NL2008783C2 - Telecommunicatienetwerk en werkwijze voor het aanleggen van een telecommunicatienetwerk. - Google Patents

Telecommunicatienetwerk en werkwijze voor het aanleggen van een telecommunicatienetwerk. Download PDF

Info

Publication number
NL2008783C2
NL2008783C2 NL2008783A NL2008783A NL2008783C2 NL 2008783 C2 NL2008783 C2 NL 2008783C2 NL 2008783 A NL2008783 A NL 2008783A NL 2008783 A NL2008783 A NL 2008783A NL 2008783 C2 NL2008783 C2 NL 2008783C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
cable
telecommunications network
channel
trench
network
Prior art date
Application number
NL2008783A
Other languages
English (en)
Inventor
Hendrik Schepers
Peter Gerardus Johannes Kamphuis
Original Assignee
Reggefiber Group B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Reggefiber Group B V filed Critical Reggefiber Group B V
Priority to NL2008783A priority Critical patent/NL2008783C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2008783C2 publication Critical patent/NL2008783C2/nl

Links

Landscapes

  • Light Guides In General And Applications Therefor (AREA)

Description

NL 18024 Lg/td
Telecommunicatienetwerk en werkwijze voor het aanleggen van een telecommunicatienetwerk
De uitvinding heeft betrekking op een telecommunicatienetwerk en een werkwijze voor het aanleggen van een telecommunicatienetwerk.
De vraag naar telecommunicatiediensten (tv, data) is 5 de afgelopen jaren enorm gestegen, niet alleen ten aanzien van professionele telecommunicatievoorzieningen maar ook bij individuele huishoudens. Het aantal diensten en afnemers van deze diensten neemt nog steeds toe en ook aan de vereiste bandbreedte om deze diensten te kunnen leveren worden steeds 10 hogere eisen gesteld.
De huidige netwerkinfrastructuur is minder geschikt om aan deze vraag te kunnen voldoen. Inmiddels zijn diverse initiatieven ontplooid om te voorzien in verbeterde infrastructuren, zoals nieuwe draadloze communicatienetwerken 15 (bijv. LTE) en glasvezelnetwerken.
Glasvezelnetwerken maken gebruik van optisch geleidende vezels waarover met optische signalen kan worden gecommuniceerd.
Doordat de behoefte aan de nieuwe telecommunicatie-20 diensten zich op het niveau van individuele aansluitingen, zoals bijv. huishoudens, bedrijven en/of andere objecten voordoet, wordt voor elke aansluiting een eigen aansluiting gerealiseerd. Dit wordt ook wel aangeduid als FTTH (Fiber To The Home) en/of FTTO (Fiber To The Office). De kosten die bij 25 de aanleg van de telecommunicatienetwerken worden gemaakt zijn verhoudingsgewijs groot, met name door de graafwerkzaamheden voor het aanleggen van de telecommunicatiekabels op een diepte van ca. 60 cm onder de grond.
Het is een doelstelling van de onderhavige uitvinding 30 om de kosten voor het aanleggen van telecommunicatienetwerken te reduceren.
Deze doelstelling wordt gerealiseerd door het verschaffen van een werkwijze voor het aanleggen van ten minste 2 een deel van een telecommunicatienetwerk omvattende een distributiepunt, waarbij het telecommunicatienetwerk een distributienetwerkdeel omvat vanaf het distributiepunt naar een aantal aftakkingen voor een aantal onderscheidenlijke ge-5 bruikersaansluitingen van bijv. individuele huishoudingen, bedrijven en/of andere objecten. Volgens de werkwijze wordt een geul uitgeborsteld in een oppervlak waarin het distributienetwerkdeel moet worden aangelegd met behulp van een borstel. De uitgeborstelde geul heeft een diepte van minimaal 10 10 cm en maximaal 30 cm, bijv. 20 cm, onder het oppervlak. Op het oppervlak kan eventueel straatbekleding (bijv. tegels, klinkers) zijn aangebracht. In de uitgeborstelde geul wordt ten minste een telecommunicatiekabel aangebracht, waarbij de kabel onderscheidenlijke sets van communicatiegeleiders omvat, 15 zoals bijv. optische geleiders (bijv. glasvezels) of elektrische geleiders. Een set van de communicatiegeleiders wordt uit de kabel genomen bij een aftakking voor een gebruikersaanslui-ting. De telecommunicatiekabel kan een mantel hebben waar een inkeping (een zgn. window cut) in wordt gemaakt om de set van 20 communicatiegeleiders uit de kabel te nemen.
