NL2008365A - Landbouwmachine. - Google Patents

Landbouwmachine. Download PDF

Info

Publication number
NL2008365A
NL2008365A NL2008365A NL2008365A NL2008365A NL 2008365 A NL2008365 A NL 2008365A NL 2008365 A NL2008365 A NL 2008365A NL 2008365 A NL2008365 A NL 2008365A NL 2008365 A NL2008365 A NL 2008365A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
feed
drying
mixing
mixer
weighing
Prior art date
Application number
NL2008365A
Other languages
English (en)
Other versions
NL2008365C2 (nl
Inventor
Marc Bollaert
Original Assignee
Bollaert Bvba
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Bollaert Bvba filed Critical Bollaert Bvba
Publication of NL2008365A publication Critical patent/NL2008365A/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2008365C2 publication Critical patent/NL2008365C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K5/00Feeding devices for stock or game ; Feeding wagons; Feeding stacks
    • A01K5/001Fodder distributors with mixer or shredder
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01FMIXING, e.g. DISSOLVING, EMULSIFYING OR DISPERSING
    • B01F27/00Mixers with rotary stirring devices in fixed receptacles; Kneaders
    • B01F27/60Mixers with rotary stirring devices in fixed receptacles; Kneaders with stirrers rotating about a horizontal or inclined axis
    • B01F27/72Mixers with rotary stirring devices in fixed receptacles; Kneaders with stirrers rotating about a horizontal or inclined axis with helices or sections of helices
    • B01F27/721Mixers with rotary stirring devices in fixed receptacles; Kneaders with stirrers rotating about a horizontal or inclined axis with helices or sections of helices with two or more helices in the same receptacle
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01FMIXING, e.g. DISSOLVING, EMULSIFYING OR DISPERSING
    • B01F33/00Other mixers; Mixing plants; Combinations of mixers
    • B01F33/80Mixing plants; Combinations of mixers
    • B01F33/836Mixing plants; Combinations of mixers combining mixing with other treatments
    • B01F33/8364Mixing plants; Combinations of mixers combining mixing with other treatments with drying
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01FMIXING, e.g. DISSOLVING, EMULSIFYING OR DISPERSING
    • B01F35/00Accessories for mixers; Auxiliary operations or auxiliary devices; Parts or details of general application
    • B01F35/75Discharge mechanisms
    • B01F35/754Discharge mechanisms characterised by the means for discharging the components from the mixer
    • B01F35/75455Discharge mechanisms characterised by the means for discharging the components from the mixer using a rotary discharge means, e.g. a screw beneath the receptacle
    • B01F35/754551Discharge mechanisms characterised by the means for discharging the components from the mixer using a rotary discharge means, e.g. a screw beneath the receptacle using helical screws
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F26DRYING
    • F26BDRYING SOLID MATERIALS OR OBJECTS BY REMOVING LIQUID THEREFROM
    • F26B19/00Machines or apparatus for drying solid materials or objects not covered by groups F26B9/00 - F26B17/00
    • F26B19/005Self-contained mobile devices, e.g. for agricultural produce

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Agronomy & Crop Science (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Birds (AREA)
  • Apparatuses For Bulk Treatment Of Fruits And Vegetables And Apparatuses For Preparing Feeds (AREA)
  • Fodder In General (AREA)

