NL2008006C2 - COMPOSITION FOR FORMING A CURTAIN HOOK AND ITEMS THEREOF. - Google Patents

COMPOSITION FOR FORMING A CURTAIN HOOK AND ITEMS THEREOF. Download PDF

Info

Publication number
NL2008006C2
NL2008006C2 NL2008006A NL2008006A NL2008006C2 NL 2008006 C2 NL2008006 C2 NL 2008006C2 NL 2008006 A NL2008006 A NL 2008006A NL 2008006 A NL2008006 A NL 2008006A NL 2008006 C2 NL2008006 C2 NL 2008006C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
assembly
toothing
carriage
hook
curtain
Prior art date
Application number
NL2008006A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
Jeroen Petrus Theodorus Maria Abelen
Original Assignee
Vako B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Vako B V filed Critical Vako B V
Priority to NL2008006A priority Critical patent/NL2008006C2/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2008006C2 publication Critical patent/NL2008006C2/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47HFURNISHINGS FOR WINDOWS OR DOORS
    • A47H13/00Fastening curtains on curtain rods or rails
    • A47H13/14Means for forming pleats

Landscapes

  • Curtains And Furnishings For Windows Or Doors (AREA)

Description

Samenstel voor het vormen van een gordijnhaak en onderdelen daarvanAssembly for forming a curtain hook and parts thereof

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een samenstel voor het vormen van een gordijnhaak, in het bijzonder voor het vormen van een ten opzichte van het gordijn ter 5 fijninstelling verplaatsbare haak, en onderdelen van een dergelijk samenstel.The present invention relates to an assembly for forming a curtain hook, in particular for forming a hook displaceable relative to the curtain for fine adjustment, and components of such an assembly.

Het is gebruikelijk gordijnen op te hangen aan ogen die verschuifbaar of verrolbaar met een gordijnrail zijn verbonden. Daartoe worden de gordijnen van meerdere op onderlinge afstand langs een beoogde bovenzijde van het gordijn aangebrachte haken 10 voorzien. Teneinde het gordijn nauwkeurig op een veelal continu gewenste afstand van een plafond, vloer, vensterbank of andere referentie af te kunnen hangen is het voorts bekend om de haken op een zodanige wijze met het gordijn te verbinden dat hun exacte positie in de beoogde hoogterichting achteraf instelbaar is. Een voorbeeld van een dergelijke gordijnhaak is bekend uit het Nederlandse octrooi NL 9 301 873. Het octrooi 15 beschrijft een systeem met een strip met een geleider die aan een gordijn bevestigd kan worden, en een haak aan een slede die langs de geleider beweegbaar is, waarbij een lip aan de slede en een zaagtandvorm aan de geleider samenwerken om voorkeursposities te definiëren en ervoor te zorgen dat de haak in de afgehangen toestand ten opzichte van het gordijn slechts omlaag bewogen kan worden.It is common to hang curtains on eyes that are slidably or rollably connected to a curtain rail. To that end, the curtains are provided with a plurality of hooks 10 arranged at a mutual distance along an intended top side of the curtain. In order to be able to accurately depend on the curtain, floor, window sill or other reference, for a generally continuously desired distance, it is furthermore known to connect the hooks to the curtain in such a way that their exact position in the intended height direction can be adjusted afterwards. is. An example of such a curtain hook is known from the Dutch patent NL 9 301 873. The patent 15 describes a system with a strip with a guide that can be attached to a curtain, and a hook on a carriage that can be moved along the guide, a lip on the carriage and a saw-tooth shape cooperating on the guide to define preferred positions and ensuring that the hook can only be lowered relative to the curtain in the suspended state.

2020

Hoewel de hierin geopenbaarde oplossing in een zekere behoefte voorziet, brengt deze onder andere het nadeel met zich mee dat de haak naast de voorkeursposities ook één of meerdere semi-stabiele ongedefinieerde posities kan aannemen. Hierdoor kan een onbeoogde ongelijke afhanging van het gordijn ten opzichte van een referentie ontstaan.Although the solution disclosed herein meets a certain need, it entails, inter alia, the disadvantage that the hook can assume one or more semi-stable undefined positions in addition to the preferred positions. This can result in an unintended unequal suspension of the curtain with respect to a reference.