De doelstelling wordt tevens gerealiseerd door een telecommunicatienetwerk omvattende een distributienetwerkdeel tussen een distributiepunt en een aantal aftakkingen voor een aantal onderscheidenlijke gebruikersaansluitingen, waarbij het 25 distributienetwerkdeel een kabel omvat met onderscheidenlijke sets van communicatiegeleiders, waarbij de kabel is aangebracht op een diepte van minimaal 10 cm en maximaal 30 cm onder een oppervlak.
De aanvrager heeft zich gerealiseerd dat het aanleg-30 gen van telecommunicatiekabels op de gebruikelijke diepte onnodige kosten met zich meebrengt. De minimale diepte is ingegeven door de samendrukbaarheid van het materiaal (meestal zandgrond) waarin de telecommunicatiekabel wordt aangebracht, waarbij de overweging is dat wanneer het materiaal wordt sa-35 mengedrukt (bijv. doordat er straatbekleding op wordt gelegd waardoor het materiaal inklinkt en de straatbekleding vervolgens belast wordt) de telecommunicatiekabel niet wordt beschadigd. Voor een normale zandgrond is een minimale diepte 3 van 10 cm onder bijv. de bestrating vereist. Een diepte van de geul van 15-25 cm, bijv. 20 cm, is ruimschoots voldoende. Doordat de kabel op een geringere diepte wordt aangelegd dan in de stand van de techniek, kan een nieuwe techniek voor het 5 aanbrengen van de geul worden toegepast. De geul wordt uitgeborsteld in plaats van uitgegraven en deze borsteltechniek draagt bij aan de snelheid (en dus aan de reductie van de kosten) waarmee de geul wordt aangebracht. De verhoogde snelheid van het aanleggen van het netwerk geeft ook een reductie van 10 de overlast voor omwonenden.
Andere voordelen van het aanleggen van de telecommu-nicatie-infrastructuur op geringere diepte is de bereikbaarheid na installatie voor bijv. reparatie- of uit-breidingswerkzaamheden.
15 Bovendien heeft de afwijking van de aanleg van ten minste een deel van het telecommunicatienetwerk op een diepte van 10-30 cm ten opzichte van de overige reeds aanwezige nutsvoorzieningen (die op ca. 60 cm diep liggen) tot gevolg dat schade veroorzaakt door onderhoud aan deze nutsvoorzieningen 20 of aan het betreffende telecommunicatienetwerk tot een minimum beperkt blijft.
De borsteltechniek voor het aanbrengen van de geul is tevens voordelig omdat de geul minder breed kan worden gemaakt dan gebruikelijk bij graafwerkzaamheden het geval is. Hierdoor 25 hoeft minder straatbekleding te worden verwijderd hetgeen bij-draagt aan de snelheid van de operatie en verlaging van het risico op schade aan deze straatbekleding.
Verdere voordelige uitvoeringsvormen zijn beschreven in de volgconclusies en zullen hierna in de figuurbeschrijving 30 in detail worden besproken.
In de Figuren tonen: FIGS. IA en 1B een bovenaanzicht en een zijaanzicht van een telecommunicatienetwerk volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding; 35 FIG. 2 een schematische weergave van een telecommuni- catiekabel voor het distributienetwerkdeel volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding; 4 FIG. 3 een schematische weergave van een borstelin-richting voor het aanbrengen van de geul volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding; FIG. 4 een schematische weergave van een gootlichaam 5 voor aanbrengen van de telecommunicatiekabels in het centrale netwerkdeel van het telecommunicatienetwerk volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding.