Description

LANDBOUWMACHINE TECHNISCH VELD
De huidige uitvinding heeft betrekking op landbouwmachines, en meer in het bijzonder op voermengwagens voor veevoeder. De uitvinding heeft betrekking op een inrichting, die het drogen, wegen, mengen en verdelen van veevoeder combineert. De uitvinding heeft eveneens betrekking op een werkwijze voor het drogen, wegen, mengen en verdelen van veevoeder. De uitvinding heeft eveneens betrekking op het gebruik van een inrichting die het drogen, wegen, mengen en verdelen van veevoeder combineert.
TECHNOLOGISCHE ACHTERGROND VAN DE UITVINDING
Kuilvoer of persvoer is ingekuild veevoeder, dat in een kuilhoop wordt opgeslagen. Kuilvoer valt onder de categorie ruwvoer, wat slaat op algemeen houdbare producten die speciaal voor veevoerdoeleinden geteeld zijn en die geen of enkele eenvoudige bewerkingen hebben ondergaan. Vele soorten ruwvoer kunnen worden ingekuild, maar de meest voorkomende kuilvoeders zijn kuilgras en snijmaïs. In de kuilhoop ondergaat het ingekuilde product een biochemisch proces, waarbij melkzuurbacteriën de suikers in het product omzetten naar melkzuur. Dit melkzuur zorgt na verloop van tijd voor een stabiele zuurtegraad in de kuil, waardoor het product goed geconserveerd blijft. Vooral voor varkenskwekerijen wordt CCM (corn cob mix), het vochtig mengsel van maïsgraan met een gedeelte van de spil, vaak ingekuild. CCM is immers een product dat gemakkelijk in te kuilen is vanwege het vrij hoge drogestofgehalte, het lage eiwitgehalte en de lagere buitentemperaturen tijdens het oogsten in oktober of november. Voor de maïsteler is het bovendien aantrekkelijker om CCM te verbouwen dan korrelmaïs: CCM heeft namelijk een hogere opbrengst aan voerderwaarde en het kan eerder worden geoogst.
Doordat het ingekuilde product vochtig moet blijven, kan het na het uitkuilen niet zomaar eenvoudig in silo’s gepompt (of geblazen) en opgeslagen worden. Het vochtige product kan eveneens niet eenvoudig via een geautomatiseerd voedingssysteem verdeeld worden, onder andere doordat het door de vochtigheid aan kettingsystemen kan vastgekoekt raken. Daarom zal dergelijk vochtig voeder eerder via een schop worden verdeeld. Bovendien zorgt het te hoge vochtgehalte voor een moeizame menging met bijvoorbeeld ander voer, bijkomend kernvoer of gevitaminiseerd voer (aanvullend voeder). Hieruit volgt dat kuilvoer zoals CCM, ondanks zijn uitstekende voedingseigenschappen, vaak als te arbeidsintensief beschouwd wordt om toe te passen.
Om deze problemen te vermijden, wordt het vochtige kuilvoer meestal naar een drogerij vervoerd. Na het drogen in de drogerij, wordt het gedroogde voer naar een veevoederfabriek gebracht, waar het wordt vermalen en, indien nodig, wordt vermengd met bijkomend kernvoer of ander voer. Daarna wordt het terug naar de varkenskwekerij vervoerd, waar het vervolgens in silo’s kan gepompt en opgeslagen worden. Vanuit deze silo’s kan het veevoeder door een geautomatiseerd voedersysteem naar de dieren worden gebracht. Deze tussenstappen zorgen er echter voor dat de totaalkost voor de verwerking van kuilvoer beduidend toeneemt.
De huidige uitvinding heeft daarom als doel om enkele tussenstappen te elimineren. Dit kan door slechts één landbouwmachine te voorzien die het hele proces of belangrijke onderdelen van het proces combineert, zoals bijvoorbeeld het uitkuilen, drogen, wegen, mengen en het vullen van de silo. Het wegen van het veevoeder kan noodzakelijk zijn om de juiste verhouding aanvullend voeder/kuilvoer te bekomen. Een degelijke menging zorgt er bovendien voor dat de verhouding aanvullend voeder/kuilvoer niet alleen juist is maar ook constant blijft. Het wegen kan ook dienen als bijkomende maatstaaf voor het bepalen van het resterende vochtgehalte in het kuilvoer.
De uitvinding heeft als doel dat de landbouwer de volgende processen gecombineerd en/of sequentieel zelf kan uitvoeren, in een volgorde naar voorkeur: drogen, wegen, mengen en verdelen van kuilvoer. De uitvinding heeft als bijkomend doel een mobiele inrichting te voorzien, die deze processen gecombineerd en/of sequentieel kan uitvoeren. De uitvinding heeft als bijkomend doel een compacte inrichting te voorzien, die deze processen gecombineerd en/of sequentieel kan uitvoeren. De uitvinding heeft als bijkomed doel een efficiënte inrichting te voorzien, die deze processen gecombineerd en/of sequentieel kan uitvoeren. De uitvinding heeft als bijkomend doel een energie-zuinige inrichting te voorzien, die deze processen gecombineerd en/of sequentieel kan uitvoeren. De uitvinding heeft als bijkomend doel een praktische inrichting te voorzien, die deze processen gecombineerd en/of sequentieel kan uitvoeren. De uitvinding heeft als bijkomed doel een goedkope inrichting te voorzien, die deze processen gecombineerd en/of sequentieel kan uitvoeren.
De uitvinding kan bovendien ook gebruikt worden om nieuwe oogsten, bijvoorbeeld granen zoals tarwe, te drogen, om ze in bijvoorbeeld een silo te stockeren.
Eén of meerdere van bovenstaande doelen wordt door onderhavige uitvinding bereikt. Eén of meerdere van bovenstaande doelen wordt door voorkeursvormen van onderhavige uitvinding bereikt.
SAMENVATTING
In een eerste uitvoeringsvorm omvat de inrichting (100) voor het verwerken van veevoeder volgens de onderhavige uivinding: a. een menginrichting (110), geschikt voor het mengen van veevoeder; b. een drooginrichting (120), geschikt voor het drogen van veevoeder; c. een weeginrichting (130), geschikt voor het wegen van veevoeder; en d. een verdeelinrichting (140), geschikt voor het lossen van veevoeder uit de inrichting (100).
In een bijkomend aspect omvat de uitvinding eveneens een inrichting (100) zoals hierboven beschreven, in de vorm van een voermengwagen.
In een bijkomend aspect omvat de uitvinding eveneens een inrichting (100) zoals hierboven beschreven, gekenmerkt doordat de menginrichting (110) een lintmenger (114) omvat.
In een bijkomend aspect omvat de uitvinding eveneens een inrichting (100) zoals hierboven beschreven, gekenmerkt doordat de inrichting (100) verder een laadinrichting (150) omvat, geschikt voor het laden van veevoeder in de inrichting (100).
In een bijkomend aspect omvat de uitvinding eveneens een inrichting (100) zoals hierboven beschreven, gekenmerkt doordat de inrichting (100) verder een ventilatieinrichting (160) omvat, geschikt voor het ventileren van de menginrichting (110).
In een bijkomend aspect omvat de uitvinding eveneens een inrichting (100) zoals hierboven beschreven, gekenmerkt doordat de inrichting (100) verder een vochtmeetinrichtingomvat, geschikt voor het meten van de vochtigheidsgraad van veevoeder en/of van de vochtigheidsgraad van lucht in de menginrichting (110).
De onderhavige uitvinding omvat eveneens een werkwijze voor het drogen, wegen, mengen en verdelen van veevoeder door middel van een inrichting (100) zoals hierboven beschreven, die de volgende stappen omvat: - drogen van het veevoeder door middel van de drooginrichting (120); - wegen van het veevoeder door middel van de weeginrichting (130); - mengen van het veevoeder door middel van de menginrichting (110); en - verdelen van het veevoeder door middel van de verdeelinrichting (140).
