgens conclusie 34, waarbij de inrichting ten minste één met de capsulehouder gekoppelde elektromotor omvat voor het onderling axiaal laten roteren van de houderdelen. 25
36. Inrichting volgens een der conclusies 31-35, waarbij de inrichting ten minste één bedieningselement omvat voor het handmatig openen en sluiten van de capsulehouder.
37. Inrichting volgens conclusie 34 of 35, en conclusie 36, waarbij het ten minste 30 één bedieningselement zodanig is gekoppeld met de capsulehouder dat tijdens het handmatig openen en sluiten van de capsulehouder de houderdelen axiaal ten opzichte van elkaar worden geroteerd.
38. Inrichting volgens een der conclusie 31-37, waarbij de inrichting meerdere snijdelementen omvat voor het creëren van meerdere in hoofdzaak lijnvormige snedes in de toevoerzijde van de capsule.
39. Inrichting volgens een der conclusies 31-38, waarbij de maximale axiale rotatiehoek tussen de houderdelen is gelegen tussen 20 en 90 graden.
40. Inrichting volgens een der conclusies 31-39, waarbij de inrichting een ten minste gedeeltelijk helixvormige geleiding omvat ingericht voor samenwerking met ten minste 10 één houderdeel voor het axiaal laten roteren van het betreffende houderdeel.
41. Inrichting volgens een der conclusies 31-40, waarbij slechts het tweede houderdeel axiaal roteerbaar is uitgevoerd.
42. Systeem voor het bereiden van dranken door gebruikmaking van een capsule, omvattende een inrichting volgens een der conclusies 31-41, en een capsule.
43. Werkwijze voor het bereiden van dranken, in het bijzonder door toepassing van een systeem volgens conclusie 42, omvattende de stappen:
44. Werkwijze volgens conclusie 43, waarbij stap F) en stap G) gelijktijdig plaatsvinden.
45. Werkwijze volgens conclusie 43, waarbij stap H) en stap G) gelijktijdig plaatsvinden.
46. Werkwijze volgens een der conclusies 43-45, waarbij stap H) en stap I) gelijktijdig plaatsvinden.
47. Inrichting voor het bereiden van dranken door gebruikmaking van een capsule, in het bijzonder volgens een der conclusies 1-27 of een der conclusies 31-41, 10 omvattende: - ten minste één capsulehouder, welke capsulehouder een eerste houderdeel en een tweede houderdeel omvat, waarbij het eerste houderdeel en het tweede houderdeel onderling verplaatsbaar tussen een geopende toestand, waarin een capsule tussen de houderdelen kan worden geplaatst, en een gesloten positie, 15 waarin een afvoerzijde van de capsule ten minste gedeeltelijk wordt afgeschermd door het eerste houderdeel en een toevoerzijde van de capsule ten minste gedeeltelijk wordt afgeschermd door het tweede houderdeel, zodat water door de capsule kan worden geleid voor het bereiden van een drank, ten minste één met een binnenzijde van het tweede houderdeel verbonden 20 afdichtelement voor het in hoofdzaak waterdicht klemmend aangrijpen op een omtrekszijde van de capsule, en - ten minste één uitstootelement voor het verwijderen van een door het tweede houderdeel ingeklemde capsule ten opzichte van het tweede houderdeel.
48. Inrichting volgens conclusie 47, waarbij het ten minste ene uitstootelement verplaatsbaar is gekoppeld met het tweede houderdeel.
49. Inrichting volgens conclusie 47 of 48, waarbij het ten minste ene uitstootelement ten minste gedeeltelijk is opgenomen in een door het tweede houderdeel omsloten 30 volume.
50. Inrichting volgens een der conclusies 47-49, waarbij het ten minste ene uitstootelement is vervaardigd uit een veerkrachtig materiaal.
51. Inrichting volgens een der conclusies 47-50, waarbij het tweede houderdeel ten minste één snijdelement omvat voor het aanbrengen van een perforatie in de toevoerzijde van de capsule.
52. Inrichting volgens conclusie 51, waarbij het ten minste ene uitstootelement en het ten minste ene snijdelement onderling integraal met elkaar zijn verbonden.
53. Inrichting volgens een der conclusies 47-52, waarbij het tweede houderdeel ten minste twee ten opzichte van elkaar beweegbare houdersegmenten omvat. 10
54. Inrichting volgens een der conclusies 47-53, waarbij het ten minste ene afdichtelement volledig rondom aansluit op de capsule.
55. Inrichting volgens een der conclusies 47-54, waarbij het ten minste ene 15 afdichtelement is vervaardigd uit een elastisch materiaal, in het bijzonder een rubber.