2525

Het is een doel van de onderhavige uitvinding om een oplossing te bieden voor het bovengenoemde probleem, danwel verdere voordelen te bieden ten opzichte van de stand van de techniek.It is an object of the present invention to provide a solution to the above-mentioned problem or to offer further advantages over the prior art.

30 De uitvinding verschaft daartoe een samenstel voor het vormen van een met een gordijn verplaatsbaar verbindbare haak, omvattende een geleidedeel met een met het gordijn verbindbaar lichaam, een met het lichaam verbonden geleidebaan voor het ten opzichte van het gordijn geleiden van een slede van een haakdeel en een zich langs de geleidebaan uitstrekkende vertanding voor het definiëren van voorkeursposities van de 2 slede ten opzichte van het geleidedeel, alsook een haakdeel, met een slede voor het langs de geleidebaan verplaatsen van het haakdeel, een met de slede verbonden haak voor opname in een met een gordijnrail verbonden oog, en ten minste één met de slede verbonden veerelement, voor het in gemonteerde toestand met een geleidedeel aftasten 5 van de vertanding, waarbij een tijdens het aftasten van de vertanding in het veerelement opgewekte veerkracht in ten minste de posities buiten de voorkeursposities een resultante kracht heeft die de slede ten opzichte van de geleide in de richting van een van de voorkeursposities dwingt.To this end, the invention provides an assembly for forming a hook-movable connectable hook, comprising a guide part with a body connectable with the curtain, a guide track connected to the body for guiding a carriage of a hook part relative to the curtain and a toothing extending along the guideway for defining preferred positions of the 2 carriage relative to the guide part, as well as a hook part, with a carriage for moving the hook part along the guide path, a hook connected to the carriage for inclusion in a curtain eye connected to a curtain rail, and at least one spring element connected to the carriage, for scanning the toothing in the mounted state with a guide part, wherein a spring force generated during the scanning of the toothing in the spring element in at least the positions outside the preferred positions has a resultant force that the carriage moves relative to the guide forces the direction of one of the preferred positions.

10 Het geleidedeel omvat bijvoorbeeld een stripvormig lichaam, dat aan het gordijn vastgenaaid kan worden, en waaraan zich een geleidebaan bevindt die na bevestiging aan het gordijn een verplaatsing van een tijdens gebruik boven-naar onderzijde toestaat. De geleidebaan kan de op diverse wijzen zijn vormgegeven, en bijvoorbeeld ribbels, richels of andere uitkragingen danwel inkepingen hebben, en/of een vorm hebben van 15 een railstaaf, en/of een in hoofdzaak I- of H-vormige dwarsdoorsnede hebben. De vertanding kan zowel uitkragingen als inkepingen omvallen, alsook combinaties daarvan, en zorgen dat de veer die aan de slede van het haakdeel bevestigd is bij een beweging van het haakdeel langs de geleidebaan in- en uitveert. De vertanding kan een regelmatig patroon omvatten, teneinde op vaste onderlinge afstanden een 20 voorkeurspositie te verschaffen. De vertanding is bij voorkeur niet symmetrisch, dat wil zeggen dat de vorm ervan verschillend is gezien vanuit een richting van boven naar onder en een richting van onder naar boven. In het bijzonder definieert de vertanding posities waarin het veerelement als een weerhaak kan aangrijpen, zodat verplaatsing van de slede slechts in één richting mogelijk is.The guide part comprises, for example, a strip-shaped body, which can be sewn onto the curtain, and on which there is a guide track which, after being attached to the curtain, allows movement of a top to bottom during use. The guideway may be designed in various ways, and may, for example, have ridges, ridges or other projections or notches, and / or have a form of a rail rod, and / or have a substantially I or H-shaped cross section. The toothing can fall over both protrusions and indentations, as well as combinations thereof, and cause the spring attached to the carriage of the hook part to spring in and out during a movement of the hook part along the guideway. The toothing may comprise a regular pattern in order to provide a preferred position at fixed mutual distances. The toothing is preferably not symmetrical, that is to say its shape is different from a top-down direction and a bottom-up direction. In particular, the toothing defines positions in which the spring element can engage as a barb, so that displacement of the carriage is only possible in one direction.