De onderhavige uitvinding omvat eveneens het gebruik van een inrichting (100) zoals hierboven beschreven voor het drogen, wegen, mengen en verdelen van veevoeder.
Voorkeursvormen van de uitvinding werden uitgewerkt in de conclusies.
BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN
Fig. 1 : illustreert de romp van de inrichting (100), waarbij de menginrichting (110) een lintmenger (114) omvat. De lintmenger (114) omvat twee assen met lint (schroeven). De menginrichting (110) is tot ongeveer 60% gevuld met kuilvoer.
Fig. 2 : illustreert een inrichting (100), waarbij de menginrichting (110) bovenop een drooginrichting (120) is geplaatst. De drooginrichting (120) omvat een droogkamer (122), die wordt verwarmd met een brander (124). De drooginrichting (120) omvat eveneens een schouw (128) met een smoorklep (129).
Fig. 3 : illustreert hoe een dakklep als ventilatieklep (162) kan gebruikt worden of hoe diezelfde dakklep als laadklep (152) kan gebruikt worden.
Fig. 4: illustreert 2 alternatieven voor de weeginrichting (130): een weegstaaf (132), die verbonden is aan een as (102), of meerdere weegstaven (132) die verbonden zijn aan wielen.
Fig. 5 : illustreert de verdeelinrichting (140), met aanduiding van een vijzel (142), een verdeelsas (144), en een pomp (146).
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING
Zoals verder gebruikt in deze tekst omvatten de enkelvoudsvormen “een”, “de”, “het” zowel het enkelvoud als de meervoudsvorm tenzij de context duidelijk anders is.
De termen “omvatten”, “omvat” zoals verder gebruikt, zijn synoniem met “inclusief”, “includeren” of “bevatten, “bevat” en zijn inclusief of open en sluiten bijkomende, niet vernoemde leden, elementen of methode stappen niet uit. De termen “omvatten”, “omvat” zijn inclusief de term “bevatten”.
De opsomming van numerische waarden aan hand van cijferbereiken omvat alle waarden en fracties in deze bereiken, zowel als de geciteerde eindpunten.
De term “ongeveer”, zoals gebruikt wanneer gerefereerd wordt naar een meetbare waarde zoals een parameter, een hoeveelheid, een tijdsduur, en zo meer, is bedoeld variaties te omsluiten van +/- 10% of minder, bij voorkeur +/-5% of minder, meer bij voorkeur +/-1% of minder, en meer nog bij voorkeur +/-0.1% of minder, van en vanaf de gespecificeerde waarde, in zo ver de variaties van toepassing zijn om te functioneren in de bekend gemaakte uitvinding. Het dient te worden verstaan dat de waarde waarnaar de term “ongeveer” refereert op zich, ook werd bekend gemaakt.
Alle documenten geciteerd in de huidige specificatie worden hierin volledig opgenomen door middel van verwijzing.
Tenzij anders gedefinieerd, hebben alle termen bekend gemaakt in de uitvinding, inclusief technische en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals een vakman deze gewoonlijk verstaat. Als verdere leidraad, worden definities opgenomen voor verdere toelichting van termen die in de beschrijving van de uitvinding worden gebruikt.
De uitvinding omvat een inrichting (100) voor het verwerken van veevoeder. In een geprefereerde voorkeursvorm van de uitvinding is deze inrichting (100) in de vorm van een voermengwagen.
De inrichting (100) volgens de uitvinding omvat een menginrichting (110), geschikt voor het mengen van veevoeder. De inrichting (100) volgens de uitvinding omvat eveneens een drooginrichting (120), geschikt voor het drogen van veevoeder. De inrichting (100) volgens de uitvinding omvat eveneens een weeginrichting (130), geschikt voor het wegen van veevoeder. De inrichting (100) volgens de uitvinding omvat eveneens een verdeelinrichting (140), geschikt voor het lossen van veevoeder uit de inrichting (100).
In één aspect van de uitvinding is de inrichting (100) immobiel. In een voorkeursvorm van de uitvinding is de inrichting (100) mobiel. In een geprefereerde voorkeursvorm van de uitvinding is de inrichting (100) in de vorm van een mobiele voermengwagen. De inrichting (100) wordt in een voorkeursvorm van de uitvinding getrokken door één of meerdere assen (102). In een voorkeursvorm van de uitvinding omvat de inrichting twee of meerdere wielen. In een voorkeursvorm van de uitvinding omvat de inrichting (100) een trekhaak. De inrichting (100) is in een aspect van de uitvinding zelfrijdend. In een aspect van de uitvinding omvat de inrichting (100) een chassis. In een aspect van de uitvinding omvat de inrichting (100) een voermengwagen met een capaciteit van 2 tot 10 ton. In een aspect van de uitvinding omvat de inrichting (100) een voermengwagen met een capaciteit van 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10 ton of meer.
De inrichting (100) volgens de uitvinding omvat een menginrichting (110), geschikt voor het mengen van veevoeder. De keuze voor een menginrichting (110) hangt af van de gewenste mengingsgraad, de gewenste mengtijd, de te mengen componenten, het nodige krachtverbruik en de gewenste productiecapaciteit. In een voorkeursvorm van de uitvinding wordt een grote hoeveelheid materiaal verwerkt, en wordt er een goede homogeniteit bekomen op een korte tijd. Een verticale menger zal meestal vooreen betere en luchtigere menging zorgen. In een aspect van de uitvinding omvat de menginrichting (110) een horizontale menger of een verticale menger. In een geprefereerde voorkeursvorm van de uitvinding omvat de menginrichting (110) een horizontale menger. Ondanks de typische nadelen van een horizontale menger, verloopt het drogen bij een horizontale menger efficiënter. In een aspect van de uitvinding is de horizontale menger tussen de 30% en 90% gevuld, bij voorkeur tussen de 40% en 80% gevuld, meer bij voorkeur tussen de 50% en de 70% gevuld, meest bij voorkeur ongeveer 60% gevuld. In een aspect van de uitvinding omvat de menginrichting (110) een peddelmenger (112). In een aspect van de uitvinding omvat de menginrichting (110) een lint of schroefmenger. In een aspect van de uitvinding omvat de menginrichting (110) een kegelmenger. In een aspect van de uitvinding omvat de menginrichting (110) een trommelmenger.
In een geprefereerde voorkeursvorm van de uitvinding omvat de menginrichting (110) een lintmenger (114). In een voorkeursvorm van de uitvinding omvat de lintmenger (114) één of meerdere assen met lint, bij voorkeur een enkel of dubbel tegengesteld lint. In een aspect van de uitvinding omvat de lintmenger (114) één as. In een geprefereerde voorkeursvorm van de uitvinding omvat de lintmenger (114) twee assen bij voorkeur een enkel of dubbel tegengesteld lint. Ook de combinatie van een lint- en peddel menger op dezelfde as of op verschillende assen kan worden gebruikt. Dit heeft als voordeel dat er een kortere mengtijd nodig is, maar draagt wel een grotere investering met zich mee. De diameter en de lengte van de lintmeter hangen af van de capaciteit van de machine.