56. Inrichting volgens een der conclusies 47-55, waarbij het ten minste ene afdichtelement wordt gevormd door een O-ring.
57. Inrichting volgens een der conclusies 47-56, waarbij het ten minste ene afdichtelement volledig is gepositioneerd in een door het tweede houderdeel ingesloten volume.
58. Inrichting volgens een der conclusies 47-57, waarbij het ten minste ene 25 uitstootelement verplaatsbaar is tussen een passieve positie, waarin een capsule kan worden ingeklemd door het tweede houderdeel, en een actieve positie, waarin de capsule uit het tweede houderdeel wordt gedrukt.
59. Inrichting volgens conclusie 58, waarbij het uitstootelement wordt verplaatst 30 naar de actieve positie tijdens het openen van de capsulehouder.
60. Systeem voor het bereiden van dranken door gebruikmaking van een capsule, omvattende een inrichting volgens een der conclusies 47-59, en een capsule.
61. Werkwijze voor het bereiden van dranken, in het bijzonder door toepassing van een systeem volgens conclusie 60, omvattende de stappen: L) het in een geopende capsulehouder van een inrichting voor het bereiden van dranken positioneren van een capsule,
62. Inrichting voor het bereiden van dranken door gebruikmaking van een capsule, 15 in het bijzonder volgens een der conclusies 1-27 of een der conclusies 31-41 of een der conclusies 47-59, omvattende: - ten minste één capsulehouder, welke capsulehouder een eerste houderdeel en een tweede houderdeel omvat, waarbij het eerste houderdeel en het tweede houderdeel onderling verplaatsbaar tussen een geopende toestand, waarin een 20 capsule tussen de houderdelen kan worden geplaatst, en een gesloten positie, waarin een afvoerzijde van de capsule ten minste gedeeltelijk wordt afgeschermd door het eerste houderdeel en een toevoerzijde van de capsule ten minste gedeeltelijk wordt afgeschermd door het tweede houderdeel, zodat water door de capsule kan worden geleid voor het bereiden van een drank, 25. ten minste één met het tweede houderdeel gekoppelde en met een pomp gekoppelde watervoorraadhouder voor het onder druk in het tweede houderdeel leiden van water, - ten minste één met het tweede houderdeel gekoppelde en met een compressor gekoppelde luchtleiding voor het onder druk in het tweede houderdeel leiden 30 van lucht, en - ten minste één besturingseenheid voor het aansturen van de pomp en het aansturen van de compressor.
63. Inrichting volgens conclusie 62, waarbij het tweede houderdeel is voorzien van een eerste toevoeropening voor water en een tweede toevoeropening voor lucht.
64. Inrichting volgens conclusie 63, waarbij de eerste toevoeropening en de tweede 5 toevoeropening worden gevormd door eenzelfde toevoeropening.
65. Inrichting volgens een der conclusies 62-64, waarbij de besturingseenheid is ingericht voor het gedurende een eerste tijdsduur inschakelen van de pomp en het na verstrijken van de eerste tijdsduur gedurende een tweede tijdsduur inschakelen van de 10 compressor.
66. Inrichting volgens conclusie 65, waarbij de eerste tijdsduur is gelegen tussen 5 en 30 seconde.
67. Inrichting volgens conclusie 65 of 66, waarbij de tweede tijdsduur is gelegen tussen 0,5 en 2 seconde.
68. Inrichting volgens een der conclusies 62-67, waarbij de besturingseenheid is gekoppeld met een detectie-element voor het detecteren van de toestand van de 20 capsulehouder.
69. Inrichting volgens conclusie 68, waarbij de besturingseenheid is ingericht voor het slechts inschakelen van de compressor ingeval door het detectie-element wordt gedetecteerd dat de capsulehouder gesloten is. 25
70. Systeem voor het bereiden van dranken door gebruikmaking van een capsule, omvattende een inrichting volgens een der conclusies 62-69, en een capsule.
71. Systeem volgens conclusie 70, waarbij een althans toevoerzijde van de capsule 30 in hoofdzaak waterdicht is opgesloten in de capsulehouder in gesloten toestand.
72. Werkwijze voor het bereiden van dranken, in het bijzonder door toepassing van een systeem volgens conclusie 70 of 71, omvattende de stappen: R) het in een geopende capsulehouder van een inrichting voor het bereiden van dranken positioneren van een capsule, S) het sluiten van de capsulehouder door het naar elkaar toe bewegen van het eerste houderdeel en een tweede houderdeel, waarbij een toevoerzijde van de capsule 5 in hoofdzaak waterdicht wordt ingesloten door de capsulehouder, T) het onder druk via het tweede houderdeel leiden van water door de ingesloten capsule onder vorming van de drank, U) het uit de capsule en de capsulehouder leiden van de drank, V) het onder druk via het tweede houderdeel leiden van lucht door de ingesloten 10 capsule onder ten minste gedeeltelijke droging van de capsule, W) het openen van de capsulehouder, en X) het uit het tweede houderdeel verwijderen van de capsule.