2525

De slede kan bijvoorbeeld zoals een ritssluiting op een rits op de geleidebaan geplaatst worden, en deze deels insluiten. In het veerelement, bijvoorbeeld een lip, wordt tijdens het aftasten van de vertanding een veerkracht opgewekt, doordat de veer vanuit een rustpositie naar een in- of uitgeveerde positie wordt bewogen. Als reactie hierop zal de 30 veer neigen terug te keren naar een ruststand, en daardoor een kracht uitoefenen op de vertanding. Wanneer een raakvlak van het veerelement en de vertanding zich schuin op een beweegrichting van de slede langs de geleidebaan bevindt, zal de reactie van het veerelement zorgen voor een kracht die de slede langs de geleidebaan beweegt. In een 3 uitvoeringsvorm staat de veer in elke gekoppelde toestand van de slede en de geleidebaan onder een voorspanning.For example, the slide can be placed like a zipper on a zipper on the guideway, and partially enclose it. During the scanning of the toothing, a spring force is generated in the spring element, for example a lip, because the spring is moved from a rest position to an in or out position. In response, the spring will tend to return to a rest position, and thereby exert a force on the teeth. When a contact surface of the spring element and the toothing is slanted on a direction of movement of the slide along the guide track, the reaction of the spring element will cause a force that moves the slide along the guide track. In an embodiment, the spring is biased in any coupled state of the carriage and the guideway.

In een uitvoeringsvorm omvat de geleidebaan één of meerdere opstaande randen voor 5 het geleiden van de slede, en is de vertanding aangebracht op een naar binnen gericht vlak van het geleidedeel. Hieronder wordt enig vlak verstaan dat niet naar buiten gekeerd is, zodat de vertanding minder gevoelig is voor beschadigingen voor of tijdens gebruik, en de kans dat zaken, zoals gordijnstof, aan de vertanding blijven hangen, verkleind wordt.In one embodiment the guide track comprises one or more upright edges for guiding the slide, and the toothing is arranged on an inwardly directed surface of the guide part. This is understood to mean any surface that is not facing outwards, so that the toothing is less susceptible to damage before or during use, and the chance that items such as curtain fabric remain stuck to the toothing is reduced.

1010

In het bijzonder omvat de vertanding van het geleidedeel een zaagtand, welke zaagtand een repeterende aaneenschakeling van een neergaande flank, een opgaande flank en een stapvorm omvat. Met deze vertanding worden periodieke voorkeursposities verkregen, die zo mogelijk op equidistante intervallen zijn geplaatst. De schuine vlakken zorgen er 15 zoals hierboven gezegd voor dat er telkens een resultante kracht wordt uitgeoefend door het veerelement waardoor de slede ten opzichte van de geleidebaan een kant opgedwongen wordt. De combinatie van opgaande flank en veerelement bewerkstelligt een “ratelwerking”, dat wil zeggen dat de verplaatsing van slede ten opzichte van geleidebaan maar in één richting mogelijk is.In particular, the toothing of the guide part comprises a sawtooth, which sawtooth comprises a repeating concatenation of a descending edge, an ascending edge and a step shape. Periodic preferred positions are obtained with this toothing, which are placed at equidistant intervals if possible. As stated above, the oblique surfaces ensure that a resultant force is in each case exerted by the spring element, whereby the carriage is forced up one side with respect to the guideway. The combination of rising flank and spring element causes a "ratchet action", that is to say that the displacement of the carriage relative to the guideway is only possible in one direction.

2020

Gebleken is dat een geschikte kracht voor het dwingen van de slede bereikt kan worden wanneer de neergaande flank een hoek maakt van ten minste 15, bij voorkeur ten minste 20, en bij verdere voorkeur meer dan 25 graden ten opzichte van de richting waarin de geleidebaan zich uitstrekt. Een robuuste blokkering wordt bereikt wanneer de flank van 25 de stapvorm enigszins, dat wil zeggen enkele graden, overhangt naar de opgaande flank. In combinatie met een ten opzichte van de stand van de techniek gelijkblijvend interval leidt deze hoek ook tot een grotere amplitude van de vertanding, en aldus tot een grotere in het veerelement opgewekte kracht. Dit versterkt de ten opzichte van de stand van de techniek verbeterde neiging tot het aanemen van de voorkeursposities.It has been found that a suitable force for forcing the slide can be achieved when the descending flank makes an angle of at least 15, preferably at least 20, and more preferably more than 25 degrees with respect to the direction in which the guideway is located. extends. A robust blocking is achieved when the flank of the step shape slightly overhangs, i.e. a few degrees, to the rising flank. In combination with an interval that remains constant with respect to the prior art, this angle also leads to a greater amplitude of the toothing, and thus to a greater force generated in the spring element. This reinforces the tendency to assume preferred positions over the prior art.

