NL2008479C2 - Removal device. - Google Patents
Removal device. Download PDFInfo
- Publication number
- NL2008479C2 NL2008479C2 NL2008479A NL2008479A NL2008479C2 NL 2008479 C2 NL2008479 C2 NL 2008479C2 NL 2008479 A NL2008479 A NL 2008479A NL 2008479 A NL2008479 A NL 2008479A NL 2008479 C2 NL2008479 C2 NL 2008479C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- channel
- removal device
- main
- return
- flow
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B01—PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
- B01D—SEPARATION
- B01D17/00—Separation of liquids, not provided for elsewhere, e.g. by thermal diffusion
- B01D17/02—Separation of non-miscible liquids
- B01D17/0208—Separation of non-miscible liquids by sedimentation
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B01—PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
- B01D—SEPARATION
- B01D19/00—Degasification of liquids
- B01D19/0042—Degasification of liquids modifying the liquid flow
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B01—PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
- B01D—SEPARATION
- B01D21/00—Separation of suspended solid particles from liquids by sedimentation
- B01D21/0039—Settling tanks provided with contact surfaces, e.g. baffles, particles
- B01D21/0045—Plurality of essentially parallel plates
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B01—PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
- B01D—SEPARATION
- B01D21/00—Separation of suspended solid particles from liquids by sedimentation
- B01D21/24—Feed or discharge mechanisms for settling tanks
- B01D21/2405—Feed mechanisms for settling tanks
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B01—PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
- B01D—SEPARATION
- B01D21/00—Separation of suspended solid particles from liquids by sedimentation
- B01D21/24—Feed or discharge mechanisms for settling tanks
- B01D21/245—Discharge mechanisms for the sediments
- B01D21/2483—Means or provisions for manually removing the sediments
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F24—HEATING; RANGES; VENTILATING
- F24D—DOMESTIC- OR SPACE-HEATING SYSTEMS, e.g. CENTRAL HEATING SYSTEMS; DOMESTIC HOT-WATER SUPPLY SYSTEMS; ELEMENTS OR COMPONENTS THEREFOR
- F24D19/00—Details
- F24D19/0092—Devices for preventing or removing corrosion, slime or scale
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B01—PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
- B01D—SEPARATION
- B01D2221/00—Applications of separation devices
- B01D2221/02—Small separation devices for domestic application, e.g. for canteens, industrial kitchen, washing machines
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F24—HEATING; RANGES; VENTILATING
- F24D—DOMESTIC- OR SPACE-HEATING SYSTEMS, e.g. CENTRAL HEATING SYSTEMS; DOMESTIC HOT-WATER SUPPLY SYSTEMS; ELEMENTS OR COMPONENTS THEREFOR
- F24D19/00—Details
- F24D19/08—Arrangements for drainage, venting or aerating
- F24D19/082—Arrangements for drainage, venting or aerating for water heating systems
- F24D19/083—Venting arrangements
Claims (28)
1. Verwijderinrichting (10) voor het verwijderen van gasbellen en/of vuildeeltjes uit een vloeistof in een vloeistofleidingsysteem of voor het verwijderen van een tweede vloeistof uit een eerste vloeistof in het leidingsysteem, waarbij de verwijderinrichting omvat: 5. een hoofdkanaal (14) voor een hoofdstroom (100), waarbij het hoofdkanaal een ingang (16) en een uitgang (18) heeft die zijn ingericht om te worden verbonden met het leidingsysteem, een behuizing (20) die een binnenruimte (22) definieert, ten minste een toevoerkanaal (36A, 36B) dat zich uitstrekt vanuit het hoofdkanaal 10 naar de binnenruimte, ten minste een retourkanaal (60) dat zich uitstrekt vanuit de binnenruimte terug naar het hoofdkanaal, direct of indirect via een retourkamer (64), - een rustige zone (23) in de binnenruimte waarin tijdens bedrijf de vloeistof een wezenlijk lagere snelheid heeft dan in het hoofdkanaal, waarbij de rustige zone is 15 geconfigureerd om het mogelijk te maken voor vuildeeltjes of een relatief zware vloeistof om te bezinken naar een onderste einde (27) van de behuizing en/of gasdeeltjes of een relatief lichte vloeistof om op te stijgen naar een bovenste einde (30) van de behuizing.
2. Verwijderinrichting volgens conclusie 1, waarbij het ten minste ene toevoerkanaal aftakt van het hoofdkanaal op een aftaklocatie (70), en waarbij bij de aftaklocatie een lokaal, zich verwijdend deel (31) van het hoofdkanaal is verschaft dat zich in hoofdzaak om het hoofdkanaal heen uitstrekt, waarbij het lokale, zich verwijdende deel is geconstrueerd om een buitenste deel van de hoofdstroom (100) die door het 25 hoofdkanaal stroomt in het lokale, zich verwijdende gedeelte te geleiden en vervolgens in het ten minste ene toevoerkanaal te geleiden.