In een aspect van de uitvinding wordt een lintmenger (114) aangedreven door twee kettingwielen, die op hun beurt worden aangedreven door een hydromotor. In een aspect van de uitvinding wordt de lintmenger (114) hydraulisch aangedreven. In een aspect van de uitvinding wordt de menginrichting (110) via een elektromotor aangedreven. In een aspect van de uitvinding wordt de menginrichting (110) via een elektrische koppeling aangedreven. In een aspect van de uitvinding wordt de menginrichting (110) via een mechanische koppeling aangedreven, zoals bijvoorbeeld een kruiskoppeling of cardanische koppeling. In een voorkeursvorm van de uitvinding wordt de menginrichting (110) aangedreven via een elektrische koppeling of een mechanische koppeling met een voertuig, zoals bvb. een tractor. Hierdoor kan de inrichting (100) mobiel zijn tijdens de werking van de menginrichting (110). In een voorkeursvorm van de uitvinding ligt de lintmenger (114) op het chassis van de inrichting (100). In een alternatieve voorkeursvorm van de uitvinding is de lintmenger (114) ingewerkt in het chassis van de inrichting (100). In een andere alternatieve voorkeursvorm van de uitvinding is de lintmenger (114) voldoende zwaar ontwikkeld, zodat het als zelfdragend chassis kan dienen. Dit heeft als voordeel dat er geen bijkomend chassis nodig is. Fig. 1 illustreert een deel van een voorkeursvorm van de uitvinding, gekenmerkt doordat de menginrichting (110) een lintmenger (114) omvat. De lintmenger (114) uit Fig. 1 omvat twee assen met bij voorkeur een enkel of dubbel tegengesteld lint. De menginrichting (110) uit Fig. 1 is tot ongeveer 60% gevuld met kuilvoer.
De inrichting (100) volgens de uitvinding omvat een drooginrichting (120), geschikt voor het drogen van veevoeder, preferentieel geschikt voor het drogen van ruwvoeder, meer preferentieel geschikt voor het drogen van kuilvoeder. Doordat de drooginrichting (120) en menginrichting (110) gecombineerd zijn, kan de totale droogtijd aanzienlijk verkort worden. Er kan ook heel gelijkmatig gedroogd worden. Hierdoor is de inrichting (100) volgens de uitvinding ook energie-efficiënt. In een aspect van de uitvinding wordt de drooginrichting (120) via een elektrische koppeling aangedreven. In een voorkeursvorm van de uitvinding wordt de drooginrichting (120) aangedreven via een elektrische koppeling met een voertuig, zoals bvb. een tractor. In een aspect van de uitvinding wordt de drooginrichting opgewarmd via gebruik van fossiele brandstoffen, zoals bijvoorbeeld benzine, diesel, steenkool of gas, of wordt verbranding van hout, papier, pellets, en dergelijke meer gebruikt. In een aspect van de uitvinding wordt de drooginrichting opgewarmd via gebruik van hebruikbare energie, zoals bijvoorbeeld windenergie of zonne-energie. In een aspect van de uitvinding wordt de drooginrichting opgewarmd via gebruik van warmte-terugwinning, zoals bijvoorbeeld terugwinning van warme stallucht. In een voorkeursvorm van de uitvinding omvat de drooginrichting (120) een droogkamer (122). In een aspect van de uitvinding omvat de drooginrichting (120) een warmtekamer. In een voorkeursvorm van de uitvinding omvat de drooginrichting (120) een brander (124). In een geprefereerde voorkeursvorm van de uitvinding wordt aan een dergelijke brander (124) een koppeling van 220V voorzien. Deze koppeling kan rechtstreeks aan een energiebron van een voertuig, zoals bvb een tractor, verbonden worden, waardoor de inrichting (100) mobiel kan zijn tijdens de werking ervan. In een aspect van de uitvinding omvat de drooginrichting (120) een bain-marie systeem. In een aspect van de uitvinding omvat de drooginrichting (120) warmtehoudende korrels. In een voorkeursvorm van de uitvinding omvat de drooginrichting (120) een speksteen. Warmtehoudende korrels en spekstenen houden de warmte vast, zodat er gedurende een langere tijd gedroogd kan worden. In een aspect van de uitvinding omvat de drooginrichting (120) een alternatieve inrichting voor een geleidelijke warmte-afgifte. In een voorkeursvorm van de uitvinding omvat de drooginrichting (120) tevens een thermostaat (126). Deze thermostaat (126) kan de temperatuur van de drooginrichting (120) regelen. In een alternatief aspect van de uitvinding omvat de mengkamer (110) tevens een thermostaat. In een voorkeursvorm van de uitvinding omvat de drooginrichting (120) tevens een schouw (128). In een voorkeursvorm van de uitvinding omvat de drooginrichting (120) tevens een smoorklep (129) of regelklep. In een voorkeursvorm van de uitvinding omvat de drooginrichting (120) tevens een ventilator. In een voorkeursvorm van de uitvinding wordt de brander (124) gekenmerkt doordat in de drooginrichting (120) een temperatuur wordt bereikt van 30 to 70 °C, bij voorkeur van 35 to 60 °C, meer bij voorkeur van 40 to 50 °C. In een voorkeursovrm van de uitvinding wordt de drooginrichting (120) gekenmerkt doordat in de menginrichting (110) een temperatuur wordt bereikt van 30 to 70 °C, bij voorkeur van 35 to 60 °C, meer bij voorkeur van 40 to 50 °C. Fig. 2 illustreert een voorkeursvorm van de uitvinding, gekenmerkt doordat de menginrichting (110) bovenop de drooginrichting (120) is geplaatst. De drooginrichting (120) uit Fig. 2 omvat een droogkamer (122), die wordt verwarmd met een brander (124). De drooginrichting (120) uit Fig. 2 omvat eveneens een schouw (128) met een smoorklep (129).
De inrichting (100) volgens de uitvinding omvat een weeginrichting (130), geschikt voor het wegen van veevoeder. De weeginrichting (130) kan gebruikt worden om het droogproces op te volgen, door te meten hoeveel vocht er reeds is verdampt tijdens het droogproces. De weeginrichting (130) kan eveneens gebruikt worden om na te gaan hoeveel kern- of ander voer er bij het veevoeder wordt bijgevoegd. De weeginrichting (130) kan eveneens gebruikt worden om na te gaan hoeveel veevoeder er is verdeeld. In een aspect van de uitvinding omvat de weeginrichting (130) een hangweger. In een voorkeursvorm van de uitvinding omvat de weeginrichting (130) één of meerdere weegstaven (132). In een geprefereerde voorkeursvorm van de uitvinding is de inrichting (100) in de vorm van een mobiele voermengwagen, die wordt getrokken door één of meerdere assen (102), waarbij de as of de assen (102) van de voermengwagen minstens één weegstaaf (132) bevatten. In een aspect van de uitvinding bevatten de as of de assen (102) van de voermengwagen bijkomstig een tweede weegstaaf (132). In een geprefereerde voorkeursvorm van de uitvinding is de inrichting (100) in de vorm van een mobiele voermengwagen, die een trekhaak omvat, waarbij de trekhaak minstens één weegstaaf (132) omvat. Wanneer de inrichting (100) een chassis omvat, omvat een voorkeursvorm van de uitvinding één of meerdere weegstaven tussen het chassis en de menginrichting (110). Fig. 4 illustreert een aspect van de uitvinding als 2 mogelijke alternatieven voor de weeginrichting (130): een weegstaaf (132), die verbonden is aan een as (102), en/of meerdere weegstaven (132) die verbonden zijn aan wielen. De combinatie van een of meerdere weegstaven op de as(sen) of het chassis met een of meerdere weegstaven op de trekhaak van de voermengwagen behoort ook tot de mogelijkheden.