73. Werkwijze volgens conclusie 72, waarbij stap T) en stap U) gelijktijdig 15 plaatsvinden.
74. Werkwijze volgens conclusie 72 of 73, waarbij stap U) en V) gelijktijdig plaatsvinden.
75. Inrichting voor het bereiden van dranken door gebruikmaking van een capsule, in het bijzonder volgens een der conclusies 1-27 of een der conclusies 31-41 of een der conclusies 47-59 of conclusies 62-69, omvattende: - ten minste een gestel, - ten minste één met het gestel verbonden capsulehouder, welke capsulehouder 25 een eerste houderdeel en een tweede houderdeel omvat, waarbij het eerste houderdeel en het tweede houderdeel onderling verplaatsbaar zijn langs een in hoofdzaak verticale as tussen een geopende toestand, waarin een capsule tussen de houderdelen kan worden geplaatst, en een gesloten positie, waarin een afvoerzijde van de capsule ten minste gedeeltelijk wordt afgeschermd door het 30 eerste houderdeel en een toevoerzijde van de capsule ten minste gedeeltelijk wordt afgeschermd door het tweede houderdeel, zodat water door de capsule kan worden geleid voor het bereiden van een drank, waarbij het eerste houderdeel is ingericht voor ondersteuning van de capsule, en waarbij het eerste houderdeel verplaatsbaar is verbonden met het gestel tussen een bereidingspositie, waarin het eerste houderdeel in hoofdzaak in lijn is gelegen met het tweede houderdeel, en een lospositie, waarin het tweede houderdeel uit lijn is gelegen met het tweede houderdeel voor het kunnen verwijderen van een gebruikte capsule.
76. Inrichting volgens conclusie 75, waarbij het eerste houderdeel in de lospositie roteerbaar is om een as die in hoofdzaak samenvalt met een door het eerste houderdeel opgespannen vlak.
77. Inrichting volgens conclusie 76, waarbij de inrichting ten minste één 10 afvalhouder omvat die is gepositioneerd onder het zich in de lospositie bevindende eerste houderdeel.
78. Inrichting volgens een der conclusies 75-77, waarbij het eerste houderdeel onder tussenkomst van een arm verplaatsbaar is verbonden met het gestel. 15
79. Inrichting volgens een der conclusies 75-78, waarbij het eerste houderdeel tijdens verplaatsing vanuit de bereidingspositie naar de lospositie en vice versa wordt verplaatst in een in hoofdzaak horizontaal vlak.
80. Systeem voor het bereiden van dranken door gebruikmaking van een capsule, omvattende een inrichting volgens een der conclusies 75-79, en een capsule.
81. Systeem volgens conclusie 80, waarbij de capsule wordt ondersteund door het eerste houderdeel. 25
82. Werkwijze voor het bereiden van dranken, in het bijzonder door toepassing van een systeem volgens conclusie 80 of 81, omvattende de stappen: Y) het op een eerste houderdeel van een geopende capsulehouder van een inrichting voor het bereiden van dranken positioneren van een capsule,
83. Werkwijze volgens conclusie 82, waarbij tijdens stap EE) het eerste houderdeel wordt geroteerd over een as die in hoofdzaak samenvalt met een door het eerste houderdeel opgespannen vlak. 10
84. Werkwijze volgens conclusie 81 of 82, waarbij tijdens stap Y) het eerste houderdeel zich in de lospositie bevindt, waarna het eerste houderdeel, na plaatsing van de capsule, wordt verplaatst naar de bereidingspositie, alvorens stap Z) wordt uitgevoerd.