FIGS. IA en 1B tonen een schematische weergave van een telecommunicatienetwerk 1, in het voorbeeld een glasvezel-10 netwerk, dat een centraal netwerkdeel 2, hierna aangeduid als het AP-vlak 2, heeft dat zich uitstrekt vanaf een centraal station 3, hierna aangeduid als wijkcentrum of wijkcentrale 3, naar een distributiepunt 4. Vanaf het distributiepunt 4 strekt zich aansluitend aan het AP-vlak 2 een distributienetwerkdeel 15 5 uit waarbij verschillende glasvezelkabels 6 lopen naar een aantal huishoudens, bedrijven en/of andere objecten 7 die elk een gebruikersaansluiting 8 hebben. Het AP-vlak 2 en het distributienetwerkdeel 5 worden samen ook wel aangeduid als het 'access net'. De wijkcentrale 3 brengt op zijn beurt het ac-20 cess net weer in verbinding met een groter netwerk 12, vaak aangeduid als de city ring.
De glasvezelkabels 6 bevatten een aantal sets S van glasvezels V (zie FIG. 2) waarbij bij een aftakpunt 9 in de glasvezelkabel 6 een set glasvezels naar de gebruikersaanslui-25 ting 8 in de aansluiting 7 wordt geleid.
In FIG. IA is tevens weergegeven dat objecten 7 die zich langs het AP-vlak 2 bevinden, direct op het AP-vlak worden aangesloten.
FIG. 1B is een schematische doorsnede langs lijn A-A 30 in FIG. IA. In FIG. 1B is weergegeven dat het AP-vlak een gootlichaam 10 omvat. Gootlichaam 10 is een kunststof goot die in meer detail wordt besproken aan de hand van FIG. 4. In de goot 10 bevinden zich een of meer glasvezelkabels (niet getoond) , zoals bijv. acht kabels met elk 96 glasvezels, die van 35 het wijkcentrum 3 naar het distributiepunt 4 lopen door het gootlichaam 10. Niet alle glasvezelkabels lopen noodzakelijkerwijs vanaf het wijkcentrum 3 naar één distributiepunt 4. Zoals weergegeven in FIG. IA kunnen de gootlichamen 10 vertak- 5 kingen hebben waardoor in het AP-vlak 2 glasvezelkabels vanaf het wijkcentrum 3 verschillende paden kunnen volgen.
Het gootlichaam 10 bevindt zich op een diepte van ca. 20 cm onder het oppervlak O. Boven op het oppervlak 0 kunnen 5 zich nog straattegels of klinkers bevinden (niet weergegeven) Tussen het distributiepunt 4 en de aftakking 9 naar het object 7 bevindt zich de kabel 6 met afzonderlijke sets S van glasvezels V die ook op een diepte van 20 cm in de grond onder het oppervlak 0 is aangebracht. Een set glasvezels Si (V)wordt bij 10 het aftakpunt 9 uit de telecommunicatiekabel 6 genomen en kan door een boring naar de gebruikersaansluiting 8 in het object 7 worden gevoerd. De boring kan zijn voorzien van een buisli-chaam 11 waardoor een set (glas)vezels Si(V) wordt gevoerd.
FIG. 2 is een schematische weergave van een telecom-15 municatiekabel 6 die bestemd is voor het distributienetwerk 5. De telecommunicatiekabel 6 omvat in FIG. 2 verschillende sets S met glasvezels V. Als voorbeeld bevat de glasvezelkabel 48 sets S van twee (glas)vezels V, zodat het distributienetwerk 5 met één glasvezelkabel 48 aansluitingen kan realiseren. Een 20 voorbeeld van de telecommunnicatiekabel is de Retractanet® kabel die wordt geleverd door Draka of een vergelijkbare kabel van bijv. Agome.
De glasvezelkabel 6 heeft een beschermingsmantel 13 waarin een inkeping kan worden gemaakt, een zgn. window cut.
25 Door deze inkeping ontstaat een mogelijkheid om een set S van glasvezels V (of andere communicatiegeleiders indien van toepassing) uit de kabel 6 te halen en zodoende een aftakking 9 te realiseren.
FIG. 3 is een schematische weergave van een borstel-30 inrichting 30 voor het aanbrengen van de geul voor het centrale netwerkdeel 2 en/of het distributienetwerk 5. De bor-stelinrichting 30 is in het bijzonder ingericht voor het verkrijgen van geulen G van een diepte tot ca. 30 cm onder het oppervlak O.