De inrichting (100) volgens de uitvinding omvat een verdeelinrichting (140), geschikt voor het lossen en verdelen van veevoeder uit de inrichting (100). In een voorkeursvorm van de uitvinding omvat de verdeelinrichting (140) een vijzel (142). In een voorkeursvorm van de uitvinding wordt de vijzel (142) hydraulisch bediend. In een voorkeursvorm van de uitvinding omvat de verdeelinrichting (140) een verdeelsas (144). In een geprefereerde voorkeursvorm van de uitvinding wordt het veevoeder door middel van een vijzel (142) naar de verdeelsas (144) gebracht. In een voorkeursvorm van de uitvinding wordt de verdeelsas (144) hydraulisch bediend. In een voorkeursvorm van de uitvinding omvat de verdeelinrichting (140) een graanblazer. In aspect van de uitvinding omvat de verdeelinrichting (140) een luchtpomp (146). In een voorkeursvorm van de uitvinding omvat de verdeelinrichting (140) een combinatie van de hierboven beschreven elementen, met name een vijzel, een graanblazer een verdeelsas en/of een luchtpomp. In een voorkeursvorm van de uitvinding lost de verdeelinrichting (140) het veevoeder in een opslagplaats. In een meer geprefereerde voorkeursvorm van de uitvinding omvat de opslagplaats een container of silo. In een geprefereerde voorkeursvorm van de uitvinding wordt het veevoeder door middel van een graanblazer en/of een luchtpomp (146) van de verdeelsas (144) naar de silo gebracht. Fig. 5 illustreert de verdeelinrichting (140) in een voorkeursvorm van de uitvinding, met aanduiding van een vijzel (142), een verdeelsas (144), en een luchtpomp (146). In een aspect van de uitvinding, omvat de verdeelinrichtin (140) een mechanisch lossysteem.
In een aspect van de uitvinding omvat de inrichting (100) volgens de uitvinding een laadinrichting (150), geschikt voor het laden van veevoeder in de inrichting (100). In een geprefereerde voorkeursvorm van de uitvinding omvat de laadinrichting (150) een laadklep (152). In een aspect van de uitvinding omvat de laadinrichting (150) een kniklader. In een aspect van de uitvinding omvat de laadinrichting (150) een wiellader. In een aspect van de uitvinding omvat de laadinrichting (150) een verreiker. In een aspect van de uitvinding omvat de laadinrichting (150) een compactlader. In een aspect van de uitvinding omvat de laadinrichting (150) een schranklader.
In een aspect van de uitvinding omvat de inrichting (100) volgens de uitvinding een ventilatieinrichting (160), geschikt voor het ventileren van de menginrichting (110). In een geprefereerde voorkeursvorm van de uitvinding omvat de ventilatieinrichting (160) een ventilatieklep (162). In een aspect van de uitvinding omvat de ventilatieinrichting (160) een ventilatierooster. In een aspect van de uitvinding omvat de ventilatieinrichting (160) een ventilatiesysteem met warmterecuperatie. In een geprefereerde voorkeursvorm van de uitvinding omvat de ventilatieinrichting (160) een ventilatieklep (162) in de vorm van een dakklep. Dit heeft als voordeel dat dezelfde dakklep eveneens als laadklep (152) kan gebruikt worden. In een aspect van de uitvinding wordt een dakklep hydraulisch gestuurd. Fig. 3 illustreert hoe in een voorkeursvorm van de uitvinding een dakklep als ventilatieklep (162) kan gebruikt worden en hoe diezelfde dakklep als laadklep (152) kan gebruikt worden.
In een aspect van de uitvinding omvat de inrichting (100) volgens de uitvinding een vochtmeetinrichting, geschikt voor het meten van de vochtigheidsgraad van veevoeder en/of van de vochtigheidsgraad van lucht in de menginrichting (110). De vochtmeetinrichting kan het droogproces opvolgen. Op die manier kan de drooginrichting (120) op tijd uitgeschakeld worden, en wordt er energie bespaard. Elke vochtmeter kan hiervoor in aanmerking komen, zodra deze in staat is het vochtgehalte van een mengsel van veevoeder te meten.
In een geprefereerde voorkeursvorm van de uitvinding wordt de menginrichting (110), drooginrichting (120), weeginrichting (130), en/of verdeelinrichting (140) gestuurd door een computersysteem, dat via een bedieningspaneel (interface) kan worden aangestuurd en opgevolgd. In een meer geprefereerde voorkeursvorm van de uitvinding worden de menginrichting (110), de drooginrichting (120), de weeginrichting (130) en de verdeelinrichting (140) gestuurd door een zelfde computersysteem, dat via een bedieningspaneel (interface) kan worden aangestuurd en opgevolgd. In een geprefereerde voorkeursvorm van de uitvinding zijn één of meerdere weegstaven (132) gekoppeld aan processor die de volledige inrichting (100) stuurt en temperatuur controleert en registreert aan de hand van de instellingen aangebracht door de gebruiker of op voorhand vastgelegd.
In een geprefereerde voorkeursvorm van de uitvinding wordt de laadinrichting (150), ventilatieinrichting (160), en/of de vochtmeetinrichting gestuurd door een computersysteem. Bijkomend kan ook de temperatuur in het voeder worden opgevolgd door een temperatuurmeter, die optioneel ook met het computersysteem is verbonden. In een geprefereerde voorkeursvorm van de uitvinding voorziet de vochtmeetinrichting (160), temperatuurmeter en/of weeginrichting (130) data invoer aan het computersysteem, op basis waarvan het computersysteem de drooginrichting en/of ventillatieinrichting kan aansturen. In een geprefereerde voorkeursvorm van de uitvinding voorziet de invoer aan het computersysteem.
De uitvinding omvat eveneens een computerprogramma, of een computerprogramma-product oplaadbaar in het interne geheugen van een computer, of een computerprogramma-product opgeslaan op een computer-leesbaar medium, of een combinatie (bijvoorbeeld een collectie, bundel of pakket) van dergelijke computerprogramma’s of computerprogramma-producten, gekenmerkt doordat dergelijke computerprogramma’s of computerprogramma-producten geschikt zijn voor het sturen van de inrichting (100) en/of de afzonderlijke componenten van de inrichting (100) zoals hierboven beschreven.
De uitvinding omvat eveneens een werkwijze voor het drogen, wegen, mengen en verdelen van veevoeder door middel van een inrichting (100) zoals hierboven beschreven, die de volgende stappen omvat: - drogen van het veevoeder door middel van de drooginrichting (120); - wegen van het veevoeder door middel van de weeginrichting (130); - mengen van het veevoeder door middel van de menginrichting (110);en - verdelen van het veevoeder door middel van de verdeelinrichting (140).
In een alternatieve vorm van de uitvinding gebeuren de stappen zoals hierboven beschreven in een andere volgorde. In een voorkeursvorm van de uitvinding wordt tijdens de stap van het drogen van het veevoeder door middel van de drooginrichting (120) één of meerdere assen/schroeven van een lintmenger (114) geroteerd via een (3-fasige) elektromotor en oliepomp. Dit heeft als voordeel dat de inrichting (100) niet verbonden hoeft te blijven aan een externe energiebron, zoals aan een tractor. In een voorkeursvorm van de uitvinding wordt de stap van het mengen van het veevoeder door middel van de menginrichting (110) uitgevoerd in intervalperiodes. Deze intervalperiodes worden bij voorkeur geselecteerd uit volgende lijst: 1 seconde, 2 seconden, 3 seconden, 4 seconden, 5 seconden, 6 seconden, 7 seconden, 8 seconden, 9 seconden, 10 seconden, 15 seconden, 20 seconden, 30 seconden, 45 seconden, 1 minuut, 5 minuten, 10 minuten, 15 minuten, 20 minuten, 30 minuten, 45 minuten, 1 uur, 2 uur, 3 uur, 4 uur, 6 uur, 12 uur, 24 uur.