3030

Het veerelement kan een lip omvatten met een rustpositie waarin deze zich in hoofdzaak parallel uitstrekt aan een neergaande flank. Hierdoor wordt bereikt dat het veerelement telkens wanneer het buiten een positie is waar de veer ontspannen is, de slede langs de geleidebaan dwingt.The spring element may comprise a lip with a rest position in which it extends substantially parallel to a descending flank. Hereby is achieved that each time it is outside a position where the spring is relaxed, the spring element forces the carriage along the guideway.

44

In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat het veerelement een lip, die op een afstand van een aanhechting op de slede voorzien is van een naar de vertanding gerichte uitkraging. Doordat de uitkraging naar de vertanding toe gericht is, zal het veerelement de 5 vertanding met de uitkraging raken en aftasten, in plaats van met zijn hele oppervlak. Hierdoor neemt de wrijvingskracht benodigd om het veerelement langs de vertanding te voeren af, waardoor verplaatsing van het haakdeel langs het geleidedeel eenvoudiger en lichter geschiedt. Zeer eenvoudige verplaatsing wordt bereikt als de uitkraging afgerond is.In a preferred embodiment, the spring element comprises a lip which is provided with a projection directed towards the toothing at a distance from an attachment to the carriage. Because the projection is directed towards the toothing, the spring element will touch and scan the toothing with the projection, instead of with its entire surface. As a result, the frictional force required to guide the spring element along the toothing decreases, so that displacement of the hook part along the guide part is simpler and lighter. Very simple relocation is achieved when the projection is completed.

1010

In weer een verdere uitvoeringsvorm strekt de lip zich voorbij de uitkraging uit in een van de geleidebaan afgekeerde richting. Hierdoor zal de slede telkens automatisch naar een nabijgelegen voorkeurspositie gedwongen worden, afhankelijk van de positie waarin deze zich bevindt naar boven of naar beneden.In yet a further embodiment, the lip extends beyond the projection in a direction away from the guideway. As a result, the carriage will each time automatically be forced to a nearby preferred position, depending on the position in which it is located upwards or downwards.

1515

Voor een goede borging van de slede in de voorkeurspositie kan de lip zich voorbij de uitkraging uitstrekken in een richting parallel aan de opgaande flank, en meer in het bijzonder gelijk aan de afstand van de opgaande flank. De aldus ontstane in hoofdzaak vormsluitende borging van het veerelement leidt tot een grotere stabiliteit in de 20 voorkeursposities.For a good locking of the carriage in the preferred position, the lip can extend beyond the projection in a direction parallel to the rising edge, and more particularly equal to the distance of the rising edge. The resulting substantially form-locking locking of the spring element thus leads to a greater stability in the preferred positions.

Om beschadigen, in het bijzonder breken van de de lip te voorkomen, kan deze zodanig worden vormgegeven dat ten minste gedeeltelijk gekromd is, met een convexe zijde naar de vertanding toegericht. Doorbuigen onder invloed van het gewicht onder een 25 gordijn zal de lip verder doen bollen in de reeds voorgevormde richting, waarbij de lip op enig moment gesteund wordt door (een deel van) de vertanding. Om tevens beschadigingen, zoals afbreken, van de haak te voorkomen, kan de haak in hoofdzaak tot aan het tijdens gebruik bovenste punt met de slede verbonden zijn. De haak kan daarbij vijvoorbeeld een vraagtekenvorm hebben, waarvan het gekrulde gedeelte tot aan 30 de b ovenzij de m et de sl ede verb onden i s.In order to prevent damage, in particular breaking the lip, it can be designed in such a way that at least partially curved, with a convex side facing the toothing. Bend under the influence of the weight under a curtain will cause the lip to bulge further in the already preformed direction, the lip being supported at some point in time by (a part of) the toothing. In order to also prevent damage, such as breaking off the hook, the hook can be connected to the carriage substantially up to the top point during use. The hook may in this case have a question mark shape, the curled part of which is connected to the bottom of the hook.