35 De borstelinrichting 30 heeft een roterende R of translerende T borstel 31 die door een motor (niet getoond) wordt aangedreven waardoor het materiaal, bijv. zand, van de bodem waarin de gleuf moet worden verschaft wordt verwijderd 6 en, indien nodig wordt opgezogen door een opzuiginstallatie 32.
De borstel 31 heeft haren van bijv. kunststof materiaal, zoals nylon. De breedte W van de borstel 31 is 5 afhankelijk van de breedte van de aan te brengen geul G. Voor de geul van het AP-vlak 2 waarin het gootlichaam 10 moet worden aangebracht wordt bijv. een breedte van 10 cm gehanteerd. Voor het distributienetwerk 5 waarin de kabel 6 wordt aangebracht kan een kleinere borstelbreedte worden gehanteerd, 10 bijv. 5 cm of kleiner.
Ook de city ring 12 kan worden aangelegd door middel van borstelen en het toepassen van kunststof gootlichamen 10.
FIG. 4 toont een kunststof gootlichaam 10 dat bijv. wordt aangeboden door Wavin. Het kunststof gootlichaam 10 15 wordt toegepast voor het AP-vlak 2 van het glasvezelnetwerk 1 tussen het wijkcentrum 3 en het distributiepunt 4. In het kunststof gootlichaam 10 kan een aantal telecommunicatieka-bels, zoals glasvezelkabels, worden opgenomen.
Het kunststof gootlichaam 10 bevat aftakkingsmoge-20 lijkheden (niet weergegeven). De kunststof gootlichamen 10 kunnen verschillende vormen en afmetingen hebben, bijv. rechte gootlichamen van verschillende lengte, bochten, rechte hoeken, etc. De kunststof gootlichamen kunnen koppelelementen 20 bevatten voor het koppelen van verschillende gootlichamen 10.
25 Het kunststof gootlichaam 10 bevat een gootdeel 21 waarin de glasvezelkabels kunnen worden gelegd en een afsluit-deel 22 waardoor de glasvezelkabels volledig door het gootlichaam worden omsloten wanneer het afsluitdeel 22 op het gootdeel 21 wordt aangebracht. Het afsluitdeel 22 is losneem-30 baar van het gootdeel 21 hetgeen functioneel is in geval van reparatie- of uitbreidingswerkzaamheden.
Het gootlichaam 10 heeft bij voorkeur een draaglast capaciteit die is aangepast aan de te verwachten belasting, bijv. wanneer er verkeer over de bestrating boven het goot-35 lichaam te verwachten is.
In een uitvoeringsvorm van de uitvinding gaat het aanleggen van het glasvezelnetwerk 1 als volgt in zijn werk.
7
De borstelinrichting 30 wordt toegepast voor het uitborstelen van een brede geul G (bijv. 10 cm) tussen het wijkcentrum 3 en het distributiepunt 4. Het overtollige materiaal, bijv. het zand, wordt afgevoerd door de 5 opzuiginrichting 32 van de borstelinrichting 30. In de geul G worden eerst gootdelen 21 van het kunststof gootlichaam 10 aangebracht en zo nodig met elkaar gekoppeld door middel van de koppelelementen 20. Vervolgens worden een of meer glasvezelkabels in de gootdelen 21 aangebracht. De gootdelen 21 10 worden dan afgesloten met de afsluitdelen 22. Ten slotte wordt het kunststof gootlichaam 10 weer bedekt met zand.
Vanaf het distributiepunt 4 wordt ook een borstelinrichting 30 toegepast voor het uitborstelen van de geul G voor de kabel 6 voor het distributienetwerkdeel 5. De geul G is 15 minder breed, bijv. 5 cm of minder, dan de geul voor het AP- vlak 2. Dat kan worden bewerkstelligd door de breedte W van de borstel 31 kleiner te kiezen. In de geul G wordt de kabel 6 met sets glasvezels S(V) aangebracht. Bij elk object 7 kan een aftakpunt 9 worden gerealiseerd door het aanbrengen van een 20 window cut in de beschermingsmantel 13 en wordt een set glasvezels Si (V) uit de kabel 6 gevoerd om vanaf daar naar de gebruikersaansluiting 8 te worden doorverbonden. Bij elk object kan daarvoor een boring plaatsvinden waarbij een buislichaam 11 vanaf het aftakpunt 9 naar de gebruikersaan-25 sluiting 8 wordt geboord en de glasvezels V van de set Si vervolgens door het buislichaam 11 naar de gebruikersaansluiting 8 worden gevoerd om de verbinding van de gebruikersaansluiting 8 naar het distributiepunt 4 te realiseren .