In een aspect van de uitvinding gebeurt de stap van wegen van het veevoeder door middel van de weeginrichting (130) vóór de stap van mengen van het veevoeder door middel van de menginrichting (110). In een aspect van de uitvinding gebeurt de stap van wegen van het veevoeder door middel van de weeginrichting (130) na de stap van mengen van het veevoeder door middel van de menginrichting (110). In een aspect van de uitvinding gebeurt de stap van wegen van het veevoeder door middel van de weeginrichting (130) gelijktijdig met de stap van mengen van het veevoeder door middel van de menginrichting (110).
In een aspect van de uitvinding gebeurt de stap van drogen van het veevoeder door middel van de drooginrichting (120) vóór de stap van mengen van het veevoeder door middel van de menginrichting (110). In een aspect van de uitvinding gebeurt de stap van drogen van het veevoeder door middel van de drooginrichting (120) na de stap van mengen van het veevoeder door middel van de menginrichting (110). In een aspect van de uitvinding gebeurt de stap van drogen van het veevoeder door middel van de drooginrichting (120) gelijktijdig met de stap van mengen van het veevoeder door middel van de menginrichting (110).
De uitvinding omvat eveneens een werkwijze voor het drogen, wegen, mengen en verdelen van veevoeder door middel van een inrichting (100) zoals hierboven beschreven, die verder de stap van het mengen van het veevoeder met kern- of ander voer omvat. Deze bijkomende stap kan voor of na elk van de andere stappen plaatsvinden.
De uitvinding omvat eveneens een werkwijze voor het drogen, wegen, mengen en verdelen van veevoeder door middel van een inrichting (100) zoals hierboven beschreven, voorafgegaan door de stap van het laden van het veevoeder in de menginrichting (110), door middel van een laadinrichting (150) die één of meerdere elementen omvat uit volgende lijst: een laadklep (152), een kniklader, een wiellader, een verreiker, een compactlader, een schranklader.
Een voorkeursvorm van de uitvinding omvat een werkwijze zoals hierboven beschreven, gekenmerkt doordat tijdens de stap van het drogen van het veevoeder door middel van de drooginrichting (120), een temperatuur binnenin de drooginrichting (120) wordt bereikt van 30 to 70 °C, bij voorkeur van 35 to 60 °C, meest bij voorkeur van 40 to 50 °C.
Een geprefereerde voorkeursvorm van de uitvinding omvat een werkwijze zoals hierboven beschreven, gekenmerkt doordat tijdens de stap van het drogen van het veevoeder door middel van de drooginrichting (120), een temperatuur binnenin de menginrichting (110) wordt bereikt van 30 to 70 °C, bij voorkeur van 35 to 60 °C, meest bij voorkeur van 40 to 50 °C.
Een geprefereerde voorkeursvorm van de uitvinding omvat een werkwijze zoals hierboven beschreven, gekenmerkt doordat na het drogen van het veevoeder door middel van de drooginrichting (120), het vochtigheidsgehalte van het veevoeder, niet meer dan 25% bedraagt, bij voorkeur niet meer dan 20% bedraagt, meer bij voorkeur niet meer dan 15% bedraagt, meest bij voorkeur niet meer dan 13% bedraagt.
Een geprefereerde voorkeursvorm van de uitvinding omvat een werkwijze zoals hierboven beschreven, gekenmerkt doordat het drogen van het veevoeder door middel van de drooginrichting (120) beëindigd wordt door middel van een signaal van een vochtmeetinrichting. De werkwijze kan tevens worden geautomatiseerd in zoverre dat een computerprogramma de temperatuur, vochtigheidsgraad en/of gewichtsmeting opvolgt en berekent wanneer het droog-en/of mengproces voltooid is. Bijkomend kan het computerprogramma desgewenst automatisch het gedroogde voer verdelen naar het voederverdeelsysteem of naar de opslagplaats of silo. Via een zogenaamd bedieningspaneel kan de gebruiker eventueel de instellingen zoals vereiste vochtigheidsgraad, maximale temperatuur in het voeder etc. aanpassen.
Een geprefereerde voorkeursvorm van de uitvinding omvat een werkwijze zoals hierboven beschreven, gekenmerkt doordat het veevoeder geselecteerd wordt uit de groep van: CCM (corn cob mix), gerst, tarwe, maïs, gras, of combinaties hieruit. Bij voorkeur omvat het veevoeder CCM. In een voorkeursvorm van de uitvinding omvat het veevoeder minstens 20% CCM, bij voorkeur minstens 30% CCM, meer bij voorkeur minstens 40% CCM, meest bij voorkeur minstens 50% CCM. In een voorkeursvorm van de uitvinding omvat het veevoeder ongeveer 50% CCM en ongeveer 50% kernvoer. In een voorkeursvorm van de uitvinding omvat het veevoeder ongeveer 50% CCM, ongeveer 20% tarwe, ongeveer 10% gerst en ongeveer 20% kernvoer. In een voorkeursvorm van de uitvinding omvat het veevoeder minder dan 50% kernvoer, bij voorkeur minder dan 40% kernvoer, meer bij voorkeur minder dan 30% kernvoer, meest bij voorkeur minder dan 20% kernvoer. In een aspect van de uitvinding is het veevoeder geschikt voor alle soorten vee en pluimvee. In een voorkeursvorm van de uitvinding is het veevoeder geschikt voor varkens. In een geprefereerde voorkeursvorm van de uitvinding is het veevoeder geschikt voor zeugen. In een geprefereerde voorkeursvorm van de uitvinding is het veevoeder geschikt voor biggen. In een alternatief aspect van de uitvinding is het veevoeder geschikt voor vee: runderen, varkens, schapen, geiten, paarden, ezels, konijnen, wild, herten, reeën, emoes, kangoeroes, lama’s, kamelen en dromedarissen, of voor gevogelte: kippen, kalkoenen, parelhoenen, struisvogels, ganzen, eenden, e.d..
De uitvinding omvat in een aspect ook het gebruik van een inrichting (100) zoals hierboven beschreven voor het drogen, wegen, mengen en verdelen van veevoeder.
De uitvinding omvat in een aspect ook het gebruik van een inrichting (100) zoals hierboven beschreven, gekenmerkt doordat het veevoeder geselecteerd wordt uit de groep van: CCM (corn cob mix), gerst, tarwe, maïs, gras, of combinaties hieruit. Bij voorkeur omvat het veevoeder CCM. In een voorkeursvorm van de uitvinding omvat het veevoeder minstens 20% CCM, bij voorkeur minstens 30% CCM, meer bij voorkeur minstens 40% CCM, nog meer bij voorkeur minstens 50% CCM, nog meer bij voorkeur minstens 60% CCM, meest bij voorkeur minstens 70% CCM. In een voorkeursvorm van de uitvinding omvat het veevoeder ongeveer 50% CCM en ongeveer 50% kernvoer. In een voorkeursvorm van de uitvinding omvat het veevoeder ongeveer 50% CCM, ongeveer 20% tarwe, ongeveer 10% gerst en ongeveer 20% kernvoer. In een aspect van de uitvinding is het veevoeder geschikt voor alle soorten vee en pluimvee. In een voorkeursvorm van de uitvinding is het veevoeder geschikt voor varkens. In een geprefereerde voorkeursvorm van de uitvinding is het veevoeder geschikt voor zeugen. In een geprefereerde voorkeursvorm van de uitvinding is het veevoeder geschikt voor biggen. In een alternatief aspect van de uitvinding is het veevoeder geschikt voor vee: runderen, varkens, schapen, geiten, paarden, ezels, konijnen, wild, herten, reeën, emoes, kangoeroes, lama’s, kamelen en dromedarissen, of voor gevogelte: kippen, kalkoenen, parelhoenen, struisvogels, ganzen, eenden, e.d..