De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van de navolgende figuren, waarin: - Figuur 1 een perspectivisch aanzicht toont van een haakdeel; - Figuur 2 een perspectivisch aanzicht toont van een geleidedeel; 5 - Figuur 3 een samenstel toont van een samengesteld haakdeel en een geleidedeel; - Figuur 4a een dwarsdoorsnede toont van het haakdeel uit figuur 1; - Figuur 4b een dwarsdoorsnede toont van het geleidedeel deel uit figuur 2; - Figuur 4c een dwarsdoorsnede toont van het samenstel uit figuur 3; 5 - Figuur 5 een zijaanzicht toont van het samenstel uit figuur 3.The invention will now be elucidated with reference to the following figures, in which: Figure 1 shows a perspective view of a hook part; Figure 2 shows a perspective view of a guide part; Figure 3 shows an assembly of an assembled hook part and a guide part; Figure 4a shows a cross-section of the hook part of Figure 1; Figure 4b shows a cross section of the guide part part of Figure 2; Figure 4c shows a cross-section of the assembly from Figure 3; Figure 5 shows a side view of the assembly of Figure 3.

Figuur 1 toont een perspectivisch aanzicht van een haakdeel 1. Het haakdeel 1 omvat een slede 2 voor het langs een geleidebaan (zoals zichtbaar in figuur 2) verplaatsen van het haakdeel 1, een met de slede 2 verbonden haak 3 voor opname in een met een 10 gordijnrail verbonden oog, en twee met de slede 2 verbonden veerelementen 4, 5, voor het in gemonteerde toestand met een geleidedeel aftasten van de vertanding daarvan.Figure 1 shows a perspective view of a hook part 1. The hook part 1 comprises a slide 2 for moving the hook part 1 along a guideway (as visible in figure 2), a hook 3 connected to the slide 2 for inclusion in a 10 a curtain rail connected to the eye, and two spring elements 4, 5 connected to the carriage 2 for scanning the teeth thereof in the mounted state with a guide part.

Figuur 2 toont een perspectivisch aanzicht van een geleidedeel 6, dat een met een gordijn verbindbaar lichaam 7 omvat, en een met het lichaam 7 verbonden geleidebaan 15 8 voor het ten opzichte van het gordijn geleiden van een slede 2 van een haakdeel 1, en een zich langs de geleidebaan 8 uitstrekkende vertanding 9 voor het definiëren van voorkeursposities van de slede 2 ten opzichte van het geleidedeel 6. Het lichaam 7 is voorzien van een verdund gedeelte 7a waarmee het geleidedeel 6 aan een gordijn gestild: kan worden.Figure 2 shows a perspective view of a guide part 6, which comprises a body 7 connectable to a curtain, and a guide track 8 connected to the body 7 for guiding a slide 2 of a hook part 1 relative to the curtain, and a toothing 9 extending along the guide track 8 for defining preferred positions of the slide 2 relative to the guide part 6. The body 7 is provided with a thinned part 7a with which the guide part 6 can be fixed to a curtain.

2020

Figuur 3 toont een samenstel van een samengesteld haakdeel 1 en een geleidedeel 6. Te zien is dat de slede 2 op de geleidebaan 8 aangrijpt, en het haakdeel 1 aldus transleerbaar in de richting A met het geleidedeel 6 verbonden is, en dat de vertanding 9 daarbij wordt afgetast door de veerelementen 4 en 5. De daarbij in het veerelement 25 opgewekte veerkracht in ten minste de posities buiten de voorkeursposities (de posities waarbij een uiteinde 11 van het veerelement tegen een stap of sprong 10 in de vertanding 9 aanligt), heeft een resultante kracht die de slede 2 ten opzichte van de geleidebaan 8 in de richting van een van de voorkeursposities dwingt.Figure 3 shows an assembly of a assembled hook part 1 and a guide part 6. It can be seen that the slide 2 engages on the guide track 8, and the hook part 1 is thus translatably connected in the direction A to the guide part 6, and that the toothing 9 the spring elements 4 and 5 are then scanned in the spring element 25 in at least the positions outside the preferred positions (the positions in which an end 11 of the spring element abuts a step or jump 10 in the toothing 9), a resultant force which forces the carriage 2 relative to the guide track 8 in the direction of one of the preferred positions.