Priority Applications (2)
| Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
|---|---|---|---|
| NL2008804A NL2008804C2 (nl) | 2012-05-11 | 2012-05-11 | Inrichting en werkwijze voor het bereiden van dranken door gebruikmaking van een capsule. |
| NL2009169A NL2009169C2 (nl) | 2012-05-11 | 2012-07-11 | Inrichting en werkwijze voor het bereiden van dranken door gebruikmaking van een capsule. |
Applications Claiming Priority (2)
| Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
|---|---|---|---|
| NL2008804A NL2008804C2 (nl) | 2012-05-11 | 2012-05-11 | Inrichting en werkwijze voor het bereiden van dranken door gebruikmaking van een capsule. |
| NL2008804 | 2012-05-11 |
Publications (1)
| Publication Number | Publication Date |
|---|---|
| NL2008804C2 true NL2008804C2 (nl) | 2013-11-12 |
Family
ID=46604490
Family Applications (2)
| Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
|---|---|---|---|
| NL2008804A NL2008804C2 (nl) | 2012-05-11 | 2012-05-11 | Inrichting en werkwijze voor het bereiden van dranken door gebruikmaking van een capsule. |
| NL2009169A NL2009169C2 (nl) | 2012-05-11 | 2012-07-11 | Inrichting en werkwijze voor het bereiden van dranken door gebruikmaking van een capsule. |
Family Applications After (1)
| Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
|---|---|---|---|
| NL2009169A NL2009169C2 (nl) | 2012-05-11 | 2012-07-11 | Inrichting en werkwijze voor het bereiden van dranken door gebruikmaking van een capsule. |
Country Status (1)
| Country | Link |
|---|---|
| NL (2) | NL2008804C2 (nl) |
Citations (5)
| Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
|---|---|---|---|---|
| WO2005107541A1 (fr) * | 2004-05-07 | 2005-11-17 | Domteknika S.A. | Dispositif generateur d’au moins un jet d’une boisson et distributeur de boisson equipe de ce dispositif |
| US20060107841A1 (en) * | 2004-11-22 | 2006-05-25 | Rene Schifferle | Beverage machine for preparing a hot beverage by brewing and extracting a substance received in a cartridge |
| US20090266238A1 (en) * | 2005-04-29 | 2009-10-29 | Illycaffe' S.P.A. | Filter holder particularly for espresso coffee machines |
| US20110113968A1 (en) * | 2004-01-14 | 2011-05-19 | Koninklijke Philips Electronics N.V. | Coffee maker for brewing coffee powder contained in a cartridge |
| US20110200725A1 (en) * | 2008-01-15 | 2011-08-18 | Nestec S.A. | Sealing adapter for a beverage extraction system suitable for preparing a beverage from cartridges |
-
2012
- 2012-05-11 NL NL2008804A patent/NL2008804C2/nl not_active IP Right Cessation
- 2012-07-11 NL NL2009169A patent/NL2009169C2/nl not_active IP Right Cessation
Patent Citations (5)
| Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
|---|---|---|---|---|
| US20110113968A1 (en) * | 2004-01-14 | 2011-05-19 | Koninklijke Philips Electronics N.V. | Coffee maker for brewing coffee powder contained in a cartridge |
| WO2005107541A1 (fr) * | 2004-05-07 | 2005-11-17 | Domteknika S.A. | Dispositif generateur d’au moins un jet d’une boisson et distributeur de boisson equipe de ce dispositif |
| US20060107841A1 (en) * | 2004-11-22 | 2006-05-25 | Rene Schifferle | Beverage machine for preparing a hot beverage by brewing and extracting a substance received in a cartridge |
| US20090266238A1 (en) * | 2005-04-29 | 2009-10-29 | Illycaffe' S.P.A. | Filter holder particularly for espresso coffee machines |
| US20110200725A1 (en) * | 2008-01-15 | 2011-08-18 | Nestec S.A. | Sealing adapter for a beverage extraction system suitable for preparing a beverage from cartridges |
Also Published As
| Publication number | Publication date |
|---|---|
| NL2009169C2 (nl) | 2013-11-12 |
Similar Documents
| Publication | Publication Date | Title |
|---|---|---|
| US11540660B2 (en) | Beverage machine with ergonomic handling | |
| FI79018B (fi) | Foerfarande foer att brygga drycker. | |
| EP2654522B1 (en) | Brewed beverage appliance and method | |
| JP5325308B2 (ja) | 飲料調整マシン | |
| EP2274210B1 (en) | An automatic pod conveyor and brewer assembly for fresh hot beverage | |
| RU2752302C2 (ru) | Устройство для выдачи жидкости с ограничителем капель | |
| JP2018526084A (ja) | 人間工学的排出口を備えた飲料マシン | |
| JP2013544172A (ja) | 液滴収集器を有する飲料調製装置 | |
| JP2012518508A (ja) | 飲料調整マシン | |
| US11559166B2 (en) | Beverage preparation and infusion system | |
| NL2008804C2 (nl) | Inrichting en werkwijze voor het bereiden van dranken door gebruikmaking van een capsule. | |
| EP3316743B1 (en) | Compact integration of capsule handling device | |
| CN111770710B (zh) | 具有部分闭合的分配面的饮料机器 | |
| RU2429181C2 (ru) | Капсула для приготовления напитка |
Legal Events
| Date | Code | Title | Description |
|---|---|---|---|
| MM | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20150601 |