3. Verwijderinrichting volgens conclusie 2, waarbij direct stroomafwaarts van het lokale, zich verwijdende gedeelte een lokaal, zich vernauwend gedeelte (31) van het 30 hoofdkanaal (14) is verschaft, met een scherpe rand die tegen de richting (35) van de hoofdstroom in is georiënteerd, waarbij het zich vernauwende gedeelte is geconstrueerd om een buitenste deel van de hoofdstroom in het lokale, zich verwijdende gedeelte te geleiden. - 14-
4. Verwijderinrichting volgens conclusie 3, waarbij een wand (39) die het lokale, zich verwijdende gedeelte definieert geleidelijk overgaat in een wand (41) van het ten minste ene toevoerkanaal.
5. Verwijderinrichting volgens een van de conclusies 1 - 4, omvattende twee toevoerkanalen (36a, 36b), waarbij het lokale, zich verwijdende gedeelte een in hoofdzaak C-vorm (49) heeft die zich uitstrekt om het hoofdkanaal heen, en waarbij de respectieve ingangen (51) van de respectieve toevoerkanalen zijn verschaft bij de respectieve einden (88) van de in hoofdzaak C-vorm. 10
6. Verwijderinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het ten minste ene toevoerkanaal en het retourkanaal zijn ingericht om een toevoerstroom (110) af te takken met een debiet dat ligt tussen 1 en 8 procent van het debiet van de hoofdstroom (100). 15
7. Verwijderinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de behuizing (20) is opgesteld naast het hoofdstroomkanaal (14).
8. Verwijderinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het ten 20 minste ene retourkanaal samenkomt met het hoofdkanaal op een samenkomstlocatie (68) die stroomopwaarts is gelegen van een aftaklocatie (70) waar het ten minste ene toevoerkanaal aftakt van het hoofdkanaal.
9. Verwijderinrichting volgens een van de conclusies 2-8, waarbij het ten minste ene 25 retourkanaal bij een retouropening (78) samenkomt met het hoofdkanaal, waarbij het retourkanaal (60) in hoofdzaak loodrecht is georiënteerd op het hoofdkanaal (14) bij de retouropening, zodanig dat tijdens bedrijf de retourstroom in hoofdzaak naar een centraal deel van de hoofdstroom wordt geleid, waarbij de hoofdstroom naar buiten toe wordt geduwd naar een buitenste gebied van het hoofdkanaal (14), en in het 30 lokale zich verwijdende gedeelte (31) wordt geleid.
10. Verwijderinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het ten minste ene toevoerkanaal zich geleidelijke verwijdt in de rustige zone (23).
11. Verwijderinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de rustige zone energie-absorbtieelementen (43) omvat in de vorm van platen die op afstand van elkaar zijn geplaatst en die tussenruimtes (47) tussen de platen vormen, waarbij - 15- het toevoerkanaal in de richting van de tussenruimtes is gericht, zodanig dat tijdens bedrijf een toevoerstroom die de rustige zone binnenkomt via het toevoerkanaal door de tussenruimtes tussen de platen stroomt.
12. Verwijderinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het toevoerkanaal de rustige zone in een in hoofdzaak horizontale richting binnenkomt, en waarbij de tussenruimtes een doodlopend einde (81) en een open onderzijde hebben, zodanig dat tijdens bedrijf de toevoerstroom in eerste instantie in hoofdzaak horizontaal in de tussenruimte is gericht en vervolgens naar beneden toe afbuigt, 10 door de open onderzijdes van de tussenruimtes en in de rustige zonde (23).
13. Verwijderinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de rustige zone een bovenste volume (56) en een onderste volume (57) omvat die van elkaar worden gescheiden door een scheidingsorgaan (52) met een centrale opening (54) 15 die het bovenste volume met het onderste volume verbindt.
14. Verwijderinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het volume van de rustige zone langwerpig is en zich in hoofdzaak verticaal uitstrekt.
15. Verwijderinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij een uitgang van het toevoerkanaal (36) in de binnenruimte (23) en een ingang (62) van het retourkanaal (60, 64) vanuit de binnenruimte zijn aangebracht in een bovenste gebied (102) van de rustige zone.
16. Verwijderinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de behuizing via een zwenkende koppeling (24) zwenkbaar is verbonden met het hoofdkanaal en zwenkbaar is om een zwenkas (26) die zich in hoofdzaak loodrecht op de richting van het hoofdkanaal (14) uitstrekt.