30 Figuur 4a toont een dwarsdoorsnede van het haakdeel uit figuur 1. Te zien is dat de slede 2 is ingericht om het geleidedeel 6 (zie figuur 4b) aan te grijpen zoals een ritssluiting. De veerelementen 4 en 5 strekken zich in rust onder een hoek uit naar de richting van een vertanding van een te plaatsen geleidedeel.Figure 4a shows a cross-section of the hook part from figure 1. It can be seen that the slide 2 is adapted to engage the guide part 6 (see figure 4b) such as a zipper. The spring elements 4 and 5 extend at rest at an angle towards the toothing of a guide part to be placed.

66

Figuur 4b toont een dwarsdoorsnede van het geleidedeel 6 deel uit figuur 2. Het geleidedeel 6 omvat geleidebaandelen 8 waarbij vertandingen 9 aan een ingesloten zijde van de geleidebaandelen 8 zijn opgenomen. 1 5 Figuur 4c toont een dwarsdoorsnede van het samenstel uit figuur 3, of figuren 4a en 4b. De veerelementen 4 en 5 liggen onder een voorspanning aan op de vertandingen 9.Figure 4b shows a cross-section of the guide part 6 part from figure 2. The guide part 6 comprises guide track parts 8, wherein toothings 9 are received on an enclosed side of the guide track parts 8. Figure 4c shows a cross-section of the assembly from Figure 3, or Figures 4a and 4b. The spring elements 4 and 5 apply a bias to the teeth 9.

Figuur 5 toont een zijaanzicht van het samenstel uit figuur 3. De figuur laat zien dat een neergaande flank 12 een hoek B maakt van 20 graden ten opzichte van de richting A 10 waarin de geleidebaan 8 zich uitstrekt. De flank 10 van iedere stapvorm 13 hangt over naar de neergaande flank 12. Het veerelement 5 omvat een lip met een rustpositie waarin deze zich in hoofdzaak parallel uitstrekt aan een neergaande flank 12. De lip omvat een op een afstand van een aanhechting op de slede 2 naar de vertanding 9 gerichte, afgeronde uitkraging 13, die ervoor zorgt dat er een minimale wrijving 15 optreedt tussen het veerelement 5 en de vertanding 9. Voorbij de uitkraging 13 strekt het veerelement 5 zich uit in een van de geleidebaan 9 afgekeerde richting, parallel aan een opgaande flank 15 van de vertanding 9, en over een afstand gelijk aan de afstand van de opgaande flank 15. Het veerelement 5 is ten minste gedeeltelijk gekromd, met een convexe zijde 16 die naar de vertanding toegericht is. De haak 3 is in hoofdzaak tot aan 20 het tij dens gebruik bovenste punt met de slede 2 verbonden.Figure 5 shows a side view of the assembly from figure 3. The figure shows that a falling edge 12 makes an angle B of 20 degrees with respect to the direction A 10 in which the guide track 8 extends. The flank 10 of each step shape 13 is transferred to the descending flank 12. The spring element 5 comprises a lip with a rest position in which it extends substantially parallel to a descending flank 12. The lip comprises a spacing of an attachment to the carriage 2, rounded projection 13 facing the toothing 9, which ensures that there is a minimum friction 15 between the spring element 5 and the toothing 9. Beyond the projection 13, the spring element 5 extends in a direction remote from the guideway 9, parallel on an ascending flank 15 of the toothing 9, and over a distance equal to the distance of the ascending flank 15. The spring element 5 is at least partially curved, with a convex side 16 facing the toothing. The hook 3 is connected to the carriage 2 substantially up to the top point during use.

Naast de getoonde en beschreven niet-limitatieve uitvoeringsvormen zijn er vele varianten denkbaar die allen geacht worden te vallen onder de beschermingsomvang van de navolgende conclusies.In addition to the non-limitative embodiments shown and described, many variants are conceivable which are all understood to fall within the scope of protection of the following claims.