Claims (32)

1. Mobiele inrichting (100) voor het verwerken van veevoeder, omvattend: a. een menginrichting (110), geschikt voor het mengen van veevoeder; b. een drooginrichting (120), geschikt voor het drogen van veevoeder; c. een weeginrichting (130), geschikt voor het wegen van veevoeder; en d. een verdeelinrichting (140), geschikt voor het lossen van veevoeder uit de inrichting (100).
2. De inrichting volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat het veevoeder geschikt is voor varkens en/of pluimvee.
3. De inrichting volgens conclusie 1 of 2, gekenmerkt doordat het veevoeder geselecteerd wordt uit de groep van: CCM (corn cob mix), gerst, tarwe, of combinaties hiervan.
4. De inrichting (100) volgens één der conclusies 1-3, in de vorm van een voermengwagen.
5. De inrichting (100) volgens conclusie 4, gekenmerkt doordat de voermengwagen wordt getrokken op één of meerdere assen (102), of door een trekhaak.
6. De inrichting (100) volgens conclusie 4 of 5, gekenmerkt doordat de voermengwagen zelfrijdend is.
7. De inrichting (100) volgens één der conclusies 1-6, gekenmerkt doordat de menginrichting (110) een horizontale menger of een verticale menger omvat.
8. De inrichting (100) volgens één der conclusies 1-7, gekenmerkt doordat de menginrichting (110) één of meerdere elementen omvat uit volgende lijst: een peddelmenger (112), een lint- of schroefmenger, een kegelmenger, een trommelmenger.
9. De inrichting (100) volgens één der conclusies 1-7, gekenmerkt doordat de menginrichting (110) een lintmenger (114) omvat.
10. De inrichting (100) volgens conclusie 9, gekenmerkt doordat de lintmenger (114) één of meerdere assen omvat, met een enkel of dubbel tegengesteld lint.
11. De inrichting (100) volgens één der conclusies 1-10, gekenmerkt doordat de drooginrichting (120) één of meerdere elementen omvat uit volgende lijst: een droogkamer (122), een warmtekamer, een brander (124), een bain-marie systeem, een speksteen, en/of warmtehoudende korrels.
12. De inrichting (100) volgens conclusie 11, gekenmerkt doordat de drooginrichting (120) additioneel één of meerdere elementen omvat uit volgende lijst: een thermostaat (126), een schouw (128), een smoorklep (129), en/of een ventilator.
13. De inrichting (100) volgens één der conclusies 1-12, gekenmerkt doordat de weeginrichting (130) één of meerdere weegstaven (132) omvat.
14. De inrichting (100) volgens conclusie 13, in de vorm van een mobiele voermengwagen die wordt getrokken op één of meerdere assen (102) of door een trekhaak, waarbij minstens één weegstaaf (132) op de as of op de assen (102) of op de trekhaak van de voermengwagen is geïnstalleerd.
15. De inrichting (100) volgens conclusie 14, waarbij bijkomstig een tweede weegstaaf (132) op de as of op de assen (102) of op de trekhaak van de voermengwagen zijn geïnstalleerd.
16. De inrichting (100) volgens één der conclusies 1-15, gekenmerkt doordat de verdeelinrichting (140) gekozen wordt uit de elementen omvat in volgende lijst: een vijzel (142), een verdeelsas (144), een graanblazer, een luchtpomp (146), en/of een combinatie hiervan.
17. De inrichting (100) volgens één der conclusies 1-16, gekenmerkt doordat de inrichting (100) verder een laadinrichting (150) omvat, geschikt voor het laden van veevoeder in de inrichting (100).
18. De inrichting (100) volgens conclusie 17, gekenmerkt doordat de laadinrichting (150) één of meerdere elementen omvat uit volgende lijst: een laadklep (152), een kniklader, een wiellader, een verreiker, een compactlader, een schranklader.
19. De inrichting (100) volgens één der conclusies 1-18, gekenmerkt doordat de inrichting (100) verder een ventilatieinrichting (160) omvat, geschikt voor het ventileren van de menginrichting (110).
20. De inrichting (100) volgens conclusie 19, gekenmerkt doordat de ventilatieinrichting (160) één of meerdere elementen omvat uit volgende lijst: ventilatieklep (162), ventilatierooster, ventilatiesysteem met warmterecuperatie.
21. De inrichting (100) volgens één der conclusies 1-20, gekenmerkt doordat de inrichting (100) verder een vochtmeetinrichting omvat, geschikt voor het meten van de vochtigheidsgraad van veevoeder en/of van de vochtigheidsgraad van lucht in de menginrichting (110).
22. De inrichting (100) volgens één der conclusies 1-21, gekenmerkt doordat de menginrichting (110), drooginrichting (120), weeginrichting (130) en/of verdeelinrichting (140) gestuurd wordt door een computersysteem.
23. Werkwijze voor het drogen, wegen, mengen en verdelen van veevoeder door middel van een mobiele inrichting (100) volgens één der conclusies 1-22, die de volgende stappen omvat: - drogen van het veevoeder door middel van de drooginrichting (120); - wegen van het veevoeder door middel van de weeginrichting (130); - mengen van het veevoeder door middel van de menginrichting (110); en - verdelen van het veevoeder door middel van de verdeelinrichting (140).
24. Werkwijze volgens conclusie 23, die verder de stap van het mengen van het veevoeder met kernvoer omvat.
25. Werkwijze volgens conclusie 23 of 24, voorafgaand met de stap van het laden van het veevoeder in de menginrichting (110) omvat, door middel van een laadinrichting (150) die één of meerdere elementen omvat uit volgende lijst: een laadklep (152), een kniklader, een wiellader, een verreiker, een compactlader, een schranklader.
26. Werkwijze volgens één der conclusies 23-25, gekenmerkt doordat tijdens het drogen van het veevoeder door middel van de drooginrichting (120), een temperatuur binnenin de menginrichting (110) wordt bereikt van 30 to 70 °C, bij voorkeur van 35 to 60 °C, meest bij voorkeur van 40 to 50 °C.
27. Werkwijze volgens één der conclusies 23-26, gekenmerkt doordat het drogen van het veevoeder door middel van de drooginrichting (120) beëindigd wordt door middel van een signaal van een vochtmeetinrichting (160) of van de weeginrichting (130).
28. Werkwijze volgens één der conclusies 23-27, gekenmerkt doordat na het drogen van het veevoeder door middel van de drooginrichting (120), het vochtigheidsgehalte van het veevoeder niet meer dan 20% bedraagt, bij voorkeur niet meer dan 15% bedraagt, nog meer bij voorkeur niet meer dan 13% bedraagt.
29. Werkwijze volgens één der conclusies 23-28, gekenmerkt doordat het veevoeder geselecteerd wordt uit de groep van: CCM (corn cob mix), gerst, tarwe, of combinaties hiervan.
30. Gebruik van een mobiele inrichting (100) volgens één der conclusies 1-22 voor het drogen, wegen, mengen en verdelen van veevoeder.
31. Gebruik volgens conclusie 30, gekenmerkt doordat het veevoeder geselecteerd wordt uit de groep van: CCM (corn cob mix), gerst, tarwe, of combinaties hiervan.
32. Werkwijze volgens één der conclusies 23 tot 29 of gebruik volgens conclusie 30 of 31, gekenmerkt doordat het veevoeder geschikt is voor varkensof voor pluimvee zoals kippen, kalkoenen, parelhoenen, struisvogels, ganzen, eenden.
NL2008365A 2011-02-28 2012-02-27 Landbouwmachine. NL2008365C2 (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2011/0141A BE1019139A3 (nl) 2011-02-28 2011-02-28 Landbouwmachine.
BE201100141 2011-02-28