17. Verwijderinrichting volgens conclusie 16, waarbij de behuizing zwenkbaar is ten opzichte van het hoofdkanaal naar ten minste de volgende oriëntaties: een eerste oriëntatie waarin de richting van bezinken in hoofdzaak parallel is aan de richting van het hoofdkanaal, en - een tweede oriëntatie waarin de richting van bezinken in hoofdzaak loodrecht 35 staat op de richting van het hoofdkanaal. - 16-
18. Verwijderinrichting volgens conclusie 16 of 17, waarbij de zwenkas coaxiaal is met ten minste een gedeelte van het toevoerkanaal.
19. Verwijderinrichting volgens een van de conclusies 16-18, omvattende een 5 retourkamer (64) die is verschaft tussen de rustige zone (23) en het retourkanaal (60), waarbij de retourkamer ten minste een ingang (62) omvat via welke de retourstroom de retourkamer vanuit de rustige zone binnenkomt, waarbij de retourkamer meerdere uitgangen (66) omvat die op gelijke afstanden van de zwenkas (26) zijn opgesteld, waarbij de retourkamer (64) samen met de behuizing 10 zwenkbaar is om het hoofdkanaal (14), waarbij een of meer retourkanalen (60) zich tussen de retourkamer (64) en het hoofdkanaal uitstrekken, waarbij de een of meer retourkanalen ten opzichte van het hoofdkanaal gefixeerd zijn, waarbij de meerdere uitgangen (66) zijn ingericht om alternerend verbonden te worden met de een of meerdere retourkanalen (60), in afhankelijkheid van een zwenkhoek van de 15 behuizing om de zwenkas.
20. Verwijderinrichting volgens een van de conclusies 11 - 19, waarbij meerdere energieabsorberende elementen (43) een voorrand (130) hebben die dikker is dan een meer naar achter gelegen deel (132) van het energie-absorberende element. 20
21. Verwijderinrichting volgens conclusie 20, waarbij de voorrand (130) overgaat in het dunnere meer naar achtergelegen deel (132) via een abrupte transitie (134), waarbij tijdens bedrijf een lokale onderdruk wordt gecreëerd in de vloeistof die voorbij de transitie stroomt, waarbij gasbellen worden gevormd. 25
22. Verwijderinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende een rail (148) die is verbonden met de buitenzijde van de behuizing en die zich uitstrekt in een bezinkingsrichting, waarbij een magneet (150) is verbonden met de rail, waarbij de magneet glijdend is opgesteld en is ingericht om door de bewogen van een eerste 30 positie nabij de energieabsorberende elementen (43) naar een tweede positie nabij de rustige zone (23).
23. Verwijderinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de rail samen met de behuizing zwenkbaar is ten opzichte van het hoofdkanaal (14). 35 - 17-
24. Verwijderinrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de magneet (150) is voorzien van een logo of merknaam van de producent van de verwijderi nrichti ng.
25. Werkwijze voor het verwijderen van vuildeeltjes of gasdeeltjes uit een vloeistof, de 5 werkwijze omvattende: het verschaffen van een verwijderinrichting (10) volgens een van de conclusies 1 -19, het geleiden van een vloeistofstroom door de verwijderinrichting.
26. Verwijderinrichting (210) voor het verwijderen van gasbellen en/of vuildeeltjes uit een vloeistof in een vloeistofleidingsysteem of voor het verwijderen van deeltjes van een zwaardere of lichtere vloeistof uit de vloeistof in een vloeistofleidingsysteem, waarbij de verwijderinrichting (210) omvat: - een ingang (214), 15. ten minste een uitgang (216), een behuizing (212) die een binnenruimte definieert (218), een hoofdstroomkanaal (222) dat zich vanuit de ingang naar de uitgang ten minste gedeeltelijk door de binnenruimte uitstrekt, waarbij het hoofdstroomkanaal wordt gedefinieerd door ten minste een buis (220A, 22B; 220), 20. ten minste een aftakstroomdoorgang (224), waarbij de aftakstroomdoorgang (224) een vloeistofcommunicatie mogelijk maakt tussen het hoofdstroomkanaal (222) en een rustige zone (300) buiten de buis (220) en in de binnenruimte (218) die wordt gedefinieerd door de behuizing (212), ten minste een retourstroomdoorgang (226), waarbij de retourstroomdoorgang 25 (226) een vloeistofcommunicatie mogelijk maakt tussen de rustige zone (300) buiten de buis (220) en het hoofdstroomkanaal (222), waarbij de rustige zone (300) een grotere dwarsdoorsnede heeft dan het hoofdkanaal (222) en waarbij de verwijderinrichting is geconstrueerd om slechts een relatief klein deel van de hoofdstroom af te takken, met het resultaat dat tijdens 30 gebruik de vloeistof in de ten minste ene rustige zone (300) een wezenlijk kleinere snelheid heeft dan de vloeistof in het hoofdstroomkanaal (222), zodat het mogelijk is voor vuiltjes of deeltjes van een zwaardere vloeistof om te bezinken en/of het mogelijk is voor gasbellen of deeltjes van een lichtere vloeistof om op te stijgen in de rustige zone. 35 - 18-
27. Verwijderinrichting volgens conclusie 21, waarbij een plaat (260) is gepositioneerd bij een stroomafwaarts einde van de binnenruimte, en stroomopwaarts van de retourstroomdoorgangen (226).