Claims (15)

1. Samenstel voor het vormen van een met een gordijn verplaatsbaar verbindbare haak, omvattende: 5. een geleidedeel, omvattende: - een met het gordijn verbindbaar lichaam; - een met het lichaam verbonden geleidebaan voor het ten opzichte van het gordijn geleiden van een slede van een haakdeel; en - een zich langs de geleidebaan uitstrekkende vertanding voor het definiëren van 10 voorkeursposities van de slede ten opzichte van het geleidedeel; - een haakdeel, omvattende: - een slede voor het langs de geleidebaan verplaatsen van het haakdeel; - een met de slede verbonden haak voor opname in een met een gordijnrail verbonden oog; 15. ten minste één met de slede verbonden veerelement, voor het in gemonteerde toestand met een geleidedeel aftasten van de vertanding, met het kenmerk dat een tijdens het aftasten van de vertanding in het veerelement opgewekte veerkracht in ten minste de posities buiten de voorkeursposities een 20 resultante kracht heeft die de slede ten opzichte van de geleide in de richting van een van de voorkeursposities dwingt.An assembly for forming a connectable hook movable with a curtain, comprising: 5. a guide part, comprising: - a body connectable with the curtain; - a guide track connected to the body for guiding a carriage of a hook part relative to the curtain; and - a toothing extending along the guide track for defining preferred positions of the carriage relative to the guide part; - a hook part, comprising: - a slide for moving the hook part along the guideway; - a hook connected to the carriage for inclusion in an eye connected to a curtain rail; 15. at least one spring element connected to the carriage, for scanning the toothing in the mounted state with a guide part, characterized in that a spring force generated during the scanning of the toothing in the spring element in at least the positions outside the preferred positions has a resultant force that urges the carriage relative to the guide in one of the preferred positions. 2. Samenstel volgens conclusie 1, waarbij de geleidebaan één of meerdere opstaande randen omvat voor het geleiden van de slede, en waarbij de vertanding is aangebracht 25 op een naar binnen gericht vlak van het geleidedeel.2. Assembly as claimed in claim 1, wherein the guide track comprises one or more upright edges for guiding the slide, and wherein the toothing is arranged on an inwardly directed surface of the guide part. 3. Samenstel volgens conclusie 1 of 2, waarbij de vertanding van het geleidedeel een zaagtand omvat, welke zaagtand een repeterende aaneenschakeling van een neergaande flank, een opgaande flank en een stapvorm omvat. 30Assembly as claimed in claim 1 or 2, wherein the toothing of the guide part comprises a saw tooth, which saw tooth comprises a repeating sequence of a descending edge, an ascending edge and a step shape. 30 4. Samenstel volgens conclusie 3, waarbij de neergaande flank een hoek maakt van ten minste 15, bij voorkeur ten minste 20, en bij verdere voorkeur meer dan 25 graden ten opzichte van de richting waarin de geleidebaan zich uitstrekt.Assembly as claimed in claim 3, wherein the descending flank makes an angle of at least 15, preferably at least 20, and more preferably more than 25 degrees with respect to the direction in which the guideway extends. 5. Samenstel volgens conclusie 3 of 4, waarbij de flank van de stapvorm overhangt naar de opgaande flank.Assembly as claimed in claim 3 or 4, wherein the flank of the step shape overhangs to the rising flank. 6. Samenstel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het veerelement een lip 5 omvat met een rustpositie waarin deze zich in hoofdzaak parallel uitstrekt aan een neergaande flank.Assembly as claimed in any of the foregoing claims, wherein the spring element comprises a lip 5 with a rest position in which it extends substantially parallel to a descending flank. 7. Samenstel volgens conclusie 6, waarbij de veer een lip omvat, die op een afstand van een aanhechting op de slede voorzien is van een naar de vertanding gerichte uitkraging. 10Assembly as claimed in claim 6, wherein the spring comprises a lip which is provided with a projection directed towards the toothing at a distance from an attachment to the carriage. 10 8. Samenstel volgens conclusie 7, waarbij de uitkraging afgerond is.Assembly according to claim 7, wherein the projection is completed. 9. Samenstel volgens conclusie 7 of 8, waarbij de lip zich voorbij de uitkraging uitstrekt in een van de geleidebaan afgekeerde richting. 15An assembly according to claim 7 or 8, wherein the lip extends beyond the projection in a direction away from the guideway. 15 10. Samenstel volgens conclusie 3 en 9, waarbij de lip zich voorbij de uitkraging uitstrekt in een richting parallel aan de opgaande flank.10. Assembly as claimed in claims 3 and 9, wherein the lip extends beyond the projection in a direction parallel to the rising edge. 11. Samenstel volgens conclusie 8, waarbij de lip zich voorbij de uitkraging over een 20 afstand uitstrekt gelijk aan de afstand van de opgaande flank.11. Assembly as claimed in claim 8, wherein the lip extends over the protrusion over a distance equal to the distance of the rising flank. 12. Samenstel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de lip ten minste gedeeltelijk gekromd is, met een convexe zijde naar de vertanding toegericht.An assembly according to any one of the preceding claims, wherein the lip is at least partially curved, with a convex side facing the toothing. 13. Samenstel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de haak in hoofdzaak tot aan het tijdens gebruik bovenste punt met de slede verbonden is.Assembly as claimed in any of the foregoing claims, wherein the hook is connected to the carriage substantially up to the top point during use. 14. Haakdeel of geleidedeel, kennelijk bestemd voor het vormen van een samenstel volgens één van de voorgaande conclusies. 3014. Hook part or guide part, apparently intended for forming an assembly according to one of the preceding claims. 30 15. Gordijn, voorzien van een haakdeel en/of geleidedeel volgens conclusie 14.Curtain provided with a hook part and / or guide part according to claim 14.
NL2008006A 2011-12-21 2011-12-21 COMPOSITION FOR FORMING A CURTAIN HOOK AND ITEMS THEREOF. NL2008006C2 (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2008006A NL2008006C2 (en) 2011-12-21 2011-12-21 COMPOSITION FOR FORMING A CURTAIN HOOK AND ITEMS THEREOF.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2008006 2011-12-21
NL2008006A NL2008006C2 (en) 2011-12-21 2011-12-21 COMPOSITION FOR FORMING A CURTAIN HOOK AND ITEMS THEREOF.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2008006C2 true NL2008006C2 (en) 2013-06-24