Claims (15)

1. Een werkwijze voor het aanleggen van ten minste een deel van een telecommunicatienetwerk (1) , waarbij het telecommunicatienetwerk een distributiepunt (4) omvat en een distributienetwerkdeel (5) omvat vanaf het distributiepunt (4) 5 naar een aantal aftakkingen (9) voor een aantal onderscheidenlijke gebruikersaansluitingen (8), omvattende de stappen van: - het uitborstelen van een geul (G) in een oppervlak (0) voor het aanleggen van het distributienetwerkdeel (5), waarbij de geul (G) een diepte heeft van minimaal 10 cm en 10 maximaal 30 cm ten opzichte van het oppervlak (O); - het aanbrengen van een telecommunicatiekabel (6) in de uitgeborstelde geul (G), waarbij de kabel (6) onderscheidenlijke sets van communicatiegeleiders {S(V)) omvat; - het uitnemen van een set van communicatiegeleiders 15 (S(Vj) uit de kabel (6) bij een aftakking (9) voor een gebrui- kersaansluiting (8).
2. De werkwijze volgens conclusie 1, waarbij de kabel (6) met onderscheidenlijke sets van communicatiegeleiders 20 (S(V)) een beschermingsmantel (13) heeft, verder omvattende de stap van het aanbrengen van een inkeping in de beschermingsmantel voor het uitnemen van de set van communicatiegeleiders om de aftakking (9) te realiseren.
3. De werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij de stap van het uitborstelen van de geul G het toepassen van een roterende borstel (31) omvat.
4. De werkwijze volgens een of meer van de voorgaande 30 conclusies, waarbij de uitgeborstelde geul (G) een breedte (W) heeft van 5 cm of kleiner.
5. De werkwijze volgens één of meer van de voorgaande conclusies, verder omvattende de stappen van: 35. het boren van een kanaal vanaf de aftakking (9) naar de gebruikersaansluiting (7); het voeren van de set van communicatiegeleiders (S(V)) door het geboorde kanaal vanaf de aftakking (9) naar de gebruikersaansluiting (8).
6. De werkwijze volgens conclusie 5, waarbij het ka naal een diepte heeft van minimaal 10 cm en maximaal 30 cm.
7. De werkwijze volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij het telecommunicatienetwerk (1) verder een 10 city-ring omvat naar een wijkcentrum (3) en/of een AP-vlak (2) omvat vanaf een wijkcentrum (3) naar het distributiepunt (4), verder omvattende de stappen van: - het uitborstelen van een geul (G) in een oppervlak (0) voor het aanbrengen van ten minste een van de city ring en 15 het AP-vlak (2), waarbij de geul een diepte heeft van minimaal 10 cm en maximaal 30 cm onder het oppervlak; - het aanbrengen van een of meer gedeeltelijk open gootlichamen (10) in de uitgeborstelde geul (G); - het aanbrengen van één of meer telecommunicatieka- 20 beis in de een of meer gedeeltelijk open gootlichamen (10); - het sluiten van het gootlichaam (10).
8. De werkwijze volgens conclusie 7, waarbij de uitgeborstelde geul (G) een breedte heeft van ca. 10 cm. 25
9. De werkwijze volgens conclusie 7 of 8, waarbij het gootlichaam (10) een gootdeel (21) en een afsluitdeel (22) omvat .
10. Een telecommunicatienetwerk (1) omvattende een distributienetwerkdeel (5) tussen een distributiepunt (4) en een aantal aftakkingen (9) voor een aantal onderscheidenlijke gebruikersaansluitingen (8), waarbij het distributienetwerkdeel (5) een kabel (6) omvat met onderscheidenlijke sets van 35 communicatiegeleiders (S(V)), waarbij de kabel (6) is aangebracht op een diepte van minimaal 10 cm en maximaal 30 cm onder een oppervlak (0) en een set van communicatiegeleiders (Si (V)) bij een aftakking (9) uit de kabel (6) wordt gevoerd om te worden geleid naar de gebruikersaansluiting (8).
11. Het telecommunicatienetwerk (1) volgens conclusie 5 10, waarbij de kabel (6) met onderscheidenlijke sets van com- municatiegeleiders (S(Vj) een beschermingsmantel (13) heeft waarin een inkeping is aangebracht voor het uitnemen van de set van communicatiegeleiders om de aftakking (9) te realiseren .
12. Het telecommunicatienetwerk (1) volgens conclusie 10 of 11, waarbij een set van communicatiegeleiders (Si(V)) uit de kabel door een kanaal, optioneel gevormd door een buisvormig lichaam (11), naar de gebruikersaansluiting (8) is geleid. 15
13. Het telecommunicatienetwerk (1) volgens conclusie 10, 11 of 12, verder omvattende ten minste een van een cityring naar een wijkcentrum (3) en een AP-vlak (2) vanaf het wijkcentrum (3) naar het distributiepunt (4), waarbij een of 20 meer telecommunicatiekabels zijn aangebracht in een gesloten gootlichaam (10) op een diepte van minimaal 10 cm en maximaal 30 cm onder het oppervlak.
14. Het telecommunicatienetwerk volgens conclusie 13, 25 waarbij het gootlichaam (10) een gootdeel (21) en een afsluit- deel (22) omvat.
15. De werkwijze volgens conclusies 1-9 en het telecommunicatienetwerk volgens conclusies 10-14, waarbij het 30 telecommunicatienetwerk (1) een glasvezelnetwerk omvat.
NL2008783A 2012-05-09 2012-05-09 Telecommunicatienetwerk en werkwijze voor het aanleggen van een telecommunicatienetwerk. NL2008783C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2008783A NL2008783C2 (nl) 2012-05-09 2012-05-09 Telecommunicatienetwerk en werkwijze voor het aanleggen van een telecommunicatienetwerk.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2008783A NL2008783C2 (nl) 2012-05-09 2012-05-09 Telecommunicatienetwerk en werkwijze voor het aanleggen van een telecommunicatienetwerk.
NL2008783 2012-05-09