28. Verwijderinrichting volgens conclusie 21 of 22, waarbij de aftakstroomdoorgang (224) directe toegang verschaft vanuit het hoofdstroomkanaal (222) naar de rustige zone (300).
Priority Applications (13)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2008479A NL2008479C2 (en) | 2012-03-13 | 2012-03-13 | Removal device. |
EP13703893.1A EP2802394B1 (en) | 2012-01-11 | 2013-01-11 | Removal device |
HUE13703893A HUE031046T2 (en) | 2012-01-11 | 2013-01-11 | Removal Tool |
HUE16188001A HUE047399T2 (hu) | 2012-01-11 | 2013-01-11 | Eltávolító eszköz |
EP16188002.6A EP3120910B1 (en) | 2012-01-11 | 2013-01-11 | Removal device |
EP16188001.8A EP3120909B1 (en) | 2012-01-11 | 2013-01-11 | Removal device |
PCT/NL2013/050015 WO2013105857A1 (en) | 2012-01-11 | 2013-01-11 | Removal device |
EP16188371.5A EP3120911A1 (en) | 2012-01-11 | 2013-01-11 | Removal device |
CN201380010975.6A CN104271214B (zh) | 2012-01-11 | 2013-01-11 | 除去设备 |
US14/371,578 US9884270B2 (en) | 2012-01-11 | 2013-01-11 | Removal device |
HUE16188002A HUE046189T2 (hu) | 2012-01-11 | 2013-01-11 | Eltávolító eszköz |
US15/854,868 US10786762B2 (en) | 2012-01-11 | 2017-12-27 | Removal device |
US17/022,195 US20210077922A1 (en) | 2012-01-11 | 2020-09-16 | Removal device |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2008479A NL2008479C2 (en) | 2012-03-13 | 2012-03-13 | Removal device. |
NL2008479 | 2012-03-13 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL2008479C2 true NL2008479C2 (en) | 2013-09-16 |
Family
ID=52088222
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL2008479A NL2008479C2 (en) | 2012-01-11 | 2012-03-13 | Removal device. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL2008479C2 (nl) |
-
2012
- 2012-03-13 NL NL2008479A patent/NL2008479C2/en not_active IP Right Cessation
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL2003551C2 (nl) | Verbeterde afscheider voor microbellen en vuil. | |
US8313658B2 (en) | Combined gas removal, dirt removal and contaminating liquid removal device | |
EP2882536B1 (en) | Apparatus for cyclone separation of a fluid flow into a gas phase and a liquid phase and vessel provided with such an apparatus | |
US20210077922A1 (en) | Removal device | |
NL2009588C2 (en) | Removal device. | |
JPH08309233A (ja) | 主要な流れの中の混合された異なる材料相を互いに分離するための装置およびその方法 | |
US10016702B2 (en) | Removal device for micro-bubbles and dirt particles | |
NL2008106C2 (en) | Removal device. | |
NL2008479C2 (en) | Removal device. | |
EP3375525B1 (en) | Multistage compact flotation unit | |
JP4849605B2 (ja) | 浸漬型表面処理装置 | |
NL2023920B1 (en) | Removal device with flow control | |
US11951418B2 (en) | Removal device with flow control | |
NL2006902C2 (en) | Improved removal device in particular for micro-bubbles, volatile compounds and dirt. | |
US20140048495A1 (en) | Removal device in particular for micro-bubbles, volatile compounds and dirt | |
NL2006614C2 (en) | Improved removal device in particular for micro-bubbles, volatile compounds and dirt. | |
KR100909734B1 (ko) | 진공 청소기의 먼지 분리 장치 | |
Kumar et al. | Particle separation in microchannel at vicinity of gas-liquid interface using modified Taylor’s flow | |
CN113862053A (zh) | 一种页岩气的砂液分离装置 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
MM | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20180401 |