Family

ID=45787310

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2008006A NL2008006C2 (en) 2011-12-21 2011-12-21 COMPOSITION FOR FORMING A CURTAIN HOOK AND ITEMS THEREOF.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2008006C2 (en)

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1995011612A1 (en) * 1993-10-29 1995-05-04 Inprotec International B.V. Curtain hook
US20110290966A1 (en) * 2010-05-28 2011-12-01 Ota Harunori Curtain hanging device

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1995011612A1 (en) * 1993-10-29 1995-05-04 Inprotec International B.V. Curtain hook
US20110290966A1 (en) * 2010-05-28 2011-12-01 Ota Harunori Curtain hanging device

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1010136C2 (en) Disco-locking.
AU2014280197B2 (en) Device for advancing goods
US20190062063A1 (en) Extendible Fences for Extendible Conveyors
NL2008006C2 (en) COMPOSITION FOR FORMING A CURTAIN HOOK AND ITEMS THEREOF.
GB2426433A (en) Product merchandising apparatus
RU2685812C2 (en) Guide device for sliding door direction and body furniture article
NL7901434A (en) RAIL GUIDANCE.
WO2016198479A1 (en) Pull-out guide and domestic appliance
NL2011595C2 (en) SHEEP SYSTEM.
US20160340917A1 (en) Installation adjustment device for an auto-return arrangement
EP3315048A1 (en) Slide assembly with damper device
RU2675209C2 (en) Sliding door arrangement having sliding leaves arranged in common plane
EP2952654A1 (en) Safety rail and traveller and safety system for preventing fall
BE1028559B1 (en) CONNECTION ELEMENT
NL7905178A (en) Fittings for tilt windows.
NL2001072C2 (en) Improved panel curtain system with cooperating profiles.
KR101878207B1 (en) Non-slip for stairs
JP5649712B2 (en) Seat slide device
JP6817611B2 (en) Rail system
NL1019535C2 (en) Sliding guide, closing block and method for mounting a sliding guide.
BE1019611A3 (en) CONFIRMATION DEVICE FOR ATTACHABLE AT THE HEIGHT OF A SLAT OF A SLAT-BASE AND A SLAT-BASE OF WHICH AT LEAST ONE LAT IS CONFIRMED BY SUCH A CONFIRMATION DEVICE.
NL2024126B1 (en) Profile, sliding window or sliding door comprising such a profile and use of such profile in a sliding door or sliding window.
NL1013151C2 (en) Anti-insect screen is for installation in door or window opening comprises framework of uprights and cross pieces across which gauze or similar is stretched
NL9500618A (en) Fastening device for a drawer on a telescopic rail.
BE516856A (en)