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2008783C2 true NL2008783C2 (nl) 2013-11-12

Family

ID=50190970

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2008783A NL2008783C2 (nl) 2012-05-09 2012-05-09 Telecommunicatienetwerk en werkwijze voor het aanleggen van een telecommunicatienetwerk.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2008783C2 (nl)

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US10103532B2 (en) MediaLink interconnection box
US20190124425A1 (en) Point-to-Point Fiber Insertion
CA2685547C (en) Fibre optic network installation
US20160112779A1 (en) Touchless Fiber Network
CA2237324C (en) Process for introducing an optical cable into solid ground
US7668432B2 (en) Multi-drop closure systems and methods for fiber optic cabling
US8165444B2 (en) System and device for hauling fibre optic cable along a conduit
KR20070085684A (ko) 광섬유 인입 단말기
WO2016161341A3 (en) Fiber optic network architecture using high fiber-count fiber optic connectors
NL2008783C2 (nl) Telecommunicatienetwerk en werkwijze voor het aanleggen van een telecommunicatienetwerk.
CN102841416A (zh) 挂壁式光分路器箱及其使用方法
US10310211B2 (en) Hard surface deployed fiber
Barbut Fiber optic deployments in Romania between metropolitan fiber optic networks and indoor fiber optic infrastructure
EP2999826A1 (en) Machine arranged for sawing micro tranches and placing ducts/cables in micro trenches
EP2045890A1 (en) Method for installing an XttH network
AU2014406204B2 (en) Optical fibers deployment in the last mile
JP3937429B2 (ja) 通信システム
AU2016211698B2 (en) Hybrid connection system using factory connectorized pigtail
CN218585057U (zh) 光交箱
WO2016041582A1 (en) Connecting a high number of users with a reduced number of optical fibers
Krenmair A study on comprehensive fiber-optic expansion in rural areas
US20240126033A1 (en) Optical and copper composite terminal box
NL1039820C2 (nl) Optische verbindingsmiddelen, glasvezelnetwerk en werkwijze voor het bouwen daarvan.
RU160684U1 (ru) Волоконно-оптическая линия связи
RU151812U1 (ru) Волоконно-оптическая линия связи

Legal Events

Date Code Title Description
PD Change of ownership

Owner name: KONINKLIJKE KPN N.V.; NL

Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), ASSIGNMENT; FORMER OWNER NAME: REGGEFIBER GROUP B.V.

Effective date: 20161223