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL2008365A true NL2008365A (nl) 2012-08-29
NL2008365C2 NL2008365C2 (nl) 2013-05-14

Family

ID=44534801

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2008365A NL2008365C2 (nl) 2011-02-28 2012-02-27 Landbouwmachine.

Country Status (2)

Country Link
BE (1) BE1019139A3 (nl)
NL (1) NL2008365C2 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL2010231C2 (nl) * 2013-02-01 2014-08-04 Peeters Landbouwmach Werkwijze voor het verschaffen van voer aan vee, combinatie van respectievelijk een trekkend voertuig of bedieningsmiddelen en een voermengwagen, alsmede een voermengwagen en een trekkend voertuig als zodanig.

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0393583A1 (en) * 1989-04-19 1990-10-24 Tiziano Faccia Improved mixer trailer for fibrous products
US5429436A (en) * 1994-07-05 1995-07-04 Art's-Way Manufacturing Co., Inc. Unibody vertical forage mixer with weighing mechanism
DE202005003070U1 (de) * 2005-02-25 2005-05-12 B. Strautmann & Söhne GmbH u. Co. KG Behälter einer Dosiereinrichtung für Biogasanlagen
DE202007005577U1 (de) * 2007-04-18 2007-06-14 B. Strautmann & Söhne GmbH u. Co. KG Vorrichtung zum Mischen, Belüften und Trocknen von Rohstoffen
US20100239708A1 (en) * 2008-07-28 2010-09-23 Bachman Stephen E Apparatus and method to feed livestock

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0393583A1 (en) * 1989-04-19 1990-10-24 Tiziano Faccia Improved mixer trailer for fibrous products
US5429436A (en) * 1994-07-05 1995-07-04 Art's-Way Manufacturing Co., Inc. Unibody vertical forage mixer with weighing mechanism
DE202005003070U1 (de) * 2005-02-25 2005-05-12 B. Strautmann & Söhne GmbH u. Co. KG Behälter einer Dosiereinrichtung für Biogasanlagen
DE202007005577U1 (de) * 2007-04-18 2007-06-14 B. Strautmann & Söhne GmbH u. Co. KG Vorrichtung zum Mischen, Belüften und Trocknen von Rohstoffen
US20100239708A1 (en) * 2008-07-28 2010-09-23 Bachman Stephen E Apparatus and method to feed livestock

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL2010231C2 (nl) * 2013-02-01 2014-08-04 Peeters Landbouwmach Werkwijze voor het verschaffen van voer aan vee, combinatie van respectievelijk een trekkend voertuig of bedieningsmiddelen en een voermengwagen, alsmede een voermengwagen en een trekkend voertuig als zodanig.
WO2014120000A1 (en) * 2013-02-01 2014-08-07 Peeters Landbouwmachines B.V. A method for providing feed to cattle, a combination of a tractor vehicle or control means and a mixer feeder, as well as a mixer feeder and a tractor vehicle as such

Also Published As

Publication number Publication date
BE1019139A3 (nl) 2012-03-06
NL2008365C2 (nl) 2013-05-14

Similar Documents

Publication Publication Date Title
Bern et al. Harvesting and postharvest management
JP2011217727A (ja) 牧畜用飼料
NL2008365C2 (nl) Landbouwmachine.
Forristal et al. Update on technologies for producing and feeding silage
CN209034431U (zh) 一种肉羊养殖用草料粉碎装置
WO2015196267A1 (pt) Ração para bovinos, ovinos, equinos e caprinos, composta por braquiaria, gramíneas ou outros tipos de volumosos, combinados com grãos, óleos essenciais, nutrientes e sais minerais, e seu processo de fabricação
Schuler et al. Mixing Beef Feed Rations ContainingDistillers Wet Grains
Lauritsen et al. Organic pig production in Denmark
Ryan et al. Energy use in Minnesota agriculture
WO2013136117A1 (en) Process for the preparation of food products for rabbits and rodents
US5822963A (en) Process for harvesting freshly cut hay
Bisaglia et al. Automatic and frequency-programmable systems for feeding tmr: state of the art and available technologies
Singh et al. Silage bales An emerging enterprise
Tishchenko et al. The efficiency of raising piglets under different systems of their feeding
US10980253B2 (en) Composition, system and method for pellet or flake production
Digman Combine considerations for a wet corn harvest
Dryden Feed storage and handling.
Nedelcu et al. Contribution to development and modernization of technologies of cattle foddering.
Oakley Utilization of alfalfa
Waker et al. Mow hay driers: their use, investment cost and operating expense
Beaty et al. Drying shelled corn
Can et al. Comparison of Operational Parameters of Feed Mixing and Distribution Machines with Different Structures
WO2021262221A1 (en) Harvesting system including modular unites
Westover et al. The uses of alfalfa
Steeves Mycotoxins Are In The Forecast

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20170301